KI
Werkverschaffing en steunverleening.
Studenten-studiën. Vijf jaar geëischt voor poging tot moord.
Bezuinigingsontwerp
aangenomen.
PERHhltEHT DUPLEX
HRRRDENeh
UDDRDKRCHELS
SITTERS %KAR
HERLEVING?
V R IJ D A G 29 NOVEMBER 1935
HHAS'EEM'S ÖA'GBCAD
S
TWEEDE KAMER
Vele wenschen kenbaar gemaakt.
Den Haag. Donderdag.
Een heirleger van Kamerleden maakte he
den van de afdeeling ..werkverschaffing en
steunverleening" veel werk. Niet minder dan
20 sprekers roerden hun mond. De heer Krij
ger (c.-h.) vond dat te veel voor werkver
ruiming geschikte objecten in werkverschaf
fing worden uitge
voerd. wat tot een te
veel uitschakelen van
de particuliere aanne
mers leidt: o.m. zou
volgens hem de Heide
maatschappij zich te
zeer huiten haar
eigenlijk terrein be
geven. Zijn partijge
noot Bakker drong
o.a. op een steunver
leening voor kleine
boeren aan: verder
pleitte deze afgevaar
digde voor ruimeren
armslag voor de particuliere steunverleening
en klaagde hij over te grooten aftrek van
gezinsinkomsten van den steun.
De jeugdige werkloozen hadden in den
heer Steinmetz (R.-K.) een beschermer. Hij
wenschte dat hun meer uitzicht op arbeid
wordt geopend.
Voorts mocht de Regeering wel eens wat
meer doen aan steunverleening voor de klei
ne zelfstandigen. Uit een moreel oogpunt
ware eenig zakgeld voor volwassen kinderen
in gesteunde gezinnen gewenscht. dat dan
niet van het steunbedrag volgens de gezins
inkomsten zou moeten worden afgebroken.
Volgend nummer op het programma, de
kleine boeren en tuinders voor wie de heer
Groen (R.-K.) opkwam. Wat de laatsten be
treft moest de Minister toch vooral eens het
denkbeeld van tewerkstelling op eigen be
drijf overwegen (gelijk ook de heer Louwes
(lib.) aanbeval) en dat liefst met spoed.
De heer v. Houten (-C.D.U.) diende een
motie in, waarin voor de gezinnen, waarvan
het hoofd langer dan drie maanden werkloos
is. een uitkeering in eens wordt gevraagd,
varieerend tusschen 20 en 30 gulden. Deze
motie gaf den anti-revolutionnair Smeenk
aanleiding den voorsteller er op te wijzen,
dat hiervoor weer een belastingverhooging
of een nieuwe belasting noodig zou zijn.
Deze spreker keerde zich verder tegen de
inschakeling der particuliere aannemers in
de werkverschaffing, aangezien het bezwaar
van dergelijke insoha
keling is, dat aanne
mers die voor eigen
risico werken nu een
maal zoo economisch
mogelijk te werk zul
len gaan en daarom
veelal van machines
In plaats van han
denarbeid gebruik wil
len maken. Daarom
zouden in elk geval
op zichzelf speciale
voorschriften noodig
zijn. Nadat de heer
Krol (c.h.) er schande
Dr. H. J. Lortak (Chr.H.)
over had gesproken, dat er nog 93 gemeen
ten zonder steunregeling zijn, drong de on
vermoeide schutspatroon der binnenschip
pers, de heer Duymaer van Twist (a.-rop
het in 't leven roepen een er wachtgeldrege
ling voor deze groep van slachtoffers van Re-
geeringsmaatregelen aan.
Evenals vele andere sprekers kwam de heer
Ebels (v.d.) voor de jeugdige werkloozen op,
terwijl hij verder, gelijk o.m. de heeren
Groen en Louwes tewerkstelling van kleine
boeren op eigen bedrijf bepleitte. De heer
v. d. Heuvel (a.-r.) opperde een nog niet
door een ander aanbevolen denkbeeld: steun
bijslagen aan land- en tuinbouwbedrijven
opdat de werkgevers meer arbeiders in hun
dienst kunnen "blijven houden. De Limburger
Droesen (r.-k.) hield zich speciaal bezig met
de kleine boertjes in zijn provincie.
De heer Kupers (s.d.) trok van leer i:egen het
door hem schandelijk genoemde feit,, dat te
veel normale werken in werkverschaffing
Worden uitgevoerd. -
Deze afgevaardigde bepleitte verder 40-urige
werkweek bij de werkfondswerken, ('och dan
met 't contractueele uurloon. Deze afgevaar
digde drong er tenslotte met klem op aan, on
der geen beding tot verlaging van de steun-
normen over te gaan. Niet hierin, doch in werk
verschaffing moet men den uitweg zoeken.
Dr. Vos (lib.), bepleitte allereerst hun pas
sende arbeidsverschaffing aan intellectueels
werkloozen, en kwam hierna voor de jeugdige
werklooozen op. Waarop er nog een heele
troep voorlezers spreken doet bijkans geen
afgevaardigde volgden.
AVONDVERGADERING.
Landbouw en Visscherij.
Voor de afwisseling gingen we vanavond
boeren en uit visschen. want de begrooting
van Minister Deckers, die de wapenen in den
steek gelaten heeft om voortaan achter den
ploeg te 1 op pen (en soms te gaan hengelen)
was aan de orde.
De heer Loveink (c.h.) wacht de resultaten
van dezen bewindsman af. Spr. juicht toe, dat
hij zelf de leiding van het landbouwcrisis-be-
leid in handen blijkt te houden, en uit handen
der ambtenaren wil nemen.
Weer scheepvaartbesprekingen
met Japan.
Voorbereidingen te Kobe.
Donderdagmiddag zijn te Kobe voorbe
reidende besprekingen aangevangen tusschen
Nederlandsche en Japansche reeders ter rege
ling van het scheepvaartverkeer tusschen
Japan en Nederlandsch Oost-Indië.
DADER VAN LAFFEN OVERVAL
VEROORDEELD.
De rechtbank te Rotterdam heeft den 20-
jarigen koopman en muzikant H. V.. recidi
vist en gedetineerd, die in den nacht van 15
op 17 September j.l. een oude vrouw, die hem
en zijn vrouw onderdak had verleend, een
bedrag van 140 gulden had ontstolen en
haar daarna met een kolenschop had gesla
gen, veroordeeld tot een gevangenisstraf van
twee jaar en drie maanden met aftrek van
voorloopig arrest.
Minister Deckers betoonde zich zeer erken
telijk voor de rhetorische bloemen hem he
den. in zijn nieuwen staat, aangeboden Dat de
zorg voor handelsverdragen bij Economische
Zaken blijft berusten, mocht de heer Ebels
(v.d.) bedenkelijk gevonden hebben met 't oog
op agrarische aangelegenheden, de Minister
kon er op wijzen, datu dergelijke overeen
komsten tot de kabinetspolitiek behc-oren en
bovendien ook in den Ministerraad aan de
orde komen. Er is dus geen reden om de de
partementale splitsing bedenkelijk te achten
Wat nu de post van 50 duizend gulden aan
gaat voor eventueele aanstelling van nieuwe
ambtenaren, waartegen een amendement-
Lovink gericht was, meende Minister Deckers,
dat er waarlijk geen reden voor beduchtheid
was. Doch de Kamer moest zelf weten of zij
dezen post thans wilde goedkeuren, dan wel
den Minister nopen, telkens als hij dit noodig
oordeelde, met suppletoire aanvragen voor
nieuwe funtctionarissen bij de Kamer aan te
kloppen. Toen de heer Lovink bij zijn plan
volhardde, ondernam de Minister nog een po
ging om hem daarvan af te brengen, maar
zonder succes.
Den heelen overigen avond vulden verder
vele afgevaardigcrn met allerlei landbouw-
uiteenzettingen.
EERSTE KAMER.
Met 25 tegen 10 stemmen.
De Eerste Kamer heeft het Bezuinigings
ontwerp met 2510 (alleen de socialisten
stemden tegen) aangenomen, nadat de heer
Serrarens (R.-K.), die ook in tweede instan
tie zonder succes den devaluatie-degen
met den Minister-President gekruist had. was
komen verklaren, dat zijn ..voor" en dat van
enkelen zijner politieke vrienden niet betee-
kende, dat zij met het economisch beleid van
het kabinet accoord kunnen gaan.
Heeft ae aanneming van dit wetsvoorstel
niets om het lijf, zooals b.v de heer de Zeeuw
(s.d.) gisteren wilde doen gelooven en is er
door de Regeering t.a.v. haar bezuinigings-
streven eigenlijk niets bereikt?
Minister Oud ontkende de juistheid eener
dergelijke kritiek ten eenen male. Sinds het
optreden van het kabinet-Colijn in Mei 1933
is er wel degelijk een belangrijke verbete
ring in de financieele positie van ons land
ingetreden. Wel beschouwd, zoo rekende hij
ons voor, was de Regeering er in geslaagd,
vergeleken bij de begrooting van 1932 op die
van 1936 een bezuiniging van 124 millioen
gulden tot stand te brengen.
Hoe moeilijk het overigens is dit in ver
band met de vraag of het Plan van den Ar
beid financieel wel goed was opgezet geld
los te krijgen, was reeds bij de consolidatie
van de vlottende schuld gebleken. Men hoef
de zich dan ook volgens den Minister van
Financiën niet de minste illusie te maken
omtrent de mogelijkheid in drie jaar één
milliard los te krijgen.
Minister Oud ontkende, dat het hypothe
cair crediet ten gevolge van de indiening
van het vaste lasten-ontwerp in een onzekere
positie was komen te verkeeren. De oorzaak
hiervan moet men zoeken bij de onverstan
dige actie, die daartegen gevoerd is.
Minister v. Schaik beantwoordde Mr. Sasse
v. IJsselt's opmerkingen over de justitieele
bezuinigingen, waarna mr. De Wilde met Mr.
Kalff (c.-h.) den strijd aanbond over diens
ijveren voor samenvoeging van gemeenten
Veelal levert dat heelemaal geen of althans
zeer weinig bezuiniging op, doch waar het
kan. laat de Regeering samenvoegingen niet
na.
Bij de replieken betoogde de heer de la
Bella (s.d.) (die niet verzuimde te erkennen,
dat het kabinet met het 60 millioen-fonds
geenszins gesaboteerd had), dat er nog wel
degelijk kapitaal beschikbaar is. zoodat dus
dit bezwaar tegen de financieele mogelijk
heden van het Plan van den Arbeid niet kan
worden uitgespeeld.
Minister Colijn betwijfelde ten sterkste of
men er met een gewone leening zou komen
en een gedwongen leening achtte deze be
windsman funest voor staats- en maatschap
pelijk crediet. Overigens achtte hij het niet
alleen technisch maar ook economisch on
mogelijk voor 200 millioen per jaar nuttig
gebleken openbare werken te doen uitvoeren.
Had de heer Serrarens zich ietwat verwonderd
over den nadruk waarmee de Premier zich
verzet had tegen het beleid van 't Kabinet
als deflatie-politiek, de reden hiervoor was
hierin gelegen dat de Regeering meer na
streeft dan deflatie. De R.K. afgevaardigde
had bij zijn cijfermateriaal over werkloosheid
over 't hoofd gezien, dat bij ons de 50.000
man uit de werkverschaffing onder de werk
loozen worden geteld, wat in 't buitenland
niet 't geval is.
Ook in den scheepsbouw zijn we, evenals in
Twente met de textielindustrie reeds 't geval
is, heel wat dichter tot het doel der aan
passing genaderd, dan de heer Serrarens (en
anderen) schijnt te meenen. Als wij tenslotte
beter kunnen concurreeren door 'n beter
apparaat, dan ben ik al heel tevreden, ver
klaarde minister Colijn. die tenslotte nog
op den anderen kant der devaluatie, dan dien
van 't bedrijfsleven de aandacht vestigde. Van
de 3 milliard van onze fondsen zijn alleen
pl.m. 1800 millioen in obligaties, en 600 mil
lioen in hypotheken belegd. Tengevolge van
devaluatie nu zouden de waarden der fondsen
zeer aanzienlijk dalen en dat zou zeker ook
voor de verzekerden een nadeel moeten op
leveren. Alles te samen, blijft de Regeering
van meening dat devaluatie in strijd is met
het algemeen belang en daarom gaat de Re
geering er niet vrijelijk toe over.
Minister Oud kruiste nog eenst de degen
met den heer de la Bella.
De minister acht het ten eenen male on
aannemelijk dat we er financieel zouden
komen met het Plan van den Arbeid: de
financiering hiervan, zooals de heer de la
Bella zich die gedacht had, zou volgens den
Minister niet mogelijk zijn. Geconsolideerde
leeningen van eenig bedrag uit te geven is
momenteel ondoenlijk gebleken.
E. v. R.
Ervaringen van
een Eerstejaars in Amsterdam.
In een taxi haalde ik mijn gastvrouw af om
naar het Jordaan-cabaret van Tilly Kalkhoven
te gaan.
- U moet me niet kwalijk nemen, dat ik m'n
gewone pakje maar aangehouden heb, zei ik.
Avondtoilet wordt daar heel weinig gedragen
Bent U er dan wel eens geweest? vroeg ze
nieuwsgierig.
O ja. we komen er vrij geregeld, loog ik
met een stalen gezicht.
O. dus voor U is er niet veel aan. Dat wist
ik natuurlijk niet.
Integendeel, Het is een heel aparte sen
satie er met een meisje heen te gaan.
- Het is toch welje kunt er als meisje
toch wel komen? vroeg ze wat verlegen.
Natuurlijk. Anders had ik U toch wel ge-
gewaarschuwd.
O ja. dat is zoo. zei ze opgelucht.
Wat hebben wij mannen toch een groote ver
antwoordelijkheid ten opzichte van de zwakke
sexe.
- Het eenige moeilijke is. hervatte ik na een
lange pauze, wat U er zult drinken. Koffie zal
er wel niet te krijgen zijn. En bier?
- O. als U het niet verder vertelt, ik ben
eigenlijk dol op een klein glaasje bier Je kunt
het als meisje nooit ergens drinken, maar die
enkele keer dat ik het geproefd heb. vond ik
het wel zalig. Maar zoo n groot glas kan ik
vast niet op.
Dan help ik U wel een handje.
We stapten uit en gingen naar binnen.
Er is geen garderobe, waarschuwde ik
Maar ik kan Uw mantel wel aan de een of an
dere spijker hangen.
Ik bestudeerde haar gezichtje, toen ze de lo-
caliteit in oogenschouw nam. Tilly zong juist
een prachtig Jordaanlied met lange uithalen,
Het publiek brulde het refrein mee. Een dik.
transpireerend heer stond boven op een stoel
en zwaaide gevaarlijk met een glas bier. Drie
jonge mannen probeerden studentikoos te
doen en schreeuwden dat het een aard had.
Een jeugdige Jordaner dronk met zijn geliefde
uit een glas. Om de beurt een slok. Harry zat
aan een tafeltje en wuifde mij zoo hartelijk
toe. dat ik begreep rustig te kunnen volhou
den, dat ik dit etablissement dagelijks be
zocht.
We zochten een plaats. Mijn metgezellinne
tje keek verbijsterd rond.
Dit is nou Tilly, zei ik. Hoe vind je 't
hier?
In deze atmosfeer leek het me onmogelijk
het stijve U vol te houden
Reuze, zei ze uit den grond van haar
hart. Reuze, maar ook wel een beetje eng.
Meteen stond Harry naast ons. We begroet
ten elkaar als oude kameraden en dat maakte
duidelijk indruk op het meisje.
Enne, zei hij en gaf me een knipoog die
de halve zaal kon zien en die mijn tafeldame
móest zien; enneis ze dat nou?
Ik gaf hem een trap onder den tafel.
Au. zei de slimmerik.
Is kleine Tilly er niet? vroeg ik er vlak
overheen.
Maar Harry vond blijkbaar het onderwerp
te interessant om er niet op door te gaan.
Juffrouw, zei hij en drukte het meisje
de hand. 't is me heel aangenaam. Meneer
heb al zoo vaak over U gesproken en dat ie
U eres mee zou brengen..,. Nou, wat nou?
want ik schopte hem weer.
Je moet maar liever'nog een nummertje
weggeven, opperde ik. Dan geef ik daarna een
rondje.
Dan heb ik een liedje, da's net wat voor
U, zei de onverbeterlijke Harry met een dui
delijke grijns van verstandhouding. Hij be
trad het podium en zong, telkens naar ons kij
kend en vervaarlijk knipoogend een lied van
eierleggende kippen en nestelende vogels,
waarvan het refrein inhield dat -het met z'n
tweeën beter was dan alleen. Het tweede cou
plet behandelde de huwelijksverbintenis, maar
toen sloeg het vers over in mineur: de jeugdi
ge echtgenoote nam weldra de beenen en de
ongelukkige man bleef achter met zijn schoon
moeder. Het refrein trok daaruit de slotsom
dat het soms ook beter kan zijn alleen dan
met z'n tweeën.
Ik vond het erg mooi Harry, zei het
meisje.
Harry boog bescheiden, maar toch vol kun
stenaarstrots.
Gelukkig werd hem de gelegenheid ontno
men verder op onze relatie te zinspelen door
een plotseling heftig oplaaiende ruzie tusschen
twee jonge Jordaners. In hun sappig dialect
spraken ze gepeperde beschuldigingen uit aan
het adres van de wederzijdsche familieleden,
maar Tilly stapte er kordaat naar toe en vijf
minuten later dronken we het allemaal sa
men af.
Toen we naar huis reden legde ik mijn arm
om de schouders van het meisje.
Ik ben een beetje duizelig van de rook
en van het bier, zei 7# en legde haar hoofdje
tegen mij aan; maar ik vond het reusachtig.
Zoo reden we door het nachtelijke Amster
dam.
A. A. MATRIS
ZONDER
VOORUITBETALING
SCHOTERWEG 1 TELEFOON 16659
(Adv. Ingez. Med.)
GEVAARLIJK INBREKER.
Voor het Gerechtshof te Arnhem heeft in
hooger beroep terecht gestaan de 18-jarige
Duitscher W. R. S.. meubelmaker van beroep
thans gedetineerd, die door de Arnhemsche
rechtbank was veroordeeld tot vier jaar ge
vangenisstraf.
Bij een winkelier te Arnhem had hij in den
nacht van 16 op 17 Juni 1935 ingebroken,
waarbij hij den zoon van den winkelier met"
een met scherpe patronen geladen revolver
had bedreigd. Een dag tevoren had hij te
Den Haag een agent van politie die hem
wilde arresteeren, eveneens met een revolver
bedreigd.
Tegen hem werd thans wederom vier jaar
gevangenisstraf geëischt.
Een verdachte met 22 vonnissen
voor de rechtbank.
In den nacht na Koninginnedag is in een
hofje bij de Amsterdamstraat een moordaan
slag gepleegd, welke zaak Donderdagmiddag
voor de Haarlemsche rechtbank diende.
Een vrouw, die van haar eersten man ge
scheiden is en sindsdien weer met een ander
getrouwd, werd dien nacht door twee andere
vrouwen thuisgebracht terwijl zij in niet ge
heel nuchteren toestand verkeerde. In het
hofje gekomen kwam uit een donker gedeelte
een man de drie vrouwen tegemoet, liep haar
voorbij en loste toen een schot uit een revol
ver. waardoor de gescheiden en hertrouwde
vrouw in den linkerarm werd geraakt.
Deze riep uit: „Dat doet waarbij zij
den naam van haar vroegeren man noemde.
Nu stond deze 44-jarige man voor de Haar
lemsche rechtbank terecht als verdacht van
poging tot moord.
De verdachte trok zich weinig van de ge
beurtenis aan. hij lachte, schold, was brutaal
en veroorloofde zich allerlei opmerkingen. Dat
hoeft niet te verbazen, want vóór deze geschie
denis had hij ai twee en twintig keer een von
nis tegen zich hooren uitspreken.
De vrouw werd als getuige gehoord. Zij ver
telde de toedracht in den bewusten nacht om
twee uur. Zij had Koninginnedag gevierd, was
een beetje aangeschoten thuis gebracht en
daar werd zij blijkbaar opgewacht door haar
vroegeren man. dien zij pertinent herkend
meent te hebben. Eigenlijk vond deze vrouw
het heelemaal niet eigenaardig, want de man
had haar al meer dan eens bedreigd
Natuurlijk loog de vrouw alles. Dat was het
oordeel van den verdachte, die stijf en strak
volhield dat hij 't niet gedaan had. Iedereen
en alles loog. ofschoon ,hi* moest toegeven dat
hij een gruwelijken hekel aan zijn vrouw had
en maar het liefste had gezien dat ze dood
was!
In een café aan den Burgwal had verdachte
vier glazen bier gedronken. Wel was hij vroeger
in den avond ook al elders geweest, maar kor
ten tijd voor den aanslag heeft hij vier biertjes
tot zich genomen In het café heeft hij opge
schept, gedreigd dat ,.ze er alle twee angin-
gen" waarmee zijn vrouw en haar nieuwen man
werden bedoeld. „Als ik 't niet met het mes
kan, nou dan maar met een revolver", had
verdachte nog als toelichting gegeven. Een
mes had hij trouwens altijd bij'zich.
Eenige dagen voor den moordaanslag was
de verdachte zijn vroegere vrouw tegengeko
men, terwijl deze met hun zoontje liep.
„Zeg maar dag-vader," had verdachte toen
tegen het kind gezegd.
„Het is je vader niet," had de vrouw daarop
in het midden gebracht, hetgeen de verdachte
weer beantwoordde met een stomp op den neus
van de vrouw.
„Een volgenden keer komt ze er niet met
zoo'n tikkie af", heeft de verdachte aan een
rechercheur verklaard.
Uit alles bleek dat de man het plan heeft
gehad zijn vrouw te dooden. In Augustus heeft
hij van een kennis een revolver gekocht, het
geen zeggen wil dat-ie dat ding wel ontvangen
heeft, maar nooit betaald. De getuige, die de
revolver heeft „verkocht", stond voor de
rechtbank erg te draaien.
„Ik een revolver verkocht?" vroeg hij. ..Wel
neen' Het was een zoogenaamde revolver."
„O," zei de preside'nt. „Van chocola?"
„Neen", zei de getuige, „van echt ijzer."
„Je bent bang!' zei de president.
De getuige stamelde wat.
,Je bent bang voor den verdachte," vervolg
de de president, „je hebt niet om je geld dur
ven vragen omdat de verdachte een geladen
revolver had en nu ben je bang voor later!"
„Had-ie een geladen revolver?", kwam er wel
wat onnoozel uit. „Ik ben niet bang voor hem
Ik heb eerder een hekel aan hem!"
De verdachte lachte den getuige hardop uit,
„Neem liever een Pilsje voor me mee, als je
hier komt!" schamperde hij, „ik verga van den
dorst." «Een en ander is in behoorlijke taal
vertaald
Ten slotte bleek dat de getuige reeds in
Augustus met den verdachte over een revol
ver heeft gesproken. Ten slotte heeft hij den
verdachte één gegeven met een stelletje pa
tronen. De revolver is nimmer meer gevon
den, doch een van het zelfde soort lag op des
rechters groene tafel. Er werd over gediscu-
sieerd. hoe het ding moest afgaan en hoe
niet. Daarbij werd'het moordtuig grondig be
keken: de president knipte er wat mee. ter
geruststelling aan de journalisten meedeelend
dat-ie niet geladen was. De verdediger vond
het inmiddels toch maar veiliger een beetje
uit de richting van den loop te gaan staan.
De verdachte zei over dezen getuige: hij liegt,
hij smokkelt in revolvers, hij liegt, het is om
te lachen en hij heeft lef.
Dat laatste woordje „lef" was voor den pre
sident aanleiding dit meer van toepassing op
den verdachte zeif te verklaren, die toen rond
uit meedeelde:
„Voor lef hoef ik hier niet te komen. Ik word
hier altijd gebracht."
Zeer bezwarend waren de verklaringen van
een derden getuige, die met den verdachte indor
tijd in den celwagen heeft gezeten. Zooals dat
dan gaat, vertellen de geditineerden elkander
waarvoor ze moeten zitten. De verdachte had
toen op een desbetreffende vraag geantwoord
dat hij in voorarrest zat, omdat hij zijn vrouw
zou hebben willen vermoorden.
,,'t Kan me niks schelen," heeft de verdachte
in den celwagen gezegd. „Had ik haar maar
goed doodgeschoten. Ik heb haar al vaak be
loofd dat ze kapot ging. dan had ik mijn zin!"
Verdachte: „Leugens".
President: „Dat dacht ik al!"
Verdachte: „Dat dacht ik al?"
De verdachte meende voorts dat hij de
wensch zou hebben geuit, dat ..ze" haar maar
hadden doodgeschoten, met welke „ze" hij den
hem onbekenden dader zou hebben bedoeld.
De getuige was echter onwrikbaar in zijn
verklaring dat de verdachte wel degelijk zich
zelf heeft bedoeld en als het ware heeft bekend
den schuldige te zijn.
Verdachte begrijpt er niets van dat men hem
verdenkt. Hij kan er heelemaal niet bij.
De president, die van de houding van den
verdachte wat genoeg scheen te krijgen zei,
dat hij, wanneer hij zoo'n lefhebber was, beter
kon bekennen dat hij den aanslag heeft ge
pleegd.
Verdachte; „Ik kom er voor uit, dat ik het
niet het gedaan.
Toen kwamen de getuigen a décharge. Eén
kwam er niet voor het hekje omdat deze tij
dens de behandeling op de publieke tribune
was gaan staan. Toch bleven er nog drie over.
De eerste was doof en zei verdachte om
streeks kwart voor twee of twee uur op het
Spaarne gesproken te hebben. Deze getuige
verdween spoedig want deze verklaring kon
allerminst dienen als een verlichting van de
verdenking.
De tweede was de bovenbewoner van den
verdachte, bij wien het tot laat in den nacht
nog sociëteit was. zooals de president het
noemde. Deze getuige was niet dronken ge
weest, wel onder den invloed.
„Of-ie meegedaan had aan de feestvreugde",
wilde de president weten.
„Daar is 't toch zeker Koninginnedag voor!'
merkte deze man een weinig verontwaardigd
op.
De verdachte kwam rustig thuis, dood
rustig.
.Dat Ls-ie nooit." zei de president en die
kent den verdachte uit enkele van de twee en
twintig strafzaken
Verdachte beweert nogmaals niet schuldig
te zijn. Voor deze kwesties heeft hij geen re
volver te koopen. Dat kan-ie ook zoo wel af.
.Ja. ja. dat weten we." zei de president. ,.Je
bent gewend je eigen zaken te beTThrtigen.
Twee en twintig.
„Ik heb al eens pensioen aangevraagd!
lachte de verdachte.
Groote verbazing verwekte de verklaring van
een caféjuffrouw, die na het sluitingsuur,
(twee uur op dezen dag', bezig was geweest
de brokken van een kleine oneenigheid op te
ruimen, zoo'n verschil van meening. dat wel
eens ontstaat in een café. Zij beweerde name
lijk dat zij den verdachte een glas water had
ingeschonken, tusschen twee uur en half drie.
Niet de mogelijkheid van een alibi wekte de
verbazing des presidenten, maar wel.... het
glas water.
„Daar houdt-ie toch niet van!", zei de pre
sident. „Uit de stukken blijkt zijn groote ver
ontwaardiging over net feit dat vermeld is dat-
ie een glaasje limonade gedronken zou heb-
ben."
„Ik heb het wel gedronken!" zegt de ver
dachte.
„Wel gebruikt!?".... Hierbij steeg de ver
wondering ten top.
Het requisitoir van den officier was kort.
Verdachte staat ongunstig bekend, geeft niets
om een menschenleven. de verklaringen van
de getuigen zijn positief. De eisch luidt vijf
jaar gevangenisstraf.
De verdediging was ook kort.. Mr. A. C. F.
Hendrikse trok vooral de verklaringen van de
vrouw in twijfel die tijdens de gebeurtenissen
dronken was. Voorts geloofde hij niet dat de
verdachte, die zich wel plotseling erg driftig
kan maken, tot een derge'ijken sluipmoord in
staat zou zijn. als waarvn hier sprake is. het
geen de verdachte hartgrondig beaamde. De
verdediger vroeg derhalve vrijspraak.
Het vonnis is op 12 December.
„De Amsterdam". Nederlands
grootste vrachtboot. wordt
weer in de vaart gebracht'!'
Een kort berichtje in de krant.
Maar voor ons heel wat waard!
De grootste vrachtboot. „Amsterdam"
Die komt weer in de vaart!
Zegt dit U. lezer, iets misschien
Van werk'loos oponthoud?
Verheugt U zich dan niet. met wie
Aan beet're toekomst bouwt?
Zoo'n kort berichtje in de krant.
Het doet den burger goed!
Bewijst het niet, dat eens de tijd
Van crisis wijken móet?
Wie ooit geheel gewanhoopt heeft,
In Holland zeker géén.
Stoom voort, o „Amsterdam", stoom voort!
Naar beter tijden heen!
J. v. EWIJK.
Een nieuw raadhuis in
Amsterdam?
Het zou op dc plaats van het afgebrande
Paleis voor Volksvlijt verschijnen.
In een uitvoerig toegelichte voordracht
van B. en W. van Amsterdam wordt uiteen
gezet-, dat het paleis op den Dam slechts met
groote kosten zou kunnen worden hersteld
en ingericht voor raadhuis. Echter zou dan
slechts de kern van het gemeentebestuur ge
huisvest kunnen worden. B. en W. meenen
dan ook geen vrijheid te kunnen vinden in
dien geest een voorstel te doen. vooral daar
is gebleken, dat de regeering thans nog be
reid is tien millioen gulden te verstrekken
voor den bouw van een nieuw raadhuis, waar
voor dan de gemeente afstand doet van het
paleis op den Dam. Als plaats voor het nieu
we raadhuis wordt aangewezen het terrein
van het Paleis van Volksvlijt op het Frede-
riksplein.
L. A. SCHILT t
Te Arnhem is de kunstschilder L. A. Schilt
op 62-jarigen leeftijd overleden. De heer Schilt
werd te Stolwijk geboren en was aanvankelijk
leerling van Luchthart te Gouda en van Gra-
bijn te Haarlem, vervolgens werkte hij een
paar jaren op het atelier van Herbert van
der Pol te Amsterdam. Hij schilderde voorna
melijk landschap en stilleven, ook wel por
tret.
Smelt nooit was op een
open vuur.
Welk gevaar er verbonden is aan het smel
ten van was op een open vuur, ls Donderdag
middag weer eens duidelijk aan het licht ge
treden, toen bij het verrichten van deze on
voorzichtige bezigheid in de drogisterij van de
firma Hulshoff op den hoek van den Amstel-
dijk en Jozef Israëlskade, te Amsterdam, de
vlam in de zoo uiterst brandbare materie
sloeg, tengevolge waarvan de winkel in en
kele oogenblikken tijd één groote vuurzee was.
De zaak is binnen enkele minuten volkomen
schoongebrand: niets kon er worden gered
en de winkelier heeft zich niet dan met de
grootste moeite buiten bereik van het vuur we
ten te stellen.
De winkel en een drietal daaraan grenzende
vertrekken zijn geheel uitgebrand, terwijl de
eerste verdieping van het perceel zwart gebla
kerd is. Ook in den kelder onder den winkel,
waarin zich epn kleine voorraad artikelen be
vond. heeft het vuur huisgehouden.
De eigenaar was tegen brandschade verze
kerd.