N. V. DE KENNEMER BANKVEREENIGING
DE BILT
FRANS HALS
Alg. Vereen, voor
Bloembollencultuur.
Eerste sneeuw.
ECHTE WALES-ANTHRACIET
Liefde in de wildernis
M A A N D A G 16 DECEMBER 1935
HAARLE M'S DAGBLAD
2
I HOUTPLEIN 8 - TELEFOON 13829 (2 LIJNEN)
EFFECTEN - COUPONS
REKENING-COURANT I
.GELD ^.„SAFE-LOKETTEN
Regeling der saneering moet door
Vakmannen geschieden.
Dr. A. J. Verhage tot voorzitter
gekozen.
Heden. Maandag, hield de Algemeenè Ver-
eeniging voor Bloembollencultuur haar 179e
algemeene vergadering in het Krelagehuis,
voor het laatst onder leiding van den heer
E. H. Krelage, die zooals bekend met 1
Januari a.s. als voorzitter der vereeniging af
treedt.
Rede van den voorzitter.
In zijn openingsrede wierp de voorzitter een
terugblik op het ten einde spoedende jaar
1935. De Vereeniging vierde op waardige wijze
haar 75-jarig bestaan. De Koningin en Prinses
Juliana gingen voor in het toonen van be
langstelling in de Jubileumtentoonstelling
„Flora 1935" en landgenoot en vreemdeling
hebb enin drommen van meer dan een half
millioen tezamen zich kunnen overtuigen van
den vooruitgang van onze bloembollen- en
de Nederlandsche siergewassen-teelt in het
laatste decennium.
Mede hieraan mag het toe te schrijven
zijn dat onze export in 1935 naar vrijwel
alle landen is toegenomen, met uitzondering
van den door de beperkende maatregelen van
Duitschland en Denemarken met 4.000.000
K..G verminderden export naar naar beide
landen.
Het eindresultaat komt neer op de hand
having van het exportcijfer, zoowel in kwa
liteit als waarde van 1934. Het bewijst op
nieuw dat het artikel „bloembollen" door de
buitenlandsche klanten beschouwd wordt als
een onmisbare grondstof voor hun bedrijven,
waarvan deze, zelfs in deze wereldcrisis, niet
verstoxen kunnen zijn.
De invoerbeperkingen in Duitschland en
Denemarken staan geheel op zich zelf. In
Duitschland dwong de economische nood tot
zoo groot mogelijke beperking van invoer: in
Denemarken werd de invoer geheel afhanke
lijk gesteld van uitvoer van Deensche pro
ducten. Een en ander beteekende voor ons
niet alleen een vermindering van den export
met 4.000.000 Kilo ter waarde van rond
f 2000.000. maar bovendien een onevenredig
groot overschot aan vroegee tulpen op h*et
eind van het seizoen. Juist Duitschland en
Denemarken plachten groote hoeveelheden
vroege tulpen te gebruiken, die thans niet te
plaatsen zijn.
Met volkomen instemming heeft dan ook
het hoofdbestuur kennis genomen van het
adres van het bestuur van het bloembollen-
surplusfonds oogst-1935, waarin een bijdrage
van f 500.000 uit het Landbouwcrisisfonds
wordt gevraagd om een vergoeding mogelijk
te maken die het in uitzicht gestelde percen
tage van den minimumprijs eenigermate be
nadert voor de overschotten vroege tulpen.
Het hoofdbestuur heeft gaarne namens de
vereeniging van den Minister van Landbouw
en visscherij instemming betuigd met het
adres van het Surplusfonds.
Het landbouwcrisisfonds noemende, maakte
spr. melding van de uitschakeling van dit
fonds van de bloembollensaneeringsfinan-
ciering.
Deze uitschakeling eischte de onmiddellijke
instelling van een orgaan dat de financiering
van de bloembollensaneering kon ter hand
nemen voor den oogst van het jaar 1935. Dank
zij de eendrachtige samenenwerking van de
vier daartoe door den Regeeringscommissaris
uitgenoodigde vereenigingen is het mogen
gelukken binnen enkele dagen de Stichting
„Bloembollensurplusfonds oogst-1935" op te
richten en in werking te stellen juist op het
tijdstip, dat het exportseizoen zou begin
nen.
De oprichting van deze nieuwe sticht-
ting is een stap in de richting varr
behartiging der vakbelangen door het
vak zelf: deze stichting toch slaat ten opzichte
van de Regeering veel vrijer dan de Sierteelt-
centrale. De innige samenwerking,, die tus-
schen beide lichamen noodzakelijk is, wordt
op zeer gelukkige wijze bevorderd door de
omstandigheid dat de bestuursleden van het
fonds bijna allen tegelijk zitting hebben in
het bestuur der Centrale.
Dientengevolge heeft spr. in de laatste
maanden het voorrecht gehad bet werk der
Sierteeltcentrale van nabij te leeren kennen
en daarbij allen eerbied gekregen voor het
geen de vakgenooten in die functie reeds heb
ben verricht. Spr. heeft thans ook van nabij
de vaak ontmoedigende bezwaren leeren ken
nen, waarmede het bestuur der Centrale
voortdurend te kampen heeft.
Minister Deckers heeft aanspraak op warme
erkentelijkheid voor de instelling van een
commissie, die ook zal hebben na te gaan
of bij de landbouwcrisismaatregelen meer
invloed aan de organisaties kan worden toe
gekend en het is bijzonder verheugend, dat
daarin een plaats is verleend aan den voor
zitter van den Tuinbouwraad den heer Men-
sing, die als voorzitter van den Sierteeltcen
trale de aangewezen man is om de commissie
voor te lichten.
Moge de commissie bij haar onderzoek over
tuigd worden, dat, zoo niet over de geheele
linie, dan toch voor het bloembollenvak, dat
nog nooit een cent uit de schatkist of het
landbouwcrisisfonds heeft ontvangen, de
regeling der saneering aan de door het bloem-
bollenbedrijf zelf aangewezen vakmannen
behoort te worden overgelaten, wat een
wenschelijk geacht toezicht van de zijde van
het departement niet uitsluit.
Het streven der vertegenwoordigers van het
vak in de Centrale en het Fonds behoort ge-
richtte zijn op verlichting van de lasten, die
aan de vakgenooten moeten worden opge
legd.
Verlichting kan ook bereikt worden door
beperking van kosten; in deze richting zou
het stelsel van percentageheffing van het
Surplusfonds dienstbaar kunnen worden ge
maakt aan de inning voor zoover noodig
—van alle eventueele geldelijke verplichtin
gen der bij de Ned. Sierteelt centrale aan
geslotenen De onvermijdelijk zeer kostbare
administratie, aan de inning door de Cen
irale op de oude wijze verbonden, zou daarmee
grootendeels kunnen vervallen.
Tlitvoering saneerings-
maatregelen verbeterd.
Hoe men in beginsel over de saneering
moge denken, aldus spr., hierin kan het
oordeel van voor- en tegenstanders overeen
stemmen, dat de uitvoering, die aan
vankelijk tot gerechtvaardigde critiek aan
leiding gaf, geleidelijk verbeterd is. Indien
ditmaal de Koninklijke besluiten en verdere
beschikkingen omstreeks 1 Januari inplaats
van eerst met Augustus bekend gemaakt
zouden kunnen worden zal dit een belang
rijke vooruitgang zijn waardoor men vóór
het begin van het handelsseizoen en niet pas
vele maanden daarna, nauwkeurig zal weten
waaraan men zich te houden heeft. De nei
ging tot ontduiking zal daardoor even sterk
verminderen als de ontstemming, waartoe
inderdaad meermalen aanleiding bestond
Volmaaktheid en algemeene tevredenheid
zal ook nu niet worden bereikt, maar wel
mag verwacht worden dat de uitvoering van
het nieuwe saneeringsplan meer bevrediging
za' -"henken dan de voorafgaande.
Bij het begin van zijn rede had de voor
zitter welkom geheeten vertegenwoordigers
van den Minister van Landbouw en Visscherij
en van den w.n.d. directeur van den land
bouw.
Begrooting.
De begrooting werd aangeboden tot een be
drag van f48.150.
De afd. Voorhout verklaarde zich tegen
de verhooging van den post salarissen voor
het salaris van den adj. secretaris.
De begrooting werd goedgekeurd als voor
gesteld.
Rekening „Flora 1935".
Aangeboden werd ter goedkeuring de reke
ning „Flora 1935", met een totaal aan uitga
ven van f 354.796.22 en aan ontvangsten van
f327.567,14. Verschil: f27.229,08.
De afd. Voorhout verwonderde het, dat
er een groot tekort is, daar toch gezegd is, dat
de verwachtingen voor deze tentoonstelling
zeer gunstig waren. Het bezoek is zeer groot
geweest en het tekort is een groote teleurstel
ling. Is het nu wel toelaatbaar f5000 beschik
baar te stellen om tegemoet te komen aan de
verplichtingen der deelnemers in het garantie
fonds? De afd. adviseert, dit niet te doen. De
tentoonstelling heeft blijkbaar „boven haar
stand geleefd". Overigens verklaarde de afd.
zich ingenomen met de tentoonstelling, maar
adviseerde zuinigheid bij volgende tentoon
stellingen.
Devoorzitter zette uiteen dat de reke
ning door verschillende instanties is goedge
keurd. Overigens gaat het thans alleen over
de goedkeuring van de rekening. Spr. gaf in
overweging, nu niet te gaan spreken over de
posten.
De rekening werd goedgekeurd.
De f 5000
Behandeld werd het voorstel van het Hoofd
bestuur, 5000 üit de middelen der Vereeni
ging beschikbaar te stellen tot verlichting van
de verplichtingen der deelnemers in het Waar
borgfonds voor „Flora 1935".
Het voorstel werd aangenomen met de stem
men van 6 afdeelingen tegen.
Verkiezing voorzitter
Tot voorzitter der Vereeniging werd geko
zen Dr. A. J. Verhage met 148 stemmen.
Op Dr. M. D. Dijt werden uitgebracht 73
stemmen en op den heer D. W. Lefeber 3
stemmen.
Het heeft weer voor het eerst gesneeuwd
in 't wintersche seizoen,
Een reine zware witte vacht
bedekt het blijvend groen
De paden in het landlijk bosch
zijn tijdlijk weggevaagd,
Zij zijn zoo stjil dat men hun kleed
niet te verstoren waagt.
Men blikt op die volmaakte rust
met een gevoel van spijt,
Dat men dit beeld verliezen moet
na kort verloop van tijd,
Men wendt zich af en neemt opnieuw
het duidlijk steenen pad,
Dat weer terugvoert naar 't rumoer
van 't leven in de stad.
Daar spoeden zich de autos voort
met rauwe klaxonstem.
Daar gaan de fiets en wandelaar
en rijden bus en tram.
Daar viel de sneeuw op 't asfalt ook,
maar schoof men haar opzij.
Daar ligt ze in de goot gehoopt
een vuile bruine brij,
Daar is z' een glibberige pap,
gevaar voor het verkeer.
Daar is diezelfde reine sneeuw
een vuile boel, niet meer.
Zoo worden desillusies vaak
in 't leven ons bereid.
Wanneer de blanke poëzie
botst met de werklijkheid.
P. GASUS.
Dr. Verhage aanvaardde de benoeming,
waarmede de voorzitter hem gelukwenschte.
De saneering
Aan de orde kwamen de voorstellen van Bo-
venkarspel en Wassenaar, tot het doen op
houden van de saneeringsmaatregelen.
Het Hoofdbestuur had een motie voorgesteld
om te besluiten de behandeling van het sa-
neeringsvraagstuk uit te stellen tot het najaar
van 1936.
De heer Murk (Hillegom) had bezwaar te
gen dit uitstel, lichtte zijn bezwaren uitvoerig
toe en hield algemeene saneeringsbeschou-
wingen. waartegen de voorzitter zich verzette.
Tenslotte werd den spr. door gestamp der
vergadering het verder spreken onmogelijk
gemaakt en de voorzitter ontnam hem het
woord.
De motie van het Hoofdbestuur werd ten-
sotte aangenomen met 194 tegen 33 stemmen.
Economische afdeeling
De afd. Heemstede stelde voor te
komen tot oprichting van een economische
afdeeling bij het Bureau der Alg. Vereeniging.
De afd. Heemstede stelde voor, in de
zen een commissie van voorbereiding te be
noemen.
De voor zitter zeide toe, dat dit denkbeeld
door het Hoofdbestuur in overweging zal wor
den genomen.
Rondvraag
Bij de rondvraag bracht de heer Kuiper
(Haarlem) dank aan den voorzitter, voor alles
wat hij in het belang der leden van de Ver
eeniging heeft gedaan.
U hebt genoten van „DE BENGAAL-
SCHE LANCIERS Dan moet U ons
KERSTPROGRAMMA
KOMEN ZIEN 1
DE LAATSTE
VOORPOST
met
CLAUDE RAINS en CARY GRANT.
{Adv. IngezMed.)
AGENDA
MAANDAG 16 DECEMBER.
Stadsschouwburg: Amsterd. Tooneelver.:
„Een Vrijdagskind" (abonn.) 8.15 uur.
Gebouw Protestantenbond: Bijeenkomst
„Kerk en Vrede". 8.15 uur.
Palace: „Verraad" met Victor MacLaglen.
Op het tooneel: Corellis,. equilibrist. 7 en
9.15 uur.
Frans Hals Theater: „Mannen zonder
naam". 2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „De sensatie in het
casino". Doorloopende voorstelling van 7 tot
11.30 uur.
Rembrandt Theater: „De privé-secretaresse
getrouwd". Op het tooneel: Boorn Brothers.
2.30, 7 en 9.15 uur.
DINSDAG 17 DECEMBER
Stadsschouwburg, WilsonspleinJubileum
voorstelling van „Boefje". 8.15 uur.
Schouwburg Jansweg: Openbare vergadering
N S B.
Café-Restaurant „Dreefzicht": Openbare
vergadering N. S. B.
Gebouw „Sint Bavo": Jaarvergadering Zie
kenfonds „Ziekenzorg". 8 uur.
Bioscoopvoorstellingen des middags en des
avonds.
T eraardebestelling
Jhr. Otto van Lennep.
In aansluiting aan hetgeen we reeds ln ons
vorig nummer over de teraardebestelling van
het stoffelijk overschot van Jhr. Otto van
Lennep hebben gemeld nog het volgende:
De heer H. M. van Bemmelen sprak
allereerst namens de vrienden van den over
ledene uit de Sociëteit „Trou moet Blycken".
Van Lennep is altijd een zeer bijzondere fi
guur geweest, reeds van zijn jeugd af, daar
na als adelborst, vervolgens als marine-of ft
cier en later ook als gewoon burger in Haar
lem. In de Sociëteit „Trou moet Blycken"
vormde hij door zijn prettigen omgang een
grooten vriendenkring om zich heen. Daar
was hij de figuur, die altijd op denzelfden
stoel zat. Het was „de stoel van meneer Van
Lennep". Niemand zou er aan gedacht hebben
op dien stoel te gaan zitten. In gedachten
zullen wij hem altijd zien, zittende op dien
stoel. Hij voelde ontzaglijk veel voor humor,
was zelf altijd humoristisch, geestig en slag
vaardig, als dit laatste noodig was. Met een
enkel woord kon hij hem, die het tegen hem
opnam, buiten gevecht stellen. Er was altijd
een opgewekte stemming om hem heen. Waar
h ij was ontstond een sfeer van waarachtige
en goede vriendschap. Wij, leden van de Socië
teit, danken hem daarvoor. We zullen hier
altijd met groote dankbaarheid aan ie den
ken. Ook uit anderen hoofde, namelijk als
voorzitter van de Haarlemsche Vrijwillige
Burgerwacht, wilde de heer Van Bemmelen
aan de nagedachtenis van den heer Van Len
nep hulde brengen. „Die Burgerwacht werd op
zijn initiatief opgericht. Daardoor heeft hij
zich een blijvenden naam in de geschiede
nis van ons vaderland verworven. Het ge
slacht der Van Lenneps heeft -trouwens altijd
groote liefde en trouw jegens ons Vorstenhuis
getoond. Toen in 1918 'de woelige en angstige
dagen kwamen, was het de heer Van Lennep
die zich dadelijk op het Stadhuis bij den
burgemeester meldde, om mede te helpen het
gezag te handhaven. Na een bespreking met
Jhr. Mr. Sandberg richtte hij hier de Vrij
willige Burgerwacht op. Veertien jaar lang
was hij haar voorzitter en commandant. En
toen hij tot zijn groote teleurstelling aan het
einde van 1932 voelde, dat zijn gezondheid
het niet meer toeliet, al zijn kracht aan zijn
gewichtige functie te geven, verzocht hij van
het commando ontheven te worden, wat hem
op de meest eervolle wijze verleend werd. Onze
Burgerwacht heeft hem bij zijn heengaan een
grootsche hulde gebracht, waarvoor hij zeer
gevoelig was. Ook bij de Burgerwacht verwierf
hij zich een grooten vriendenkring: hij werd
hier zeer hoog geacht. In de geschiedenis van
ons vaderland en speciaal ook van Kenne-
merland heeft de familie Van Lennep een eer
vollen naam gekregen. Maar Otto heeft zich
door zijn vaderlandslievende daad in 1918 een
onsterfelïjken naam verworven. Wij zijn je
dankbaar voor dit initiatief. Ook je Burger
wacht zal je nooit vergeten. Rust zacht, Otto!"
Namens de Haarlemsche Hulpbank sprak
de >>eer j. c. Dirks.
„Gedurende twintig jaar was hij ons mede
bestuurslid. Bii onze bank vervulde hij de zeer
gewichtige functie van kassier en boekhouder.
Hii deed dit met groote toewijding, vaardig
heid en accuratesse. Toen hii ziek werd, was
dit voor onze bank een groote slag. Ook wij
hebben veel van zijn sprankelenden geest ge
noten. Door zijn geestig woord en een wel
gekozen kwinkslag wist hii ons allen te be
zielen om met opgewektheid ons werk te doen.
Ook namens mijn mede-bestuurders dank ik
hem voor wat hij voor de Haarlemsche Hulp
bank deed. Het behoeft nauwelijks gezegd te
worden, dat we zijn nagedachtenis in hooge
eere zullen houden. Hii ruste in vrede".
Jhr.. ..Mr. L. H. van Lennep sprak namens
het bestuur der Kweekschool voor.de Zee
vaart. „Hij was een groote werkkracht en
door zijn groote kennis op dit gebied werd hij
uitgenoodigd, elke maand onze vergadering
bij te wonen. Hij deed hier zijn werk met veel
toewijding en bezocht ook steeds de lessen van
de Kweekschool. Hij heeft zoo lang gewerkt,
tot het avond voor hem geworden was".
Namens het Instituut van Vrijwillige Bur
gerwachten deelde luitenant-generaal Door
man mede. dat hij als blijk van waardeering
voor de groote verdiensten van den overle
dene een krans aan diens baar gehecht had.
„Wij zijn hem veel dank verschuldigd. Hij
ruste in vrede!",
Jhr. F. W. van Styrum dankte den
heer Van Lennep voor wat hij voor de Le
vensverzekering Maatschappij „Haarlem" ge
daan heeft. „Zijn heengaan was voor déze
maatschappij een groot verlies. Hij wist met
zijn tijd mee te gaan en vormde zoodoende als
het ware een brug tusschen het oude en het
nieuwe. Hij was een goed man, altijd objectief,
scherp van geest en helder van oordeel. Wij
hebben het altijd aangenaam gevonden, met
hem te mogen samenwerken Zijn groote be
langstelling en wilskracht zijn wel het tref
fendst gebleken, toen hij, nauwelijks van een
ziekte hersteld, er op stond, toch de algemee
ne vergadering te presideeren. Met krachtige
hand nam hij de leiding, maar wij voelden, dat
het hem zeer veel inspanning kostte. Het ge
mis valt ons zwaar, maar we zullen het hoofd
in diepe berusting buigen en danken hem,
voor wat hij als commissaris en als mensch
is geweest. Hij ruste in vrede"
De heer L. J. van R o s s e m voerde het
woord namens de afdeeling' Haarlem van
„Onze Vloot". De overledene voelde bijzonder
veel voor het streven van deze vereeniging.
Het is niet onder woorden te brengen wat hij
voor „Onze Vloot" gedaan heeft. We danken
hem daarvoor.
De heer Posthumus bracht als voor
zitter van de Heemsteedsche Burgerwacht een
laatste groet. „Ik had het voorrecht den
overledene in 1918 te zien oprichten de Haar
lemsche Burgerwacht. Hij was de man, die
daarmee den stoot heeft gegeven voor het op
richten der burgerwachten in Kennemerland.
meldt:
Hoogste barometerstand 768.3 m.M. te
La Coruna.
Laagste barometerstand 743.9 m.M. te
Shields.
en voorspelt:
Matigen tot krachtigen later afnemenden
Zuidwestelijken tot Zuidelijken wind. TijdelijjR
opklarend. Aanvankelijk weinig of geen nee»»-
slag. Om het vriespunt des nachts, lichte
dooi overdag.
Uit het Buitenland
Onzekere vooruitzichten.
De van IJsland komende depressie is van
morgen tot de Noordzee doorgedrongen en op
IJsland heeft zich de hooge drukking tijdelijk
hersteld. Ook over Finland en Spanje ligt
hooge drukking. Uit het verre Westen na
dert weer een depressie. Ofschoon de Britsche
Eilanden geheel onder depressie-invloed zijn,
sneeuwt het daar in het Noorden en is elders
de temperatuur gedaald. Uit Frankrijk is de
vorst verdreven en ook ons land komt weer
onder invloed van den Westenwind. Duitsch
land en Zuid-Scandinavië hebben betrokken
weer met lichte vorst en sneeuw. Ten Zuiden
van de Finsche Golf werd de vorst streng.
Aanvankelijk is lichte dooi te wachten, maar
tijdens nachtelijke opklaring kan nog lichte
vorst voorkomen en de verdere voorzichten
zijn onzeker t
Barometer
746 m.M.
750 m.M.
Stand van heden
Vorige stand
Neiging: Achteruit.
Opgave van:
CAREL VAN HUIZEN. Opticien
Kleine Houtstraat 13. Telefoon 14112
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 16 December.
Bevallen 13 December: H. MulderSteen
bergen, d.; 14 December: F. E. van der Aar^
Göhner, d.; A. VosHartsuiker, z.; G. W. C.
OvermeerVeldman, d.; A. J. J. van Beek
Voeten, d.; 15 December: J. W. Overbeek
v. Krimpen, d.; M. M. Jansenv. Rijn, z.; C.
Mesmanv. Leeuwen, d.; 16 December: J. A.
M. Ransijnv. Eijk, z.;
Overleden 14 December: J. Bosch, 54 j.f
Pijlslaan; J. P. Kroone, 22 j„ Kamperlaan; B.
Bulthuis, 51 j„ Pol; A. HubertBoeser, 33
j., Reitzstraat; 15 December: A. AsmaRus,
73 j„ Ripperdapark; C. M. Spook—Kappelhof,
88 j., Leidschestraat; T. PereboomVisser, 82
j„ Meester Cornelisstraat.
TEGEMOETKOMING.
B. en W. stellen voor ook voor het a.s. jaar
aan J. Bonsema, gewezen zaalknecht bij het
Gem. Concertgebouw, ten laste van het Gem.
Pensioenfonds, een uitkeering van f 500 te
geven.
o.a. a f 2.25
WITTOP KONING - HAARLEM
rIARMENJANSW. 67A. TELEFOON 16100
(Adv. Ingez. Med.)
a.w.z. Bloemendaal, Velsen en Heemstede. De
Haarlemsche Burgerwacht hebt u door ener
gieke leiding van den commandant Becking
zien ontwikkelen tot een instelling ten voor
beeld aan menige burgerwacht in Nederland
en dat is de kroon op uw werk.
De burgerwachten in Kennemerland zijn u
daarvoor groote dank verschuldigd. De naam
Otto van Lennep zal steeds in hun herinne
ring blijven. Rust in vrede, oud-comman-
aant
De heer Jac. van Maris, voorzitter van
de Tooneelvereeniging „Jacob van Lennep"
herinnerde er aan, dat deze vereeniging ruim
27 jaar onder de hooge bescherming van den
overledene heeft gestaan. „Al die iaren heeft
hij veel voor onze vereeniging gedaan; we zijn
hem daarvoor heel veel dank verschuldigd.
Hij was bijna altijd op onze avonden tegen
woordig. Zelfs in November hebben we hem
nog welkom mogen heeten We hebben dit
buitengewoon op prijs gesteld. Wij betuigen
hem onzen hartelijken dank voor de buiten
gewoon vriendelijke wijze, waarop hij onze
vereeniging gesteund heeft".
Namens bestuur, directie en verpleegden
van de Prins Hendrik Stichting spyak de heer
H. G. J. U i 1 k e n s. „Hij heeft ook buitenge
woon veel voor deze Stichting gedaan. We
hebben hem leeren waardeeren om zijn hel
deren kijk, grooten geest en liefde voor de
mede men schen. Hij deed ook veel voor de
oudjes, die al lang geleden de Zeevaartschool
vaarwel hebben gezegd. Het was eey. voor
recht, met hem in hetzelfde college te mo
gen zitten en met hem te mogen samenwer
ken. Zijn heldere adviezen zullen een baken
voor ons zijn".
Daarna werd de kist grafwaarts gedragen.
Ds. G. A. Barger bad het Onze Vader.
Eén der zoons van den overledene, Jhr. A.
van Lennep, dankte namens de familie
voor de betoonde belangstelling.
FEUILLETON
2)
Uit het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
(Nadruk verboden.)
Ik geloof, dat hij zich slecht voelt. Hii
zag ei' uit alsof hij een slechten nacht had
gehad, maar nu is hij een en al opwinding
over de olifanten. Ik hoop dat het niet op een
teleurstelling voor hem zal uitloopen.
Maar al die opwindingbegon het
meisje bezorgd.
Maak je niet angstig. Honor! Het zal
hem geen kwaad doen. misschien vergeet hij
zijn ellende voor een poosje.
De uitdrukking van bezorgdheid in Honor's
oogen werd dieper. Ze staarde naar de vlakte
voor haar, die nu vol was van stralend licht
en langzaam, aarzelend trachtte ze onder
woorden te brengen wat haar al zoolang be
zwaarde.
Het is onzinnig om hier naar toe te gaan,
terwijl we weten
Er was niets aan te doen, viel Marmering
haar in de rede. Als Walter zich eenmaal
iets in het hoofd gezet heeftAls wij niet
meegegaan waren, zou hij alleen gegaan
zijn enssst!
Walter Donthorne kwam uit zijn tent en
liep naar hen toe. Plotseling bleef hij staan
en wees opgewonden naar links. Mannering
en het meisje draaiden zich vlug om en zagen
even, voor een ondeelbaar oogenblik. op onge
veer een mijl afstand een druk bewegen van
grijze ruggen, wapperende ooren en glinste
rende slagtanten. Het volgende oogenblik
waren ze achter een helling verdwenen.
Ze zijn op weg naar het bosch, zei Don
thorne opgewonden. Als we niet vlug voort
maken, kunnen we ze niet meer snappen.
Hij begon haastig bevelen aan de dragers te
geven en Mannering keek het meisje aan.
We moeten meegaan, zei ze. Er zit niets
anders op.
Tien minuten later waren ze op weg terwijl
drie inboorlingen met extra geweren hen
volgden.
Walter had de richting, welke ze volgen moes
ten zoo berekend, dat ze den weg welken de
olifanten genomen hadden kruisten, en al
heel gauw kwamen ze bij het breede spoor,
dat de reusachtige dieren gemaakt hadden.
Ze gaan regelrecht op het bosch af. zei
Donthorne. Misschien hebben ze daar halt ge
houden.
Hij ging hen voor, trillend van agitatie. Op
dat oogenblik was hij geen zieke meer. Zijn
oogen glinsterden koortsachtig, zijn haar hing
sluik over zijn voorhoofd en het zweet parelde
op zijn mager gezicht. De zon steeg hooger
en de hitte werd langzamerhand ondragelijk,
het licht verblindde hen, maar Donthorne
scheen het niet te merken. Hij liep zoo snel,
dat de anderen hem nauwelijks konden bij
houden en keek geen oogenblik om zich heen
al zijn aandacht was gericht op het spoor
voor hem. Zijn zuster begon teekenen van
vermoeidheid te toonen en Man nering stelde
haar fluisterend voor een korte rust te hou
den, maar ze schudde het hoofd en wor
stelde verder. Eindelijk hadden ze het einde
van het lange gras bereikt en kwam
aan een groot stuk, dat afgebrand was en nu
frisch en jong begon op te schieten. Het
spoor liep er dwars over heen en aan den
anderen kant wachtte hen de schaduw van
de boomen.
Toen ze het bosch bereikt hadden, bleef
Donthorne staan en luisterde. Het was dood
stil, geen enkel geluid drong tot hen door,
maar het spoor was duidelijk te zien en ze
hervatten den tocht langzaam en voorzichtig,
want al is een olifant geweldig groot, hij is
niet altijd gemakkelijk te vinden tusschen de
boomen. Een half uur lang gingen ze verder,
toen, op een plek waar de boomen verder uit
elkaar stonden en breede zonneflitsen door
het donkere bosch lichtten, bleef Donthorne
weer staan, ingespannen luisterend. Toen
hief hij zijn hand omhoog.
Luister eens, fluisterde hij.
Ze. luisterden. Het geluid, dat hij gehoord
had, drong nu ook tot hen door het typi
sche, rommelende kauwen van een troep oli
fanten. Een oogenblik stonden ze doodstil
toen vervolgden ze voorzichtig hun weg. Een
groote steen lag op hun weg en Donthorne
beduidde zijn zuster daar op te gaan staan,
terwijl hij en Mannering nog een paar meter
verder gingen. Van haar hooge standplaats
had.het meisje een duidelijk gezicht op de
kudde. Ze kon zien hoe de beesten de takken
aftrokken met hun groote slurven, hoe ze met
hun lange ooren trachtten de vliegen te ver
drijven; ze zag de zware lichamen met de
modderkorsten, die er op vastgebakken wa
ren.
De aanblik bekoorde haar onweerstaan
baar en een oogenblik staarde ze strak naar
het ongewone schouwspel Toen keek ze om
zich heen naar haar broer en zijn vriend en
ze zag iets glinsteren tusschen de boomen
het zonlicht op een geweer. Ze herkende haar
broer en zag hoe hij voorzichtig naar de
kleine open plek toesloop en haar hart bons
de van opwinding, want de dichtstbijzijnde
olifant was niet meer dan een dertig meter
van hem verwijderd. Ze kon Mannering niet
zien, maar hij was ongetwijfeld ergens dicht
bij haar broer.
Toen gebeurde het. Ze zag Donthorne nog
dichterbij sluipen, toen stond hij stil en hief
zijn geweer. Op hetzelfde oogenblik hief de
dichtsbijzijnde olifant, een mannetje, die met
zijn slurf het struikgewas bij zijn pooten had
staan afgrazen, zijn kop op. Toen hoorde ze
een schot en tegelijk een woedend getrompet
en het dier dat niet doodelijk gewond was, be
gon te loopen en de heele kudde kwam achter
hem aan - 'n ondroordringbare massa angstige
doldriftige dieren met zenuwachtig bewegen
de slurven en slagtanden, welke glinsterden
in het zonlicht.
Donthorne was precies in hun weg en het
mannetje, dat aan het hoofd van den troep
liep, had hem blijkbaar als slachtoffer uitge
kozen. want terwijl de andere slurven doelloos
op en neer bewogen als kronkelende slangen,
was de zijne opgerold als een veer naar be
neden zooals olifanten altijd doen wanneer ze
een speciaal doel hebben.
Honor zag hem zijn geweer nog eens afschie
ten, maar het schot hoorde ze niet; toen
schoot de opgerolde slurf uit en het hoofd van
den man gleed achterover of zijn nek gebro
ken was. Maar voor hij gevallen was had de
slurf hem gegrepen en hem hoog in de lucht
geheven, terwijl zijn armen en beenen hulpe
loos neerhingen als de ledematen van een ie
los opgevulde zemelpop.
(Wordt vervolgd.)]