De nieuwe Bisschop van Haarlem. Studenten-studiën. Bezuinigingen te Haarlem. MAANDAG 16 DECEMBER 1935 HAARtE M'S DA'GRE A D 3 Ervaringen van Een groot Mariavereerder. een Eerstejaars in Amsterdam. MGR. J. P. HU USERS Vader zijner parochianen, vriend van armen en zieken. Zooals wij Zaterdag nog in een groot deel onzer oplage konden vermelden, heeft de Zeer- eerw. Heer J. P. Huibers, Deken en pastoor te Hoorn, een telegram van den Internuntius te Den Haag ontvangen, waarin wordt medege deeld, dat Deken Huibers in het Maandag a.s. te Rome te houden consistorie door den Paus tot Bisschop van Haarlem zal worden be noemd. Deken Huibers werd 15 November 1875 te Amsterdam geboren. Na zijn studies aan de Seminaries Hageveld en Warmond te hebben voltooid, werd hij in 1899 tot priester gewijd, waarna hij benoemd werd te Moordrecht en ln 1902 te Leiden. Drie jaar later werd hij leeraar aan het Seminarie Hageveld, waar hij zich onder de studenten tal vrienden heeft verworven. In 1917 volgde zijn benoeming tot Bouw pastoor te Amsterdam in de Chasséestraat al daar (O.L. Vrouwe van Altijddurenden Bij stand). In 1928 werd hij benoemd tot pastoor en deken van Hoorn- Met Mgr. Joannes Petrus Huibers krijgt het Haarlemsche diocees een groot Mariavereerder aan het hoofd. Reeds als jong kapelaan te Leiden kon de thans benoemde bisschop deze devotie uitvieren, daar zijn pastoor, deken Bots een der eersten in den lande was, die 'n beuk aan de kerk bouwde, welke was toegewijd aan O. L. Vrouw van Lourdes. Later, toen de Hageveldsche professor werd (benoemd tot bouwpastoor te Amsterdam en, als tijdelijk kapelaan van de parochie „De Liefde", gelden in Amsterdam en in tal van parochies in het bisdom inzamelde, voor de tot standkoming van het nieuwe Godshuis, behoefde het geen verwondering tc wekken, dat hij de nieuwe parochie aan „de Baarsjes'' toewijdde aan O. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand. Een onverwoestbaar vertrouwen in de voor spraak van de H. Maagd, hielp den sociaal voelenden pastoor Huibers, die zich bijzonder tot de armen aangetrokken gevoelde, door zelfs de grootste moeilijkheden heen. In 1917 begon de bouwpastoor zijn herder lijk werk met het oprichten van een hulpkerk aan de Chasséestraat op de plaats waar zich thans het parochiehuis bevindt. Deze kern stond toen nog vrijwel in het veld. Met 600 ge zinnen begonnen, telde de nieuwe parochie een zevental jaren later tegen de 3000 gezin nen, zoodat bouwen van de definitieve kerk gebiedende noodzaak was. Bij de veeleischende werkzaamheden, welke het stichten van een nieuwe parochie met zich brengt, vond pastoor Huibers gelegenheid de oprichting van een Conferentie der St. Vin- centiusvereeniging en van een af deeling van de Vereeniging van den Allerheiligsten Ver losser te bevorderen, en voor hun financieele zorgen had hij een voortdurende aandacht. Hij leerde zijn parochianen geven, maar ging daarin zelf voor, zoodat hij, toen hij de paro chie in 1928 verliet, van zijn eigen bezit maar heel weinig meer over had. De vrijgevigheid is in de parochie, waar heel veel nooden gelenigd moeten worden, levendig gebleven, evenals de dansbare herinnering aan den stichter. Pastoor Huibers was voor zijn parochianen in de eerste plaats een vader en een vriend, die als het noodig was zeer streng kon op treden. Zooals gezegd stelde hij zijn volle ver trouwen in de H. Maagd Maria; lederen Zon dagavond hield hij een, telkens weer verschil- lende, Mariapreek en bij het patroonsfeest van de kerk, die telkenjare met een luister rijke processie werd gevierd, bleek de kerk altijd te klein om het aantal geloovigen en andersdenkende belangstellenden te bevatten. Hoezeer pastoor Huibers bemind was bleek op ondubbelzinnige wijze bij de viering van zijn zilveren priesterfeest in 1924. Zijn uiterste krachten gaf hij aan het werk, dat hij zelf bouwde, en waarbij hij nog Bis schoppelijk Inspecteur van het Lager Onder wijs was, totdat in 1928 Mgr. Aengenent hem benoemde tot deken van het dekenaat Hoorn. Ook hier wist de werkzame zielzorger niet van iets rustiger arbeiden. Het godsdienstig leven bracht hij op hooger peil, de kerkelijke fees ten werden met groote plechtigheid gevierd, de volkszang in de kerk werd bevorderd. Deken Huibers interesseerde zich sterk voor het on derwijs, bepaaldelijk voor het M.U.L.O., waar door het aantal M.U L.O.-leerlingen sterk steeg. Ook was hij penningmeester van het St. Radboud Comité van de afdeeling Noord-Hol land in het bisdom Haarlem. Van het Hoofd bestuur van het apostolaat der Vereeniging maakte deken Huibers deel uit, terwijl ook de Diocesane Jeugdraad van zijn krachten heeft mogen gebruik maken. Tijdens het dekenaat van deken Huibers werd in Hoorn het comité „Katholiek Hoorn" opgericht. Verschillende charitatieve vereeni- gingen telden hem als haar directeur of ad viseur. Ook een Graalhuis kwam tot stand. Armen en zieken waren degenen tot wie de meeste belangstelling van den nieuwen bis schop uitging. Van het St. Jans Gasthuis was hij Bisschoppelijk commissaris, terwijl hij als aalmoezenier van de Vereeniging tot Samen stelling van Nederlandsche Bedevaarten her haaldelijk ln Lourdes kwam. Toen hij verleden jaar van de bedevaart te rugkeerde. hadden de Hoornsche parochianen een grootsch feest aangericht om hun gevier- den deken en pastoor met zijn 35-jarig pries terschap te huldigen. Dit heeft bij Mgr. Hui bers een onvergetelijken Indruk achtergelaten. Een typeerend staal voor het innig-gods- dienstige leven van den nieuiwen bisschop mag gezien worden in het feit, dat hij die door parochiewerk verhinderd was de massale bedevaart van den Stillen Ommegang mede te maken op den feestdag van het H. Sacra ment van Mirakel des morgens in alle stilte alleen den Omgang in de hoofdstad maakte, om daarna in de kapel van het Begijnhof het H. Misoffer op te dragen. Zoo zal dan binnenkort de statige figuur van Mgr. J. P. Huibers als negende bisschop van Haarlem de St. Bavo-kathedraal binnentre den om daar tot de episcopale waardigheid te worden geconsacreerd. De heer Schouten over de onderwijsbezuiniging. Feitelijk onaanvaardbaar. Het anti-revolutionaire Kamerlid de heer J. Schouten heeft te Arnhem de moeilijkheden ten aanzien van de onderwijsbezuiniging aan geroerd. Hij zeide o.m. dat de A. R. van oor deel zijn, dat de bewuste paragraaf 12 van het bezuinigingsontwerp niet kan worden geaccepteerd. Hun bezwa ren zijn, dat de overheid zal te beslis sen krijgen of ergens een bijzondere school zal blijven bestaan, zoodra deze beneden het leerlingen-minimum zal komen. Wel is waar is hiervan dispensatie door den minister moge lijk, doch daar ligt juist het princi- pieele bezwaar; naar a.r. opvatting mag niet de regeering hebben te be slissen over het geven van bijzonder onderwijs. De bezuiniging, welke de regeering denkt te bereiken, zóó klein, dat men daarvan naar de meening van den heer Schouten geen Kabi netscrisis hoeft te maken. Wel is in de regee< ringsverklaring, die het kabinet-Colijn in Mei 1933 heeft afge legd, gezegd dat ds regeering de onder- wijsvragen niet zou toespitsen, doch men beschouwe deze kwestie geheel zakelijk, niet politiek; een kabinets crisis zal de a.r. partij hiervan niet maken. Zij zal het kabinet blijven steunen. J. Schouten Mijn Haagsch-Leidsche neef heeft een be zoek gebracht aan de Amsterdamsche Kroeg. Of de kennismaking heeft geleid tot een grootere wederzijdsche waardeering, betwijfel ik. Om te beginnen waren wij Bob, Jan en ik zijn eenige kennissen en omdat wij alle drie eerstejaars zijn, zitten we natuurlijk in de jerstejaarsafdeeling voor de pilaren, waar onder geen voorwaarde ooit eeri gemakkelijke stoel wordt aangeschoven. Het tweedejaars- hart van Neef bonsde van verontwaardiging en barstte van nijd, maar htf moest zich schikken. Vrij aanmerkelijk rotzaaltje, zei hij, zich nedervleiend en zoo luid hij kon. Er passeerde iemand ons tafeltje, die Neef bij die woorden met een blik opnam en daarbij een gezicht zette of hij van plan was hem ook op andere wijze op te nemen. Leijenaar zeker? vroeg hij toen aan ons met het onfeilbare instinct dat Amsterdam mers voor dit verschijnlsel hebben. En toen tot Neef: Ik zou je raden je groote bek een beetje te houden. Meteen liep hij door. Politesse! riep Neef hem na met de typisch-Leidsche term die aanduidt, dat be schaafde menschen onder alle omstandig heden het decorum en de beleefdheid in acht nemen. - Kan die vent zich niet voorstellen voor hij begint te b kken? vroeg hij toen aan ons. Wie is die kerel? Kroegcommissaris, zeiden wij op de eer biedige toon die ons past tegenover zulke hooge functionarissen. Kroegcommissaris? Dat? Neefs gelaat drukte de pijnlijkste verbazing en het smar telijkste medelijden uit. Vrij ongunstige smoel zeg, voor zoo'n baantje. Jullie moeten bij ge legenheid eens naar een wat gunstiger uiter lijk uitkijken. Zou je me niet eens een borrel aanbieden? Flons, vraag eens wat meneer drinken wil. Breng mij 'n'nNeef kneep een oog dicht en keek droomerig door het andere. Breng mij een vergin. Wablieft meneer? 'n Vergin. Verrek zeg, weet jullie hier in Amsterdam niet wat 'n vergm is? Twee deelen vermouth, een deel gin. Ver-gin. Vrij eenvou dig, vind je niet? Maarehje geeft me behoorlijke gin hoor. Rommel drink ik niet. Hé, zeg, riep hij den wegloopenden be diende na, laat me de flesch even zien? 'k Heb verduiveld weinig zin om voor jullie plezier een maagkwaal op te doen. De kroegcommissaris tikte me op den schouder. - Zeg Matris, ik zou je raden met dat kwalijke stuk introducé van je zoo snel moge lijk te eclipseeren. Als je tenminste niet wilt dat hij de Kroeg afgedonderd wordt. Maar wat Neef ook mocht zijn, bang voor bekvechten was hij niet. In een oogwenk was hij met den Kroegcommissaris in een geani meerd en gepeperd debat verwikkeld, dat hem gelegenheid gaf zijn talenten ten volle te ont plooien, maar waarvan een zekere pruderie mij belet de finesses gemeengoed te maken. Toen ze zich allebei warm en heesch hadden gesproken, sloeg Neef zijn vergin in een slok om en wij verlieten de plek waar Vriendschap Vereent. We zwierven met Neef door Amsterdam. We dineerden te zijner eere in het blauwe zaal tje van Américain en ik stond duizend ang sten uit, toen ik de wijn moest kiezen. Ik wist dat er roode en witte wijnen bestaan en dat Rijnwijn wit is en Bourgonje duur, maar verder ging mijn kennis eigenlijk niet. Zevenenveertig, zei Neef, weer met dat eene oog dicht en die weemoedige droom in het andere. Na het diner dronken we een kleintje koffie in de Zeeuwsche Hoek, die hij maar matig vond en bekeken een film in De Uitkijk, die zijn minachting voor Amsterdam ziender- oogen deed stijgen. En toen we ten slotte in een zij steegje van de Kalverstraat belandden, waar in een tapperij met zand op den vloer enkele onwaarschijnlijke personen zaten te domineeren en leverworst te kauwen en hem dit etablissement voorstelden als de Engel- sche Raid, waar het beste bier van de hoofd stad wordt geschonken, verviel Neef in een weemoedig gepeins. De eenige en tenslotte vrij eenvoudige oplossing is natuurlijk deze, zei hij toen, dat jullie die heele Universiteit van jullie voor een appel en een ei van de hand doen. In deze stad kan je ook geen mensch worden, 't Is jullie waarachtig niet kwalijk te nemen dat 't je niet gelukt. Ik betwijfel zelfs of ik het klaar zou spelen. Toen hebben we hem maar gauw op clen laatsten trein naar Leiden gezet. En daarmee is de laatste mensch uit Am sterdam verdwenen. A. A. MATRIS. „Weer-afdeelingen" van de N. S. B. opgeheven. Met ingang van 31 December a.s. Naar wij in Volk en Vaderland lezen, heeft ir. Mussert, algemeen leider van de Nat. Soc. beweging, met ingang van 31 December de W.A. en de R.W.A. („weer-afdeeling" en ruiter-„weerafdeeliing") opgeheven, evenals het motorkorps. Aantal stamboekrunderen naar Engeland. In het Rijksquarantainestation te Hoek-van- Holland zijn volgens het Alg. Handelsblad on dergebracht 100 eerste klasse stamboekrun deren. Deze dieren zijn bestemd om, na het onder gaan van een drieweeksche quarantaine, te worden verscheept naar Engeland. Door samenwerking van de Engelsche en Nederlandsche veterinaire autoriteiten schijnt de mogelijkheid te zijn geschapen aan het ver zoek van het betreffende Engelsche stamboek te voldoen, en voor aanvulling en bloed ver ver- sching dezen belangrijken aankoop in Neder land te mogen doen. De autoriteiten van het Engelsche stamboek vertoefden gedurende een tiental dagen in Nederland om zelf een keus te maken en be zochten daarvoor in het gebied van het Neder landsche en dat van het Friesche rundvee stamboek vele der meest vooraanstaande vee- fokkersbedrijven. Noosf de alom bekende z.o Genever_ thans een nieuw type (extra droog) (Adv. Ingez. Med.) K. L. M. zal nieuwe machines moeten koopen. Voor vervanging van verkochte toestellen. De KL.M, heeft vier Fokker-machines van het F 12-type aan de Crilly Airways Ltd. te Londen overgedaan. Hierdoor komt de K.L.M zelf voor de noodzakelijkheid te staan nieuw materiaal aan te schaffen. Naar de Tel van de directie der K.L.M. ver neemt. is echter nog geen enkele beslissing genomen welk type vliegmachines men voor de F 12-vliegtuigen in de plaats zal nemen. Men heeft met de Douglas DC 2-machines goede resultaten bereikt, zoowel óp de Euro- peesche als op de Indische lijnen, maar het is onzeker of men opnieuw tot de aan schaffing van dit type zal overgaan. Op het oogenblik kan men zich met het be- schibare materieel nog redden, maar tegen 1 Juli van het volgende jaar als de zomer dienst wordt uitgebreid zal men moeten zorgen nieuwe machines ter beschikking te hebben. Deze zaak is thans bij de directie der K.L.M. in onderzoek. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 16 D ec e m b e r Bij den te Rotterdam door de vereeni ging „Oranje" aldaar, gehouden scherm- wedstrijd behaalde onze stadgenoot, de heer A. J. Meijerink, den 2den prijs op de sabel, zijnde een verguld zilveren me daille. De heer Meijerink betoont zich voortdurend een bedreven schermer te zijn. Organisatie der Wereld jamboree. De „Schelde" krijgt weer werk. Belangrijke order voor den bouw van motorvrachtschip. De Rotterdamsche Lloyd heeft aan de Maatschappij „De Schelde" te Vlissingen op dracht gegeven voor den aanbouw van een dubbelschroef-motorvrachtschip. groot onge veer 11.000 ton draagvermogen. Het schip zal worden voorzien van Schelde-Sulzer motoren; de snelheid zal 15 mijl bedragen. Kapitein Breunese trekt zich terug. De kapitein-adjudant J. M Brennese. orga nisator der internationale vierdaagsche af- standmarschen van den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding, die door de re geering ter beschikking was gesteld van de Nederlandsche Padvindersvereeniging voor de organisatie van de Wereldjamboree 1937, zich niet kunnende vereenigen met de inzichten op organisatorisch gebied der Nederlandsche Padvindersvereeniging. heeft, naar het Hbld. meldt, zijn werkzaamheden afgebroken en zijn militaire functie, kapt.-adjudant van den commandant der Eerste Divisie, 's Gra- venhage. weder hervat. Mr. J. E. W. Duys verdedigt zich. Brief aan het partijbestuur. Mr. J. E. W. Duys, die uit de sociaal demo cratische fractie der Tweede Kamer is getre den en inmiddels geroyeerd werd als lid der S. D. A. P. heeft een verweer tegen het ant woord der S. D. Kamerfractie aan het Partij bestuur der S. D. A. P. geschreven Volgens „eenstemmig oordeel" der fractie zou ik eigenlijk, zoo zegt mr. Duys, sedert 1913 reeds, dus zegge 22 jaar lang, mijn plicht als Kamerlid schandelijk hebben verwaarloosd. Hij wijst erop, dat in dien tijd zijn stemmen cijfer van 25.000 tot 90.01.0 is gestegen en dat op de lijst waarvan hij vijfmaal als lijstaan voerder fungeerde, nog de heeren Cramer en Thijssen de Kamer zijn binnengesleept. Na zich nog tegen enkele aanvallen te heb ben verdedigd, zegt de heer Duys wél gekozen te zijn op een partij-lijst, maar niet op een kliek lijst. De taak van de pers in onzen tijd. Rede van prof. dr. J. Huizinga. Regeering vraagt medewerking Naar men weet, heeft de minister van So ciale Zaken eenigen tijd geleden overleg ge pleegd met Gedeputeerde Staten der provin cie inzake een plan tot opneming van jeug dige werklooze in het bedrijfsleven. Reeds hebben verschillende colleges van Gedeputeer de Staten een rondschrijven aan de gemeen tebesturen laten uitgaan. In aansluiting daarop heeft de minister zich thans per brief tot een groot aantal, on geveer 60 organisaties, van werkgevers en werknemers gericht met het verzoek, bij de uitvoering van het plan, dat in den brief meer uitvoerig wordt toegelicht, zooveel mogelijk medewerking te verleenen. Het plan beoogt jonge werkloozen werk zaamheden te doen verrichten, welke m de verschillende bedrijven onder de tegenwoor dige omstandigheden niet worden uitgevoerd, doch waren de tijden beter, zeker ter hand zouden worden genomen. Het wordt de taak van de op te richten plaat selijke comité's dergelijke werkzaamheden op te sporen, plannen tot uitvoering te ontwer pen en deze den minister ter goedkeuring voor te leggen. Het ligt nu voor de hand, dat daar bij de medewerking zoowel van werkgevers als van werknemerszijde niet zal kunnen wor den gemist. Prof. dr. J Huizinga, te Leiden, wiens laat ste boek „In de Schaduwen van morgen" zoo zeer de aandacht heeft getrokken, heeft Za terdagmiddag in Hotel De Witte Brug in den Haag gesproken over: De taak van de pers in onzen tijd. De krant staat daar als maatschappelijke' factor en cultuur-object, bovenal als levens orgaan der samenleving. Wat publiek wordt, wordt terstond door de geheele wereld bekend. IJdel is de vraag of de publiciteit goed is. Alle andere organen der samenleving bedie nen zich van de pers, Men kan zich voor stellen, dat men uit onze cultuur kan wegden ken de legers, de banken, het hospitaal, de spoorwegen... maar de pers weg te denken is niet mogelijk. De pers, als wij aan haar denken, neemt in onzen geest een sterk persoonlijk karakter aan. Ook de krant zelve voelt zich als een wezen, een persoon. Juist de personificatie van de krant brengt ons op de vraag: wat is de taak der pers? Het begrip „taak" brengt ons op het terrein van het behooren, het ethische domein. Is er nu zulk een subject? Men geve zich er nauwkeurig rekenschap van. hoe ver een blad mag toegeven aan de bijna onvermijdelijke neiging tot reclame en sensatie. Een belangrijk deel der taak van de pers ligt in het negatieve, in het beteugelen van de euvelen. Wie er buiten staat, geeft er zien geen rekenschap van, hoeveel selectie, hoe veel snel beraad is voorafgegaan aan de ver schijning van een nummer. De positieve taak. Hoe is de positieve taak der pers? Kan zij opvoeden, oordeelen? Of is zij alleen een ui; drukking, een weerspiegeling? Inlichten is niet genoeg. Zij moet voorlichten ook De pers kan de taak der school en der vrije associatie echter niet overnemen, maar zij kan wel de andere maatschappelijke organen bij hun taa<c sterken en steunen. Moet de pers leiden? Als zij leidt, is zij in een macht geraakt, die zien van haar heeft meester gemaakt. Kan men een algemeen oordeel over hel maatschappelijk gebeuren aan de pers toe schrijven? Als de pers wilde zeggen, wat bar- baarsch is en wreed, wat trouweloos en laf. wat mallepraat als het wreken van neder lagen van vijftig jaar geleden is... als d: pers dit alles dagelijks wilde zeggen, zou het ondragelijk worden. De pers moet wel een zekere gelijkmoedigheid betrachten. Als de pers der geheele wereld echter dagelijks zei „En voorts moet er een eind komen aan de particuliere wapenfabricage", zou dit een groote invloed oefenen. Doch men weet vol gens spr. wel, waarom dit niet kan. De cultuurtaak dex pers ligt overal beslo ten in onoplosbare conflicten en tegenstrij digheden. De pers moet geven en nemen, moet selecteeren en corrigeeren. Zij moet schrij ven, alsof het publiek verstandig was Des avonds werd prof. Huizinga een maal tijd aangeboden .waarbij het woord ls gevoerd door minister de Wilde. Mr. A. D. W. de Vries treedt af als lid van den Raad van State. Tot commandeur in de Orde van Oranje» Nassau benoemd. Bij Koninklijk Besluit is met ingang van 1 Januari 1936 aan mr. A. D. W, de.Vries op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid van den Raad van State, welke hooge functie hij se dert 1911 heeft bekleed, met dankbetuiging voor de langdurige diensten door hem in die betrekking bewezen. Tevens is mr. De Vries benoemd tot commandeur in de Orde van Oranje Nassau. (A.N.P.) Nieuwe voorstellen van B. en W B. en W. van Haarlem hebben bij de In diening der begrooting nog eenige bezuini gingsvoorstellen aangekondigd. Die zijn nu aan den raad gezonden. Opheffing Bureau voor Beroepskeuze. B. en W. schrijven aan den raad' „Het bureau Beroepskeuze, dat zijn werk zaamheden op 2 Juli 1928 aanving en in den loop der jaren ongetwijfeld nuttig werk heeft verricht, heeft door de tijdsomstandigheden aan belangrijkheid ingeboet. Het aantal aan vragen om adviezen en inlichtingen, hetwelk in 1931 nog 378 bedroeg daalde tot 210 in 1934 en tot 182 in 1935. Onder dit aantal be vindt zich een aanmerkelijk déél aan advie zen met betrekking tot de keuze van scholen ter voortzetting van het genoten lager on derwijs, terwijl ook het aantal inlichtingen niet het karakter dragend van volledige ad viezen groot is te noemen (onderscheiden lijk 46 schooladviezen en 88 inlichtingen). Het wil ons voorkomen, dat Directeuren en Hoofden van onderwijsinrichtingen wat be treft de schooladviezen en inlichtingen de taak kunnen overnemen, waarmede het Bu reau zich thans bezig houdt. Het verdient voorts de aandacht, dat slechts weinig adviezen betrekking hebben op personen, die na bekomen advies inge schreven zijn bij de Arbeidsbeurs, en een werkkring zoeken 'in 1934 slechts 45). Uit een" en ander volgt, dat het Bureau Be roepskeuze ook al moge in het algemeen de werkgelegenheid schaarsch zijn. thans niet of niet genoegzaam een taak heeft bij den overgang van de school naar het bedrijfs leven. Een uitgaaf van pl.m. f 4.000 voor de in standhouding van het Bureau achten wij dan ook niet meer verantwoord" Opheffing Kindertehuis. Het Kindertehuis is in 1928 opgericht ten einde daarin tijdelijk onder te brengen de kinderen, die. tengevolge van ziekte of tijde lijke afwezigheid van een of beide ouders, onmiddellijk verzorging behoeven. In den eersben tijd bleek de inrichting in een be hoefte te voorzien, dermate zelfs, dat er re gelmatig plaatsgebrek was, Langzamerhand échter is het aantal aanvragen om opne ming verminderd en is ook meer aandacht besteed aan de mogelijkheid om huisverzor ging te geven of de kinderen bij familie on der te brengen. Die vermindering is zoodanig, dat het aantal beschikbare plaatsen sinds 1 Januari 1932 niet meer voltallig bezet is ge weest. Vermindert men de bezetting dan nog met een aantal kinderen van gemiddeld 12. nl. kinderen, die permanente of semi- permanente verpleging behoeven en die 1" deze inrichting niet thuis hooren, dan Ls het aantal kinderen, dat gemiddeld voor verzor ging in 't Kindertehuis ln aanmerking komt van dien aard, dat ernstig betwijfeld moet worden, of het voortbestaan van het tehuis, vooral in dezen tijd, nog gerechtvaardigd is. Deze omstandigheden hebben don direc teur van Maatschappelijk Hulpbetoon aan leiding gegeven om, gezien de noodzakelijk heid van bezuiniging, voor te stellen het Kindertehuis op te heffen en daardoor een bedrag van ongeveer 10 duizend gulden te be sparen. Bij de beoordeeling van dit voorstel heb ben B. en W. vooropgesteld, dat bij opheffing de verzorging der kinderen op alleszins vol doende wijze moet kunnen geschieden, om dat, wordt al een wilziglne gebracht in den vorm van verzorging, de noodzakelijkheid der verzorging blijft bestaan. Uit hetgeen de di recteur van Maatschappelijk Hulpbetoon hierover in zijn rapnorten mededeelt, hebben B en W. de overtuiging verkregen, dat voor nadeellge gevolgen in dit opzicht b;i ophef fing niet behoeft te worden gevreesd. B en W. zijn van meening. dat onder deze omstandigheden de gelegenheid om een aan merkelijke bezuiniging te verkrijgen niet mag wórden verzuimd. Voor de besturend zuster kan emplooi ge vonden worden bii dpn ~«- neeskundigen- en Aan het overige personeel kan w?r^' f worden toegekend voor zoover die regeling van toepassing is. In daartoe geëigende ge vallen ware volgens B. cn W. te over wegen eveneens wachtgeld toe te kennen aan hen, op wie de wachtgeldregeling niet van toepassing is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5