Sterrijden.
Maarschalk Badoglio over
den laatsten slag.
ANTURACIETEN BRECUCOKES
De Opvattingen van
Edward VIII.
r
Het Betokpijkste
53e Jaargang No. 16132
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Maandag 27 Januari 1936
HAARLEM'S DAGBLAD
Directie: P. VV. PEEREBOOM
en ROBERT PEEREBOOM.
ABONNEMENTENper week 0.25, per maand 11.10, per 3 maanden
3.25, franco per post /3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad:
per week f 0.05, p. maand 0.22, p. 3 mnd. 0.65, franco p. post 0.72*4.
UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR
COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V.
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12
Telefoon Nos-: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810
Bijkantoor: Soendaplein 37, Haarlem-Noord, Telefoon 12230.
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIëN 15 regels f 1.75, elke regel meer f 0.35. Reclames
0.60 per regeL Tarieven regelabonnementen op aanvraag. Vraag ett
aanbod 1—4 regels 0.60. elke regel meer 10.15. Onze Groentjes zie
hoofd rubriek.
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 600.-, Overlijden 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400.-, Duim ƒ250.-, Wijsvinger 150.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk 30.—
Idem voor Abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.-, Overlijden ƒ600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400-, Verlies Duim f 75.- Verlies Wijsvinger f 75.-. Verlies andere vinger ƒ30.-.
Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN.
HAARLEM, 27 Januari.
De Moord uit de Lucht.
In een ingezonden stuk in de Telegraaf pro
testeert de in Italië wonende en aan Musso
lini verknochte Nederlandsche romanschrijver
'Carel Scharten tegen: „de ten onzent nog
steeds gangbare meening, dat de Italianen
zich niet ontzien, ambulances opzettelijk te
bombardeeren".
Hij zegt dat dit een dwaze beschuldiging is.
De oorlog wordt, volgens hem, door Italië „be
zadigd en voorzichtig" gevoerd. „Alles werd er
op ingesteld dat de wereld zou ervaren, tot
welke vreedzame kolonisatie-effecten deze
expeditie geheel vanzelf leidde. En meer dan
ooit op dit oogenblik, nu de petroleum-sanctie
dreigde, kwam het er voor Italië op aan, de
wereld respect af te dwingen en door geen
roekelooze daad aanstoot te geven. Op een
zoo hachelijk oogenblik in zijn geschiedenis
nu zouden de Italiaansche vliegers klakkeloos
hospitalen gaan bombardeeren, om zoodoende
alle beschaafde naties met verontwaardiging
te vervullen, en dat zonder welk strategisch
voordeel ook? Het is immers te absurd!"
Verder merkt Carel Schartèn op „dat de taak
der Italiaansche vliegers niet weinig bemoei
lijkt wordt door 'het misdadig gebruik van het
Roode Kruis aan Abessïnische zijde". Italiaan
sche vliegers hebben omvangrijke zeilen gefor
tografeerd, waarop roode kruisen van drie
meter groot waren aangebracht, en waaronder,
bij hun nadering, Abessinische troepen in al
lerijl zich verscholen. De Abessiniërs hebben
beweerd dat deze foto's vervalseht zouden zijn,
rnaar dat kan niet, zegt Scharten, want ze zijn
genomen door den vlieger Alessandro Pavelli-
ni, die als vrijwilliger naar het front toog of
schoon hij een jong gezin heeft. Scharten
„kent dezen sympathieken, wilskrachtigen,
ernstigen jongeman persoonlijk", en nog be
ter zijn vader, die een vriend vaii prof. Kern
was en haast evenveel kent als hij en Scharten
een brief in het Hollandsch heeft geschreven.
Nu dan! Twijfelt gij nog?
De Abessiniërs zijn op heeterdaad betrapte
misdadigers, volgens Carel Scharten, die een
voudige, oprechte, sympathieke, rechtschapen,
wilskrachtige, ernstige Italiaansche vliegers
in hun taak belemmeren. Hun taak is: op be
zadigde en voorzichtige wijze het respect van
de wereld af te dwingen en geheel vanzelf
vreedzame kolonisatie-effecten te bereiken.
De heer Scharten moet wel zeer sterk van
Nederland en van Nederlandsch rechtsbegrip
vervreemd zijn, en van de wereld-opinie over
Italië, of liever gezegd over den man die het
Italiaansche volk naar zijn pijpen doet dan
sen, begrijpt hij heelemaal niets. Italië kan
ons in dezen oorlog geen enkel respect af
dwingen. Integendeel: wij zijn mede bezig het
de beëindiging van den oorlog af te dwinger
door toepassing van economische sancties.
Met het Italiaansche volk hebben wij medelij
den omdat het door dien éénen man in zijn
ongeluk gevoerd wordt.
En wij herinneren ons zeer goed de feiten.
De voornaamste feiten zijn, dat Mussolini,
ondanks hem gedane aanbiedingen die hem
schitterende exploitatie-mogelijkheden in
Abessinië gaven en ondanks zijn Volkenbonds
verplichtingen, zijn woord gebroken heeft en
een aanvalsoorlog (tegen een medelid van
den Volkenbond) is begonnen. Daarbij is als
„excuus" opgegeven dat hij expansie moest
hebben voor een bevolkingsoverschot. De be
volkingsdichtheid van Nederland is 21/2 maal
zoo groot als die van Italië, maar Mussolini
heeft de macht van het grootgrondbezit niet
aan gekund, en die verarmt het Italiaansche
volk. Het Abessinische klimaat is ongeschikt
voor blijvende vestiging van Europeanen. On-
noodig hierover verder uit te weiden: de dic
tatuur had een oorlog noodig om de hoera-
stemming te kunnen bewaren en daarmee
haar eigen macht te blijven uitoefenen. Italië
had bij den aanvang van den oorlog vrijwel
de grootste werkloosheid van geheel Europa,
hetgeen iets zeggen wil.
Natuurlijk heeft de Italiaansche legerleiding
gepoogd, de bevolking van bezette gebieden
voor zich te winnen, en zooveel mogelijk over-
loopers te krijgen. Dat is, om het maar rond
uit te zeggen, een ouwe truc. Intusschën heeft
men het beestachtig-gemeene luchtwapen in
den strijd gebracht. „Strijd" is nog een te goed
woord als men dit wapen aanduidt. Vooral in
Abessinië, want de Abessiniërs bezitten slechts
enkele verkenningsvliegtuigen. Dus konden
de Italiaansche vliegers van een paar honderd
meters hoogte naar hartelust bommen over
hen uitstrooien, en dat hebben ze dan ook ge
daan. Zij konden open bevolkingscentra door
brand- en brisant-bommen vernietigen. Dat
hebben ze dan ook gedaan. Het was (en is)
een makkelijk werkje. Zelf loopen ze nauwe
lijks eenig gevaar. Twee of drie kwamen zóó
laag dat een mitrailleur ze beschieten kon en
werden neergeschoten, maar de rest ging weer
wat hooger vliegen en liep practisch geen risi-
(Te Utrecht zijn drie chauffeurs
van een groot taxibedrijf door de
directie met een zilveren ster op
de mouw beloond, omdat zij in
1935 in geen enlcele aanrijding
betrokken zijn geweest. Het Ver
bond van Vereenigingen voor Vei
lig Verkeer gaat ook zulke onder
scheidingen instellen.)
Een taxi die komt aangereden,
Rijdt licht ook iets of iemand aan,
Wanneer hij gisteren en heden
En morgen aan den rol moet gaan.
Hij komt van dag tot dag in knoopen
Van 't stedelijk verkeer te land,
Om alle schade te ontloopen,
Eischt waakzaamheid en vaste hand.
De stuurman mag nooit lanterfanten
Want ieder zwak moment is duur.
't Verkeer telt zulke rare klanten,
't Zij stuursche of gauw overstuur.
Hij moet er maar doorheen laveeren,
Des morgens vroeg en 's avonds laat,
Om snel met vrachtjes te verkeeren,
Wier trein al op vertrekken staat.
En als hij in een jaar chauffeeren,
Nooit eens een schade melden moet,
Dan mag men hem met reden eeren,
Als ridder van het passe par toet.
Zoo'n braaf volantgenoot krijgt voortaan
Een order „moed, beleid en trouw"
En, in de hoop dat zij zoo voortgaan,
Speldt men hun maar wat op de mouw.
Dit lijkt mij nog wel uit te breiden
Tot andre stuurlui op den wal,
Die dag aan dag op autos rijden
En waken voor een ongeval.
Dan zullen wij het nog beleven,
Dat w' op den langen duur misschien,
Als wij ons in 't verkeer begeven.
Slechts sterretjes (maar goede) zien.
P. GASUS.
co meer. Mooi, nietwaar meneer Scharten?
Ridderlijk, moedig, sympathiek, wilskrachtig,
ernstig, rechtschapen, eenvoudig.... Ja, een
voudig is het zeker.
Nu, en toen hebben ze bij ongeluk een
stuk of zes Roode Kruis-hospitalen en am
bulances geraakt. De Moord uit de Lucht
want anders is het heusch niet trof een
aantal weerlooze gewonden en bracht hen
om zeep. Dat is nou de schuld van die mis
dadige Abessiniërs, die aangevallen misdadi
gers, want er zijn er onder zeilen gekropen
met Roode Kruisen erop.
Nu, ik neem aan dat dat waar is, ofschoon
ik den rechtschapen Pavolini niet ken en deze
luitenant ook moeilijk kan garandeeren, wat
er met zijn negatieven gebeurt. Als de Abes
siniërs dat gedaan hebben is het heel begrij
pelijk. Als meneer Scharten daar geloopen
had toen er een vliegtuig naderde, zou hij ook
onder dat zeil gekropen zijn. Ieder mensch,
behalve een levensmoede, zou dat gedaan
hebben.
Maar een zeil met een rood kruis er op is
heel iets anders dan een ambulance-kamp en
een hospitaal, meneer Scharten. Daar is een
buitengewoon groot onderscheid tusschen, en
dat is zeer duidelijk waarneembaar voor vlie
gers die op geringe hoogte kruisen. Een hos
pitaal is een gebouw, een ambulance-kamp is
kenbaar aan wagens met roode kruisen er op,
aan masten met vlaggen er aan, aan men-
schen in Roode Kruis-uniformen. Als men een
kruis van drie meter kan onderscheiden, kan
men nog beter een wagen van vijf meter
lengte en drie meter hoogte onderscheiden.
Nietwaar?
En als men tóch nog twijfelt, dan bombar
deert men maar niet, meneer Scharten! Dan
herinnert men zich, zelfs in dit beroep, des
noods maar eens even dat men een mensch
is, meneer Scharten! Dan zou men er zelfs
mee uit kunnen scheiden dit beestachtige,
mensohonteerende moordenaarswerk, deze
schandelijken hoon van het Christendom, uit
te oefenen.
Hoe ter wereld de Italianen tot de dwaasheid
gekomen zijn, die heele reeks ambulances te
bombardeerendat begrijpen wij ook niet.
Het befaamde communiqué van het Italiaan
sche ministerie van Propaganda, na den aan
val op de Zweedsche ambulance, heeft de heele
zaak nóg onbegrijpelijker gemaakt. Welk een
hoon, nietwaar, en geen enkel woord van
leedwezen. Geen enkel woord!
Ik wensch den heer Scharten beterschap.
Het is erg met hem.
R. P.
S.s. Kerkplein nog niet vlot.
Ondanks de gunstige vooruitzichten op het
vlotbrengen van het gestrande stoomschip
„Kerkplein" is het stoomschip hedenmor
gen 7 uur nog niet vlot gekomen. Wel is het
schip door de sleepbooten ..Hoek van Holland"
en „Humber" van L. Smit Co's Internatio
nale Sleepdienst wederom een belangrijk eind
zeewaarts gebracht. doch de „Kerkplein"
schijnt slechts noode van de plaats waar zij
vandaag juist haar lOOsten dag doorbrengt,
te kunnen scheiden.
De dichte nevel, welke langs de Hollandsche
kust hangt, is voor een vlot verloop der laat
ste bergingswerkzaamheden eenigermate een
belemmering.
Wanneer het blijken mocht, dat het eerst
volgende springtij na 25 Januari zal moe
ten worden afgewacht, dan is dit niet eerder
dan Zaterdag 8 Februari a.s.
ROME, 25 Januari. Het Italiaansche leger-
bericht No. 106 luidt als volgt;
„Maarschalk Badoglio telegrafeert: de laat
ste dagen hebben zich de troepen van Ras
Kassa en Ras Seyjoem in zuidelijk Tembien
verplaatst, met als basis het gebied van An-
dino, teneinde een offensief tegen onze linies
in Enderta tusschen Makalle en Husien te
openen.
Terwijl men dit offensief voorbereidde begon
onze actie, welke ten doel had deze Abessyni-
sche plannen onmogelijk te maken.
Op 19 dezer rukte het 19e legercorps op en
bezette de dorpen Debri en Negaida, ten zuid
oosten van Makalle en belette zoo den vijand,
welke zich voor Antalo bevind, verder door te
dringen in Tembien.
21 dezer viel een afdeeling Erythreaansche
troepen, die van west naar oost marcheerde,
vastberaden den vijand aan, die een positie
had betrokken op de hoogten van Zeban Ker-
kata en op den berg Lata. De tweede divisie
zwarthemden, die van het noorden naar het
zuiden marcheerde viel door den pas van Ma
rien den vijand aan.
Na een verwoed gevecht maakten de Ery-
threanen zich meester van Zeban Kerkata en
dwongen zoo den vijand zich te verspreiden op
den berg Lata.
Den volgenden dag viel het gros van het
Abessyische leger, dat zich in de richting van
Walieu verplaatste, de tweede divisie zwart
hemden aan, met de bedoeling deze uit den
pas van Walieu te verdrijven en daardoor het
succes, dat de luchtmacht den vorigen dag had
behaald, teniet te doén.
De zwarthemden verzetten zich krachtig,
waardoor het den Erythreanen mogelijk werd
de Abessyniërs aan te vallen en den berg Lata
te veroveren.
23 Januari vereenigde zich een andere af
deeling Erythreanen met de tweede divisie
zwarthemden.
De vijand was overal verslagen.
Aan Italiaansche zijde zijn 25 officieren ge
sneuveld en 19 gewond, werder werden 389
minderen gedood of gewond; de namen van
de dooden zullen in het maandrapport worden
opgenomen. De Erythreanen verloren 310 man
aan dooden en gewonden.
De verliezen van de Abessyniërs, hoewel nog
niet vaststaand, bedragen minstens 5000 doo
den en gewonden.
De luchtmacht heeft een werkzaam aandeel
gehad in deze actie, zonder ophouden werd de
vijand gebombardeerd en door een actieve
verkenning werd de legerleiding op de hoogte
gehouden met de beweging van den vijand."
Commissie ter voorbereiding
van Grondwetsherziening
Bij K. B. van 24 Januari, dat hedenavond
wordt gepubliceerd, is en commissie ingesteld-
ter voorbereiding van een partiëele Grond
wetsherziening.
Lid en voorzitter is Mr. J. A. de Wilde, mi
nister van binnenlandsche zaken, lid en twee
de voorzitter Mr. J. R. H. van Schaik, minister
van justitie.
Leden: prof. mr. P. J. M. Aalberse ,ir. J. W.
Albarda. prof. mr. A. Anema, mr. dr. G. van
den Bergh, dr. S. E. B. Bierema, jhr. mr. D. J.
de Geer, prof. mr. E. J. J. van der Heyden, mr.
A. Joekes, prof. mr. R. Kranenburg, prof. mr.
B. C. de Savornin Lohmann, J. Schouten, mr.
dr. R. H. baron De Vos van Steenwijk.
Secretarissen met raadgevende stem: mr.
dr. K. J. Frederiks, mr. W. F. Fruin.
Adjunct-secretarissen: mr. I. P. Hooykaas,
mr. A. J. Bosman.
Als gebruikelijk wordt aan een eventueele
minderheid in de commissie het recht toe
gekend tegelijk met adviezen van de commis
sie, in te dienen een afzonderlijk advies, be
vattende haar meening.
Uit de samenstelling blijkt, dat men naast
de leiders der zes Tweede Kamerfracties een
staatsrechterlijke specialist van elk dier par
tijen in de commissie heeft opgenomen.
HAARLEM TEL.10070 - HEEMSTEDE TEL. 29280
(Adv. Ingez. Med.)
Minder vormelijk koningschap.
Het heeft ten zeerste de aandacht getrok
ken dat Koning Eduard VIII in zijn adres tot
het Lagerhuis het gebruikelijke majesteits
meervoud heeft vervangen door den eersten
persoon enkelvoud. Hij deed het twee maal
in de zeer korte toespraak en dit schijnt de
mogelijkheid van onopzettelijkheid uit te
sluiten. De Koning zeide: .Ik ben terdege
overtuigd dat het Lagerhuis den dood van
mijn geliefden vader diep betreurt". Dat was
de eerste zin van het adres. En de laatste
was: „Ik ben vastbesloten den weg te volgen
welken hij mij heeft aangewezen".
Geen enkel Engelsch souverein heeft ooit
bij zulk een plechtige of bij welke formeele
gelegenheid ook den eersten persoon enkel
voud gebruikt. Van Koningin Victoria is wel
bekend, dat zij zelfs in haar huiselijk leven
de pluralis majestatis inacht nam. Toen
Koning George het Lagerhuis toesprak na
den dood van Koning Eduard VII drukte hij
zich uit in onpersoonlijke termen aldus: De
Koning weet dat het Lagerhuis deelt in het
diepe en plotselinge verdriet dat over Zijne
Majesteit is gekomen.
Hoewei Eduard vm slechts enkele dagen
Koning is heeft hij ook op andere wijze reeds
doen blijken dat hij streeft naar een minder
vormelijk koningschap. dat zijn moderne
geest zich doet gelden in kleine, berekende
en opzettelijke veranderingen in tot nu toe
aanvaard ceremonieel.
Drie eeerewachten, van leger, vloot en
luchtmacht, stonden in de houding op het
perron toen het stoffelijk overschot van Ko
ning George per trein uit Wolferton in het
King's Cross station was aangekomen. De
Koning en de andere leden van de konink
lijke familie waren uitgestapt. Er was een
kort oponthoud, eenige aarzeling bij het ont
laden van de kist. De Koning stapte op den
bevelvoerenden officier toe en gelastte hem
blijkbaar de eerewachten de rusthouding te
doen aannemen, want dit geschiedde onmid
dellijk daraop. Eerst toen het stoffelijk over
schot uit het zwarte treinrijtuig werd gedra
gen sprongen de eerewachten terug in de
houding.
Ook in den eenvoud van den stoet en om
dien eenvoud des te roerender op zijn weg
naar de Westminster Hall openbaarde zich
de wensch van den jongen monarch.
Koning Eduard VIII heeft nadrukkelijk te
kennen gegeven dat het normale leven der
gemeenschap behoort te worden voortgezet
in deze droeve dagen voor zoo ver dat moge
lijk is met inachtnemeing van de waardig
heid en de stemmigheid welke de samenle
ving als vanzelf bij het verlies van den be
minden doode verlangt. De Koning heeft ge
dacht aan het stoffelijk verlies dat vele zij
ner onderdanen zouden lijden indien be
drijf. het ontspanningsbedrijf er in begre
pen. werd opgeschort. Daarom gingen thea
ters en cinema's weer open den tweeden dag
na den sterfdag. De begrafenisdag wordt
geen dag van openbaren rouw. Het is de
wensch van den Koning dat de bevolking de
plechtigheid van de gelegenheid zal toonen
overeenkomstig persoonlijke opvatting en in
overeenstemming met de omstandigheden
waarin men zich individueel bevindt. Z. M.
houdt zich overtuigd dat de bevolking in
haar hart haar verscheiden vorst zal ge
denken.
Deze wensch, aldus uitgedrukt en omschre
ven. is kenschetsend voor den Koning, die
klaarblijkelijk zal voortgaan te breken met
conventies die de monarchie kunstmatig
verwijderd zouden houden van het volk.
De Armenraad.
Actie voor het behoud.
De bijeenkomst van de instanties die be
trokken zijn bij den Armenraad te Haarlem,
waarover wij Vrijdag schreven, wordt niet
heden maar Woensdagavond ten Stad-
huize gehouden. Zooals men weet zal beraad
slaagd worden over de wenschelijkheid om een
actie te voeren voor het behoud van den Ar
menraad.
Het woord is aan....
Ortega y Gasset:
Het gaat onzen tijd zooals
men zei dat het den Fran-
schen Regent tijdens de on
mondigheid van Lodewijk XV
ging: hij had alle gaven be
halve de gave er gebruik van
te maken.
Succes der Venizelisten bij de
Grieksche verkiezingen.
Venlzelos.
ATHENE. 27 Januari. Te oordeelen naar
de verkiezingsresultaten, die te 3 uur in den
afgeloopen nacht te Athene bekend waren,
is het waarschijnlijk, dat de zetels in het
parlement ongeveer als volgt verdeeld zullen
worden
Venizelisten 125 tot 130 zetels.
Volkspartij Tsaldaris 60 tot 65 zetels.
Aanhangers van Kondylis en Theothokis
70 tot 80 zetels.
Aanhangers van generaal Metaxas 10 zetels
Communisten 10 tot 12 zetels.
Andere partijen 15 zetels.
Sophoelis, de leider der Venizelisten, heeft
als zijn mee'ning te kennen egeven. dat het
resultaat der verkiezingen een verzoening in
de binnenlandsche politiek beteekent.Hij acht
het daarom wenschelijk, dat een regeering
van nationale verzoening wordt gevormd.
Voorzien wordt dat de Venizelisten en de
anti-Venizelisten elkaar ongeveer in even
wicht zullen houden, zonder dat een van bei
den de absolute meerderheid zal bezitten.
Wel kan men constateeren. dat de kleine par
tijen nog sterk verminderd uit de verkiezingen
te voorschijn zuliesn komen. Vermoedelijk zal
de nieuwe partij-Canellopoelos. welke natio
nale eenheid preekt, boven en buiten de oude
partijen, geen enkele zetel behalen.
Frankrijk's honderdste minister-president in de Derde Republiek. Senator
Albert Sarraut, ondergaat bij het verlaten van het Elysée de gebruikelijke
bestorming door journalisten en fotografen.
Het kabinet Sarraut zal den franc verde
digen.
pag. 4
Aan het einde van het jaar zou een nieuwe
grondwet tot stand komen, waarbij Roose
velt's bevoegdheden zouden worden uitge
breid.
pag. 4
De Tweede Kanier voelt voor het wcereorp-
senverbod: in de uitwerking moet h.i. echter
wijziging komen.
pag. 3
De gemeente Rotterdam zou zonder kasgeld
zitten.
pag 3
De Tweede Kamer juicht het wetsontwerp tot
regeling van de rijtijden voor chauffeurs toe
pag. 3
Ds. H. J. Kastein heeft afscheid genomen van
de Ver. voor Vrijz. Herv. te Haarlem.
pag. 3
Het s.s. Kerkplein is nog niet vlot gekomen.
pag. 1
Het provinciaal personeel van Noord-Holland
kant zich tegen een nieuwe salarisverlaging.
pag. 11
Raichenbach heeft zijn match tegen Vos on
geslagen beëindigd.
pag. 9
Op 25 Februari a.s. bestaat R. C. H. 25 jaar.
pag. T
ARTIKELEN, ENZ.
R. P.: De moord uit de lucht.
pag. 1
Speciale correspondentie: Maarschalk Ba
doglio over den laatsten slag.
pag- 1
Speciale correspondentie uit Dessie: De strijd
in Noord-Abessynië.
pag 4
Van onzen Berlijnschen correspondent: De
huwelijkscandidaat in het Nieuwe Duitsch-
land.
pag. 4
K. de Jong: Concert der H.O.V.
pag. 2
J. B. Schuil over Meisjeslyceum een groot suc
ces voor het Centraal Tooneel.
pag. 2
J. B. Schuil over Cor Ruys in Welkom Vreem
deling.
pag. 2
Helen de Balbian Verster: Avonturen van
Marta Linz.
pag. II
De burgerlijke stand van Haarlem is opge
nomen op pag. 12.