VROUW MODETIPS DE VROUW IN DE XXe EEUW. DONDERDAG 2 JANUARI 1936 HAARDE M'S D A G B E A D r Wanneer we door de straten van de stad wandelen, valt het ons op, dat er dit jaar bij zonder veel werk van de hoeden gemaakt wordt. Nog nooit zagen we zooveel uiteenloo- pende modellen. Vroeger was modern: óf de hoed met groote struisveer en, óf het kleine cloche- óf ander standaardmodel. De tijden, waarin we voor den whiter één hoed en voor den zomer eenzelfde model in het stroo hadden; zijn voorbij. Zelfs het kleine meisje beschikt reeds over meer dan één win- termuts of één zomerhoedje. En dat is ook te verklaren. Vroeger kostte een werkelijk mooie hoed een gulden of dertig; en nu? We willen hiermee niet zeggen, dat er in den tegenwoor- digen tijd geen dames zijn, die met het groot ste plezier een gevalletjes van dertig gulden en meer op hun hoofd zetten. Wanneer we zoo een klem ding zien, zouden we op her eerste gezicht niet zeggen, dat het zoo kost baar is. Op het eerste gezicht is het n.l. voor ons niet meer dan een aardig gedrapeerd stuk vilt, lap fiuweel, of velletje bont. Maar juist dat „gedrapeerd" doet het hem. Hierin ligt nu het geheim verborgen. Het is n.l. een model hoedje, gecreëerd door den een of anderen be- /oemden Parijschen, Weenschen of New- Yorkschen modeschepper. En daar er maar een enkel stuk van bestaat, heeft de mondaine vrouw er wel een klein kapitaaltje voor over. We willen nu terugkomen op de hoeden van tegenwoordig. Welnu, deze zijn zoo goedkoop (Voor een paar gulden kunt u reeds eigenares zijn van een allerliefst dopje), dat de meeste vrouwen en meisjes er toch minstens twee voor het warme en twee voor het koude jaargetijde bezitten. Op de verschillende mode-shows, die wij bezochten, in veivscheidene winkels waar wij eens rondneusden, viel ons de geweldige ver scheidenheid in hoofddeksels op. Het kleine model is en vogue voor den winter; dit is zeer logisch, want onze Hollandsche winter met zijn onverwachte stormen en gietbuien leent zich nu eenmaal niet voor zwierige hoeden; bovendien is het er te koud voor. Maar in het kleine model zien we dan ook de meest on waarschijnlijke variaties. Bijzonder gewild is op het oogenblik een Russisch of militair accent bij den hoed. Het klassieke Russische mutsje van bont of stof van den mantel staat altijd jeugdig en coquet. Interessant is de hoed met bontgarneering, die geïnspireerd werd op den sjako van het militaire gala-uniform, waar veerenbossen op wapperen. wat u staat en wel degelijk rekening houden met den vorm en kleur van uw gezicht, uw kapsel, de kleur van uw haar en van den man tel, enfin, met allerlei bijkomstigheden die er het hunne toe bijdragen, uw verschijning elegant te doen zijn. Typisch is het hoedje dat de derde jonge dame van rechts (groote illustratie) draagt. Het doet sterk denkerj aan de Amerikaansche studentenbaret en heeft een bijzonder chic cachet. We moeten hier echter bij vermelden, dat er maar weinig vrouwen zijn, die iederen hoed, dien ze aardig vinden, ook kunnen dra gen. Gelukkig zijn zij, die zich bij iedere ge- kleede japon, ook een passenden hoed kunnen aanschaffen. Wanneer u niet tot deze begun stigde categorie behoort, denkt u er dan echter aan, dat wanneer u een hoed koopt, u hem in de eerste palats bij uw jas moet dragen. Bent u nog van plan daarbij jurken te koo- pen, probeer ze dan in een tint harmonieerend met die van mantel en hoed uit te zoeken. U houdt toch zeker uw hoed wel eens op in een restaurant, of op een visitie e.d. En dan staat het immers alles behalve fijn, wanneer u uw mantel, die bijv. donkergroen is en waarbij u een beeldig passend hoedje hebt, uittrekt en een knalblauwe jurk hierdoor te voorschijn komt. Dat zou het heele effect bederven. Na deze hoofdschotel, gevormd door de hoe den. nog een klein dessert. De twee pull-overs op onze afbeelding zijn bedoeld óm zelf te breien of te haken; erbij wordt een kleine sjaal gedragen (nog steeds een geliefd mode-object), in een afste kende kleur, waarop dan uw monogram, in de tint van de trui. De japonnen op onze afbeelding hebben alle drie een min of meer gekleed karakter en zijn geschikt om 's middags te dragen. De meest rechtsche dame heeft geborduurde mouwen terwijl we onder de ceintuur een ster van fijn gestikte naadjes opmerken; de garneering der middelste japon bestaat uit kleine blaadjes van de zelfde stof. De jurk links is origineel en bedoeld van lichtgroene wollen stof met bran- debourgs van donkergroen zijden koord. Het sjaaltje is van donkergroen fluweel. Op de mantels zien we veel bont dezen winter, zelfs heele mouwen ervan. Verder bon ten, vesten, lange, driekwart, en halve bont mantels. Aan de manchetten wordt het ech ter niet zooveel meer gedragen, daar dit on praktisch en te zéér aan slijtage onderhevig was. De groote, hooge bontkraag van eenige jaren geleden is er geheel uit. Het sportieve eenvoudige overweegt, zooals de mantel met revers of doorgetrokken sjaalkraag van bont. Halsdecolletés zien we nauwelijks meer, noch bij avond- of middagjaponnen, noch bij man tels. En ons inziens staat de hooggesloten mantel of japon ook in de meeste gevallen mooier eninteressanter. WAT WIJ ZULLEN DOEN IN HET NIEUWE JAAR. HET MENU VOOR DE HEELE WEEK ZONDAG: Kippensoep Gebraden kip Appelmoes Aardappelen Chocoladepuddinkjes met slagroom. MAANDAG: Stamppot van snijboonen met witte boo- nen en aardappelen Versche worst Beschuit met kaas. DINSDAG: Groentesoep Warme gemberpudding. WOENSDAG: Schoteltje van soepvleesch Gepocheerde eieren met tomatensaus Gebakken aardappelen Sla van krulandijvie. DONDERDAG: Wiener schnitzel Aardappelcroquetten Spruitjes Moccavla. VRIJDAG: Vischschotel Aardappelsla Griesmeelpudding met amandelen. ZATERDAG: Zuurkool met spek en worst. Aardappelen Rijst met bessensap AARDAPPELCROQUETTEN. Maak een stevige aardappelpurée van: 1 pond gekookte aardappelpurée 1 d.L. melk 2 eetlepels boter zout en peper 1 eidooier. Maak hiervan kleine ronde balletjes of langwerpige croquetjes, wentel ze door pa neermeel, daarna door het losgeklopte eiwit, dan weer door paneermeel en bak ze in ruim heete slaolie of reuzel. Laat ze na het bakken op een grauw papier uitlekken en dien ze zoo heet mogelijk. Dit is de tijd der goede voornemens: na Nieuwjaar zullen we dit gaan doen, zullen we dat nalaten, we zullen onszelf op velerlei punten verbeteren en ons uiterste best doen om het dan ook vol te houden. Voor sommigen lijkt dit mij dwaas: waarom moeten wij nu juist met Nieuwjaar die ver beteringen gaan invoeren, een denkend mensch beseft toch immers, dat er op 1 Ja nuari 1936 niets wezenlijks veranderd is met 31 December 1935! Hoe komen wij er dan toe te denken, dat wij op den eersten dag van het nieuwe jaar plotseling een ander mensch zouden kunnen worden, alsof wij alleen maar in een nieuw jasje behoeven te kruipen. Iedere dag van het heele jaar leent zich immers ervoor, om onszelf te verbeteren, om ons karakter te herzien, om er iets nieuws en iets beters van te maken, dan wij totnutoe hebben gedaan. Dit is natuurlijk volkomen juist; iemand die in Juli tot de slotsom komt, dat hij een be paalde karaktereigenschap weieens mocht herzien, moet niet tot 1 Januari van het vol gend jaar gaan wachten om ermee te begin nen, ook ai omdat er dan hard kans bestaat dat in al dien tijd de puntige k~ 'tjes van het voornemen wat afgeslepen zijn. waardoor er heelemaal niets van zou komen. Maar daartegenover staan twee dingen: Ten eerste dat de laatste week van het jaar, tus- schen kerstmis en Nieuwjaar een week van stilte is, die tot bezinning brengt. En daardoor zien zij, die eerlijk tegenover zichzelf staan, en die werkelijk het goede willen, duidelijker dan anders wat er aan hun innerlijk ont breekt, of wat er aan verkeerd is. Ten twee de dat het gemakkelijker is om die goede voornemens tot uitvoering te brengen op een tijdstip, dat ook uiterlijk een nieuw begin wordt gemaakt. Op Nieuwjaarsdag wenschen wij elkaar alle goeds toe in het komende jaar dat is een begin; op dien dag voelen wij ook dat het diepste punt van het seizoen bereikt is, en dat wij naar het zonlicht teruggaan dat is ook een begin. Daarom ligt het voor de hand dat wij met onszelf ook ernst maken op dien dag, dat wij een begin maken met ons nieuwe „ik". Wij houden onszelf het nieuwe voor oogen, en dat is niet zoo moi lijk want alles werkt eraan mee, en dat maakt de uitvoering van onze plannen een voudiger. Beginnen we er mee op een of anderen wil- lekeurigen dag midden in het jaar, dan moe ten wij het geheel en al op eigen kracht en eigen drang tot vernieuwing uitvoeren, en dat valt meestal niet mee. Bovendien is het dan zoo spoedig: ik begin er morgen mee maar dat morgen blijft morgen, en zoo ge beurt het nooit. Nu is het alles goed en wel om met de uit voering van goede voornemens te beginnen, het groote struikelblok ligt in het volhouden. Er zijn menschen die met Nieuwjaar enthou siast beginnen, maar die de gedachte eraan al heel gauw laten verslappen en tenslotte geheel loslaten. Waarop zij zichzelf paaien met het voornemen om het volgend Nieuwjaar nu toch heusch door te zetten. Dat zijn de zelfden, maar dan in een veel ruimer tijdsbe stek, als degenen die hun goede voornemens altijd op morgen willen uitvoeren. Of er zijn er die zich te spoedig laten ont moedigen en er dan verder maar liever niet meer aan denken. Anderen nemen teveel hooi op hun vork en komen tot de conclusie dat er niets van te recht komt omdat zij hun eigen kunnen heb ben overschat, en ook omdat een mensch nu eenmaal niet volmaakt kan zijn. Wie zich toelegt op een of twee dingen, hetzij dat dit nu belangrijke of ondergeschik te karaktereigenschappen of alleen maar aan wensels zijn, en wie zich die zooveel mogelijk voor oogen blijft houden, zal de meeste kans op resultaat hebben. En al mocht het mis lukken na het ernstig geprobeerd te hebben zelfs het streven is schoon en wanneer men het met alle kracht heeft geprobeerd, en het is tenslotte toch niet mogen gelukken, dan heeft men er toch winst mee geboekt, dan is het ons toch ten goede gekomen. E. E. J.P. In het algemeen ziet men veel militaire mo dellen; hoedjes üi den vorm van soldatenpet- ten doen grappig aan. Verder blijft men het cloche-model van ieder jaar nog steeds in eere houden, hetgeen prettig is voor dames, die niets extravagants „kunnen hebben", die zien er met een cloche altijd gedistingeerd uit. Het jonge meisje zal met een Schotten-mutsje met lintversiering geen slecht figuur slaan. Zoowel hoeden met den rand van achteren opgeslagen, en diep in de oogen getrokken als zulke met een van voren opgeklapten rand, ver uit het gezicht geschoven, draagt men veel. U moet hier echter zelf het beste weten Het is moeilijk een antwoord te geven op de vraag, of 1935 een slecht jaar is geweest voor de vrouw. Ongetwijfeld is er voor vele cate gorieën vrouwen reden geweest tot bezorgd heid: De huisvrouw weet niet, waar te bezui nigen, de werkende vrouw ziet steeds weer nieuwe aanslagen op den arbeid der vrouw. Er is aanleiding tot groote waakzaamheid en saamhorigheid, opdat niet nog meer verloren ga. Er is het dreigende spook van den oorlog. En toch, toch zijn er beloften van verbetering, toch ontwaakt overal de geest van geven en samenwerken. En danvoor de vrouwen in bedrijf en beroep hebben we af en toe, da! welsprekende hoofdje ontmoet „de eerste" d.w.z., dat er toch nieuwe plaatsen voor vrou wen worden ingeruimd, ondanks het streven bij velen, haar van het arbeidsveld te ver dringen. In eigen land maakten we kennis met een nieuw beroep voor jonge meisjes met in telligentie, tact en aanpassingsvermogen en een beetje initiatief, n.l. dat van luchtgast- vrouw, of stewardess op een vliegtuig, die nu eens de gelegenheid heeft, zonder mannelijke voorbeelden van dezen werkkring iets persoon lijks te maken, en hen uit te breiden tot een algemeen begeerde positie, waarin de vrouw met bijzondere gaven en toewijding, voor de reizigers en voor haar maatschappij onmis baar kan worden. Herhaaldelijk trof ons ook het woordje „eerste" bij benoemingen van vrouwen in bestaande ambten of bedieninen, ten bewijze, dat de vrouwelijke arbeidskracht nog niet overal geweerd wordt, integendeel Zoo kreeg Dordrecht haar eersten vrouwelij ken wethouder, Drente het eerste vrouwelijk buitengewoon lid van Gedeputeerde Staten; me], Chr. Slotemaker de Bruine werd de eerste vrouwelijke zendeling, afgevaardigd door het Ned. Zendelinggenootschap; Huizen behoor de tot de weinige plaatsen, die een vrouwelijk ambtenaar van den burgerlijken stand am bieerde; te Rotterdam legde mejuffrouw M. A. de Jongste als eerste vrouw het examen af voor den wetenschappelijken bakcursus v. d. 1935 voor de Vrouw broodbakkerijen, en, met succes; mej. Emmy de Brink was de eerste vrouw, die haar B. brevet zweefvliegen behaalde in ons land. In Engeland was Jean Batten de eerste vrouw, die een solovlucht maakte naar Australië heen en terug. Turkije kreeg zijn eersten vrouwelij ken dierenarts Frankrijk zijn eerste vrouwe lijk eskader op een opleidingsschip, met een vrouwelijke kapitein en bemand met 14 dames, die een reis om de wereld maakten. Een Rus sische vrouw voer voor het eerst als derde stuurman de haven van Rotterdam binnen. In Rusland ondernam het eerste Russische lucht eskader door vrouwen gevormd een tocht van Leningrad naar Moskou. Het Zuid-Afri- kaansch departement van verdediging was met Rusland onder de eersten die vrouwen van staatswegen een opleiding lieten geven In Engeland werd voor het eerst een vrouw benoemd bij de leiding van het gevangenis wezen, in Denemarken voor het eerst als af- deelingschef van het groote ziekenhuis ce Kopenhagen. De Portugeesche regeering be noemde „voor het eerst" een vrouw tot consul honorair te Genève, in Oostenrijk trad „de eerste" vrouw op als filmregisseur, te Brussel dirigeerde een vrouw „voor het eerst" een opera, te Parijs werd een vrouw directrice van het theater de' la Renaissance en een andere vrouw werd er „voor het eerst" bij de politie aangesteld^ In Genève deed bij refereidum de vrouwelijk kinderrechter haar intocht, in Zweden is de vrouwelijke predikant toegela ten, aan de cacaobeurs te New York heeft da vrouw haar intrede „voor het eerst" gedaan.... Het is een greep, die volstrekt niet aanspraak maakt op volledigheid, maar bewijst, dat de vrouwen nog niet behoeven te wanhopen, al wordt het leven haar niet aangenaam ge maakt door den tegenstand, die echter ook hardt. Dat de vrouwen op het maatschappelijk ge bied, waarop zij zich de laatste jaren met zoo veel vuur hebben geworpen, dat van den vrede, niet hebben stilgezeten, behoeft geen betoog en we kunnen hier niet alle acties van vrouwen memoreeren, maar herinneren slechts aan de oprichting van de callclub te Weenen, en het antwoord der vrouwen over de wereld op den noodkreet van de keizerin van Abbessynië. Op negatieve wijze getuigden de Braziliaansche vrouwen van haar vredesge zindheid door haar verzet tegen een voorstel van Generaal Pedro de Geos Monteiro, dat de vrouwen in tijden van nationalen nood het leger zouden dienen. Over de vele nationale en internationale conferenties zullen we hier niet spreken, alleen wijzen we op het „eerste" nat. congres van katholieke vrouwen te Madrid, waar als overal toenemende belangstelling is voor sociale vraagstukken. Wat het kiesrecht betreft won de Fransche vrouw nog niets, terwijl die in Punsjab, zonder veel geestdrift het stemrecht kreeg en in de grondwet van Cuba het vrou wenkiesrecht werd vastgelegd op dezelfde basis als dat van den man, op gebied van zedelijk heid wijzen we er op, dat onze regeering de acte van bekrachtiging van het Verdrag van Genève van 1933 betreffende bestrijding van den handel in meerderjarige vrouwen heeft overgelegd aan den Secretaris-Generaal van den Volkenbond. Om niet te uitvoerig te worden zullen we de jubilea en onderscheidingen voor vrouwen passeeren, hoewel het monument ter eere van de nagedachtenis van Mme Curie te Warschau evenals de bescheiden hulde aan de nage dachtenis van dr. van Herwerden toch even de aandacht verdienenHelaas werd er ook weer een bres geschoten in de gelederen en ook daar is het onmogelijk allen te noemen. De grootste overledene was misschien Jane Addams, maar in eigen land zullen figuren als mevrouw Marcus en mevr. AukesTimmer, die als mensch zooveel beteekenden, niet licht worden vergeten. We willen niet in mineur eindigen en stip pen daarom tot slot even aan het verblijden de berichtje dat aan het einde van het jaar in de bladen was te lezen, omtrent de stich ting van een Int. Archief voor de vrouwenbe weging, dat nieuwe aspecten belooft. Inder daadal is de horizon verre van onbewolkt, er is reden te vertrouwen, dat de vrouwen met. goeden moed in de toekomst zullen blijven werken voor de belangen van haar dochters, die ook de belangen der maatschappij zijn. EMMY J. B. Ons Wekelijksch Knippatroon. No. 361: aardig fluweelen manteltje voor meisjes van 4 tot 8 jaar. De kraag, die tege lijkertijd als shawltje dichtgeknoopt kan wor den is van geruite wollen stof. Benoodigd ma teriaal voor den leeftijd van 8 jaar: 3 meter fluweel van 70 c.M. breed en 75 c.M. geruite wollen stof. No. 362: jasje voor jongens van 3 tot 7 jaar, vervaardigd van diagonaal gestreepte wollen stof. Het kraagje is van fluweel. Benoodigd materiaal: 2 meter van 130 c.M. breedte. Twee groote donkere knoopen dienen als sluiting. Beide patronen zijn in alle maten tegen den prijs van 44 ets. per stuk te verkrijgen bij het bureau van dit blad. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling duidelijk het nummer van het gewenschte patroon benevens de verlangde maat, d.w.z. boven-, taille-, heupwijdte, lengte, enz. en tevens den leeftijd van het kind voor wie het patroon bestemd is, op te geven. Ge lieve verder naam en adres zoo volledig en nauwkeurig mogelijk te vermelden; men voor komt daardoor onnoodige vertraging in de verzending. VISCHSCHOTEL. Wasch een sehelvisch of kabeljauw, zooveel als men gewoonlijk rekent voor het gezin, en kook ze gaar op de gewone wijze in water met '.out. Neem ze daarna warm van de graat en .aat ze in zoo groot mogelijke stukken. Fruit een paar gesnipperde uitjes in ruim boter en voeg er de inhoud van een busje pi kante tomatenpurée bij. Leg de stukken visch in een beboterde vuur vaste schotel, giet er de tomatensaus overheen, bestrooi de bovenkant met paneermeel en klontjes boter en laat het schoteltje in een niet te heete over door en door warm worden. OM ZELF TE MAKEN. Voor dit aardige vestje hebben we 250 gram vier- of vijfdraads beige wol, 250 gram bruine wol van dezelfde dikte en een stel naalden No. 3 noodig. Het patroon is zeer gemakkelijk: recht heen en weer breien en twee toeren beige af wisselen met twee toeren bruin. Voor men gaat breien maakt men een pa troon van papier, zooals op de illustratie is aangegeven. Het spreekt vanzelf, dat men eerst nameet, of de op het schema aangegeven maten goed zijn en zoo niet. dat men die dan in overeenstemming brengt met het eigen figuur. Dat breit men precies volgens het gemaakte schema, achtereenvolgens de beide voorpan den. de rug en de mouwen. Men begint de ver schillende deelen aan den onderkant en meet op het papieren patroon na waar men moet meerderen en minderen, Opdat het kleeding stuk niet te wijd wordt mag het gebreide werk iets smaller zijn, dan het papieren patroon. Breiwerk rekt n.l. altijd min of meer in de breedte. Als men een deel klaar heeft, spant men het op de goede wijdte, en speldt het dan in den juisten vorm op een stuk katoen of linnen. Daarna perst men het onder een vochtigen doek. Zoo behandelt men ieder deel. Dan stikt men de schouder- en zijnaden tegen elkaar; naait de naden der mouwen dicht en zet ze in het vest. De sluiting bestaat uit 3 knoopen en brande bourgs. Deze brandebourgs zijn gemakkelijk zelf te maken van dun zijden koord. Men kan ze natuurlijk ook, indien het zelf maken te veel werk is. klaar koopen. Op gure dagen, wanneer er een koude wind waait, zal dit vestje onder de mantel gedragen, van groote practische waarde blijken te zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 11