KI Werkverschaffing en steunverleening. Studenten-studiën. Vijf jaar geëischt voor poging tot moord. Bezuinigingsontwerp aangenomen. PERHhltEHT DUPLEX HRRRDENeh UDDRDKRCHELS SITTERS %KAR HERLEVING? V R IJ D A G 29 NOVEMBER 1935 HHAS'EEM'S ÖA'GBCAD S TWEEDE KAMER Vele wenschen kenbaar gemaakt. Den Haag. Donderdag. Een heirleger van Kamerleden maakte he den van de afdeeling ..werkverschaffing en steunverleening" veel werk. Niet minder dan 20 sprekers roerden hun mond. De heer Krij ger (c.-h.) vond dat te veel voor werkver ruiming geschikte objecten in werkverschaf fing worden uitge voerd. wat tot een te veel uitschakelen van de particuliere aanne mers leidt: o.m. zou volgens hem de Heide maatschappij zich te zeer huiten haar eigenlijk terrein be geven. Zijn partijge noot Bakker drong o.a. op een steunver leening voor kleine boeren aan: verder pleitte deze afgevaar digde voor ruimeren armslag voor de particuliere steunverleening en klaagde hij over te grooten aftrek van gezinsinkomsten van den steun. De jeugdige werkloozen hadden in den heer Steinmetz (R.-K.) een beschermer. Hij wenschte dat hun meer uitzicht op arbeid wordt geopend. Voorts mocht de Regeering wel eens wat meer doen aan steunverleening voor de klei ne zelfstandigen. Uit een moreel oogpunt ware eenig zakgeld voor volwassen kinderen in gesteunde gezinnen gewenscht. dat dan niet van het steunbedrag volgens de gezins inkomsten zou moeten worden afgebroken. Volgend nummer op het programma, de kleine boeren en tuinders voor wie de heer Groen (R.-K.) opkwam. Wat de laatsten be treft moest de Minister toch vooral eens het denkbeeld van tewerkstelling op eigen be drijf overwegen (gelijk ook de heer Louwes (lib.) aanbeval) en dat liefst met spoed. De heer v. Houten (-C.D.U.) diende een motie in, waarin voor de gezinnen, waarvan het hoofd langer dan drie maanden werkloos is. een uitkeering in eens wordt gevraagd, varieerend tusschen 20 en 30 gulden. Deze motie gaf den anti-revolutionnair Smeenk aanleiding den voorsteller er op te wijzen, dat hiervoor weer een belastingverhooging of een nieuwe belasting noodig zou zijn. Deze spreker keerde zich verder tegen de inschakeling der particuliere aannemers in de werkverschaffing, aangezien het bezwaar van dergelijke insoha keling is, dat aanne mers die voor eigen risico werken nu een maal zoo economisch mogelijk te werk zul len gaan en daarom veelal van machines In plaats van han denarbeid gebruik wil len maken. Daarom zouden in elk geval op zichzelf speciale voorschriften noodig zijn. Nadat de heer Krol (c.h.) er schande Dr. H. J. Lortak (Chr.H.) over had gesproken, dat er nog 93 gemeen ten zonder steunregeling zijn, drong de on vermoeide schutspatroon der binnenschip pers, de heer Duymaer van Twist (a.-rop het in 't leven roepen een er wachtgeldrege ling voor deze groep van slachtoffers van Re- geeringsmaatregelen aan. Evenals vele andere sprekers kwam de heer Ebels (v.d.) voor de jeugdige werkloozen op, terwijl hij verder, gelijk o.m. de heeren Groen en Louwes tewerkstelling van kleine boeren op eigen bedrijf bepleitte. De heer v. d. Heuvel (a.-r.) opperde een nog niet door een ander aanbevolen denkbeeld: steun bijslagen aan land- en tuinbouwbedrijven opdat de werkgevers meer arbeiders in hun dienst kunnen "blijven houden. De Limburger Droesen (r.-k.) hield zich speciaal bezig met de kleine boertjes in zijn provincie. De heer Kupers (s.d.) trok van leer i:egen het door hem schandelijk genoemde feit,, dat te veel normale werken in werkverschaffing Worden uitgevoerd. - Deze afgevaardigde bepleitte verder 40-urige werkweek bij de werkfondswerken, ('och dan met 't contractueele uurloon. Deze afgevaar digde drong er tenslotte met klem op aan, on der geen beding tot verlaging van de steun- normen over te gaan. Niet hierin, doch in werk verschaffing moet men den uitweg zoeken. Dr. Vos (lib.), bepleitte allereerst hun pas sende arbeidsverschaffing aan intellectueels werkloozen, en kwam hierna voor de jeugdige werklooozen op. Waarop er nog een heele troep voorlezers spreken doet bijkans geen afgevaardigde volgden. AVONDVERGADERING. Landbouw en Visscherij. Voor de afwisseling gingen we vanavond boeren en uit visschen. want de begrooting van Minister Deckers, die de wapenen in den steek gelaten heeft om voortaan achter den ploeg te 1 op pen (en soms te gaan hengelen) was aan de orde. De heer Loveink (c.h.) wacht de resultaten van dezen bewindsman af. Spr. juicht toe, dat hij zelf de leiding van het landbouwcrisis-be- leid in handen blijkt te houden, en uit handen der ambtenaren wil nemen. Weer scheepvaartbesprekingen met Japan. Voorbereidingen te Kobe. Donderdagmiddag zijn te Kobe voorbe reidende besprekingen aangevangen tusschen Nederlandsche en Japansche reeders ter rege ling van het scheepvaartverkeer tusschen Japan en Nederlandsch Oost-Indië. DADER VAN LAFFEN OVERVAL VEROORDEELD. De rechtbank te Rotterdam heeft den 20- jarigen koopman en muzikant H. V.. recidi vist en gedetineerd, die in den nacht van 15 op 17 September j.l. een oude vrouw, die hem en zijn vrouw onderdak had verleend, een bedrag van 140 gulden had ontstolen en haar daarna met een kolenschop had gesla gen, veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en drie maanden met aftrek van voorloopig arrest. Minister Deckers betoonde zich zeer erken telijk voor de rhetorische bloemen hem he den. in zijn nieuwen staat, aangeboden Dat de zorg voor handelsverdragen bij Economische Zaken blijft berusten, mocht de heer Ebels (v.d.) bedenkelijk gevonden hebben met 't oog op agrarische aangelegenheden, de Minister kon er op wijzen, datu dergelijke overeen komsten tot de kabinetspolitiek behc-oren en bovendien ook in den Ministerraad aan de orde komen. Er is dus geen reden om de de partementale splitsing bedenkelijk te achten Wat nu de post van 50 duizend gulden aan gaat voor eventueele aanstelling van nieuwe ambtenaren, waartegen een amendement- Lovink gericht was, meende Minister Deckers, dat er waarlijk geen reden voor beduchtheid was. Doch de Kamer moest zelf weten of zij dezen post thans wilde goedkeuren, dan wel den Minister nopen, telkens als hij dit noodig oordeelde, met suppletoire aanvragen voor nieuwe funtctionarissen bij de Kamer aan te kloppen. Toen de heer Lovink bij zijn plan volhardde, ondernam de Minister nog een po ging om hem daarvan af te brengen, maar zonder succes. Den heelen overigen avond vulden verder vele afgevaardigcrn met allerlei landbouw- uiteenzettingen. EERSTE KAMER. Met 25 tegen 10 stemmen. De Eerste Kamer heeft het Bezuinigings ontwerp met 2510 (alleen de socialisten stemden tegen) aangenomen, nadat de heer Serrarens (R.-K.), die ook in tweede instan tie zonder succes den devaluatie-degen met den Minister-President gekruist had. was komen verklaren, dat zijn ..voor" en dat van enkelen zijner politieke vrienden niet betee- kende, dat zij met het economisch beleid van het kabinet accoord kunnen gaan. Heeft ae aanneming van dit wetsvoorstel niets om het lijf, zooals b.v de heer de Zeeuw (s.d.) gisteren wilde doen gelooven en is er door de Regeering t.a.v. haar bezuinigings- streven eigenlijk niets bereikt? Minister Oud ontkende de juistheid eener dergelijke kritiek ten eenen male. Sinds het optreden van het kabinet-Colijn in Mei 1933 is er wel degelijk een belangrijke verbete ring in de financieele positie van ons land ingetreden. Wel beschouwd, zoo rekende hij ons voor, was de Regeering er in geslaagd, vergeleken bij de begrooting van 1932 op die van 1936 een bezuiniging van 124 millioen gulden tot stand te brengen. Hoe moeilijk het overigens is dit in ver band met de vraag of het Plan van den Ar beid financieel wel goed was opgezet geld los te krijgen, was reeds bij de consolidatie van de vlottende schuld gebleken. Men hoef de zich dan ook volgens den Minister van Financiën niet de minste illusie te maken omtrent de mogelijkheid in drie jaar één milliard los te krijgen. Minister Oud ontkende, dat het hypothe cair crediet ten gevolge van de indiening van het vaste lasten-ontwerp in een onzekere positie was komen te verkeeren. De oorzaak hiervan moet men zoeken bij de onverstan dige actie, die daartegen gevoerd is. Minister v. Schaik beantwoordde Mr. Sasse v. IJsselt's opmerkingen over de justitieele bezuinigingen, waarna mr. De Wilde met Mr. Kalff (c.-h.) den strijd aanbond over diens ijveren voor samenvoeging van gemeenten Veelal levert dat heelemaal geen of althans zeer weinig bezuiniging op, doch waar het kan. laat de Regeering samenvoegingen niet na. Bij de replieken betoogde de heer de la Bella (s.d.) (die niet verzuimde te erkennen, dat het kabinet met het 60 millioen-fonds geenszins gesaboteerd had), dat er nog wel degelijk kapitaal beschikbaar is. zoodat dus dit bezwaar tegen de financieele mogelijk heden van het Plan van den Arbeid niet kan worden uitgespeeld. Minister Colijn betwijfelde ten sterkste of men er met een gewone leening zou komen en een gedwongen leening achtte deze be windsman funest voor staats- en maatschap pelijk crediet. Overigens achtte hij het niet alleen technisch maar ook economisch on mogelijk voor 200 millioen per jaar nuttig gebleken openbare werken te doen uitvoeren. Had de heer Serrarens zich ietwat verwonderd over den nadruk waarmee de Premier zich verzet had tegen het beleid van 't Kabinet als deflatie-politiek, de reden hiervoor was hierin gelegen dat de Regeering meer na streeft dan deflatie. De R.K. afgevaardigde had bij zijn cijfermateriaal over werkloosheid over 't hoofd gezien, dat bij ons de 50.000 man uit de werkverschaffing onder de werk loozen worden geteld, wat in 't buitenland niet 't geval is. Ook in den scheepsbouw zijn we, evenals in Twente met de textielindustrie reeds 't geval is, heel wat dichter tot het doel der aan passing genaderd, dan de heer Serrarens (en anderen) schijnt te meenen. Als wij tenslotte beter kunnen concurreeren door 'n beter apparaat, dan ben ik al heel tevreden, ver klaarde minister Colijn. die tenslotte nog op den anderen kant der devaluatie, dan dien van 't bedrijfsleven de aandacht vestigde. Van de 3 milliard van onze fondsen zijn alleen pl.m. 1800 millioen in obligaties, en 600 mil lioen in hypotheken belegd. Tengevolge van devaluatie nu zouden de waarden der fondsen zeer aanzienlijk dalen en dat zou zeker ook voor de verzekerden een nadeel moeten op leveren. Alles te samen, blijft de Regeering van meening dat devaluatie in strijd is met het algemeen belang en daarom gaat de Re geering er niet vrijelijk toe over. Minister Oud kruiste nog eenst de degen met den heer de la Bella. De minister acht het ten eenen male on aannemelijk dat we er financieel zouden komen met het Plan van den Arbeid: de financiering hiervan, zooals de heer de la Bella zich die gedacht had, zou volgens den Minister niet mogelijk zijn. Geconsolideerde leeningen van eenig bedrag uit te geven is momenteel ondoenlijk gebleken. E. v. R. Ervaringen van een Eerstejaars in Amsterdam. In een taxi haalde ik mijn gastvrouw af om naar het Jordaan-cabaret van Tilly Kalkhoven te gaan. - U moet me niet kwalijk nemen, dat ik m'n gewone pakje maar aangehouden heb, zei ik. Avondtoilet wordt daar heel weinig gedragen Bent U er dan wel eens geweest? vroeg ze nieuwsgierig. O ja. we komen er vrij geregeld, loog ik met een stalen gezicht. O. dus voor U is er niet veel aan. Dat wist ik natuurlijk niet. Integendeel, Het is een heel aparte sen satie er met een meisje heen te gaan. - Het is toch welje kunt er als meisje toch wel komen? vroeg ze wat verlegen. Natuurlijk. Anders had ik U toch wel ge- gewaarschuwd. O ja. dat is zoo. zei ze opgelucht. Wat hebben wij mannen toch een groote ver antwoordelijkheid ten opzichte van de zwakke sexe. - Het eenige moeilijke is. hervatte ik na een lange pauze, wat U er zult drinken. Koffie zal er wel niet te krijgen zijn. En bier? - O. als U het niet verder vertelt, ik ben eigenlijk dol op een klein glaasje bier Je kunt het als meisje nooit ergens drinken, maar die enkele keer dat ik het geproefd heb. vond ik het wel zalig. Maar zoo n groot glas kan ik vast niet op. Dan help ik U wel een handje. We stapten uit en gingen naar binnen. Er is geen garderobe, waarschuwde ik Maar ik kan Uw mantel wel aan de een of an dere spijker hangen. Ik bestudeerde haar gezichtje, toen ze de lo- caliteit in oogenschouw nam. Tilly zong juist een prachtig Jordaanlied met lange uithalen, Het publiek brulde het refrein mee. Een dik. transpireerend heer stond boven op een stoel en zwaaide gevaarlijk met een glas bier. Drie jonge mannen probeerden studentikoos te doen en schreeuwden dat het een aard had. Een jeugdige Jordaner dronk met zijn geliefde uit een glas. Om de beurt een slok. Harry zat aan een tafeltje en wuifde mij zoo hartelijk toe. dat ik begreep rustig te kunnen volhou den, dat ik dit etablissement dagelijks be zocht. We zochten een plaats. Mijn metgezellinne tje keek verbijsterd rond. Dit is nou Tilly, zei ik. Hoe vind je 't hier? In deze atmosfeer leek het me onmogelijk het stijve U vol te houden Reuze, zei ze uit den grond van haar hart. Reuze, maar ook wel een beetje eng. Meteen stond Harry naast ons. We begroet ten elkaar als oude kameraden en dat maakte duidelijk indruk op het meisje. Enne, zei hij en gaf me een knipoog die de halve zaal kon zien en die mijn tafeldame móest zien; enneis ze dat nou? Ik gaf hem een trap onder den tafel. Au. zei de slimmerik. Is kleine Tilly er niet? vroeg ik er vlak overheen. Maar Harry vond blijkbaar het onderwerp te interessant om er niet op door te gaan. Juffrouw, zei hij en drukte het meisje de hand. 't is me heel aangenaam. Meneer heb al zoo vaak over U gesproken en dat ie U eres mee zou brengen..,. Nou, wat nou? want ik schopte hem weer. Je moet maar liever'nog een nummertje weggeven, opperde ik. Dan geef ik daarna een rondje. Dan heb ik een liedje, da's net wat voor U, zei de onverbeterlijke Harry met een dui delijke grijns van verstandhouding. Hij be trad het podium en zong, telkens naar ons kij kend en vervaarlijk knipoogend een lied van eierleggende kippen en nestelende vogels, waarvan het refrein inhield dat -het met z'n tweeën beter was dan alleen. Het tweede cou plet behandelde de huwelijksverbintenis, maar toen sloeg het vers over in mineur: de jeugdi ge echtgenoote nam weldra de beenen en de ongelukkige man bleef achter met zijn schoon moeder. Het refrein trok daaruit de slotsom dat het soms ook beter kan zijn alleen dan met z'n tweeën. Ik vond het erg mooi Harry, zei het meisje. Harry boog bescheiden, maar toch vol kun stenaarstrots. Gelukkig werd hem de gelegenheid ontno men verder op onze relatie te zinspelen door een plotseling heftig oplaaiende ruzie tusschen twee jonge Jordaners. In hun sappig dialect spraken ze gepeperde beschuldigingen uit aan het adres van de wederzijdsche familieleden, maar Tilly stapte er kordaat naar toe en vijf minuten later dronken we het allemaal sa men af. Toen we naar huis reden legde ik mijn arm om de schouders van het meisje. Ik ben een beetje duizelig van de rook en van het bier, zei 7# en legde haar hoofdje tegen mij aan; maar ik vond het reusachtig. Zoo reden we door het nachtelijke Amster dam. A. A. MATRIS ZONDER VOORUITBETALING SCHOTERWEG 1 TELEFOON 16659 (Adv. Ingez. Med.) GEVAARLIJK INBREKER. Voor het Gerechtshof te Arnhem heeft in hooger beroep terecht gestaan de 18-jarige Duitscher W. R. S.. meubelmaker van beroep thans gedetineerd, die door de Arnhemsche rechtbank was veroordeeld tot vier jaar ge vangenisstraf. Bij een winkelier te Arnhem had hij in den nacht van 16 op 17 Juni 1935 ingebroken, waarbij hij den zoon van den winkelier met" een met scherpe patronen geladen revolver had bedreigd. Een dag tevoren had hij te Den Haag een agent van politie die hem wilde arresteeren, eveneens met een revolver bedreigd. Tegen hem werd thans wederom vier jaar gevangenisstraf geëischt. Een verdachte met 22 vonnissen voor de rechtbank. In den nacht na Koninginnedag is in een hofje bij de Amsterdamstraat een moordaan slag gepleegd, welke zaak Donderdagmiddag voor de Haarlemsche rechtbank diende. Een vrouw, die van haar eersten man ge scheiden is en sindsdien weer met een ander getrouwd, werd dien nacht door twee andere vrouwen thuisgebracht terwijl zij in niet ge heel nuchteren toestand verkeerde. In het hofje gekomen kwam uit een donker gedeelte een man de drie vrouwen tegemoet, liep haar voorbij en loste toen een schot uit een revol ver. waardoor de gescheiden en hertrouwde vrouw in den linkerarm werd geraakt. Deze riep uit: „Dat doet waarbij zij den naam van haar vroegeren man noemde. Nu stond deze 44-jarige man voor de Haar lemsche rechtbank terecht als verdacht van poging tot moord. De verdachte trok zich weinig van de ge beurtenis aan. hij lachte, schold, was brutaal en veroorloofde zich allerlei opmerkingen. Dat hoeft niet te verbazen, want vóór deze geschie denis had hij ai twee en twintig keer een von nis tegen zich hooren uitspreken. De vrouw werd als getuige gehoord. Zij ver telde de toedracht in den bewusten nacht om twee uur. Zij had Koninginnedag gevierd, was een beetje aangeschoten thuis gebracht en daar werd zij blijkbaar opgewacht door haar vroegeren man. dien zij pertinent herkend meent te hebben. Eigenlijk vond deze vrouw het heelemaal niet eigenaardig, want de man had haar al meer dan eens bedreigd Natuurlijk loog de vrouw alles. Dat was het oordeel van den verdachte, die stijf en strak volhield dat hij 't niet gedaan had. Iedereen en alles loog. ofschoon ,hi* moest toegeven dat hij een gruwelijken hekel aan zijn vrouw had en maar het liefste had gezien dat ze dood was! In een café aan den Burgwal had verdachte vier glazen bier gedronken. Wel was hij vroeger in den avond ook al elders geweest, maar kor ten tijd voor den aanslag heeft hij vier biertjes tot zich genomen In het café heeft hij opge schept, gedreigd dat ,.ze er alle twee angin- gen" waarmee zijn vrouw en haar nieuwen man werden bedoeld. „Als ik 't niet met het mes kan, nou dan maar met een revolver", had verdachte nog als toelichting gegeven. Een mes had hij trouwens altijd bij'zich. Eenige dagen voor den moordaanslag was de verdachte zijn vroegere vrouw tegengeko men, terwijl deze met hun zoontje liep. „Zeg maar dag-vader," had verdachte toen tegen het kind gezegd. „Het is je vader niet," had de vrouw daarop in het midden gebracht, hetgeen de verdachte weer beantwoordde met een stomp op den neus van de vrouw. „Een volgenden keer komt ze er niet met zoo'n tikkie af", heeft de verdachte aan een rechercheur verklaard. Uit alles bleek dat de man het plan heeft gehad zijn vrouw te dooden. In Augustus heeft hij van een kennis een revolver gekocht, het geen zeggen wil dat-ie dat ding wel ontvangen heeft, maar nooit betaald. De getuige, die de revolver heeft „verkocht", stond voor de rechtbank erg te draaien. „Ik een revolver verkocht?" vroeg hij. ..Wel neen' Het was een zoogenaamde revolver." „O," zei de preside'nt. „Van chocola?" „Neen", zei de getuige, „van echt ijzer." „Je bent bang!' zei de president. De getuige stamelde wat. ,Je bent bang voor den verdachte," vervolg de de president, „je hebt niet om je geld dur ven vragen omdat de verdachte een geladen revolver had en nu ben je bang voor later!" „Had-ie een geladen revolver?", kwam er wel wat onnoozel uit. „Ik ben niet bang voor hem Ik heb eerder een hekel aan hem!" De verdachte lachte den getuige hardop uit, „Neem liever een Pilsje voor me mee, als je hier komt!" schamperde hij, „ik verga van den dorst." «Een en ander is in behoorlijke taal vertaald Ten slotte bleek dat de getuige reeds in Augustus met den verdachte over een revol ver heeft gesproken. Ten slotte heeft hij den verdachte één gegeven met een stelletje pa tronen. De revolver is nimmer meer gevon den, doch een van het zelfde soort lag op des rechters groene tafel. Er werd over gediscu- sieerd. hoe het ding moest afgaan en hoe niet. Daarbij werd'het moordtuig grondig be keken: de president knipte er wat mee. ter geruststelling aan de journalisten meedeelend dat-ie niet geladen was. De verdediger vond het inmiddels toch maar veiliger een beetje uit de richting van den loop te gaan staan. De verdachte zei over dezen getuige: hij liegt, hij smokkelt in revolvers, hij liegt, het is om te lachen en hij heeft lef. Dat laatste woordje „lef" was voor den pre sident aanleiding dit meer van toepassing op den verdachte zeif te verklaren, die toen rond uit meedeelde: „Voor lef hoef ik hier niet te komen. Ik word hier altijd gebracht." Zeer bezwarend waren de verklaringen van een derden getuige, die met den verdachte indor tijd in den celwagen heeft gezeten. Zooals dat dan gaat, vertellen de geditineerden elkander waarvoor ze moeten zitten. De verdachte had toen op een desbetreffende vraag geantwoord dat hij in voorarrest zat, omdat hij zijn vrouw zou hebben willen vermoorden. ,,'t Kan me niks schelen," heeft de verdachte in den celwagen gezegd. „Had ik haar maar goed doodgeschoten. Ik heb haar al vaak be loofd dat ze kapot ging. dan had ik mijn zin!" Verdachte: „Leugens". President: „Dat dacht ik al!" Verdachte: „Dat dacht ik al?" De verdachte meende voorts dat hij de wensch zou hebben geuit, dat ..ze" haar maar hadden doodgeschoten, met welke „ze" hij den hem onbekenden dader zou hebben bedoeld. De getuige was echter onwrikbaar in zijn verklaring dat de verdachte wel degelijk zich zelf heeft bedoeld en als het ware heeft bekend den schuldige te zijn. Verdachte begrijpt er niets van dat men hem verdenkt. Hij kan er heelemaal niet bij. De president, die van de houding van den verdachte wat genoeg scheen te krijgen zei, dat hij, wanneer hij zoo'n lefhebber was, beter kon bekennen dat hij den aanslag heeft ge pleegd. Verdachte; „Ik kom er voor uit, dat ik het niet het gedaan. Toen kwamen de getuigen a décharge. Eén kwam er niet voor het hekje omdat deze tij dens de behandeling op de publieke tribune was gaan staan. Toch bleven er nog drie over. De eerste was doof en zei verdachte om streeks kwart voor twee of twee uur op het Spaarne gesproken te hebben. Deze getuige verdween spoedig want deze verklaring kon allerminst dienen als een verlichting van de verdenking. De tweede was de bovenbewoner van den verdachte, bij wien het tot laat in den nacht nog sociëteit was. zooals de president het noemde. Deze getuige was niet dronken ge weest, wel onder den invloed. „Of-ie meegedaan had aan de feestvreugde", wilde de president weten. „Daar is 't toch zeker Koninginnedag voor!' merkte deze man een weinig verontwaardigd op. De verdachte kwam rustig thuis, dood rustig. .Dat Ls-ie nooit." zei de president en die kent den verdachte uit enkele van de twee en twintig strafzaken Verdachte beweert nogmaals niet schuldig te zijn. Voor deze kwesties heeft hij geen re volver te koopen. Dat kan-ie ook zoo wel af. .Ja. ja. dat weten we." zei de president. ,.Je bent gewend je eigen zaken te beTThrtigen. Twee en twintig. „Ik heb al eens pensioen aangevraagd! lachte de verdachte. Groote verbazing verwekte de verklaring van een caféjuffrouw, die na het sluitingsuur, (twee uur op dezen dag', bezig was geweest de brokken van een kleine oneenigheid op te ruimen, zoo'n verschil van meening. dat wel eens ontstaat in een café. Zij beweerde name lijk dat zij den verdachte een glas water had ingeschonken, tusschen twee uur en half drie. Niet de mogelijkheid van een alibi wekte de verbazing des presidenten, maar wel.... het glas water. „Daar houdt-ie toch niet van!", zei de pre sident. „Uit de stukken blijkt zijn groote ver ontwaardiging over net feit dat vermeld is dat- ie een glaasje limonade gedronken zou heb- ben." „Ik heb het wel gedronken!" zegt de ver dachte. „Wel gebruikt!?".... Hierbij steeg de ver wondering ten top. Het requisitoir van den officier was kort. Verdachte staat ongunstig bekend, geeft niets om een menschenleven. de verklaringen van de getuigen zijn positief. De eisch luidt vijf jaar gevangenisstraf. De verdediging was ook kort.. Mr. A. C. F. Hendrikse trok vooral de verklaringen van de vrouw in twijfel die tijdens de gebeurtenissen dronken was. Voorts geloofde hij niet dat de verdachte, die zich wel plotseling erg driftig kan maken, tot een derge'ijken sluipmoord in staat zou zijn. als waarvn hier sprake is. het geen de verdachte hartgrondig beaamde. De verdediger vroeg derhalve vrijspraak. Het vonnis is op 12 December. „De Amsterdam". Nederlands grootste vrachtboot. wordt weer in de vaart gebracht'!' Een kort berichtje in de krant. Maar voor ons heel wat waard! De grootste vrachtboot. „Amsterdam" Die komt weer in de vaart! Zegt dit U. lezer, iets misschien Van werk'loos oponthoud? Verheugt U zich dan niet. met wie Aan beet're toekomst bouwt? Zoo'n kort berichtje in de krant. Het doet den burger goed! Bewijst het niet, dat eens de tijd Van crisis wijken móet? Wie ooit geheel gewanhoopt heeft, In Holland zeker géén. Stoom voort, o „Amsterdam", stoom voort! Naar beter tijden heen! J. v. EWIJK. Een nieuw raadhuis in Amsterdam? Het zou op dc plaats van het afgebrande Paleis voor Volksvlijt verschijnen. In een uitvoerig toegelichte voordracht van B. en W. van Amsterdam wordt uiteen gezet-, dat het paleis op den Dam slechts met groote kosten zou kunnen worden hersteld en ingericht voor raadhuis. Echter zou dan slechts de kern van het gemeentebestuur ge huisvest kunnen worden. B. en W. meenen dan ook geen vrijheid te kunnen vinden in dien geest een voorstel te doen. vooral daar is gebleken, dat de regeering thans nog be reid is tien millioen gulden te verstrekken voor den bouw van een nieuw raadhuis, waar voor dan de gemeente afstand doet van het paleis op den Dam. Als plaats voor het nieu we raadhuis wordt aangewezen het terrein van het Paleis van Volksvlijt op het Frede- riksplein. L. A. SCHILT t Te Arnhem is de kunstschilder L. A. Schilt op 62-jarigen leeftijd overleden. De heer Schilt werd te Stolwijk geboren en was aanvankelijk leerling van Luchthart te Gouda en van Gra- bijn te Haarlem, vervolgens werkte hij een paar jaren op het atelier van Herbert van der Pol te Amsterdam. Hij schilderde voorna melijk landschap en stilleven, ook wel por tret. Smelt nooit was op een open vuur. Welk gevaar er verbonden is aan het smel ten van was op een open vuur, ls Donderdag middag weer eens duidelijk aan het licht ge treden, toen bij het verrichten van deze on voorzichtige bezigheid in de drogisterij van de firma Hulshoff op den hoek van den Amstel- dijk en Jozef Israëlskade, te Amsterdam, de vlam in de zoo uiterst brandbare materie sloeg, tengevolge waarvan de winkel in en kele oogenblikken tijd één groote vuurzee was. De zaak is binnen enkele minuten volkomen schoongebrand: niets kon er worden gered en de winkelier heeft zich niet dan met de grootste moeite buiten bereik van het vuur we ten te stellen. De winkel en een drietal daaraan grenzende vertrekken zijn geheel uitgebrand, terwijl de eerste verdieping van het perceel zwart gebla kerd is. Ook in den kelder onder den winkel, waarin zich epn kleine voorraad artikelen be vond. heeft het vuur huisgehouden. De eigenaar was tegen brandschade verze kerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5