„Niet vertellen..."
Radiomnziek der week
Pola Negri, de nieuwe
oude beroemdheid.
ZATERDAG T FEBRUARI 1936
HASKEEM'S DA''GBEAB
8
Pola Negri, als
verdachte, met
haar advocaat,
H. H. Schaufuss.
teeken, dat dit door Hans Rameau was ge-
scherven, wiens vader het scenario voor haar
eerste film had geschreven.
Haar hoop op een nieuwe periode in
haar carrière, door samenwerking met Willi
Forst werd bewaarheid in de Luminafilm „Ma
zurka", waarin Pola Negri, onder regie van
Willi Forst staat.
Verraadt niets van den
inhoud van Mazurka
„Niet vertellen
Dit heeft u ook wel eens gezegd of gehoord
in 'n gesprek dat over 'n spannende film ging.
„Niet vertellen hoe het afloopt, want ik wil
hem ook nog zien".
Daar zit een groote grond van waarheid in.
Hoe vaak wordt de waarde van een film
niet ten deele bedorven, doordat men reeds
weet hoe het afloopt, wie het gedaan heeft,
wie er sterven zal, ofenfin, gaat n maar
verder.
Aan den anderen kant is het ook wel te
begrijpen dat iemand, die een spannende film
heeft gezien, daarvan graag vertelt en er licht
toe komthet toekomstig plezier van
anderen te bederven geheel tegen zijn eigen
wil.
Daarom heeft Willi Forst, de regisseur van
de uiterst spannende film Mazurka verzocht
aan allen, die de film hebben gezien, niet te
vertellen, waarom Pola Negri
En dit verzoek is ten volle waard herhaald
te worden. Een voorbeeld zal dit nog duide
lijker maken.
Eenige jaren geleden werd de Chaplin film
„City Lights" vertoond. Misschien herinnert
u zich nog de verrassende scène, waarin een
standbeeld onthuld wordt; het doek valt weg
en daar ligt in de armen van het beeld een
landlooper te slapen, Charley Chaplin. Toen
men deze scène zag kon men zich levendig in
denken, dat zij ware lachorkanen zou verwek
ken, doch op den première-avond lacht slechts
een gering deel der bezoekers.
En waarom? Waarom bleef het effect zelfs
bij deze première achterwege? De meeste be
zoekers, wisten reeds de geheele gang van
zaken. Vóór de première was er in meer dan
twintig kranten al over geschreven en dus
wist een ieder wat komen zou. De publiciteit
had de intrige overal verspreid en daardoor
was het effect er aan ontnomen.
Dit is nu nog maar een onderdeel van een
groote film geweest. Geheel anders is het met
Mazurka gesteld, waarbij het geheele verhaal
staat of valt met het feit of men de reden
van het geheimzinnige kent of niet.
Er is geen sprake van dat de verzochte
zwijgzaamheid geschiedt uit een oogpunt van
sensatie. Doch wel om de ware, natuurlijke
spanning te houden, welke een film als Ma
zurka ten volle toekomt.
Daarom zij het parool van allen die Mazurka
zagen
„Niet vertellen
EEN VOORBESPREKING
DOOR KAREI DE JONC
Zondag zingt onze Koninklijke Liedertafel
„Zang Vriendschap" voor de microfoon van
Hilversum I eenige werken, die ook op haar
concert van 16 Januari jl. uitgevoerd zijn. Er
waren toen oogenblikken. waarop de klank
van het mannenkoor een haast ideale schoon
heid bezat; vooral het slot van Hegar's „To
tenvolk" is me in dit opzicht in herinnering
gebleven. We mogen het dus met vreugde
begroeten dat Zondag haar stem tot ver over
onze grenzen zal gehoord kunnen worden,
tot bekeering van ieder, die van den Neder-
landschen mannenkoorzang en van hetgeen
daarvoor hier te lande geschreven wordt een
geringen dunk mocht hebben. Immers een
compositie als Dresden's krachtig „Het Lied
des Storms" verdient ook buiten onze gren
zen bekend te worden.
Het programma van de Groninger Orkest-
vereenig'ing blijft zóó geheel binnen de per
ken van het alom bekende, dat de aandacht
der luisteraars wel hoofdzakelijk op de wijze
van uitvoering gericht zal zijn. Wie veel
hoort gaat willens of onwillens vergelijken
en daarnaar oordeelen.
Brussel VI. zendt dien dag oa. „de sonate
voor cello en piano" van Mendelssohn uit.
Deze vermelding is niet duidelijk, want er
zijn er twee: op. 45 en op. 58. De laatste
wordt echter veel meer gespeeld dan de eer
ste en we zuilen dus maar aannemen, dat
deze bedoeld wordt. Zij is een kenmerkend
voorbeeld van Mendelsohn's kunst: druk,
soms geestig, soms spannend, soms net als
diepzinnig, veelal op brillante werking bere
kend. Het bijschrift „confuoco" komt er dik
wijls in voor, maar dat vuurtje, moet veelal
kunstmatig aangeblazen worden en geeft
zelfs dan niet zoo heel veel warmte. Het aar
digste deel der Sonate op. 58 lijkt mij altijd
het Scherzo in 2/4 maat -dat echter
niet het elfenachtige van vele andere Scherzi
van Mendelssohn bezit. Het 3de deel met zijn
psalmodieerende klavieraccoorden en cello
recitatieven kan nauwelijks nog eenigen die
peren indruk achterlaten. Het hoofdthema
van het eerste Allegro gaat er lustig op los,
ongeveer op de wijze van dat der Italiaan-
sche Symphonie, en in de doorwerking ko
men eenige spannende momenten, maar, als
in alle ensemble werk en met klavier van de
zen. componist, wordt ook in dit stuk een
te groote plaats aan brillante, maar opper
vlakkige pianofiguren ingeruimd. Ook in de
finale is dit het geval, en hier is bovendien
het thematische materiaal veel zwakker dan
in het eerste hoofddeel.
Van oneindig veel meer heteekenis is de
„Faust"-symphonie van Liszt, die Zondag
door Warschau uitgezonden wordt. Het is
jammer dat dit geweldige werk zoo zelden in.
ons land gespeeld wordt. De drie hoofddee-
len karakteriseeren respectievelijk Faust,
Gretchen en Mephistopheles op zeer scherpe
en boeiende wijze. De driedeeligheid van deze
symphonie doet, aan de gebruikelijke sym-
phonische vormen denken, maar de tegen
stelling met 's componisten Sympho-
nische 'toongedichten, waarin volgens het
principe der echte programmamuziek het
poëtische onderwerp de vormgeving bepaalt,
is meer schijn dan werkelijkheid. Liszt heeft
de drie -hoofddeel-en der „Faust"-symphonie
dan ook „Charakterbilder" genoemd. Vier
thema's bevat het eerste hoofddeel, die resp.
het peinzende melancholiek-daemonische
element, het worstelende en strevende, het
liefdesverlangen en den drang naar groote
daden in Faust's karakter illustreeren. Hoogst
eigenaardig is het uit dalende overmatige
drieklanken gevormde eerste thema. De veel
vuldige wisseling der maatsoorten maakt het
den hoorder niet gemakkelijk; opmerkzaam
luisteren is noodig om alle metamorphosen
in dit hoofddeel te volgen en het verband te
begrijpen. In het tweede hoofddeel wordt ons
een teere en kuische meisjesfiguur geschil
derd. Later komen er thema's uit het eerste
hoofddeel bij. In het derde staat terstond
Mephisto voor onze oogen: de koude, drieste,
frivole, duivelsche spotter, de „geest, die
steeds ontkent". Op geniale wijze heeft Liszt
de thema's van Faust en Gretchen misvormd;
het verdraaide liefdesthema van Faust wordt
zelfs tot een fuga verwerkt. Eindelijk ver
schijnt het beeld van Gretchen weer in volle
klaarheid en werkt als een tooversehild,
waarop de kracht van Mephisto afstuit.
Orgeltonen klinken en als uit een mystieke
diepte komen mannenstemmen op, die op de
wijze der oud-christelijke psalmodie de slot
woorden van het Faust gedicht: .„Alles ver-
gangliche >ist nur ein Gleichniss" declam.ee-
ren. Daarboven zweeft dan de zang van den)
solotenor: „Das ewig Weibliche zieht uns
hinan", waarbij dan nog eens de Gretchen-
thema's klinken. Dan zwelt de muziek aan)
tot bovenaardschen klank: het is alsof Gret
chen ten hemel stijgt. Een gedetailleerde be
schrijving van dit hoogst belangrijke werk
zou veel meer plaats eischen. dan in een dag
blad beschikbaar is. Maar zou er Igeen mo
gelijkheid bestaan dat onze H.O.V. te zamen
met onze Kon. Liedertafel het eens tot uit
voering bracht? Dat zou een muzikale ge
beurtenis voor Haarlem worden!
Mahler's .Das Klagende Lied" (Hilversum
I. Maandag) is een der weinige werken uit
zijn jeugd, die hij later niet vernietigd heeft.
Hij voltooide het op 20-jarigen leeftijd, maar
de partituur verscheen pas 19 jaar later in
druk, nddat hij ze geheel omgewerkt had. M.
schreef zelf den tekst er voor .naar oud ver
haal, dat zeer romantisch en griezelig is:
Een jonge ridder is uit minnenijd vermoord
door hoogstdezelfs eigen broer.
Zijn stoffelijk overschot ligt in het
bosch: een speelman komt er langs en,
inplaats van het stoffelijk overschot
ongerept te laten en van zijn bevinding aan
gifte bij de politie te doen. neemt hij er een
beentje van en snijdt daar een fluitje van.
Zoo iets zou tegenwoordig als lijkenschen
nis gestraft worden, toen blijkbaar niet,
maar goede gevolgen had het toch ook niet.
De speler wordt door de klagende melodie,
welke uit het fluitje komt, gedwongen naar
het kasteel van den koning te gaan. die daar
juist aan het bruiloft vieren is. De speelman
blaast op de fluit, waarop de gasten erg
schrikken. De koning, die misschien van
meening was, dat hij krachtens zijn positie
alles beter kon iets wat bij enkele latere
vorsten ook wel eens geconstateerd is, nam
den speelman het fluitje af en begon zelf te
blazen, maar toen werd het nog veel erger
want uit het fluitje klonk de stem van den
vermoorden man, die nota bene 's konings
beeneigen broer geweest was, aldus:
Ach Bruder. lieber Bruder mein
du 'hast mich ja erschlagen!
Nun blast du auf mein Todtenbein
dess' muss' ich euwig klagen!
Dat houdt natuurlijk niemand uit, en het
eevolg is dan ook een algemeene débacle.
Heel waarschijnlijk is het verhaal niet, maar
vele andere ballades zijn geen grein waar
schijnlijker. En de muziek die Mahler er bij
schreef wordt gezegd nevens staaltjes van
jeugdige onervarenheid ook bewijzen van
ziin zeer persoonlijken stijl en van een nog
niet in allen deele gerijpt, maar toch reeds
vergevorderd meesterschap te toonen. Ver
meld moge hierbij nog worden dat ook do
teksten der ..Lieder eïnes fahrenden Gesel
len" door Mahler zelf gedicht ziin.
Een ander jeuedwerk dat reeds van groot
meesterschap bliik aeeft. is het Strnkkwar-
tet op. 2 van Rich. Strauss Droitwich. Vrij
dag). Het is in Maart 1881 voor het eerst in
't openbaar cespeeld en moet dus Strauss
is 11 Juni 1864 geboren in zijn gymnasias-
tentijd geschreven zijn. Het toont nog sterk
den invloed der groote klassieke meesters,
maar de beheersching der stof is verbluffend.
Het verdiende eigenlijk veel vaker uitgevoerd
te worden.
De componist Georg Christooh Wagenseil,
van wien Hilversum T Woensdag een Sym
phonie uitzendt, is 1715 te Weenen geboren
en aldaar 1777 overleden. Hij was o.a. mu
ziekleeraar van keizerin Maria Theresia.
Het Pianoconcert van Gershwin (Hilv. I
Zaterdae) zal waarschiinhik allen interessee-
rerv die ziin geestige ..Rhapsodv in Blues"
hebben leeren kennen, en dat Piet Hein
Woensdag uit Kalundborg zal komen, moet
ons vaderlanósch hart goed doen.
behalve het nieuws uit alle streken een bij
zonder variété-nummer: „Edith Hagendoorn,
in een droom van kleuren", zooals de aankon-
digingstitel luidt. Dit is een variatie op de
z.g. levende beelden, die doorgaans uit
munten, moeten uitmunten, door roerloosheid
een tegenstelling. die echter niet met de
waarheid in botsing komt. Dit variété-num
mer toont- hoe met betrekkelijk eenvoudige
hulpmiddelen voor het oog verrassende re
sultaten zijn te bereiken. In ieder geval is
deze droom in kleuren een welkome afwisse
ling op de sleur, die wel eens in de variété-
nummers dreigt te komen.
Zondag naar Zuid-Amerika.
De heer G. Josselin de Jong vertelt Zondag
morgen weer over zijn ervaringen in Zuid-
Amerika. Evenals verleden week zal hij de
film „Door de waterwouden van Zuid-Ameri
ka" toelichten, een film. die vooral voor na
tuurkenners een bijzonderheid is en waarin
zij kunnen kennismaken met dieren en toe
standen, zooals alieen in dit werelddeel te vin
den zijn.
De c-xplicateur weet bovendien aan een en
ander een bijzonder karakter te geven.
Adolf Wohlbrück, de noodlottige taxi
chauffeur.
ParijsFolies Bergères
Grootsch opgezette revuescènes, licht
effecten, draaiende tooneelen, draaiende girls,
draaiende beenenen temidden van heel
die tollende plankenwereld Maurice Cheva
lier, Maurice met zijn fameuze „bonne mine",
zijn oolijke liedjes, zijn jolig hoedje en zijn
permanent steppende voeten.
Ziet hier een paar flitsen, die u door het
hoofd kruisen, wanneer het laatste gedaver
van de finale verstorven is en het electrische
licht in de zaal u in de werkelijkheid terug
voert.
Folies Bergères is een revuefilm van de kwa
liteit, zooals Hollywood die pleegt te produ-
ceeren. De tafereelen zijn technisch tot in de
puntjes verzorgd, vol verrassende effecten en
vindingen. Vooral de apotheose, waarin de
stroohoed, het geliefkoosde hoofddeksel van
Maurice Chevalier, het hoofdmotief vormt, zit
bijzonder kunstig in elkaar. De populaire
Noordhollandsch Landbouwcrecliet N.V.
Bijkantoor Haarlem.
KRUISWEG 74 TELEF. 13890.
ALLE BANKZAKEN.
(Adv. Ingez. Med.)
Door Max Reinhardt ontdekt,
door Lubitsch groot gemaakt.
„IK was Jack Mortimer" is de titel van de
film die Frans Halstheater vertoont. Klinkt
't niet als een koude rilling, als een hand met
scherpe nagels, die geluidloos door een gordijn
wordt gestoken, terwijl een diepe stem de
noodlottige woorden spreekt?
Zoo ernstig is het in deze film toch niet,
althans niet m de meeste gevallen, ofschoon
het verhaal knap in elkaar zit en spannend
is van den eersten meter film af tot den aller-
laatsien toe.
Daarbij komt dat alle spelers, zonder uitzon
dering, hun types fijn en juist karakteriseeren.
De drie voornaamsten zijn Adolf Wohlbrück,
de noodlottige taxi-chauffeur. Eugen Klöpfer,
de geheimzinnige dirigent en Sybïlle Schmitz.
zijn vrouw.
Vooral Sybille Schmitz is een eigenaardige
verschijning. Zonder veel beweging en met
veei uiterlijke kalmte weet zij de diepste inner
lijke ontroering uit te drukken. Het is voor
namelijk haar mimiek, die haar tot deze ex
pressie in staat stelt.
Eugen Kiopfer, wiens bewegingen alle even
afgemeten en juist-berekend zijn, beeldt den
beroemden dirigent uit, die naief-week kan
wezen en tevens misdadig hard. Deze twee
spelers vormen samen een goed geheel, een
aparte film waardig.
Adolf Wohlbrück heeft behalve zijn gezellig
dialect een groot talent om den opgejaagden,
valsch-beschuldigden moordenaar te spelen.
Zijn gespannen beheersching, zijn aanpassing
in alle omstandigheden, zijn wanhoop, 't
spreekt onmiddellijk tot iedereen.
Natuurlijk kan men dit niet allemaal slechts
toeschrijven aan de spelers, want ten slotte
is de regisseur toch de man die de leiding
geeft en in menig opzicht de acteurs slechts
laat, doen wat hij wil. Carl Froehlich had de
regie en hij heeft van het spannende verhaal
een film gemaakt, die boeit en meesleept.
Behalve het spel en de geschiedenis, is er
het geluid dat ook weer in deze film blijk
geeft tegenwoordig absoluut onmisbaar te
zijn. Een stomme film. die even goed of mis
schien als film nog beter zou wezen dan deze.
zou ver achterstaan bij „IK was Jack Morti
mer" om de eenvoudige reden dat onze ooren
als 't warefilmisch zijn ingesteld.
Drie noten zijn het die het zenuwdoodende
wachten van een taxichauffeur typeeren. en
zij werken zoo enerveerend dat men onmid
dellijk het gevoel heeft zelf drie uren in niets
doen door te brengen. Herhaalde malen jaagt
■de muziek de spanning op, om met een schrille
kreet af te breken, over te gaan in lieflijke
melodie, waarmee dan een andere scène wordt
lngeiuid.
Het eenige bezwaar is dat de titel „IK was
Jack tyfortimer" den speurenden toeschouwer
in een verkeerde richting leidt. Misschien is
het juist geen bezwaar, want in ieder geval
wordt ermee bereikt dat men tot het. laatste
oogenblik in de grootste spanning blijft. Doch
deze titel wekt geheel andere verwachtingen.
Het voorprogramma heeft, behaive het we
reldnieuws. een ril-film van het oude karakter,
die de lachspieren losmaakt. Een andere film
met nieuwe en oude grapjes en wat populaire
muziek besluit met het wereldnieuws de opsom
ming van dit programma.
Luxor amuseert met
„Hel weggeloopen Bruidje.'
Maurice Chevalier in de revuefilm „Folies
Bergères»'.
Fransche chansonnier neemt in Folies Ber
gères natuurlijk het leeuwenaandeel voor zijn
rekening. Hij zingt, danst en acteert, dat het
een aard heeft en zijn verschijning zorgt er
voor, dat- de lach niet uit de zaal wijkt. Er
loopt ook door deze revuefiim een „draad",
die nu wel niet zoo heel veel te beteekenen
heeft, maar ons in ieder geval in staat stelt
Maurice te waardeeren in zijn dubbelrol van
conferencier en bankier. De gebeurtenissen
eischen namelijk, dat de eerste zich tijdelijk
voor den laatste uitgeeft, hetgeen naar men
begrijpen zal, tot de noodige verwikkelingen
en misverstanden aanleiding geeft.
Chevalier heeft een paar goede medewerk
sters in Merle Oberon en Ann Sothern, twee
actrices die in het luchtige kijkspel, dat Folies
Bergères is, een paar aardige figuurtjes
vormen.
Het voorprogramma bevat in de eerste
plaats een uitvoerige reportage van de gebeur
tenissen na den dood van Koning George.
Men ziet de overbrenging van het stoffelijk
overschot van Sandrmgham naar Londen, de
met eigenaardige tradities gepaard gaande
uitroeping tot koning van Edward en tenslot
te den indrukwekkenden begrafenisstoet in
de Britsche hoofdstad. Welk een enorme men-
schenmenigte getuige was van 's Konings
laatsten gang komt hier wel zeer frappant tot
uiting.
Verder is er de gebruikelijke filmkrant en
een filmpje, dat het karakter van een „musi
cal comedy" draagt.
Het tooneelnummer wordt verzorgd door
Fred Houben, die met veel vaardigheid een
heele serie muziekinstrumenten bespeelt,
waartoe o.a. een harmonica in vestzakformaat
behoort.
Rembrandt vertoont
Willi Forst's Mazurka.
Als U houdt van een film met aannemelijke
verwikkelingen en logische conclusies, aan
moet U zeker niet naar Luxor Sound Theater
gaan. deze week, want die zijn in „Het Weg-
geloopen Bruidje" heel dikwijls zoek; maal
ais U het fijn vindt, om U eens te laten leven
en te laten amuseeren, als U, op gezag van de
fiimartisten, de dwaaste situaties aanneemt
en op de, in dit geval, gewenschte wijze kunt
savoureeren, als U lachen kunt, zonder direct
te willen uitpluizen of, wat ze U willen doen
gelooven, wel juist kan zijn, dan bent U op
Uw plaats in Luxor Theater, dat deze week een
programma geeft, dat U de tranen van het
lachen over de wangen zal doen loopen. Van
„Het weggeloopen Bruidje" (Vagabond Lady)
is Sam Tayior de regisseur en Hal Roach de
productieleider. Het vertelt van een meisje, dat
verloofd is en zal gaan trouwen met den eenen
degelijken broer, maar in haar hart houdt
van den anderen pretlievenden broer, die even
voor het huwelijk voltrokken wordt, den
degelijke overtuigt dat het meisje niet de ge
schikte vrouw voor hem is en er zelf met haar
van dooi- gaat. Zoo iets komt waarschijnlijk
in het leven ook wel eens voor, maar dan zul
len er niet altijd een Sam Taylor en een Hal
Roach klaar staan om de boel en scène te
zetten. Behalve de hoofdfilm is er ook een
Charley Chase-film, getiteld „Zooiets doec
Charley niet", door het grappige spel van
Charley een lachsucces. Het meest gelachen is
om dat dol-dwaze ding „Het gebroken Been",
daarbij zijn de hierboven genoemde tranen ge
vloeid. Het spel van de hoofdrollen is uitste
kend. maar let U vooral eens op dat bijrolletje
van den telefoonman zijn verschijning alleen
doet je al groote dingen verwachten, hoe be
staan er, en hoe vinden ze dergelijke manne
tjes.
Deze week wordt in Rembrandt Theater
Mazurka vertoond, waarover wij reeds giste
ren schreven. Pola Negri en Willi Forst heb
ben van een waar en tevens romantisch ver
haal een prachtige film gemaakt, de eerste
door haar spel, de tweede door zijn samen
vattende regie, waarbij de om Pola Negri ge
groepeerde personen zich geheel bij haar
aanpassen.
Ongetwijfeld is het succes van de film voor
een belangrijk deel toe te schrijven aan het
suggestieve spel van deze opnieuw ontdekte
filmster, die in alle creaties in deze film.
steeds zonder eenige overdrijving den waren
mensch uitbeeldt.
Een actrice, waarvan men in de toekomst
ongetwijfeld nog menigmaal zal hooren. is
de door Willi Forst ontdekte Ingeborgh Theek,
die met waardige rust het onschuldige, op
avontuur beluste meisje, is.
Albrecht- Schoenhals tenslotte, als derde
hoofdpersoon, speelt zijn uitermate onsympa
thieke rol eveneens zeer fijn, schijnbaar op
den achtergrond blijvend.
Het voorprogramma van deze week bevat
Robert Young en-
Evelyn Venable in
„Het weggeloopen
bruidje"
TE KOOP voor GELDBELEGGING.
SOLIED PAND, centrum stad. Prima ver
huurd tot einde 1940. Inlichtingen
Makelaarskantoor H. W. VROLIJK,
Heussenstraat 16. nabij Kleverlaan), Tel. 23693
(Adv. Ingez. Med.)
Folies Bergères, met Maurice
Chevalier, in Palace.
De op 31 December 1897 als dochter van
Poolsche-Hong'aarsche oud-ers geboren Apolo-
naise Chapulez, beter bekend als Pola Negri,
kwam reeds als 8-jarig kind op een ballet
school te Warschau. Op 15-jarigen leeftijd
haar debuut zoo'n sensationeel succes, dat zij
op haar 16de jaar benoemd werd aan het
hoftooneelgezelschap.
Zij kreeg weldra een contract bij de Pool-
sche film (haar eerste film heette Skiave der
Sinne"), toen Max Reinhardt haar zag en
haar engageerde vcor zijn gezelschap te Ber
lijn. Hierop volgden ook engagementen bij de
Duitsche films die echter in den beginne niet
veel succes hadden.
Terzelfder tijd begon echter ook Lubitsch
zijn loopbaan als regisseur, die met eenige
kluchtspelen het grootst denkbare fiasco leed.
Het voorstel, om een drama te regisseeren
werd door den „humoristischen Ernst" glad
weg afgewezen. Pas door de overredingskracht
van Negri, die over haar eerste films zeer
ontevreden was, lukte het Lubitsch er toe
over te halen, een tragedie met haar in de
hoofdrol te regisseeren.
Pola Negri, die niet alleen als filmster vaak
van zich deed spreken.
De film heette „De mummie Mia Mia". Door
dit baanbrekende filmwerk werd de groote
tragedienne in de toen reeds bekende Pola
Negri ontdekt, terwijl de onbekende Lubitsch
in een slag een groot regisseur was.
Zoo had dus Ernst Lubitsch Negri en Pola
Negri Lubitsch tot roem gebracht. Met deze
twee groeide ook de beroemdheid van Jan-
nings,, Harry Liedtke, Henny Porten en Joe
May.
Lubitsch maakte met Pola Negri o.a. nog
..Madame Dubarry", „Carmen" en de succes-
film „Sumurin". Daarna vertrok hij naar
Amerika, waarheen Pola Negri hem spoedig
volgde, om daar weer onder Lubitsch' regie te
filmen. Ook in Amerika vierde Negri triom
fen, doch na verloop van jaren werd het om
haar heen stilmet vergat Pola Negri.
Op een dag ontving zij, geheel onverwacht,
een aanbod van Rabinowitsch-Pressburger. de
productie-leiders van „Mazurka", om in deze
Willi Forst-film de hoofdrol te spelen.
Pola Negri was verheugd weer in Europa te
kunnen werken en had zeer groote verwach
tingen over haar samenwerking met Willi
Forst, wiens regie-kwaliteiten zij te Hollywood
'oij een privé-voorsteliing van „Maskerade"
hoog schatte.
Ook het draaiboek van „Mazukra" beviel
haar en zij beschouwde het als een gunstig
IK was Jack Mortimer!
in Frans Hals-theafer
Een interessant filmpje, waarin cle nieuwe
filmster, de hond Prince, als opvolger vai^den
beroemden Rin-Tin-Tin eenige frappante
staaltjes van zijn kunnen geeft, gaat aan cle
andere filmen vooraf.
Een zeer uitgebreide Paramount geeft de
plechtige uitvaart van George V van Engeland
We krijgen een zeer duidelijk overzicht van
deze plechtigheid en zien de ontzaggelijke
menschenmenigte, die de uitvaart bijwoonde.