Opcenten op diverse belastingen verhoogd. Studenten-studiën. Weer een Ossche dag Den Bosch. in Mr. Terpstra steekt een reddingsplank toe. VRIJDAG 20 DECEMBER 1933 H A A" R E E M'S DA'GBHAD 3 EERSTE KAMER. Bezwaren tegen verhooging opcenten successie-belasting. Mr. Blomjous (R.K. Staatspartij) Ontwerp toch aangenomen. DEN HAAG, Donderdag. De heer Blomjous opende het vuur tegen de opcenten op diverse belastingen. Hij zal niet voor eenige belastingverhooging stem men, zoolang opvoering van het tarief van Invoerrechten uitblijft. Dooh dit wetsontwerp is voor hem ten eenenmale onaanvaardoaar, bovenal door de voorgestelde opcenten op de successiebelasting. Daarin ziet hij een hoogst onbillijk ingrijpen in de rechten van de indavidu- eelee burgers door den Staat; hij acht dien maatregel ook uiterst bedenkelijk voor de kapitaal vorming. Dit ontwerp, dat alleen voor 1936 geldt, bezit ook het karakter van een hoogst onbilljk door de overheid aan de burgers op gelegd offer, voort vloeiende uit kans spel: wie in 1936 erft zal de opcenten wel moeten betalen, maar wie een jaar later erft, behoeft alleen maar het normale successie tarief, zonder de opcenten, op te brengen. Mr. v. d. Hoeven <c.h.) betoogde, dat men liever dan deze belastingverhooging, zijn heil moest zoeken in achterwege laten van allerlei uitgaven voor nieuwe werken, omdat die schaduwen niet slechts van morgen, maar ook nog van overmorgen en langer zijn. Gelijk de voorafgaande spr. zag Mr. v. d. Hoeven, die eigenlijk elke successiebelasting schadelijk acht als kapitaalsvernietigend. Niet slechts uit economisch maar ook zede lijk oogpunt ziet spr. in de opvoering der be lastingen groote bezwaren. Als derde oppositioneele spr. verklaarde zich Mr. v. Rappard (lib.) die in het bijzonder de verhooging der successiebelasting bedenkelijk vond. Het is een tijdelijke maatregel, die ove rigens zoo licht een blijvend karakter kan krijgen. De heer d' Ansembourg verklaart tegen te zullen stemmen. Al bevat het R. v. O. geen bepaling, die verbiedt in het openbaar bezwa ren te uiten, welke in de afdeelingen niet zijn geopperd, zal deze senator zich bij het in dit opzicht gevolgde gebruik neerleggen en dus niet de bezwaren zijner fractie (welke aan 't afdeelingsonderzoek nog niet had kun nen deelnemen.) uiteenzetten. Mi'. Pollema (c.h.l zou, aangezien bij de schriftelijke voor bereiding het alge meen economisch Regeeringsibeleid_ niet was aangeroer conform het z.i. juiste gebruik, over dien kant der zaak niet spreken. De Regeering staat met haar belastingpoli- tiek vrijwel tegen den muur. Wij heb ben steeds meer te maken met de dom me kracht der fei ten. Intusschen acht spr. verkeerd dit wetsont werp, dat onderdeel van de kabinetspoiitiek uitmaakt, te verwerpen, want daaruit vloeit meer voor dan slechts afwijzing van eenige belastingverhogingen; het resultaat zou zijn toeneming der onrust in den lande. Bovendien door de feiten zal men kwalijk een andere belastingpolitiek kunnen gaan voeren. Naar aanleiding van 's heeren Blomjous' bezwaren tegen de tijdelijkheid merkte Mr. Pollema op, dat hierin bijkans 'n aanmoedi ging kan schuilen voor den Minister om de verhooging blijvend te maken. Alles bij elkaar wenscht spr. voor dit ont werp te stemmen, ook o.m. om nog meer on rust te vermijden. Ware het land kalm ge bleven dan zou de financiering der vlottende schuld makkelijk geweest zijn. Gansch het vaderland is hiermede gebaat dat wij op dit oogenblik deze Regeering zooveel mogelijk steunen. Jhr. Mr. v. Citters (a.r.) vindt het wel moei lijk. dat de Kamer dit ontwerp te behandelen krijgt, omdat het algemeen financieel en eco nomisch beleid, dat pas bij het algemeen be- grootingsdebat aan de orde komt, besproken kan worden. Spr. zal voorstemmen, doch wil alleen nog uiting geven aan de zwakke hoop den duur van de heffing der opcenten op de successie belasting tot den korst mogelijken tijd te beperken. Na de koffie merkte Minister Oud op, dat het inderdaad ook ditmaal door een al eer der in deze Kamer zich voorgedaan hebenden loop der omstandigheden niet mogelijk was deze nieuwe belastingregelingen op 1 Januari e.k. te laten aanvangen zonder dat het alge meen financieel debat er aan vooraf was ge gaan. De noodzaak van zooveel mogelijk verso bering op de staatsuitgaven onderschrijft Mi nister Oud, evenzeer echter Mr. Pollema's stelling, dat ook daaraan een grens is. terwijl inderdaad de wachtgelders dure resultaten van de bezuiniging zijn en wel moeten zijn. Belastingverhooging heb ik tot dusverre alleen toelaatbaar geacht als ik langs an deren weg (door verlaging van uitgaven in de eerste plaats) niet tot 'n sluitende begroo ting kan komen Doch dit is mij tengevolge van de enorme daling der inkomsten uit de hand gevallen. Als voorbeeld haalde de Minister aan hoe een der senatoren destijds zijn schatting van 80 millioen als opbrengst der omzetbelasting veel te laag had geacht en had gemeend, dat 't ver over de 1^)0 millioen zou zijn. Ja, dat geachte lid was bereid den Minister te garandeeren dat het 100 millioen zou zijn, indien hij het surplus zou krijgen; thans zou die senator geruineerd zijn. Uit de opbrengst der invoerrechten hoopt de Minister te kunnen concludeeren dat we nu wel het laagste peil hebben bereikt. Met loodzware schoenen kom ik aldus Mr. Pollema (Chr. Hist. Unie. Mr. Oud bij 't Parlement met dit voor stel. dat inderdaad menig bezwaar in zich heeft. Om louter fiscale redenen tot verhooging van 't tarief van invoerrechten over te gaan. acht de Minister ongewenscht. Maar bij den heer Blomjous stond het element van meerdere inkomsten voor de schatkist niet op den voorgrond, want hij die het wenscht terwille van bescherming der eigen industrie, moet eigenlijk wenschen. dat het tarief zoo min mogelijk opbrengt, Wanneer we echter voor bepaalde goede ren de tarieven gaan verhoogen zal dat ge schieden om gansch andere n.l. bescher mende redenen. Algemeene tariefsverhoo- ging zou, nog 'n nadeel, bedenkelijke stijging der kosten van 't levensonderhoud veroor zaken En nu het ontwerp zelf. De Minister heeft gezocht naar maatregelen, die het minst erg zijn. In hoofdzaak bleek men bezwaar te hebben tegen de verhooging der successiebe lasting. Daar lag het zwaartepunt van 't debat. De moeilijkheid van 't betalen geldt niet alleen voor de successie-belasting, maar ook voor alle andere belastingen. De zomersche kapitaalvlucht had niets met den belas tingdruk te maken doch met vrees voor den gulden. Overigens meent de Minister, dm men misschien tegen de kapitaalvlucht uit belastingvrees wat kan doen. door de in het buitenland openvallende erfenissen onder de successiebelasting te doen vallen. Dit punt is in onderzoek. Tenslotte de kwestie van de tijdelijkheid. Oorsprong van deze bepaling was dat aan vankelijk doel van 't ontwerp weer een ver sterking van 't werkloosheidssubsidiefonds, zelf 'n tijdelijke instelling nog maar loopend tot 1 Februari 1937. Maar helaas is die be stemmingsband door de Tweede Kamer ver broken. Overigens is de kans, dat deze hef fing nog wel wat verlengd zal moeten worden, geenszins uitgesloten. In deze zeer buitenge wone tijdsomstandigheden treft ons allen 't noodlot dat we veel zwaars moeten doorma ken, zooals mij bv. 't noodlot treft dat ik thans juist Minister van Financiën moet zijn. Mr. Sasse v. IJsselt verklaart wegens de on vermijdelijkheid voor 't ontwerp te zullen stemmen. Hetzelfde deed Jhr. Mr. de Gijselaar waarna het wetsontwerp er met 33 tegen 5 doorging. Met de Katholieken Blomjous en de Jong, den eenigen aanwezigen liberaal Mr. v. Rappard stemden alleen nog de beide na- tionaal-socialisten tegen. E. v. R. Prenten en foto's van Haarlem en Omstreken. Het in 1931 overleden bestuurslid der ver- eeniging „Haerlem", de heer J. H. Kersten was in het bezit van een door hem verzorgde uit gebreide collectie Haarlemsche bijzonderheden in woord en afbeelding, waaruit het bestuur, dank zij de zeer gewaardeerde bereidwilligheid van mevr. A. KerstenTadema, dezer dagen eenige specimina, die niet zoo algemeen be kend zijn, kan laten zien in het vereni gingsgebouw. Bij deze gelegenheid maakt het bestuur van het denkbeeld van den Gemeente archivaris gaarne gebruik om tegelijkertijd een andere verzameling Haarlemsche gezich ten (foto's uit omstreeks 1890) te vertoonen. Deze laatste vormt het album, dat in 1891 aan Burgemeester Iordens bij zijn 25-jarige ambts vervulling door de burgerij is aangeboden, en dat onlangs aan het Gemeente-archief ten geschenke is gegeven. Het bestuur zal het op prijs stellen als velen op een der middagen tusschen 2 en 4 uur, waarop de uitgestalde stukken te bezichtigen zijn van Zaterdag 21 tot en met Zondag 29 December (ook de beide Kerstdagen) ons vereenigingsgebouw de Hoofdwacht komen binnenloopen. Op den openingsmiddag is de toegang uitsluitend voor de leden. De toegang is kosteloos. Ervaringen van een Eerstejaars in Amsterdam. Sinderklaas op de Kroeg is mosterd na den maaltijd. Als in alle huisgezinnen de cadeautjes al weer kapot, de chocoladeletters op en de kinderen stout zijn, komt de goede Heilige zijn opwachting maken aan het Amster- damsch Studenten Corps. Tegen een uur 's nachts stroomt de Socië teit vol. Op alle tafeltjes in de groote zaal liggen lange goudsche pijpen en prukken tabak van inferieure kwaliteit. De drank voor den avond is uit de aard der zaak Bisschop; als spijs worden krentenbollen verstrekt. Wie den goeden Heilige zal remplaceeren is alleen aan ingewijden bekend. Zelfs de bedienden wisten dit jaar niets en die zijn anders voortreffelijk van zulke intieme aan gelegenheden op de hoogte. Maar verleden jaar is er stagnatie in het bedrijf geweest. Toen hadden de Hooge Heeren een Sinter klaas uitgekozen, die in het dagelijksche Corpsleven „obscuur" was. En dat is het ergste wat een student zijn kan. Het gevolg was dat, toen de ongewenschte Bisschop de zaal binnen trad, hij moest bespeuren dat hij er elf elmaal was. Aan de lange tafel zat een kerncollectie Goedheiligmannen in alle kwaliteiten, die hem op weinig collegiale wijze ontvingen. Hoe dat afgeloopen is, kan ik niet vertel len. want ik was er toen nog niet, maar ik vermoed dat het op handtastelijkheden is uitgedraaid. Sinterklazen op de Kroeg zijn altijd min of meer bijzonder. Een vraagpunt van gewicht is altijd" hoe zal hij komen? Er zijn Bisschoppen geweest die per tram verschenen, andere kwamen fietsend; eens zelf bewoog zich de grijsaard langs 's Heeren straten op een autoped. Onze Sinterklaas bleef in den stijl van den ouden dag. Er reed een ziekenauto voor en daaruit werd Zijne Eminentie op een brancard naar binnen gedragen op de tonen van Zie de maan schijnt, maar met eenlgs- zins andere woorden Voor allen treedt Herman, de Kroegportier, in groot gala binnen. Hij heft zijn staf op en spreekt op indrukwekkenden toon de woor den uit; De Senaat van het Amsterdamsch Studenten Corps met zijn gasten. De Bisschop nijgt vriendelijk en wuift met een slap handje. Na het welkomstwoord van den N.I.A.-praeses houdt hij een rede, waar van de terminologie iets gepeperder is dan men van een Kerkvorst zou verwachten. Ook is het hier niet zoo plezierig een geschenk te krijgen als in den huiselijken kring. Als het Dispuutgezelschap Nausicaa. dat den naam heeft te betaan uit een kliek uitgelezen oude dames een ganzenbord cadeau krijgt, lacht het ietwat pijnlijk. Als de grootste schreeuw- leelijk in zijn pakje een muilkorf vindt, is zelfs hij even stil en een abonnement op de Blauwe Vaan is een treffend geschenk voor een tweedejaars die door de bedienden altijd met bijzondere onderscheiding wordt behan deld. wegens het groote aantal bonnen dat hij schrijft. Dan draait het Rad van Avontuur en we koopen lootjes om banketletters, flesschen jenever en aschbakken te winnen. Het gaat volkomen eerlijk toe. maar de hoofdprijzen verdwijnen toch achter de lange tafel, waar Sinterklaas een sigaar tusschen snor en baard heeft gewrongen en behaaglijk zijn lijfdrank slorpt. Als iedereen zijn aanwezig heid volkomen is vergeten, rijst hij op; nog eens weerklinken de woorden van het Sin terklaaslied en de milde Heilige gaat zich transformeeren in een gewoon aardsch wezen. Intusschen gaat de Kroegnacht zijn gang. Er hangt een dichte rook, waardoor nu en dan een krentenbol scheert, er is lawaai en geschreeuw, er wordt gedronken, oude ruzies worden bijgelegd en nieuwe gemaakt en dan wordt N.I.A. gesloten. Het eerste semester is achter den rug. De vacantie gaat beginnen. A A. MATRIS. „HET VADERLAND GETROUW" De Nederl. Vereeniging van Oudstrijders voor Zee- en Landmacht uit Ned Indië „Het Vaderland Getrouw" zal in de Kerstweek week weer haar jaarlijksche uitkeering aan hun weduwen en weezen doen, die niet onder het Rijkspensioen vallen. Vrouwelijk hoofdpersoon staat terecht. Zes jaar legen haar geëischt. Donderdag is door de rechtbank in Den Bosch wederom een aantal strafzaken uit Oss behandeld Begonnen wordt met de be rechting van een roofoverval gepleegd te Oss in 1927 J. C. van G. had zich ter zake hiervan te verantwoorden. In de woning van Huismans hebben ver dachte en zijn mededader, na zich toegang te hebben verschaft door een deur open te breken, een bedrag aan geld van ongeveer acht gulden benevens een geweer weggeno men. Tegen den bewoner hebben zij geweld gepleegd, terwijl zij hem hebben bedreigd door het geweer op hem te richten, «eggende dat zij hem zouden neerschieten als hij zijn geld niet gaf. De verdachte ontkende. Daar een getuige zijn verklaringen, voor den rechter-commissaris afgelegd, introk, en zeide zich niets meer te kunnen herinneren, werd de zaak teruggewezen naar den rechter commissaris De zaak tegen J. A. van S.. 30 jaar en ar beider van beroep, een der mededaders van voormeld misdrijf, werd om dezelfde redenen voor nader onderzoek uitgesteld. De 36-jarige J. J van G. stond terecht ter zake van de in den nacht van 23 op 24 No vember 1928 te Heesch gepleegde inbraak in de woning van wijlen G. Pijnappel, welke inbraak een buit heeft opgeleverd van onge veer f 700 en eenige geldswaardige papieren, alles toebehoorend aan de Coöperatieve Boe renleenbank te Heesch. Volgens de dagvaarding hebben de ver dachte en zijn mededaders zich tot die wo ning toegang verschaft door een raam met een omlijsting uit de muur te breken, waarna zij, eenmaal binnen, een binnendeur open braken en de brandkast geforceerd hebben. Verdachte legde een volledige bekente nis af. De officier van Justitie achtte het feit van ernstigen aard. De verdachte is reeds 14 maal veroordeeld en komt 30 maal in het Ossche register voor. Op 18 November is hij tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld en voor dit feit eischte spreker nog drie jaar ge vangenisstraf. De 33-jarige Ossche arbeider J. J. de B. te Heesch had zich voorts mede te verantwoor den voor de vermelde inbraak bij wijlen C«. Pijnappel. De verdachte zeide. niets met deze zaak te maken te hebben. De roofoverval te Dinther. Overgegaan werd hierna tot de behandeling van den roofoverval te Dinther. De tweede tenlastelegging tegen J. de B. betreft een in den nacht van 28 op 29 Januari 1929 te Dinther gepleegden diefstal met geweld pleging in de woning van P. G. van Sleeu- wen. Hier werd ontvreemd een geldsbedrag van ongeveer f 500 alsmede eenige gouden sieraden. Ook dit feit wordt door verdachte ontkend. De officier van Justitie achtte beide mis drijven van verdachte bekend. Hij is zeker als een misdadiger te kwalificeeren. Hij komt in de Ossche zaken tienmaal voor en is vroeger reeds veroordeeld. Beide misdrijven zijn zeer ernstig. Van Slee uwen is later gestorven aan een hartkwaal die hij bij deze roofoverval kreeg. Spr. eischte voor beide feiten tien jaren gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Uitlokking en heling. In verband met de te Dinther gepleegde diefstal met geweldpleging stonden voorts, mede. afzonderlijk terecht, de 45-jarige. te Heesch woonachtige, landbouwer A. J. van H.. wien in de eerste plaats de uitlokking van dit misdrijf ten laste is gelegd. In de tweede TWEEDE KAMER Bij het debat over de Onderwijsbezuinigingen. Regeering merkt het nog niet op. Den Haag. Donderdag. Een vrij kalme middag ging vooraf aan den avond, waarop de veelomstreden paragraaf 12 van het ontwerp tot bezuiniging op de onderwijs-uitgaven aan de orde kwam. De voorschriften, die betrekking hadden op stopzetting tot 1 Januari 1941 van het stichten van nieuwe bijzondere gymnasia, lycea en H.B.S.en bevielen Dr. Moller (r.-k.) niet. Hij wilde dan ook eenzelfde regeling voor de openbare onderwijsinrichtingen in kwestie. Waarop de heer Ketelaar het denk beeld aan de hand deed alles te laten zooals het momenteel is, zoodat in bijzondere ge vallen wel tot nieuwe stichtingen kan wor den overgegaan. Minister Slotemaker de Bruine trok. ook al om den vrede tusschen links en rechts, de door hem ontworpen be palingen in. Even later stonden echter de oude schoolstrijd-kampioenen tegenover elkaar. Met 50 tegen 36 stemmen verwierp de Kamer nl. de artikelen, die aan de overheid de beschikking wilden geven over de bijzon dere inkomsten (veelal giften) der bijzon dere scholen door te bepalen, dat die inkom sten in mindering van het subsidie zouden komen. De Minister was wel voor behoud dezer artikelen geporteerd, doch maakte van de verwerping geen halszaak. Wat er verder 's middags gebeurde had betrekkelijk weinig om het lijf. Daarentegen beleefden we een zeer be langwekkende avondvergadering. De heele rechterzijde moest, naar men al wist. niets hebben van paragraaf 12, die aan bestaande bijzondere scholen met een leerlingen-aantal beneden een bepaald' minimum de subsidie 1 W. Albirda (SJ5.AOO zou doen onthouden Bedoeling hiervan was aldus de bijzondere scholen tot concentra tie dwingen. Dat nu mocht volgens den heer De Geer (c.-h.) en andere rechtsche sprekers wel niet in strijd met de grond wettelijk gewaarborg de vrijheid van on derwijs zijn. aan vaardbaar vonden de heeren de regeling niet. Er zou geen be- ziniging van eenige beteekenis door be reikt worden en bovendien zou door de ge kozen regeling, die tenslotte den Minister de bevoegdheid geeft dispensatie van de stop zetting der subsidie te verleenen, wanneer hij dat billijk zou achten, in de praktijk niet een objectief criterium beslissen over al of niet voortbestaan eener bijzondere school, maar het subjectief inzicht van den Minister van Onderwijs. Daarom ware vrijwillige ocn- centratie de juiste weg. Die moge tot dus verre vrijwel achterwege zijn gebleven, doch dit is 'n gevolg van het feit. dat men tot nu toe verzuimd had bepalingen te maken, waardoor zij die een waarborgsom, noodig voor de stichting eener bijzondere school hebben opgebracht, deze bij opheffing weer terug zouden krijgen. Eerst nu zal de wet. nl. in paragraaf 13 van 't aanhangige ontwerp, hierin voorzien. Mr. Coops (lib.), de heer Ketelaar (v-d.) en Ir. Albarda (s.-d.) waren over de hou ding van de rechterzijde zeer slecht te spre ken. Na de op groote schaal toegepaste concentratie van openbare scholen was nu ingrijpen van dezen aard, als pleister op de wonde, om een uitdrukking van den heer De Geer te bezigen r— op zijn -plaats geweest. tChr.fi De linksche sprekers, van wie de heer Al barda een zeer knappe rede uitsprak en die er aan herinnerden, dat zij oprechte voor standers der pacificatie waren, wezen er op, hoe niet zij, maar de rechtsche opposanten tegen het door het geheele Kabinet ge dane voorstel bezig waren den school strijd te doen herle ven. Zooals o.m. ook reeds de heer Suring (r.-k.) had betoogd, merkte Mr. Terpstra (a.-r op, dat de uit zonderingen. waarin men tenslotte van subsidie-stopzetting zal afzien den regel verre zullen overtref fen. Wat zegt men van zoo'n regel, riep deze afgevaardigde uit. die aan het slot van zijn betoog aandrong op terugneming van paragraaf 12 en er toen nog iets van beteekenis aan toevoegde, ech ter in zulk een vorm. dat. als we ons niet vergissen, ook de Ministers niet in de gaten hadden, dat hier een soort reddingsplank werd uitgestoken. Spr. erkende, dat het vraagstuk van opheffing van kleine scholen een belangrijk en veelomvattend vraagstuk is, dat met tal van problemen verband houdt. De Regeering. zoo ging hij voort, brengt dit vraagstuk niet tot oplossing door nu eens openbare, dan bijzondere, dan weer openbare scholen op te heffen. Daarom drong hij er met ernst bij den Minister op aan dit heele vraagstuk opnieuw in overwe ging te nemen. Naar ons ter oore komt. was hiermee be doeld het denkbeeld van een nader commis soriaal onderzoek te suggereeren. Maar het scheen, dat de Ministers er geen erg in had den. In elk geval vie; zekere ontstemming aan de Regeeringstafel waar te nemen. Vooral Minister Oud ging er steeds som berder uitzien en do Premier kwam telkens weer bij hem om hem te bepraten. Onder wijl verdedigde Minister Slotemaker para graaf 12 op rustige kalme wijze. Daarop liet de President tot aller verbazing repliceeren. Gelukkig mocht Minister Slotemaker in tweede instantie z'n antwoord afbreken om dat morgen voort te zetten De nacht en de morgen kunnen dan misschien nog raad ver schaffen. wat geenszins overbodig schijnt te zijn. E. v. R. iTüü/l he. fid zoo.mui! Een snelwerkend en succesvol micf» del bij aandoe» ningen der adem» halingsorganen^ verkoudheden, ca tarrh. kinkhoesr, bronchitis en griep. Onmiddellijk merk! U verlichting f (Adv. Ingez. Med.) plaats stond hij wegens heling terecht. J. de B. werd ook in deze zaak gehoord. Er ontstond een verward en onduidelijk ge sprek aan de groene tafel waarna de Officier van Justitie acte van de verklaringen van de B. vroeg om tegen hem een vervolging wegens meineed in te stellen. De officier eischte wegens medeplichtig heid en heling negen maanden gevangenis straf met aftrek van het voorarrest. De verdediger vond het bewijs onvoldoen de. Een verzoek tot onmiddellijke invrijheid stelling werd ingewilligd. Vrouwelijk hoofdpersoon staat terecht. De 46-jarige J. H. van B. bijgenaamd Han- neke Hertekus is ten laste gelegd, dat zij om streeks het jaar 1933 te Oss een gewoonte heeft gemaakt van het opzettelijk koopen. in ruilen en verbergen van door diefstal verkre gen voorwerpen. De dagvaarding vermeldt in dit verband een hoeveelheid meel. een aantal kippen en twee flesschen jenever. President: ,.Is het waar. wat u ten laste is gelegd?" Verdachte: ..Daar is niets van waar". President: „U hebt daar de Ossche jeugd misdadig opgevoed. U hebt een groote ver antwoordelijkheid te dragen en het is uw schuld, dat de menschen in Oss het pad der misdaad zijn ppgegaan". Verdachte: ..Het is niet waar. Zij doen al les om mij erin te helpen". Getuige Chr. de Gier had het onderzoek te gen deze vrouw geleid. Zij stond moreel zeer ongunstig bekend. Bij haar thuis werden de jongelui binnengelokt. Zij hield daar een ware leerschool in de misdaad. Dat duurde jarenlang tot September toe, toen de stille kroeg is opgedoekt. President: ..De zaak verliep zeker, toen de heeren naar het Huis van Bewaring waren verhuisd?" Getuige inspecteur Van Kempen kende de verdachte al 27 jaar lang. Bij haar kwam alle .rommel" bij elkaar. Zij ls steeds verdacht geweest. Als deze vrouw er niet was geweest, zou menigeen niet tot de misdaad zijn geko men. De officier achtte verd. schuldiger dan ve len. wien hier zware straffen zijn opgelegd. Zulk een straf kan spr. niet eischen. maar hij vorderde toch het maximum voor de tenlaste gelegde feiten, nl. zes jaar gevangenisstraf. Uitspraak in alle zaken 2 Januari a.s. Olietank ontploft. Jongeman bij Iaschwerkzaamheden gedood. Op de kweekerij van den heer L van Staal duinen te Naaldwijk is een ernstig ongeluk gebeurd. De 19-jarige A. de Zeeuw was bezig met het lasschen van een tank voor een olie stookinrichting. Toen hij met dit werk gereed was. werd de tank met olie gevuld, doch nu bleek dat zich daarin nog een lek bevond, zoodat het reservoir weer werd geledigd. Er bleef hierbij echter een laagje olie achter. Toen nu de Zeeuw de tank weer ging verwarmen, sprong deze met een geweldigen knal uiteen. De jongeman werd zoodanig getroffen door de wegvliegende stukken, dat hij op slag werd ge dood. Amsterdam doet afstand van Paleis op den Dam. Nieuw Stadhuis komt op het Frederiksplein. Succes voor Burgemeester De Vlugt. In een historische zitting, onder leiding van burgemeester dr. W. de Vlugt, die juist zijn 63sten verjaardag herdacht, heeft de Amsterdamsche gemeenteraad Donderdag avond. na een in het algemeen interessant en op hoog peil staand debat, met algemeene stemmen aangenomen de voordracht van B. en W„ om met den Staat der Nederlanden een overeenkomst aan te gaan, waarbij de gemeente den eigendom van het voormalige Raadhuis aan den Dam afstaat en het Rijk voor den bouw van een nieuw Raadhuis een bedrag van tien millioen gulden verstrekt. Het nieuwe Raadhuis zal verrijzen op het terrein van het voormalige Paleis voor Volks vlijt aan het Frederiksplein. De regeering zal thans onverwijld het noo- dige verrichten voor het verkrijgen van de goedkeuring door den wetgever van haar ter zake gedaan voorstel, zoodat aangenomen mag worden dat de hoofdstad over enkele jaren een modern, aan alle eischen des tijds beantwoordend stadhuis zal bezitten, waar van de bouw ais een hoogst welkome verrui ming van de werkgelegenheid in de grootste gemeente van het Rijk gelden kan en dat bovendien voorzien zal in de dringende be hoefte aan behoorlijke hulsvesting van ver schillende gemeentelijke diensten. De thans eindelijk Bevallen beslissing in een vele jaren getraineerd hebbend vraag stuk is mede een groot succes voor den bur gemeester, die in de voorbereiding van de-ze voordracht een belangrijk aandeel heeft ge had. Namens alle wethouders werd hem daarvoor hulde gebracht door den heer S. R de Miranda; de heer J. ter Haar Jr. sloot zich als nestor van de raadsleden bij deze hulde aan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5