I \&w\)wvew. .VRIJDAG 10 JANUARI 1936 HASREEM'S DA'GBEAD LETTEREN EN KUNST MUZIEK. Haarlem's Kinderkoor en Haarlem's Meisjeskoor Eivol was Donderdagavond net amphithea- I tersgewijs ingericht podium der groote ge meentelijke Concertzaal, toen de beide boven genoemde, onder leiding van Jacob Hamel staande koren, waarvan vooral het kinder koor zeer talrijk is, er op hadden plaats ge nomen. Eivol was ook de toehoordersruimte in de zaal, terwijl nog velen op het balcon plaats genomen hadden. Deze groote belangstelling voor den kin- oerzang is zeker verheugend en de daveren- de bijvalsbetuigingen, die na de uitvoering der meeste koornummers weerklonken toon- den hoe hoog Jacob Hamel's arbeid gewaar deerd wordt. Er werd dan ook met groote opgewektheid, zuiver en rythmisch gezongen. Enkele malen, zooals in „Het Vacantiekinderfeest" hoor den we dynamische tegenstellingen, die. afge zien van het al of niet logische verband met de tekstwoorden, goed slaagden en in den zang van het nog slechts kort geleden ge vormde meisjeskoor was reeds beschaafde toonvorming waar te nemen. Wat den kinderzang betreft is in die rioh- ting, en ook in die der uitspraak, nog heel wat te cultiveeren. In de meeste kinderkoren zingen de vogeltjes nog veel te veel zooals zij gebekt zijn, en dat de Haarlemsche na tuur er niet toe meewerkt dat den vogeltjes j „der Schnabel hold gewachsen" geraakt zooals Hans Saclis in Wagner's „Meistersin- ger" over Walther von Stolzing getuigt daarvan kan ik uit ondervinding' meepraten Een uitspraak als „Al is er geen ês'' in plaats van „Al is er geen ijs", is een symptoom van door locale invloeden beheerschten snavel- groei. Maar in den zang behooren zulke klin kerveranderingen niet thuis en daarom rust o.i. op den zanginstructeur, zoo goed als op de leerkrachten der scholen de zeker niet gemakkelijke taak om daarin regelend en herstellend op te treden. Eigenlijke, zoo noo- dig zich met elk der kinderen individueel zich bezig houdende stemcultuur zal bij meerdere honderdtallen kinderen tellend koor wel steeds even onmogelijk blijken als individueel onder wijs bij de door de tijdsomstandigheden noo- dig geoordeelde groote schoolklassen. Zoowel één- als tweestemmige koornum- niertjes werden Donderdagavond gezongen. Het zou geen doel hebben, alle afzonderlijk te bespreken. De muzikale waarde van vele Is niet groot, het aantal banale wendingen die i er in voorkomen, daarentegen wel. Zou niet I aan den rijken schat der Oud-Nederlandsche liederen wat meer aandacht geschonken kun nen worden? Het liedje ..Op Rolschaatsen" zou m.i winnen indien de lange noten tot on geveer een derde deel van hun waarde verkort i werden. „Kinderronde" met zijn vervelende obstinate begeleidingsfiguur en zijn zonder linge mineur-solo werd wel erg langzaam genomen. Daarentegen klonk Mendelssohn's ,,Ich wollt', meine Lieb" min of meer als een I wals. In „Het Angelus'' bleek de grootmoeder over vee", krachtiger stemgeluid te beschikken dan de kinderschaar, wat gewoonlijk zelden I voorkomt. Mevr. Helène Ludolph zong met eenvoudige voordracht en zuivere intonatie een aantal Nederlandsche liederen, w.o. het frisscbe I „Wiegeliedje" van Jos. de Klerk, het fijne „Schemerliedje" van G. von Brucken Fock en de mooie bewerking van „Di mey playsant" van Willem Pijper. Voormolen's „Cecilia" bleek te gekunsteld om bij den Middeleeuw- schen stekst te passen. De solo-cellist der A. V. R. O., Max Ródri- I guez toonde in een aantal solostukken zijn I groote bekwaamheden, toonkwaliteit, techni sche vaardigheid, zuiverheid: alles was voor treffelijk. En niet minder voortreffelijk wa ren ae begeleidingen van alle koornummers en solostukken door Jacques Hamel. K. DE JONG. Teylers Museum. Expositie van prenten door Jacques Callot. Jacques Callot behoort tot de belangrijkste grafikers aller tijden. Het vorige jaar was het drie honderd jaar geleden, dat hij stierf en dat wordt nu in Teyler nog even in herinne ring gebracht, door het ter bezichtiging uit leggen van de mooie reeksen prenten, die men er van den kunstenaar bewaart. Men zal van dien artist het een en ander willen weten voor men zijn interessant werk gaat bekijken. Wel, zijn korte leven hij werd slechts 43 jaar oud zat vol romantiek van dien tijd. doch het verliep vrij eenvoudig; bo vendien is men van een paar episodes uit zijn leven, die er erg romantisch uitzien, nog niet eens historisch-zeker. Maar de tijd. waarin hij leefde, was bewogen genoeg, zoodat er zelfs voor een kalm kunstenaar als CallAt per slot van rekening van nature was, nog avon tuur genoeg in de lucht zat. Dat begon al op zijn twaalfde jaar, toen hij van huis wegliep om naar Rome te gaan. Hij was in 1592 in Lotharingen's hoofdstad Nancy geboren. Hij had zooveel over Rome hooren vertellen door kunstenaars en anderen, dat hij dat zelf ook wel eens wilde gaan zien. Doch hij brengt het maar halverwege; dan pikken vrienden van zijn vader hem op en brengen hem naar Nancy terug. Hij probeert het zoo waar nog eens en met even weinig resultaat. Dan vinden ze hem in Milaan; hij wordt van daar geretourneerd. Een koppig kereltje zal Jacques wel geweest zijn. Maar als hij achttien is, geeft zijn vader zijn toestemming. Hij mag dan in het gevolg van een Lotharingsch ambassadeur mee naar Rome trekken en daar blijven studeeren in de schoone teekenkunst, die hem zoo had aan getrokken. Waarschijnlijk werd hij er leerling van Antonio Tempesta, iets later zeker van Philippe Thomassin, een in Rome gevestigd Fransch kunstenaar van weidsche reputatie. Daar schijnt na een paar jaar iets voorgeval len te zijn, dat het wenschelijk maakte voor Callot, om ten spoedigste te verdwijnen. Tho massin, bij de zeventig jaar oud, had een jonge beeldschoone vrouw, Bianca, en Callot was juist twintig! Niet alleen onder kunstenaars kan zulk samentreffen gevaarlijk worden. Maar de legende van dit geval is in ieder ge val hyper-romantisch. In het slaapvertrek van Bianca hing een levensgroot portret van Tho massin, los in den wand gebouwd als een openslaand venster. En toen Callot in die ka mer was binnengedrongen en juist een harts tochtelijke verklaring zou gaan afsteken.... draaide het portret in den muur een halven slag om en daarachter stond de lever.de Tho massin. die nu althans niet voor ongeloovigen Thomas behoefde te spelen. Het lijkt wel een verhaal van Casanova en historisch bewezen is het niet. maar Callot verdwijnt- spoorslags naar-Florence,, waar hij tien, jaar blijft-wer ken. Dan roept zijn landsvorst Karei IV van - Lotharingen hem naar Nancy en geeft hem opdrachten voor gravures naar feesten en ridderspelen. Callot's relaties met vorsten en hoven kon den gemakkelijk ontstaan, doordat zijn eigen familie aanzienlijke posten aan het Lotha- ringsche hof bekleedde. Bovendien was zijn werk intusschen beroemd geworden en zoo is het dan ook te verklaren dat de infante Clara Isabella van Oostenrijk hem in 1625 naar Brus sel roept en hem opdraagt, de inneming van Breda in het koper te graveeren. Zoo ver schijnt Callot ook in ons land! Het schijnt niet zeker of hij bij de belegering is tegen woordig geweest; wel staat vast dat hij ter plaatse in 1625 studies geteekend heeft, waar naar hij dan thuis de plaat zou bewerkt heb ben. Wel heeft hij succes met die opdracht, want als drie jaar later La Roebelle, het laat ste bolwerk der Calvinisten, in handen van Richelieu valt, draagt Lodewijk XHI Callot op, ook dit wapenfeit in prent te brengen, even als het gevecht om het eiland Ré, waar de Engelsche vloot, die de Calvinisten ter hulp gekomen was, voor Richelieu's troepen moest wijken. Dus werkend voor Lodewijk XIII en in Pa rijs verblijvend, hervindt hij daar zijn jeugd vriend uit Nancy, Israel Henriet, die voortaan zijn uitgever zijn zalhetgeen den naam Israel verklaart.dien ge ook op een aantal der hier geëxposeerde prenten zult aantreffen. Weinig zal Cailot toen bevroed hebben, dat Lodewijk kort daarna zijn vaderland Lotha ringen zou aanvallen, Nancy innemen en aan Callot verzoeken, ook daarvan een ets te maken. Dan komt het historische woord van den kunstenaar; „Sire. ik ben Lotharinger. en wil niets doen wat tegen de eer van mijn vorst en mijn land is". Maar hoewel Lodewijk dat respecteert en hem voor dat antwoord zelfs lof toezwaait, de smaad, zijn land aangedaan, heeft Callot diep getroffen. Hij trekt zich uit het leven der groote gebeurtenissen terug en houdt zich in zijn prentkunst nog slechts met religieuse on derwerpen bezig. Tot de dood hem in 1635 treft en in hem een kunstenaar, wiens werk van veel omvattenden invloed op tijdgenooten en lateren geweest is. Een stapel literatuur is in den loop der tij den aan Callot en zijn werk gewijd. Veel wat ik hierboven navertelde is te vinden in Deel I van de Meister der Graphik: Callot door Her mann Nasse. Maar nog steeds houdt zijn werk kunsthistorici en prentkunstvrienden bezig. Zijn reeks „verschrikkingen van den oor log" is even beroemd als Goya's „Desastres de la Guerre"; zijn serie Bedelaars en Landloopers bestaat uit- prototypen voor Hollanders als Ostade, om maar een enkel voorbeeld te noe men. in Teyler ga men thans dit werk bewonde ren. Het Beleg van La Rochelle ligt er in een prachtig exemplaar, dat een 'gansche tafel be slaat, uitgestald. De oorlogsreeksen zijn er in' schitterende afdrukken voorhanden. Een paar origineele teekeningen groote zeldzaamhe den zijn er aan toegevoegd. De groote Jaar markt te Nancy, het Steekspel aan de Barriè re vindt ge er ook, kortom, van Callot kan men er een volledigen indruk krijgen. Deze inlei ding bedoelt tot een bezoek aan te sporen. J. H. DE BOIS Werd bijna dol van de hoofdpijn Nu is hij een ander mensch. Na eenige jaren in de tropen geweest te zijn, keerde de schrijver vanonderstaanden brief terug, lijdende aan voortdurende hoofd pijn en constipatie, terwijl hij bovendien veel te zwaar was geworden 102 K.G. Hij zegt, dat Kruschen hem geheel veranderd heeft. „Ik was te zwaar en mijn geheele gezond heid was ondermijnd. Ik leed voortdurend aan hoofdpijn, die mij bijna dol maakte en had bovendien steeds last van constipatie en voelde mij ellendig. Ik woog bijna 102 K.G. Ik begon toen Kruschen Salts te nemen en reeds na 10, 12 dagen voelde ik mij een ge heel ander mensch. De constipatie was ver dwenen en ik voelde mij jonger en fitter, mijn hoofdpijnen hielden op. In een maand ver minderde mijn gewicht tot 95' K.G., terwijl ik gisteren tot mijn groote vreugde bemerkte, dat mijn gewicht was gedaald tot 88 K.G. Vanzelfsprekend ben ik van plan met Kru schen door te gaan, nu ik er zooveel baat bij gevonden heb." Hoofdpijnen ontstaan bijna altijd doordat het bloed door in het lichaam opgehoopte afvalstoffen verontreinigd is. Uit deze afval stoffen ontstaat bovendien het gevaarlijke urinezuur, de oorzaak van de gevreesde rheu- matische pijnen, zooals jicht en ischias. Zorg er voor, dat gij deze afvalstoffen kwijt raakt en zorg er tevens voor, dat zij zich niet meer kunnen ophoopen. Er bestaat hiervoor geen beter middel dan de dagelijksche dosis Kru schen Salts. Niet alleen dat bij regelmatig ge bruik in korten tijd de pijnen zullen verdwij nen, ook Uw geheele gezondheidstoestand zal verbeteren: gij zult U energieker en krach tiger voelen. Een Kruschen kuur maakt U inderdaad jaren, jonger. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten a ƒ0.90 en 1.60 per flacon, omzetbelasting inbegrepen. Let op. dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking, de naam Rowntree Handels Maatschappij Amsterdam, voorkomt. (Adv. Ingez. Med.) Ook spoorbaan Leiden Hoofddorp snelverkeersweg? In aansluiting op het bericht in ons num mer van Donderdag opgenomen over omleg ging van de spoorbaan AlphenUithoorn tot snelverkeersweg, vernemen wij. dat ook over een dergelijke omlegging van de spoorbaan LeidenHoofddorp wordt onderhandeld. FILMVOORSTELLING VAN SOCIALIS TISCHE VEREENI GINGEN. Zondagochtend 19 Januari wordt in het Spaarne Sound Theater de tweede filmvoor stelling van het seizoen van het Plaatselijk Arbeiders Secretariaat, de Vereeniging voor Socialistische Ontwikkeling, de Revolution- nair Socialistische Arbeiderspartij en de So cialistische Ontwikkelings Vereeniging „De nieuwe cultuur" gehouden. Als spreker treedt op de 'heer A. Menist. VEREENIGING „DE HAARLEMSCHE MANèGE". Zaterdagmiddag wordt op de terreinen „Mariënbosch" te Aerdenhout een indivi- dueele cross-country door de Vereeniging „De Haarlemsche Manége" gehouden. Behalve de leden van deze vereeniging zullen in een afzonderlijke klasse rui ters van landelijke rijvereenigingen uit de omgeving van Haarlem deelnemen. De L.R.V. ..Kapitein v. q. Wal" te Hoofddorp stelde een medaille voor-den best geplaatsten manége- ruiter toeschikbaar. «SltBOAM.HAAtó.uréf.CKi.WIW.mnFaH.TILBUB.O, groote houtstraat 1" (Adv. Ingez. Med.) ONDANK IS 'S WERELDS LOON. In het stukje „Ondank is 's werelds loon" (zitting van den Politierechter van Maandag 30 December) komt de zin voor: „de ver dachten beweerden nl. dat de tegenpartij hun geld schuldig was". De Heemsteedsche kapper, die in dezen de tegenpartij was. ver zoekt ons nu. te vermelden, dat er geen kwes tie van is, dat hij geld aan de verdachten schuldig zou zijn en dat dit ook in de zit ting is gebleken. DISCONTO VAN DE BANK VAN FRANKRIJK OPNIEUW VERLAAGD. Reuter meldt uit Parijs, dat de Bank van Frankrijk haar disconto van 5 tot 4 procent heeft verlaagd. Op 31 December was het dis conto van 6 op 5 pet. gebracht. FEESTAVOND HA A RL. KANOVER LENIGING De Haarlemsche Kanovereeniging houdt Zaterdag 11 Januari haar jaarlijkschen feestavond voor haar leden en bekenden in Café-R.estaurant Brinkmann. De leiding berust bij den heer Gude. De muziek wordt verzorgd door den heer W. Gart. Er is bal na. van dit lawaai en wel door het aanbrengen van klembanden om de remtrommels. Heeft dit middel niet voldoende geholpen? Mij dunkt, dat de kosten van een dergelijke eenvoudige constructie geen bezwaar kunnen zijn. Hoogachtend, ABONNë INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. Nogmaals het water. Geachte redactie. Naar aanleiding van hetgeen de lezeres opmerkt, ben ik nog zoo vrij het volgende onder de aandacht te brengen nl. dat eenl- gen tijd geleden in den Haarlemschen Ge meenteraad werd besloten, dat voor werk- loozen het aantal niet gébruikte meters" mocht worden afgetrokken van het min. ta rief, elk geval te beoordeelen door den Di recteur van het Waterleidingbedrijf. Daar ik voor het huishoudelijk werk regenwater heb en er dus steeds eenige meters overblijven en ik een steun geniet van f 10.96 ben ik zoo vrij geweest den heer directeur te verzoeken mij hierin tegemoet te komen, doch kreeg als antwoord: „Kan niet worden toegestaan!" zoodat het u. geachte lezeres, duidelijk zal zijn, dat de inschikkelijkheid welke door u be pleit wordt, nogal ver te zoeken is. Mét dank voor de plaatsing, EEN HUISVROUW. Wij hebben over dit geval nader geïnfor meerd bij den Incassodienst, waar men ons mededeelde, dat de door inzendster bedoel de aftrek niet alleen geldt voor de werkloo- zen, maar voor alle waterverbruikers. Verder zeide men ons, dat inzendster blijk baar regelmatig onder de 6 M3. per kwartaal, die het minimum vormen, blijft. In zulk een geval blijft het minimum 6 voor iedereen. Maar .gebruikt men het eene kwartaal méér en het andere minder dan 6 M3. dan wordt dit met elkaar verrekend. De revue in het Gem. Concert gebouw. Hooggeachte Redactie, Wilt U mij toestaan, om voor een deel van het door mij gesprokene bij de algemeene be schouwingen over de Gemeentebegrooting de letterlijke tekst daarvan hier weer te geven? Het ging over het opvoeren éener revue in de Gemeentelijke Concertzaal; ik heb toen dit gezegd: „Bij de revue, gegeven op eersten Kerstdag in genoemde zaal, heb ik gezien hoe een eeuwigheidsgedachte Gods, belichaamd in de schoonste vorm, zich verlaagd heeft tot een naakte nabootsing van een zwijn." Daar hierover wel stof zal opwaaien, stel ik er prijs op, dit hier even te vermelden. met dank voor plaatsing Uw dw. JOH.s. VISSER. De loonen van het Overheidspersoneel. Mijnheer de Redacteur. Naar aanleiding van de publicatie in Uw blad over de loonen van het Rijkspersoneel en 't personeel der Gem. Haarlem, vestigen wij er de aandacht op, dat van deze loonen door 't personeel \0% pensioen premie moet worden betaald. Met beleefde dank voor de plaatsing, namens het bestuur der afdeeling Haarlem van den Ned. Chr. Bond P. P. Dienst A. STEEMAN, secretaris, Eikenstraat 8. Haarlem. Kolonisatie Nieuw Guinea. Dit onderwerp is den lezer niet onbekend, hierover is al heel wat geschreven, ook veel in fantastischen zin. Fantastisch zijn zij (al meenen zij het wellicht goed) die vermeenen en propagandeeren dat massale kolonisatie van Hollandsche werkkrachten naar Nieuw Guinea mogelijk zoii zijn met financiën van vereenigingen of stichtingen al of niet op liefdadigheids of Obligatiebasis. Voor de oplossing van de crisis of wel het werkloozenvraagstuk, is massale emigratie van Hollandsche werkkrachten naar N G. moge lijk en noodzakelijk, maar dat kost geen ton nen gouds maar millioenen en in de eerste 20 jaar wellicht nog meer dan de drooglegging der Zuiderzee, maar het zal ook het tien voudige opleveren. Van rente of dividend in die jaren kan geen sprake zijn. hoogstens voor den staat een kleine opbrengst in be lasting enz. Elke kolonisatiepropaganda om massaal op particulier initiatief naar N.G. te gaan is misleidend, want die uitvoering moet leiden tot ernstige gevolgen voor de goeögeloovigen voortrekkers. Zij zullen door hun financieele zwakte en onvoorbereidheid in de oerbosschen of moerassen van N. G. te gronde gaan, zoodat de opzet tenslotte als een misdaad zou kun nen worden gequalificeerd. Is het stichten van een blank nieuw Neder land op N.G. mogelijk? Hierop is het ant woord: wat is niet mogelijk in een land dat zich boven de zeespiegel tot de eeuwige sneeuwtoppen toe en dat alle bestaande kli maten in zich vereenigt, een koele hoogvlakte heeft die alleen al zoo groot is als Nederland zelf en betrekkelijk dicht bij de kust is ge legen. Als morgen de Preanger door de Soen- daneezen wordt ontruimd, dan zouden hon derdduizenden Nederlanders direct naar de Bandoengsche hoogvlakten willen emigreeren en een ieder, ook de regeering zou dat moge lijk en logisch vinden, maar waarom dan niet naar de veel grootere en hoogere vruchtbare hoogvlakten van Nieuw Guinea? Thans emigreeren reeds de Engelschen met staatshulp naar Tropisch Noord Australië en Kenya, de Franschen naar het warme Algiers en Madagaskar, de Portugeezen naar Angola en de Belgen naar de Congo, die alle veel ongunstiger tropische klimaten hebben. Hier mede zouden wij die vraag reeds voldoende hebben beantwoord, maar wij hebben nog vele andere bewijzen dat geen land ter wereld zulke schitterende mogelijkheden heeft als Nederland om zijn werkloozenvraagstuk radicaal op te lossen door haar volksover schot te laten emigreeren naar haar eigen ;ebied in N.G., dat ruim 1112 maal zoo groot is als Nederland zelf. Daar massale emigratie alleen mogelijk is door staatsbemoeiing, roepen wij alle wei denkenden en nationaal voelende Nederlan ders op en sluit u aan bij de (buiten alle poli tiek staande) Nationale Nieuw Guinea Ver eeniging. Hoogachtend E. VAN MILLINGEN Ezn, Hoofdstraat 27 Santpoort. Cex-Detachements Commandant in het binnenland van Nieuw Guinea). SANTPOORT, 8 Januari 1936. Het lawaai der N. Z. H.- bussen. Woensdag las ik in Uw blad de juiste opmer king van den heer Terwoort. waarin hij over het lawaai schrijft van de bussen van de N. Z. H. Zelf woon ik in de nabijheid van een halte en ik kan zijn bezwaar onderschrijven. Nu meen ik echter te weten, dat de N. Z. H. destijds pogingen gedaan heeft tot bestrijding Het Plan van den Arbeid. Hooggeachte Redactie. In de allereerste plaats onzen dank voor de opname van ons stuk onder bovenstaand po- schrift. Als antwoord aan het Bureau Plan Pers. het volgende: Een officieele Nederlandsche beweging van Bellamisten kennen wij niet. Dat er „leiders' zijn van een dergelijke officieele vereeniging die het boek „Gelijkheid voor Allen" van Edw. Bellamy, nimmer gelezen hebben, treurig, nog treuriger is het, wanneer zulke „leiders" ingezonden stukken gaan schrij ven, die lijnrecht staan tegenover de Bella- mygedachte. Hiervoor verwijzen wij naar pag. 216 van „Gelijkheid voor Allen" waar Bela- my zegt, dat plannen, als o.a. het plan van den arbeid, het kapitalisme zelfs vasten voet doen krijgen, door het minder afschuwelijk te doen lijken. Indien alle doorkruisers van het „Plan" communisten zijn, dan is dat zeker niet bedoeld als compliment voor onze ministers Colijn, Slingenberg, Oud enz. om van de vele Kamerleden, die tegen het Plan zijn, maar te zwijgen. Alles, wat in het ar tikel van het Bureau Plan Pers verder voor komt van persoonlijken aard. heeft met de waarheid van bovengenoemde feiten niets te maken. De heer Koch is niet de leidende figuur in ons „groepje": hij is ook geen lid van de Communistische Partij. Maar al was dit alles zoo, dan nog kon hij wel de waar heid zeggen. Of heeft het Bureau Plan Pers soms alleen de waarheid in pacht? In de N.U.V.B. kan ieder, christelijk, katholiek, sociaal-democraat of communist de waarheid zeggen, Inderdaad is het kapitalistisch stel sel zóó afschuwelijk, dat het „Plan" hetgeen aan 50» tot 55.0C0 werkers slechts 200 millioen gulden voor 3 jaar werken geeft en 400 mil lioen gulden aan niet werkers, nog niet eens als rendabel beschouwd wordt! Van de indirecte en secundaire werkge legenheid zou natuurlijk de werker eenis profijt genieten, doch de kapitalisten niet? Minstens in dezelfde verhouding, als boven genoemd! Indien de Plan Pers een lans meent te moeten breken voor arbeidsloos inkomen, uit hoofde van rente, dan is dat haar goed recht, maar dan kan zij zich beter openlijk voor behoud van het kapitalistische stelsel uitspreken! Wat de eischen in het „Plan' genoemd betreft als: verlaging van huren verlaging van hypotheekrente en pachten conversie van leeningen enz., de N. U. V. B erkent, dat die verlagingen absoluut ge- wenscht zijn. De huren, pachten en hypothe ken zijn nog veel te hoog gebleven in ver gelijking met het reeds sterk gedaalde wel vaartspeil der geheele bevolking. Evenwel ontkent de N.U.V.B., dat deze huur. pacht en hypotheekveriaging niet mag ontbreken in een beoordeeling van het zuivere werkver- schaffingsdeel van het Plan van den Arbeid Wil men deze dingen daarbij betrekken, dan zou eerlijkheids- en volledigheidshalve weer tegenover die verlaging van arbeidsloos in komen gesteld moeten worden de kolossale verlaging van het inkomen uit arbeid, die al heeft plaats gevonden. Als men in de verslagen over het spoor wegwezen a'.ieen reeds vindt dat sinds 1921 het aantal spoorwegbeambten daalde van 51 tot 35 duizend man, en de loonen daalden met 34 pet., dan komt men tot de slotsom, dat de huur. pacht en hypotheekverlagingen uit het „Plan" nog niet eens in een noemens waardige verhouding staan tot de verlaging van het inkomen uit arbeid, die in ons land al heeft plaats gevonden. Indien men alle dingen, die in het ..Plan" van den Arbeid voorkomen bij de beoordeeling wil betrekken, dan zou men eerlijkheids halve nog veel andere maatschappelijke ver schijnselen er ook weer bij moeten halen, die de goede uitwerking ervan weer opheffen Dan komt er geen eind aan het heen en weer gepraat. Dan kan men de heele natio nale en internationale economie erbij ha len. En toch blijft vast staan, dat het „Plan" aanbiedt een ruil van 200 millioen aan ar beidsloon tegen 392 millioen aan rente, dus aan inkomen zonder arbeid. De volledige waarheid heeft ons Nederland sche volk in deze dagen broodnoodig. Niet de waarheid, bezien door een partij-bril. Daarom moest de S.D.A.P. verheugd zijn, dat gedocumenteerde kritiek op haar voorstel wordt geleverd. Wij zullen daarmede door gaan. Zij kan zich verdedigen. Moge zij het op waardige wijze doen! Tenslotte dit: de Nederlandsche Unie van Bellamyanen is niet tegen de uitvoering van het Plan van den Arbeid, doch tegen de wijze waarop de benoodigde gelden worden ver kregen! De door haar gemaakt berekeningen en publicaties daarvan hebben ten doei het Nederlandsche volk te overtuigen, van de af schuwelijkheid van het huidige stelsel en ook van de ondoeltreffendheid van dergelijke tijdelijke opkalefateringen van onze samen leving. Aan dit bouwvallige huis helpen geen reparaties meer. het stort toch in! Doch elk lapmiddel verleng* weer even den ter mijn, het einde der crisis wordt daardoor weer verschoven! En juist dat lijkt ons van de S.D.A.P. niet in overeenstemming met haar beginsel! De bewering uitgesproken ln „Het Volk" van 1 November 1935.' door den voorzitter der V.A.R.A.-afdeelïng: „Er is een Plan van de Arbeid te propageeren: het middel om u:t de crisis te raken", neemt niemand toch zeker au serieux? Nederlandsche Unie van Bellamyanen TH. KRUIJT, Voorz. Wij brachten dit stuk onder de aandacht van hét ..Bureau Plan-Pers" te Amsterdam, dat er het volgende op antwoordde: Geachte Redactie, Wij danken u voor de gelegenheid, die gij ons biedt, om bovenstaand ingezonden stuk te beantwoorden. Wij schreven in ons vorige artikel: „Wij ontkennen niet. dat het een nadeel is, dat er in deze maatschappij voorloopig nog arbeidsloos inkomen moet worden be taald. hoewel zeker niet alle rente als ar beidsloos inkomen mag worden beschouwd". De voorzitter van de N.U.V.B. „omschrijft" dat op zijn manier' „Indien de Plan-Pers een lans meent te moeten breken voor arbeids loos inkomen uit hoofde van rente, dan is dat haar goed recht, maar dan kan zij zich beter openlijk voor behoud van het kapitalistische stelsel uitspreken!" Men legge de beide citaten naast elkaar en vrage zich af of dit behoorlijk citeeren kan worden genoemd. De schrijver van bovenstaand ingezonden stuk schrijft over ..het zuivere werkver- schaffingsdeel van het Plan van de Arbeid". Geheel zuiver is zijn kennis van het Plan niet. Daarin staat immers op pag. 37, nog wel cursief gezet: „Uitvoering van deze pro jecten in werkverschaffing wordt afgewe zen". Naast de eerste voorwaarde voor discussie, ontbreekt bij den voorzitter van de N.U.V.B. ook een andere belangrijke voorwaarde: op de hocgte zijn met dat. waarover men schrijft. De N.U.V.B. beweerde in haar eerste artikel dat het Plan van den Arbeid voordeeiig was voor de geldbezitters, omdat deze voor een periode van 40 jaar aan directe en indirecte rente 892 millioen gulden winst maakten. Wij hebben deze fantastische berekening bestreden, hebben vooral gewezen op de on geoorloofde methode, om de inkomsten die de geldbezitters weer ontvingen door het uit zetten van de afgeloste bedragen tegen rente, geheel buiten het Plan om, mede te tellen. En wij hebben tenslotte geconstateerd, dat, indien men de handelwijze van de N.U.V.B. toepast, men ook eens moet berekenen welke nadeelen de bezitters aan den anderen kant lijden, o.a. door de in het Plan geëischte ver laging van de vaste lasten, eveneens over een pericde van 40 jaar. Dat mag bier niet worden berekend, zegt nu de N.U.V.E., want dat behoort niet tot „het zuivere werkverschaffingsdeel van het Plan van de Arbeid. „Om dan verder te zeg gen: „Dan komt er geen einde aan het heen en weer gepraat. Dan kan men de heele na tionale en internationale economie erbij halen". Dat daarin een rechtvaardiging zou liggen, vcor de methode van de N.U.VB., om één bepaald feit uit het Plan te lichten, zonder rekening te houden zelfs met de ln hetzelfde hoofdstuk van het Plan genoemde maatregelen (zccals o.a. de verlaging van de vaste lasten), die daartegenover staan, ver mogen wij niet in te zien. Eén stap in de goede richting wordt echter In bovenstaand ingezonden stuk gezet. Dat het berekenen óók van de indirecte rente wel een beetje ver gezocht was, geeft de N.U.V.B. zij het bedektelijk, te kennen door van het bedrag van 892 millioen gulden niet langer te spreken, maar nu te zeggen: „En toch blijft vaststaan, dat het Plan aanbiedt een ruil van 200 millioen gulden aan arbeidsloon tegen 392 millioen aan rente aan inkomen zonder arbeid". Het staat niet alleen niet vast. ook dit is nog volkomen onjuist. Inderdaad is een derde van 600 millioen gulden, dus 200 millioen gulden, het loon dat de 50 a 55.000 arbeiders, die bij de openbare werken, werden te werk gesteld, ontvangen. Maar ook de overblijven de 400 millioen gulden, die worden gebruikt bij den aankoop van materialen, zijn voor een zeer groot deel arbeidsloon. Alleen bij de binnenlandsche industrie zullen 20.000 arbei ders daardoor werk krijgen, terwijl ook uit het buitenland invoer van materialen moet plaats vinden. Invoer, waartegenover uit voer kan worden bedongen. Uitvoer, die ook weer de werkgelegenheid vergroot. Het Plan is een complex van maatregelen die onderling samenhangen. De groote wer ken vormen een onderdeel daarvan. Een on derdeel. dat beoogt l et economisch leven van ons land. door een krachtige koopkracht-in spuiting weer op gang te helpen en zoo den eersten stap te zetten op den weg naar het doel. dat het Plan zich stelt: Greoter bestaanszekerheid voor het Neder landsche volk bij een behoorlijk bestaans- peil. Hoogachtend, BUREAU PLAN-PERS. Tesselscliadestraat 31, Amsterdam W,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 11