Sarraut in de meerderheid.
THIJS IJS IN DE KNEL
De Britsche Monarchie.
Werd Kondylis vergiftigd?
Engeland en Rusland.
Twintig negers levend
verbrand.
Slaapt U slecht?
ZATERDAG 1 FEBRUARI 1936
HA ARE EM'S DAGBEAD
4
BUITENLAND
Kamer aanvaardde een radicaal-socialistische
vertrouwensmotie met 361 tegen 196 stemmen.
Socialisten stemden vóór.
FRANKRIJK.
De stemming in de kamer heeft tot
resultaat gehad, dat 361 stemmen voor
de regeering en 165 tegen haar wer
den uitgebracht. De regeering heeft
derhalve een meerderheid van 196
stemmen behaald.
Nadat de uitslag der stemming be
kend was geworden, werd de zitting
der Kamer verdaagd tot Dinsdag a.s.
De socialistische fractie besloot na lang
durige besprekingen met 52 tegen 25 stemmen
vóór het kabinet te stemmen. Overeenkomstig
de partijdiscipline stemde de geheele fractie
vóór.
De tekst van de door Perfetti, radicaal so
cialist, voorgestelde en door de Kamer aange
nomen motie, waarop de regeering de kwestie
van vertrouwen had gesteld, luidde als volgt:
,.De Kamer, die de verklaringen der regee
ring goedkeurt, spreekt haar vertrouwen in de
regeering uit, daarbij elke toevoeging van de
hand wijzend, en gaat tot de orde van den dag
over."
De communist Peri deèlde mede dat de com
munisten voor het eerst niet tegen een kabinet
zouden stemmen, ofschoon de minister-presi
dent destijds de woorden: „Het communisme,
dat is de vijand", had gebezigd en ondanks de
aanwezigheid van ongewenschte elementen in
de regeering. Doch de communisten werkten
mede aan den val van Laval en zien in deze
regeering slechts een, welke Laval is opge
volgd.
Sarraut gaf in zijn rede in de eerste plaats
een uiteenzetting van de motieven, die hem
er toe gebracht hadden zich met de formatie
van een kabinet te belasten en keerde zich
daarbij tegen de bewering, dat zijn kabinet
onder invloed van de communisten, de vrij
metselaars. of andere groepen tot stand zou
zijn gekomen. Hij alleen draagt de verant
woordelijkheid voor de samenstelling van het
kabinet. Hij heeft gewild, dat prominente per
soonlijkheden uit alle partijen zouden mede
werken. Wanneer het hem niet gelukt is dezen
voor zich te winnen, moet hij toch in ieder
geval zekere onjuiste beweringen omtrent de
z.g. ondergrondsche motieven der regeerings-
vorming van de hand wijzen.
Voortgaande keerde Sarraut zich tegen het
blijven voortduren van de binnenlandsche po
litieke tegenstellingen. Als voorbeeld haalde
hij Engeland aan, waar op het moment van
belangrijke gebeurtenissen alle partijen eens
van zin aaneengesloten stonden. Spr. zelf is
voorstander van een concentratie:
Het verdere,-gedeelte van de verklaringen
van Sarraut was'gewijd aan den invloed van
het midden der 'kamer. DaarBif trachtte hij
die leden van zijn kabinet, die in het bijzonder
tijdens de debatten waren aangevallen, te ver
dedigen, in het bijzonder generaal Maurin.
Sarraut ontkende, dat deze technisch adviseur
van Schneider-Creusot was. Op vragen be
treffende het regeeringsprogram zeide hij, dat
de regeering zou streven naar een verzachting
van dé bezuinigingsverordeningen. Bovendien
zal het kabinet in het bijzonder zijn aandacht
wijden aan de werkloozen.
Een buiging in de richting van Herriot ma
kende, zeide Sarraut verder, dat Frankrijk aan
den Volkenbond trouw zou blijven. „Wij ge-
looven. zoo zeide hij, aan de noodzakelijkheid
van den Volkenbond, aangezien wij aan de
noodzakelijkheid van de collectieve veiligheid
gelooven. ,,Spr. en zijn kabinet zullen zorg
dragen voor een onpartijdige afwikkeling van
de .-verkiezingen.
De verklaringen van Sarraut werden met
bijval door de linksche partijen ontvangen,
terwijl van den rechtsehen kant veelvuldig ge
ïnterrumpeerd werd. Er volgde een pauze in
de zitting, teneinde den fracties gelegenheid
te geven te beraadslagen over haar houding
bij de stemming.
Volgens een ander bericht zou
hij schijndood zijn.
Reuter meldt' uit Athene: Aangezien het
gerucht ging dat Generaal Kondylis zou zijn
vergiftigd werd besloten tot lijkschouwing
over te gaan.
Vele leidende persoonlijkheden, leden van
hef corps diplomatique en duizenden anderen
begaven zich naar de woning van Generaal
Kondylis voor het afleggen van een bezoek van
rouwbeklag. De begrafenis-plechtigheden zul
len Zondag a.s. in de Kathedraal plaatsvinden.
Omtrent den plotselingen dood van Kondylis
wordt nog gemeld, dat hij overleed tijdens een
onderhoud met een Kamerlid.
Iedere poging hem nog te helpen was ver-
geefsch.
Stefani verneemt uit Athene, dat
de vrees werd uitgesproken, dat Kon-
dylis niet dood zou zijn, doch slechts
schijndood. Daarom is besloten dat
het lichaam 24 uur onder observatie
zal blijven, alvorens het zal worden
begraven.
Over het leven van Kondylis, waaruit wij
gisteren reeds eenige voorname bijzonder
heden hebben vermeld, zij nog medegedeeld,
dat generaal Kondylis, in 1879 in Prusso, in
de provincie Eurytanië geboren werd. Na vol
tooiing van zijn gymnasiale studiën in 1896
nam hij als vrijwilliger deel aan de revolutie
van Kreta. In de jaren 1905 tot 1908 was hij
tijdens de Macedonische gevechten lid van de
vrijscharen. De veldtochten van 1912 tot 1918
maakte hij mede ais officier van het gewone
leger. In 1919 streed hij tegen de bolsjewiki op
Russisch grondgebied en tegen de Turken in
Klein-Azië.
Tengevolge van den verkiezingsnederlaag
van Kondylis in ^November 1920 nam hij ont
slag en ging hij naar Constantinopel, waar
hij ijverig voor Venizelos werkzaam was. In
1922 keerde hij naar Griekenland terug, werd
divisiecommandant op Kreta en onderdrukte
daar in 1923 een militaire beweging van mo
narchisten.
Een belangrijke rol heeft Kondylis voorts
gespeeld tijdens de dictatuur van Pangalos.
Zoolang deze met het parlement samenwerkte,
verleende Kondylis hem steun, doch toen hij
onomwonden de dictatuur instelde, keerde
Kondylis hem den rug. Enkele maanden later
echter keerde Kondylis weer naar Athene te
rug, bracht Pangalos ten val, riep admiraal
Kondoeriotis tot president der republiek uit,
zette nieuwe verkiezingen door en trad ver
volgens af. Hij begaf zich naar Frankrijk, van
waar hij eerst in 1930 terugkeerde.
Als minister van oorlog in het kabinet
Tsaldaris deed Kondylis daarna wederom
zijn intrede in. het politieke strijdperk. Het
Macedonische oproer werd door hem krachtig
onderdrukt. In dezen tijd van zijn leven vol
trok zich ook zijn bekeering van Venizelist tot
monarchist. De Octoberdagen van 1935 werden
tot het keerpunt in de geschiedenis van het
hedendaagsche Griekenland. Kondylis heeft
in dezen ommekeer een beslissende rol ge
speeld. Op 10 October nam hij de leiding,
bracht Tsaldaris ten val en vormde een eigen
regeering. De republiek werd afgeschaft. Bij
de door Kondylis op 3 November georgani
seerde volksstemming bleken 98% der uitge
brachte stemmen voor het herstel der monar
chie te luiden. Tot aan den terugkeer van den
koning verliepen nauwelijks drie weken. Het
kwam echter spoedig tot een verwijdering
tusschen den koning en Kondylis, aangezien
de koning voorstander was van een algemeene
amnestie. Desondanks stond Kondylis bij de
verkiezingen van 26 Januari j.l. aan het hoofd
van de monarchistische partijen. Hij kon ech
ter niet verhoeden, dat de partijgangers van
Venizelos als sterksten uit den strijd te voor
schijn kwamen.
Chineesch munitiedepot in de
lucht gevlogen.
50 personen zouden gedood zijn en
100 gewond.
Naar het Russische Tass-agentschap uit
Sjanghai meldt,, zou dezer dagen het muni
tiedepot van Nendoukau in de nabijheid van
Peking door onbekende oorzaak in de lucht
zijn gevlogen. Bij de ontploffing zijn 50 per
sonen om het leven gekomen, terwijl 100 per
sonen werden gewond. Ongeveer 250 huizen
werden vernield. (A.N.P.)
ZWEEDSCHE ROODE KRUIS HEEFT DE
GENEEFSCHE CONVENTIE NIET
GESCHONDEN.
STOCKHOLM, 3 1 Januari (A.N.P.) Het
ministerie van buitenlandsche zaken spreekt
het bericht tegen dat het Zweedsche gezant
schap te Rome betreffende het officieele Ita-
liaansche legerbericht 108, waarin gesproken
wordt over kisten munitie, die gevonden
zouden zijn bij de bagage van een aan het
Somalifront buitgemaakte Zweedsche ambu
lance, een verklaring heeft afgelegd. Het mi
nisterie heeft van den Zweedschen consul in
Addis Abeba een verklaring ontvangen, welke
ook in overeenstemming is met de verklarin
gen van het personeel aan het bestuur van
het Zweedsche Roode Kruis en waarin ten
stelligste de bewering wordt tegengesproken,
dat de ambulance in strijd met de Geneefsche
conventie, munitie bezeten of vervoerd heeft.
Het personeel van de ambulance kan er niet
verantwoordelijk voor gesteld worden, wan
neer munitie geladen mocht zijn in de vracht
wagens van de ambulance, nadat zij tenge
volge van 'n plotselingen aanval van een ge
motoriseerde Italiaansche afdeeling in de
steek was gelaten.
Den Zweedschen gezant te Rome is op
dracht gegeven in deze aangelegenheid een
diplomatieken stap te doen.
VEILIG VOOR GRIEP EN KEELPIJN
De antiseptische tandpasta Ivorol zui
vert den mond van bacteriën en
vermindert daardoor besmettingsgevaar
in tijden van griep en verkoudheden.
(Adv. Ingez. Med.)
Litvinof's bezoek aan den Koning.
Onze Londensche correspondent schrijft:
Verscheidene vertegenwoordigers van bui
tenlandsche regeeringen, die ter gelegenheid
van de begrafenis van Koning Geprge V in
Londen zijn of geweest zijn, hebben blijkbaar
de gelegenheid aangegrepen met vertegen
woordigers van de Britsche regeering van ge
dachten te wisselen over zaken welke niet
rechtstreeks verband hielden met het hoofd
doel van hun komst. Bijzondere belangstel
ling gaat in dit verband uit naar Litvinof, den
officieelen vertegenwoordiger van Rusland
voor de begrafenis. Hij is de eerste Sovjet-mi
nister die in Buckingham Palace is ontvangen.
Hij maakte deel uit van de buitenlandsche
staatslieden met wie Koning Edward sprak ge
durende de receptie in het paleis aan den
vooravond der begrafenis. En hij behoorde ook
tot hen aan wie Z.M. Woensdag een particulie
re audiëntie verleende. Litvinof heeft ook een
onderhoud gehad met leden van het Kabinet.
Hij dronk Woensdag koffie met den Foreign
Secretary en bracht later een bezoek aan den
Premier.
Men gelooft niet dat dit alleen beleefdheids
bezoeken zijn geweest. Het is bekend dat Rus
land credieten zoekt in Engeland en het is ook
bekend dat verscheidene takken van nijver
heid in Groot Brittannië zich met uitbreiding
van den Engelsch-Russischen handel ten zeer
ste gebaat zouden achten. Men heeft enkele
weken geleden hooren gewagen van een groo-
te Britsche leening aan Rusland, welke zou
worden gebruikt om Engelsche machines te
koopen; en een klein deel er van zou worden
gebruikt om oude schulden, die Rusland bij
Engeland heeft, af te lossen. Het nieuwe Rus
land erkent deze schulden van het oude Rus
land weliswaar niet, maar het zou wel te vin
den zijn voor een gedeeltelijke erkenning, in
dien dit voorwaarde zou moeten zijn voor een
groot crediet. Het Foreign Office, dat blijk
baar iets van zijn oude bezwaren tegen Sovjet
Rusland heeft prijsgegeven om redenen van
internationaal-politieken aard, heeft reeds
zijn zegen gegeven aan' dit credietplan.
Het initiatief voor de hierboven genoemde
bezoeken is uitgegaan van Litvinof. Het is
ondenkbaar dat hij, afgescheiden van de fi-
nancieele aangelegenheid, geen politieke
kwesties heeft aangeroerd. Rusland is een
factor van zeker gewicht, niet alleen in de
politieke verhoudingen in Europa, maar even
zeer in de verwikkelingen die, in toenemende
mate onrustwekkend, rond het westelijk deel
van den Grooten Oceaan rijzen. Litvinof's be
wegingen mogen doen veronderstellen dat
Rusland zooals dat wat .teeder heet, een wit
voetje zoekt te krijgen bij het Britsche Rijk.
Vóór de rouwweek hebben Eden en Litvinof
nog langdurig onderhandeld en geen staats
man in Genève heeft daar hartelijker en.war
mer hulde gebracht aan de nagedachtenis van
Koning George dan de Russische volkscommis
saris van Buitenlandsche Zaken.
Vreeselijke dood in een celwagen.
Reuter meldt uit Scottsboro (Alabama) 31
Januari: Door het in brand geraken van een
celwagen zijn 20 negers om het leven geko
men. Zij waren opgesloten in een ijzeren kooi
van een gevangenis-auto, waarmede zij wer-
de vervoerd naar de plaats, waar zij aan den
weg werkten.
In verband met de hevige koude hadden de
bewakers hen toegestaan een vuur in den
wagen aan te leggen. Dit deelde zich evenwel
mede aan een vat benzine, zoodat de geheele
auto in brand vloog.
Het was een hel van vlammen.
De bewakers slaagden er slechts in twee
van de negers te redden. Alle lijken zijn on
herkenbaar verminkt.
De beide bewakers, welke den wagen verge
zelden liepen ernstige brandwonden op bij de
pogingen de slachtoffers te redden
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING.
Thijs bedankt den edelen Rolleboon wel twintig maal, maar die
vindt, dat hij niet eens zooveel bijzonders gedaan heeft. „Ik kon je
toch moeilijk als varkentje laten rondloopen," zegt de reus lachend.
„Maar mqt die twee boosdoeners moet ik nog een hartig woordje
spreken," voegt hij er nog aan toe, waarna hij Tani en Klabbas dood
kalm in zijn binnenzak steekt!
Thijs en Sim nemen dan afscheid van hun machtigen vriend en
keeren naar huis terug. Rolleboon kijkt hen nog langen tijd over de
boomen en heuvels na en het spreekt vanzelf, dat Thijs en Sim zich
nog dikwijls omkeeren om hem toe te wuiven.
Onderweg vertelt Thijs in de puntjes hoe hij de heks in handen
viel en hoeveel angst hij in die griezelige kooi heeft uitgestaan. Sim
luistert in spanning toe en beiden zijn het er over eens, dat de afloop
van het avontuur niet mooier had kunnen zijn.
Edward VIII als Prins van Wales.
Door Wickham Steed,
den bekenden Engelschen journalist.
Rudyard Kipling, die achtenveertig uur voor
zijn vriend, Koning George V, stierf, heeft
ruim dertig jaar geleden de kern van de Brit
sche monarchie in acht regels vastgelegd. Hij
constateert daarin: „Alles wat wij aan vrij
heid bezitten, alles, wat we gebruiken en we
ten, hebben onze vaderen lang geleden voor
ons verworven. Oude rechten, die even onop
gemerkt als de adem, welke wij inhalen, tot
ons waren gekomen, werden tot wet zonder dat
iemand er zijn toestemming voor gegeven
had. Lans en fakkel, opstand, staal en de gan
zenveer ontrukten den Koning deze rechten
langzamerhand volkomen. Totdat tenslotte
onze vaderen, na bloedige jaren, vaststelden,
hoe de Koning een der onzen en de eerste on
der zijn gelijken is.
Zaterdagmorgen den 18den Januari, toen
Koningin Mary en haar gezin al reden hadden
te vreezen, dat de uren van den Koning ge
teld waren, stuurde Koningin Mary een tele
gram van deelneming van haar en den Ko
ning naar mevr. Kipling, waarin zij zeide: „Wij
zullen om hem rouwen, niet alleen als een
groot nationaal dichter, maar ook als een per
soonlijk vriend van vele jaren".
Dit telegram en de vriendschap, die het ons
openbaart want Kipling heeft er nooit over
gesproken symboliseert de verandering
welke getreden is in de positie van de Kroon
sinds het einde van de vorige eeuw. Kipling
had Koningin Victoria beleedigd, toen hij haar
eens de „Weduwe van Windsor" genoemd had.
Daarom weigerde zij hem tot „Poet Laureate"
te bevorderen. Koning Edward VII bewonder
de den dichter in zekeren zin, doch begreep
weinig van hem. Koning George V vereerde
Kipling en deelde diens gevoelens.
Koningin Victoria, beschouwde haar on
derdanen, haar. Dominions haar leger en
vloot als h a a r persoonlijke bezittingen. Ko
ning Edward VII begon te beseffen, dat'hij en
de Kroon tot de natie behoorden en dat de
gene, die op den troon zit, de eerste dienaar
van het volk moet zijn. Koning George aan
vaardde en verheugde zich over het proces, dat
de monarchie geleidelijk veranderde in een
bezitting, in plaats van den bezitter, van het
volk. Koning Edward VIII heeft gezworen zijn
vader's voetstappen te zullen drukken. Hij
volgt op in een koninklijk ambt, dat de meest
geëerbiedigde van alle Britsche openbare in
stellingen is geworden en dat in het geheele
Gemeenebest erkend wordt als vertegenwoor
digende de hoogste moreele, politieke en sociale
waarde.
Pas zeven jaar geleden werd Koning George,
toen hij van een zware ziekte herstelde, zich
bewust van de diepte der sympathie, welke
zijn eenvoudige en eerlijke plichtsvervulling
als Eerste Burger in aller harten teweeg had
gebracht. Slechts enkele maanden tevoren
had hij er aan getwijfeld of zijn arbeid werke
lijk nut had en hij had dien twijfel tegenover
•den Eersten Minister kenbaar gemaakt. De
menigten, -die zich dagelijks om -het
Buckinghampaleis -verzamelden om nieuws
óver den koning te vernemen, begonnen de
onzekerheid te verdrijven. De indrukwekken
de bewijzen van volksgenegenheid, die hij en
de koningin in Mei van het vorig jaar gedu
rende de jubileumfeesten ontvingen, brach
ten over hem en haar een zoo groot geluk
als zij nimmer tevoren gekend -hadden.
Koning Edward VHI kan het volkomen bui
ten dien vroegeren twijfel van zijn vader stel
len, ofschoon hij als monarch altijd nog in
ruimere mate het volksvertrouwen moet win
nen, dan hij als Prins van Wales, verwierf.
Hij had geen veiliger stap in deze richting
kunnen doen dan hij deed op den eersten dag
van zijn bewind, toen hij beloofde de positie
van zijn moeder, Koningin Mary, als Koningin
en als Eerste Vrouwe des lands te zullen be
schermen.
Elk zijner handelingen zal met toegewijden
ijver worden bestudeerd. Niet alles, wat hij in
de laatste twee jaar gezegd en gedaan heeft,
is aan de critiek ontsnapt. Hij scheen op som
mige oogenblikken de zekerheid in zijn op
treden te hebben verloren, welke vroeger
zoo kenmerkend voor zijn woorden en daden
was. Toen hij verleden zomer, op een oogen-
blik dat een Britsche deputatie van oud-strij
ders op het punt stond een bezoek te brengen
aan Duitschland, zeide „Wij zijn alles van
den Oorlog vergeten", ging er een afkeurend
gefluister door het geheele land. Hij heeft dat
gefluister gehoord en er wellicht bijzondere
aandacht aan gewijd. Het is geen gewoonte
van de Engelschen hun Prinsen ongewaar-
schuwd te laten.
In een radiorede, naar aanleiding van den
dood van koning George gehouden, sprak
de heer Baldwin als eerste minister eenige
treffende zinnen uit, die naar wij hopen
koning Edward VHI ter harte zal nemen. Zij
luidden
„Aller oogen zijn op hem gericht, nu hij
zijn's vader's platas zal innemen; hoewel hij
geen vreemdeling in het publieke leven is,
staat hij thans voor verantwoordelijkheden,
die een nog grooter inspanning en nauwge
zetheid eischen, dan totnogtoe van hem ge
vraagd werd. Hij komt tot zijn volk in de
kracht van zijn jaren. Men kent hem reeds
in het geheele Britsche Rijk. Thans wordt hij
geroepen zijn groote gaven van geest en hart
aan zijn volk te wijden. Hij is evenals zijn
vader het toonbeeld van koninklijk beleid,
deugd, wijsheid en volharding".
Mijn vluchtige persoonlijke bekendheid met
den nieuwen koning geeft mij de overtuiging,
dat hij tegen de verantwoordelijkheid opge
wassen is en dat hij er van zal maken, wat
er van te maken is. Hij beschikt over een
groote bekwaamheid en is ongewoon snel van
begrip. Zijn wegen zullen niet, kunnen niet
die van zijn vader zijn. Meer gaan zij de
richting uit van die van zijn grootvader,
Koning Edward VXE.
Een herinnering schiet mij te binnen,
waarbij hij zijn talent toonde om een be
paalde omstandigheid een geslaagde wending
te geven.
Circa vijftien jaar geleden keerde Edward
te Londen terug na een langdurig en ver
moeiend bezoek als Prins van Wales aan
Canada, de oudste Dominion. De burgemees
ter van Londen gaf te zijner eere een groot
banket. Alle vooraanstaande persoonlijk
heden uit de politieke, sociale en diplomatieke
wereld waren aanwezig. Men ging er heen
om er hulde te brengen aan den Prins van
wien men een oppervlakkig relaas van zijn
reizen verwachtte: maar de grootste aantrek
kelijkheid vormde de speech, die de heer John
W. Davis, de gezant der Vereenigde Staten
te Londen- vermaard om zijn welsprekend-
heid zou afsteken als antwoord op de
toespraak van den Frins, terwijl hij ver
volgens een dronk op den burgemeester zou
instellen.
Ik zat tegenover den Amerikaanschen ge
zant en zag een stapeltje zorgvuldig voorbe
reide aanteekeningen naast zijn bord lig
gen. Lloyd George, toen Eerste Minister,
toastte op de gezondheid van den Prins in
een korte en humoristische improvisatie, die
tal van geestige zetten bevatte. Toen de Prins
opstond om te spreken had hij voor al die
opmerkingen een gevat antwoord. Vervolgens
nadat hij een papier dat voor hem lag ter
zijde had geworpen, sprak hij langer dan een
half uur over Canada, het Britsche Empirium
en de Vereenigde Staten in een taal zóó
warm en boeiend, dat zijn auditorium tot een
spontaan enthousiasme gevoerd werd.
Toen het applaus, dat na deze rede was
losgebarsten, weggestorven was, ging er zoo
iets als een zucht door de zaal. Het scheen
te willen zeggen: „Nu zullen we de vorme
lijke redevoering van den Amerikaanschen
gezant hebben te verdragen. Wat een narig
heid!" Op dat oogenblik zag ik, hoe de
Amerikaansche gezant zijn stapeltje notities
naast zich op den grond zette. Toen stond
hij op en zei langzaam: „Ik heb de eer te
drinken op de gezondheid van zijn edelacht-
baren den burgemeester". Nadat hij dit ge
zegd had, ging hij weer zitten. Het applaus,
dat op deze woorden volgde, was bijna, nog
luider en langduriger, dan dat, waarmede
men de toespraak van den Prins begroet
had. Hij had begrepen, dat zijn welspre
kendheid, na de speech van den Prins, mis
plaatst geweest zou zijn.
Aan 't front in Frankrijk en Italië, tijdens den
wereldoorlog, in-Canada, Indië, Zuid-Afrika,
Australië en Nieuw Zeeland, overal toonde
de Prins zich als iemand, die spoedig de
sympathie wist te verwerven, als een man
van helder verstand en nimmer falende tact.
In Indië, waar de Hindoe-nationalisten stem
ming tegen hem gemaakt hadden, verbrak
hij alle voorzorgen en gebruikelijke regels
en won hij de harten van vijftig millioen
paria's of „onaanraakbaren" door zich tus
schen hen te begeven. En op deze wijze gaf
hij de Brahmanen uit de hoogere kasten
tevens een noodzakelijke les in menschen:-
liefde. In zijn eigen land staat hij zeer dicht
bij het volk. Hij heeft gewerkt, niet alleen
gesproken, voor de werkloozen en per
soonlijk alle door den nood getroffen ge
bieden bezocht. Hij heeft de sympathie van
de groote massa der bevolking achter zich.
Internationaal is Edward als koning een
onbeschreven blad. Ik geloof echter, dat hij
te verstandig is om zijn eigen oordeel boven
dat van zijn ministers te plaatsen. In ieder
geval verdient hij ons - onbevooroordeeld
respect. Eén ding is zeker; de jongeman, die
den oorlog in al zijn verschrikkingen heeft
gezien, zal voor geen enkel voorstel of intrige,
welke schadelijk voor den vrede is, te vin
den zijn. Hierin is hij eensgezind met alle
volkeren, die bij voorbaat hun hoop op den
vorst gevestigd hadden:.
(Nadruk verboden).
N MIJNHARDT'S
ZENUW-TABLETTEN
Koker 40 en 75 ct
(Adv. Ingez. Med.)
Italiaansche troepentransporten
naar Afrika.
Ruim 50.000 man Alpentroepen
binnen een maand.
De manschappen worden „in
stemming" gebracht.
(Van een specialen correspondent).
ROME, Vrijdagavond.
In vervolg op de mededeeling van giste
ren, dat een nieuwe lichting Alpentroepen en
een regiment artillerie zijn gevormd, wordt
thans bericht, dat deze troepen reeds naar
de koloniën zijn vertrokken. Dit beteekent,-
dat meer dan 50.000 man lAperitroepen bin
nen één maand tijd naar de koloniën zijn
vertrokken, waaruit blijkt, dat maarschalk
Badoglio in het vervolg gebruik zal maken
van soldaten, die gewend zijn aan den strijd
in bergachtige streken en van inheemsche
troepen in plaats van de troepen, die hij tot
nu toe tot zijn beschikking heeft gehad.
Eveneens wordt gemeld, dat de reserve
officieren van de luchtmacht van de lichting
1912 weer voor onbepaalden tijd onder de
wapens zijn geroepen met het oog op den
„dringenden toestand".
Het feit, dat 10.000 man carabinieri (mili
taire politie) naar de koloniën zullen wor
den gezonden, bewijst eveneens met hoeveel
zorg de Italianen de toekomst bezien. Deze
politie zal het veroverde gebied bewaken en
de bestaande oolitieposten versterken. Het
corps carabinieri, die hun faam hebben te
danken aan de dagen, dat Sicilië in handen
der bandieten was. zal geheel worden ge
reorganiseerd en uitgebreid.
Men doet al het mogelijke om de man
schappen in afwachting van hun vertrek
naar Oost-Afrika in een zoo goed mogelijke
stemming te brengen. Zij mogen gratis van
de tram gebru'k maken, naar den Dierentuin
en de bioscoop gaan, op voorwaarde, dat zij
zich overal in hun koloniale uniform en
hoofddeksel vertoonen.
(Copyright News Clironicle-A.N.P.)