ZATERDAG 30 NOVEMBER" 1935 HAARDE M'S DA'GBEA D 14 Paula Wessely beheerscht „EPISODE" de film in Rembrandt Paula Wessely, die „Episode" tot een belang wekkende film maakt. Episode heeft een begin en een slot.'t Begin Is meer een tragedie, het slot een operette film. In een ommezien is de Weensche infla tiestemming van 1922 duidelijk gemaakt, een tijd van financieele catastrophen te mid den van feesten, smokings en schijnbare rijk dom. Ook in een oogwenk heeft Paula Wes sely de aandacht door haar optreden, haar stem, gebaren, houding en iedereen weet van het eerste oogenblik af: dat is een bijzondere actrice, dat is Paula Wessely. De anderen, ofschoon zij wel bij haar passen, vallen onmid dellijk af tegen haar, die eigenlijk alleen de heele film is. Geen wonder dat zij op de iBiennale te Venetië de hoogste onderschei ding kreeg, voor haar spel in deze film. Want Paula Wessely is Episode. Episode de voorbijgaande verbintenis van een rijken ouden heer met een arm meisje. Die meestal eindigt in een getypten brief zonder afzender. Een verbintenis die Paula Wessely niet wil. ofschoon zij toch geld noodig heeft om haar moeder niet te laten merken dat haar ver mogen verdwenen is. Er zijn mogelijkheden genoeg voor een erg tragische film. Doch de tragische films zijn zeldzaam. Want zij laten een ontevreden ge voel achter, omdat met dezelfde moeite het einde gelukkig gemaakt kan worden en we gaan nu eenmaal liever met de idee naar huis dat alles op z'n pootjes terecht kwam, dan dat we nog eens een uur werkelijk zouden moeten gaan nadenken. Hoe het zij, de oude heer die een echte Maecenas voor Paula Wessely is, zonder bij bedoelingen, is Otto Tressier, wiens beide zoons ook in de film als zijn zoons optreden: Hans Jurgel Tressier en Wolf Dieter Tressier. Hun opvoeder is Karl Ludwig Diehl en wan neer wij nu nog vertellen dat er een chèque ter sprake komt, die niet geïnd mag worden en toch geïnd wordt, kan men begrijpen, dat onder deze omstandigheden alle kans is op veel misverstanden, veel versmade goede be doelingen en veel narigheid. In do oplossing ligt dan het karakter van het stuk. Hier is het een operette geworden, althans het type ervan. Uit filmisch oogpunt gezien is Episode op vele plaatsen voortreffelijk. De wijze waarop in de inleiding het stemmingsbeeld wordt gegeven-, kan niet beter worden gevonden. Flitsen muziek, flitsen schittervreugde, een revolverloop, een vertwijfeld gezicht. Een knal Ontzetting'bij alle aanwezigen. Krantenarti kelen. De regie van Walter Reisch, (die tevens de auteur van het stuk is) toont dat de spe ciale gaven van Paula Wessely ook een specia le regie mogen eischen. De soberheid, die voorts overal is betracht, zoowel in de toch rijke omgeving van den kunstliefhebber als in de academie voor beel dende kunsten en bij Paula Wessely thuis, draagt er veel toe bij de gaven van de actrice zelf nog beter te doen uitkomen. Want bij Paula Wessely behoort eenvoud en matigheid, zonder dat men kan beweren, dat 'zij eenvoudig is en lusteloosInte gendeel, doch haar is de Dietrich of Mae- Westsfeer geheel vreemd omdat l^ar geest sprankelt van waarheid! Het voorprogramma van Rembrandt Thea ter heeft wereldnieuws, een gekleurde teeken film en Chineesche comische acrobaten op het toeneel. „Op hef verkeerde spoor", een detectivefilm in Luxor. Rieardo Cortez en Virginia Bruce trouwen in „Op het verkeerde spoor". Een opeenstapeling van Amerikaansche nonsens. Dat is „Op het verkeerde spoor", een detectivefilm in het Luxor-Theater. Maar het eigenaardige is dat de film toch boeit, ondanks dat de eigenlijke ontknooping er feitelijk aan de haren is bijgesleept. Ui: deze film moet men den indruk krij gen dat een Amerikaan alles gelooft dat hem wordt voorgezet, óf dat hij meent met de logica wel een loopje te mogen nemen. De helden, Rieardo Cortez, Virginia Bruce ga Constance Collier weten er wel wat van te maken, hetgeen niet moeilijk is, omdat er weinig eischen in de film aan hen worden gesteld. Voor de laatste, een oude. zéér eigen aardige tante mag op dit laatste een uitzon dering gemaakt worden. Een paar rijke dames en heeren krijgen society-ruzies, deelen stompen uit, schieten kogels af en vermoorden elkander zoo een beetje. Een journalist, die voor geld schrijft of tegen nog hoogere belooning zijn pen in den zak houdt, zwermt om de troep heen. Hij weet natuurlijk alles, evenals de oude tante, die thuis op een bioscooporgel speelt en in twintig jaar het huis niet heeft ver laten omdat haar geliefde is gestorven, een geliefde, dien zij nota bene zelfde bons heeft gegeven, om het nu maar eens zoo uit te drukken Deze film is een detectivefilm, maar heeft soms bar veel weg van een klucht met sen satie-effecten. Wie de kogels nu werkelijk af schietdat zal tante Melissa wel ver tellen. Het is niet te vergn „Op het verkeerde spoor" ernstig te bezien, 't is een film van het Amerikaansche detectivesoort, met veel humbug en een gewrongen eind. Die eigen- aardigerwijze toch spanning wekt. Nieuws, een film over Egypte en een ko misch filmpje met Telma Todd vormen het voorprogramma. Frans Hals prolongeert Suikerfreule. Het heele programma in het Frans Hals theater is nagenoeg hetzelfde gebleven. Al leen het nieuws is natuurlijk door nieuwer nieuws vervangen. Annie van Duyn, Louis Borel, Louis de Bree. Aaf Bouber, Johan Elsensohn. Hans van Meerten, Corrie Vonk en de anderen in Suikerfreule blijven nog een week in Haar lem. Zooals wij verleden week reeds schreven is het succes ongetwijfeld aan het Nederland- sche karakter der film te danken. En dit suc ces zij Suikerfreule dan ook ten volle ge gund. Watt en een nieuwe i Watt in Palace. Watt en half Watt waren we eigenlijk al zoo'n beetje vergeten. In de „stomme" periode, die in onze gedachte al weer zoo lang achter ons ligt, behoorden de Korte Dikke en de Lange Magere tot de vaste bezoekers van onze stad en zij zijn ten allen tijde welkome gasten ge weest. Watt en half Watt, dat waren de pala dijnen van den Lach en hun verschijnen be- teekende een avond van gegarandeerde pret. Het komische koppel is later min of meer op Schenström en Petersen, het nieuwe „Watten"-duo. den achtergrond geraakt, wat niet wil zeg gen, dat zij van het tapijt verdwenen. In ieder geval zijn hun oude vrienden thans in de ge legenheid de kennismaking grondig te her nieuwen. Althans wat betreft den honderd procent Watt, in het burgerlijke bestaan Schenström geheeten. want de kleine Madsen wordt in deze film door een anderen halven Watt vervangen. Die verandering heeft het duo wel een eenigszins gewijzigd aanzien ge geven, want al heeft de heer Petersen dezelfde proporties van zijn voorganger, zijn grappen makerij is toch van heel andóren aard dan die van Madsen, waarin iets filosofisch-berustends besloten lag. Petersen is voor alles de pias, een rol, die overigens bij hem wel in goede handen is. Men mist ontegenzeggelijk den kleinen ko miek met de slaafsche manieren, maar niet temin blijkt, dat het publiek de nieuwe com binatie een even goed hart toedraagt als het vroegere duo. Want de vele zotte avonturen van het Wattenpaar vinden bij de toeschoU' wers hetzelfde dankbare onthaal als weleer. Die avonturen zijn van het beproefde genre, dat nog altijd groote aantrekkelijkheid blijkt te bezitten: de traüitioneele knokpartijen met en zonder medewerking van huisraad, een verstoord diner ditmaal veroorzaakt door een losgebroken witte muis en natuurlijk zien we het tweetal ook in al zijn gelukte en mislukte pogingen ter bescherming van de deugd en bestrijding van het kwaad. De humor blijft in „Met volle muziek" overal aan de oppervlakte. Men moet deze film dan ook een voudig als een klucht beschouwen en in die hoedanigheid heeft zij de niet geringe verdien ste een zaal vol lachende gezichten te voor schijn te roepen. Vermelden wij nog, dat een der hoofdrollen door miss Europa, een bijzonder knap en charmant meisje, wordt vertolkt. De binnenlandsche filmreportage geeft o.a. aardige fragmenten te zien van den glorieuzen intocht van den Sint in de hoofdstad, van het buitenlandsche nieuws noemen we eenige in teressante beelden uit de Abessynische hoofd stad. Een kostelijk teekenfilmpje een uit de serie Looney tunes beschrijft de ontstellen de nachtmerrie van den „cartoonist", die zich door zijn eigen scheppingen bedreigd ziet. Het tooneelnummer wordt verzorgd door den heer Tom Jersey, die eerst eenige prestaties op het gebied der goochelkunst ten beste geeft en vervolgens op een scherm een reeks fraai weergegeven schaduwbeelden toovert. H. C. WELLS schreef een fantastisch filmscenario. De geschiedenis der menschheid tot in lengte der toekomst. De Engelsche schrijver H- G. Wells heeft thans samen met de bekende filmregisseur Alexander Korda alle opnamen voor de ver filming van zijn boek „The Shape of Things to Come" tHoe de Komende Dingen eruit zullen zien.) voltooid. Men kan zich echter reeds thans, voordat de film volkomen is afgewerkt en in de theaters vertoond wordt, een beeld ervan vor men. Want de heer Wells, die er ondanks zijn zeventig jaren maar niet genoeg van kan krijgen om de wereld nieuwe verrassingen voor te zetten, heeft zijn filmscenario als boek uitgegeven en daarmee naar zijn meening een nieuwen vorm van litteratuur in het leven geroepen. Film-scenario's zijn gewoonlijk dorre geraamten, een mengsel van techni sche aanduidingen en uitdrukkingen met hier en daar een gesproken zin. H. G. Wells heeft bij het schrijven van zijn scenario echter de zelfde tooverformule gevolgd, die G. B. Shaw voor zijn tooneelstukken gebruikt. Hij komt onze verbeelding te hulp door korte en tref fende beschrijvingen van de scène, door een typeering van de figuren, die op het doek ver schijnen. Hij heeft daarmee inderdaad be reikt. dat we zijn scenario lezen als een span nende, vlotte film, waarvan beeld na beeld in onze gedachten worden geprojecteerd. Om een voorbeeld van zijn werkmethode te geven geef ik hier de vertaling van de scène, die volgt als de vader afscheid heeft genomen van zijn zoontje om het mobilisatiebevel op te volgen Hij gaat heen, Horrie blijft alleen. Hij slaat op zijn trommel. Eerst in gedachten, dan meer en meer bewust. Hij slaat de trom, be gint te neuriën en marcheert. Steeds enthou siaster Neuriet luider, zonder woorden. Het slaan van de trom gaat over in marsch- muziek die voortgezet wordt in de volgende beeldflitsen. Achter Horrie worden marchee- rende troepen vaag zichtbaar, zij loopen met hem op de maat van zijn trommel. Zij worden duidelijker naarmate hij vervaagt. Het effect van marcheerende legers. De marcheerende troepen worden spook achtig vaag en verdoezelen tenslotte geheel. De scene gaat over in 'n vredig winterland schap, maar overal zijn oorlogsvoorbereidin gen zichtbaar. Op den voorgrond een zacht- kabbelende rivier, die het landschap weer- H. G. Wells, die zich nu ook voor de film gaat interesseeren. spiegelt. Plotseling breekt de waterspiegel en geweldige tanks kruipen uit het water omhoog. De mond van een geweldig kanon steekt plotseling op boven de vredige velden. Uit de lucht zien we neer op wegen vol oorlogsmateriaal op weg naar het front." Dit is slechts een klein brokstukje uit de filmbeschrijving van Well's toekomst-fanta tie, die ook voor de stoutste visioenen niet terugschrikt. Een oorlog wordt in de naaste toekomst voorspeld, die een einde aan alle be schaving maakt en vreeselijke ziekten onder het menschdom brengt. Na een periode van chaos, van gebrek aan alles, waarin de over levenden zich in elkaar bestrijdende terroris tische staatjes hebben vereenigd, bereikt het menschdom tenslotte een hoogeren Staat, waarin de techniek en de wetenschap tot het uiterste worden uitgebuit om den mensch te dienen. Men leeft er in „mimten" in plaats van in huizen, men wordt er oud (veel meer dan 100 jaar) zonder de gebreken van den ouderdom, want men leeft in kunstmatig licht, dat helderder is dan zonneschijn en men ademt kunstmatige lucht, die „zoet" is van zuiverheid. En de film eindigt met den opstand van diegenen, die vinden dat thans <ie tijd is gekomen om in rust van al het be reikte te genieten, tegen diegenen die besef fen. dat stilstand achteruitgang beteekent en dat er geen rust kan zijn voor een op waarts strevende menschheid. Het ziet er naar uit alsof de heer Wells veel succes van zijn nieuwe film en van zijn' film in boekvorm zal ondervinden. Hij heeft althans reeds zijn bedoeling te kennen gegeven, om na dit „proefkonijn", zooals hij deze eerste uitgave noemt, drie van zijn andere werken op dezelfde manier voor de film te bewerken. Hij moedigt eveneens andere schrijvers aan zich aan film-littera tuur in dezen zin te wijden. Niemand zal inmiddels kunnen ontkennen, dat Wells zich na het schrijven van 20 romans, 19 „Droomen van Fantasie en ver beelding", 4 deelen korte verhalen, een reeks boeken over sociale, religieuse en politieke vraagstukken, een historisch werk van den omvang van zijn „Outline of History" thans met overgave aan het jongste onder werp van zijn belangstelling wijdt: aan de Film, aan de toekomst en de toëkomst-moge- lijkheden van de Film. Vr. S. PROTOS 90 ct p.WE£K PAUPEy KL.HOUTSTR. QQ TSUU09 (Adv. Ingez. Med.) Hef modernste: een oorlog op de film. Abessynische wantooneelen worden onder ellendige omstandigheden vastgelegd. Terwijl journalisten, die al een beetje langer meeloopen, het verslaan van een oorlog uit er varing kennen, beschikken de filmoperateurs, die den Italiaansch-Abessynischen oorlog ver filmen voor de wekeiijksche journalen nauwe lijks over eenige ondervinding op dit gebied. De oorzaak hiervan is te vinden in de betrek kelijke jeugd der cinematografie en het geluk kig zelden voorkomen van een werkelijken oorlog. De eerste pogingen tot het verfilmen van een oorlog werden gedaan tijdens den burger oorlog in Mexico, waarin de vrijheidsheld Pancho Villa de hoofdrol speelde. Er werd zelfs beweerd, dat Villa de verfilmingsrechten van zijn campagne voor 100.000 aan een film maatschappij uit Chicago verkocht, en dat hij bij het dirigeeren van enkele zijner groote veldslagen goedgunstig rekening hield met den stand van de zon en van de camera's om de opnamen te doen slagen. Zelfs tijdens den wereldoorlog stond de film reportage nog in de kinderschoenen, terwijl bovendien de autoriteiten den operateur aller lei belemmeringen in den weg legden, zoodat geen particuliere maatschappij de kans kreeg eenigszins belangwekkende opnamen te maken. Wat er tenslotte nog van den oorlog verfilmd is, is geschied door militaire operateurs en hun opnamen hebben nooit of pas na tiental len jaren de theaters bereikt. De Italiaansch-Abessynische oorlog is de eerste militaire campagne van grooten om vang, waarbij van begin af aan tientallen ge luidscamera's aanwezig zijn, daarheen gezon den door groote organisaties, die over gewel dige geldmiddelen beschikken en bediend door mannen, wien ingeprent is. dat kosten noch moeiten gespaard mogen worden om de voor naamste pnasen der krijgsverrichtingen op het celluloid vastgelegd te krijgen. De menschen der Paramount-filmmaat- schappij verschenen met vijf operateurs, ge luidcamera's. 30.000 meter film, geweren, ten ten, gasmaskers, kaarten, enz., onder leiding van John Dored, Litauer van geboorte, die in den wereldoorlog, tijdens de Russische revo lutie en den opstand der Rifkabyien eenige krijgsfilmervaring opdeed. Voor geval hun apparaten defect of in beslag genomen moch ten worden, werd voor iederen operateur nog een complete extra-camera en een gasmasker meegevoerd. Een verplaatsbare donkere kamer werd te Addis Abeba ingericht om de kwaliteit der op namen geregeld te kunnen beoordeelen. Ka- meelen werden gekocht en tientallen inboor lingen in dienst genomen. Dored heeft het geluk gehad keizer Haile Selassie in enkele fotografische kwesties van advies te mogen dienen, waarbij hij op zeer vriendschappelijken voet met Zijne Majesteit kwam te staan. Er werd den Paramount-ope- rateur een officier der keizerlijke garde toe gevoegd, die hem nu bij al zijn camera-stroop tochten vergezelt. Zoo nu en dan maakte hij bezwaren tegen het opnemen van zekere zaken. Zoo mochten bijvoorbeeld niet de keurtroepen, die op zeke ren dag voor den Keizer defileerden, verfilmd worden. Schijnbaar onderwierp men zich ge hoorzaam aan deze bepaling, doch in werke lijkheid filmde een in een rieten dak verdekt opgestelde camera er lustig op los. De aan komst van groote hoeveelheden oorlogsmate riaal mocht ook niet opgenomen worden, het overbrengen der kroonjuweelen evenmin, en in deze gevallen zag men geen kans om de waakzaamheid der Abessyniërs te verschalken. Om een overzichtsopname van Addis Abeba te verkrijgen trok een expeditie naar de om liggende hoogten. Twaalf muilezels vervoerden de zware opname-apparatuur, de officier, tien helpers en een tolk trokken mee in de stoet en zoo modderde men urenlang in een stroomen den regen omhoog langs een paadje, dat aan leg voor moeras had. Op een halve mijl van den top kwamen ze een troepje negers tegen, die een kudde scha pen voor zich uitdreven. Om zich te beschutten tegen den regen droegen de inboorlingen eigenaardige strooien mantels, die stijf uit staande. hen tot hun enkels als een tent omhulden. Alle overredingskracht, ook van den Abes- synischen officier was noodig om hen te doen poseeren, maar nog eer alle apparaten waren opgezet en ingesteld, vluchtten zij al doodelijk bevreesd voor deze helsche machines. Daarbij raakte een van de dragers nog de electrische batterij aan van het geluidsapparaat, kreeg een geweldige schok en vluchtte stadwaarts om nooit weer terug te keeren. Intusschen was dit alles slechts kinderspel bij wat de taak der cameramenschen zou wor den, nadat de oorlog uitbrak. Zoolang alles nog in het stadium van diplomatieke stappen, notawisseling, enz. was, legerden alle kranten reporters en filmoperateurs rond'het paleis te Addis Abeba, steeds en steeds in spanning, be vreesd dat een concurrent belangrijk nieuws mocht afsnoepen. Toen de krijg begon hadden de filmopera teurs, die naar het front trokken, heel wat te sjouwen aan hun opname-apparatuur. Be wegelijkheid was voor hen toch een eerste ver- eischte, zij moesten minstens het tempo van Haile Selassie's soldaten kunnen volgen, die op hun bloote voeten 40 mijlen per dag afleg den. Voorzoover de gebaande wegen strekten, kon men natuurlijk met automobielen flink vooruitkomen, maar daarna moest de tocht worden voortgezet met de hulp van muilezels, kameelen en tientallen dragers. De operateurs zitten thans midden in de schermutselingen. Zij sjouwen en trekken, zij rijden op paarden en hotsen op kameelen. Zij slapen in verloren oogenblikjes. Zij zijn blij als zij eens per dag een lichten maaltijd kun nen veroveren. Zij slikken ladingen kinine tegen de koorts, vechten met weerbarstige ap paraten, die uit elkaar rammelden op de lange tochten door de wildernis. Zij verwenscheri den oorlog en bidden vurig voor een kogel ver schoond te blijven. Nu hebben zij geen tijd meer om lange brie ven naar het hoofdkantoor te schrijven. Daar merkt men alleen, dat zij er nog zijn door het arriveeren van brokstukken film. Brokstukken, die hun reis begonnen op kameelen, en die tenslotte per vliegtuig van Afrika naar Europa joegen, om na enkele dagen het knallen der schoten in Abessynië in de bioscopen van de heele wereld te doen ochoën. En iederen keer dat wij zulk een journaal- filmpje van het front te zien krijgen, is het goed even te bedenken onder wat voor om standigheden van gevaar, bodemsgesteldheid en klimaat deze opnamen werden gemaakt, en hoeveel moeite het moet hebben gekost om deza beelden uit Afrika's binnenland in zulk1 een korten tijd naar ons theater te krijgen. MUZIEK. 1ste Cala-Concert der H.O.V. Van de vier voor dit seizoen geplande gala concerten der H O.V. worden drie door gast- dirigenten geleid. Het heeft nu bij sommigen verwondering gewekt, dat als zoodanig al leen Duitsche dirigenten optreden. Wij heb ben, zoo redeneeren zij. in ons eigen land verschillende orkestleiders, die tot nu toe nimmer ons orkest gedirigeerd hebben, óf wel van vroeger de beste herinneringen heb ben nagelaten en gaarne wevr eens op ons podium teruggezien zouden worden. Men behoeft slechts de namen Mengelberg, Van Anrooy, Van Goudoever, Spaanderman. Her mans, Van Beinum en Van Otterloo om een reeks samen te stellen, die klinkt als een wèi- gestemd en sonoor klokkenspel. Zou geen van dezen bereid gevonden zijn de steun - actie voor het behoud van ons orkest daad werkelijk te schragen? Of had het Comité van Actie de overtuiging, dat slechts van medewerking uit den vreemde succes te ver wachten was? En, zoo dit laatste het geval was. heeft het dan ook in Be'tic. Frankrijk en Engeland zijn voelhorens uitgestoken? Het zijn vragen, die alleen het C. v. A. zelf zou kunnen beantwoorden en waarvan het stellen niet beschouwd moet worden als een streven om de gekozenen te disoualificeeren. De dirigent van het Eerste Gala-concert, General-Musiköirektor Heinrich Steiner heeft getoond dat daarvoor geen grond aan wezig is. Wat Heinrich Steiner Vrijdagavond pres teerde gaf de bewijzen van groot en veelzij dig talent. De relatief nog zeer jonge Gene ra I-Musikdirektor presenteerde zich als lei der en als begeleider „Führer" en „Ge- fahrte", zou men kunnen zeggen en bo vendien als pianist. Als leider .schijnt Heinrich Steiner de .Sturm und Drang"-perlode nog niet geheel achter zich te hebben. Kraft ist die Moral des Menschen", Beethoven's devies, zou ook het zijne kunnen genoemd worden. Daaruit resulteeren hoeKigheden en scherpe contras ten. waarvan men sommige afgerond en verzacht wenschen zou. Vaart en vuur\ zat er in zijn directie en als men aan zijn wilde gebaren, die vaak aan een schermen-op-den- korten-stok of aan een uitval met de cava- leriesabel den en denken, eenmaal gewend was, kon men ook doorgaans met welgeval len naar hem kijken. Vaart gaf hij aan Weber's „Abu Hassan"- Ouverture, vuur schoot uit zijn vertolking van Liszt's „Les Préludes", kracht ging uit van zijn visie op Beethoven's Vijfde, waarin hij prachtige stijgingen wist te bewerkstelli gen. Als begeleider zorgde hij in de „Frei- schütz"-aria „Wie nahte mir der Schlummer" voor een aansluiting bij de zangpartij zóó volkomen, als we zelden te hooren krijgen. Dat was een intuïtief meevoelen of zelfs vóórvoelen van de intenties der vocale so liste, dat elke kans op ongelijkheid uitsloot. Als pianist toonde hij meer bezonkenheid dan als dirigent, bovendien een gave tech niek en een bijzondere dispositie voor groote grepen, die hem bij de voordracht van We ber's Konzertstück zeer te pas kwam. Dat de leerschool van Egon Petri hem meer in de richting van virtuoze beheersching dan in die van dieper sentiment ontwikkeld zal heb ben is gereedelijk aan te nemen voor alwie Egon Petri's spel kent. De soliste, mevrouw Helène Ludolph vond, zooals ik reeds schreef, in Steiner een idealen begeleider, zoodat de vertolking van het reci tatief en de aria uit „Der Freischütz" een buitengewoon goeden indruk naliet, waartoe natuurlijk haar goede zangkunst ook bij droeg. Ons orkest heeft de Ouverture en „Les Pré ludes" voortreffelijk uitgevoerd. Bij de Sym phonic was niet alles volkomen in den haak en kon men verschillende vlekjes in de vertol king waarnemen. We mogen dat niet aan de orkestleden wijten, daar. zooals mij werd meegedeeld, door een misverstand in de re geling der repetities de tijd ontbroken had om alle deelen van het werk met den diri gent in te studeeren. Ondanks die kleine on volkomenheden was de vertolking als geheel zeker indrukwekkend. Dirigent en orkest zijn aan 't slot warm gehuldigd; de eerstgenoemde ook door de aanbieding van bloemen en van een lauwer krans. Een talrijk en select auditorium woonde dit gala-concert bij. K. DE JONG. NAGEKOMEN PREDIKBEURTEN. BROEDERGEMEENTE Zondag 1 December. Vm. 10.30 uur: Gemeenschappelijke Duitsche Adventsdienst met de Deutsch Evang Gem. Koorzang. Opwekkingsamenkomst Dinsdag 3 Dec. nam. 8 uur: Ds. Berkhoff, Bilthoven, voorheen Chr. Geref. pred. Onderwerp: Hoeksteen en Nagel. HET VERTREK VAN DR. KASTEIN. Naar aanleiding dat ds. H. J. Kastein het beroep naar Hoorn heeft aangenomen, schrijft het „Eigen Blaadje", het maandblad van de Vereeniging van Vrijzinnig Her vormden het volgende: „Onze voorganger ds. H. J. Kastein, heeft een beroep van de Ned, Herv. gemeente te Hoorn aangenomen. In het begin van het volgende jaar zal ds. Kastein ons verlaten. Het bestuur onzer vereeniging vermeldt dit a.s. heengaan hoeft het we! te worden gezegd? met ernstig gevoeld groot leed wezen. Ds. Kastein. die in Maart 1934 hier zijn arbeid begon, heeft in dien korten tijd veel zegenrijk werk verricht en veler hart aan zich verplicht. Hij bleek van meet aan door een gelukkige verbinding van degelijken aantrekkelijke predikatie en catechisatie- onderwijs met voorbeeldigen pastorale arbeid hier een in alle opzichten hoog te waardeeren voorganger te zijn. Dankbaar voor het van hem ontvangene en door hem tot stand ge brachte, kunnen wij onder eerbiediging van het door hem genomen besluit, onze broeders en zusters te Hoorn van ganscher harte geluk wenschen met hun nieuwen pastor". CLUBHUIS. DAMSTRAAT 19. Dit jaar voor het eerst worden er in het Clubhuis van de afdeeiing Haarlem van de Ned. Vereeniging ter behartiging van de be langen van jonge meisjes iederen derden Dins dag van de maand lezingen gehouden over verschillende onderwerpen, die toegankelijk zijn voor jongens en meisjes boven 16 jaar. Zoo sprak 1.1. Dinsdagavond de hoofdinspec teur van politie over „Verkeersproblemen". Er was veel belangstelling voor. vooral daar de aanwezigen over eeniger. tijd het verkeers- examen zullen kunnen afleggen. Er zullen nu onder leiding van de hoofd leidster vragen hierover bestudeerd worden, waarna in het voorjaar de Hoofdinspecteur nog eens terugkomt om het examen af te ne men van hen die dat willen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 16