Efficiency in het middenstandsbedrijf.
Het zwarte kind en de
oorlog.
UtcU Ls cUe rueuute HQNIG'S KALFSSOEP
ia
De toekomstige belasting op reizen naar het buitenland
ZATERDAG 1 FEBRUARI 1936
HAAELE M'S dagblad
3
Zeer moeilijk op te lossen probleem.
De bedrijfskosten
Het Economisch Instituut voor den Midden
stand heeft in 1934 een onderzoek ingesteld
bij een aantal kruideniers, slagers, melkhan
delaren en groentenhandelaren naar de kos
ten en winsten in de jaren 1928 en 1933, dus
vóór het eerste crisisjaar en gedurende de cri
sisperiode. Uit dit overzicht blijkt eenerzijds,
dat de omzetten, anderzijds dat de bruto
winsten aanmerkelijk zijn gedaald, terwijl de
bedrijfskosten op hetzelfde niveau zijn geble
ven, in enkele gevallen zelfs zijn gestegen. Dit
resultaat is niet bevreemdend en is in meer
dere of mindere mate bij alle groepen van
middenstandswinkelbedrijven terug te vinden.
De consument heeft van deze omstandigheden
geprofiteerd. Dat geldt in 't bijzonder voor de
eerste levensbehoeften-voorziening. Het is n.l.
gebleken, dat de omgezette hoeveelheden per
winkel in deze branche vrijwel niet zijn
achteruitgegaan. Aangezien het bruto-winst-
bedrag is gedaald, de bedrijfskosten niet gewij
zigd zijn, is dus de belooning voor den win
kelier gedaald. Deze belooning en de bedrijfs
kosten hangen dus nauw met elkander samen.
De consument profiteerde en de verlaging dei-
bedrijfskosten dient dus in de eerste plaats
te geschieden ten bate der distribuenten. De
efficiency van het middenstandsbedrijf is een
der moeilijkste problemen. Moeilijk, omdat in
vele gevallen een gedetailleerd overzicht van
de kosten, welke op het bedrijf drukken, ont
breekt. Daarbij blijft het evenwel niet. Bij de
aanvragen naar steun uit het bekende regee-
ringscrediet, bij de behandeling van talrijke
verzoeken op hulp via de bestaande plaatse
lijke Crisis-comité's, de ervaringen van me-
nigen Secretaris eener Kamer van Koophan
del en Fabrieken en last but not least de on
dervinding van de leiders van vele stands- en
vakorganisaties, overal blijkt, dat er op zeer
verschillend gebied een groot tekort in scho
ling bestaat. Objectiviteitshalve dient vermeld
te worden, dat velen van hen die wij hier be-
critiseeren, door de tijdsomstandigheden een
zekere moedeloosheid vertoonen. Zij missen
de lust tot zelfontwikkeling; zij zijn dikwijls
al te zeer in beslag genomen door drukkende
zorgen. Toch mogen deze omstandigheden
geen oorzaak zijn, dat het bestaande manco
niet royaal onder oogen wordt gezien. Dr.
Muiswinkel merkt dienaangaande in zijn prae-
advies op, dat de toestand der administraties
in 50 procent der gevallen alles te wenschen
overlaat, dat 30 procent over geen enkelen
vorm van boekhouding beschikt en dat in 90
van de 100 zaken een gedetailleerde kosten-
splitsing niet aanwezig is. Dat alles spreekt
boekdeelen en beteekent tevens, dat het stre
ven naar meer efficiency daardoor ernstig ge
remd wordt, dat velen reeds daardoor in den
strijd sneuvelen tegen de andere vormen van
distributie die wij kennen. Bij herhaling is op
de noodzaak tot meerdere ontwikkeling gewe
zen. Tal van instituten beijveren zich in die
richting leiding te geven. Waardevolle rappor
ten zijn op middenstandsgebied in de laatste
jaren verschenen. Dit materiaal heeft alleen
nut, indien het gebruikt wordt. Niet uitslui
tend door hen, die ik middenstands-studie-
menschen zou willen noemen. Maar in de
eerste plaats door hen, die dit materiaal in de
praktijk kunnen toepassen. Lezenswaardig is
in dit opzicht het prae-advies van Mr. Schmal,
een der leiders van het Economisch Instituut
voor den Middenstand te 's-Gravenhage, bij
gelegenheid van de Efficiency-dagen in 1929
uitgebracht. Een enkele opmerking daarover
moge nog volgen. Zoo blijkt, dat de betaalde
huren (en) of de exploitatie van een eigen pand
vermeerderd met de betaalde loonen tezamen
meer dan 50 procent der bedrijfskosten vor
men. In deze beide factoren schuilen dus de
eerste bezuinigingsobjecten. Wat de huur-
post betreft kan nog worden vermeld, dat het
„zitten" op een zoogenaamd goeden stand
voor menig winkelier een te groote bekoring
heeft. De prae-adviseur herinnert er in dat
verband aan, dat tal van winkelbedrijven zich
gespecialiseerd nebben op zoogenaamd „uit-
brengwerk", dat deze als het ware geen klan
ten behoeven te trekken en daarom met min
der duren stand kunnen volstaan. Daarnaast
neemt de loon-post een zeer belangrijke plaats
in onder de algemeene distributiekosten. Het
gaat daarbij niet alleen om het absolute be
drag, hetwelk aan loonen wordt uitbetaald,
maar in deze loonen weerspiegelt zich dikwijls
ook de zoo noodzakelijke juiste arbeidsver
deling. Tal van factoren spelen daarbij een
rol. Eenerzijds vraagt de consument „service",
dikwijls tot in het overdrevene toe. Daardoor
is de winkelier dikwijls huiverig een of meer
leden van het personeel te ontslaan. Het be
houd van klanten is vooral in dezen tijd
een niet te verwaarloozen factor. De consu
ment is verwend geraakt, in menig geval heeft
men hem verwend gemaakt. Hij beseft niet,
dat mede daardoor de bedrijfskosten ongunstig
worden beïnvloed. Aan winkelinrichting, het
ver doorgedreven systeem van „bezorgen", de
zichtzendingen, de reclamekosten enz. worden
groote kapitalen besteed. Menigmaal staat de
winkelier machteloos. Concurrentie-overwe-
gingen dwingen hem in het koor mede te
zingen. Daartegenover staat, dat het voor den
winkelier van essentieel belang is nauwkeurig
na te gaan of zijn personeel geschikt is met
het koopend publiek om te gaan. Het toetsen
der verkoopprestatie mag feitelijk niet achter
wege blijven. En tenslotte spelen ook sociale
overwegingen een rol. Ontslag van personeel
wordt in het winkelbedrijf veelal zoo lang mo
gelijk uitgesteld.
Alles bijeen genomen staat wel vast, dat ver
laging van een belangrijk gedeelte der be
drijfskosten alleen kan geschieden door mede
werking van 'anderen. Toch zal dit voor den
betrokken winkelier geen aanleiding mogen
zijn het streven naar efficiency na te laten.
Bruto-winst en bedrijfskosten.
Reeds meer dan eens heb ik er op gewezen,
dat de consument nog altijd geneigd is te
spreken over de abnormale winstmarge, de af
zetterij enz. van den winkelier. Men denke
slechts aan onze groentenprijzen. In groote
massa's worden de meest kostelijke bodempro
ducten vernietigd. Ze zijn onverkoopbaar.
Waarom vraagt de „groentenboer" ons dan
voor een bloemkool 15 cent. Onmiddellijk daar
op volgt dan de beschuldiging bovenbedoeld.
De niet-oppervlakkige beoordeelaar weet be
ter. Hij begrijpt om bij dit voorbeeld te blij
ven dat de veilingprijzen der groenten en
de winkelprijzen zonder meer geen vergelijk
bare objecten zijn. Hij begrijpt, dat in een
bepaald bedrijf niet alle verkochte goederen
een zelfde winstmarge opleveren, dat men dus
rekening moet houden met een collectiviteit
en geen conclusies mag trekken op één be
paald artikel. Hij begrijpt ook, dat de win
kelier recht heeft op belooning voor zijn ar
beidsprestatie en dat hij rekening heeft te
houden met zijn bedrijfskosten. Ook op dit ge
bied heeft het Economisch Instituut voor den
Middenstand baanbrekend werk verricht. In
een vijftal gemeenten werd een onderzoek in
gesteld naar de vaste lasten in den detailhan
del. Een 165-tal winkeliers waren in deze
enquête betrokken. In 4 van de 5 onderzochte
gemeenten waren de bedrijfskosten met inbe
grip van het gewaardeerde loon voor eigenaar
en medewerkende huisgenooten hooger dan de
bruto-winst. Niet minder dan 117 van de 165
winkeliers werkten met een negatief econo
misch resultaat. Deze gegevens spreken voor
zichzelf.
Heeft nu overbezetting in het detailbedrijf
'n prijsverhoogende werking? Daarover is men
het niet eens. De eene „school" zegt: inder
daad is dat het geval: de andere staat lijn
recht daartegenover. Het is de bekende Mid
denstandsadviseur Dr. Tobi geweest, die reeds
in 1931 op dit vraagstuk de aandacht heeft ge
vestigd, door de detaillisten in twee groepen te
splitsen, een groep van detaillisten van ..gelij
ke economische grootte" en een van detaillis
ten van „ongelijke grootte". De laatstbedoelde
groep zal door de onderlinge concurrentie ge
dwongen worden tot prijsverlaging, maar een
teveel in de groep van detaillisten van gelijke
grootte zal oorzaak zijn tot prijsver hooging
ten nadeele van de consumenten. Dit stand-
put van Dr. Tobi wordt niet gebaseerd op con
crete gegevens. Trouwens, het feitenmateriaal
op dit gebied is uiterst schaarsch. Vooralsnog
meen ik, dat de overbezetting in het detailbe
drijf op den duur tot prijsverlaging leidt. Ab
solute zekerheid zal eerst verkregen worden
indien wij over voldoende materiaal de be
schikking krijgen.
MOLLERUS
Margarine in een trek-
automaat.
Rechercheurs van den Controle-dienst der
Crisis Zuivel Centrale hebben Vrijdagavond
in Amsterdam-Noord een goeden slag gesla
gen. Reeds lang bestond vermoeden tegen
een persoon uit Landsmeer, die voorgaf te
handelen in trek-automaten, doch die in
werkelijkheid, naar men met vrij groote ze
kerheid wist, in margarine zou handelen.
Op den Klaprozenweg wachtte omstreeks
zes uur een drietal controleurs uit Den Haag
en een uit Amsterdam hun slachtoffer op,
dat tegen dien tijd daar moest passeeren.
Lang liet de bewuste auto, waarmede de
margarine dagelijks vervoerd zou worden,
niet op zich wachten, waarna men tot aan
houding overging
De personenauto werd grondig doorzocht,
doch men vond er slechts een trek-automaat
in. Veiligheidshalve bracht men toch alles
maar over naar het politiebureau aan den
Adelaarsweg. waar het onderzoek werd voort
gezet. De automaat werd verbroken en men
vond in de ruimte, die zoogenaamd bestemd
is voor de looden knikkers, welke dit spel
zoo aantrekkelijk maken, twee kisten mar
garine. voorzien van de wikkels van een der
bekendste en grootste margarinefabrieken
uit Rotterdam.
Terwijl de verdachte in het bureau in be
waring bleef, stelden de controleurs een on
derzoek in de woning van Van S. te Lands
meer in, dat evenwel geen verdere resultaten
opleverde. De aangehoudene, die inmiddels
op vrije voeten is gesteld, wordt verdacht
van het zelf maken van margarine, zoo de
vereischte consenten ontduikend, waarmede
hij zich reeds geruimen tijd bezig zou heb
ben gehouden. Naar de herkomst der wik
kels wordt een onderzoek ingesteld. Men
vermoedt namaking. hoewel diefstal niet uit
gesloten wordt geacht. Auto, trekautomaat
en margarine zijn in toeslag genomen en ver
verbeurdverklaring wordt verwacht.
Positie van de „Kerkplein"
onveranderd.
De positie van de „Kerkplein" is na Dins
dagavond onveranderd. De wind is steeds
Zuidelijk, terwijl Zuid-Westelijke of Weste
lijke wind, of wel springtij, wenschelijk zijn.
Deze laatste kan 9 Februari verwacht wor
den. De laatste dagen stond alleen de sleep
boot „Humber" in verbinding met de .Kerk
plein". Deze sleepboot is Vrijdag door de
„Hoek van Holland" vervangen.
Zeppelindienst Amsterdam
Batavia.
De heer Bronsing bij dr. Hugo Eckener?
AMSTERDAM, 31 Januari (A.N.P.) Uit
Genua ontving het A.N.P. Vrijdag een tele
gram (dat wij reeds in een groot deel onzer
vorige oplage hebben opgenomen) meldende
dat tusschen dr. Hugo Eckener en vertegen
woordigers uit Nederland te Genua een over
eenkomst was geteekend voor een lucht-
schipdienst tusschen Amsterdam en Batavia.
Verder zou bij de onderteekening van deze
overeenkomst de mogelijkheid zijn bespro
ken in Genua een tusschenlandingstation op
de nieuwe lijn te vestigen. Bij informaties
te bevoegder plaats verneemt het A.N.P. dat
hoewel nog geen bericht uit Genua was ont
vangen, bovenstaand telegram in dezen vorm
niet als juist kan worden beschouwd. De
heer A. F. Bronsing heeft op zijn reis naar
Ned.-Indië de gelegenheid benut dr. H.
Eckener te Genua te ontmoeten en met hem
een bespreking te hebben over de reeds lang
bestaande plannen van het syndicaat voor
luchtschipverkeer met Ned.-Indië, waarvan
de heer Bronsing voorzitter is.
I)
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1886.
1 Februari:
Uit den Gemeenteraad:
O.a. kwam in behandeling een ont-
werp-besluit tot oprichting eener Bur
gerschool voor lager onderwijs, te
openen 1 September a.s., aan het Klein
Heiligland, tegen een schoolgeld van
20.per jaar. Op deze school zal
onderwijs worden gegeven in de begin
selen der Fransche taal.
De voorz. gevoelde zich gedrongen,
als zijn overtuiging uit te spreken, dat
de Raad beter had gedaan met in dezen
een anderen weg in te slaan. De heer
Figee heeft het plan ondersteund met
het oog op de werklieden, die naar het
buitenland gaan. Dit doel zou evengoed
te bereiken zijn door aan een kostelooze
en een der Tusschenscholen des avonds
les in het Fransch, maar ook voor
namelijk in het Engelsch te geven, dat
volgens spreker veel meer noodig was.
We speelden zoo prettig, we speelden zoo blij!
Waar waren gelukkiger kind'ren dan wij?
Ons Moedertje.fzorgde met Vader altijd,
Wij kind'ren, Jh-e hadden een heerlijken tijd.
Toen kwamehAüt zee, uit een vreemd, ver,
ver land
De blanken met bommen en 't zwaard in de
hand.
En Vader moest weg en hij keerde niet weer.
Toen snikte lief Moedertje 't deed me zoo
zeer.
En 't dorp is vervuld van gekerm en geween.
Want harten van blanken zijn harder dan
steen.
Maar eensklaps.wat was dat voor
vrees'lijk gerucht?
„Ze gooien met bommen! Vlucht allen!
Vlucht, vlucht!!
Maar Moedertje ziek, met klein broertje op
schoot
Een bom en een gil! en mijn Moeder was
dood.
En 't dorp was vervuld van gekerm en
geween.
Want harten van blanken zijn harder dan
steen.
Ik stond als verstijfd. Wie begrijpt zulk
een wee
Maar vluchtende menschen. die trokken me
mee.
„Vlug! Vlug! Naar 't gebergt'! Ons gered in
een grot!"
Hier wachtte ons allen een vreeselijk lot.
Geen dak en geen voedsel. Is nergens dan
raad?
Denkt niemand er aan hoe 't ons, kinderen,
gaat?
„Laat kinderkens komen tot Mij", sprak eens
Eén,
„Laat naadr'n ze vrij en verhinder er geen".
Hij sprak niet van „blank" en Hij sprak niet
van „Zwart",
Hij gunde aan allen een plaats in zijn hart.
Maar 't land is vervuld van gekerm en
geween.
Want harten van blanken zijn harder dan
steen.
En gij, die dit leest, blanke man, blanke
vrouw.
Is 't hart, om ons kinderleed, zwaar u van
rouw?
C. TH. M. BOON.
Rotterdamsche Droogdok Mti.
krijgt veel werk.
Nu opdracht voor bouw van een tankboot.
Door de Standard Vacuum Oil Comp. t
New York is aan de Rotterdamsche Droogdol
Mij. der, bouw opgedragen van een tankbooo
van 15.000 ton, van denzelfden inhoud als
het schip dat vroeger door dezelfde onderne
ming aan de Rotterdamsche Droogdok Mij.
in opdracht werd gegeven. Deze belang
rijke opdracht zal wederom aan duizenden
handen werkgelegenheid geven.
Strenger optreden tegen auto
piraten gevraagd.
Door Eerste Kamerleden.
Bij het afdeelingsonderzoek van de Justitie-
begrooting voor 1936 zagen verscheidene
Eerste-Kamerleden zich tot hun leedwezen
weder genoopt, critiek uit te oefenen op het
beleid van den minister van Justitie, met
name op het stuk van de gezagshandhaving.
Anderen achtten deze critiek overdreven,
omdat zij van bedachtzaamheid bij gezags
handhaving goede resultaten verwacht
ten.
In verband met de steeds veelvuldiger vóór
komende pleziertochtjes met andermans
auto's drong een aantal leden aan op spoedige
invoering van art. 37 der Wegenverkeerswet,
desnoods vóór deze wet verder ingevoerd kan
worden, welk artikel dit misbruik als zelf
standig misdrijf strafbaar stelt.
Algemeen werd aangedrongen op het nemen
van maatregelen ter bestrijding van de bal
dadigheid onder de jeugd. Enkele bevalen
voor bestraffing van jeugdige overtreders
plaatsing in werkkampen aan.
De aandacht werd gevestigd op een leemte
in onze wetgeving n.l. het ontbreken van
eenig gezag, dat geroepen is een uitspraak
te geven met bindende kracht tegenover allen
in geval van geschil over het Nederlander
schap of Nederlandsch onderdaanschap.
Verscheidene leden waren van oordeel. Jat
het uniformverbod onvoldoende toepassing
vindt.
(Adv. Ingez. Med
door Pief van der Hem
De fiscus-poliep vindt een nieuwe prooi