I I BERT WOENSDAG 11 DECEMBER 1935 HAARLE M'S DAG BL A D 7 SPORT EN SPEL De match Euwe-Aljechin. De laatste twee partijen. Het Euwe-Aljechin Comité deelt ons mede, dat ae 29ste partij van den wedstrijd om het wereldkampioenschap schaken zal worden ge speeld op Donderdag 12 en eventueel Vrijdag 13 December a.s. in de Militiezaal te Amster dam. Het begint Donderdag te half zeven. De 30ste partij zal worden gespeeld op Zon dag 15 en eventueel Maandag 16 December as.. eveneens in de Militiezaal te Amsterdam. Zon dagavond half zeven begint het Wegens de enorme belangstelling is voor deze beide partijen reeds thans de kaartver koop opengesteld bij den secretaris-penning meester van het Euwe-Aljechin Comité. Sar- phatistraat 35, Amsterdam. H.S.G. 4—H.S.C. 4. Dinsdagavond heeft de bovenstaande com petitiewedstrijd plaats gehad met als resul taat een fraaie overwinning van de Heem stedenaren. De volledige uitslag luidt: H.S.G. 4: H.S.C. 4: J. LeenheerC. Buthker VzVz A. H. NessenH. Evers 01 F. F. GroosP. J. Smit 1o M. v. WaardF. v. Dort 01 P. LandzaatMr. F. v. Leer 0—1 Mej. M. W. BanninkG. J. Jorritsma VzVz D. WillemseJ. Peen 01 J. de VriesP. B. Dooyes 01 E. HundepoolW. Pierlot 01 A. J. MooyG. J. Arnold 10 Totaal 3—7 ZEILEN. DE ZEILWEDSTRIJDEN TE KIEL. Uit Berlijn: De Olympische zeilwedstrij den zullen van 4 tot 14 Augustus te Kiel worden gehouden. Naar gemeld wordt heb ben reeds tien landen voor deze zeilwedstrij den ingeschreven, nl. Nederland, Noorwegen, Zweden Engeland, Italië, Estland, de Ver- eenigde Staten, Zwitserland, Hongarije en Japan. Er wordt gezeild in de 6 Meter en 8 Meter-klasse, alsmede in de internationale Star-klasse en in de Olympia-jollen. VOETBAL. BOKSEN MAX SCHMELING CONTRA JOE LOÜIS. Max Schmeling. Uit New York: Dinsdagavond heeft Max Schmeling met de Twentieth Century Spor ting Club een contract geteekend voor een match tegen den Amerik e.nschen neger Joe Louis, welke in Juni van het volgende jaar in het Yankee Stadion te New York zal plaats hebben FrankrijkNederland te Parijs. Een Fransch oordeel over de match lersche VrijstaatNederland. Uit Parijs: De Fransche Voetbalbond heeft een specialen afgevaardigde gezonden naar Dublin om de match lersche VrijstaatNeder land bij te wonen. Een verslaggever van het Fransche sport blad ,.1'Auto" heeft den official, den heer Bar- reau, bij zijn terugkomst te Parijs naar zijn meening omtrent het spel van het Neder- landsch elftal gevraagd. Hij verklaarde, dat de tegenstanders van het Fransche elftal op 12 Januari a.s. te Parijs buitengewoon sterk zijn. De Nederlandsche ploeg heeft de ge.heele match in een buitengewoon vlug tempo ge speeld. Intusschen heeft dit snelle tempo het Hollandsche team niet belemmerd een tactisch spel te ontwikkelen, gepaard gaande aan een solide techniek van alle spelers. Het sterkste deel van de ploeg was volgens den heer Bar- reau de formatie Van NellenSmitBakhuys. Trouwens tegen een Iersch elftal vijf doelpun ten te maken, wil toch wel wat zeggen. Achter de voorwaartsen hebben de halfspelers uitste kend werk verricht, zoowel in verdedigenden zin als wat het steunende werk betreft, doch zij muntten meer uit door activiteit, dan door groote technische kwaliteiten. Anderiesen schijnt minder goed te zijn dan vorige jaren. Wat de verdediging betreft, zij bestaat uit een goeden doelman Halle en vooral uit twee solide backs, die niet aarzelen op te treden. De beste man van het elftal was volgens den heer Barreau, Smit, dien hij prees om zijn bezielend spel. Tenslotte deelde de heer Barreau op een desbetreffende vraag mede, dat de Nederland sche ploeg met een dubbele tactiek heeft ge speeld. Wanneer het team werd aangevallen, ging men in de W-formatie spelen, maar zoodra was een Hollander in het bezit van den bal, of men formeerde de drie linies: vijf voor waartsen, drie halfs en twee achterspelers. Het is thans onze taak, aldus concludeerde de heer Barreau, spelers te vinden, die in staat zijn dit Nederlandsche elftal te weerstaan. Dat zal niet eenvoudig blijken te zijn. Ik geloof, dat wij onze spelers moeten zoeken onder hen, die beschikken over kracht, gewicht en een phy- sieke conditie, daar deze factoren een belang rijke rol zullen spelen in den wedstrijd Frank rijkNederland. BLAUW WIT—HAARLEM (1—0). Dinsdagavond speelde Haarlem met het volgende elftal een oefenwedstrijd tegen Blauw Wit in het verlichte Stadion. Kaan, Verhappen, Van Gooi, Goedhart. Urban, Vreeken Oldenburg, De Winter, Kammeijer, Van Polanen, Hamstra. Blauw Wit heeft het voordeel van den schuin over het veld staanden storm en is in het begin meer aanvallend, maar door slecht schieten en door goed verdedigen komen de Amsterdammers niet to tscoren. In de Haarlemvoorhoede is het Van Polanen die verschillende keeren het Amsterdamsche doel onder schot neemt, maar de invaller doelverdediger is op zijn post. Blauw Wit heeft veel geluk als Kammeijer uitstekend inkopt en de bal reeds voorbij den keeper tegen den paal ketst. Ook Westphal heeft pech als hij eens de lat bewerkt. Rust komt met blanken stand. In de tweede helft ging het spel geruimen tijd gelijk op, zónder dat een der partijen kans zag, te scoren. Geleidelijk kwam toen Blauw Wit in de meerderheid: als de rechts' buiten den bal krijgt en goed voor doel plaatst, scoort invaller Bergman met een goed schot (10). Blauw Wit blijft dan nog eenigen tijd in de meerderheid, maar komt niet meer tot sco ren. Tegen het einde nemen de roodbroeken de overhand: Van Polanen krijgt enkele kansen, maar hij blijkt zijn schot van vóór rust kwijt te zijn. Eenige minuten voor het einde zet Van Polanen voor; De Winter maakt gelijk. Na eerst dit doelpunt te hebben toe gewezen, geeit hierna de scheidsrechter na eenig aarzelen buitenspel. Haarlem blijft hierna sterker, maar gescoord wordt er niet. Met 10 wint Blauw Wit.. CRICKET. DE AUSTRALIëRS IN ZUID-AFRIKA. Johannesburg: Het Australische test-team won met 10 wickets van Transvaal dat een sterk elftal in het veld bracht. Transvaal scoorde 201 en 247 tegen Australië 4119 en 40 zonder wicketverlies. DE M. C. C. IN AUSTRALIë. Sydney: De wedstrijd tegen het Australisch elftal, de laatste dien de Engelschen in Austra lië spelen, werd door de M. C. C. gemakkelijk met 203 runs gewonnen. Tegenover 4119 en 2079 van M. C. C. stelde het Australisch XI 227 en 188. De Engelschen vertrekken thans naar New Seeland, het eigenlijke doel van hun reis, alwaar inclusief 3 test wedstrijden in to taal 18 matches gespeeld zullen worden. DAMMEN. D. O. S.—LISSE VOORUIT II. Maandagavond had alhier een vriendschap pelijke wedstrijd plaats tusschen het 1ste tiental van D. O. S. en het 2de tiental der damclub „Lisse Vooruit" uit Lisse. De uit slag luidt: D. O. S. ILisse Vooruit II. A. P. de ZwartG. v. d. Stelt 11 F. MollemaWè Dieterman 20 C. VrolijkJ. Algera 11 H. Bal-tesD. Algera 20 W. Dijkhof—P. G .Balkenende 0—2 H. CasseTh. J. de Boode 11 G. A. OttoliniJoh. Langbroek 2—0 P. HeidwijlerZ. de Jong 02 Th. NunninkS. Algera 02 S. StienstraB. Kuipers 02 9—11 ATHLETIEK. DE POOL KUSOCZINSKI GEBLESSEERD. Kusoczinski. Uit Warschau: De winnaar van de 10.000 Meter op de Olympische Spelen te Los Ange los, de bekende Poolsche langeafstandlooper Kusoczinski. is in verband met een blessure aan zijn knie nog steeds niet in staat in trai ning te gaan. Indien hij in Januari niet ge heel hersteld is, ligt het in zijn bedoeling er definitief mee uit te scheiden, waardoor hij dus niet kan deelnemen aan de Olympische Spelen te Berlijn. DE STRIJD OM DE DEELNEMING VAN AMERIKA. Uit New-York: De strijd tusschen voor- en tegenstanders van deelneming der Vereenigde Staten aan de Olympische Spelen 1936 duurt voort on danks de motie, welke in het congres van de Amateur Athletic Union is verworpen en waarin het Amerikaansch Olympisch Comité was verzocht van deelneming af te zien. De oppositioneeile beweging dreigt nl. maatrege len te nemen, waardoor de campagne van het Amerikaansch Olympisch Comité ter verkrij sing van de noodige gelden een bedrag van 350.000 dollar ernstig gevaar loopt te misluk ken. OLYMPISCHE SPELEN. PHILIP NOEL BAKER RAADT ENGELSCHE DEELNEMING AF. Philip Noel Baker, leider van de Engelsche Olympische Athletiekploegen in 1920 te Ant werpen en in 1924 te Parijs en Engelsch ge delegeerde van den Britschen Olympischen Raad in 1928 te Amsterdam, heeft dezer da gen een scherp protest doen hooren tegen de deelneming van Engeland aan de komen de Olympische Spelen. In de Manchester Guardian van 7 December jl. wijst hij op de groote beteekenis der Olympische beginselen en op de pogingen van het I.O C.. deze begin selen te handhaven. Deze pogingen aldus Baker zullen echter onherroepelijk mis lukken. indien zij niet gebaseerd zijn op het grondbeginsel der gelijkheid van alle deel nemers, onverschillig tot welke natie, welk ras of religieuse gemeenschap zij mogen be- hooren. Zoowel in het reglement als in de praktijk is dit beginsel de basis der Olympi sche beweging en de geestelijke grondslag van alles, wat deze beweging de moeite waard maakt. Het totalitaire régime heeft dit beginsel binnen zijn eigen grenzen ern stig gecompromitteerd: men heeft politiek in de meest slechte beteekenis van het woord gebracht in de organisatie der sport; men heeft alles wat in zijn macht was gedaan, om de beteekenis der sport te vervalschen in het brein der bevolking. In het nat.-soc. Duitschland heeft dit proces tot afschuwe lijke excessen geleid, en het is opgevoerd tot een punt. dat den buitenlandschen waarne mer in opstand doet komen, en dat in Duitschland zelf het voorwerp vormt van be spotting van al diegenen, die weten, wat sportiviteit eischt. Het is absoluut zeker. aldus Baker dat, indien het IO.C. heden zou moeten beslissen, waar de komende O S. zouden worden gehouden, het geen enkel oogenblik aan Berlijn zou denken. Het zou in aanmerking nemen, dat, indien het voor Berlijn besliste, het vitale beginsel zou wor den gecompromitteerd, waarop de geheele toekomst der Olympische beweging rust. Het is een ernstige zaak, in dit stadium der voor bereiding de Spelen af te gelasten; het is echter veel ernstiger, indien men door deel neming flagrante schending sanctionneert van het beginsel, waarop een vriendschappe lijke mededinging in de internationale sport slechts kan gedijen. Estland stuurt 50 man. Uit Reval: Gemeld wordt, dat het Olym pisch team van Estland 40 tot 50 man sterk zal zijn. Men zal deelnemen aan worstelen, boksen, gewichtheffen, athletiek, zwemmen, roeien, pistoolschieten, zeilen en te Garmisch- Partenkirchen aan de wedstrijden in het hardrijden op de schaats, in het kunst-rijden en op de ski. De expeditie naar Garmisch en Berlijn zal ongeveer 20.000 Kronen kosten. WATERPOLO. WINTERCOMPETITIE K. N. Z. B. Dinsdagavond heeft de Dames Zwemver- eeniging Zignea met 41 van de Waterratten gewonnen Waarom ,,De Beul" niet meer wordt opgevoerd. Brief van de directie der Amsterdamsche Tooneelvereeniging aan burgemeester DeWlugt. De heeren A. van Dalsum en A. Defresne. directie van de N.V. Amsterdamsche Tooneel- vereeniging, hebben aan den burgemeester van Amsterdam den volgenden brief doen toe komen Edelachtbare Heer, De directie der N. V. Amsterdamsche Too- neelvereeniging stelt er prijs op te verklaren, dat zij ondanks de zeer duidelijke en na drukkelijke verzekering dat er Uwerzijds uit hoofde van beweerde godslasteringen geen verbodsbepalingen ten aanzien van openbare opvoeringen van ..De Beul" van P. Lagerkvist te verwachten zijn toch de oorspronkelijke geprojecteerde openbare voorstellingen van dit stuk niet spelen zal, en wel om de volgen de motieven: 1. De directie acht zulks de eenig juiste geste tegenover U als hoogste magistraat van Am sterdam, gezien de onredelijke aantijgingen die U in deze aangelegenheid hebt moeten ondervinden. 2. De directie wil en kan op geenerlei wijze mede verahtwoordelijk zijn voor gebeurlijk heden, zoowel in als buiten den Stadsschouw burg, die met tooneelspeelkunst niets te ma ken hebben. 3. De directie begeert geen entree-gelden te ontvangen, die gestort zullen worden uit an deren hoofde dan om een verzorgde en artis tiek verantwoorde voorstelling bij te wonen. 4. Wij, de directie der N. V. Amsterdamsehe Tooneelvereeniging, meenen dat de betuiging eener humanitaire waarheid mede de taak des tooneels is. Het tooneelstuk ..De Beul" doet zulks in Christelijk pacifistischen vorm. Het stuk richt zich in de eerste plaats tegen de geweldpsychose, die de humane waarde van onze cultuur hoe langer hoe meer bedreigt. Dat in het stuk de antithese: Christelijke be ginselen contra geweld gesteld wordt, is voor ieder weldenkend mensch een bewijs, dat er geen godslasteringen in voor kunnen komen. De opvoering van een godslasterend stuk is nooit van ons te verwachten. Over de bedoeling van het stuk heen wordt thans een politieke strijd gestreden met een inzet, die niets meer met die bedoelingte maken heeft. Deels door misvatting ter goe der trouw, deels door onwetendheid, maar het meest door leugens is aldus de publieke mee ning tegenover dit stuk vergiftigd en zijn wij belasterd op een wijze, waarvoor wij geen bij voeglijke naamwoorden kennen. Deze vergiftiging en deze laster heeft zulke vormen aangenomen, dat de betuiging der bovenbedoelde humanitaire waarheid, die der vredesgedachte, niet meer gezien wordt. Al leen reeds uit hoofde van die omstandigheid is verdere openbare opvoering van het stuk doelloos. Wij teekenen met verse huldigden eerbied, w.g. A. VAN DALSUM A. DEFRESNE Albert van Dalsum voor de Radio. Zondagavond 15 December om 18.10 uur zal voor de V.P.R.O. Albert van Dalsum spre ken over „Wat is de bedoeling van de Beul". Deze rede zal worden voorafgegaan door een korte inleiding namens het V.PJt.O.-bestuur door Ds. B. J Aris. VRIJZINNIG CHRISTELIJKE JONGEREN BOND De Afd. Haarlem en omstreken van den V. C. J. B. houdt op Maandag 16 December haar halfmaandelijke bijeenkomst in het gebouw van den Protestantenbond, Berkenstraat 10 in Haarlem Noord, waar Ds. H. J. Kasteln een lezing houdt over „Het godsdienstig leven der gemeente". Arbeidsvergunning voor Duitsche dienstboden. Wordt in 1936 ingevoerd. 's GRAVENHAGE. 10 December. Het voor nemen bestaat het vergunningsstelsel ingevol ge de wet tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemdelingen, in den loop van het aanstaande jaar ook in te voeren voor huispersoneel, aldus deelt de regeering mede in de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer op het voorloopig verslag over het be treffende wetsontwerp. Moeilijkheden voortspruitende uit het heffen van retributies van vergunningen", gelet op de geringe geneigdheid en naar ver luidt mindere geschikheid van Nederlandsche meisjes voor het beroep „dienstbode", behoe ven niet te worden gevreesd, zoo wordt ver der verklaard. Nederlandsche dienstboden worden opgeleid. Het ligt in de bedoeling van den minister van Sociale Zaken, de opleiding van de Ne derlandsche dienstboden krachtig te stimu- leeren en te bevorderen, dat deze opleiding allerwegen in het land ter hand genomen zal worden. Het bedrag der heffing voor een vergun ning zal gezien de geringheid van het aan vankelijk gedachte bedrag, niet van invloed zijn op het in dienst hebben van vreemde dienstboden. LETTEREN EN KUNST redt het niet van een troostelooze vervelend heid. Drie jaar tevoren, in 1929. schilderde hij in de voorstelling van een zomerhuisje (hier bij gereproduceerd» een gansch dak en een stuk zijmuur met zeker even veel aandacht en genegenheid, doch tevens met gevoel voor wat picturaal is en wat niet. In dat doek is misschien de zwenking in Boskamp's kunst het eerst en best gedemon streerd. Er is een verlangen ingekomen naar het sprookje, naar het land van Kathe Kruse's poppen, naar de geïdealiseerde knusheid van een verinnigde afzondering, misschien geïn spireerd door lichtelijk Zuid-Duitsch getinte argeloosheid, zooals men die in de Darmstadter „kunst und Dekoration" wel vindt. Die aan doeningen op schilderlijke wijze te herschep pen, het is Boskamp in de beide werken uit '29 vrij wel gelukt en ze zijn waarschijnlijk aanwijzingen voor de richting waarin zijn werk zich zal blijven ontwikkelen. De schilder Wenckebach uit Santpoort heeft het geluk gehad zijn schi'.riersleven lang een éénmaal aanvaard ideaal trouw te kunnen blijven. In eenvoudige aanvaarding van tra ditie en steunend op verworven kennis en er varing bleef hij de natuur zien zooals hij ze als jonge man had lief gekregen, blijft hij ze uitbeelden met die onverwoestbare trouw en toewijding die zijn werken zoo sympathiek maken. Tot 21 December vindt men hier thans een reeks werken van den laatsten tijd ten toon gesteld, die des schilders frischheid en jeugd onverwelkbaar doen schijnen en in niets den arbeid van een zeventigjarige verraden. Een gelukkig schilder uit een gelukkigen tijd, die weinig zwenking kende omdat hij zijn weg steeds recht voor zich uit zag liggen en dien onvermoeid en zonder omzien bleef bewande len. in volkomen bewustheid van wat hem al dan niet geëigend was. Een in zijn werk ge lukkig mensch, gaaf in zijn kunst evenals in zijn karakter. J. H. DE BOIS. Groot-Haarlemsche Schilders exposeeren in Amsterdam. Han Boskamp bij Buffa. L. W. R. Wenckebach bij Fetter. Tot 15 dezer kan men bij den Bloemendaler Boskamp een aantal schilderijen uit de laatste vijf jaren bezichtigen die wel van een vrij groote verandering in zijn werkwijze en in zichten blijk geven. Er heeft zich in dezen schilder, die aanvankelijk invloeden van Hei man Kruyder onderging en wat later zich daarvan los maakte om wel modern-georien- teerde, doch minder abstracte voorstellingen ten beste te geven, een zwenking naar een kunstuiting voltrokken, die bijna tot de naief- idealistische zou kunnen gerekend worden Wat ons daarbij het meest interesseert is de vraag in hoeverre bij deze evolutie van een noodzakelijkheid, van een niet-anders-kunnen gesproken mag worden. Nu lijkt ons dit nieuwere werk volkomen eerlijk en een uit vloeisel eener mentaliteit die zich gewijzigd heeft. Een andere quaestie is echter deze of het sterk genoeg in zich zelf is, om den be schouwer te overtuigen en geboeid te houden. Boskamp's latere werk heeft ongetwijfeld qua liteiten, het mist iedere barbaarschheid en is integendeel soms buitengewoon verfijnd van bedoeling. Maar niet steeds vertolkt hij die bedoelingen in zuiver schilderlijken vorm, en hij plaatst kleuren naast en tegenover elkaar die bij al hun verfijndheid een schril gevoels- conflict doen ontstaan. Zoo is er een binnen plaats te Ahcona waar vensternissen en tralies in gelig-rood en oranje malkander niet ver staan en eigenwijs een eigen leventje leiden. Het zou ons niet verwonderen zoo de schilder van zulk gegeven in simpel wit- en-zwart een veel gaver verbeelding had gegeven. Te vreem der is dit ornaat hij kort daarna, in een paar stillevens: „Kruik en appelen" en ..Bloempot ten en appelen" heel eenvoudig zuiver het symphoniscne der kleuren bemachtigt. Dat zijn twee doekjes die ons zeer geslaagde stalen van Boskamp's tegenwoordig streven schijnen, evenals het intiem geziene stilleven met het dadeldoosje. Een stille genegenheid voor de dingen die hij schildert doet hem ook het vrij groote stuk met „Bijbel en Wanddoek" tot een goed eind brengen, waarbij geen moeilijkheid wordt uit den weg gegaan en het resultaat een harmonieus stuk peinture levert. Overdrijving van die stille aandacht voor het levenlooze ding leidt echter tot sloomeduikelarij en pan toffelborduursels, zooals die partij dakpannen die men uit het ..Atelierraam te Ancona" ziet. Daar schijnt alle ontroering om hals gebracht en nutteloos deurwaarderswerk verricht. Dat in dit doek het licht van zoo zuiver gehalte is guur weer Met parapluie en regenjas probeert ledereen zich tegen het barre, gure weer te wapenen. Denk er aan, uw keel te beschermen Wybert voorkomt verkoudheid en keel» ontsteking I 50 35 - 20 ct. (Adv. Ingez. Med.) Han BoskampZo merhuisjeExpositie bij Buffa te Amsterdam MUZIEK. DERDE BACHCONCERT. Ditmaal zagen we Mengelberg, wiens aan wezigheid ons podium in den laatsten tijd zeldzamer siert dan we zouden wenschen, met vreugde weer als generalissimus der Amster damsche Concertgebouw-armee. Het programma droeg zijn stempel: ..Also sprach Zarathustra" is zonder hem ondenk baar. En zoowel inhoud als uitvoering van dat programma zou men een klimming van harts tochtelijkheid en schittering mogen noemen, althans wanneer men de waarden naar de werking beoordeelt. Ongewoons bevatte het slechts in de Liefdesscène en het Scherzo uit Berlioz' „Roméo et Julie": twee stukken, die hier zelden uitgevoerd zijn. De stijgende lijn, die ik zooeven stelde, was eigenlijk eenigszins een grafische voorstelling van de reactie der hoorders. Uit den aard en de uitvoering der werken resulteerde zij slechts ten deele. Immers was er reeds een summum van schittering in de vertolking der Ouverture „Die verkaufte Braut". In snelle vaart vlogen de figuren voorbij, zonder dat de gelijkheid ook maar even verstoord werd. Het was als een film zonder flikkering, waarin het beeld het nabeeld volkomen dekt, een film vol scherts en vroolijkheld, maar die geen diepere indrukken achterlaat. Dit zou aan de fragmenten uit „Romeo et Julie" beschoren kunnen zijn, als niet de breedsprakigheid eenerzijds, de uiterlijk heid anderzijds de werking benadeelde. De „Scène d' amour" wordt geroemd als bevat tende de schoonste liefdesmelodieën der we reldlitteratuur. Het zijn inderdaad groote schoonheid en warmte, wat Berlioz daarin gaf. maar de stemming blijft te lang dezelf de. Men krijgt daarbij hetzelfde gevoel als bij ae „Scène aux champs" in zijn Sympho nic fantastique: het coloriet is prachtig, de melodieën zijn zinrijk gevonden, maar de lengte werkt vermoeiend en doet de belang stelling verslappen. Nog schitterender is het coloriet van het Scherzo „La Fée Mab". De vernuftige instrumentale vondsten, de men gelingen van trillers, pizzicati en flageolet- tonen vormen zelfs voor onze aan raffine ment gewende ooren nog onverwachte ef fecten. Hier is bovendien geen overmaat van lengte: de klassieke vorm is tot voorbeeld ge nomen, maar zij is door Berlioz gewijzigd en verrijkt, zoodat elke terugkeer eener periode weer nieuwe aspecten biedt. Dit Scherzo stelt het orkest voor buitengewone moeilijkheden; dat zij in de uitvoering niet te bemerken wa ren, spreekt van zelf. De scène-opvolging Romeo seul - Tristesse - Grande féte - wordt vaker uitgevoerd dan de beide zooeven ge noemde deelcn; het lawaaiige feest kan mij persoonlijk het minst bekoren. In Strauss' werk wist Mengelberg de gran dioze stijgingen aan te brengen, waarvan hij het geheim bezit. En daarbij bewaarde zijn leiding een uiterlijke rust en soberheid, die scherp afsteken bij de wilde en onbeheerschte gebaren, die onlangs Wilhelm Steiner te zien gaf. Over Strauss' „Zarathustra" is destijds heel wat geredetwist. We zijn nu wel zóóver ,dat we die ..muzikale verklanking van wijs- 'geerige problemen" niet meer als iets onge rijmds aanvoelen. De diepe zin van sommige momenten kunnen we evenzeer bewonderen als de geniale contrapuntiek: er zijn echter ook oogenblikken waarin zelfs in onzen tijd de wanklank irriteerend werkt. De verheerlij king van den dans mist voor mijn gevoel ver heffende hoogheid en Louis Zimmermann was bij de vertolking der vioolsolo, althans in 't begin, niet gelukkig. De verheven werking van het stuk keert pas aan het slot weer. Na „Zarathustra" weerklonk pas een werkelijk geestdriftige bijval. „Roméo" was opmerkelijk koel ontvangen. Maar de geest drift was het grootst na het „Meistersinger"- voorspel, waarmee de avond besloten werd. Mengelberg's grootsche interpretatie daarvan is bekend. De meester stond ir. zijn voile kracht vóór ons, zijn scharen bezielend door gebaar en blik. Dat was het hoogtepunt van dit belangrijke concert. K DE JONG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9