h jg
1
n
1
ZATERDAG 21 december" 1935
H A 'A R r E M'S D A "G B E A D
AAN ALLEN!
t Is zoo begrijpelijk, dat de December
maand de maand van feesten is. De natuur
ziet er doodsch en verlaten uit, 't is kil en
koud en ieder levend wezen houdt van warm
te en gezelligheid en vooral van licht. Kun
nen we dat alles buitenshuis niet krijgen,
dan trachten we er binnenshuis naar. Zoo
zijn de Decemberfeesten ontstaan vooral bij
die volkeren, die dan in 't hartje van den
winter zitten.
Kerstmis is vooral het feest van den hui-
selijken haard. Met Kerstmis dan willen fa
milieleden bij elkaar zijn. Van heinde en ver
komen broers en zusters en verwanten naar
huis. Ieder land heeft wel zijn eigen kerstge
bruiken, maar daarin zijn we één, dat we
juist dan behoefte hebben om den familie
band sterker dan ooit aan te knoopen.
Laten we nu eens kijken, hoe in de ver
schillende landen Kerstmis wordt gevierd.
In Japan is 't een nationaal feest vooral
voor kinderen. Overal branden de versierde
kerstboomen en de jeugd ontvangt kerstge
schenken. Familieleden en vrienden sturen
elkaar over en weer kerstkaarten.
In Tsjecho-Slowakije is de kerstmaaltijd
het gloriepunt Familieleden scharen zich om
den disch. waar kaars en kerstgebak nooit
mogen ontbreken. Ieder heeft een kerstboom
maar deze staat niet in het vertrek, waar
men den kerstmaaltijd gebruikt. Na het be
ëindigen van den maaltijd klinkt er een bel,
ten bewijze, dat de boom klaar is. Dan gaan
allen bij den kerstboom zitten en de kinde
ren zoeken hun geschenken uit, die onder
den kerstboom zijn neergelegd. In vele hui
zen staan ook heel mooie kerstkribben. Heel
veel wordt in Tsjecho-Slovakije met Kerstmis
voor de armen gedaafi. Op de hoeken van
drukke straten staan kerstboomen, waarbij
gecollecteerd wordt voor hen, die het juist in
deze dagen zoo heel moeilijk hebben.
Het Hongaarsche volk musiceert veel in de
kerstdagen. Aan den vooravond van Kers'
mis gaan jongelui al zingende langs de hui
zen. Soms zijn ze verkleed als engelen of
herders. In Hongaarsche volksdracht wordt
in- en buiten de kerken het kribbespel opge
voerd.
In Polen begint het Kerstfeest reeds op 24
December. Dan vereenigt men zich aan een
avondmaal, Wilja genoemd. Is er in het af-
geloopen jaar een familielid gestorven, dan
staat voor deze toch een couvert klaar, ais
vJas^lnj' of zij nog in aller midden. Zoodra
de eerste ster aan den hemel straalt, worden
de kaarsen aangestoken en kan men aan ta
fel gaan. Vleesch wordt niet gegeten, wel
visch.
In Zweden spreekt men van Jul-feest. Alles
doet denken aan onze Sirrt-Nicolaasviering.
Ruprecht of Klapperbock gaat met zijn
zwarten knecht langs de huizen om geschen
ken uit te deelen. Hij heeft ook een bisschops
mantel aan. In den nacht van Kerstmis
wordt Jul door een orkest van koperinstru
menten „ingeblazen" en op 13 Januari weer
„uitgeblazen". Kerstgeschenken worden Jul-
klapp genoemd. De kinderen zetten ook wel
een Julschotel buiten voor de geschenken.
Men spreekt van een Jultafel en van Jul-
gerechten. Hier wordt wel vleesch gegeten,
vooral ham, worst en pekelvleesch. Op menig
kersttafel pronkt een varkenskop met een
appel in den bek. Tenslotte wordt de Julbrij
genuttigd.
In Oostenrijk is Kerstfeest het mooiste
feest van 't jaar. De versierde en verlichte
kerstboom staat in het middelpunt. Oude
kerstliederen klinken altijd weer.
In 'Parijs viert !nen heel anders Kerstmis.
Het hoogtepunt is daar het souper op Kerst
avond. In de bekende restaurants worden al
dagen van te voren tafeltjes besproken. Et-
wordt veel gegeten, veel gedronken en veel
gedanst. Er wordt met confetti gestrooid en
op mirletons geblazen. Overal klinkt de jazz
band. Als de morgen daagt, gaat men pas
huiswaarts.
Heel anders zijn weer de Engelsche Kerst
geschenken. In den haard knettert het hout
vuur. Er wordt veel muziek gemaakt en lek
ker gegeten. Roastbeef. gebraden kalkoen en
plumpudding zijn wel de voornaamste gerech
ten. Ir. Engelands bakkerijen heerscht nu een
geweldige drukte. Bij duizenden en duizenden
worden de plumpuddingen bereid Als een
welkom geschenk worden ze verzonden naar
alle deelen der wereld. Brandend wordt de
plumpudding straks aangesneden, als een
symbool van het licht, dat tot ons komt.
Ja, dat is de kerstgedachte voor ons allen;
licht brengen aan ieder, die onzen weg kruist
Laten we daar eens stil over denken, als we
straks staren in de brandende kerstboom
kaarsjes.
Ik wensch jullie allen goede, gelukkige
Kerstdagen toe! W. B.Z
BRIEVEN UIT DE ZIEKENHUIZEN.
Lieve Mevrouw Blomberg.
Wil U al de Rubriekertjes weer hartelijk
voor mij danken. Wat heb ik een kinderen
door hun werk weer gelukkig kunnen maken,
't Was werkelijk schitterend speelgoed.
Ook de pakken kleeren kwamen heerlijk
van pas. Ik heb alles reeds uitgedeeld, ik
dacht hoe vlugger 't de arme kindertjes
warm doet gekleed zijn, hoe beter.
U, Mevr. Blomberg, ook mijn hartelijken
dank. Met vriend, groeten Uwe
ZUSTER P. L. SCHOUTEN.
Wagenweg 158.
Zeer geachte Mevrouw,
Uit naam van het bestuur der Kinderbe
waarplaats dank ik u nog zeer voor de toe
zending speelgoed, die we met St. Nicolaas
voor onze kleintjes mochten ontvangen. Met
beleefde groeten met de meeste hoogachting
H. PLIESTER DE VRIES, Secr.
Zeer Geachte Mevrouw Blomberg,
Hartelijk dank ik U voor het alleraardigste
speelgoed, dat wij voor het Sinterklaasfeest
wederom van U ontvingen. De kinderen wa
ren er zoo gelukkig mede. Het is een bijzonder
mooi idee om ae Rubriekertjes zoo te laten
zorgen voor hun minder bedeelde, zieke stad-
genootjes.
Hoogachtend,
M. J REBEL, Adij-Directrice.
DE KERSTDROOM
door W. B.—Z.
Ik droomde, dat een kleine man
Met langen grijzen baard,
Zoo maar uit 't kolen vuurt je kwam,
Uit 't vuurtje van den haard.
En boven hem was klokkenspel,
Heel vroolijk, en heel blij,
Ook hulst en geurend sparregroen,
Versierd met roode zij.
En achter hem daar was een paard
Een pop en nog veel meer.
Ik zag: een tol, een timmerdoos,
Ja ook een teddy-beer.
De man ging naar een kerstboom toe
En stak de lichtjes aan.
Toen zag ik op de tafel nog
Wel twintig pakjes staan.
De kerstman zei: Nu goedennacht
Ik kom weer gauw terug.
En ik, ik deed mijn oogen toe.
En sliep zeker heel vlug.
KERSTBOOMVERSIERINGEN.
Waar komen ze vandaan? Waar de kerst
boom het eerst in Duitschland is ingevoerd,
is het te begrijpen dat men daar ook het
eerst gedacht heeft aan kerstboomversierin
gen. Vooral in Thüringen en Frankenland,
hielden en houden zich heele gezinnen be
zig met het vervaardigen dezer voorwerpen.
Sonneberg en Neurenberg zijn vooral door
dit soort huisindustrie bekend geworden.
W. B.Z.
mm
DE WITTE DUIF.
Gekleed in lompen, de armen slap langs het
lijf hangend slenterde Ali, de luiaard, door de
straten der stad. Hij had geen cent meer op
zak en hij vroeg zich met zekere ongerustheid
af. wat er van hem moest worden. -Hij was heel
rijk geweest; maar zijn geld had hij verspild.
Hij wist niet, waar hij 's avonds moest slapen
en wat hij overdag moest eten.
Wat te doen? Hij had in werken geen lust
en bovendien was hij zoo uitgehongerd, dat
hij het op het oogenblik niet had kunnen
doen ook.
Zijn vroegere vrienden liepen hem minach
tend voorbij en niemand was er, die hem iets
gaf. Hij dacht er al over, om ergens buiten de
stad een plekje te zoeken om er rustig te ster
ven. Zoo voortloopend kwam hij bij de etalage
van een bakker, waar heerlijke geurende
broodjes uitgestald lagen. Begeerig snoof Ali
de geur op en hij zocht in zijn zak naar een
geldstuk, maar dat was vergeefsche moeite,
want hij vond niets. Hij wilde doorloopen;
maar de verleiding was te groot. Met een vlug
gebaar greep hij een broodje en stopte het in
zijn zak. Maar heiaas, de koopman merkte het
en holde hem achterna, terwijl hij schreeuwde
„Help, help, diefstal!"
Als antwoord begon Ali hard te loopen, ter
wijl hij iedereen, die hem in den weg kwam
wanhopig opzij duwde.
Maar tenslotte werd hij gegrepen en voor
den Kalief geleid. Deze trilde van veront
waardiging
„Wat ben je hu al een dief geworden? Je
kunt in de cel over je zonden nadenken!"
Daarop grepen de schildwachten Ali vast
en wierpen hem in een hok, dat slechts
spaarzaam verlicht was door een enkel ven
stertje. Door dat venster kon men een stuk
van de blauwe lucht zien. Zittend op den
vochtigen grond weende Ali langen tijd van
schaamte en berouw.
„O, als ik dat had geweten, had ik nooit
mijn geld zoo verspild en dan zou ik ook geen
dief geworden zijn." Zoo klaagde hi] "vele
uren; maar helaas niemand hoorde hem. Dat
dacht hij tenminste. Plotseling zei een zach
te stem:
HET BALLETDANSERESJE IN
DEN KERSTBOOM.
Zoo'n gracieus lenig poppetje kunnen we ge
makkelijk zelf maken van hout of carton. We
teekenen daarvoor eerst romp en ledematen
op het materiaal, dat we gebruiken willen. Is
alles geteekend. dan gaan we eerst kleuren,
dat is natuurlijk het gemakkelijkst, en daar
na pas knippen we uit. Het in elkaar maken
levert jullie geen moeilijkheden op. Je boort
een paar gaatjes op de aangegeven plaatsen
en bevestigt de deelen in elkaar met spijker
tjes. Maar je moet zorgen, dat alles heel be
wegelijk blijft. Heel leuk is nu, om aan den
achterkant touwtjes te maken, zoodat. als je
er aan trekt, het poppetje armen en been.n
beweegt. De wijze, waarop dat gebeuren moet,
kun je het beste even afkijken van zoon stuk
speelgoed.
Het is heel leuk om dit danseresje mooi ge
kleurd of beschilderd in den kerstboom te
hangen. Dat is weer eens iets anders dan al
de gekochte versierselen en ik denk. dat vader
en moeder het ook erg aardig zullen vinden,
wanneer jullie nieuwe kerstboomversieringen
maakt.
En dus nu maar weer fluks aan het werk.
jongelui; het duurt nog wel een poosje voor
het Kerstmis is; maar ik vind dat je beter niet
alles klaar kunt zijn dan dat je er op het laat
ste nippertje nog aan beginnen moet.
lllillllllli!l'lllllll!lllllli[ll:l!llllllll!llllill!llllll!llilllll!l!lill
„Bedaar Ali, je berouw is oprecht. Je zult
gratie krijgen en dan kun je het door jou ge
dane onrecht herstellen."
Verwonderd hief Ali het hoofd op en zag
een witte duif achter het getraliede venster
zitten. Verbaasd vroeg hij:
„Wie ben je, witte duif. die me komt
troosten?"
„Wat doet dat er toe?" vroeg de witte duif.
„Ik ben er om je te helpen, zooals lk ieder
help, die berouw heeft. Ik zeg het nog eens
bedaar! Als je straf om is, zul je een schat
bezitten, die je niet moet verkwisten Die
schat zul je zelf ontdekken, als ik Je hem ge
zegd heb."
„Een schat," riep Ali „een schat!"
„Ja," zei de witte duif, „de kostbaarste
KLEINE TEEKENAARS.
Ditmaal zullen we ons eens bezig houden
met t teekenen van door de maan besche
nen landschappen. Dat is niet moeilijk; maar
waarschijnlijk toch wel weer moeilijker dan
je denkt.
Het gemakkelijkst is om dit effect te be
reiken met contrasten van donker en licht
Schaduwen e.ó, teekenen we nog niet; da:
Is te lastig en laten we voorloopig nog een
tijdje wachten. Nu zullen we eerst de voor
beelden eens bekijken. Op de eerste afbeel
ding zie je een wintergezicht door een ven
ster. Dat het winter is, zie je aan de kale
takken van de boomen. Je ziet door de kleine
ruitjes ook de maan, die zulk een helder
licht verspreidt.
r
-■'M
1
Op de tweede afbeelding zijn we in den
zomer. De boomen staan dicht in het loof.
Het is de volle maan. Het huis teekent zich
als een silhouet af tegen de lichte hemel. Al
leen het verlichte venstertje bx-eekt de zwart
heid. Grappig is het pluimpje rook. dat uit
den schoorsteen komt en dat precies voor de
maan langs gaat
je ziet. dat de teekeningen in het geheel
niet moeilijk zijn. Alles is met rechte lijnen
weergegeven, en toch maakt het geheel zulk
een aardig effect.
Loont het niet de moeite, om ook eens te
probeeren of je deze teekeningen kunt ma
ken. Het is heusch erg gemakkelijk; dus
probeer het maar eens.
„STILLE NACIIT, HEILIGE NACHT.'
Dit lied. dat misschien wel het meest ge
zongen Kerstlied is, het is in bijna alle talen
vertaald, is in 1818 door twee Oostenrijkers
uit de omgeving van Salzburg gedicht en ge
toonzet en wel door den Pastoor Franz Haver
Graber en zijn kapelaan Joseph Mohr.
schat, die een merisch ooit kan bezitten!"
Toen koerde de duif een melodietje en ver
dween, stil, zooals ze gekomen was.
lederen dag in het vervolg verscheen ae
duif en dan troostte ze Ali. zoo goed en kwaad
als het ging. lederen ochtend wachtte Ali vol
ongeduld op het aardige beestje.
..En hoe staat het met de schat?" vroeg
hij op een dag. De duif sloeg met haar vleu
gels:
„Morgen zal ik je alles vertellenEn ze
verdween als een pijl uit een boog.
Den- volgenden dag verschenen bij het
krieken van den ochtend.twee schildwach
ten in de cel.
„Ga heen." zeiden ze. „De Kalief heeft je
genade geschonken." Maar Ah weigerde: „Ik
wil niet. ik wil niet!" Ondanks zijn tegen
stand werd hij op straat gezet. Zou de schat
hem nu op het allerlaatste minuutje ontglip
pen? Hij ging naar den Kalief en smeekte
„Laat mij teruggaan?"
„Hij is zot." verklaarde de kalief. „Breng
hem op straat!"
Wanhopig liep Ali door de straten. Toen
nam hij een kloek besluit. Hij liep naar den
bakkerswinkel. waar hij de eerste keer
ook een broodje had weggenomen en deed
hetzelfde. Toen de schildwachten hem ach
terna kwamen, liet hij zich gewillig mee
voeren. Men stopte hem in dezelfde cel.
Den volgenden dag verscheen de witte duif
weer.
„Ongelukkige, wat heb je gedaan?" kreun
de ze.
„MaarMaarje had gezegd, dat er
een schat was
Tranen drupten uit de ronde auivenoogen.
„De schat, de schat," zei ze toen, „bestond
niet uit goudstukken. In arbeid kun je rijk
dom en geluk vinden. Die rijkdom is onuit
puttelijk. Je bent nu gestraft. Ik kan nu niets
meer voor je doen. Je moet hier blijven en
nadenken, over hetgeen ik gezegd heb Later,
als je weer vrij bent. zul je misschien ont
dekken. dat alïes, wat ik je nu gezegd heb
waar is".
Toen verdween ae witte duif en liet Ali
alleen met zijn sombere gedachten.
LAM.
BIJ ONS THUIS.
Straks bij ons thuis
Wordt de kerstboom neergezet.
O wat een pret,
Als de avond dan is aangebroken
En alle witte kaarsjes worden aangestoken.
De ster straalt in den hooge,
En de appels glinsteren
Als parels in je oogen
Kijk, daar nog engeltjes, trompetten en
figuurtjes
Alles in glanzend zilver.
't Zijn net vuurtjes, die branden in een
groot, groen bosch,
Sneeuw ligt er op de takken en het mos.
Stil sta 'k met moeder dan te kijken.
We turen naar de vlammen, naar al 't moois
Dat k aan den boom zie prijken.
En dan komt zus en zingt een liedje
Van een kindeke. dat werd geboren,
Dat vrede en liefde bracht
Op deze aarde in donkeren nacht
En daarna loopen we allen om den boom
En zingen mede dat mooie lied van
Vrede, Vrede
Heel zacht 'zegt moeder dan: O, dat de
vrede elndlijk koom'!
W. B.—Z.