Sterrijden. Maarschalk Badoglio over den laatsten slag. ANTURACIETEN BRECUCOKES De Opvattingen van Edward VIII. r Het Betokpijkste 53e Jaargang No. 16132 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Maandag 27 Januari 1936 HAARLEM'S DAGBLAD Directie: P. VV. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM. ABONNEMENTENper week 0.25, per maand 11.10, per 3 maanden 3.25, franco per post /3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad: per week f 0.05, p. maand 0.22, p. 3 mnd. 0.65, franco p. post 0.72*4. UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V. Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12 Telefoon Nos-: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810 Bijkantoor: Soendaplein 37, Haarlem-Noord, Telefoon 12230. Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIëN 15 regels f 1.75, elke regel meer f 0.35. Reclames 0.60 per regeL Tarieven regelabonnementen op aanvraag. Vraag ett aanbod 1—4 regels 0.60. elke regel meer 10.15. Onze Groentjes zie hoofd rubriek. Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 600.-, Overlijden 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400.-, Duim ƒ250.-, Wijsvinger 150.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk 30.— Idem voor Abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.-, Overlijden ƒ600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400-, Verlies Duim f 75.- Verlies Wijsvinger f 75.-. Verlies andere vinger ƒ30.-. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden. DIT NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN. HAARLEM, 27 Januari. De Moord uit de Lucht. In een ingezonden stuk in de Telegraaf pro testeert de in Italië wonende en aan Musso lini verknochte Nederlandsche romanschrijver 'Carel Scharten tegen: „de ten onzent nog steeds gangbare meening, dat de Italianen zich niet ontzien, ambulances opzettelijk te bombardeeren". Hij zegt dat dit een dwaze beschuldiging is. De oorlog wordt, volgens hem, door Italië „be zadigd en voorzichtig" gevoerd. „Alles werd er op ingesteld dat de wereld zou ervaren, tot welke vreedzame kolonisatie-effecten deze expeditie geheel vanzelf leidde. En meer dan ooit op dit oogenblik, nu de petroleum-sanctie dreigde, kwam het er voor Italië op aan, de wereld respect af te dwingen en door geen roekelooze daad aanstoot te geven. Op een zoo hachelijk oogenblik in zijn geschiedenis nu zouden de Italiaansche vliegers klakkeloos hospitalen gaan bombardeeren, om zoodoende alle beschaafde naties met verontwaardiging te vervullen, en dat zonder welk strategisch voordeel ook? Het is immers te absurd!" Verder merkt Carel Schartèn op „dat de taak der Italiaansche vliegers niet weinig bemoei lijkt wordt door 'het misdadig gebruik van het Roode Kruis aan Abessïnische zijde". Italiaan sche vliegers hebben omvangrijke zeilen gefor tografeerd, waarop roode kruisen van drie meter groot waren aangebracht, en waaronder, bij hun nadering, Abessinische troepen in al lerijl zich verscholen. De Abessiniërs hebben beweerd dat deze foto's vervalseht zouden zijn, rnaar dat kan niet, zegt Scharten, want ze zijn genomen door den vlieger Alessandro Pavelli- ni, die als vrijwilliger naar het front toog of schoon hij een jong gezin heeft. Scharten „kent dezen sympathieken, wilskrachtigen, ernstigen jongeman persoonlijk", en nog be ter zijn vader, die een vriend vaii prof. Kern was en haast evenveel kent als hij en Scharten een brief in het Hollandsch heeft geschreven. Nu dan! Twijfelt gij nog? De Abessiniërs zijn op heeterdaad betrapte misdadigers, volgens Carel Scharten, die een voudige, oprechte, sympathieke, rechtschapen, wilskrachtige, ernstige Italiaansche vliegers in hun taak belemmeren. Hun taak is: op be zadigde en voorzichtige wijze het respect van de wereld af te dwingen en geheel vanzelf vreedzame kolonisatie-effecten te bereiken. De heer Scharten moet wel zeer sterk van Nederland en van Nederlandsch rechtsbegrip vervreemd zijn, en van de wereld-opinie over Italië, of liever gezegd over den man die het Italiaansche volk naar zijn pijpen doet dan sen, begrijpt hij heelemaal niets. Italië kan ons in dezen oorlog geen enkel respect af dwingen. Integendeel: wij zijn mede bezig het de beëindiging van den oorlog af te dwinger door toepassing van economische sancties. Met het Italiaansche volk hebben wij medelij den omdat het door dien éénen man in zijn ongeluk gevoerd wordt. En wij herinneren ons zeer goed de feiten. De voornaamste feiten zijn, dat Mussolini, ondanks hem gedane aanbiedingen die hem schitterende exploitatie-mogelijkheden in Abessinië gaven en ondanks zijn Volkenbonds verplichtingen, zijn woord gebroken heeft en een aanvalsoorlog (tegen een medelid van den Volkenbond) is begonnen. Daarbij is als „excuus" opgegeven dat hij expansie moest hebben voor een bevolkingsoverschot. De be volkingsdichtheid van Nederland is 21/2 maal zoo groot als die van Italië, maar Mussolini heeft de macht van het grootgrondbezit niet aan gekund, en die verarmt het Italiaansche volk. Het Abessinische klimaat is ongeschikt voor blijvende vestiging van Europeanen. On- noodig hierover verder uit te weiden: de dic tatuur had een oorlog noodig om de hoera- stemming te kunnen bewaren en daarmee haar eigen macht te blijven uitoefenen. Italië had bij den aanvang van den oorlog vrijwel de grootste werkloosheid van geheel Europa, hetgeen iets zeggen wil. Natuurlijk heeft de Italiaansche legerleiding gepoogd, de bevolking van bezette gebieden voor zich te winnen, en zooveel mogelijk over- loopers te krijgen. Dat is, om het maar rond uit te zeggen, een ouwe truc. Intusschën heeft men het beestachtig-gemeene luchtwapen in den strijd gebracht. „Strijd" is nog een te goed woord als men dit wapen aanduidt. Vooral in Abessinië, want de Abessiniërs bezitten slechts enkele verkenningsvliegtuigen. Dus konden de Italiaansche vliegers van een paar honderd meters hoogte naar hartelust bommen over hen uitstrooien, en dat hebben ze dan ook ge daan. Zij konden open bevolkingscentra door brand- en brisant-bommen vernietigen. Dat hebben ze dan ook gedaan. Het was (en is) een makkelijk werkje. Zelf loopen ze nauwe lijks eenig gevaar. Twee of drie kwamen zóó laag dat een mitrailleur ze beschieten kon en werden neergeschoten, maar de rest ging weer wat hooger vliegen en liep practisch geen risi- (Te Utrecht zijn drie chauffeurs van een groot taxibedrijf door de directie met een zilveren ster op de mouw beloond, omdat zij in 1935 in geen enlcele aanrijding betrokken zijn geweest. Het Ver bond van Vereenigingen voor Vei lig Verkeer gaat ook zulke onder scheidingen instellen.) Een taxi die komt aangereden, Rijdt licht ook iets of iemand aan, Wanneer hij gisteren en heden En morgen aan den rol moet gaan. Hij komt van dag tot dag in knoopen Van 't stedelijk verkeer te land, Om alle schade te ontloopen, Eischt waakzaamheid en vaste hand. De stuurman mag nooit lanterfanten Want ieder zwak moment is duur. 't Verkeer telt zulke rare klanten, 't Zij stuursche of gauw overstuur. Hij moet er maar doorheen laveeren, Des morgens vroeg en 's avonds laat, Om snel met vrachtjes te verkeeren, Wier trein al op vertrekken staat. En als hij in een jaar chauffeeren, Nooit eens een schade melden moet, Dan mag men hem met reden eeren, Als ridder van het passe par toet. Zoo'n braaf volantgenoot krijgt voortaan Een order „moed, beleid en trouw" En, in de hoop dat zij zoo voortgaan, Speldt men hun maar wat op de mouw. Dit lijkt mij nog wel uit te breiden Tot andre stuurlui op den wal, Die dag aan dag op autos rijden En waken voor een ongeval. Dan zullen wij het nog beleven, Dat w' op den langen duur misschien, Als wij ons in 't verkeer begeven. Slechts sterretjes (maar goede) zien. P. GASUS. co meer. Mooi, nietwaar meneer Scharten? Ridderlijk, moedig, sympathiek, wilskrachtig, ernstig, rechtschapen, eenvoudig.... Ja, een voudig is het zeker. Nu, en toen hebben ze bij ongeluk een stuk of zes Roode Kruis-hospitalen en am bulances geraakt. De Moord uit de Lucht want anders is het heusch niet trof een aantal weerlooze gewonden en bracht hen om zeep. Dat is nou de schuld van die mis dadige Abessiniërs, die aangevallen misdadi gers, want er zijn er onder zeilen gekropen met Roode Kruisen erop. Nu, ik neem aan dat dat waar is, ofschoon ik den rechtschapen Pavolini niet ken en deze luitenant ook moeilijk kan garandeeren, wat er met zijn negatieven gebeurt. Als de Abes siniërs dat gedaan hebben is het heel begrij pelijk. Als meneer Scharten daar geloopen had toen er een vliegtuig naderde, zou hij ook onder dat zeil gekropen zijn. Ieder mensch, behalve een levensmoede, zou dat gedaan hebben. Maar een zeil met een rood kruis er op is heel iets anders dan een ambulance-kamp en een hospitaal, meneer Scharten. Daar is een buitengewoon groot onderscheid tusschen, en dat is zeer duidelijk waarneembaar voor vlie gers die op geringe hoogte kruisen. Een hos pitaal is een gebouw, een ambulance-kamp is kenbaar aan wagens met roode kruisen er op, aan masten met vlaggen er aan, aan men- schen in Roode Kruis-uniformen. Als men een kruis van drie meter kan onderscheiden, kan men nog beter een wagen van vijf meter lengte en drie meter hoogte onderscheiden. Nietwaar? En als men tóch nog twijfelt, dan bombar deert men maar niet, meneer Scharten! Dan herinnert men zich, zelfs in dit beroep, des noods maar eens even dat men een mensch is, meneer Scharten! Dan zou men er zelfs mee uit kunnen scheiden dit beestachtige, mensohonteerende moordenaarswerk, deze schandelijken hoon van het Christendom, uit te oefenen. Hoe ter wereld de Italianen tot de dwaasheid gekomen zijn, die heele reeks ambulances te bombardeerendat begrijpen wij ook niet. Het befaamde communiqué van het Italiaan sche ministerie van Propaganda, na den aan val op de Zweedsche ambulance, heeft de heele zaak nóg onbegrijpelijker gemaakt. Welk een hoon, nietwaar, en geen enkel woord van leedwezen. Geen enkel woord! Ik wensch den heer Scharten beterschap. Het is erg met hem. R. P. S.s. Kerkplein nog niet vlot. Ondanks de gunstige vooruitzichten op het vlotbrengen van het gestrande stoomschip „Kerkplein" is het stoomschip hedenmor gen 7 uur nog niet vlot gekomen. Wel is het schip door de sleepbooten ..Hoek van Holland" en „Humber" van L. Smit Co's Internatio nale Sleepdienst wederom een belangrijk eind zeewaarts gebracht. doch de „Kerkplein" schijnt slechts noode van de plaats waar zij vandaag juist haar lOOsten dag doorbrengt, te kunnen scheiden. De dichte nevel, welke langs de Hollandsche kust hangt, is voor een vlot verloop der laat ste bergingswerkzaamheden eenigermate een belemmering. Wanneer het blijken mocht, dat het eerst volgende springtij na 25 Januari zal moe ten worden afgewacht, dan is dit niet eerder dan Zaterdag 8 Februari a.s. ROME, 25 Januari. Het Italiaansche leger- bericht No. 106 luidt als volgt; „Maarschalk Badoglio telegrafeert: de laat ste dagen hebben zich de troepen van Ras Kassa en Ras Seyjoem in zuidelijk Tembien verplaatst, met als basis het gebied van An- dino, teneinde een offensief tegen onze linies in Enderta tusschen Makalle en Husien te openen. Terwijl men dit offensief voorbereidde begon onze actie, welke ten doel had deze Abessyni- sche plannen onmogelijk te maken. Op 19 dezer rukte het 19e legercorps op en bezette de dorpen Debri en Negaida, ten zuid oosten van Makalle en belette zoo den vijand, welke zich voor Antalo bevind, verder door te dringen in Tembien. 21 dezer viel een afdeeling Erythreaansche troepen, die van west naar oost marcheerde, vastberaden den vijand aan, die een positie had betrokken op de hoogten van Zeban Ker- kata en op den berg Lata. De tweede divisie zwarthemden, die van het noorden naar het zuiden marcheerde viel door den pas van Ma rien den vijand aan. Na een verwoed gevecht maakten de Ery- threanen zich meester van Zeban Kerkata en dwongen zoo den vijand zich te verspreiden op den berg Lata. Den volgenden dag viel het gros van het Abessyische leger, dat zich in de richting van Walieu verplaatste, de tweede divisie zwart hemden aan, met de bedoeling deze uit den pas van Walieu te verdrijven en daardoor het succes, dat de luchtmacht den vorigen dag had behaald, teniet te doén. De zwarthemden verzetten zich krachtig, waardoor het den Erythreanen mogelijk werd de Abessyniërs aan te vallen en den berg Lata te veroveren. 23 Januari vereenigde zich een andere af deeling Erythreanen met de tweede divisie zwarthemden. De vijand was overal verslagen. Aan Italiaansche zijde zijn 25 officieren ge sneuveld en 19 gewond, werder werden 389 minderen gedood of gewond; de namen van de dooden zullen in het maandrapport worden opgenomen. De Erythreanen verloren 310 man aan dooden en gewonden. De verliezen van de Abessyniërs, hoewel nog niet vaststaand, bedragen minstens 5000 doo den en gewonden. De luchtmacht heeft een werkzaam aandeel gehad in deze actie, zonder ophouden werd de vijand gebombardeerd en door een actieve verkenning werd de legerleiding op de hoogte gehouden met de beweging van den vijand." Commissie ter voorbereiding van Grondwetsherziening Bij K. B. van 24 Januari, dat hedenavond wordt gepubliceerd, is en commissie ingesteld- ter voorbereiding van een partiëele Grond wetsherziening. Lid en voorzitter is Mr. J. A. de Wilde, mi nister van binnenlandsche zaken, lid en twee de voorzitter Mr. J. R. H. van Schaik, minister van justitie. Leden: prof. mr. P. J. M. Aalberse ,ir. J. W. Albarda. prof. mr. A. Anema, mr. dr. G. van den Bergh, dr. S. E. B. Bierema, jhr. mr. D. J. de Geer, prof. mr. E. J. J. van der Heyden, mr. A. Joekes, prof. mr. R. Kranenburg, prof. mr. B. C. de Savornin Lohmann, J. Schouten, mr. dr. R. H. baron De Vos van Steenwijk. Secretarissen met raadgevende stem: mr. dr. K. J. Frederiks, mr. W. F. Fruin. Adjunct-secretarissen: mr. I. P. Hooykaas, mr. A. J. Bosman. Als gebruikelijk wordt aan een eventueele minderheid in de commissie het recht toe gekend tegelijk met adviezen van de commis sie, in te dienen een afzonderlijk advies, be vattende haar meening. Uit de samenstelling blijkt, dat men naast de leiders der zes Tweede Kamerfracties een staatsrechterlijke specialist van elk dier par tijen in de commissie heeft opgenomen. HAARLEM TEL.10070 - HEEMSTEDE TEL. 29280 (Adv. Ingez. Med.) Minder vormelijk koningschap. Het heeft ten zeerste de aandacht getrok ken dat Koning Eduard VIII in zijn adres tot het Lagerhuis het gebruikelijke majesteits meervoud heeft vervangen door den eersten persoon enkelvoud. Hij deed het twee maal in de zeer korte toespraak en dit schijnt de mogelijkheid van onopzettelijkheid uit te sluiten. De Koning zeide: .Ik ben terdege overtuigd dat het Lagerhuis den dood van mijn geliefden vader diep betreurt". Dat was de eerste zin van het adres. En de laatste was: „Ik ben vastbesloten den weg te volgen welken hij mij heeft aangewezen". Geen enkel Engelsch souverein heeft ooit bij zulk een plechtige of bij welke formeele gelegenheid ook den eersten persoon enkel voud gebruikt. Van Koningin Victoria is wel bekend, dat zij zelfs in haar huiselijk leven de pluralis majestatis inacht nam. Toen Koning George het Lagerhuis toesprak na den dood van Koning Eduard VII drukte hij zich uit in onpersoonlijke termen aldus: De Koning weet dat het Lagerhuis deelt in het diepe en plotselinge verdriet dat over Zijne Majesteit is gekomen. Hoewei Eduard vm slechts enkele dagen Koning is heeft hij ook op andere wijze reeds doen blijken dat hij streeft naar een minder vormelijk koningschap. dat zijn moderne geest zich doet gelden in kleine, berekende en opzettelijke veranderingen in tot nu toe aanvaard ceremonieel. Drie eeerewachten, van leger, vloot en luchtmacht, stonden in de houding op het perron toen het stoffelijk overschot van Ko ning George per trein uit Wolferton in het King's Cross station was aangekomen. De Koning en de andere leden van de konink lijke familie waren uitgestapt. Er was een kort oponthoud, eenige aarzeling bij het ont laden van de kist. De Koning stapte op den bevelvoerenden officier toe en gelastte hem blijkbaar de eerewachten de rusthouding te doen aannemen, want dit geschiedde onmid dellijk daraop. Eerst toen het stoffelijk over schot uit het zwarte treinrijtuig werd gedra gen sprongen de eerewachten terug in de houding. Ook in den eenvoud van den stoet en om dien eenvoud des te roerender op zijn weg naar de Westminster Hall openbaarde zich de wensch van den jongen monarch. Koning Eduard VIII heeft nadrukkelijk te kennen gegeven dat het normale leven der gemeenschap behoort te worden voortgezet in deze droeve dagen voor zoo ver dat moge lijk is met inachtnemeing van de waardig heid en de stemmigheid welke de samenle ving als vanzelf bij het verlies van den be minden doode verlangt. De Koning heeft ge dacht aan het stoffelijk verlies dat vele zij ner onderdanen zouden lijden indien be drijf. het ontspanningsbedrijf er in begre pen. werd opgeschort. Daarom gingen thea ters en cinema's weer open den tweeden dag na den sterfdag. De begrafenisdag wordt geen dag van openbaren rouw. Het is de wensch van den Koning dat de bevolking de plechtigheid van de gelegenheid zal toonen overeenkomstig persoonlijke opvatting en in overeenstemming met de omstandigheden waarin men zich individueel bevindt. Z. M. houdt zich overtuigd dat de bevolking in haar hart haar verscheiden vorst zal ge denken. Deze wensch, aldus uitgedrukt en omschre ven. is kenschetsend voor den Koning, die klaarblijkelijk zal voortgaan te breken met conventies die de monarchie kunstmatig verwijderd zouden houden van het volk. De Armenraad. Actie voor het behoud. De bijeenkomst van de instanties die be trokken zijn bij den Armenraad te Haarlem, waarover wij Vrijdag schreven, wordt niet heden maar Woensdagavond ten Stad- huize gehouden. Zooals men weet zal beraad slaagd worden over de wenschelijkheid om een actie te voeren voor het behoud van den Ar menraad. Het woord is aan.... Ortega y Gasset: Het gaat onzen tijd zooals men zei dat het den Fran- schen Regent tijdens de on mondigheid van Lodewijk XV ging: hij had alle gaven be halve de gave er gebruik van te maken. Succes der Venizelisten bij de Grieksche verkiezingen. Venlzelos. ATHENE. 27 Januari. Te oordeelen naar de verkiezingsresultaten, die te 3 uur in den afgeloopen nacht te Athene bekend waren, is het waarschijnlijk, dat de zetels in het parlement ongeveer als volgt verdeeld zullen worden Venizelisten 125 tot 130 zetels. Volkspartij Tsaldaris 60 tot 65 zetels. Aanhangers van Kondylis en Theothokis 70 tot 80 zetels. Aanhangers van generaal Metaxas 10 zetels Communisten 10 tot 12 zetels. Andere partijen 15 zetels. Sophoelis, de leider der Venizelisten, heeft als zijn mee'ning te kennen egeven. dat het resultaat der verkiezingen een verzoening in de binnenlandsche politiek beteekent.Hij acht het daarom wenschelijk, dat een regeering van nationale verzoening wordt gevormd. Voorzien wordt dat de Venizelisten en de anti-Venizelisten elkaar ongeveer in even wicht zullen houden, zonder dat een van bei den de absolute meerderheid zal bezitten. Wel kan men constateeren. dat de kleine par tijen nog sterk verminderd uit de verkiezingen te voorschijn zuliesn komen. Vermoedelijk zal de nieuwe partij-Canellopoelos. welke natio nale eenheid preekt, boven en buiten de oude partijen, geen enkele zetel behalen. Frankrijk's honderdste minister-president in de Derde Republiek. Senator Albert Sarraut, ondergaat bij het verlaten van het Elysée de gebruikelijke bestorming door journalisten en fotografen. Het kabinet Sarraut zal den franc verde digen. pag. 4 Aan het einde van het jaar zou een nieuwe grondwet tot stand komen, waarbij Roose velt's bevoegdheden zouden worden uitge breid. pag. 4 De Tweede Kanier voelt voor het wcereorp- senverbod: in de uitwerking moet h.i. echter wijziging komen. pag. 3 De gemeente Rotterdam zou zonder kasgeld zitten. pag 3 De Tweede Kamer juicht het wetsontwerp tot regeling van de rijtijden voor chauffeurs toe pag. 3 Ds. H. J. Kastein heeft afscheid genomen van de Ver. voor Vrijz. Herv. te Haarlem. pag. 3 Het s.s. Kerkplein is nog niet vlot gekomen. pag. 1 Het provinciaal personeel van Noord-Holland kant zich tegen een nieuwe salarisverlaging. pag. 11 Raichenbach heeft zijn match tegen Vos on geslagen beëindigd. pag. 9 Op 25 Februari a.s. bestaat R. C. H. 25 jaar. pag. T ARTIKELEN, ENZ. R. P.: De moord uit de lucht. pag. 1 Speciale correspondentie: Maarschalk Ba doglio over den laatsten slag. pag- 1 Speciale correspondentie uit Dessie: De strijd in Noord-Abessynië. pag 4 Van onzen Berlijnschen correspondent: De huwelijkscandidaat in het Nieuwe Duitsch- land. pag. 4 K. de Jong: Concert der H.O.V. pag. 2 J. B. Schuil over Meisjeslyceum een groot suc ces voor het Centraal Tooneel. pag. 2 J. B. Schuil over Cor Ruys in Welkom Vreem deling. pag. 2 Helen de Balbian Verster: Avonturen van Marta Linz. pag. II De burgerlijke stand van Haarlem is opge nomen op pag. 12.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 1