I
\&w\)wvew.
.VRIJDAG 10 JANUARI 1936
HASREEM'S DA'GBEAD
LETTEREN EN KUNST
MUZIEK.
Haarlem's Kinderkoor en
Haarlem's Meisjeskoor
Eivol was Donderdagavond net amphithea-
I tersgewijs ingericht podium der groote ge
meentelijke Concertzaal, toen de beide boven
genoemde, onder leiding van Jacob Hamel
staande koren, waarvan vooral het kinder
koor zeer talrijk is, er op hadden plaats ge
nomen. Eivol was ook de toehoordersruimte
in de zaal, terwijl nog velen op het balcon
plaats genomen hadden.
Deze groote belangstelling voor den kin-
oerzang is zeker verheugend en de daveren-
de bijvalsbetuigingen, die na de uitvoering
der meeste koornummers weerklonken toon-
den hoe hoog Jacob Hamel's arbeid gewaar
deerd wordt.
Er werd dan ook met groote opgewektheid,
zuiver en rythmisch gezongen. Enkele malen,
zooals in „Het Vacantiekinderfeest" hoor
den we dynamische tegenstellingen, die. afge
zien van het al of niet logische verband met
de tekstwoorden, goed slaagden en in den
zang van het nog slechts kort geleden ge
vormde meisjeskoor was reeds beschaafde
toonvorming waar te nemen.
Wat den kinderzang betreft is in die rioh-
ting, en ook in die der uitspraak, nog heel
wat te cultiveeren. In de meeste kinderkoren
zingen de vogeltjes nog veel te veel zooals
zij gebekt zijn, en dat de Haarlemsche na
tuur er niet toe meewerkt dat den vogeltjes
j „der Schnabel hold gewachsen" geraakt
zooals Hans Saclis in Wagner's „Meistersin-
ger" over Walther von Stolzing getuigt
daarvan kan ik uit ondervinding' meepraten
Een uitspraak als „Al is er geen ês'' in plaats
van „Al is er geen ijs", is een symptoom van
door locale invloeden beheerschten snavel-
groei. Maar in den zang behooren zulke klin
kerveranderingen niet thuis en daarom rust
o.i. op den zanginstructeur, zoo goed als op
de leerkrachten der scholen de zeker niet
gemakkelijke taak om daarin regelend en
herstellend op te treden. Eigenlijke, zoo noo-
dig zich met elk der kinderen individueel zich
bezig houdende stemcultuur zal bij meerdere
honderdtallen kinderen tellend koor wel steeds
even onmogelijk blijken als individueel onder
wijs bij de door de tijdsomstandigheden noo-
dig geoordeelde groote schoolklassen.
Zoowel één- als tweestemmige koornum-
niertjes werden Donderdagavond gezongen.
Het zou geen doel hebben, alle afzonderlijk
te bespreken. De muzikale waarde van vele Is
niet groot, het aantal banale wendingen die
i er in voorkomen, daarentegen wel. Zou niet
I aan den rijken schat der Oud-Nederlandsche
liederen wat meer aandacht geschonken kun
nen worden? Het liedje ..Op Rolschaatsen"
zou m.i winnen indien de lange noten tot on
geveer een derde deel van hun waarde verkort
i werden. „Kinderronde" met zijn vervelende
obstinate begeleidingsfiguur en zijn zonder
linge mineur-solo werd wel erg langzaam
genomen. Daarentegen klonk Mendelssohn's
,,Ich wollt', meine Lieb" min of meer als een
I wals. In „Het Angelus'' bleek de grootmoeder
over vee", krachtiger stemgeluid te beschikken
dan de kinderschaar, wat gewoonlijk zelden
I voorkomt.
Mevr. Helène Ludolph zong met eenvoudige
voordracht en zuivere intonatie een aantal
Nederlandsche liederen, w.o. het frisscbe
I „Wiegeliedje" van Jos. de Klerk, het fijne
„Schemerliedje" van G. von Brucken Fock en
de mooie bewerking van „Di mey playsant"
van Willem Pijper. Voormolen's „Cecilia"
bleek te gekunsteld om bij den Middeleeuw-
schen stekst te passen.
De solo-cellist der A. V. R. O., Max Ródri-
I guez toonde in een aantal solostukken zijn
I groote bekwaamheden, toonkwaliteit, techni
sche vaardigheid, zuiverheid: alles was voor
treffelijk. En niet minder voortreffelijk wa
ren ae begeleidingen van alle koornummers
en solostukken door Jacques Hamel.
K. DE JONG.
Teylers Museum.
Expositie van prenten door Jacques Callot.
Jacques Callot behoort tot de belangrijkste
grafikers aller tijden. Het vorige jaar was het
drie honderd jaar geleden, dat hij stierf en
dat wordt nu in Teyler nog even in herinne
ring gebracht, door het ter bezichtiging uit
leggen van de mooie reeksen prenten, die men
er van den kunstenaar bewaart.
Men zal van dien artist het een en ander
willen weten voor men zijn interessant werk
gaat bekijken. Wel, zijn korte leven hij werd
slechts 43 jaar oud zat vol romantiek van
dien tijd. doch het verliep vrij eenvoudig; bo
vendien is men van een paar episodes uit zijn
leven, die er erg romantisch uitzien, nog niet
eens historisch-zeker. Maar de tijd. waarin
hij leefde, was bewogen genoeg, zoodat er
zelfs voor een kalm kunstenaar als CallAt per
slot van rekening van nature was, nog avon
tuur genoeg in de lucht zat.
Dat begon al op zijn twaalfde jaar, toen hij
van huis wegliep om naar Rome te gaan. Hij
was in 1592 in Lotharingen's hoofdstad Nancy
geboren. Hij had zooveel over Rome hooren
vertellen door kunstenaars en anderen, dat
hij dat zelf ook wel eens wilde gaan zien. Doch
hij brengt het maar halverwege; dan pikken
vrienden van zijn vader hem op en brengen
hem naar Nancy terug. Hij probeert het zoo
waar nog eens en met even weinig resultaat.
Dan vinden ze hem in Milaan; hij wordt van
daar geretourneerd.
Een koppig kereltje zal Jacques wel geweest
zijn. Maar als hij achttien is, geeft zijn vader
zijn toestemming. Hij mag dan in het gevolg
van een Lotharingsch ambassadeur mee naar
Rome trekken en daar blijven studeeren in
de schoone teekenkunst, die hem zoo had aan
getrokken. Waarschijnlijk werd hij er leerling
van Antonio Tempesta, iets later zeker van
Philippe Thomassin, een in Rome gevestigd
Fransch kunstenaar van weidsche reputatie.
Daar schijnt na een paar jaar iets voorgeval
len te zijn, dat het wenschelijk maakte voor
Callot, om ten spoedigste te verdwijnen. Tho
massin, bij de zeventig jaar oud, had een jonge
beeldschoone vrouw, Bianca, en Callot was
juist twintig! Niet alleen onder kunstenaars
kan zulk samentreffen gevaarlijk worden.
Maar de legende van dit geval is in ieder ge
val hyper-romantisch. In het slaapvertrek van
Bianca hing een levensgroot portret van Tho
massin, los in den wand gebouwd als een
openslaand venster. En toen Callot in die ka
mer was binnengedrongen en juist een harts
tochtelijke verklaring zou gaan afsteken....
draaide het portret in den muur een halven
slag om en daarachter stond de lever.de Tho
massin. die nu althans niet voor ongeloovigen
Thomas behoefde te spelen. Het lijkt wel een
verhaal van Casanova en historisch bewezen
is het niet. maar Callot verdwijnt- spoorslags
naar-Florence,, waar hij tien, jaar blijft-wer
ken. Dan roept zijn landsvorst Karei IV van -
Lotharingen hem naar Nancy en geeft hem
opdrachten voor gravures naar feesten en
ridderspelen.
Callot's relaties met vorsten en hoven kon
den gemakkelijk ontstaan, doordat zijn eigen
familie aanzienlijke posten aan het Lotha-
ringsche hof bekleedde. Bovendien was zijn
werk intusschen beroemd geworden en zoo is
het dan ook te verklaren dat de infante Clara
Isabella van Oostenrijk hem in 1625 naar Brus
sel roept en hem opdraagt, de inneming van
Breda in het koper te graveeren. Zoo ver
schijnt Callot ook in ons land! Het schijnt
niet zeker of hij bij de belegering is tegen
woordig geweest; wel staat vast dat hij ter
plaatse in 1625 studies geteekend heeft, waar
naar hij dan thuis de plaat zou bewerkt heb
ben. Wel heeft hij succes met die opdracht,
want als drie jaar later La Roebelle, het laat
ste bolwerk der Calvinisten, in handen van
Richelieu valt, draagt Lodewijk XHI Callot op,
ook dit wapenfeit in prent te brengen, even
als het gevecht om het eiland Ré, waar de
Engelsche vloot, die de Calvinisten ter hulp
gekomen was, voor Richelieu's troepen moest
wijken.
Dus werkend voor Lodewijk XIII en in Pa
rijs verblijvend, hervindt hij daar zijn jeugd
vriend uit Nancy, Israel Henriet, die voortaan
zijn uitgever zijn zalhetgeen den naam
Israel verklaart.dien ge ook op een aantal der
hier geëxposeerde prenten zult aantreffen.
Weinig zal Cailot toen bevroed hebben, dat
Lodewijk kort daarna zijn vaderland Lotha
ringen zou aanvallen, Nancy innemen en
aan Callot verzoeken, ook daarvan een ets te
maken. Dan komt het historische woord van
den kunstenaar; „Sire. ik ben Lotharinger. en
wil niets doen wat tegen de eer van mijn vorst
en mijn land is".
Maar hoewel Lodewijk dat respecteert en
hem voor dat antwoord zelfs lof toezwaait, de
smaad, zijn land aangedaan, heeft Callot diep
getroffen. Hij trekt zich uit het leven der
groote gebeurtenissen terug en houdt zich in
zijn prentkunst nog slechts met religieuse on
derwerpen bezig. Tot de dood hem in 1635
treft en in hem een kunstenaar, wiens werk
van veel omvattenden invloed op tijdgenooten
en lateren geweest is.
Een stapel literatuur is in den loop der tij
den aan Callot en zijn werk gewijd. Veel wat
ik hierboven navertelde is te vinden in Deel I
van de Meister der Graphik: Callot door Her
mann Nasse. Maar nog steeds houdt zijn werk
kunsthistorici en prentkunstvrienden bezig.
Zijn reeks „verschrikkingen van den oor
log" is even beroemd als Goya's „Desastres de
la Guerre"; zijn serie Bedelaars en Landloopers
bestaat uit- prototypen voor Hollanders als
Ostade, om maar een enkel voorbeeld te noe
men.
in Teyler ga men thans dit werk bewonde
ren. Het Beleg van La Rochelle ligt er in een
prachtig exemplaar, dat een 'gansche tafel be
slaat, uitgestald. De oorlogsreeksen zijn er in'
schitterende afdrukken voorhanden. Een paar
origineele teekeningen groote zeldzaamhe
den zijn er aan toegevoegd. De groote Jaar
markt te Nancy, het Steekspel aan de Barriè
re vindt ge er ook, kortom, van Callot kan men
er een volledigen indruk krijgen. Deze inlei
ding bedoelt tot een bezoek aan te sporen.
J. H. DE BOIS
Werd bijna dol van de hoofdpijn
Nu is hij een ander mensch.
Na eenige jaren in de tropen geweest te
zijn, keerde de schrijver vanonderstaanden
brief terug, lijdende aan voortdurende hoofd
pijn en constipatie, terwijl hij bovendien veel
te zwaar was geworden 102 K.G. Hij zegt,
dat Kruschen hem geheel veranderd heeft.
„Ik was te zwaar en mijn geheele gezond
heid was ondermijnd. Ik leed voortdurend aan
hoofdpijn, die mij bijna dol maakte en had
bovendien steeds last van constipatie en
voelde mij ellendig. Ik woog bijna 102 K.G. Ik
begon toen Kruschen Salts te nemen en
reeds na 10, 12 dagen voelde ik mij een ge
heel ander mensch. De constipatie was ver
dwenen en ik voelde mij jonger en fitter, mijn
hoofdpijnen hielden op. In een maand ver
minderde mijn gewicht tot 95' K.G., terwijl
ik gisteren tot mijn groote vreugde bemerkte,
dat mijn gewicht was gedaald tot 88 K.G.
Vanzelfsprekend ben ik van plan met Kru
schen door te gaan, nu ik er zooveel baat bij
gevonden heb."
Hoofdpijnen ontstaan bijna altijd doordat
het bloed door in het lichaam opgehoopte
afvalstoffen verontreinigd is. Uit deze afval
stoffen ontstaat bovendien het gevaarlijke
urinezuur, de oorzaak van de gevreesde rheu-
matische pijnen, zooals jicht en ischias. Zorg
er voor, dat gij deze afvalstoffen kwijt raakt
en zorg er tevens voor, dat zij zich niet meer
kunnen ophoopen. Er bestaat hiervoor geen
beter middel dan de dagelijksche dosis Kru
schen Salts. Niet alleen dat bij regelmatig ge
bruik in korten tijd de pijnen zullen verdwij
nen, ook Uw geheele gezondheidstoestand zal
verbeteren: gij zult U energieker en krach
tiger voelen. Een Kruschen kuur maakt U
inderdaad jaren, jonger.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar
bij alle apothekers en erkende drogisten
a ƒ0.90 en 1.60 per flacon, omzetbelasting
inbegrepen. Let op. dat op het etiket op de
flesch, zoowel als op de buitenverpakking, de
naam Rowntree Handels Maatschappij
Amsterdam, voorkomt.
(Adv. Ingez. Med.)
Ook spoorbaan Leiden
Hoofddorp snelverkeersweg?
In aansluiting op het bericht in ons num
mer van Donderdag opgenomen over omleg
ging van de spoorbaan AlphenUithoorn tot
snelverkeersweg, vernemen wij. dat ook over
een dergelijke omlegging van de spoorbaan
LeidenHoofddorp wordt onderhandeld.
FILMVOORSTELLING VAN SOCIALIS
TISCHE VEREENI GINGEN.
Zondagochtend 19 Januari wordt in het
Spaarne Sound Theater de tweede filmvoor
stelling van het seizoen van het Plaatselijk
Arbeiders Secretariaat, de Vereeniging voor
Socialistische Ontwikkeling, de Revolution-
nair Socialistische Arbeiderspartij en de So
cialistische Ontwikkelings Vereeniging „De
nieuwe cultuur" gehouden. Als spreker treedt
op de 'heer A. Menist.
VEREENIGING „DE HAARLEMSCHE
MANèGE".
Zaterdagmiddag wordt op de terreinen
„Mariënbosch" te Aerdenhout een indivi-
dueele cross-country door de Vereeniging
„De Haarlemsche Manége" gehouden.
Behalve de leden van deze vereeniging
zullen in een afzonderlijke klasse rui
ters van landelijke rijvereenigingen uit de
omgeving van Haarlem deelnemen. De L.R.V.
..Kapitein v. q. Wal" te Hoofddorp stelde een
medaille voor-den best geplaatsten manége-
ruiter toeschikbaar.
«SltBOAM.HAAtó.uréf.CKi.WIW.mnFaH.TILBUB.O,
groote houtstraat 1"
(Adv. Ingez. Med.)
ONDANK IS 'S WERELDS LOON.
In het stukje „Ondank is 's werelds loon"
(zitting van den Politierechter van Maandag
30 December) komt de zin voor: „de ver
dachten beweerden nl. dat de tegenpartij
hun geld schuldig was". De Heemsteedsche
kapper, die in dezen de tegenpartij was. ver
zoekt ons nu. te vermelden, dat er geen kwes
tie van is, dat hij geld aan de verdachten
schuldig zou zijn en dat dit ook in de zit
ting is gebleken.
DISCONTO VAN DE BANK VAN FRANKRIJK
OPNIEUW VERLAAGD.
Reuter meldt uit Parijs, dat de Bank van
Frankrijk haar disconto van 5 tot 4 procent
heeft verlaagd. Op 31 December was het dis
conto van 6 op 5 pet. gebracht.
FEESTAVOND HA A RL. KANOVER LENIGING
De Haarlemsche Kanovereeniging houdt
Zaterdag 11 Januari haar jaarlijkschen
feestavond voor haar leden en bekenden in
Café-R.estaurant Brinkmann.
De leiding berust bij den heer Gude. De
muziek wordt verzorgd door den heer W.
Gart. Er is bal na.
van dit lawaai en wel door het aanbrengen van
klembanden om de remtrommels. Heeft dit
middel niet voldoende geholpen?
Mij dunkt, dat de kosten van een dergelijke
eenvoudige constructie geen bezwaar kunnen
zijn.
Hoogachtend,
ABONNë
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
Nogmaals het water.
Geachte redactie.
Naar aanleiding van hetgeen de lezeres
opmerkt, ben ik nog zoo vrij het volgende
onder de aandacht te brengen nl. dat eenl-
gen tijd geleden in den Haarlemschen Ge
meenteraad werd besloten, dat voor werk-
loozen het aantal niet gébruikte meters"
mocht worden afgetrokken van het min. ta
rief, elk geval te beoordeelen door den Di
recteur van het Waterleidingbedrijf. Daar ik
voor het huishoudelijk werk regenwater heb
en er dus steeds eenige meters overblijven en
ik een steun geniet van f 10.96 ben ik zoo
vrij geweest den heer directeur te verzoeken
mij hierin tegemoet te komen, doch kreeg als
antwoord: „Kan niet worden toegestaan!"
zoodat het u. geachte lezeres, duidelijk zal
zijn, dat de inschikkelijkheid welke door u be
pleit wordt, nogal ver te zoeken is.
Mét dank voor de plaatsing,
EEN HUISVROUW.
Wij hebben over dit geval nader geïnfor
meerd bij den Incassodienst, waar men ons
mededeelde, dat de door inzendster bedoel
de aftrek niet alleen geldt voor de werkloo-
zen, maar voor alle waterverbruikers.
Verder zeide men ons, dat inzendster blijk
baar regelmatig onder de 6 M3. per kwartaal,
die het minimum vormen, blijft. In zulk een
geval blijft het minimum 6 voor iedereen.
Maar .gebruikt men het eene kwartaal méér
en het andere minder dan 6 M3. dan wordt
dit met elkaar verrekend.
De revue in het Gem. Concert
gebouw.
Hooggeachte Redactie,
Wilt U mij toestaan, om voor een deel van
het door mij gesprokene bij de algemeene be
schouwingen over de Gemeentebegrooting de
letterlijke tekst daarvan hier weer te geven?
Het ging over het opvoeren éener revue in de
Gemeentelijke Concertzaal; ik heb toen dit
gezegd:
„Bij de revue, gegeven op eersten Kerstdag
in genoemde zaal, heb ik gezien hoe een
eeuwigheidsgedachte Gods, belichaamd in de
schoonste vorm, zich verlaagd heeft tot een
naakte nabootsing van een zwijn."
Daar hierover wel stof zal opwaaien, stel ik
er prijs op, dit hier even te vermelden.
met dank voor plaatsing
Uw dw.
JOH.s. VISSER.
De loonen van het
Overheidspersoneel.
Mijnheer de Redacteur.
Naar aanleiding van de publicatie in Uw
blad over de loonen van het Rijkspersoneel en
't personeel der Gem. Haarlem, vestigen wij
er de aandacht op, dat van deze loonen door
't personeel \0% pensioen premie moet worden
betaald. Met beleefde dank voor de plaatsing,
namens het bestuur der afdeeling Haarlem
van den Ned. Chr. Bond P. P. Dienst
A. STEEMAN, secretaris,
Eikenstraat 8. Haarlem.
Kolonisatie Nieuw Guinea.
Dit onderwerp is den lezer niet onbekend,
hierover is al heel wat geschreven, ook veel
in fantastischen zin. Fantastisch zijn zij (al
meenen zij het wellicht goed) die vermeenen
en propagandeeren dat massale kolonisatie
van Hollandsche werkkrachten naar Nieuw
Guinea mogelijk zoii zijn met financiën van
vereenigingen of stichtingen al of niet op
liefdadigheids of Obligatiebasis.
Voor de oplossing van de crisis of wel het
werkloozenvraagstuk, is massale emigratie van
Hollandsche werkkrachten naar N G. moge
lijk en noodzakelijk, maar dat kost geen ton
nen gouds maar millioenen en in de eerste 20
jaar wellicht nog meer dan de drooglegging
der Zuiderzee, maar het zal ook het tien
voudige opleveren. Van rente of dividend in
die jaren kan geen sprake zijn. hoogstens
voor den staat een kleine opbrengst in be
lasting enz.
Elke kolonisatiepropaganda om massaal op
particulier initiatief naar N.G. te gaan is
misleidend, want die uitvoering moet leiden
tot ernstige gevolgen voor de goeögeloovigen
voortrekkers. Zij zullen door hun financieele
zwakte en onvoorbereidheid in de oerbosschen
of moerassen van N. G. te gronde gaan, zoodat
de opzet tenslotte als een misdaad zou kun
nen worden gequalificeerd.
Is het stichten van een blank nieuw Neder
land op N.G. mogelijk? Hierop is het ant
woord: wat is niet mogelijk in een land dat
zich boven de zeespiegel tot de eeuwige
sneeuwtoppen toe en dat alle bestaande kli
maten in zich vereenigt, een koele hoogvlakte
heeft die alleen al zoo groot is als Nederland
zelf en betrekkelijk dicht bij de kust is ge
legen. Als morgen de Preanger door de Soen-
daneezen wordt ontruimd, dan zouden hon
derdduizenden Nederlanders direct naar de
Bandoengsche hoogvlakten willen emigreeren
en een ieder, ook de regeering zou dat moge
lijk en logisch vinden, maar waarom dan niet
naar de veel grootere en hoogere vruchtbare
hoogvlakten van Nieuw Guinea?
Thans emigreeren reeds de Engelschen met
staatshulp naar Tropisch Noord Australië en
Kenya, de Franschen naar het warme Algiers
en Madagaskar, de Portugeezen naar Angola
en de Belgen naar de Congo, die alle veel
ongunstiger tropische klimaten hebben. Hier
mede zouden wij die vraag reeds voldoende
hebben beantwoord, maar wij hebben
nog vele andere bewijzen dat geen land ter
wereld zulke schitterende mogelijkheden heeft
als Nederland om zijn werkloozenvraagstuk
radicaal op te lossen door haar volksover
schot te laten emigreeren naar haar eigen
;ebied in N.G., dat ruim 1112 maal zoo groot
is als Nederland zelf.
Daar massale emigratie alleen mogelijk is
door staatsbemoeiing, roepen wij alle wei
denkenden en nationaal voelende Nederlan
ders op en sluit u aan bij de (buiten alle poli
tiek staande) Nationale Nieuw Guinea Ver
eeniging.
Hoogachtend
E. VAN MILLINGEN Ezn,
Hoofdstraat 27 Santpoort.
Cex-Detachements Commandant in het
binnenland van Nieuw Guinea).
SANTPOORT, 8 Januari 1936.
Het lawaai der N. Z. H.-
bussen.
Woensdag las ik in Uw blad de juiste opmer
king van den heer Terwoort. waarin hij over
het lawaai schrijft van de bussen van de N.
Z. H. Zelf woon ik in de nabijheid van een
halte en ik kan zijn bezwaar onderschrijven.
Nu meen ik echter te weten, dat de N. Z. H.
destijds pogingen gedaan heeft tot bestrijding
Het Plan van den Arbeid.
Hooggeachte Redactie.
In de allereerste plaats onzen dank voor de
opname van ons stuk onder bovenstaand po-
schrift.
Als antwoord aan het Bureau Plan Pers.
het volgende:
Een officieele Nederlandsche beweging van
Bellamisten kennen wij niet. Dat er „leiders'
zijn van een dergelijke officieele vereeniging
die het boek „Gelijkheid voor Allen" van
Edw. Bellamy, nimmer gelezen hebben,
treurig, nog treuriger is het, wanneer zulke
„leiders" ingezonden stukken gaan schrij
ven, die lijnrecht staan tegenover de Bella-
mygedachte. Hiervoor verwijzen wij naar pag.
216 van „Gelijkheid voor Allen" waar Bela-
my zegt, dat plannen, als o.a. het plan van
den arbeid, het kapitalisme zelfs vasten voet
doen krijgen, door het minder afschuwelijk
te doen lijken. Indien alle doorkruisers van
het „Plan" communisten zijn, dan is dat
zeker niet bedoeld als compliment voor onze
ministers Colijn, Slingenberg, Oud enz. om
van de vele Kamerleden, die tegen het Plan
zijn, maar te zwijgen. Alles, wat in het ar
tikel van het Bureau Plan Pers verder voor
komt van persoonlijken aard. heeft met de
waarheid van bovengenoemde feiten niets
te maken. De heer Koch is niet de leidende
figuur in ons „groepje": hij is ook geen lid
van de Communistische Partij. Maar al was
dit alles zoo, dan nog kon hij wel de waar
heid zeggen. Of heeft het Bureau Plan Pers
soms alleen de waarheid in pacht? In de
N.U.V.B. kan ieder, christelijk, katholiek,
sociaal-democraat of communist de waarheid
zeggen, Inderdaad is het kapitalistisch stel
sel zóó afschuwelijk, dat het „Plan" hetgeen
aan 50» tot 55.0C0 werkers slechts 200 millioen
gulden voor 3 jaar werken geeft en 400 mil
lioen gulden aan niet werkers, nog niet eens
als rendabel beschouwd wordt!
Van de indirecte en secundaire werkge
legenheid zou natuurlijk de werker eenis
profijt genieten, doch de kapitalisten niet?
Minstens in dezelfde verhouding, als boven
genoemd!
Indien de Plan Pers een lans meent te
moeten breken voor arbeidsloos inkomen, uit
hoofde van rente, dan is dat haar goed
recht, maar dan kan zij zich beter openlijk
voor behoud van het kapitalistische stelsel
uitspreken! Wat de eischen in het „Plan'
genoemd betreft als: verlaging van huren
verlaging van hypotheekrente en pachten
conversie van leeningen enz., de N. U. V. B
erkent, dat die verlagingen absoluut ge-
wenscht zijn. De huren, pachten en hypothe
ken zijn nog veel te hoog gebleven in ver
gelijking met het reeds sterk gedaalde wel
vaartspeil der geheele bevolking. Evenwel
ontkent de N.U.V.B., dat deze huur. pacht en
hypotheekveriaging niet mag ontbreken in
een beoordeeling van het zuivere werkver-
schaffingsdeel van het Plan van den Arbeid
Wil men deze dingen daarbij betrekken, dan
zou eerlijkheids- en volledigheidshalve weer
tegenover die verlaging van arbeidsloos in
komen gesteld moeten worden de kolossale
verlaging van het inkomen uit arbeid, die al
heeft plaats gevonden.
Als men in de verslagen over het spoor
wegwezen a'.ieen reeds vindt dat sinds 1921
het aantal spoorwegbeambten daalde van 51
tot 35 duizend man, en de loonen daalden
met 34 pet., dan komt men tot de slotsom,
dat de huur. pacht en hypotheekverlagingen
uit het „Plan" nog niet eens in een noemens
waardige verhouding staan tot de verlaging
van het inkomen uit arbeid, die in ons land
al heeft plaats gevonden.
Indien men alle dingen, die in het ..Plan"
van den Arbeid voorkomen bij de beoordeeling
wil betrekken, dan zou men eerlijkheids
halve nog veel andere maatschappelijke ver
schijnselen er ook weer bij moeten halen, die
de goede uitwerking ervan weer opheffen
Dan komt er geen eind aan het heen en
weer gepraat. Dan kan men de heele natio
nale en internationale economie erbij ha
len.
En toch blijft vast staan, dat het „Plan"
aanbiedt een ruil van 200 millioen aan ar
beidsloon tegen 392 millioen aan rente, dus
aan inkomen zonder arbeid.
De volledige waarheid heeft ons Nederland
sche volk in deze dagen broodnoodig. Niet de
waarheid, bezien door een partij-bril.
Daarom moest de S.D.A.P. verheugd zijn,
dat gedocumenteerde kritiek op haar voorstel
wordt geleverd. Wij zullen daarmede door
gaan. Zij kan zich verdedigen. Moge zij
het op waardige wijze doen!
Tenslotte dit: de Nederlandsche Unie van
Bellamyanen is niet tegen de uitvoering van
het Plan van den Arbeid, doch tegen de wijze
waarop de benoodigde gelden worden ver
kregen! De door haar gemaakt berekeningen
en publicaties daarvan hebben ten doei het
Nederlandsche volk te overtuigen, van de af
schuwelijkheid van het huidige stelsel en ook
van de ondoeltreffendheid van dergelijke
tijdelijke opkalefateringen van onze samen
leving. Aan dit bouwvallige huis helpen
geen reparaties meer. het stort toch in! Doch
elk lapmiddel verleng* weer even den ter
mijn, het einde der crisis wordt daardoor
weer verschoven!
En juist dat lijkt ons van de S.D.A.P. niet
in overeenstemming met haar beginsel! De
bewering uitgesproken ln „Het Volk" van
1 November 1935.' door den voorzitter der
V.A.R.A.-afdeelïng: „Er is een Plan van de
Arbeid te propageeren: het middel om u:t
de crisis te raken", neemt niemand toch zeker
au serieux?
Nederlandsche Unie van Bellamyanen
TH. KRUIJT, Voorz.
Wij brachten dit stuk onder de aandacht
van hét ..Bureau Plan-Pers" te Amsterdam,
dat er het volgende op antwoordde:
Geachte Redactie,
Wij danken u voor de gelegenheid, die gij
ons biedt, om bovenstaand ingezonden stuk
te beantwoorden.
Wij schreven in ons vorige artikel:
„Wij ontkennen niet. dat het een nadeel
is, dat er in deze maatschappij voorloopig
nog arbeidsloos inkomen moet worden be
taald. hoewel zeker niet alle rente als ar
beidsloos inkomen mag worden beschouwd".
De voorzitter van de N.U.V.B. „omschrijft"
dat op zijn manier' „Indien de Plan-Pers een
lans meent te moeten breken voor arbeids
loos inkomen uit hoofde van rente, dan is
dat haar goed recht, maar dan kan zij
zich beter openlijk voor behoud van het
kapitalistische stelsel uitspreken!"
Men legge de beide citaten naast elkaar
en vrage zich af of dit behoorlijk citeeren
kan worden genoemd.
De schrijver van bovenstaand ingezonden
stuk schrijft over ..het zuivere werkver-
schaffingsdeel van het Plan van de Arbeid".
Geheel zuiver is zijn kennis van het Plan
niet. Daarin staat immers op pag. 37, nog
wel cursief gezet: „Uitvoering van deze pro
jecten in werkverschaffing wordt afgewe
zen".
Naast de eerste voorwaarde voor discussie,
ontbreekt bij den voorzitter van de N.U.V.B.
ook een andere belangrijke voorwaarde: op
de hocgte zijn met dat. waarover men
schrijft.
De N.U.V.B. beweerde in haar eerste artikel
dat het Plan van den Arbeid voordeeiig was
voor de geldbezitters, omdat deze voor een
periode van 40 jaar aan directe en indirecte
rente 892 millioen gulden winst maakten.
Wij hebben deze fantastische berekening
bestreden, hebben vooral gewezen op de on
geoorloofde methode, om de inkomsten die de
geldbezitters weer ontvingen door het uit
zetten van de afgeloste bedragen tegen rente,
geheel buiten het Plan om, mede te tellen.
En wij hebben tenslotte geconstateerd, dat,
indien men de handelwijze van de N.U.V.B.
toepast, men ook eens moet berekenen welke
nadeelen de bezitters aan den anderen kant
lijden, o.a. door de in het Plan geëischte ver
laging van de vaste lasten, eveneens over een
pericde van 40 jaar.
Dat mag bier niet worden berekend, zegt
nu de N.U.V.E., want dat behoort niet tot
„het zuivere werkverschaffingsdeel van het
Plan van de Arbeid. „Om dan verder te zeg
gen: „Dan komt er geen einde aan het heen
en weer gepraat. Dan kan men de heele na
tionale en internationale economie erbij
halen". Dat daarin een rechtvaardiging zou
liggen, vcor de methode van de N.U.VB.,
om één bepaald feit uit het Plan te lichten,
zonder rekening te houden zelfs met de ln
hetzelfde hoofdstuk van het Plan genoemde
maatregelen (zccals o.a. de verlaging van de
vaste lasten), die daartegenover staan, ver
mogen wij niet in te zien.
Eén stap in de goede richting wordt echter
In bovenstaand ingezonden stuk gezet. Dat
het berekenen óók van de indirecte rente wel
een beetje ver gezocht was, geeft de N.U.V.B.
zij het bedektelijk, te kennen door van het
bedrag van 892 millioen gulden niet langer
te spreken, maar nu te zeggen:
„En toch blijft vaststaan, dat het Plan
aanbiedt een ruil van 200 millioen gulden
aan arbeidsloon tegen 392 millioen aan rente
aan inkomen zonder arbeid".
Het staat niet alleen niet vast. ook dit is
nog volkomen onjuist. Inderdaad is een derde
van 600 millioen gulden, dus 200 millioen
gulden, het loon dat de 50 a 55.000 arbeiders,
die bij de openbare werken, werden te werk
gesteld, ontvangen. Maar ook de overblijven
de 400 millioen gulden, die worden gebruikt
bij den aankoop van materialen, zijn voor een
zeer groot deel arbeidsloon. Alleen bij de
binnenlandsche industrie zullen 20.000 arbei
ders daardoor werk krijgen, terwijl ook uit
het buitenland invoer van materialen moet
plaats vinden. Invoer, waartegenover uit
voer kan worden bedongen. Uitvoer, die ook
weer de werkgelegenheid vergroot.
Het Plan is een complex van maatregelen
die onderling samenhangen. De groote wer
ken vormen een onderdeel daarvan. Een on
derdeel. dat beoogt l et economisch leven van
ons land. door een krachtige koopkracht-in
spuiting weer op gang te helpen en zoo den
eersten stap te zetten op den weg naar het
doel. dat het Plan zich stelt:
Greoter bestaanszekerheid voor het Neder
landsche volk bij een behoorlijk bestaans-
peil.
Hoogachtend,
BUREAU PLAN-PERS.
Tesselscliadestraat 31, Amsterdam W,