Liefde in de wildernis Na de eedsaflegging door dr Benesj den nieuwen president van Tsjecho Slowakije, had voor het parlementsgebouw te Praag een troependéfilé plaats Een snapshot tijdens de plechtigheid Dr. Benesj president van Tsjecho Slowakije. De nieuwe president legt in de nationa'e vergadering den eed op de grondwet af Bij het Italiaansche front in het Noordelijk deel van Abes- synië. Askaris voeren krijgs dansen uit in tegenwoordig heid van Italiaansche bevel voerders Laval in de wandelgangen van het Volkenbondspaleis te Genève in gesprek tij dens de jongste bijeen komst Natte biscuit. Een groote vrachtauto reed Donderdag te Amsterdam in de Prinsengracht. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor Nee'lands grootste stalen overspanning nadert haar voltooiing. Een overzicht van de 244 meter lange rivieroverspanning der in aanbouw zijnde Waalbrug te Nijmegen De heer f. Mosman, oud-scherm- kampioen van Nederland en verschil lende jaren kampioen van Amsterdam, trad Donderdag in het huwelijk met viej. P. Verwoest sterrewacht aan He kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam, een geschenk var een amateur-astronoom, is Donderdag officieel ovei gedragen Een kijkje tijdens de plechtigheid FEUILLETON Uit het Engelsch van OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden.) 6) En Legrand vertelde goed. heel goed. Het scheen dat hij overal geweest was. in Abes- synië, bij het Tsaadmeer, in Thnboektoe. Hij was met het vreemdelingen legioen in de Sahara geweest en was één van de drie over levenden van een expeditie, die van hitte en dorst omgekomen was. ten Zuiden van Bil- ma. Hij was in Terrkana op de olifanten- jacht geweest en had daar gevochten tegen de slavenhandelaars. Hij had overal op oli fanten gejaagd, zelfs op den dwergolifant in Liberia. Hij had in de Hooglanden jacht ge maakt op leeuwen en zeldzame antilopen: hij had ademlooze uren doorgebracht onder een schitterende sterrenhemel, terwijl hij met den vinger elk oogenblik verwachtte de gesluierde Toearegs aan den horizon te zien verschijnen en dagen gesmacht ln de heete, verschroeiende woestijn, waar bedrie- gelijke luchtspiegelingen hem lafenis uit een mijlen ver verwijderde bron hadden be loofd. Honor luisterde geboeid en begon zich af te vragen wat het eigenlijke beroep van dezen avontuurlijken zwerver was. Dat was niet op te maken uit zijn verhalen en ten laatste, na het verhaal van een wapenfeit van het vreemdelingen legioen, vroeg ze hem op den man af Bent u in militairen dienst, monsieur? Geweest, antwoordde hij lachend. Ik geniet niet langer de weelderige soldij van een sou per dag. Drie jaar lang heb ik dat vol gehouden en toen heb ik henehver laten. U bent zeker gedeserteerd, bedoelt u? vroeg ze. Legrand lachte weer. Ik heb volbracht wat zoo velen trachten te volbrengen en waarin zoo weinig slagen. Maar hoe kwam u er bij dienst te nemen bij het legioen? vroeg Mannering. Dat is iets, monsieur, dat men nooit vraagt aan de mannen van het legioen. Er zijn honderden redenen waarom men zich voegt bij deze broederschap van de daad en de mijne was er één. die vele mannen daartoe drijftMaar later ging ik naar een school om mijn opvoeding te voltooien. Ze keek hem nieuwsgierig aan en een zon derlinge gedachte welde in haar op en ter wijl hij een nieuw humoristisch verhaal be gon over zijn wederwaardigheden in de stad van de oude Caesars, staarde ze naar zijn slanke handen, die onophoudelijk speelden met de vier gouden ringen aan het koord om zijn hals. Haar onrust werd nog vermeerderd toen ze bemerkte, dat hij meer en meer het woord tot haar begon te richten. Zijn manier van doen werd steeds vertrouwelijker. Als hij haar aankeek, wat hij herhaaldelijk deed, leek het of er iets liefkoozends in zijn blik was en in zijn oogen glinsterden twee kleine dansende lichtjes. Mannering scheen de verandering in den ander niet op te merken. Hij luisterde ge boeid naar de avontuurlijke verhalen en scheen volkomen onbewust te zijn van wat daar onder zijn oogen gebeurde. Legrand praatte steeds door, springend van het eene onderwerp op het andere. Na haar angstige droomen van dien nacht en terwijl nog steeds de vage onrust van den vorigen avond haar vervulde, droeg hetgeen Honor gehoord had, er niet toe bij om haar vrees te doen verminderen. Ze be-1 sloot zoo gauw mogelijk met sir George te overleggen, wat hun te doen stond en begon zich haastig aan te kleeden Toen ze de tent uitkwam, was het helder licht en Manne ring, die al buiten rondliep, haastte zich naar haar toe. George, fluisterde ze, loop een eindje met je mee, wil je? Ik wilde je iets zeggen. Hij keek haar een beetje verwonderd aan. maar ging mee, zonder iets te vragen Toen ze buiten het gehoor van het kamp waren, be gon ze haastig: Ik vertrouw dien man, dien Legrand niet. Ik geloof dat we veel beter zouden doen met zelf onzen weg te zoeken en niet van zijn genade of ongenade af te hangen. Zelf onzen weg te zoeken! riep Manne ring verbluft. Dat zou dwaasheid zijn. Honor. Deze ontmoeting met Legrand is onze redding. Ik heb het je gisteren niet willen zeggen, om dat het nergens toe diende, maar het was onbegonnen werk om te probeeren naar M*Buba te komen. Legrand wil ons daar heen brengen en ik zal hem er goed voor betalen. Wat heb je toch tegen hem? Ik vertrouw hem niet, herhaalde zij. Zijn manier van spreken gisteravond.... en zijn heele optreden Mannering begon te lachen. Dat betee- kent immers niets. Zoo zijn de Franschen nu eenmaal. Iedere vrouw is voor hen een aanleiding om zich uit te putten in hoffelijk heden. Zet dat idee uit je hoofd. Ik zal je wel beschermen en we zijn werkelijk absoluut af hankelijk van Legrand en zijn dragers. Ja, viel ze hem in de rede. Maar ik geloof zeker, dat het toch "leter zou zijn het allen te probeeren. Wat weet je van dien man af? Wat hij verteld heeft en wat we kunnen raden. Hij heeft mijn broer gekend. Het is j duidelijk, dat hij een ontwikkeld man is en ik zou zeggen een gentleman. Ontwikkeld! Ja, Maar hij heeft heel wat dingen bij de hand gehad. Wel dat zegt toch zeker niets in zijn na deel. protesteerde Mannering, een beetje on geduldig. Het gebeurt zoo dikwijls dat een mensch van opinie verandert en het is niet moeilijk te raden, dat hij geen werkelijke roeping voor een beroep voelde. Hij houdt te veel van een avontuurlijk leven. Wees niet dwaas, Honor, en laat je vooroordeelen je niet de baas worden. Het meisje bloosde pijnlijk bij deze woorden en was op het punt een scherp antwoord te geven, toen achter hen een luide roep klonk. Hola! Ze draaiden zich om. Het was Legrand. Hij kwam haastig op hen toegestapt, terwijl ze bleven wachten. Hij zag er keurig uit in zijn tussorshirt, khaki rijbroek en glanzende rij laarzen. Toen hij bij hen kwam begon hij veront schuldigend te lachen en zei tot Honor: Bonjour, mademoiselle. Het spijt me zeer dat ik uw onderhoud moet storen, maar het ontbijt staat klaar en het is heel onverstan dig de morgenuren ongebruikt voorbij te laten gaan in dit warme land. Ik hoop dat u goed geslapen hebt? Hij glimlachte, terwijl hij zijn stap naar dien van haar regelde: en Honor antwoord de met een onverschillige bevestiging. Toen kwam er een glans in zijn bruine oogen. Mademoiselle Honor, mag ik u iets zeg gen? Ja? De vrouwen van uw volk zijn vol maakt. Honor zei echter niets en Legrand vervolgde- Zoo verschillend van de vrouwen van mijn eigen volk. Dat zijn bloemen die schit teren en stralen in het kunstlicht: maar u bent als de bloemen, die ontwaken bij de eerste stralen van de morgenzon. Is het waar of niet. mon ami? Hij keek Mannering aan; zijn luchtige toon, zijn glimlach maakten, dat er niets be- leedigends lag in zijn woorden en de En- gelschman kon niet nalaten te glimlachen ora zijn geestdrift. Toen, met een blik op hel hoog rood gezicht van Honor, trachtte hij hel gesprek op een ander onderwerp te bren gen. Wanneer vertrekken we, monsieur Legrand? vroeg hij. Als we ontbeten hebben, over twintig mi nuten ongeveer. De dragers zijn bezig alles klaar te maken. Ik heb bevel gegeven om uw bagage en tent in te pakken bij de mijne. Ik hoop, dat u daar geen bezwaar tegen hebt? Absoluut niet, integendeel, ik ben u on eindig dankbaar. Een half uur daarna waren ze op weg. Er woei een koele Noord-Westenwind, de zon scheen helder en de lucht was geurig en frisch. En in die eerste ochtenduren besefte Honor Donthorno weer de heerlijkheid van het ieven en dacht terug aan den tocht van gis teren, toen ze zwaar beladen voortworstelde in den verschroeienden zonneschijn. Haar "rees an angst vielen van haar af, leken haar overdreven en ingebeeld in het koele, helde re ochtendlicht. Verweg, aan het hoofd liep Jules Legrand en achter haar marcheerde Mannering, blij en verheugd als een school jongen. - Wat een geluk, Honor! Als ik aan giste ren denk, Brrr! Mijn schouders doen nog pijn. Hij lachte en het meisje lachte mee. Ze kwamen minstens tweemaal zoo vlug vooruit dan wanneer ze alleen waren geweest en die gedachte maakte haar nog opgewekter. Ze liep veerkrachtig op de maat van 't eentonig gezang van de inboorlingen, maar het duurde niet lang. De wind ging liggen, de zon klom hooger en het gezang van de dragers hield op. De hitte werd weer ordragelijk. het ver blindende zonlicht deed haar oogen pijn Maar de dragers verlangzaamden hun pas niet. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9