Liefde in de wildernis
Langedijk in aciie bij de internationale schaats" Buywe en Billiet, winnaars van den Koning (Serol ven Roemenië bij aankomt te Dover wear hq Maandag arriveerde teneinde tegen-
wedstrijden te Oslo ^rtVnahu" i. v» w*en
De „Littorina", een llaliaansche dieseltrein uit Milaan, rijdt thans proef op ver
schillende trajecten der Ned. Spoorwegen. De trein op het station te Utrecht
De nieuwe onderzeeboot „O 16" voor
de Nederlandsche Marine is Maandag
van de werf der Kon. Maatschappij
»D^ Schelde' te Vlissingen tewater
gelaten. Het schip in zijn element
De werkplaats voor jonge
werkloozen in den scheeps
bouw te Amsterdam l>
Maandag in gebruik ge
nomen
De aankomst der Nederlandsche bijzondere
missie aan Liverpool Street Station te Londen
ter bijwoning van de begrafenis van wijlen
Z. M. Koning George V
Het in Amerika bestelde sportvliegtuig „Aeronca" is door den zweefvlieger van Neyenhoff
van Lympne naar Schiphol gevlogen, waar de eerste dagen met het toestel geëxperimenteerd
zal worden
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
(Nadruk verboden.)
36)
De kleeren van den man hadden vlam
gevat en hij had zich heen en weer gerold in
het vochtige gras, om het vuur te dooven. Het
moest de man zijn, die hen in de duisternis
had geprobeerd neer te schieten en die ten-
slctte het gras had aangestoken, met de hoop
hen op deze lage manier om het leven te
kunnen brengen. Een gevoel van diepe ver
ontwaardiging welde in haar op en ze wendde
zich om naar Rimington. om hem te vertel
len wat ze gezien had, maar tot haar schrik
bemerkte ze, dat Rimington slap en bewuste
loos op den rug van den neger hing.
Haar eerste impuls was om Salem tegen te
houden, zoodat ze kon onderzoeken wat de
oorzaak was; maar toen herinnerde ze zich
weer de gestalte van den man, dien ze gezien
had en die waarschijnlijk alle vijandelijkhe
den nog niet gestaakt had; en ze liep zwij
gend verder.
De boomen begonnen dichter te worden;
lianen en andere klimplanten, onzichtbaar in
den grijzen mist, streken langs haar gezicht.
Ze hoorde een geluid als van druppelend wa
ter en merkte plotseling, dat ze den voet van
een helling bereikt hadden, waar een kleine
rivier stroomde. Daar hielp ze Salem zijn last
neerzetten en onderzocht ze Rimington zoo
goed en zoo kwaad als het ging in de duister
nis. Haar eerste vrees was dat het verband
weer verschoven was van bloedverlies. Maar
het verband zat nog op zijn plaats en de
wond scheen niet meer te bloeden. Dus
meest zijn zwakte het gevolg zijn van de in
spanning van het laatste gedeelte van den
tocht.
Ze schepte wat water uit de rivier, die in
dien tijd niet veel meer was dan een klein
stroompje tusschen de rotsen. Het duurde
niet lang of hij begon bij te komen. Nog een
oogenblik en een korte, onverwachte vraag
bewees, dat hij scherp en helder denken kon.
Wat is er aan de hand?
Een heele hoop, zei ze met een lachje
van verlichting. U hebt weer uw bewustzijn
verloren maar we zijn uit het vuur, en ik
hoop, dat die man die geschoten heeft denken
zal dat we verbrand zijn.
Rimington keek snel om zich heen.
Waar zijn de anderen? vroeg Rimington
aan Honor.
Honor had geen oogenblik aan dezen ge
dacht en ze keek hem plotseling angstig aan,
toen ze zich herinnerde hoeveel dat kind voor
hem beteekende.
Ik weet het niet, zei ze. Salem
Hij deed dezelfde vraag in het Swahili aan
Salem en de drager antwoordde hem met
een stroom van woorden. Toen zei hij tegen
Honor:
Ze zijn een eindje verder in het bosch.Ik
denk dat ik Salem zal sturen om hen hier te
halen.
Ja, als u dat het beste vindt, zei ze. Maar
zeg hem, dat hij voorzichtig moet zijn. Die
man met zijn geweer moet daar boven nog
ergens zijn.
Hoe weet u dat?
Ik hem hem gezien, toen we den heuvel
afkwamen. Ik geloof, dat zijn kleeren in
'orand waren geraakt.
—Ik hoop, dat hij geroosterd is, zei Ri
mington grimmig. Wat een ongelooflijk laffe
streek om zooiets te doen.
Hij bleef even zwijgen, toen richtte hij
zich op en zei een paar woorden tegen den
drager, die het bosch inging en verdween.
Een poos lang bleven ze zwijgend luisteren
naar het geknett"- vgn het vuur, dat van ver
nog tot hen dc„,u*ong.
Er klonk geen enkel geluid, behalve het
zachte gekabbel van het water, hoewel het
Honor leek alsof ze uit de richting, waarin
Salem verdwenen was, het knappen van een
drogen tak hoorde. Maar het was zoo ondui
delijk, dat ze er niet zeker van was, en hoe
wel ze scherp luisterde, hoorde ze niets meer.
Toen begon Rimington te spreken, fluiste
rend, want hij wist dat de geluiden heel ver
doordrongen in de nachtelijke stilte.
U bent werkelijk een wonder .fluisterde
hij zacht, en zijn zachte vertrouwelijke fluis
tertoon deed Honor's hart sneller kloppen.
Een wonder? fluisterde ze verward terug.
Waarom?
Waarom? Omdat u en uw moed me uit
dien cllendigen brand gered hebben.
Moed? ze begon zaoht te lachen en zei
geringschattend
Als u eens wist hoe angstig ik was 'toen
Juma en de anderen wegliepen, zoudt u het
woord moed heusch niet gebruiken. Ik was
doodsbang
Doodsbang? Hij lachte even zwakjes.
Dat weet ik nog zoo net niet. Weet u
wel, dat u gewoon tegen me schreeuwde?
Ze wist het maar al te goed. Ze herinnerde
zich haar plotselinge heftigheid, maar had
er absoluut geen berouw van.
Ik had u wel door elkaar kunnen schud
den, antwoordde ze. Ik was zoo woedend over
dien idioten onzin van u.
Ik was wanhopig en angstig om u, ant
woordde hij heesch. Ik zag u in die vlammen
brandend. Ik wilde niet de schuld zijn van
uw dood.
Dus had u mij willen redden en zelf ver
branden? viel ze hem in de rede.
Beter dandan dat u ook.Weet u,
totdat Salem kwam had ik een ellendig ge
voel, alsof ik heelemaal in elkaar zou schrom
pelen. Ik kon ternauwernood meer zien en
alles draaide voor mijn oogen. Maar ik moest
welom u.
Was het om.mij? fluisterde ze zacht.
Ja, om u, antwoordde hij.
En niet.voor het kind?
Goede hemel, ik heb geen oogenblik aan
het kind gedacht, zei hij, verbluft over zijn
vergeetachtigheid. Maar ze begreep, misschien
beter dan hij, wat die vergeetachtigheid be
teekende. Ze voelde zich plotseling heel ne
derig en onwaardig en haar stem klonk heel
zacht, toen ze terug fluisterde:
Dan is het mijn schuld. Ik.... Ik....
maakte, dat u het vergat.
Uw schuld! zei hij heftig. U hebt geen
schuld, in niets.
Hij maakte met zijn arm een gebaar als om
haar te verdedigen en sloeg haar per onge
luk op den arm, zoodat zij een zachten kreet
uitte.
Kijk nu, zei hij berouwvol wat een on
handig kerel ik ben.
Ze lachte zacht en legde haar hand op zijn
arm.
U hoeft heusch niet zoo,...
Met een plotselinge beweging had hij haar
hand gegrepen, toen boog hij zijn hoofd en
drukte zijn lippen er op in een langen kus.
Ze bewoog zich niet en trachtte ook niet
haar hand weg te trekken. Toen hoorde ze op
eens zijn stem, heesch en onzeker:
Wilt u me 't vergeven? Ik had dat niet
moeten doen. Ikik was mezelf niet. Uw
nabijheid.
Wat het dat alleen? vroeg Honor, trach
tend haar teleurstelling te verbergen.
Alec Rimington hoorde den klank in haar
stem en hij begreep. Er klonk een lach in zijn
stem, toen hij zei:
Er is meer dan dat veel meer! Moet ik
het werkelijk zeggen of begrijp je het ook
wel?
Ik geloof van welwanneer
Van het oogenblik af, waarop je mijn
kamp kwam binnenloopen, toen ik je bewus
teloos in mijn armen had. Ik voelde dadelijk,
dat we bij elkaar hoorden, en je verhaal
maakte me wanhopig, want ik dacht, dat je
sir George Mannerings's vrouw was en nu
Hij kuste haar hand weer en zij fluisterde:
Wat moet je mij wispelturig vinden.
Neen, zei hij alleen maar mooi en heel
moedig. Denk je, dat ik kan vergeten, dat je
voor mij dien brand getrotseerd hebt?
Toen lachte hij jongensachtig.
Ik heb nooit eerder de hand van een
vrouw gekust.
Ze zei niets, ze was diep ontroerd. En waren
woorden wel noodig? Ze was heel dicht bij
hem en haar hart klopte wild. Het was haar
alsof hij het hooren moest en begrijpen wat
zij niet onder woorden kon brengen. Zijn
hand liet de hare los en glipte om haar heen,
tot ze weer, zooals al eens eerder, de warmte
van zijn hand op haar arm voelde.
Liefste, fluisterde hij zacht en over
mand door ontroering. Liefste....
Hij boog zijn #hoofd naar het hare en ze
hief zwijgend haar gezicht op. "Hij kuste
haar. Toen hoorde hij opeens in de duisternis
een onderdrukte snik.
Je huilt, zei hij, en er klonk iets angstigs
in zijn zacht fluisterende stem.
Heb ik me vergist? Heb ik meer ver
wacht dan ik had moeten doen?
Je verwacht misschien, dat iemand al
leen van verdriet schreit endat is een
groote vergissing.
Haar gezicht was weer naar het zijne opge
heven; hij vergat alles voor de uitdrukking
van oneindig vertrouwen en geluk, die hij er
op zag.
Liefste hou je.
Toen klonk door de stilte van het woud de
scherpe knal van een geweerschot en dadelijk
daarna een kreet van doodsangst en pijn.
Honor klemde zich verschrikt aan hem vast
en hij drukte zijn arm beschermend om haar
heen.
Wees stil, fluisterde hij. Niets zeggen.
Toen mompelde hij, meer tegen zichzelf dan
tegen haar: Dat was Salem!
(Wordt vervolgd#