Nadenken en oplossen.
20.
Het zwijgrecht van den
Verdachte.
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1936
HAARDE M'S D A G B E A D'
Onze wekelijksche puzzle-rubriek
Met prijzen van 5,
2 en vijf van 1 gulden
De oplossing van puzzle no. 19.
Velen hebben deze week hun inzending aan
den ondergeteekc-nde doen toekomen van het
„denkprobleem" van ,:De Zeemeeuw". En vrij
algemeen kwam men tot de conclusie, dat
de gevraagde naam Smit moest zijn. Las
men het verhaal nauwkeurig door, dan kwam
men tot het volgende:
De hofmeester kan geen biljetten inzame
len en daarom draagt de kapitein aan Smit op
één der aekmatrozen daarmee te belasten.
Dus kapitein en hofmeester heeten niet Smit.
Smit is dus de machinist of één der dekma-
trozen. De aangewezen dekmatroos, die niet
Smit heet. roept nu Willemse te hulp, waar
na de biljetten den hofmeester worden over
handigd. die Jansen opdraagt ze te tellen. Als
Jansen daarmee bezig is, blijft d-~ dekmatroos
die ze ingezameld heeft dus Willemse bij
hem voor controle. De dekmatrozen heeten
dus Jansen en Willemse, de MACHINIST heet
SMIT.
Deze opgave inspireerde verschillende in
zenders tot dichten. Ik wil een berijmde op
lossing hier laten volgen, een inzending van
den heer A. F. Beeks, te Haarlem:
De Zeemeeuw was een mooie schuit,
Met weinig equipage;
Hun namen weten we voluit.
Maar we kennen niet den drager.
Toch kennen we hun aller rol:
Drie hoofdpersonen zijn er;
Twee 't lijdend voorwerp (is 't niet dol?),
De keus wordt daardoor kleiner!
Het lijdend voorwerp valt er af,
Dat kunnen we al missen.
Moeten uit hofmeester, kapitein,
Of machinist beslissen.
Eén van de drie de man heet Smit
Hem wordt hier wat bevolen,
Door den kap'tein, want heusch zoo zit
De zaak hier toch verscholen!
De hofmeester draagt niet deez' naam,
De kap'tein kan 't ook niet wezen,
Zoo moet dan Smit de derde man,
De machinist wel wezen.
Het lijstje van onze prijswinnaars ziet er
deze week als volgt uit
Onze HOOFDPRIJS: VIJF GULDEN: M. M.
van Putten. Korte Vlamingstraat 1, Haar
lem.
De TWEEDE PRIJS: TWEE GULDEN:
Mevr. M. Wilgenhof, Havenstraat 4, Heem
stede.
De VIJF TROOSTPRIJZEN elk een bedrag
van EEN GULDEN:
P. v. d. Wiel, Burg. Enschedélaan 36, Sant
poort-Dorp.
R. v. Wetter, Zomerkade 163, Haarlem.
C. Heierman, Duinoordstraat 12, Haarlem.
Mej. L. Kuiper, Wijkerstraatweg 3, Velsen-
Noord,
J. H. Buytendijk, Kritzingerstraat 9, Haar
lem-Noord.
De Mr.-Nadenker-prijs.
Tof mijn groot genoegen heb ik bemerkt,
dat ook de jeugd deze rubriek niet ongelezen
laat! Uit oe vele inzendingen werd de prijs
het spannende boek toegekend aan:
Vera Tesch, Spaarnelaan 4. Haarlem, die mij
bij gelegenheid misschien wel eens wil schrij
ven" hoe zij dit boek gevonden heeft?
Onze administratie verzendt een dezer dagen
de prijzen
Onze
nieuwe
puzzle
no.
OOK EEN NEDERLANDSCH ELFTAL.
Onlangs bladerende in een catalogus van
een der schoonste Nederlandsche musea, het
Mauritshuis to 's-Gravenhage. las ik ook de
namen van een aantal onzer groote "schilders.
Het Zondagmiddagconcert
der H. O. V.
Onder leiding van Frit-s Schuurman zal
Zondagmiddag in het Gem. Concertgebouw
een concert gegeven worden met den bekenden
Hollandschen zanger, Luc Louman, bas, als
solist in een aria uit „Die Schöpfung" van Jos.
Haydn en een solo uit het „Requiem" van
Verdi.
Het concert opent met de Sinfonie Concer
tante van Jos. Haydn (viool: Hans Bijvanck;
violoncel: Louis van Maanen: hobo: A. H.
Vente en fagot: P. ten Bosch). Verder vermeld
het programma Voorspel tot „Tristan en
Isolde" van Richard Wagner en als slot „Les
Préludes" van Fr. Liszt. Het eerstvolgend
leden-concert vindt plaats op Vrijdag 14 Feb.
met Hanny Scheffelaar Klots als soliste
(Raadselconcert)
Enkele dier namen zijn verwerkt tot een
puzzle, die ik hier laat volgen:
Uit onderstaande woorden moeten de na
men gevormd worden van elf beroemde Ne
derlandsche schilders.
Wie uwer zendt mij dit elftal?
OPGAVE.
I Snars Half.
II Roet Put Pa Lus.
ni Rag Deur Do.
IV Claim Soes Ena.
V Lof Jas Zes Ier.
VI Goot Hiep Heerd.
VII Vazen Mijter Han BramSr
Dr. N. N.
VIII Va Re Jas Blond Yuca.
IX Er Mes Hen Jan Over.
X Cent Hier Cedel Door Hom.
XI Lei Warm Slim.
(Denk bij nummer X eens aan een ..Hond"!)
Men zende de oplossing aan: Mr. Na-
denker van Haarlem's Dagblad te Haarlem,
vóór a.s. Woensdagmiddag 4 uur. Met het
oog op de vele andere correspondentie
voor ons blad bestemd, gebruike men a.u.b.
géén andere adresaanduiding.
Iedere abonné kan
slechts één oplossing in-
zenden. Het hierbij afge
drukte „identitéitsplaatje"
P. 20 Puzzle no. 20.)
moet aan de oplossing
worden gehecht of er op
geplakt worden. Niet op
de envelop van inzending,
x maar op de oplossing
I 9 zelf.
Wmm Als hoofdprijs stellen
wij wederom beschik
baar een bedrag van
vijf gulden, als tweeden
prijs twee gulden, bene
vens vijf troostprijzen van één gulden, welke
zoo snel mogelijk per postchèque aan de prijs-
winners worden toegezonden.
Oplossing en uitslagworden geplaatst in
ons blad van a.s. Zaterdag.
Zendt men deze oplossing per post, dan kan
dit niet als drukwerk geschieden.
Briefwisseling over de puzzle-rubriek kan
alleen gevoerd worden, als postzegel voor ant
woord ingesloten is.
MR. NADENKER.
MIDDELBAAR ONDERWIJS.
B. en W. stellen aan den raad voor den
heer J. F. A. Rozenhart te Haarlem te be
noemen tot tijdelijk leeraar in de aardrijks
kunde en geschiedenis aan de Hoogere Bur
gerschool A met 5-jarigen cursus.
OVERPLAATSING VAN SCHOOLHOOFDEN.
B. en W. van Haarlem stellen aan den raad
voor den heer M. A. van Heuven over te
plaatsen als hoofd van school 11 (Spaarnwou-
derstraat) naar school 3 (Tuchthuisstraat
en den heer H. M. W. Bandel als hoofd van
de Montessorischool in de Bakkerstraat naar
school 41 in de Allard Piersonstraat.
De voorgestelde wijziging
van art. 29 W. v. S.
Naar aanleiding van het wetsontwerp,
strekkende om een wijziging te brengen in
het bepaalde bij artikel 29 van het Wetiboek
van Strafvordering, schijnt het mij niet
overbodig leeken op dit gebied hiervan een
nadere uitlegging te geven. Gemakshalve zij
hier dan eerst de tekst van genoemd artikel,
voor zoover van belang, vermeld:
„In alle gevallen waarin iemand als ver
dachte wordt verhoord onthoudt de verhoo-
rende rechter of ambtenaar zich van alles
wat de strekking heeft een verklaring te
verkrijgen waarvan niet gezegd kan worden
dat zij in vrijheid is afgelegd. De verdachte
is niet tot antwoorden verplicht. Hiervan
wordt hem, behalve in het geval van be
handeling zijner zaak ter terechtzitting,
vóór het verhoor mededeeling gedaan. Van
deze mededeeling wordt in het proces-ver
baal van het verhoor melding gemaakt".
In dit artikel, en vooral in den eersten
volzin, liggen voor den verdachte de belang
rijkste waarborgen opgesloten dat van hem
geen bekentenis worde verkregen door
dwangmiddelen, strikvragen of op andere
unfaire wijze, zooals dit wel geschiedde in
den tijd toen de z.g.n. inquisitoire proces-
vorm gehuldigd werd. Toen toch werden nog
wel eens klachten geuit dat vooral de lagere
minder ontwikkelde opsporingsambtenaren
onbehoorlijke middelen gebruikten om den
verdachte tot spreken te dwingen, midde
len die nu juist niet altijd geschikt waren
om het gezag van de politie te verhoogen.
Het voorschrift van dezen eersten volzin
heeft dan ook in de practijk een heilzamen
invloed uitgeoefend en dat wil het thans
aanhangig wetsontwerp dan ook ongewijzigd
laten. De drie daaropvolgende volzinnen ech
ter wil het ontwerp laten vervallen; dus de
bepalingen dat de verdachte niet verplicht
is te antwoorden en dat zulks hem bij het
begin van ieder verhoor moet worden mede
gedeeld.
Zooals de Minister van Justitie ook op
merkt in de toelichting tot dit ontwerp is
er van den beginne af tegen deze voor
schriften gedeeltelijk ontleend aan het En-
gelsche strafproces, dat overigens op geheel
andere leest is geschoeid veel oppositie ge
voerd. Men redeneerde: het doel van ieder
strafproces moet zijn de geheele waarheid
in de onderzochte zaak naar voren te bren
gen. Dit is een algemeen belang en ieder is
verplicht in de zaak licht te verschaffen, die
over materiaal daartoe beschikt, in de eerste
plaats degene tegen wien het vermoeden is
gerezen, dat hij het strafbare feit heeft ge
pleegd. Wie echter aldus redeneert zou het
bijzonder belang van den verdachte geheel
aan het algemeen belang ondergeschikt wil
len maken hetgeen juist het onderzoek naar
de waarheid ernstig zou kunnen schaden.
Hoewel het dus ook moreel beschouwd onge-
wenscht is. een verplichting tot antwoorden
voor den verdachte in de wet vast te leggen,
acht de Minister een tegenovergestelde be
paling zooals thans bestaat eveneens over
bodige
De grootste tegenstand bestond echter
reeds direct tegen de verdere voorschriften
en deze tegenstand kwam vaak in scherpe
bewoordingen tot uiting. Zoo scbreef Prof.
van Heynsbergen. destiids subst. officier van
Justitie, in een artikel aan dit onderwerp
gewijd, over „het dwaze en ziekelijke van het
voorschrift, uitspruitsel van een zwakken
geest, die eenerzijds het verhoor van den
verdachte te wreed vond. anderzijds den
moed miste nm het verhoor af te schaffen"
en verder: ..het is beschamend en een symp-
toom van decadenten tijdgeest dat de wet-
2.Q 6ENEVEP
ROOD-EN ZWART MERK.
(Adv. Ingez. Med.)
gever zelf het gezag der overheidsorganen
ondermijnt
Waarom het te verhalen dat de wetgever
het. voorschrift heeft opgenomen om de po
sitie van den verdachte in het strafgeding
zoo gunstig mogelijk te maken? het moest
met alle geweld een wetboek pro reo (vóór
den beschuldigde) zijn en het is het gewor
den ook".
Ook het lid der Tweede Kamer «destijds
President der Rechtbank te Tiel) Mr. van
Rappard liet zich reeds in de vergadering
der Tweede Kamer van 1 Dec. 1927 minder
vleiend over dit artikel uit als volgt-:
..Mijnheer de voorzitter! Ik kom thans tot
het bespottelijkste artikel dat in het nieuwe
wetboek van strafvordering een plaats heeft
gekregen.De practijk heeft bewezen, dat
dit een onzinnige bepaling is en, ik hoop het
te bewijzen, ook niet altijd in het belang van
den verdachte. Vanwege mijn ambt heb ik
dit artikel natuurlijk tal van keeren moeten
toepassen en telken male wanneer ik dat
deed heb ik bij mij zelf gedacht: die ver
dachte zal mij wel voor een idioot houden.
En het is dan ook wel voorgekomen dat na
dat den verdachte mededeeling was gedaan
dat hij niet tot antwoorden verplicht was op
de vragen, deze zeide: ..Waarom waagt u
mij dan iets; waarom laat u mij dan hier
komen?"
Niettegenstaande deze felle kritiek is het
artikel tot heden steeds ongewijzigd in het
Wetboek van Strafvordering blijven staan.
Men heeft waarschijnlijk eerst eens willen af
wachten hoe het voorschrift ,.op den duur" in
de practijk zou werken. Maar nu toch enkele
wijzigingen in bedoeld wetboek behoorden te
worden aangebracht heeft de Minister van
Justitie het een goede gelegenheid gevonden,
de schrapping van de bestreden bepalingen
voor te stellen, waardoor de bovengenoemde
felle critici tenslotte gelijk hebben gekregen
.indien het voorstel tenminste wordt aan
genomen
Ook ondergeteekende meent dat voor het
voorstel alles te zeggen is daar de bepalingen
in de practijk niet die uitwerking of vaak
een tegenovergestelde uitwerking hebben
gehad als men er van verwacht had. De
meesten die van een strafbaar feit beticht
werden, terecht of ten onrechte, willen zich
juist gaarne uiten; tegen dezulken is een
mededeeling dat zij niet behoeven te ant
woorden dan ook feitelijk overbodig. En bij
een verdachte die zich van schuld bewust is
en zich heeft voorgenomen zijn mond stijf
dicht te houden heeft een dergelijke mede
deeling juist dikwijls tot gevolg dat hij zijn
ondervragen achterdochtig aanziet alscf hem
een valstrik wordt gespannen en dan in een
stortvloed van woorden er allerlei uitflapt
wat hij eerst zorgvuldig had willen verzwij
gen.
Verder kan het voorkomen, dat een ver
dachte tegenover de politie, den Officier van
Justitie en den Rechter-commissaris halstar-
rig blijft zwijgen, doch als hij op de openbare
terechtzitting komt (waar hem volgens het
artikel niet op zijn „zwijgrecht" behoeft te
worden gewezen) wèl wil spreken, waarbij
feiten aan het licht komen, die een nader
vooronderzoek vereischen, feiten, die waren
zij direct bekend geweest, de schuld van den
verdachte hadden verlicht. Het gevolg daar
van is uitstel van de behandeling van de zaak.
ten nadeelen van den verdachte en tijdver
spilling.
Een ander bezwaar tegen de bepaling is dat
vaak tevoren niet vaststaat als er een misdrijf
of overtreding is gepleegd wie als verdachte
moet worden beschouwd. Neem bijv. een ern
stige botsing van twee of meer auto's, waarbij
verschillende bestuurders betrokken zijn; de
politie komt ter plaatse en wil gaan ver-
hooren; tegen welke der bestuurders moet hij
dan zeggen: gij behoeft mij niet te ant
woorden! Men weet toch niet direct wie als
verdachte uit het onderzoek zal te voorschijn
komen. Ook krijgt de opsporingsambtenaar, al
is hij met den besten wil bezield om het
wetsvoorschrift toe te passen, dikwijls niet de
kans zijn waarschuwing tegen de verdachte
te uiten, daar deze direct zijn euveldaad be
rouwvol bekent. Moet dan de ambtenaar ter
stond, desnoods „met den sterken arm" ver-
dachte's mond snoeren en hem op zijn zwijg
recht wijzen? Dit zijn alle practischen bezwa
ren, die thans algemeen gevoeld worden.
Daarbij komt dan nog dat de Hooge Raad
der Nederlandeh, heeft uitgemaakt, dat het
nalaten van die voorgeschreven mededeeling
geen nietigheid tengevolge heeft van een
vonnis, waarbij van een verklaring van den
verdachte tot het bewijs zou zijn gebruik ge
maakt, zoodat slechts mag worden gehoopt
dat het thans aanhangige wetsontwerp het
Staatsblad spoedig moge bereiken.
EEN JURIST.
TE KOOP V001' geldbelegging of zelf bewoning:
enkele zeer gunstig gelegen perceelen.
^J|r PRIJZEN VANAF 4800.—"IC
Inlicht. Makelaarskantoor h. W. VROLIJK,
Heussensstr. 16, nabij Kleverlaan, Telef. 23693
(Adv. Ingez. Med.)
Doopsgezinde school aan het
Groot Heiligland.
Het bestuur van de scholen der Vereenigde
Doopsgezinde Gemeente te Haarlem deelt
aan de gemeente Haarlem mede, dat het
voornemens is nieuwe banken en borden aan
te schaffen ten behoeve van zijn school voor
gewoon lager onderwijs aan het Groot Heilig
land 10, alhier en verzoekt darvoor de be
noodigde gelden uit de gemeentekas te ver
strekken ingevolge art. 72 der Lager-onder-
wijswet 1920.
Uit een ingesteld onderzoek is aan B. en W.
gebleken, dat bedoelde banken en borden
voorziening behoeven en dat door inwilliging
van het verzoek de normale eischen aan het
geven van lager onderwijs te stellen niet
worden overschreden, zoodat de kosten daar
van. op grond van dat artikel, behooren te
worden vergoed.
Volgens raming van het bestuur zou voor
deze vernieuwing een bedrag van f 3.60f
noodig zijn. doch adressant heeft zich bereid
verklaard, voor het geval van gemeentewege
in goeden staat verkeerende banken en bor
den kunnen worden verstrekt deze te aan
vaarden.
Het ligt in het voornemen van B. en W.
het gevraagde uit den voorrard te verstrek
ken. waarvan de waarde wordt geschat op
f 1.675. Voor herstelling en schilderen van die
meubelen worden de kosten begroot op f 900.
Mobilisatievergadering der
S. D. A. P.
Ir. Albarda spreekt. Inwijding der
Plan-vlaggen.
Geheel was de groote zaal van het Gem.
Concertgebouw Vrijdagavond gevuld. Daar
werd nf. een groote mobilisatievergadering
van den plaatselijken raad van de S.D.A.P.
en van den H.B.B. gehouden.
De secretaris van de plaatselijke federatie,
de heer F. Albrecht. deelde mede, dat de
voorzitter van den plaatselijken raad. de
heer Engels, door lichte ongesteldheid ver
hinderd was aanwezig te zijn. Vroeger zou
de oud-voorzitter, S. P. Doek. de vergadering
hebben geopend, doch deze was. naar spre
ker meedeelde, ziek. Hij stelde daarom voor
den heer Doek een bloemenhulde te brengen,
welk voorstel door de aanwezigen werd toe
gejuicht.
De Jonge Spelers voerden na dit openings
woord een tooneelstuk op. Daarin werd het
eenvoudige ruilin-gssysteem van de middel
eeuwen als basis gesteld voor een nieuw
systeem in den huidigen tijd. waarbij geld
slechts als ruilmiddel wordt gebruikt en dat
een functie moet zijn van een Plan van den
Arbeid.
Vervolgens sprak lr. J. W. Albarda. Het zou
dwaas zijn de Nederlandsche regeering ver
antwoordelijk te stellen voor de huidige cri
sis. begon spr. Die is een verschijnsel van het
kapitalistische stelsel. Wel mogen wij de re-
geering aansprakelijk stellen voor de uit
komst van het crisisbeleid. De regeering heeft
zich gesteld op het standpunt der oude libe
rale economie. Zij meent, dat geen positieve
economische maatregelen helpen, doch dat
het ziekteproces, dat een genezingsproces is.
zijn natuurlijken loop moet hebben. Naar
die gedachte richtte zich het vorige kabinet
reeds. Ook het kabinet Colijn volgt die me
thode. Nu is het oogenblik gekomen om te
vragen: heeft deze aanpassingsmethode
eenig uitzicht op herstel gebracht? Ieder
moet. zeide spr., die vraag ontkennend be
antwoorden.
Sedert 1929 is er in den Nederiandschen
handel geen verbetering gekomen. De cijfers
van in- en uitvoer zijn ongunstiger gewor
den. Het totale inkomen der in de belasting
aangeslagen Nederlanders was in 1930
f 4.367.000.000, in 1934 f 3.044.000.000
Het aantal werkloozen bedraagt thans
417.0C0. De politiek der regeering -heeft geen
enkele verbetering gebracht, zeide spr. Wij
zijn steeds meer achteruitgegaan.
De cijfers van den Volkenbond geven aan.
dat in tal van andere landen een begin van
herstel is gekomen. In Nederland is dit niet-
zoo.
Ziedaar de bevestiging van onze critiek en
waarschuwing, vervolgde spr. Want wij heb
ben steeds de regeering gewaarschuwd: Uw
theorie van verlaging van het levenspeil in
overheidsdiensten en in het particuliere be
drijfsleven gaat niet op. Want het gaat er
om of de groote massa des volks genoeg
koopkracht heeft om de producten op te ne
men. Gij maakt de massa echter armer en
vernielt de koopkracht".
Wij SD.A.P. en N.V.V. hebben tot nu toe
voornamelijk in de verdedigende positie ge
staan. In October 1935 is een nieuwe politiek
ingeluid, toen op het congres in Utrecht het
Plan van den Arbeid werd aangenomen.
Thans springen we uit de loopgraven dei-
verdediging om een aanvallenden strijd te
voeren voor een constructieve socialistische
politiek.
Het Plan van den Arbeid bestaat uit twee
gedeelten. Het eerste is liet crisisplan, het
tweede is het plan tot socialistische orde
ning in de kapitalistische maatschappij.
Spr. behandelde eerst het crisisplan. Het
Plan van den Arbeid wil geen onteigening
van kapitaal voor vermeerdering van koop
kracht, het is geen bedelbrief.
Het wil een productieve werkgelegenheid
verschaffen in tegenstelling met de pogingen
in andere landen o.a. Italië Wij willen nuttig
werk verrichten, waarvoor 3 jaar twee honderd
millioen gulden per jaar beschikbaar moet
worden gesteld. Van die 200.000.000 wordt
ongeveer een derde aan arbeidsloon uitge
keerd. 55.000 arbeiders worden daarvoor di
rect uit de werkloosheid verlost. Door hun
tewerkstelling, die opleving van de nijverheid
tengevolge heeft, kunnen nog ongeveer 20.000
ax-beiders aan het werk worden gesteld. Door
het besteden van hun loon verhoogen zij met
zestig millioen gulden de koopkracht. Boven
dien zullen de vaste lasten worden verlaagd,
wat ook een verhooging der koopkracht met
veertig millioen gulden geeft.
Dit brengt opleviixg in allerlei bedrijven in
het land. Naar berekening kunnen zoo 45.000
arbeiders weer aan het werk. De schooltijd zal
met een jaar moeten worden verlengd, zoodat
meer ontwikkeling en plaats voor volwassenen
wordt bereikt. Dringend is de eisch tot ver
korting vaix de arbeidsweek tot veertig uur.
Een advies van den Hoogen Raad van Arbeid
heeft verklaard, dat door invoering van de
veertiguren week in sommige bedrijven 37.000
arbeiders meer werk kunnen vinden. Ook voor
den midenstand en de ondernemersklasse zal
de uitvoering van het Plan voordeelen bren
gen. Maar vooral aan de jeugd wordt uit
komst gebracht, zij kan weer werkzaam zijn
in het productieproces.
Men komt ons tegemoet met bergen van
bezwaren. Wij hebben de uiterste voorzichtig
heid betracht bij de vaststelling van cijfers
en wij heben een lijst gepubliceerd van wer
ken. die kunnen worden uitgevoerd. Het zijn
werken, waarvan we zeker weten, dat aan de
uitvoering ervan behoefte bestaat. Spr. gaf
een opsomming van deze werken, alle. naar
hij zeide. bestaande plannen. De werkmoge-
lijkheid bestaat dus. Nu het kapitaal. Men
zegt, het geld is er niet en als het er is, dan
krijgt ge het niet. Wij zullen het noodige
geld moeten leenen. Van het totale vermogen
van hen die onder de vermogensbelasting val
len. elf en een half milliard, zal toch wel zes-
hondei'd millioen beschikbaar zijn. Daarvoor
moeten wij het vertrouwen en de medewerking
van kapitaalbezitters hebben. In de Ver. Sta
ten en in Zweden is zulk een vertrouwen ge
komen en is het geld vei-schaft. Ik ben over
tuigd, zeide spr., dat als het vertrouwen ge
wekt wordt in Nederland het geld te ver
krijgen is. Is dit niet het geval, dan gebiedt
het belang van het volk dat er een gedwongen
leening wordt uitgeschreven.
Er zijn machten, die ons onze vrijheden,
lang geleden verkregen, willen afnemen. Het
nationale goed, de gewetensvrijheid, willen
aanhangers van het dictatorschap ons ont-
rooven. Die vrijheid is onmisbaar voor ons
leven. Daarom moeten wij vechten niet alleen
voor materieele belangen, doch ook voor gees
telijke. Dus mogen wij overgaan tot een ge
dwongen leening.
Hoe krijgen we de medewerking echter?
Voor het Plan moeten wij een volksovertuiging
winnen, die de regeering bezielt met een ver
trouwen. Dan zal het geld er komen en het
werk worden volbracht.
De regeering doet thans al aan werkver
ruiming op kleine schaal. Doch daarmee ver
ruimt men niet het economisch leven. Uit
voering van vele openbare werken ineens, dat
kan uitkomst scheppen.
Over het tweede deel van het Plan gaf spr.
ook eenige uiteenzettingen. Dit deel wil een
geordende voortbrenging invoeren. Het stre
ven naar winst in concurrentie moet plaats
maken voor ordening in de productie. Spr.
besprak de uitgewerkte nieuwe ordenings
systemen voor industrie, landbouw, verkeer,
middenstand.
„Zoo komen wij met het Plan van den Ar
beid om de crisis te verdrijven en een begin
van socialisatie te brengen. Het is een ge
durfd plan. maar het wordt gedragen door
enthousiasme.
De inleiding voor de actie voor het Plan
slaagt buitengewoon goed. wij zullen de actie
niet laten verzwakken. De wanhoop is ver
dreven, het vertrouwen is gewekt, de ernst,
blijft en het geloof bestaat dat wij
met samenwerking het Nederlandsche volk
zullen laten behouden zijn democratische be
zittingen. Daarom allen tezamen een macht
vormen om het Nederlandsche volk te voeren
uit de crisis door middel van het Plan van
den Arbeid.
Een langdurig applaus beloonde den spreker
voor zijn enthousiaste rede.
Onder trompetgeschal kwamen daarop de
vaandeldragers met hun nieuwe vaandels
binnen en marcheerden naar het podium. De
heer Albrecht hield een toespraak cix droeg
de planvlaggen over. De Stem des Volks zong
tot slot socialistische liederen.
Vrouwen Vredesgang.
Op Volkenbondsdag.
Men schrijft ons:
Voor de derde maal zal op 18 Mei (Volken
bondsdag) de Vrouwen Vredesgang worden
gehouden. Het is genoegzaam bekend welk
een diepen indruk deze betoogir.g. die in 1934
en 1935 te Den Haag werd gehouden, heeft
gemaakt.
Dit jaar zal de Vredesgang te Amsterdam
plaats vinden, waarvoor toestemming bij B.
en W. is aangevraagd.
De leiding'voor de propaganda in Neder
land berust bij een Centraal Comité, daartoe
benoemd door de hoofdbesturen van den Alg.
Ned. Vrouwen Vredebond en den intern. Vrou
wenbond voor Vrede en Vrijheid. Dit Centraal
Comité bestaat uit de volgende leden:
Mevrouw E. J. Miolée-Riem Vis. Presidente
Haarlem. Mevrouw E. W. Groot. Secretaresse,
Stuverstraat 3. Haarlem, Mevrouw F. de Koe-
de Laat de Kanter, Scheveningen. Mevrouw
J. E. de Vries-Ypeiiaan, Amsterdam
Plaatselijke Comité's worden geïnstalleerd,
die onder leiding van het C. C. de plaatse
lijke propaganda voeren. Een plan van actie
is opgemaakt en verzonden
Het C. C. zoi-gt voor internationaal contact,
zoodat zoo mogelijk in vele landen op 18 Mei
a.s. een Vrouwen Vredesgang wordt gehouden.
Ook de vorige jaren werd in den vreemde hot
Nederlandsche voorbeeld nagevolgd. Alle
vrouwen, zonder onderscheid van godsdien
stige overtuiging of politieke gezindheid, kun
nen aan den Vi-ouwen Vredesgang deelnemen.
Het is niet noodig te verzekeren, dat bij de
toenemende ooi-logsdreiging een betooging als
de Vrouwen Vredesgang grooter x-echt van be
staan heeft gekregen. Krachtiger nog dan ooit
te voren willen de vrouwen en moeders getui
gen van haar wil tot vrede, Een goede gele
genheid daartoe is de massale Vredesuiting
der Vi'ouw op 18 Mei (Volkenbondsdag).
Het Centraal Comité vangt zijn werkzaam
heden aan in het vertrouwen dat, op 18 Mei
1936 èn door grooteren opkomst èn door nog
dieperen ernst en stilte de indruk naar binnen
en buiten versterkt eix een kracht ten goede
in de wereld gezonden zal worden."
VEREENIGING VAN BOUWONDERNEMERS.
Dezer dagen is opgericht de „Vereeniging
van Bouwondernemers te Haarlem en Om
streken".
In het bestuur werden gekozen de heerexi
D. Zonneveld, voorzitter, W. Lolkus secretaris
A. Volkers, A. J. Kuiper, J. P. Meijer, J. Blok
ker en A. Lessing.
Opvoering van een revue.
Voor een weldadig doel.
Op 18 Januari jl. is door leerlingen der
H. B. S. A. te Haarlem in den Stadsschouw
burg, die geheel uitverkocht was, met groot
succes een revue opgevoerd. In de pers werd
daarover geschreven:
„De „leilfiguren" uit de revue waren twee
werkloozen, die in hun ledige uren allerlei
wederwaardigheden beleven, waaruit natuur
lijk heel wat materiaal voor een revue te
peuren is. Er waren verscheidene aardige en
oorspronkelijke invallen, die vlot en frisch
werden uitgevoerd, zoo b.v. het tafereel met
het kennisorgel, „Loutje" op de Gr. Markt (in
badpak, vanwege bezuinigingen) en de leeraar
die zijn 50.000ste les had gegeven.
Uitstekend waren ook de negen „dancing-
girls", allerbeminnelijkst in fraaie costuum-
pjes, die een staaltje revue-dansen lieten zien,
waar menig beroepsgezelschap een voorbeeld
aan kon nemen.
De heer J. W. Wichers, de regisseur, kan
op een succes terugzien; wat hij van de uit
voering gemaakt heeft, is bewonderenswaar
dig. en lokte terecht langdurigen bijval na het
slottooneel uit.
Ook de décors mochten er zijn en deden
het prachtig. Buitengewoon aardig was de
bloementuin; in dit verband willen wij tevens
mej. Corrie Prinsen, de „ontluikende bloem"
een pluimpje geven voor haar bekoorlijken
dans."
Van verscheidene zijden is de opmerking
gemaakt, dat het te betreuren zou zijn, indien
dezer revue, waarvoor o.a. prachtige décors
zijn geschilderd en die ook overigens uitmun
tend verzorgd was. slechts éénmaal vertoond
zou worden. De betrokken verecniging „Die
Raeckse" en haar adviseurs hebben zich nu
bereid verklaard de opvoering te herhalen
voor een liefdadig doel en wel op Zaterdag 29
Februari a.s. in den Stadsschouwburg.
Het batig saldo zal ten goede komen aan
de Vereeniging voor hulpbehoevende Kraam
vrouwen, welker financiën dringend verster
king behoeven.
Het is te hopen, dat de schouwburg te klein
zal blijken om alle belangstellenden te bevat
ten. die tevens het hunne willen bijdragen,
om het succes van dezen avond te bevorderen;
temeer, waar hier de schooljeugd zich spon
taan in dienst stelt van oen maatschappelijk
doel; de leniging van den nood van minder
bedeelden. Om dezen avond zoo goed mogelijk
te doen slagen heeft zich voor den kaartver
koop een Comité gevormd.
Voorts is een Eere-Comité gevormd, be
staande uit de dames: Mevr. J. W. M. Maar
schalk-van Coppenaal. Mevr. A. Voorzanger-
de Graaff. Mevr. M. Briët-Chantepie dë la
Saussaye. Mej. C. M. Burger. Mevr. M. Maar-
schalI-Komin, Mevr. Melchior-Ressing, Mevr.
Mr. E. A. J. Scheltema-Conradi, Mej. IJ. J. M.
Steyns, Mevr. M. A. Reinalda, Mevr C. de
Vletter-Hofman, Mevr. G. H. van Weezel-van
der Moolen. j