Spoedig zullen vestigingseischen
worden gesteld.
Vee! voorstanders van
luchtbescherming.
Het leed der
stille armen.
Haarlem's Kunstbezit.
WOENSDAG 11 DECEMBER 1933
HAARDE M'S D A G B D A D
3
TWEEDE KAMER
Rijnvaartpremies hebben meer dan gewone
aandacht der regeering.
B- Sneevliet (R.S.P4
DEN HAAG Dinsdag.
De Kamer begon met op voorstel van den
Voorzitter de behandeling der Ondenvijsbe-
grooting op morgen te bepalen, terwijl de on
derwijsbezuiniging pas daarna zal volgen. Dus
is er nog tijd om te lijmen!
Nadat bij de voortzetting der discussies
over Minister Gelissen's begrooting de heer
Sneevliet (rev. soc.) het denkbeeld van den
heer Engels inzake gedeeltelijke verplaatsing
van fabrieks- vooral textiel-arbeiders naar 't
platteland bestreden had, bepleitte Mr. Wen-
delaar (lib), meer vrijheid voor het bedrijfs
leven. hierbij vooral ook het oog hebbende op
de belangen van den consument. Voor econo
mische opleving is noodig ons los te maken
van alles wat verstorend werkt, zooals b.v. de
contingenteering. De voorzitter der liberale
partij nam het ver
volgens op voor Rot
terdam, dat z.i.
krachtige hulp der
Regeering noodig
heeft. Nog eenige op
merkingen van de
heeren v. d. Bilt (R.
K.) en IJzerman (s.d.)
en toen kwam Mi
nister Gelissen aan
het woord. Degenen
die zich als kam
pioenen voor den
middenstand en de
havensteden hadden
ontpopt kregen te hooren, dat een en ander
ln commissoriaal onderzoek is. De resultaten
daarvan zal men mettertijd vernemen. De
Schepping van Economische Zaken is volgens
den Minister destijds geen gril geweest.
Het groote belang van den Economischen
Voorlichtingsdienst erkende de Minister ten
volle. In een sneltreinvaart las de bewindsman
zijn rede voor. Zoo vlug, dat hij zeer slecht te
volgen was.
Na eenige algemeenheden over den econo
mischen voorlichtingsdienst kwam de ordening
ter sprake. De voorschriften betrekking heb
bend op de verbindendverklaring van onder
nemersovereenkomsten zullen binnenkort het
licht zien. Richtsnoer bij de ordening is en
moet zijn het algemeen belang, waarbij dat
van den consument ook in 't spel is. Een wets
ontwerp in zake de vestigingseischen is zoo
goed als voltooid. Inzake de contingenteeringen
gaf de Minister te verstaan, dat deze in de
eerste jaren voor een aantal producten nog
niet gemist kunnen worden.
Met het oog op de positie van de handels
agenten is men nog bezig na te gaan in hoe
verre het contingenteeringsstelsel eenige wij
zigingen zou kunnen ondergaan
Verstonden we minister Gelissen goed, dan
betoogde hij o.m. dat hem, enkele uitzonde
ringen daargelaten geen gevallen van prijs-
verhooging tengevolge van contingenteering
bekend zijn. terwijl .hij voorts te kennen gaf,
dat z.i. de verstarrende werking der contin
genteering wordt overschat. Het binnenlandsch
aandeel in het verbruik van binnenlandsche
artikelen is na de invoering der contingentee
ring niet onaanzienlijk toegenomen.
Van den ernst der situatie, waarin de mid
denstand verkeert, is de minister ten volle
doordrongen. Verschillende door dr. Vos voor
gedragen wenschen zijn al of worden weldra
vervuld. Aan het cadeaux-stelsel zal de minis
ter echter niet; doen.
En nu de zeescheepvaart, de belangen der
havensteden, enz. Met onderschrijving der
stelling, dat de havenbelangen van Rotterdam
en Amsterdam van nationale beteekenis zijn,
is men er nog niet. Toegegeven moest wor
den, dat Antwerpen er in het algemeen beter
aan toe is, Als middel ter verbetering van
den toestand is o.m. verlaging van haven- en
kadegelden aanbevolen. Dit is in de eerste
plaats een gemeentelijke aangelegenheid. In-
tusschen heeft de Regeering in verband hier
mee toch ook al eens met belanghebbenden
leeken gepraat. Wat een ander middel betreft
dat van invoering van de Rijnvaartpremies,
heeft een meer dan gewone aandacht der re
geering.
De plannen tot reorganisatie van den Ko
ninklijken Hollandschen Lloyd zullen vermoe
delijk spoedig gereed zijn en dan hoopt de
minister iets voor de gedupeerde pensioenge
rechtigden gedaan te krijgen. Nog wat over de
evenredige vrachtverdeeling en toen duurde
het niet lang meer of de begrooting van Han
del, Scheepvaart en Nijverheid ging onder den
hamer door. Inimddels was de gereserveerde
tribune propvol geraakt met anti-luchtbe-
schermings-dames. Bij wijze van stil protest,
wilden zij, na een adres aan minister de Wilde
te hebben aangeboden, de beraadslagingen
over het in haar oogen zoo verfoeilijke wets
voorstel bijwonen. Maar President Ruys de
Beerenbrouck was oorzaak van haar eerste
teleurstelling in 's lands vergaderzaal, want
op een vroeg uur verdaagde hij, nu de begroo
ting van minister Gilissen was aangenomen,
de vergadering heel den avond.
A von dvergadering.
LUCHTBESCHERMING.
Weer is de gereserveerde tribune zwaar bela
den met onversaagde tegenstandsters van de
luchtbescherming. En weer beleven zij een
teleurstelling, nu echter van ernstiger aard.
Want ze moesten het aanhooren. hoe de ge-
heele Kamer, hoe alle fracties, tot de com
munisten toe, voor het wetsontwerp waren,
met uitzondering slechts van den revolution-
nair-socialist Sneevliet en den Christen-de
mocraat v. Houten.
Het ter tafel liggende voorstel komt in
hoofdzaak hierop neer dat het aan de ge
meentebesturen de wettelijke verplichting
oplegt maatregelen te treffen ter bescher
ming tegen eventueel* luchtaanvallen. Alle
gemeenten hebben zekere voorbereidende or
ganisatorische regelingen te treffen en deze
voor eigen rekening te nemen. Maar de bij
zondere maatregelen (zooals materieele uit
H. W. Tilana» <Cbr.H.)
werking, en vooral het aanleggen van schuil
plaatsen i. welke genomen moeten worden in
de gemeenten, die in belangrijke mate of in
zeer belangrijke mate aan gevaar blootge
steld zijn, door den aard van haar ligging of
(en) door het feit, dat zij bijzondere „aan
trekkelijkheid" voor den vijand hebben, om
dat zij belangrijke voorraadplaatsen, gebou
wen enz. herbergen, worden de gemeenten in
drie ge varen klassen ingedeeld. waarvan
alleen de gemeenten van de derde klasse zich
tot de meest eenvoudige organisatorische
maatregelen hoeven te bepalen zal het
rijk bekostigen.
Verder bevat het ontwerp nog bepalingen
omtrent de instelling van hulpdiensten; een
regeling betreffende het in gebruiknemen
van bepaalde eigendommen (kerktorens als
uitkijkposten); de mogelijkheid van het op
vorderen van verbruiksartikelen voor be
scherming en ontsmetting; een regeling voor
het houden van oefeningen.
Dat het voorstel
weinig bestrijding zou
ontmoeten, lag voor de
hand. Het ware immers
zoo gaf de s.d.-sprekei
Ds. v. d. Heide te ver
staan, nooit te verdedi
gen, ook al gelooft men
niet aan de mogelijk
heid van afweer van
luchtaanvallen, te wei
geren om te trachten
het aantal slachtoffers
zoo gering mogelijk te
maken en eventueelen
slachtoffers hulp te
bieden. De heer Tilanus (c.h.) begreep niet,
hoe men op grond van zijn christen-plichten
bezwaar kon hebben tegen de ontworpen re
geling en achtte de protesteerende vrouwen
adressen zeer onlogisch.
Ook de heer Kooiman (v.d.) kon niet in
zien, hoe men tegen dit streven om de be
volking tegen een gevaar te beschermen, ge
wetensbezwaren kon koesteren. Achtereen
volgens verklaarden voorts Mr. Wendelaar (lib.
de heer Amelink en de communist Wijnkoop
eveneens met het ontwerp accoord te kunnen
gaan. Laatstgenoemde achtte het onjuist
aan de bevolking de middelen te onthouden
om haar tegen de gevaren van het imperia
lisme en het militairisme te beschermen
Daarentegen zag de heer Sneevliet in het
wetsvoorstel slechts militair gedoe.
Soortgelijk standpunt nam de heer Van
Houten (chr.-dem.) in, die in 't bijzonder nog
gekant was tegen het feit. dat de geheele
bevolking door deze wet in het „militair ap
paraat" kan worden ingeschakeld en die in
elk geval rekening gehouden wenschte te
zien met de gewetensbezwaarden.
Minister de Wilde, in een rustig speechje
de beteekenis van het ontwerp in het juiste
daglicht stellende, gaf o.m. te kennen, niet te
beseffen hoe iemand ooit een gewetensbe
zwaar kan hebben tegen het aanwenden van
pogingen om de burgers tegen een hun van
buitenaf zonder hun schuld eventueel dreigend
gevaar. In elk geval achtte hij het taak van
de overheid hier het hare te doen voor deze
bescherming, al ontveinsde hij zich geenszins,
dat er in het geheel niet te bereiken zal zijn
dat men den burgers absolute veiligheid
tegen luchtaanvallen zal verschaffen. Dat het
ontwerp een militairistischen geest zou ade
men bestreed Mr. de Wilde en hij ontkende
dat het eigenlijk ten doel zou hebben den
weerzin tegen den luchtoorlog te verzwakken.
Het tegendeel was het geval.
Toen mevr. Mr. BakkerNort (v.d.) het
ook nog eens over mogelijke gewetenbezwaren
had gehad, verklaarde Minister de Wilde, dat
als straks bij de ten uitvoerlegging der wet
in vredestijd zou blijken, dat er werkelijk
achtbare gewetensbezwaren bestaan, een voor
ziening van eerbiediging daarvan nog getrof
fen zou moeten worden.
E. v. R.
Minister
Van
Slotemaker's
Baard
Via
Het Mauritshuis
Op
de Haagsche Tram.
Het is als met den banketbakker, die den
heelen dag zooveel taartjes ziet, dat hij geen
taartje meer lust. Wij Hagenaars zitten zoo
tot onzen nek in de politiek en de politici, dat
wij, zelfs als staatsburgers, nauwelijks meer
eenig belang in die heeren en hun beraadsla
gingen stellen. Er zijn ook andere oorzaken
voor het merkwaardige verschijnsel dat den
Haag wellicht de meest onpolitieke stad van
Nederland is. terwijl het. aan den anderen
kant, het dorado der politici mag heeten.
Want wanneer dr. Colijn bij u over de Groote
Markt zou wandelen, dan zouden er allicht
eenige telefoontjes naar Haarlem's Dagblad
gaan om de redactie van dat belangrijke feit
op de hoogte te stellen en minister Slotema-
ker de Bruine's baard zou niet onopgemerkt in
den Hout wapperen kunnen, terwijl wij, wan
neer wij dat zouden willen, den voorzitter van
den Raad van Ministers zes keer per dag zou
den kunnen tegenkomen en met den baard
van minister Slotemaker bij wijze van spre
ken opstaan en naar bed gaan. Wanneer wij
de fraaie slobkousen van den heer Deckers
(Zomer en winter spreidt zijne excellentie die
ten „toon") in de verte ontwaren, stooten wij
elkaar niet eerbiedig aan. of dempen wij onze
stemmen wat; wanneer wij Mr. Oud in het
Bosch tegenkomen, nemen wij onzen hoed niet
af; als het zwarte kaasbolletje van Van
Schaik en de keurige Stetson van de Graeff
zich aan den einder vertoonen. worden wij
daar hoegenaamd niet anders van. Waarmee
ik maar zeggen wil. wat ik al gezegd heb:
dat wij niet met verheerlijkte blikken naar
taartjes kijken, omdat wij al-maar taartjes
om ons heen zien. Waarbij dan óók nog
komt, dat er hier héél wat menschen wonen,
die nu eenmaal van-de-wieg-uit niet geaard
zijn naar politiek; menschen uit alle provin
cieplaatsen van ons land, die hier in waardig
heid en kalmte komen uitrusten van de ver
moeienissen huns levens en die vanzelf alles
vermijden wat hun bloeddruk verhoogen of hun
pootje verergeren kan, menschen die zeggen:
„laten zij zich nu maar eens druk maken, ik
houd me buiten alles, dan heb je ook niks te
verantwoorden."
Het zou merkwaardig zijn wanneer u wist
hoe weinig Hagenaars ooit op de publieke
tribune van de Kamers gezeten hebben. De
meesten van onze vierhonderd-vijftig-dui-
zend zouden niet eens weten waar je in moet
op het Binnenhof om daar te komen. En een
rechtgeaard Hagenaar schaamt zich over dit
gebrek aan belangstelling voor de handelin
gen der volksvertegenwoordiging evenmin,
als dat hij rood zou worden, wanneer hij u
moest bekennen nimmer de Gevangenpoort,
Het Mauritshuis of het Panama-Mesdag van
binnen gezien te hebben. „Je kómt daar een
voudig niet toe", zal hij u zeggen, om. zoodra
hij in Parijs komt, onmiddellijk een doode-
lijk-vermoeienden middag in het Louvre te
gaan rondwandelen. „Want de Venus van
Milo moet je gezien hebben en de Gioconda
natuurlijk óók", maar de Anatomische Les
en het Gezicht op Delft van Van Goyen
hangen in het Mauritshuis.voor de
vreemdelingen.
En de belangstelling voor den gemeente
raad is zoo mogelijk nog geringer. Vraag een
goed. beschaafd, niet onontwikkeld en warm
hartig Hagenaar wie onze wethouders zijn
wedden één tegen tien. dat niet meer
dan één tegen tien het weet? Ik heb de over
tuiging dat wij óók ten aanzien van 's raads
vroede besprekingen tot. de meest onaan
doenlijke steden van Nederland behooren. In
de provincie zoo is mijn langjarige pro
vinciale ervaring spellen de ..échte"" inwo
ners der steden en dorpen de raadsverslagen
van a tot z. Moet u hier niet om komen!
Dacht u dat dat eer. gepensionneerden hoofd
onderwijzer uit Giethoorn, een oud-kanton
rechter uit Steenwijk. of een ritmeester b. d.
uit Amersfoort nu werkelijk iets zou kunnen
schelen wat onze raad bedisselt? En ook bij
de oer-Hagenaars lijkt mij die belangstelling
maar matig. Er moet al eens wat over de
tram te doen zijn. wil men aan raadsversla
gen en overzichten zijn aandacht wijden.
Want de tram. dat is ons troetelkind en het
geduldige aambeeld onzer critiek. De tram.
de hooghartige, langzame, beleefde en hau
taine tram. d i e is het die menig braaf bur
ger. die maar het liefst in de vergetelheid
leeft, „naar de pen" doet- grijpen en per in
gezonden stuk nu eens eindelijk laat zeggen
„waar het op staat". Ter zetterij van de
Haagsche dagbladen ligt een vast „kopje"
gereed: „DE TRAMMISèRE" en de tramdi
rectie dat is ons vast kopjevan Jut.
Mag ik nu een overstapje nemen van de on
politieke politiek bij ons in den Haag op de
tram? Neen. u behoeft waarschijnlijk niet be
vreesd te zijn, dat ik een tramtechnisch be
toog ga houden. Ik ben daartoe even onbe
kwaam als onbevoegd. Maar als eenvoudig
Haagsch burger mag ik zeggen en verklaren
dat:
Onze tram te weinig rijdt.
Onze tram. indien ge geen vijfrittenkaart
a f 0.50 wenscht te koopen, per rit a 1212 cent
te duur is.
Onze tram te beleefd is. door te wachten op
paraplu-wuivende bejaarde dames die nog
mee moeten.
Onze tram lang niet alle stadsdeelen be
reikbaar maakt.
Onze tram
Maar wist u:
dat de Haagsche tram zéér groote concur
rentie ondervindt van de taxi's, die tegenwoor
dig bijna allemaal „fooiloos" zijn?
dat volgens de directie geen enkele tram
lijn voor vervanging door een snelleren, popu-
lairderen bus-dienst in aanmerking komt?
dat de directie het nadeel dat iedere taxi
per dag aan de tram toebrengt op f 2 50 schat?
dat dit niet de eenige factor is die de tram
ontvangsten in vijf jaar met 3 millioen ver
minderd hebben?
Dat de Haagsche tram in 1935 26 millioen
minder passagiers vervoerd heeft dan in 1930.
terwijl wij dit jaar nog vooruit gegaan zijn
vergeleken bij het vorige jaar. toen dat cijfer
29 millioen bedroeg?
Dat.
....Maar u woont in Haarlem en u denkt
er niet aan u óók nog het hoofd te gaan bre
ken met Haagsche tramzorgen. Daarom
laat ik het bij deze „wist u dat'jes". die u dan
toch in ieder geval eenig denkbeeld geven van
de moeilijkheden van ons troetelkind.
Troetelkind, wrijfpaal en bron.
Troetelkind van onze belangstelling.
Wrijfpaal voor onze gemelijkheden.
Bron van onze schrijfader.
En ondertusschen dringt de nieuwe tijd op
tegen dit roomkleurig, weinig rooskleurig be
drijf, dat als overal de tram op den duur ver
dwijnen zal en plaats zal maken voor bus of
trolley.
Maar u weet nu in ieder geval dat de Hage
naar weinig belangstelling voor de bezigheden
der politici heeft en oneindige belangstelling
voor de feiten en handelingen der H.T.M.
Ziet ge: dit is iets typisch Haagsch.
En derhalve: van groot gewicht!
Mr. E. ELI AS.
Jozef Israels in Teyler.
Een recente gebeurtenis is een gereede
aanleiding deze week iets over Israëls' groot
interieurschilderij in Teyler's collectie te zeg
gen. Dit kapitale doek van meer dan een
meter breedte, vertegenwoordigt den beroemd
sten Hollandschen schilder uit de tweede helft
der vorige eeuw op imposante wijze. Het is
een doek uit zijn rijpsten tijd, als hij vol
komen meester van zichzelf en van zijn eigen
uitdrukkingswijze geworden is.
Uit een zoo compleet en doorwerkt doek
kan men den invloed verklaren, door Israëls
jaren lang op tijdgenooten en omgeving uit
geoefend.
Is dit invloed getaand, de charme van zijn
kunst verbleekt, de aantrekkingskracht ervan
op het publiek verdwenen?
De gebeurtenis waarop ik zooeven doelde
kan op die vragen een vagelijk inlichtend
antwoord geven. Daar was de vorige week
een interessante schilderijenveiling bij Kley-
kamp in Den Haag. Een gesloten collectie van
nog geen vijftig nummers, eigendom van een
Wassenaarschen kunstliefhebber en alle uit
werken der groote Haagenaars, Marissen, Bos
boom, Israels enz. bestaande, werd het publiek
aangeboden. De verzamelaar had deze doeken
meerendeels verworven in den hausse-tijd,
soms tegen prijzen die thans aan droomen
doen denken. In geen tijden was een derge
lijke verzameling aan de markt geweest. Geen
wonder dat er voor het verloop dier veiling
nieuwsgierige belangstelling bestond. De Ko
ningin had op een der kijkdagen een bezoek
aan de verzameling gebracht en ook dat had
eij deel der Haagsche kunstvrienden gemobi
liseerd.
Wat zou in dezen tijd, nu de vermogende
lieden zich opzettelijk of noodgedwongen van
de kunst hebben afgewend of daarin nog
slechts als object de bienfaisance belang stel
len. gaan gebeuren?
Nu wij het resultaat kennen, kan men daar
mee als symptoom, als vingerwijzing, als basis
voor een inzicht zijn voordeel doen. En dan
is het wel merkwaardig dat het nog al mee
valt en vooraldat Jozef Israèls nog altijd
een macht op de oogen der kijkers uitoefent.
Daar was van hem een doek van prachtige
qualiteit. een visscherskind zittend op het
strand, een groote mand achter op den rug
gebonden. Een bekend sujet van Israels, hij
heeft er ook een mooie ets van gemaakt,
en in een gaaf specimen, nog iets grooter dan
ons schilderij in Teyler.
Dit doek nu bereikte den topprijs van den
dag: vier duizend één honderd gulden. Wat
valt uit dit feit af te leiden? In de eerste
plaats dat er gelukkig nog een aantal
menschen zijn die zich het bezit van iets
zeldzaam moois betwisten en er een som
voor kunnen uitleggen. Vergelijkt men die
som met de waarde die aan zulk een schil
derij twee tientallen jaren geleden werd toe
gekend, dan komt men er niet. Voor het
zelfde doek is indertijd 24 mille betaald!
Doch vier mille is vandaag den dag voor
een Hollandsch modern schilderij een flink
bedrag en het is wel interessant dat het
een Jozef Israels is, waarmee gedemonstreerd
wordt dat de belangstelling nog niet gan-
schelijk is verongelukt.
Waarin zit het geheim van de aantrek
kingskracht van Israels' beste werken?
Neuhuys schilderde vaak technisch mooier en
beiden hebben zich vaak en uit den treure
herhaald. De oude Israels schiep echter uit
een rijk innerlijk gemoedsleven dat uit
Joodsche schranderheid en Joodsch senti
ment was saamgesteld en door die mélange
van eeuwenoude cultuur in een, voor den
tijd passend kleed gestoken, gemakkelijk vat
kreeg op een groot publiek en dat wel buiten
alle schilderqualiteiten om. Over een Israels
raakt men aan het praten, schrijven, preeken
zelfs; hij weet te ontroeren door dat ondefi
nieerbare dat het geniet, is en altijd ondefi
nieerbaar blijven zal.
Hij kreeg dat eerst toen hij het métier
in zijn macht had en het Leven hem ging
interesseeren. Na Zand voort, waar hij in 1855
even dertig jaar oud, was gaan werken, en
er het leven der eenvoudige, sobere visschers-
gezinnen medeleefde. Daarvóór, in zijn doe
ken vol historische romantiek vindt ge niets
dan de voorbereiding voor het latere. Ge
vindt er den knappen volijverigen leerling
van Kruseman in, en de resultaten van naar
stige Parijsche studie, doch nog niet den
Israels die met zijn volle genegenheid zich
in het leven van de kleinen der aarde ver
diepen zal.
Dat vindt men in het Teylerschilderij. Het
vrouwtje dat daar in haar kommetje met
heete koffie zit te blazen is met ziel
lichaam aan die bezigheid verbonden. Alle
actie in Israels' figuren is steeds buitenge
woon expressief. Hij is door alles heen figuur
schilder en ziet zijn modellen nimmer als
stillevens. Hij schept sfeer in een vertrek,
verdoezelt détails, laat veel te raden over.
maar de sfeer is er. Epigonen hebben getracht
da* na te doen, maar bereikten vaak slechts
groezelige onwaarschijnlijkheden. Men heeft
dat origineele in hem over de geheele wereld
gewaardeerd. Meer dan de Marissen die hun
bewonderaars in hoofdzaak in de Angelsak
sische landen vonden, was Jozef Israels ook
in Frankrijk gewaardeerd wat blijkt o.a
uit de reproducties die in Parijs naar zijn
werk werden uitgegeven en hij vond in
Duitschland door Max Liebermann gepropa
geerd, 'n even sympathiek onthaal als ten on
zent.
Toen hij op een mooien Augustus-morgen
van 1911, bijna ne
gentig jaar oud, op
het Joodsche kerk
hof aan den ouden
Scheveningschen weg
te rusten werd ge
legd was het een
kunstenaar van inter
nationale beteekenis
die verdween. Nu, na
een kwart eeuw. zou
hij het wederom
kunnen zijn die als
eerste de verslapte te-
langstelling voor de
kunst van zijn tijd
doet herleven.
De Haagsche Mu
seumdirectie organi
seert tegen Kerstmis
een groote leen-ten-
toonstelling van de
kunst zijner dagen.
Een nieuw symptoom
voor een naderende
revisie.
J. H. DE BOIS.
Honderden stadgenooten
hebben aan alles gebrek.
Als mijn kachel brandt
wil ik niet dat U tn de
kou zit
Overtuigd dat voor de Kerst inzameling
voor de Stille Armen te Haarlem de beurzen
opengaan en de spaarpotten geledigd wor
den als men tslechts weet hoe groot de el
lende is. hebben wy getracht daarvan een
Indruk te krijgen.
Stille Armen. Maar ook al trachten de ge
troffenen hun leed zooveel mogelijk te ver
bergen. de menschen die betrokken zijn bij
de Armenzorg, weten er toch veel van Dat
bleek ons toen wij een der meest ingewijden
van dit werk eenige vragen stelden.
Zijn er veel Stille Armen in onze stad?
Zijn antwoord was: Helaas ja. veel meer
dan men zou denken. Zij zijn niet in een
register verzameld, wij hooren er slechts te
hooi en te gras wat van. maar ik kan met
stelligheid verzekeren,
dat er honderden Stille Armen in
onze stad zijn. Menschen die letter
lijk aan alles behoefte hebben. Velen
lijden honger, zitten in de kou. zijn
onvoldoende gekleed.
Deze nieuwe armen wonen soms nog in
dure huizen, panden die een huurwaarde
hebben van wel f 1500. terwijl een huur van
f 200 nog veel te zwaar zou zijn. In hun goe
den tijd hebben deze menschen overeenkom
stig hun stand de wonineen gekocht. Nu is
door de crisis de waarde zoo sterk gedaald,
dat bij verkoop de hypotheek er nog niet
uitkomt. Geld om de hvpotheek-rer.te te be
talen hebben zij omdat de betrekking ver
loren is. de zaken to niet gegaan zijn. of het
in fondsen of ondernemingen belegde kapi
taal verslonden is ook niet. zoodat ze nu
bij de gunst der hypotheekbank voorloopig
kosteloos wonen. Als de bank „de strop" aan
vaardt zijn de bewoners .hun onderdak en
kapitaaltje kwijt In zoo'n groot huis moet
niet zelden geleefd worden van enkele gul
dens in de week, die met moeite door fami
lieleden worden bijeengebracht, of die ver
diend worden door er op uit te trekken met
kleine agenturen. Zelfs ken ik een geval van
zoo'n gezin dat nog een dienstbode houdt,
maar de omwonenden weten niet, dat dit
meisje, dat ook in de goede jaren daar in
betrekking was. het gezin nu niet in den
steek wil laten, geen geld verdient en mede
armoede lijdt
Ik zou tientallen personen kunnen aanwij
zen die vroeger minstens eenige tonnen heb
ben bezeten, maar die nu finaal aan den
grond zitten. Er zijn er onder die nog slechts
enkele jaren geleden duizenden guldens in
een jaar aan liefdadige doeleinden uitgaven
en die nu dankbaar zullen zijn als andere
milddadiger, hun eenige guldens in de hand
stoppen als maar niemand anders het
ziet
Een brandstoffenhandelaar ontdekte dat
een zijner klanten niets bestelde Zou een
concurrent hem dien goeden klant afgepakt
hebben? Hij ging er heen en hoorde: „het
spijt ons erg. maar wij hebben geen geld om
kolen te koopen
Toen zei de koopman: u hebt mij vroeger
zoo vaak kolen naar armen laten brengen,
als mijn kachel nog kan branden, wil ik niet.
dat u in de kou zit!" En de kachel brandt
daar weer. ook al doen de menschen het
spaarzaam aan.
Maar andere Stille Armen hebben niet
zoo'n medelijdenden leverancier Die stak
kers zitten nog bij de uitgedoofde kachel!
Eenige menschen behoorend tot een
familie die vroeger rijk is geweest,
hebben ook alles verloren. Zij zitten
nu in een klein goedkoop optrekje om
daar hun laatste bezit slechts enkele dui
zenden guldens op te teren. Elk dubbeltje
keeren zij om. want zij wetenals dat beetje
geld op is. dan moeten zij bij het Armbestuur
aankloppen. Dat vreeselijke moment in hun
oog, willen zij zoolang mogelijk verschuiven.
Daarom zitten zij veel in de kou, gaan dik
wijls hongerig naar bed
Een vrouw van iemand met een academi-
schen graad vertelde, dat haar de tijd niet
heugde, dat zij met haar man een werk-
looze intellectueel warm middageten had
gegeten.
Er is zoo vervolgde onze zegsman een
zee van ellende. Er is geen denken aan om
de Stille Armen te helpen. Daarvoor zduden
fantastische sommen noodig zijn. Het eenige
wat wij kunnen doen, is wat geld'in te za
melen om hun een paar minder kommervolle
Kerstdagen te bezorgen. Helaas, het is zoo,
als die paar tientjes die zij misschien kunnen
krijgen, verbruikt zijn. zal hun lot weer even
somber zijn. Maar dan heeft in hun donker
bestaan toch even een glimp van het Kerst-
licht gestraald, hebben zij toch gevoeld, dat
er menschen zijn die met hen mede lijden,
dat zij toch nog niet geheel vergeten zijn.
Mogelijk zal dit weer nieuwen moed geven
om het zware levenskruis verder te torsen.
Velen zullen onder dit leed bezwijken, maar
misschien gaat voor enkelen weer een nieuw
licht der hoop aan de kimme gloren.
Wij hopen aldus de conclusie
van onzen geïnterviewde dat er
veel op de Kerstinzameling binnen
komt. Maar al komt er veel, het zal
in elk geval te weinig zijn om het
leed voldoende te verzachten. Er
kan niet genoeg komen!
Giften worden op onze bureaux Gr. Hout
straat 93 en Soendaplein 37 gaarne aange
nomen.
Ons Giro-nummer is 38810.
Shell heeft werk voor Neder-
landsche werven.
Er worden eenige tankschepen gebouwd.
Tusschen verschillende groote wierven in
Nederland zijn onderhandelingen gaande met
de Koninklijke Shell-groep over den bouw van
eenige tankschepen van uiteenloopende ton
nage. Wat Amsterdam betreft behoort de Ne-
derlandsche Scheepsbouw Maatschappij tot de
gegadigden; een opdracht aan deze werf is
nog niet verleend. De verwachting is echter
gewettigd, dat deze weldra tegemoet kan wor
den gezien.
Aan de werf Van der Glessen en Zoon te
Krimpen aan den IJsel is een schip gegund,
groot 9000 ton.
Ook met Wilton-Feijenoord te Schiedam en
de Droogdokmaatschappij te Rotterdam wor
den onderhandelingen gevoerd.