Y Ik heb „De Biltthuu ECHTE WALES-ANTHRACIET DE BILT DONDERDAG 28 NOVEMBER 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 2 Lezing van prof. Vening Meinesz over zijn tocht met de K XVIII. Interessante avond der vereeniging „Oost en West". Donderdagavond hield prof. dr. F. A. Ve ning Meinesz voor de afdeeling Haarlem van de vereeniging „Oost en West" in den schouwburg Jansweg een lezing met licht beelden over zijn reis met de K XVIII naar Nederlandse h-In dië. De voorzitter der afdeeling de heer P L. van Bueren hield een korte openingstoe spraak waarna prof. Vening Meinesz zijn lezing begon. Hij wees op de groote beteekenis die de tocht van de K XVIII heeft gehad als vlag vertoon in buitenlar.dsche havens, als opwek king van geestdrift voor de marine, als bui tengewone prestatie en voor de wetenschap. Over het nut voor de wetenschap wilde spr. het in de eerste plaats hebben. Hij legde uit, hoe men door de moderne diepzee loodin gen een gedetailleerd reliefbeeld van den zee bodem krijgen. Door deze loodingen ontdekte men nu. dat In den Indischen Oceaan tusschen Mauri tius en West-Australië zich behalve de reeds bekende troggen van groove diepte nog eer.n tot nu toe onbekende vlak lag op slechts 1300- 200 0 meter diepte. Ook door middel van slingerproeven stelde men een zwaartekracht-onderzoek in. Het principe, waarvan men bij deze proe ven uitgaat is. dat de slingertijd afhankelijk is van de grootte der zwaartekracht, die op haar beurt weer afhankelijk is van de grootte der aardmassa. waarboven men zich bevindt. Het is tamelijk eenvoudig deze proe ven op het vasteland,, uit te voeren, moeilij ker wordt het echter op zee. waar de proeven eigenlijk alleen in een onderzeeboot kans van slagen hebben, daar deze minder last van golfslag en deining ondervindt. Het voorbeeld van de Nederlandsche marine, waaraan spr. dank bracht, is dan ook reeds door verschil lende buitenlandsche marines nagevolgd. Hierna sprak prof. Vening Meinesz over het onderzoek zelf. Men wenscht het verband te bepalen, dat moet bestaan tusschen de grootte van de aantrekkingskracht en den vorm van het aardoppervlak. Men heeft hier voor tot dusver de methode der driehoeks- graadmeting toegepast. Wanneer de aarde al leen onder invloed van de aswenteling stond moest het een aan de aequator cirkelvormig en aan de polen afgeplat lichaam zijn. Er is echter ontdekt, dat het aequatorvlak aan af wijkingen van eenige honderden meters on derhevig is en ook uitbuilingen in den cirkel vorm vertoont. Deze uitbuilingen heeft men ln verband gebracht met de verspreiding der Oceaanvlakken. Volgens die veronderstelling moest zich in den Indischen Oceaan een afwijking aan de korte as van de geoïde voordoen. De onderzoekingen aan boord van de K XVIII hebben bewezen, dat er in den Indischen Oceaan afwijkingen in zwaarte kracht bestaan. Met behulp van een door de „Bataafsche" aan prof. Vening Meinesz ge leend slingerproeftoestel is bij vergelijking op de continenten en vlak aan de kust geble ken. dat de randen der co het plastische substratum drijvende continenten vrijwel overal dezelfde evenwicht*ve"brekingen ver- toonen waardoor de uitbuilingen ontstaan. Er kon worden geconstateerd, dat van de continenten naar de diepzee der Oceanen de zwaartekracht toeneemt. Tot slot van zijn bespreking van het weten schappelijk deel van den K XVlil-tocht be handelde spr. de theorie van den Engelsch- man Homes, die door een andere veronder stelling tot dezelfde slotsom komt. Hij veronderstelt, dat er in het substratum nog stroomingen optreden, onder continen ten stijgstroommgen en onder zeeën daal- stroomingen, hetgeen evenwichtsverstoring te weeg brengt. Dit zou ook de theorie ver klaren dat de aardkorst in den loop der tij den is verschoven. Daarna sprak prof. Vening Meinesz over het leven aan boord en den tocht zelf. Nadat hij een beschrijving van de duikboot had gegeven wees hij op de nadeelem die verbon den zijn aan het gebrek aan voortdurend frissche lucht en lichaamsbeweging bij een lansen tocht. Vervolgens gaf hij aan de hand van lichtbeelden een beschrijving van den grooten tocht. Hij liet lichtbeelden zien van een groot aantal havens waar de K XVIII kwam. zooals Madeira. St. Vincent. Dakar, Pernambuco. Rio de Janeiro. Montevideo, Buenos Aires. Tristan da Cunha. Kaapstad, enz. enz. en vertelde interessante bijzonder heden. Aan het eind van den avond dankte de heer Van Bueren prof. Vening Meinesz voor zijn lezing. af 2.25 WITTOP KONING - HAARLEM HARMENJANSWEG 67A. TELEFOON 16100 AGENDA Heden: DONDERDAG 28 NOVEMBER. Protestantenbond. 8 uur. Bestuurdersbond „Haarlem". De heer D. de Jager over „Werk- loozen steun en prijsstijging". Blauwe Kruis. Ds. P. van Oossanen over: „Waar zijn onze dooden?" 8.15 uur. Frans Hals Museum: Tentoonstelling S.O.S. 104 uur. Bioscoopvoorstellingen. Luxor Sound Theater: „De moord op het schip". Doorloopende voorstelling van zeven uur tot half twaalf. Frans Hals Theater: „Suikerfreule". 2.30. 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Verliefd, maar op wie?" Op het tooneel: Orlando Waldemar Troupe. 2.30. 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „Een hart, van goud". Op het tooneel: Gigi and Olga. 7 en 9.15 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. Heemstede. Raadsvergadering, 8 uur. VRIJDAG 29 NOVEMBER. Stadsschouwburg: Galaconcert H.O.V. o.l.v. Heinrlch Steiner. Soliste: Hélène Ludolph. 8.15 uur. Bioscopen "'-uw ~->ma Frans Hals Museum: Tentoonstelling S.O.S. 104 uur. Bloemendaal. Raadsvergadering 9.30 v.m. Beroep tegen beslissing van Ged. Staten. Het Predikanten Weduwenfonds der Ne- derduitsch Hervormde gemeente Haarlem, de N.V. Scheeps- en GrondexploitatieMaat- schappij te Bloemendaal en H. W. Vink c.s. te Haarlem zijn in beroep gekomen tegen het besluit van Ged. Staten van Noord-Holland, houdende goedkeuring van een uitbreidings plan van Haarlem. Het betreft het uitbreidingsplan met bij- bèhoorende bebouwingsvoorschriften, aan geduid als „wijziging no. 12", behoorende bij de bladen 11 en 15 van het plan „Noord" voor het gedeelte der gemeente, gelegen ten Oos ten van de z.g. Vogeienbuurt, ten Zuiden van de Heksloot, ten Westen van het Noorder Buiten Spaarne en ten Noorden van de Jan Gij zen va art. In dit uitbreidingsplan zijn de betreffende gronden voor land- en tuinbouw bestemd, welke bestemming evenwel naar de meening van de reciamante in strijd Is met de woning wet. Voorts is deze bestemming als ondoel matig te beschouwen, hetgeen in het bijzon der geldt voor de gronden, onmiddellijk ge legen langs den op de grens van den verbo den kring ontworpen breeden verkeersweg en langs den Spaarndammerweg, welke gron den voor bebouwing in aanmerking komen. Uit de stukken is voorts nog gebleken, dat deze gronden vallen binnen den verboden kring van het fort voor welken kring geen bebouwing is toegelaten. Mr. Bakhuyzen van den Brink bepleitte de belangen van het Predikanten Weduwen- fonds. Voor de gemeente is het slechts een gering belang, voor het fonds echter bijzon der groot Ook ligt dit terrein buiten den verboden kring en het is van veel waarde voor het fonds, vooral in dezen tijd, dat de gronden voor bouwgrond bestemd kunnen worden. Mr.-Bijvoet lichtte de overige appèlschrif ten toe. Krachtens de Kringenwet mag er binnen een verboden kring wel gebouwd worden, doch mogen er geen wegen worden aangelegd. Hier doet zich nu het geval voor, dat de verkeersweg juist de grens van den verboden kring is. PI. wees er vervolgens op. dat zijn cliënten beduidende schade zullen onder vinden. Het standpunt van de gemeente Haarlem werd uiteengezet door den directeur van openbare werken, den heer Maas en door den heer Meeuwen, administrateur ter gemeen te-secretarie. Beide heeren zetten uiteen, dat op grond van stedebouwkundige overwegin gen het uitbreidingsplan niet anders kan worden vastgesteld, dan geschied is. De beslissing der Kroon volgt later. De Kerk en de N. S. B. Over de Kerk en de N.S.B. sprak Woens dagavond Ds. J. W. Siertsema in de Wilhel- minakerk aan de Gedempte Oude Gracht. De avond was belegd door den Kring Haarlem en omstreken der Gereformeerde mannen- vereenigingen. De heer Elgersma, voorzitter, opende den avond met gebed en gaf een uiteenzetting van het doel van de bijeenkomst Ds. Siertsema zei niet te willen bespreken wat de N.S.B. wil of voorstaat. De bedoeling van den spreker was slechts te onderzoeken welke roeping de kerk heeft tegenover de N.S.B. Want er is geen oogenblik in ons leven dat wij niet met God's woord hebben te maken. Niets valt buiten de roeping dei- kerk. De kerk mag in haar leer of tuchtiging nooit misbruikt worden voor eene bepaalde politieke richtmg. Ook voor de leden der kerk, al of niet aangesloten bij de N. S. B. moet God's woord dienen. Vooral zijn de beginselen der N.S.B. in strijd met die der kerk en wanneer 't voorkomt dat bij de kerk aangeslotenen ook lid van de N.S.B. zijn, kan men hen dit toch nog niet altijd ten volle aanrekenen. Men kan niet zeggen dat iemand persoon lijk verantwoordelijk is voor alle beginselen eener beweging waarbij hij is aangesloten, ofschoon een mede-verantwoordelijkheid al tijd blijft bestaan. Het is daarom noodig dat men zich van zijn positie goed rekening geeft, doch het is tevens noodzakelijk dat God's woord steeds goed wordt overwogen. Met citaten uit brochures der N.S.B. wilde de spreker aantoonen dat verschillende uit spraken en beginselverklaringen in directe tegenspraak zijn met de kerkelijke opvattin gen en afwijken van het Goddellijk woord. Over den corporatieven staat weidde de spreker uit. De N.S.B. verwijst in haar bro chure hiervoor naar het Italiaansche voor beeld. De Italiaansche minister van justitie zegt dat de corporaties niet den staat in han den hebben, doch dat de staat de corporatie; in handen heeft. Volgens Musolinl is daarvoor een eenheidspartij noodig, hetgeen dan ook beteekent tyrannie en dus ook geestelijke tyrannie. De totale staat heeft zijn intrede gedaan en de vrijheid in eigen kring is afgeloopen Dit is in directen strijd met God's woord „Gij zult geen andere Goden dan Mij aan bidden". Over de voorlichters, de vaders van het fascisme, zei ds. Siertsema dat men schrikt van hun geschriften. Een waar Christen kan het ongeloof van het nationaal socialisme, die den staat boven alles stelt, niet aanvaarden. De Nationaal-Socialistische Beweging be wijst in vele uitingen dat zij ook in deze richting denkt en werkt. Verscheidene belangrijke functies worden bij de N.S.B. bezet door Hegelianen, welke philosophische richting een „Dictatorialen" inslag heeft. Voorts zijn vele leden van de N.S.B. on christelijk of staan geheel buiten elk kerke lijk verband. Uit alles, tot in het leidend beginsel der N.S.B., blijkt het onchristelijk karakter van den totalen staat. Er wordt niet gevraagd naar het recht, in het leidend beginsel: „Het gemeenschappe lijk belang gaat voor het groepsbelang en het groepsbelang voor het persoonlij kbelang". Rechten bestaan niet meer. alles wordt opge offerd aan de gemeenschap. Kerk en onderwijs zouden eveneens sterk in de verdrukking komen, wanneer de N.S.B. ooit in staat zou zijn haar nationaal socialis tisch beginselprogramma ten uitvoer te bren gen. Evenals het socialisme ons nog steeds wil doen gelooven dat de ellende der maatschap pij het gevolg van het kapitalisme is, wil de N.S.B, ons doen gelooven dat alles 't gevolg is van politieken partijdstrijd en corruptie. Beide kunnen niet inzien dat de zonde en de menschelijke slechtheid de oorzaak der ellen de zijn. De eenheid is een fictie. Dit blijkt reeds nu uit den strijd, die in de N S.B. zelf is ontbrand. Alleeen in het woord God's is de j eenheid te vinden. Na de rede van Ds. Siertsema bestond er gelegenheid tot het stellen van vragen. zei iemand tijdens het Radio-Weerberich Hij had n.l. een BAROMETER gekocht bij CAREL VAN HUIZEN Kleine Houtstraat 13 (Adv. Ingez. Med.) meldt: Hoogste barometerstand 771.3 m.M. te La Coruna. Laagste barometerstand 732.0 m.M. te Isafjord. en voorspelt: Meest matigen tot krachtigen Westelijken tot Zuidwestelijken wind. Tijdelijk opklarend, later weer kans op regen. Aanvankelijk zach ter. Uit het Buitenland Stormachtig weer met korte opklaringen. Een zeer diepe depressie lag hedennacht over Groenland en twee kernen, de eene voor de Noorsche kust, de andere ten Zuidwesten van IJsland bewogen zich in Oostelijke rich ting. De hooge drukking over Spanje nam nog toe, zoodat de luchtdrukverschillen weer toe namen en op de Noordzee een Zuidwester storm waait. Over Scandinavië nam de wind af en daarbij keerde vrij strenge vorst weer in het midden-Scandinavië terug. De warme en vochtige luchtstroom heeft thans de Brit- sche Eilanden bereikt. Het gebied van lichte vorst heeft zich naar het Zuiden van Frank rijk teruggetrokken. In het algemeen is nog stormachtig weer te wachten, afgewisseld door korte opklarin gen. STORMW AAR SCHU'WING SDIENST. Geseind hedenmorgen te 8.50 uur aan alle posten: Wordt verwacht storm uit het Zuid westen. Barometer 751 m.M. 759 m.M. Stand van heden Vorige stand Neiging: Achteruit. Opgave van: CAREL VAN HUIZEN, Opticien Kleine Houtstraat 13-, Telefoon 14112 Thermometer Hoogste gisteren 48 F. Laagste heden nacht 42 F. Hoogste heden tot 12 uur 47 F. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 28 November. Ondertrouwd 27 November: I. J. Jongsma en Franke; 28 November: G. Hillebrand en T. van der Land; Th. Dantuma en M. Bakker; C. van Poelje en A. Bakker; G. J. van den Bergh en G. Bijster; Getrouwd 28 November: N. P. Lasschuit en B. Buser; B. G. Luttikhuizen en E. C. Kollerie; G. H. B. Smits en J. C. Smits. Bevallen 26 November: J. M. Klinkenberg Nix, z.; A. J. v. d. VeldtSnoeks. z.; G. v. d. Vorstvan Oijen, d.; 27 November A. Mooij Opdam, z.; 28 November: M. M. Meijerink Morlang, d. Overleden 27 November: G. v. d. Ree, 30 j., Oosterstraat: N. G. Roos jen, 32 j., Jelgersma- straat; J. C. Vosse, 70 j„ Barbarossastraat. Een levensteeken van Ellsworth? Oorlogsschip vangt signalen op. Reuter meldt uit Wellington, 27 No vember: Het oorlogsschip „Dunedin" deelt mede, dat het te 12 uur 20 signa len van het vliegtuig van Ellsworth heeft opgevangen. N. G. ROOSJEN f Op 32-jarigen leeftijd is na een langdurig lijden overleden de heer N. G. Roosjen, die gedurende 12 jaar als onderwijzer aan de Noorderschool in de Velserstraat, (van de Stichting Noorderkerk en School) is werk zaam geweest. Zijn heengaan beteekent voor die school een groot verlies. LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL SCHOOLVOORSTELLINGEN DE GEBORDUURDE BAL Gisteren is in den Stadsschouwburg door de Amsterdamsche Tooneelvereeniging een middagvoorstelling gegeven van het Chinee- sche tooneelstuk „De Geborduurde Bal", wel ke voorstelling in de eerste plaats bestemd was voor de schoolgaande jeugd. Het resul taat was echter, dat er slechts 180 jongelui waren, een aantal, wel wat grooter dan bij de opvoering van L'Homme que j'ai tué door het gezelschap van Maurice Rostand, maar toch bij lange na niet voldoende om de kosten te dekken, zelfs niet nadat men de balcons voor leden der Vereeniging van Huisvrouwen had gereserveerd. Dit geeft mij aanleiding de vraag te stellen, of de heer Deinum met het organi se eren van schoolvoorstellingen wel op den goeden weg is. Alleen in de maand November zijn er 3 zegge drie schoolmatinees gegeven, terwijl er nog bovendien op initiatief van de Allian ce Francaise een belangrijke reductie aan de schoolgaande jeugd voor de Molière-voorstel ling door de Compagnie du Chariot is verleend geworden. De heer Strauss kon zijn matinee dank zij den steun van den wethouder van onderwijs op een Maandag tijdens de schooluren geven en had hierdoor een grooten voorsprong. De jeugd had te kiezen tusschen dc school en een voordrachtmatinee. „Nou na tuurlijk", zei mij 'n jonge bezoekster, „van twee kwajen kies je toch altijd het minst kwade!" en de volle zaal was dus hiermee verklaard. Maar de opkomst bij De Geborduurde Bal werd zoowel voor den pachter van den schouw burg als voor de Amsterdamsche Tooneelver eeniging een groote teleurstelling. Had men dit vraag ik mij af niet kunnen voorzien? Ik heb in deze rubriek reeds herhaaldelijk van mijn sympathie voor schoolvoorstellingen getuigd en toen ik vernam dat de heer Deinum het opnieuw met deze matinees zou probeeren, hob ik dit warm toegejuicht. Ik vrees echter dat wanneer hij zoo doorgaat, het met de voorstellingen voor de schoolgaan de jeugd geheel mis zal loopen. En daarom vind ik het tijd om ernstig te waarschuwen. Wil men. dat het instituut der schoolvoor stellingen weer zooals vroeger den steun zal krijgen van de autoriteiten en de leeraren, dan moet er allereerst systeem in zitten. Dit systeem ontbreekt nu vrijwel geheel. Anders zou het immers niet mogelijk hebben kunnen zijn dat in den loop van één maand 3 school matinees worden gegeven. Zelf al waren de drie voorstellingen alle even belangrijk geweest, dan zou het nog op een fiasco heb ben moeten uitloopen. Er schuilt in de snelle opeenvolging van schoolvoorstellingen een groot gevaar voor dit toch door velen zoo zeer gewaardeerde instituut. De draagkracht der ouders is nu eenmaal in dezen tijd zeer be perkt en het is begrijpelijk dat de directeuren der scholen niet telkens weer hun leerlin gen willen en kunnen opwekken de school voorstellingen te bezoeken. Ook om paedago- gische redenen niet. Want als mogen de kos ten voor de gegoede leerlingen geen bezwaar zijn. de minder ruim bedeelden zullen niet kunnen gaan en men behoeft zich zijn eigen jeugd maar te herinneren om te weten, hoe valsche schaamte jonge menschen pijn kan doen. Het is daarom alleszins begrijpe lijk, dat de directeuren weigeren hun zoo noo- dige medewerking te verleenen, wanneer de schoolvoorstellingen zoo snel elkaar opvol gen. Wil men de schoolvoorstellingen weer tot een succes maken, laat men er dan even als vroeger niet meer dan twee. hoogstens drie in een jaar geven en dan verdeeld over heel het seizoen En men zij in de keuze der stukken en ge zelschappen zoo select mogelijk. Mij werd ver teld. dat De Geborduurde Bal op de school voorstellingen te Amsterdam veel succes heeft gehad. Ik wil dit natuurlijk gaarne aannemen, al zou ik dit Chineesche spel. dat, om er geheel van te genieten, van de toeschouwers een ze kere tooneelcultuur verlangt, welke men van jonge lieden, die zelden of nooit tooneel heb ben gezien, moeilijk kan verwachten, nooit hebben gekozen. Laat hen eerst maar gewoon tooneel leeren zien ik denk hier bijv. aan Jonk vrouwe de la Seiglière alvorens hen voor exotisch i.e. Chineesch tooneel te plaatsen. Maar dat is natuurlijk een kwestie van op vatting. Hoe noodig het echter is, dat hierin van bevoegde zijde advies wordt ingewonnen, blijkt ook wel uit de protesten, welke op gingen bij de aankondiging van de voorstel ling van „L'Homme que j'ai tué", dat sommi gen hiervoor om verschillende redenen minder geschikt oordeelden. En ik herinner mij nog. hoe een opvoering van Warenar voor de jeugd jaren geleden tot heel wat moeilijkheden aan leiding heeft gegeven. Hoe zal de heer Deinum hiervoor nu de noodige, ook door schoolautoriteiten erkende voorlichting kunnen verkrijgen? Een oplossing hiervoor lijkt mij heel eenvoudig. Laat hij zich in contact stellen met enkele leeraren of leeraressen van verschillende scholen en vooral ook van verschillende richting die veel voor het tooneel en de schoolvoorstel lingen voelen en hun vragen zitting te nemen in een commissie van advies. Een commissie van 3, hoogstens 5 leden zal voldoende zijn. Hierdoor zou de zoo noodige schakel kunnen worden verkregen tusschen de scholen en den pachter. Het lijkt mij wel zeker, dat de direc teuren der scholen veel meer geneigd zullen zijn hun medewerking voor de schoolvoorstel lingen te verleenen, wanneer zij weten, dat een deskundige commissie van advies de voor stellingen aanbeveelt. En laat men zich in het begin dan beperken tot bijvoorbeeld twee voorstellingen en een goeden voordrachtmid dag, van een werkelijk artist, zooals Jan Musch, een Paul Huf of een Charlotte Kohier. Ook zouden alweer op advies van die commissie op daarvoor geschikte avonden liefst op Zaterdag enkele rangen, bij voorbeeld het amphitheater of het balcon te gen zeer gereduceerde prijzen voor leer lingen der hoogste klassen van scholen, die daarvoor in aanmerking komen, gereserveerd kunnen worden. Zoo zou men gezamenlijk in een richting kunnen werken, die zoowel voor de jeugd als voor het tooneel goede vruchten zou kunnen afwerpen. Maar de heer Deinum wachte hier niet te lang mee. En hij make zoo spoedig mogelijk een einde aan het doen geven van schoolvoorstellingen „op goed geluk". J. B. SCHUIL MUZIEK. Uitvoering door leerlingen der Muziekschool van „Toonkunst" Om het studiefonds der school te sterken, werd door de leerlingen een uitvoering ge geven in de aula van het Kennemer Lyceum. Die uitvoering werd niet uitsluitend bijge woond door ouders of verwanten dezer leer lingen, maar ook door velen die reeds eerder de ervaring hebben opgedaan, dat leerlingen uitvoeringen heel dikwijls verrassingen bren gen. Ook hier waren die momenten, waarin de muziek op heel bijzondere wijze tot den hoorder spreekt. En al dadelijk vóór de pauze toen de meest-gevorderden zich nog niet deden hooren was er alle aanleiding tot aandachtig luisteren. De heel jonge leerlingen (voor piano waren er weer van den heer Zwaan, van de dames Kortweg en Bekkers; voor viool van den heer Althuizen: voor zang van mej. Brock- mann) gaven als om strijd blijken van muzi kaal geheugen, van voordracht, van flink ont wikkelde techniek. Er waren stukjes bij van één enkele periode van acht maten, maar die het bijzonder goed „deden": andere in een wat uitgebreider vorm, die pittig voor den dag kwamen; stukjes voor vier handen, die op goed samenspel wezen. Voor den zang is de zaal niet geschikt, en een mooie mezzo laat hier alleen hooren, dat de stem goed ,zit" en de onderwijsmethode goed is. Er was dus al dadelijk vóór de pauze ver scheidenheid genoeg. Maar toen bij dit alles nog een muzikaal voorgedragen Mozart- andante kwam, had de hoorder waarlijk niet te klagen. Uit de eerste Mozartsonatë in C werd het middendeel, het Andante in F ge- gespeeld. Muziek van den toen veertienjarigen genius der toonkunst, gespeeld door een der tienjarigen jongen met aanleg voor het piano-* spel: dit mag toch met recht een blijde ver rassing heeten. Een stuk uit het tweede programmadeel was om bijzondere redenen naar het eerste ver plaatst; de sonate voor viool en klavier in A van J. S. Bach, met den leermeester den heer De Clerck aan den vleugel, was het welklin kend en technisch knap voorgedragen slot van het deel vóór de pauze. Het laatste deel was gewijd aan Chopin en Schumann, en voltooid door Moszkowski en Von Weber Het buitengewoon veeleischende Concertino voor klarinet van Von Weber gaf méér en beter te hooren dan technische vaar digheid, n.l. het gehoor voor de reine intonatie, het juiste klarinettimbre, de gezond-muzikale fraseering. Wie met het bezit dezer goede eigenschappen de keuze van zijn instrument rechtvaardigt, komt nooit bedrogen uit. Verrassingen waren er nog meer. Hiertoe mag gerekend worden het feit, dat een leer linge, die voor vioolspel 'n uitgesproken talent bezit, de sfeer der Chopinschc muziek uit den vleugel toovert. In een der Nocturnes In g klein 'bedoeld is die uit op 37) was het in zonderheid het middeldeel in Es, dat een ge baar als van twee gevouwen handen werd. Op werkelijk concerten ondergaat men na tuurlijk ook deze gewaarwordingen, maar op een uitvoering door leerlingen is de sfeer, het contact met de andere hoorders die hetzelfde ervaren, toch weer geheel anders. En voor wie niet van humor gespeend is, kunnen zich opeens, zoo midden in de mu ziek. van die complicaties voordoen, die een maal aan de tafel der Grieksche goden dien gezonden lach tooverden op de aangezichten van God Zeus en de zijnen; en waaraan Ho merus geen ander aandeel had dan dat hij het ons heeft beschreven: door de heftig be wogen muziek van Moskowski geraakt de secondante, die de bladen van het muziekboek zal omslaan, zóó in geestvervoering, dat zij 't heelemaal vergeet. Ende pianiste kijkt er toch niet in. Maar juist als de secondante nog eenmaal haar plicht verzuimt, vliegen met de vaart van Moszkowski de bladen om de pianiste zoekt de plaats waartoe ze is ge komen en vindt die niet. Da secondante zal beter oppassen; zoo iets gebeurt je geen twee maal. Er waren vrij wat belangstellenden. Maar een volgenden keer kunnen het heusch wel méér zijn. G. J. KALT. KUNST AAN HET VOLK Zolfan Szék-Jy en Ceza Frid Ook de tweede muziekavond van Kunst aan het Volk is een artistiek succes geworden. Zol- tan Székely en Geza Frid ik hoorde ze voor 't eerst eenige jaren geleden in het kleine zaaltje van den Religieuzen Kring te Aerden- hout. Naar ik meen waren beiden toen nog tamelijk kersversch ik kan nog steeds geen ..Kersvers" schrijven en zal me die poëzie wel nooit eigen maken uit Hongarije hier in Holland aangeland en luisterden ze nog naar de namen Székely Zoltan en Frid Geza. Sindsdien zijn ze half of heel ingeland ge worden en ze spreken nu al zóó voortreffe lijk Nederlandsch of misschien Neder lands, maar dat kon ik niet hooren dat mevrouw Székely een andere Nederlandsche dame, die geen woord Hongaarsch kent. laat staan spréékt, voor een Hongaars,che hield. Zulk een miraculeuze transtalatie kan al leen aan de invoering onzer vereenvoudigde spelling te danken zijn: Dutsj meed izi! Maar wat ik eigenlijk wou zeggen: toen, in Aerdenhout, speelden ze voortreffelijk: er was toen nog een cellist bij. die even voor treffelijk speelde: en bun spel is er met de jaren zeker niet op achteruitgegaan: eer zou men kunnen beweren dat het aan rijpheid en verfijning gewonnen heeft. Zoo'n reproductie van de Fuga uit de Par tita in C gr. t. van Bach als Székely te hoo ren gaf kan in één woord meesterlijk ge noemd worden. Daar was alles raak. daar werd rustig inzicht tot warm leven. En welk een reusachtige constructie is dat stuk! Daar hoopen zich de complicaties gaandeweg op: expositie; tusschenspel; stretta; tusschen- spel, waarin het theam door, de figuraties heen klinkt en eindelijk bóven een orgel punt d zweeft; nieuwe expositie in de om keering van 't thema; thematisch tusschen spel dat op een orgelpunt g uitlooot; recapi tulatie van de eerste expositie Zoo is de bouw van het kolossale stuk volkomen even wichtig Maar in technisch opzicht is deze Fuga de moeilijkste van de drie die in de solo-sonates of -partita's voorkomen. Bij het inleidende Adagio met de vele losse e's heb ik het lammer gevonden dat tegenwoordig alle violisten stalen e-snaren gebruiken: die mogen dan weinig of niet ontstemmen, maar ze klinken heel anders dan de overige snaren. De „Sonate" van Veracini, waarmee be gonnen werd. was blijkbaar geen sonate, maar een uit vier losse stukken samenge stelde suite, welker onderdeelen zelfs een in de oude sonates volstrekt ongebruikelijk ver schil van toonsoort bleken te bezitten. A gr. t. d kl. t. F gr. t., zooiets kwam niet voor. Het laatste stuk het Capriccio, toonde eenige verwantschap met de Preambule uit Bach's zesde solo-sonate: het was een be wegelijk en levendig stuk. Ravel's Sonate werd door Székely en Frid met grooten klankzin en technische volko menheid gespeeld. Het eerste hoofddeel, dat in de lydische toonsoort van G begint en sluit en waarin Ravel's voorkeur voor kwin ten- en septimenoarallellen duidelijk aan den dag komt, is het meest doorzichtige der drie; het slot daarvan met de langdurige hooge g in de viool is van een bijzondere werking. Het tweede hoofddeel, de „Blues", met al z'n uithalen en wilde pizzicati kan me niet erg bekomen; het derde, het „Perpe tuum mobile" is een verbluffend virtuozen- stukje. Na de pauze kregen we allerlei dansen te hooren: de bekende Roemeensche van Bar- tók Bela in de bewerking van Szekely, Spaansche van Nin en Piemonteesche van Sinigaglia. De Spaansche waren tot een „Suite" samengevoegd, de Piemonteesche ln een „Rhapsodie" ondergebracht: het was soms amusant, soms interessant, soms bril jant, maar over 't geheel een beetje te veel van een genre dat hoofdzakelijk aan den uiterlijken kant blijft. Intimiteit kwam pas weer met het eerste toegift, de „Nocturne" van de hoogst begaafde, helaas jong over leden Lili Boulanger. Als tweede toegift werd een stukje van d'Ambrosio gespeeld. Men meene echter niet dat het auditorium pas aan het einde van het concert warm ge- loopen was. De magistrale weergave van Bach's Fuga had reeds een „open doekje" veroorzaakt; na Ravel's Sonate werden beide uitvoerders herhaaldelijk teruggeroepen Vóór de pauze paarde de technische per fectie zich aan het intelligente der vertol kingen. na de pauze aan het temperament der spelers; reden tot waardeering. tot be wondering was er ruimschoots. El jen! K. DE JO-VT.-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 2