Abessyniërs bereiden een aanval op Makalle voor. Chineesche kunstschatten in Londen. THIJS IJS EN DE BOOZE BUURMAN WOENSDAG 4 DECEMBER 1935 HAAREEM'S DAGBEAD 4 De oorlog in Abessynië. In het zuiden een Italiaansch offensief verwacht. Addis Abeba in feest stemming De speciale Reuter-A. N. P. correspondent meldt uit Addis Abeba: Terwijl op het Tembien-plateau de guer rilla voortduurt en beide partijen slechts be richten over successen bij dezen strijd publi- ceeren, trekt een sterke Abessynische strijd macht, bestaande uit troepen die grootendeels via Dessie uit Addis Abeba komen, op in de richting van Makkale. In Ogaden ten zuiden van Djidjiga volgen de Abessyniërs een defensieve tactiek, aange zien zij op een Italiaansch offensief rekenen. Naar men weet hebben de Italianen sterke vooruitgeschoven posities bezet ten noorden van Gorahei, en de mededeelingen uit Abes synische bron, die opnieuw melden dat de Italianen Gorahei en Gerlogoebi hebben ont ruimd, beteekenen waarschijnlijk dat de voor hoede van generaal Grazziani. hoewel zij noordelijker gelegen punten heeft bereikt, deze steden niet heeft bezet- Volgens den Reuter-A. N. P. correspondent te Asmara trekt een sterk Abessyinisch leger op in de richting van Makkale met de bedoe ling, de Italiaansche linies aan te vallen, die een halve maan vormen, waarvan het meest vooruitgeschoven uiteinde ongeveer 25 K.M. ten zuiden van Makkale ligt. Het Abessynische leger bestaat uit troepen van Ras Kassa, waarbij zich geregelde troepen bevinden van den minister van oorlog Ras Moeloegeta. Men verklaart, dat het Abessynische leger goed is uitgerust en beschikt over voldoende wapens en munitie en een goed georganiseerde in tendance, met verscheidene karavanen. De Reuter-A. N. P. correspondent te Djidjiga meldt, dat de Abessyniërs met groote activiteit hun verdedigingswerken voltooien en hun po sities in het zuiden versterken met het oog op het nieuwe Italiaansche offensief, dat naar men aanneemt elk oogenblik verwacht kan worden. Het Abessynische front schijnt zich op een afstand van ongeveer 70 K.M. ten noor den van Gorahei te bevinden, maar men wijst erop, dat dit front slechts bestaat uit enkele linies, bezet door slechts een geringe troepen macht, uit vrees dat een groote concentratie van troepen luchtbombardementen zou uit lokken. De hoofdmacht van het Abessynische leger op dit front bevindt zich achter de li nies, die Djidjiga beschermen. Volgens de me dedeelingen van Somali's, die uit het Italiaan sche leger zijn gedeserteerd, zouden de Ita liaansche troepen in het zuiden slechts de beschikking hebben over een zestigtal vlieg tuigen. De grens van Britsch Somaliland wordt de laatste dagen streng bewaakt door een Brit- sc'ne afdeeling Mehari's. De Abessynische hoofdstad Addis Abeba was gisteren in feeststemming ter gelegenheid van de viering van het feest van den Heiligen George, den schutspatroon van Abessinië. De Kroonprins, die tijdens de afwezigheid van den Negus belast is met het waarnemen van de staatszaken, begaf zich op een witten muilezel door de straten van de hoofdstad naar de Basiliek van den Heiligen George om den plechtigen herdenkingsdienst bij te wonen. Na afloop van den dienst trok hij, gevolgd door krijgslieden uit alle deelen van het land, door de voornaamste straten, waar hij door de bevolking luide werd toegejuicht, om naar het Paleis terug te keeren. China. Protest te Londen tegen de Japansche actie. De Chineesche ambassadeur te Londen, Kwo Tai-tsji. heeft bij het Foreign Office ge protesteerd tegen de Japansche actie in China, welke een schending beteekent van het negenmogendhedenverdrag. Tevens heeft hij zich beroepen op de arti kelen X en XI van het Volkenbondspact. Hetzelfde protest z-u China hebben laten hooren in Parijs. Washington en de andere betrokken hoofdsteden. Engeland. Koning George's troonrede. Aan de troonrede, die gisteren bij de ope ning van het parlement door den Lord-Kanse- lier voorgelezen is. is het volgende ontleend: De buitenlandsche politiek van mijn regee ring zal. zooals tot nu toe, gebaseerd zijn op een krachtigen steun aan den Volkenbond. De regeering blijft bereid in samenwerking met andere leden van den Volkenbond de verplich tingen van het handvest te vervullen. In het bijzonder is zij vastbesloten te allen tijde ge bruik te maken van het geheele gewicht van haar invloed voor het behoud van den vrede. Te dien einde heeft mijn regeering zich ge noopt gevoeld in samenwerking met ongeveer 50 andere leden van den Volkenbond zekere maatregelen van economischen en financieelen aard aan te nemen met betrekking tot Italië. Tezelfder tijd zal zij voortgaan haar invloed aan te wenden ten gunste van den vrede op zoodanige wijze als aanvaardbaar is voor de drie bij het geschil betrokken partijen, te weten Italië, Abessynië en den Volkenbond. Mijn regeering heeft uitnoodigingen gericht tot de regeeringen van de andere staten, die partij zijn geweest in de vlootverdragen van Washington en Londen, om deze maand te Londen een conferentie bij te wonen tot het sluiten van een nieuw internationaal verdrag ter beperking van de vlootbewapening. Met voldoening heb ik vernomen, dat alle uitnoodigingen voor deze conferentie zijn aan genomen en ik vertrouw, dat haar werkzaam heden met succes zullen worden bekroond." Zich richtende tot de leden van het Lager huis vervolgt de troonrede: ,.De vervulling van onze internationale verplichtingen overeen komstig het Volkenbondspact en niet minder een passende bescherming van mijn Rijk, maakt het dringend noodzakelijk, dat de te kortkomingen in de verdedigingskrachten wor den aangevuld. Mijn ministers zullen te gelegener tijd bij het parlement voorstellen indienen, welke zul len worden beperkt tot het minimum, dat voor deze beide doeleinden wordt vereischt. Vervolgens behandelde de troonrede binnen- landsche aangelegenheden. Majoor Attlee, de leider der Arbeidersop positie. heeft na de voorlezing van de troon rede in het Lagerhuis betoogd, dat de rede slechts heel weinig rekening houdt met de dringende buitenlandsche politieke aangele genheden. De Britsche regeering heeft naar zijn meening de Italiaansche te mild behan deld. Zij heeft niet. zooals in de Troonrede staat, den Volkenbond ondersteund. Hij noemde de opvatting als zou een voorstel tot bijlegging van het Itallaansch-Abessynische conflict ook voor Italië aannemelijk moeten zijn, onwettig, daar Italië met een inbreker is te vergelijken, wien men niet behoeft te vragen of hij met het vonnis instemt. De regeering gelooft, klaarblijkelijk niet dat het collectieve stelsel een bescherming voor het Britsche rijk is. zeide Attlee verder nog. De ontwapening is geheel van het plan verdwenen. Ook met de binnenlandsche politiek der regeering was Attlee het niet eens. De kwes ties der werkloosheid en die der mijnwerkers zijn onopgelost. Frankrijk. De Kamer over de kwestie der strijdhonden. Gisteren is in de Fransche Kamer het debat over de strijdhonden, de „ligues", begonnen. De regeering was vertegenwoordigd door den minister van binnenlandsche zaken. Op de agenda stonden een tiental interpellaties over de actie der strijdhonden en de werkzaamheid van het Volksfront, ingediend door links en rechts. Verder bevatte de agenda twee wets ontwerpen: het wetsohtwerp-Chauvin. waarin regels worden gegeven voor de openbare de monstraties, en een ontwerp betreffende invoer, vervaardiging en in bezit hebben van wapens. De communistische afgevaardigde Ramette, aldus het A. N. P. had zich voorzien van ver- schillende documenten en krantenknipsels, aan de hand waarvan hij betoogde, dat de Croix de Feu en de andere strijdhonden ge vaarlijk zijn en dat de regeering te toegevelijk is. In de eerste plaats, aldus zeide hij, moet worden opgetreden tegen kolonel de la Rocque. Ramette verweet de regeering dat zij gemee- ne zaak maakt met de fascistische weerorgani- saties.. Hij zeide verder, dat de meerderheid van het Fransche volk achter het Volksfront staat, en sprak zich openlijk uit voor het doen verdwijnen van de regeering-Laval. De radicaal-socialist Guernaut deed even eens felle aanvallen op de rechtsche weer- organisaties. Vervolgens werd de zitting tot den middag verdaagd. Na de hervatting sprak de radicaal-socialist Rucart, die zeide. dat hij het woord voerde namens de afgevaardigden van links. Hij verweet de regeering, dat zij de strijdhonden heeft aangemoedigd, hoewel herhaaldelijk provoceerend is opgetreden. Ophitsing tot moord, tot gewelddaden en tot generale repe tities voor den burgeroorlog zijn door haar toegelaten. De zitting geschorst. Toen de spreker eenige gevallen opsomde, waarin degenen, die politieke persoonlijkhe den zouden hebben aangevallen, niet ter verantwoording zijn geroepen, en toen hij herinnerde aan de verwondingen van den af gevaardigde Elbel, die bij een botsing een oog heeft verloren, werd het voortdurend onrus tiger in de kamer. Van de banken der linker zijde werd herhaaldelijk het aftreden van den minister van justitie geëischt. Laval antwoordde, dat in het laatstgenoemde geval een onderzoek is ingesteld. De woorden van den premier werden overstemd door het rumoer der linkerzijde. Toen de minister van Justitie zijn houding in de opgesomde gevallen wilde rechtvaardigen, duurde de on rust voort. De president ging tenslotte over tot schorsing der zitting. Tegen 7 uur in den avond is de kamerzitting verdaagd tot Donderdagmorgen. Tevoren was nog het woord gevoerd door den socialistischen afgevaardigde Valière. De ze stelde de leden van de Croix de Feu verant woordelijk voor de bloedige incidenten, die zich eenige weken geleden hebben voorgedaan te Limoges. De radicaal-socialist Rucart, die bekend is geworden als rapporteur der commissie van onderzoek voor de gebeurtenissen van 6 Fe bruari. is voornemens, met de andere leden zijner fractie te beraadsdagen over het even tueel indienen van de volgende motie: „De kamer is besloten, slechts een regee ring te steunen, die bereid is. de republikein- sche instellingen met energie te verdedigen en de openbare orde te handhaven, en gaat over tot de orde van den dag." Het is waarschijnlijk, dat dit voorstel in de fractie een levendig debat zal uitlokken, daar de motie geen betuiging van vertrouwen in de regeering bevat en derhalve door de radicaal- socialistische ministers moeilijk kan worden aanvaard. Hooger beroep tegen invrijheidsstelling. Het auto-ongeluk bij Nigtevecht. Dorp in Ecuador door aard verschuiving bedolven. Alle bewoners om het leven gekomen. Het AN.P. meldt uit Guayaquil, 3 December: Het dorp Verdecocha in de Andes, is door een reusachtige aardverschuiving bedolven. Alle inwo ners, vijftig in getal.- zijn om het leven gekomen. De aardverschuiving die plaats had over een breedte van twee mijl, ging vergezeld van een enorm lawaai. De Officier van Justitie te Amsterdam heeft beroep aangeteekend tegen de beslis sing van de raadkamer der rechtbank, waar bij de automobilist J. v. O. in vrijheid is ge steld, na een maand in voorarrest te hebben doorgebracht. De man is eenige maanden geleden bij Nigtevecht in het Merwedekanaal gereden, waarbij zijn vrouw en kind zijn verdronken. Hij wordt er van verdacht dit ongeluk op zettelijk te hebben veroorzaakt VERBOD VAN „DE BEUL" GEVRAAGD. De opvoeringen van het tooneelstuk „De Beul", door de Amsterdamsche Tooneelver- eeniging zijn voor het Tweede Kamerlid den heer Amelink aanleiding geweest de volgende vragen te richten tot den minister van Bin nenlandsche Zaken Is het juist, dat in het door de Amstei*- damsche Tooneelvereeniging gespeelde stuk „De Beul" de Christelijke godsdienst wordt' gesmaad en onze weermacht wordt bespot telijk gemaakt? Is het juist, dat in dit stuk godslastering, moord, doodslag en verheer lijking van geweld schering en inslag zijn? Indien dit juist is, wil de minister dan bevorderen dat de opvoering van dit tooneel stuk wordt verboden? DONDERDAG 5 DECEMBER. HILVERSUM 1875 M. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12.00 NCRV. 8.009.15 en 10.00 Gram. pl. 10.15 Morgen dienst. 10.45 Gram. pl. 11.3012.00 Godsd. halfuur. 12.15 Gram. pl. en orkestconcert. 2.00 —.300 Handwerkles. 3.15 Gram. pl. 4.00 Bijbel lezing. 5.00 Handenarbeid v. d. Jeugd. 5.30 St. Nicolaas programma v. d. kinderen. 6.45 Cau serie. 8.05 „Anders dan anders", gevar. pro gramma met Prijsvraag. (Om 10.00 Berichten). 11.00—12.00 Gram. pl. HILVERSUM II 301 M. AVRO-Uit zending. 5.30 VPRO. 8.00 Gram. pl. 9.00 Kookpraatje. 9.05 Lyra- Trio. 10.00 Morgenwijding. Gewijde muziek. 10.30 Omroeporkest, cn voordracht. 12.30 Gram. pl. 1.30 Jetty - Cantor's Ensemble en zang. 3.00 Kniples. 3.45 Gram. pl. 4.00 Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gram. pl. 4.45 Hoorspel. 5.30 Lezing. 6.00 De AVRO-Decibels met zangsoliste. 6.30 Sportpraatje. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 Vocaal concert. 7.30 Engel- sche les. 8.00 Berichten. 8.10 St. Nic. program.- ma. 9.45 Kovacs Lajos' orkest. 10.30 Revue uitzending (Om 11.00 Berichten.) 11.3012.00 AVRO-Decibels. DROITWICH. 1500 M. 11.25—11.50 Orgelspel H. Croudson. 12.10 Or kestconcert olv. Austin. 1.202.20 Gram. pl. 3.20 Vesper. 4.10 Lezing. 4.30 Gram. pl. 5.05 Orgelconcert. 5.35 Populair concert. 6.20 Be richten. 6.50 Schütz-concert. 7.15 Spaansche les. 7.50 Lezing. 8.20 „Ein Walzertraum", Strauss—Marveil. 9.25 Pianorecital. 9.50 Be richten. 10.20 Kerkdienst. 10.40 Kwintet con cert mmv. soliste. 11,3512.20 Dansmuziek. RADIO-PARIS 1648 M. 7.20, 8.20 en 11.20 Gram. pl. 12.35 Omroep-, orkest. 4.20 Radiotooneel. 8.20 Zang. 9.05 Nat. Orkest 11.05—12.35 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 5.50 Orkestconcert. 11.20 Orkestconcert. 1.35 Gram. pl. 3.25 Trioconcert. 4.20 Weragkamer- orkest en solisten. 7.20 Omroeporkest fen solis ten. 9.5011.20 Omroepkleinorkest en solisten. BRUSSEL, 322 M. 12,20 Gram. pl. 12.50 Omroeporkest. 1.50— 2.20 en 5.20 Gram. pl. 6.50 Omroeporkest. 7.35 Gram. pl. 8.20 Salonorkest. 9.10 Voordracht. 9.20 Vervolg concert. 9.50 Religieuze muziek. 10.30—11.20 Gram. pl. BRUSSEL, 484 M. 12.20 Gram. pl. 12.40 Zang. 1.502.20 Gram. pl. 5.20 Salonorkest. 6.50 en 7.35 pl. 8.20 Sym- phonieconcert. 10.3011.20 Gram. pl. DEUTSCHLANDSENDER. 1571 M. 7.30 Orkestconcert 8.20 Dansmuziek. 9.20 Be richten. 9.50 Concert. 10.05 Weerbericht. 10.20 11.20 Kamermuziek. Indrukwekkende tentoonstelling, door Chineesche deskundigen ingericht. Dertig eeuwen Aziatische schoonheid. (Van onzen Londenschen correspondent). De eerste alomvattende tentoonstelling van Chineesche kunst in Europa is thans ondergebracht in de zalen van de Royal Academy te Londen. Ze blijft open tot 7 Maart, Het bestuur verwacht vele bezoekers van het vasteland en geeft abonnements kaarten uit tegen verminderden prijs voor hen, die met excursiebiljetten uit Nederland, Duitschland. Zweden en andere landen ko men. Ware kunstliefhebbers zullen de gele genheid, welke Burlington House hun de eerstvolgende maanden verschaft om hun kennis van Chineesche kunst te verrijken door rechtstreeksche aanschouwing van de zeldzaamste voorwerpen dier kunst wel niet laten voorbijgaan. Of het ligt aan de erva ring, welke men langzamerhand in Piccadilly met deze en soortgelijke tentoonstellingen heeft opgedaan, of aan de tooverhanden der Chineesche, deskundigen, die aan de inrich ting hebben meegewerkt, zeker is dat Bur lington House nimmer zulk een voortreffe lijk geordende en even sober als smaakvol geschikte tentoonstelling te zien heeft gege ven. De wanden der zalen en de kasten in- en uitwendig zijn gevoerd met strookleurige linnen stof. strak gespannen. Het is een aohtergrond. die de vaak onbeschrijfelijk fijne tinten van de voorwerpen, wat de kleur basis ook is, verrassend helder doet uitko men. De catalogus gewaagt van 3080 stuk ken. Er zijn er bij, die realiteit geven aan een bijna legendarisch verleden van 2700 jaren. En verder is de kunst van alle dynastieën en tijdperken van China tot de 19de eeuw toe vertegenwoordigd. Er is aardewerk, schilder werk, metaalwerk, beeldhouwwerk en lak werk: voorwerpen in brons en jade, in cloi- sonné-email. porcelein in de grootst moge lijke verscheidenheid roepen er in hun schoone vormen, lijnen, versiering en kleu ren om uw aandacht; calligrafieën, manus cripten. waaiers, bewerkte stoffen, boeken, meubels en binnenhuiskunst voltooien er de verscheidenheid van kunstvormen, welke het Chineesche volk door de eeuwen heen met onvergelijkelijke kunde, nooit falend schoon heidsgevoel en hemelsch geduld heeft be oefend. Het aantal schilders en calligrafen het is altijd moeilijk te zeggen waar in China de schilder begint en de calligraaf eindigt en omgekeerd op de tentoonstelling verte genwoordigd bedraagt 120. De tentoonstelling - maakt dus wel aan spraak op volledigheid. In de zeszijdige mid denzaal, die het midden vormt van de zalen- groep is een marmeren Boeddha-beeld opge steld van bijna 6 M. hoog. Wanneer men de trappen opgaat kan men halverwege in een omlijsting van een hoogpoort dat beeld zien staan. Het is het eerste voorwerp van oude Chineesche kunst, dat het oog ontmoet. Het beeld is van het jaar 585. Het wijze gelaat met zijn zachtmoedigen glimlach moet in den ontvankelijken bezoeker de nederige en eerbiedige stemming wekken, waarin, hij deze kunst zal aanschouwen. Die glimlach, zoo vredig en zoo vriendelijk, is meer dan 13 eeuwen oud. Hij werd geboren in het tijd perk der noordelijke en zuidelijke dynastieën en heeft een tijd meegemaakt van schoon heidsschepping in China, langer en vrucht baarder dan alle andere aardsche historie kan aanwijzen. En de gedachte voegt zich gemakkelijk naar het idee. dat dit Boeddha gezicht van zuivere weldadigheid symbool is tegelijk van de diepe bevrediging, welke de aanschouwing van deze kunst door de eeuwen heeft versohaft, en van de voldoe ning en de gemoedsvrede welke in de gedul dige scheppers moeten hebben geleefd. Om dit indrukwekkend beeld van zacht zinnigheid is dan hier de oogst vergaard van het schoonste kunnen van een volk, dat tot dezen dag toe zijn deel heeft gehad van honger en ramp en krijg en barbarendom. Dit klinkt niet als een verslag van de ten toonstelling. Maar de verslaggever voelt zich wat machteloos, wanneer hij oogen en ge moed heeft vergast aan meer dan 3000 kunstvoorwerpen, welke hem een voor een treffen als in vormen gekerfde gedichten, als muziek in lijn en kleur en motief, als legenden en mythen, die al haar fantasie, bekoring en religieus mysterie hebben ge legd in inkt op zijde. Het wonderbaarlijk ge heel rijst in zijn geest als een apotheose een echte van nationale volkskunst en gedetailleerde ontledende aanteekening is er in verdronken. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC. Den volgenden morgen zijn Thijs en Sim er al heel vroeg bij om de geit van zijn geverfde jasje te ontdoen. Ze nemen het cuer duchtig onder handen en het duurt niet lang of daar staat buurmans geitje weer precies zooals vroeger! Nu nog den hoed van de horens genomen en dan is het beestje kant en klaar om weer naar den baas te worden teruggebracht. „Dit zal wel de laatste keer zijn, dat je het geitje bij je huis ziet, Sim." zegt Thijs vroolijk. En Sim is daar blij om, al vindt hij het dier lang niet kwaad. De picturale kunst vooral is op deze ten toonstelling een openbaring. De wereld kan nimmer zulk een uitgelezen verzameling Chineesch schilderwerk op zijde en papier bijeen hebben gezien. Hier ziet men in do zijnen luisterrijke voorbeelden, dat de Chi neesche kunstenaar schrijft met het penseel in een vlotte, vrije hand, die ruimte en rythme geeft aan zijn voorstelling, dat hij het landschap, de fauna en de flora weer geeft, die voor zijn geest staan na reëele aanschouwing. Elke voorstelling treft als het gestyleerde wezen van de werkelijkheid. Er is geen treffender voorbeeld van dat rythme en die ruimte en die krachtige suggestie van de realiteit dan de voorstelling van de dui zend mijlen van de Yangtse Kiang op een baan papier van zoowat 30 c.M. breed en 15 M. lang. De bedrijvigheid van den stroom en zijn oevers lossen zich geleidelijk op in de schijnbare oneindigheid van het wazige wes ten, waar enkele droomschuitjes aarzelen op een rivier, die zich in dampen verliest aan het Chineesche einde van de wereld. Twee doeken van den ongelukkigen keizer- kunstenaar Hui Tsung, van het begin der twaalfde eeuw, getuigen hoe vroeg in dit volk het zuiverst schoonheidsgevoel ontwikkeld was. Een witte eend onder rood addergras aan den waterkant op het eene doek, een herfstavond aan een meer op het andere, spaarzaam en ijl in de materie, zijn wonde ren van aesthetisch voorstelling. Hui Tsung moet ongelukkig worden genoemd, omdat hij met zijn zoon en drieduizend leden van zijn huishouding door de Tartaren gevangen wend genomen en gedood. Zijn schilderschool en een groot deel van zijn collectie kunst werken werden vernietigd. Veel overlevering en historie zijn verbonden aan de kunstvoorwerpen welke hier tentoon zijn gesteld. Er is een porseleinen figuurtje uit de T'ang-dynastie (van het jaar 618 tot 906) voorstellend den dichter Li T'ai-po, van wien wordt verhaald, dat hij verdronk toen hij dronken over zijn boot leunde om de weer spiegeling van de maan in het water te om helzen. Een koe, uitgevoerd in groene jade gedurende de vroege Han-dynastie, twee eeuwen voor Christus, werd in 1422 door Yung- lo, den stichter van de Verboden Stad, naar Peking gebracht. Het stuk, tezamen met an dere jadefiguren toen reeds van groote an tiquiteit geacht werd gebruikt voor opluis tering der jaarfeesten. Een liggend paard in zwarte jade (ook op de tentoonstelling te zien) maakte eveneens deel uit van deze ritueele voorwerpen, die eeuwen lang in het keizerlijk paleis hebben gestaan. Toen Keizer K'ang-hsi in 1662 den troon beklom vroeg hij, waarom het paard met het drakenhoofd ,dat de boe ken der wijsheid van over de Gele Rivier brengt" niet in de verzameling was begrepen. Dit paard werd daarop uitgebeeld en men ziet het hier in witte jade, worstelend over de golven van de Gele Rivier met de Boeken der Wijsheid. Zulke associaties verhoogen de be langstelling, maar bevredigender is de fijne schoonheid der dingen alleen op het gemoed te laten werken. De tentoonstelling verschaft uiteraard ook overvloed van gelegenheid de Chineesche op vatting van plastiek te leeren kennen en be wonderen. De werker in jade en anderen har den steen toovert zijn vormen te voorschijn uit de oorspronkelijke vormen en het wezen van zijn grondstof, wier behoud hij angstvallig be waakt en waarop hij graag detail en „natuur lijkheid" van voorstelling opoffert. Zoo schij nen de vormen van dieren en monsters als uit den steen gegroeid. Het Ming-porselein van levendig patroon en kleur, ruim vertegenwoor digd, is beter bekend dan de zooveel rustiger potten, vazen, schalen en borden van de Yuan-dynastie in de eerste helft der veertien de eeuw, die modern aandoen maar in vorm en klare effenheid van tinten in geen pottenbak kerij van den tijd zouden kunnen worden na gemaakt. De vroegste werken zijn bronzen va zen. kommen en cauldrons van een tijd tus- schen legende en geschiedenis. Ze zijn monu mentaal van vorm en streng van versiering. Deskundigen meenen, dat ze gebruikt werden voor doodenvereering en godsdienstig ritueel en voortkwamen uit aardewerk in dagelijksch gebruik. De volle luister van Chineesche kunst over een periode van 30 eeuwen is in de ten toonstelling vertegenwoordigd. De 800 meesterwerken, door de Chineesche regeering geleend, zijn zonder uitzondering gave stukken van de hoogste artistieke hoe danigheid. Ze vormen de edelste nationale schat, welken men zich kan indenken; en elk stuk is van imperiale kwaliteit. De rangschik king is feilloos geweest in de handen der Chi neesche deskundigen, die een levende voorstel ling hebben gegeven van de ontwikkeling der Chineesche kunst van de vroegste tijden tot heden. Men gaat langs de kasten van No. 1 tot No. 800 en heeft dan een wonderbaarlijk beeld gekregen van kunstzinnige voortbrenging in het Hemelsche Rijk in haar ontwikkeling van voorhistorische tijden tot aan de nieuwste ge schiedenis. De meer dan 2000 stukken uit openbare en particuliere verzamelingen in Amerika, Azië en Europa vullen de details in. Er zijn 32 in zendingen uit Nederlandsche verzamelingen, 2 uit het museum voor Aziatische Kunst en 4 uit het Rijksmuseum te Amsterdam. 6 uit het Gemeentemuseum in Den Haag. 8 uit de ver zameling van Robert May in Zeist, 3 van W. van der Mandele in Bloemend aal, 1 van G. J. van den Broek in Den Haag. 2 van W. F. van Heukelom in Amsterdam, 2 van mevrouw Ver- burgtKramers in Den Haag, 4 van H. K. Wes tendorp in Amsterdam. De Nederlandsche in zendingen bestaan uit porselein en aardewerk, bronzen, applique, beelden, doozen met lak werk, een tafel in cloisonne, penseelpotten, katten in aardewerk en een rood gelakt blad met een motief van camelia's. De twee pen seelpotten met de groepen van zes acteurs, in porselein met gekleurd glazuur, uit het Rijks museum. behooren tot de juweelen van de ten toonstelling. Het grootste deel van een wand van zaal 9 wordt opgeëischt door een twaalf- rteelig scherm van 3.2 M. hoog en 6.24 M. breed. Het is een stuk van de 17e eeuw van rijk en hevig decoratief effect. Ook zonder de cata logus te raadplegen kan men zien, dat het niet meer dan drie eeuwen oud is. Want de schepen in het kustlandschap en de man, die uit een luik van een voorsteven kijkt zijn echt zeventiende eeuwsch Nederlandsch. Aan één kant van het scherm is een decoratief mo tief van phoenixen en bloemen, aan den an deren kant een voorstelling van Nederlandsche figuren in het landschap. A. K. VAN R.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6