Liefde in de wildernis FEUILLETON Uit het Engelsch van OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden.) 40) Toen draaide ze zich met een korten snik van opluchting om naar Rimington. Hij lag achterover in het gras. Er was een afwezige blik in zijn glinsterende oogen en er kwam een zacht afgebroken gemompel van zijn lip pen. Die Legrand.... die ellendelingom een kind Hij ijlde weer. Haar oog viel op de waterflesch, die een eindje verder lag en ze ging haar halen. De kogel, die haar uit Alec handen had geslagen was er regelrecht doorheen gegaan en er was niet veel water meer in over. Ze gebruikte het om zijn voorhoofd ermee te betten en liet hem wat te drinken en toen 't op was staarde ze wanhopig om zich heen, in de verschroeide, heete vlakte. Ze wist. dat ze in een hachelijke positie waren, dat er nauwelijks hoop voor hen was. Maar ze wilde het niet opgeven. Ze overlegde bij 2ichzelf of ze Rimington niet ergens op een beschaduwde plaats zou kunnen achter laten en zelf naar "het kamp gaan om hulp te halen. Maar ze verwierp die gedachte bijna dadelijk weer; ze kon Rimington in dezen toestand niet alleen achterlaten. Als hij niet ver der kon, zou ze bij hem blijven tot de koorts zou bedaren en als dat niet gebeur de Ze trachtte zich vertrouwd te maken met de gedachte aan den dood, toen Rimington plotseling overeind kroop en zei: We moeten verder, Honor, het kind wacht op me. Toen ging hij strompelend op weg, in Oos telijke richting, en Honor, die begreep, dat zoowel zijn woorden als zijn handelingen een gevolg waren van de koorts, kwam snel naast hem loopen. De uren, die nu volgden, waren'een nacht merrie van moeheid en dorst en pijn; hun weg over de fel-zonnige vlakte was een on beschrijfelijke Mia Dolorosa. Het leek of Rimington, door al zijn fantastische ijlver beelding heen, toch nog het doel van den tocht voor oogen hield. Maar er waren oogen- blikken dat zij bijna niet vooruit kwamen, dat hij dreigde in elkaar te zakken. Het. was een afschuwelijk moment, toen de tweede waterflesch leeg was en Honor, die den heelen ochtend bijna geen teug gedron ken had, zeggen moest, op hceschen, doffen toon: Er is niets meer. Rimington had de flesch van haar aange nomen, er aan geschud en haar toen wegge gooid met een korten, schorren lach, waarop hij weer met een wanhopige krachtinspanning was voortgestrompeld. Honor had de leege flesch teruggehaald en was Rimington ach terna gerend. Toen ze weer bij hem kwam, stond hij onzeker te wankelen en zij sloeg haar arm orn hem heen terwijl ze den zijne over haar schouder legde: ze worstelden sa men verder, zooals ze den vorigen avond ge daan hadden. Toen de zon op haar hoogst stond, zochten ze beschutting; de bedding van een opgedroogde rivier. Daar sliep Honor bijna twee uur. maar voor ze ging slapen had ze als voorzorgsmaatregel haar ceintuur aan de zijne vastgemaakt en die toen in een lus om haar arm geslagen, zoodat zij bij de minste beweging van hem wakker moest worden. Ze ontwaakte een weinig uitgerust. Het is tijd dat we weer op weg gaan, zei ze zoo opgewekt als haar mogelijk was. Hij keek haar even strak aan en schudde toen het hoofd. Samen hebben we geen kans. Ik kan geen tien meter loopen. Je zult alleen moeten gaan. Neen, neen! riep ze heftig, Dacht je dat ik jou hier alleen zou achterlaten? Hoe zou ik je hier aan je lot kunnen overlaten? Als jij niet gaat, blijf ik ook. Ze was haar zelfbeheersching volkomen kwijt, maar hij suste haar en streelde haar zacht, over het haar. Luister eens liefste. Ik ken deze plek hiei\ Van hier uit begint de bodem te stij gen. Ja, dat is zoo. dat is zoo, fluisterde ze, terwijl er iets van hoop in haar hart kwam. Van den bovenkant van de helling kim je het meer zien. Heusch? Weet je het zeker? Als we niet heel ver van de goede rich ting zijn afgeweken, en als dit dezelfde rivier is, die ik ken, weet ik het heel zeker. Het moet op ongeveer zes mijl van h'ier liggen. Maar zes mijl? Dat is een heel eind, indien je niet meer kunt, zei hij. Maar als jij het halen kunt en ik hier blijf Neen, samen! Neen, we halen het nooit. Ik ben op. Maar alleen kun je het wel. Als je het meer voor zonsondergang bereikt en de anderen zijn daar, dan zul je een geweer moeten af schieten om hun aandacht te trekken, want je zult waarschijnlijk aan den anderen kant van het meer uitkomen. Maar jij, fluisterde ze, jij, Alec! Om jou hier achter te laten. Liefste, viel hij haar in de rede, ik ben ervan overtuigd, dat het mijn eenige kans is. Ik zal weer koorts krijgen. Weet je dat zeker? Denk je nu niet alleen aan mij? Want als dat zoo is, ga ik niet. Wees niet koppig kind, zei hij met een poging tot glimlachten, die jammerlijk faal de. Het is de eenige kans voor ons beiden. Als je het haaltprachtig. Anders Zijn woorden overtuigden haar. Goed ik zal gaan, zei ze abrupt. Als ik werkelijk het meer van boven af kan zien, zal ik meteen Luister eens, viel hij haar in de rede. Je moet niet eerst gaan kijken en dan weer terugkomen. Dat zou zonde zijn van den tijd en de inspanning. Als je het meer ziet, moet je meteen verder gaan. Uitstekend, maar we moeten deze plaats op een of andere manier merken, zoodat we haar kunnen terugvinden. Maar hoe? Het was niet gemakkelijk om iets te vinden maar toen ze tegen den oever opgeklommen was, vond ze een verdroogde cactusplant, waaraan ze den band van een geweer bond. God sta je bij, zei hij ontroerd en een oogenblik later was ze begonnen de helling te beklimmen en uit het gezicht verdwenen. Ze was heel moe, haar mond en keel waren droog, haar tong werd hard en pijnlijk, maar ze liep snel door en toen ze den top begon te naderen, legde ze het laatste eindje half hol lend en struikelend af. Bovenaan viel ze en deed ze zich flink pijn, zoodat ze even met gesloten oogen bleef liggen. Wat zou ze zien als ze ze open deed? Als Alec zich eens vergist had? Toen keek ze en uitte een kreet van vreug de. Want ver weg tusschen de heuvels zag ze de glinstering van het water en daarachter een dichten groenen muur. Met een hart vol dankbaarheid stond ze op keek nog eens terug naar de dorre cactus plant met het stukje band eraan en met een vurige smeekbede voor den man, die daar lag tusschen de oevers van de droge rivier, wend de ze haar gezichtje naar het meer, dat daar verweg lag te glinsteren en ze begon haar moeizamen tocht. Het was ongeveer een uur voor zonsonder gang, toen ze op een klein heuveltje stond, aan het smalle einde van het meer, en uit staarde over het water naar Rimington's kamp. Haar gezicht was doodsbleek door haar verbrande huid heen, haar wangen waren ingevallen en haar oogen staarden hol en groot uit diepe kassen. Ze was volkomen uit geput, bijna te verdoofd om nog hoop of vrees te voelen en toch spande ze haar oogen in of ze beweging zag in het kamp. Langzaam en vermoeid lichtte ze haar arm op naar haar oogen, als om iets weg te wisschen, dat haar gezicht belemmerde. Er was half opgedroogd bloed op haar hand en het maakte een veeg op haar voorhoofd. Ze trachtte zich te her inneren waarvoor ze hier gekomen was; ze moest iets doen, wat Toen schoot haar plotseling alles te binnen. Ze lichtte haar geweer op en schoot het af in de lucht. Nog eens en nog eens schoot ze, toen zag ze verscheidene zwarte gestalten uit het kamp te voorschijn komen en ze wuifde met haar zonnehoed. Over het water klonk het geluid van opgewonden stemmen. Twee mannen lieten er een kano in zakken en kwamen naar haar toe roeien. Ze bleef naar hen kijken, tot ze ongeveer een derde van den weg hadden afgelegd. Toen. ging ze op den grond zitten om op hen te wachten en bijna onmiddellijk viel ze in slaap. (Wordt vervolgd.) Sarraut leest de regeeringsverklaring voor tijdens de bijeenkomst van het nieuwe Fransche kabinet voor de Kamer te Parijs In verband met den bouw van de „Prinsendam" op de werf der Rotterdamsche Droogdok Mij. is men bezig de glijbaan onder water te verlengen. Een kuip is gemaakt, waarin twee heimachines de palen slaan yoot de fundeering De 25ste automobielententoonstelling in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam is Vrijdagmiddag door Z. Exc. minister prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen geopend. Een foto tijdens de openingsplechtigheid Voor den bouw van den grooten tunnel onder de spoorlijnen op den rijks weg Yenlo Maastricht ter hoogte van het dorpje Maasniel zijn de diep- boringen begonnen. Het werk op den boortoren De Cranford Handicap Steeplechase werd deze week door .Bagatelle" (rechts) gewonden Na zijn rede in de Lustgarten te Berlijn verlaat Adolf Hitler de meeting Met de restauratie vande,.LangeJan" te Middelburg zal binnenkort een aanvang worden gemaakt. Het bovengedeelte van den toren zal dan weer recht gezet worden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 16