Becky Sharp,
Culbertson bridget
Radiomuziek der week
David Copperfield
De Vogelhandelaar,
Z A T E R D G 11' JANUARI 1936
HAAREEM'S DS'GBEAD
3
¥©®iNnr
KLEURENFILMS MAKEN
MOET GELEERD WORDEN
ZWART-WIT VERDWIJNT
Het publiek, is meer op kleur gesteld dan
vroeger. Aanplakbiljetten, magazines, inte
rieur-decoraties, ze bevatten alle meer kleur
dan een paar jaar geleden. J'a, soms schijnt
het zelfs of in de heerenkleed'ing een vroo-
lijker noot zal gaan domineeren. Eax de
fotografie, zoowel van de beroepsfotografen
als van de amateurs, ontwikkelt zich snel in
de richting van de kleur.
Onlangs introduceerde Eastman Kodak
zijn nieuwe Kodachroom procédé voor smal
film. Dit procédé is speciaal bestemd voor
amateurs en als men de camera bekijkt, kan
men den indruk krijgen dat de massa, in
een zeer nabije toekomst met het zwart-wit
procédé zeker geen genoegen meer zal nemen
Nu is het element van de kleur in de film
een groote aanwinst, die de uitingsmogelijk
heden van de film vergroot mitsdit ele
ment met smaak en vaardigheid wordt toege
past. De filmcamera is een dood mechanisch
ding, dat alles tracht te reprodueeeren wat
voor de lens komt. Maar de emulsie op het
negatief is heel wat minder gevoelig dan het
menschelijk oog en regisseurs, teekenaars en
de mannen van de camera hebben na jaren
van ervaring geleerd op welke wijze (o.a. door
verschil in belichting) aan deze mindere ge
voeligheid van het technische oog (de came
ralens) kan worden tegemoet gekomen.
Nu meent men vaak ten onrechte, dat de
kleuren-camera principieel iets anders is dan
gewone zwart-wit camera, dat de eerste
zonder ingrijpen van den camera-man zelf
wel zal elimineeren of accentueeren wat
noodig is. Dat is natuurlijk verkeerd. Het
nieuwe kleuren-procedé is een vernuftige
technische vinding, die we nog moeten leeren
hasteeren. Het is het best te vergelijken met
een prachtigen vleugel, die wacht op den
grooten artist, die de eigenschappen eerst
ten volle recht zal doen wedeiwaren.
Vroegere kleureniilms sukkelden alleen met
het „focus" (brandpunt) -probleem. In 1926
maakte Douglas Fairbanks „The Black Pi
rate", een geheel gekleurde hoofdfilm.
In dien tijd was het additieve systeem al
volkomen verlaten. Het systeem, dat door
Douglas Fairbanks werd toegepast was een
twee-kleuren procédé, waarbij aan elke zijde
der copie van de filmcopie een der beide
kleuren was aangebracht. Elke film krult om
dat het celluloid en de daarop aangebrachte
gelatine een verschillende uitzettingscoef-
ficient hebben. Voor een film met één laag
gelatine is dat ïxatuurlijk niet zoo erg, omdat
de film in één richting krult en dit over de
geheele lengte van de film hetzelfde blijft.
Met de aan beide kanten bedrukte copie van
„The Black Piiute" kwam het voor, dat de
filmband over een bepaalde lengte naar den
eenen kant en voor een volgend stuk naar de
andere zijde omkrulde exx op de plaats waar
die richting veranderde sprong het beeld uit
het brandpunt. Het was een heel werk om
aan die gebreken althans zoo ver tegemoet
te komen, dat de vertooning zonder haperen
kon plaatsvinden maar ondanks al die moeite
was het x-esultaat onvoldoende. De film bleef
wazig en onscherp. De moderne kleurenfilm
is vrij van deze fouten. De copie is maar aan
één zijde bedrpkt en het materiaal, dat voor
de kleurenfilm gebruikt wox-dt is gelijk aan
het celluloid dat voor gewone films wordt
gebezigd.
kleurenfilm in Palace
De film Becky Sharp, die onder den Neder
landsehen titel „Kermis der IJdelheid" in ons
land wordt vertooixd, doet ons enkele eigen
aardige gewaarwordingen ondergaan, die het
gevolg zijn van de kleuren, die deze film on
getwijfeld beheerschen.
Deze kleui'en trekken zoo de aandacht, dat
men vooral in hei begin moeite heeft op het
gewone spel te letten, zooals men bij gewone
zwart-witte films toch gewend is te doen.
Zoo ging het eenige jaren geleden (het is nog
niet zoo heel erg lang dat de geluidsfilm be
staatook met het geluid. Men ging spe
ciaal naar de bioscoop om te h o o r e n. Er
werden speciale films voor het geluid gemaakt,
opera-aria's, schlagers, en zoo voorts. En pas
langzamerhand werd het geluid het aanvullen
de element, dat juist als zoodanig een zeer be
langrijke plaats kan innemen.
Met de kleurenfilms zal het net zoo gaan.
zegt men. Men zal Becky Sharp gaan zien ter
wille van de kleuren en wij zouden bijna zeg
gen dat Becky Sharp gemaakt is voor de kleu
ren vooral. Want een film als deze, waarin veel
costuums in een entourage van feestzalen,
leent zich uitermate goed voor kleuren.
Voox-loopig zijn het speciaal de tegenstellin
gen waarmee zeer sterk wordt gewerkt. Zwart
tegexx wit, rood tegen blauw, groen tegen geel
en dergelijke en waar het maar eenigszins kon,
zijn scènes uitgekozen opdat het kleurenpro-
cedé goed tot zijn recht kon komen.
Er zijn menschen die de gekleurde filins ver
schrikkelijk vinden. Er waren eenige jaren ge
leden ook menschen die de geluidsfilms ellen
dig vonden en wie herinnert zich niet de uit
spieken der ster-ren, die voorspelden dat de
stomme film zeker zou winnen? Zij, die dit
zeiden, zijn nu zelf vergeten en de idee een
stomme film te moeten aanschouwen, is be
lachelijk geworden.
Zeer zeker zijn er ook in Becky Sharp wel
dingen te vinden die niet bepaald bewonde
renswaardig zijn, al was het slechts de wijze
waarop de gezichten zijn gekleurd; toch wel
een belangrijk onderdeel. Doch het zou dwaas
heid zijn te verwachten dat de eerste groote,
volgens het nieuwe procédé gekleurde film,
meteen alle moeilijkheden had overwonnen.
Door den inhoud onderscheidt Becky Sharp
zich weinig van andere goede historische amu
sementsfilms. Miriam Hopkins beeldt op voor
treffelijke wijze de eeuwig-verliefde, eeuwig-
bedriegelijke, eeuwig-bekorende Becky Sharp
uit. Ondanks het feit dat de geschiedenis met
de onverbeterlijke Becky Sharp zich steeds
herhaalt, is er toch veel afwisseling in de film.
De andere spelers, als Frances Dee, Cedric
Hardwicke, Alan Mewbray, G. P. Huntley Jr.
geven goed tegenspel te zien; doch in deze
film draait per slot van i-ekening alles om
xMiriam Hopkins ende kleuren, die het
werk zijn van Rouben Mamoulian.
Men gaat Becky Sharp zien om te ervaren
hoe wij allengs in het gebied der kleurenfilms
komen en om een genoegelijken tijd van ont
spanning door te maken.
Het voorprogramma van Cinema Palace is
deze week eveneens van bijzondere beteekenis.
Buiten het laatste nieuws uit binixen- en
buitenland wordt een muzikale film vertoond,
die buiten het gewone kader valt en zeer
zeker de moeite waard is.
Een Silly Symphonie, een teekenfilm van
goeden naam, zorgt voor het komische ele
ment; daarvoor is het een teekenfilm, Ook
hierin zijn de kleuren weer treffend, zij het
op andere wijze dan in de hoofdfilm.
Eenige acrobaten laten op het tooneel zien
dat bijzondei-e lenigheid eimstige oefening
vereischt en het applaus komt hun dan ook
ten volle toe.
in Rembrandt Zondagmorgen
Dat het bridge-spel ook eens een filmonder
werp zou worden was te voorzien. Het was
alleen de vraag: wat zal de film met bridge
doen? Maakt men een problemen-film dan is
er een groot percentage toeschouwers dat weg
loopt, want bridge moge dan wel een alom in
geburgerd en soms verafgood spel zijn gewor
den, er blijven nu eenmaal mensehen bestaan
die niet willen of kunnen bi'idgen of trouw
gezworen hebben aan klaver-jassen.
Maar de film, die Zondagmorgen in Rem-
braxxdt theater te zien is, heeft een aardige op
lossing gevonden van het probleem: hoe ma
ken we een voor iedereen aantrekkelijke
bridge-film? Eigenlijk zijn het drie twee-
acters, die morgen voor de lens zullen rollen,
elk een probleem behandelend.
Ely Culbertson zelf zorgt voor de toelichtin
gen en toont tevens een rustig en fijn-geestig
fimacteur te wezen. Elke film is een klein ver
haal: valsche spelers op een boot, ontmaskerd
door Culbertson en door hem down gespeeld;
de rechtvaardiging van een echtpaar dat door
zijn goede spel van geheime teekens wordt
verdacht en als derde de psychologische zijde
van het bridge-spel. Deze laatste is van zoo
veel beteekenis dat zij een betrouwbare waar
demeter kan zijxx voor huwelijks-gegadigden.
Gelukkig dat Culbertson er ten slotte zelf de
spot mee drijft, want andei's zou het wel wat
te ver gaand zijn.
De drie Culbertson-films, onder den gezamen-
ijken titel van „Mijn ervaringen op bridge-
gebied" toonen op spannende wijze hoe het
genie als 't ware uit een poploos-dertien groot
slam weet te maken Voor bridgers die van
gepeperde kost houden, een aardige verpoo-
zhxg, die leerzaam is bovendien. Voor niet-
bridgers zijn Culbertson's ervaringen span
nend als film, inaar het hoeft natuurlijk niet
nog eens gezegd te worden dat Culbertson
hoofdzakelijk tot heix spreekt en voor hen
speelt, die meer dan gewone belangstelling-
hebben voor het edele spel van de brug.
Voor dezen zal de kennismaking met het
echtpaar Culbertson ongetwijfeld zeer aange
naam zijn.
Rembrand) draait „Variété",
i indrukwekkend
gespeelde circustragedie.
Het circus is in de geschiedenis van de rol
prent steeds een vruchtbaar terrein voor de
regisseurs geweest en dat is niet verwonder
lijk, want deze wereld van schijn en werke
lijkheid, bravour en bombast, van hartstoch
ten en naijver, deze bonte wereld biedt den
kunstenaar inspiratie in overvloed.
Ook „Variété" speelt zich temidden van het
circusleven af, deels vóór, deels achter de
coulissen. Het is het beruchte conflict van
den driehoek, dat de regisseur Nikolas Fai'kas
tot thema van zijn stuk koos. De aangrijpen
de, heftig gepassioneerde roman van drie tra
pezewerkers, die gezamenlijk den grondslag
van hun carrière legden, gezamenlijk den
strijd om vooruit te koxnen voerden, gezamen
lijk den weg naar de roem vondengeza
menlijk getriomfeerd zouden hebben, indien
de liefde niet haar wig tusschen het drieman
schap had gedreven. Farka.s heeft uit dit ge
geven een boeiend filmwerk opgebouwd. Hij
voert ons midden van de „struggle for life"
van deze drie menschen, zooals ze daar eerst
Hans Albers, Annabella en Attila Hörbiger
(rechts) in „Variété".
in hun priinitief tentje met primitieve midde
len voortploeteren, totdat eindelijk hun groote
kans gekomen is en „de drie Maxims" als
hoofdnummer op een wereldstadprogi-amma
prijkexi, en hij heeft het langzaam uitgroeien
de conflict van den driehoek, dat zijn climax
David Copperfield (Frank
Lawton), Uriah Heep (Ro
land Young) en Micawber
(W. C. Fields) in David
Copperfield.
vindt in 'n opwindende trapezescène, meester
lijk uitgebeeld.
„Variété" wordt gedragen door het drieman
schap Hans Albers Attila Hörbiger Anxxa-
bella, drie kunstenaars, die volkomen op elkaar
ingespeeld zijn. Van Hans Albers is dit zeer
zeker een der beste rollen, dié wij ooit van
hem zagen. 1-Iier is nu eens geen lachende
charmeur of gevreesde la-achtpatser, dien hij
moet uitbeelden, maar een zuiver mensche-
lijke sterveling in al zijn wel en wee. Hans
Albers is daar voortreffelijk in geslaagd en
van zijn spel, dat een wisseling van humor en
tragiek is, gaat dan ook een sterke bekoring
uit. Naast hem levert Attila Hörbiger een
knappe creatie van den man, die aan zijn
wanhopige liefde voor het meisje te gronde
gaat en zijn eens onafscheidelijken vriend op
verraderlijke wijze uit den weg poogt te rui
men. Hij speelt dezen ongelukkigén mensch
met een dreigende en onheilspellende stil
zwijgendheid, die van beklemmende realiteit
is. En dan is daar als „Dritte im Runde" Anna-
bella, de kleine Fransche actrice met het frêle
figuurtje en het fijn besneden gelaat. In een
ontroerende, fijn doorvoelde rol verschijnt zij
voor ons als het meisje, dat door een meedoo-
genloos lot gedreven, het middenpunt wordt
van een fel-bewogen liefdesaffaire.
„Variété" is een film, waar een bijzonder
fascineerende werking van uitgaat en die zeer
zeker elkeen van het begin tot het eind zal
boeien. Zoowel wat spel en regie als muzikale
begeleiding betreft, staat zij op hoog peil. Het
eenige bezwaar is wellicht, dat op enkele
plaatsen de dialoog wat lang is, wat overigens
niet verhindert, dat juist in deze dialoog vele
rake passages voorkomen.
Wie een waarlijk kunstzinnig filmwerk weet
te apprecieeren, verzuime niet „Variété" te
gaan zien.
Het programma vóór het hoofdnummer be
staat uit het wekelijksche nieuws uit biixxxen-
en buitenland en 'n teekenfilmpje, dat vol is
van geest en humor.
De 6 Sarattos vormen op het tooneel mensche-
lijke pyramiden, waarbij heel wat vaardig
heid en kracht te pas komt.
Miriam Hopkins en Fx-ancis Dee, de vertolksters der vrouwelijke
hoofdrollen in „Becky Sharp".
Maria Andergast en Wolf Albach-Retty in „De Vogelhandelaar".
EEN VOORBESPREKING
DOOR KAREL DE JONG
Nevens de haast elke week waar te nemen,
maar vaak moeilijk verklaarbare meervoudige
uitzendingen ditmaal' b.v. van Schubert's
d min.-Stx-ijkkwartet Zondag uit Hilversum
I en uit Stuttgart, van Beethoven's Strijk
kwartet op. 18 no. 5 Dinsdag uit Praag en
Woensdag uit Beromünster, van, Mozart's
Sonate voor 2 piano's Maandag uit Berlijn en
Woensdag uit Frankfort, van Schumann's
Eerste Symphonie Vrijdag uit Hilversum I en
uit Zeesen, komen telkens uitzendixxgen
voor van werken die men, althans in ons land,
zelden op de programma's der concertinstellin-
geix ziet.
Wat de komende week betreft, mogen we tot
die laatste categorie van werken rekenen het
4de Pianoconcert van Serge Rachmaninoff,
dat Maandagavond door Scottish reg. uitge
zonden zal worden, Benno Moisciwitsch, die
verleden Maandag het 2de Concert van den
zelfden Russischen coixiponist voor een Neder-
landsche microfooxx speelde, zal de solopartij
vertolken. Ik heb van dezen eminenten vir
tuoos ook het 3de gehoord; hij schijnt dus voor
Rachmaninoff's concerten wel een bijzondere
voorliefde te koesteren. Naar men weet wordt
het 2de Concert verreweg het meeste gespeeld.
Het 3de stelt zulke buitengewoon hooge tech
nische eischen, dat slechts weinig pianisten
er zich in 't openbaar aan wagen. Onder deze
weinige is behalve de componist zelf Wladimir
Horowitz die xxu te Milaan ziek ligt wel
de voortreffelijkste, omdat hij, in tegenstel
ling met Moisciwitsch, door zijn explosief tem
perament het werk van begin tot eind boeiend
weet te maken, wat het uit zich zelf minder
is dan het thematisch en melodisch sterker
tot den'hoorder sprekende 2de. Het éde schijnt
lang niet zuike exorbitante technische eischen
te stellen als het 3de, maar aangezien ik het
werk tot dusver nooit heb kunnen hooren of
inzien moet ik er mee volstaan, de attentie
vair de velen, die het 2de Concert kennen en
gaarne hooren, er op te vestigen.
Een ander hier onbekend werk is de 3de
Symphonie van Dvorak. Van Dvorak's Sym-
phonieën hoort men gewoonlijk alleen de 5de,
op. 95, die onder den naam „Aus der neuen
Welt" niet alleen de xxieuwe. maar ook de
oude wereld veroverd heeft. Zulke vreedzame
veroveringen, die aan niemand leed of schade
berokkenen integendeel: de wereld wordt
er rijker door! kan men meer unaniem met
instemming begroeten dan de imperialistische
neigingen van pan-ditofdat-ismen, die alleen
van in-de-panhakkerij heil voor hun streven
naar vermeerdering van hun „beschavings"-
export verwachten. Maar, om op Dvorak's 3de
Synxphonie terug te komen: dit werk is, naar
men zegt, tot op zekere hoogte als een stuk
autobiografie van den compoxiist te beschou
wen, en wel als een stuk van zijn leven in zijn
jonge jaren, die misschien even rijk aaxx stx-ijd
als aan idealen waren. In muzikaal opzicht
wordt zij verwaxit met werken van Beethovexi,
Schubert en Schumann genoemd. Vaxx Beet
hoven wordt in 't bijzonder de Pastorale Sym
phonie in het verband betrokken. Met deze
heeft Dvorak's werk ook de toonsoort gemeen.
Zij bestaat uit vier hoofddeelen; 1. Allegro ma
non troppo, 2/4, F gr. t.; 2. Andante con moto,
3/8, a kl. t.; 3. Allegro scherzaxxdo, 3/8 Bes gr.
t.; 4. Allegro molto 4/4 F gr. t.; aan het derde
hoofddeel gaat een inleiding vooraf. De finale
begint eigenlijk in a kl. t. exx pas na eenigen
tijd komt het hoofdthema in F gr. t. voor dexx
dag. In deze finale komen thema's uit het
Andante en later ook uit het eerste Allegro
terug; het begin vormt ook de afsluiting, zoo
dat het werk een cyclischen bouw vertoont.
Plet wordt Dinsdagavond door Praag uitge-
zoxxden.
Vrijdagavond zendt North regional Dvorak's
éde Symphonie uit. Ook deze hoort men zei
den, ten deeje misschien doordat zij in Enge
land uitgegeven is. Zij is losser en nxeer rhap-
sodisch van structuur dan de 3de en kxxoopt
bij de Tchechisch-nationale volksmuziek aan.
De vier hoofddeelexx. waaruit zij bestaat, zijn:
1. Allegro con brio, 4/4 G gr. t.; 2. Adagio, 2/4,
c kl. t.; 3. Allegretto grazioso, 3/8. g kl. t.; 4.
Allegro ma non troppo, 2/4, G gr. t.; ook hier
keert eexx fragment uit het eerste hoofddeel
in de finale terug.
Van de pianoconcerten, die tot uitzending
zullen komen wil ik nog noemen, dat van den
Noor Christian Sinding (geb. 1856) en het
2de van den Hongaar Bela Bartok (geb. 1881).
Binding's muziek heeft minder uitgesproken
Noorse he kenmerken dan die van Grieg; zij
is coorgaans mannelijk en stoer van karak
ter, maar veelal dik en overladen, en zij is
op eer. paar werkjes na in de verste verte
niet zoo algemeen verbreid en geliefd gewor-
dn als die van zijn' ouderen landgenoot. Sin-
ding heeft vei-schillende grootere werkexx w.o.
een drietal symphonieën en 2 vioolconcerten
geschreven. Bartok ls vooral bekend gewor-
deix door zijn oixivattende studie der Hon-
gaarsche folklore. In harmonisch opzicht be
hoort hij tot de zeer modernen. Het Concert
van Sinding wordt Doxxderdag door Stuttgart,
dat van Bartok Zaterdag door Midland regio
nal- uitgezonden. Het lijkt mij de moeite
waard, met beide kennis te maken.
Op het gebied der kamermuziek vex'diexxen
in ds eerste plaats de aaxidacht de uitzen
dingen van Brussel Fr. op Woensdag exi van
Brussel VI. op Vrijdag, die de laatste kwar
tetten van Beethoven, te spelen door het uit
muntende Pro Arte-kwartet bevatten. Die
diepzinnige werken kan de echte muzieklief
hebber eigenlijk nooit te vaak hooren: elke
keer ontdekt men er weer nieuwe schoonhe
den in. De tijd waarin ze als onverstaanbaar
en onbespeelbaar golden, ligt gelukkig al lang
achter ons. Ter oriënteering van den hoorder
wil ik de indeeling- vex'melden: No. 13, Bes gr.
t„ op. 130: a. Adagio ma non troppo; Allegro;
b. Presto; c. Andante con moto, ma non trop
po; d. Allegro assai („Alla danza tedesca".
d.i. als een Duitsche wals) e. Cavatina: Ada
gio molto espressivo; f. Finale: Allegro. No.
14, cis kl. t„ op. 131: a. Adagio ma non troppo
en molto espressivo; b. Allegro molto vivace:
c. Allegi-o moderato; d. Andante, ma non
troppo e molto cantabile (Variaties)e. Pres
to; f. Adagio quasi un poco andante; g. Alle
gro. No. 15, a. kl. t., op. 132: a. Assai sostenu-
to: Allegro; b. Allegro ma ïxon tantü; c. Molto
Adagio; Andante; d. Alla Marcia, assai vivace;
Piü Allegro; e. Allegro appassioixato. No. 16. F.
gr. t., op. 135: a. Allegretto, b. Vivace; c. Len
to assai, caxxtante e tranquillod. Grave, ma
non tx'oppo tratto; Allegro. No. 17, Bes gr. t„
is de „Groote Fuga, nu eens vrij, dan weer
streng, die oorspronkelijk de Finale van op.
130 voi-nxde, maar op aandrixxgen van anderen
door eexx vrije en miixder moeilijk te begrij
pen Finale vervangen werd, waaima de Fuga
afzondex'lijk als op. 133 verscheen. Het strijk-
kwax-tet in Es gr. t., op. 109 van Reger bevat
als Finale eexx zeer geestige en dooi'zichtig
gehouden fuga, waarnaar ook de leek xxxe1"
groot genoegen luist-ei-en kaxx, Weexxexx zendt
dit Doxxderdag uit Snxetaxxa's „Aus nxeinem
Leben", waarmee de oude Bohemers bij hun
eerste komst in ons land furore maakten (Os
kar Nedbal speelde toexx altviool er in), gaat
Woensdag uit Hamburg.
Een strijkkwartet in D„ op. 8 van Debussy,
xls Hilversum I voor Wierrdav aankondigt
is mij niet bekend. Ik meende dat- D. slechts
één kwax-tet, nl. dat in g. kl. t„ op. 10, geschx-e-
ven had. We zullen dus moeten afwaclxtexx.
blijft nog een week in Luxor.
Davld Copperfield blijft xxog eexx week in
Haarlem, Dit was te voorzien, want zelden is
een zoo waardevolle film vertooixd als deze.
Vorige week schreven wij reeds uitvoerig over
dit meesterwei-k, waarin wij lietexx uitkomen,
dat het eerste deel van David Copperfield in
nagenoeg alle opzichten volmaakt te noemen
is, vooral door de eenheid en de toeixemende
spaxxnïng, terwijl lxet tweede gedeelte in het
kort verschillende treffende mom-enten ver
tolkt uit Dickeixs' onsterfelijk werk.
Vooral Freddie Bartholomew, als de kleine
David Copperfield, ontroert door zijn eenvou
dig, natuurlijk exx beheerscht optreden. Doch
alle spelers in David Copperfield hebben den
juisten tooxx getroffen en doen de histoiïsche
figurexx leven, als waren het ineixschen uit
oxxzen tijd.
Natuurlijk is "in lxet voorprogramma het
wereldxxieuws vervangen door dat van de laat
ste week.
de jubileumsfilm van Frans Hals.
Frans Halstheater bestaat een jaar en
ter gelegeixhedd daarvan wordt als jubileums-
film gedraaid De Vogellxandelaar, een vlotte
historische amusementsfilm, die alleraar-
diiste oogeniblikken van spanning geeft te
zien.
Vooral Wolf Albach-Retty als de vogel-
haixdelaar geeft buitengewooix aardig, na-
tuuriijk spel te aanschouwen en maakt van
deze film iets bijzonders. 'Ook zijn tegen
speelster Marie Andergast, OChr-istl van de
post) weet door haar charme te boeien.
Trouwens de geheele opzet van deze film
geregistreerd dioor E. W. Emo is vol c-lxarme
en aardige verwikkelingexx. Het aantal mis
verstanden eix vergissingen waaraan deze film
zoo rijk is, is legio en natuurlijk komt alles
in het reine, zooa-ls ibij een goede amusements
film als de-ze is, ook behoort.
De aardige Tiroolscbe taal draagt trouwens
ook veel bij. De Vogelhandelaar een speciaal
cachet te geven, eexx zwierigheid, die men
ixx deze film „uit dexx. pruikentijd" dus niet
vergeefs zal zoekexx.
Een zeer goede figuur is ook Georg Alexan
der, als graaf Stanislaus en vooral Max Gül-
storff, de opper-hofjachtmeester Baron Webs,
die voor tamme varkens even bang is alis
voor echte wilde zwijnen.
Fotografisch ie De Vogelhandelaar zelfs
zeer goed. Van begin tot eind treft men vele
pittoresque beelden uit het landelijke Tirol,
waarbij de goede vixxdingen vaxx montage en
geluid het ixoodige nog bijdragen.
De Vogellxandelaar is een oixschuldige, ver
makelijke film, die zich onderscheidt vaxx het
gewone genre door zijn waarlijk spannenden
•afhoud. en groote charme.
Het vo o r pro gra man a van Frans Hals heeft
een teekenfilm van Poppeye, een bekende die
geen aanbeveling meer behoeft. Zijn spinazie-
voor-kracht is bijna spreekwoordelijk gewor
den, evenals zijn scheepsfluitje reeds nxeixig
muziekstuk lxeeft geïnspireerd.
Een gekleurde teekenfilm laat ons nog
maals zien de onbegrensde mogelijkheden
voor fantasie exx kleurenspel in dit gexxxe
film. Menigmaal looixt een bioscoopbezoek
reeds alleen door een goede gekleunde teeken
film.
Behalve lxet wereldnieuws wordt nog een
film uit drie d-eelen bestaaxxde vertpond, die
op origin eele wijze de oefenixxg van de
Amerikaansche brandweer laat zien, evenals
de laatste mode der haardrachten, die van
kort haar lang haar maakt en de vervaardi
ging van electrische stroomlijn-locomotieven.
Zooals men zietzeer gevarieerd...
HAARLEM S SALON ORKEST.
Op Maandag 20 Januari geeft Haarlem's
Saloxx Orkest zijxx twaalfden Amusements
avond voor leden en donateurs. Het program
ma vermeldt o.a. optreden van het salonor
kest, Duo Busch (dat een revue-schets „Hoe
bestaat het?" zal opvoeren) exx Max Alexan
der, die tevexxs de conferexxce eix het bal zal
leiden.
VRIJW. BURGERWACHT HAARLEM.
De Vrijiw. Bui-gei'wac'ht Haaxdem zal Maan
dag 13 Januari a.s. eexx avondo-efening
'houden xxabij dexx Watertorexx aaxx den Zee
weg.
Te rekenen vaxx 6 Jaxxuari af zijn -bevor
derd tot korporaal bij lxet Transportwezen de
dames C. vaix Glxert exx G. M. vaxx Emmerik
exx tot korpoi-aal bij de Iixtexxdaxxce ïxx-ej. J.
A. J. M. van dexx Bergh
JEUGDIG INBREKER AANGEHOUDEN.
De Arxxhemsche recherche heeft gear
resteerd dexx 20-jarigexx Arnhemmer R. J,, die
zich schuldig had gemaakt aan niet minder
dan ongeveer vijftig inbraken.
J. maakte er gedurende de laatste vijf
wekexx een gewoonte vaxx, om voornamelijk
in de buitenwijken vaxx Arnhem exx ook in
Oosterbeek exx' Wagenixxgen, overdag aan de
achterzijde der huizen binnen te dringen en
uit de keuken grootere en kleinere gelds
bedragen weg te nemen.
Hedenmoi-geix gelukte h-et eexx rechercheur
J., na een korte achtervolging, aan te houdeix
J. legde een volledige bekentenis af eix zal
aaix de justitie worden overgeleverd.