Nadenken en oplossen. 20. Het zwijgrecht van den Verdachte. ZATERDAG 8 FEBRUARI 1936 HAARDE M'S D A G B E A D' Onze wekelijksche puzzle-rubriek Met prijzen van 5, 2 en vijf van 1 gulden De oplossing van puzzle no. 19. Velen hebben deze week hun inzending aan den ondergeteekc-nde doen toekomen van het „denkprobleem" van ,:De Zeemeeuw". En vrij algemeen kwam men tot de conclusie, dat de gevraagde naam Smit moest zijn. Las men het verhaal nauwkeurig door, dan kwam men tot het volgende: De hofmeester kan geen biljetten inzame len en daarom draagt de kapitein aan Smit op één der aekmatrozen daarmee te belasten. Dus kapitein en hofmeester heeten niet Smit. Smit is dus de machinist of één der dekma- trozen. De aangewezen dekmatroos, die niet Smit heet. roept nu Willemse te hulp, waar na de biljetten den hofmeester worden over handigd. die Jansen opdraagt ze te tellen. Als Jansen daarmee bezig is, blijft d-~ dekmatroos die ze ingezameld heeft dus Willemse bij hem voor controle. De dekmatrozen heeten dus Jansen en Willemse, de MACHINIST heet SMIT. Deze opgave inspireerde verschillende in zenders tot dichten. Ik wil een berijmde op lossing hier laten volgen, een inzending van den heer A. F. Beeks, te Haarlem: De Zeemeeuw was een mooie schuit, Met weinig equipage; Hun namen weten we voluit. Maar we kennen niet den drager. Toch kennen we hun aller rol: Drie hoofdpersonen zijn er; Twee 't lijdend voorwerp (is 't niet dol?), De keus wordt daardoor kleiner! Het lijdend voorwerp valt er af, Dat kunnen we al missen. Moeten uit hofmeester, kapitein, Of machinist beslissen. Eén van de drie de man heet Smit Hem wordt hier wat bevolen, Door den kap'tein, want heusch zoo zit De zaak hier toch verscholen! De hofmeester draagt niet deez' naam, De kap'tein kan 't ook niet wezen, Zoo moet dan Smit de derde man, De machinist wel wezen. Het lijstje van onze prijswinnaars ziet er deze week als volgt uit Onze HOOFDPRIJS: VIJF GULDEN: M. M. van Putten. Korte Vlamingstraat 1, Haar lem. De TWEEDE PRIJS: TWEE GULDEN: Mevr. M. Wilgenhof, Havenstraat 4, Heem stede. De VIJF TROOSTPRIJZEN elk een bedrag van EEN GULDEN: P. v. d. Wiel, Burg. Enschedélaan 36, Sant poort-Dorp. R. v. Wetter, Zomerkade 163, Haarlem. C. Heierman, Duinoordstraat 12, Haarlem. Mej. L. Kuiper, Wijkerstraatweg 3, Velsen- Noord, J. H. Buytendijk, Kritzingerstraat 9, Haar lem-Noord. De Mr.-Nadenker-prijs. Tof mijn groot genoegen heb ik bemerkt, dat ook de jeugd deze rubriek niet ongelezen laat! Uit oe vele inzendingen werd de prijs het spannende boek toegekend aan: Vera Tesch, Spaarnelaan 4. Haarlem, die mij bij gelegenheid misschien wel eens wil schrij ven" hoe zij dit boek gevonden heeft? Onze administratie verzendt een dezer dagen de prijzen Onze nieuwe puzzle no. OOK EEN NEDERLANDSCH ELFTAL. Onlangs bladerende in een catalogus van een der schoonste Nederlandsche musea, het Mauritshuis to 's-Gravenhage. las ik ook de namen van een aantal onzer groote "schilders. Het Zondagmiddagconcert der H. O. V. Onder leiding van Frit-s Schuurman zal Zondagmiddag in het Gem. Concertgebouw een concert gegeven worden met den bekenden Hollandschen zanger, Luc Louman, bas, als solist in een aria uit „Die Schöpfung" van Jos. Haydn en een solo uit het „Requiem" van Verdi. Het concert opent met de Sinfonie Concer tante van Jos. Haydn (viool: Hans Bijvanck; violoncel: Louis van Maanen: hobo: A. H. Vente en fagot: P. ten Bosch). Verder vermeld het programma Voorspel tot „Tristan en Isolde" van Richard Wagner en als slot „Les Préludes" van Fr. Liszt. Het eerstvolgend leden-concert vindt plaats op Vrijdag 14 Feb. met Hanny Scheffelaar Klots als soliste (Raadselconcert) Enkele dier namen zijn verwerkt tot een puzzle, die ik hier laat volgen: Uit onderstaande woorden moeten de na men gevormd worden van elf beroemde Ne derlandsche schilders. Wie uwer zendt mij dit elftal? OPGAVE. I Snars Half. II Roet Put Pa Lus. ni Rag Deur Do. IV Claim Soes Ena. V Lof Jas Zes Ier. VI Goot Hiep Heerd. VII Vazen Mijter Han BramSr Dr. N. N. VIII Va Re Jas Blond Yuca. IX Er Mes Hen Jan Over. X Cent Hier Cedel Door Hom. XI Lei Warm Slim. (Denk bij nummer X eens aan een ..Hond"!) Men zende de oplossing aan: Mr. Na- denker van Haarlem's Dagblad te Haarlem, vóór a.s. Woensdagmiddag 4 uur. Met het oog op de vele andere correspondentie voor ons blad bestemd, gebruike men a.u.b. géén andere adresaanduiding. Iedere abonné kan slechts één oplossing in- zenden. Het hierbij afge drukte „identitéitsplaatje" P. 20 Puzzle no. 20.) moet aan de oplossing worden gehecht of er op geplakt worden. Niet op de envelop van inzending, x maar op de oplossing I 9 zelf. Wmm Als hoofdprijs stellen wij wederom beschik baar een bedrag van vijf gulden, als tweeden prijs twee gulden, bene vens vijf troostprijzen van één gulden, welke zoo snel mogelijk per postchèque aan de prijs- winners worden toegezonden. Oplossing en uitslagworden geplaatst in ons blad van a.s. Zaterdag. Zendt men deze oplossing per post, dan kan dit niet als drukwerk geschieden. Briefwisseling over de puzzle-rubriek kan alleen gevoerd worden, als postzegel voor ant woord ingesloten is. MR. NADENKER. MIDDELBAAR ONDERWIJS. B. en W. stellen aan den raad voor den heer J. F. A. Rozenhart te Haarlem te be noemen tot tijdelijk leeraar in de aardrijks kunde en geschiedenis aan de Hoogere Bur gerschool A met 5-jarigen cursus. OVERPLAATSING VAN SCHOOLHOOFDEN. B. en W. van Haarlem stellen aan den raad voor den heer M. A. van Heuven over te plaatsen als hoofd van school 11 (Spaarnwou- derstraat) naar school 3 (Tuchthuisstraat en den heer H. M. W. Bandel als hoofd van de Montessorischool in de Bakkerstraat naar school 41 in de Allard Piersonstraat. De voorgestelde wijziging van art. 29 W. v. S. Naar aanleiding van het wetsontwerp, strekkende om een wijziging te brengen in het bepaalde bij artikel 29 van het Wetiboek van Strafvordering, schijnt het mij niet overbodig leeken op dit gebied hiervan een nadere uitlegging te geven. Gemakshalve zij hier dan eerst de tekst van genoemd artikel, voor zoover van belang, vermeld: „In alle gevallen waarin iemand als ver dachte wordt verhoord onthoudt de verhoo- rende rechter of ambtenaar zich van alles wat de strekking heeft een verklaring te verkrijgen waarvan niet gezegd kan worden dat zij in vrijheid is afgelegd. De verdachte is niet tot antwoorden verplicht. Hiervan wordt hem, behalve in het geval van be handeling zijner zaak ter terechtzitting, vóór het verhoor mededeeling gedaan. Van deze mededeeling wordt in het proces-ver baal van het verhoor melding gemaakt". In dit artikel, en vooral in den eersten volzin, liggen voor den verdachte de belang rijkste waarborgen opgesloten dat van hem geen bekentenis worde verkregen door dwangmiddelen, strikvragen of op andere unfaire wijze, zooals dit wel geschiedde in den tijd toen de z.g.n. inquisitoire proces- vorm gehuldigd werd. Toen toch werden nog wel eens klachten geuit dat vooral de lagere minder ontwikkelde opsporingsambtenaren onbehoorlijke middelen gebruikten om den verdachte tot spreken te dwingen, midde len die nu juist niet altijd geschikt waren om het gezag van de politie te verhoogen. Het voorschrift van dezen eersten volzin heeft dan ook in de practijk een heilzamen invloed uitgeoefend en dat wil het thans aanhangig wetsontwerp dan ook ongewijzigd laten. De drie daaropvolgende volzinnen ech ter wil het ontwerp laten vervallen; dus de bepalingen dat de verdachte niet verplicht is te antwoorden en dat zulks hem bij het begin van ieder verhoor moet worden mede gedeeld. Zooals de Minister van Justitie ook op merkt in de toelichting tot dit ontwerp is er van den beginne af tegen deze voor schriften gedeeltelijk ontleend aan het En- gelsche strafproces, dat overigens op geheel andere leest is geschoeid veel oppositie ge voerd. Men redeneerde: het doel van ieder strafproces moet zijn de geheele waarheid in de onderzochte zaak naar voren te bren gen. Dit is een algemeen belang en ieder is verplicht in de zaak licht te verschaffen, die over materiaal daartoe beschikt, in de eerste plaats degene tegen wien het vermoeden is gerezen, dat hij het strafbare feit heeft ge pleegd. Wie echter aldus redeneert zou het bijzonder belang van den verdachte geheel aan het algemeen belang ondergeschikt wil len maken hetgeen juist het onderzoek naar de waarheid ernstig zou kunnen schaden. Hoewel het dus ook moreel beschouwd onge- wenscht is. een verplichting tot antwoorden voor den verdachte in de wet vast te leggen, acht de Minister een tegenovergestelde be paling zooals thans bestaat eveneens over bodige De grootste tegenstand bestond echter reeds direct tegen de verdere voorschriften en deze tegenstand kwam vaak in scherpe bewoordingen tot uiting. Zoo scbreef Prof. van Heynsbergen. destiids subst. officier van Justitie, in een artikel aan dit onderwerp gewijd, over „het dwaze en ziekelijke van het voorschrift, uitspruitsel van een zwakken geest, die eenerzijds het verhoor van den verdachte te wreed vond. anderzijds den moed miste nm het verhoor af te schaffen" en verder: ..het is beschamend en een symp- toom van decadenten tijdgeest dat de wet- 2.Q 6ENEVEP ROOD-EN ZWART MERK. (Adv. Ingez. Med.) gever zelf het gezag der overheidsorganen ondermijnt Waarom het te verhalen dat de wetgever het. voorschrift heeft opgenomen om de po sitie van den verdachte in het strafgeding zoo gunstig mogelijk te maken? het moest met alle geweld een wetboek pro reo (vóór den beschuldigde) zijn en het is het gewor den ook". Ook het lid der Tweede Kamer «destijds President der Rechtbank te Tiel) Mr. van Rappard liet zich reeds in de vergadering der Tweede Kamer van 1 Dec. 1927 minder vleiend over dit artikel uit als volgt-: ..Mijnheer de voorzitter! Ik kom thans tot het bespottelijkste artikel dat in het nieuwe wetboek van strafvordering een plaats heeft gekregen.De practijk heeft bewezen, dat dit een onzinnige bepaling is en, ik hoop het te bewijzen, ook niet altijd in het belang van den verdachte. Vanwege mijn ambt heb ik dit artikel natuurlijk tal van keeren moeten toepassen en telken male wanneer ik dat deed heb ik bij mij zelf gedacht: die ver dachte zal mij wel voor een idioot houden. En het is dan ook wel voorgekomen dat na dat den verdachte mededeeling was gedaan dat hij niet tot antwoorden verplicht was op de vragen, deze zeide: ..Waarom waagt u mij dan iets; waarom laat u mij dan hier komen?" Niettegenstaande deze felle kritiek is het artikel tot heden steeds ongewijzigd in het Wetboek van Strafvordering blijven staan. Men heeft waarschijnlijk eerst eens willen af wachten hoe het voorschrift ,.op den duur" in de practijk zou werken. Maar nu toch enkele wijzigingen in bedoeld wetboek behoorden te worden aangebracht heeft de Minister van Justitie het een goede gelegenheid gevonden, de schrapping van de bestreden bepalingen voor te stellen, waardoor de bovengenoemde felle critici tenslotte gelijk hebben gekregen .indien het voorstel tenminste wordt aan genomen Ook ondergeteekende meent dat voor het voorstel alles te zeggen is daar de bepalingen in de practijk niet die uitwerking of vaak een tegenovergestelde uitwerking hebben gehad als men er van verwacht had. De meesten die van een strafbaar feit beticht werden, terecht of ten onrechte, willen zich juist gaarne uiten; tegen dezulken is een mededeeling dat zij niet behoeven te ant woorden dan ook feitelijk overbodig. En bij een verdachte die zich van schuld bewust is en zich heeft voorgenomen zijn mond stijf dicht te houden heeft een dergelijke mede deeling juist dikwijls tot gevolg dat hij zijn ondervragen achterdochtig aanziet alscf hem een valstrik wordt gespannen en dan in een stortvloed van woorden er allerlei uitflapt wat hij eerst zorgvuldig had willen verzwij gen. Verder kan het voorkomen, dat een ver dachte tegenover de politie, den Officier van Justitie en den Rechter-commissaris halstar- rig blijft zwijgen, doch als hij op de openbare terechtzitting komt (waar hem volgens het artikel niet op zijn „zwijgrecht" behoeft te worden gewezen) wèl wil spreken, waarbij feiten aan het licht komen, die een nader vooronderzoek vereischen, feiten, die waren zij direct bekend geweest, de schuld van den verdachte hadden verlicht. Het gevolg daar van is uitstel van de behandeling van de zaak. ten nadeelen van den verdachte en tijdver spilling. Een ander bezwaar tegen de bepaling is dat vaak tevoren niet vaststaat als er een misdrijf of overtreding is gepleegd wie als verdachte moet worden beschouwd. Neem bijv. een ern stige botsing van twee of meer auto's, waarbij verschillende bestuurders betrokken zijn; de politie komt ter plaatse en wil gaan ver- hooren; tegen welke der bestuurders moet hij dan zeggen: gij behoeft mij niet te ant woorden! Men weet toch niet direct wie als verdachte uit het onderzoek zal te voorschijn komen. Ook krijgt de opsporingsambtenaar, al is hij met den besten wil bezield om het wetsvoorschrift toe te passen, dikwijls niet de kans zijn waarschuwing tegen de verdachte te uiten, daar deze direct zijn euveldaad be rouwvol bekent. Moet dan de ambtenaar ter stond, desnoods „met den sterken arm" ver- dachte's mond snoeren en hem op zijn zwijg recht wijzen? Dit zijn alle practischen bezwa ren, die thans algemeen gevoeld worden. Daarbij komt dan nog dat de Hooge Raad der Nederlandeh, heeft uitgemaakt, dat het nalaten van die voorgeschreven mededeeling geen nietigheid tengevolge heeft van een vonnis, waarbij van een verklaring van den verdachte tot het bewijs zou zijn gebruik ge maakt, zoodat slechts mag worden gehoopt dat het thans aanhangige wetsontwerp het Staatsblad spoedig moge bereiken. EEN JURIST. TE KOOP V001' geldbelegging of zelf bewoning: enkele zeer gunstig gelegen perceelen. ^J|r PRIJZEN VANAF 4800.—"IC Inlicht. Makelaarskantoor h. W. VROLIJK, Heussensstr. 16, nabij Kleverlaan, Telef. 23693 (Adv. Ingez. Med.) Doopsgezinde school aan het Groot Heiligland. Het bestuur van de scholen der Vereenigde Doopsgezinde Gemeente te Haarlem deelt aan de gemeente Haarlem mede, dat het voornemens is nieuwe banken en borden aan te schaffen ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan het Groot Heilig land 10, alhier en verzoekt darvoor de be noodigde gelden uit de gemeentekas te ver strekken ingevolge art. 72 der Lager-onder- wijswet 1920. Uit een ingesteld onderzoek is aan B. en W. gebleken, dat bedoelde banken en borden voorziening behoeven en dat door inwilliging van het verzoek de normale eischen aan het geven van lager onderwijs te stellen niet worden overschreden, zoodat de kosten daar van. op grond van dat artikel, behooren te worden vergoed. Volgens raming van het bestuur zou voor deze vernieuwing een bedrag van f 3.60f noodig zijn. doch adressant heeft zich bereid verklaard, voor het geval van gemeentewege in goeden staat verkeerende banken en bor den kunnen worden verstrekt deze te aan vaarden. Het ligt in het voornemen van B. en W. het gevraagde uit den voorrard te verstrek ken. waarvan de waarde wordt geschat op f 1.675. Voor herstelling en schilderen van die meubelen worden de kosten begroot op f 900. Mobilisatievergadering der S. D. A. P. Ir. Albarda spreekt. Inwijding der Plan-vlaggen. Geheel was de groote zaal van het Gem. Concertgebouw Vrijdagavond gevuld. Daar werd nf. een groote mobilisatievergadering van den plaatselijken raad van de S.D.A.P. en van den H.B.B. gehouden. De secretaris van de plaatselijke federatie, de heer F. Albrecht. deelde mede, dat de voorzitter van den plaatselijken raad. de heer Engels, door lichte ongesteldheid ver hinderd was aanwezig te zijn. Vroeger zou de oud-voorzitter, S. P. Doek. de vergadering hebben geopend, doch deze was. naar spre ker meedeelde, ziek. Hij stelde daarom voor den heer Doek een bloemenhulde te brengen, welk voorstel door de aanwezigen werd toe gejuicht. De Jonge Spelers voerden na dit openings woord een tooneelstuk op. Daarin werd het eenvoudige ruilin-gssysteem van de middel eeuwen als basis gesteld voor een nieuw systeem in den huidigen tijd. waarbij geld slechts als ruilmiddel wordt gebruikt en dat een functie moet zijn van een Plan van den Arbeid. Vervolgens sprak lr. J. W. Albarda. Het zou dwaas zijn de Nederlandsche regeering ver antwoordelijk te stellen voor de huidige cri sis. begon spr. Die is een verschijnsel van het kapitalistische stelsel. Wel mogen wij de re- geering aansprakelijk stellen voor de uit komst van het crisisbeleid. De regeering heeft zich gesteld op het standpunt der oude libe rale economie. Zij meent, dat geen positieve economische maatregelen helpen, doch dat het ziekteproces, dat een genezingsproces is. zijn natuurlijken loop moet hebben. Naar die gedachte richtte zich het vorige kabinet reeds. Ook het kabinet Colijn volgt die me thode. Nu is het oogenblik gekomen om te vragen: heeft deze aanpassingsmethode eenig uitzicht op herstel gebracht? Ieder moet. zeide spr., die vraag ontkennend be antwoorden. Sedert 1929 is er in den Nederiandschen handel geen verbetering gekomen. De cijfers van in- en uitvoer zijn ongunstiger gewor den. Het totale inkomen der in de belasting aangeslagen Nederlanders was in 1930 f 4.367.000.000, in 1934 f 3.044.000.000 Het aantal werkloozen bedraagt thans 417.0C0. De politiek der regeering -heeft geen enkele verbetering gebracht, zeide spr. Wij zijn steeds meer achteruitgegaan. De cijfers van den Volkenbond geven aan. dat in tal van andere landen een begin van herstel is gekomen. In Nederland is dit niet- zoo. Ziedaar de bevestiging van onze critiek en waarschuwing, vervolgde spr. Want wij heb ben steeds de regeering gewaarschuwd: Uw theorie van verlaging van het levenspeil in overheidsdiensten en in het particuliere be drijfsleven gaat niet op. Want het gaat er om of de groote massa des volks genoeg koopkracht heeft om de producten op te ne men. Gij maakt de massa echter armer en vernielt de koopkracht". Wij SD.A.P. en N.V.V. hebben tot nu toe voornamelijk in de verdedigende positie ge staan. In October 1935 is een nieuwe politiek ingeluid, toen op het congres in Utrecht het Plan van den Arbeid werd aangenomen. Thans springen we uit de loopgraven dei- verdediging om een aanvallenden strijd te voeren voor een constructieve socialistische politiek. Het Plan van den Arbeid bestaat uit twee gedeelten. Het eerste is liet crisisplan, het tweede is het plan tot socialistische orde ning in de kapitalistische maatschappij. Spr. behandelde eerst het crisisplan. Het Plan van den Arbeid wil geen onteigening van kapitaal voor vermeerdering van koop kracht, het is geen bedelbrief. Het wil een productieve werkgelegenheid verschaffen in tegenstelling met de pogingen in andere landen o.a. Italië Wij willen nuttig werk verrichten, waarvoor 3 jaar twee honderd millioen gulden per jaar beschikbaar moet worden gesteld. Van die 200.000.000 wordt ongeveer een derde aan arbeidsloon uitge keerd. 55.000 arbeiders worden daarvoor di rect uit de werkloosheid verlost. Door hun tewerkstelling, die opleving van de nijverheid tengevolge heeft, kunnen nog ongeveer 20.000 ax-beiders aan het werk worden gesteld. Door het besteden van hun loon verhoogen zij met zestig millioen gulden de koopkracht. Boven dien zullen de vaste lasten worden verlaagd, wat ook een verhooging der koopkracht met veertig millioen gulden geeft. Dit brengt opleviixg in allerlei bedrijven in het land. Naar berekening kunnen zoo 45.000 arbeiders weer aan het werk. De schooltijd zal met een jaar moeten worden verlengd, zoodat meer ontwikkeling en plaats voor volwassenen wordt bereikt. Dringend is de eisch tot ver korting vaix de arbeidsweek tot veertig uur. Een advies van den Hoogen Raad van Arbeid heeft verklaard, dat door invoering van de veertiguren week in sommige bedrijven 37.000 arbeiders meer werk kunnen vinden. Ook voor den midenstand en de ondernemersklasse zal de uitvoering van het Plan voordeelen bren gen. Maar vooral aan de jeugd wordt uit komst gebracht, zij kan weer werkzaam zijn in het productieproces. Men komt ons tegemoet met bergen van bezwaren. Wij hebben de uiterste voorzichtig heid betracht bij de vaststelling van cijfers en wij heben een lijst gepubliceerd van wer ken. die kunnen worden uitgevoerd. Het zijn werken, waarvan we zeker weten, dat aan de uitvoering ervan behoefte bestaat. Spr. gaf een opsomming van deze werken, alle. naar hij zeide. bestaande plannen. De werkmoge- lijkheid bestaat dus. Nu het kapitaal. Men zegt, het geld is er niet en als het er is, dan krijgt ge het niet. Wij zullen het noodige geld moeten leenen. Van het totale vermogen van hen die onder de vermogensbelasting val len. elf en een half milliard, zal toch wel zes- hondei'd millioen beschikbaar zijn. Daarvoor moeten wij het vertrouwen en de medewerking van kapitaalbezitters hebben. In de Ver. Sta ten en in Zweden is zulk een vertrouwen ge komen en is het geld vei-schaft. Ik ben over tuigd, zeide spr., dat als het vertrouwen ge wekt wordt in Nederland het geld te ver krijgen is. Is dit niet het geval, dan gebiedt het belang van het volk dat er een gedwongen leening wordt uitgeschreven. Er zijn machten, die ons onze vrijheden, lang geleden verkregen, willen afnemen. Het nationale goed, de gewetensvrijheid, willen aanhangers van het dictatorschap ons ont- rooven. Die vrijheid is onmisbaar voor ons leven. Daarom moeten wij vechten niet alleen voor materieele belangen, doch ook voor gees telijke. Dus mogen wij overgaan tot een ge dwongen leening. Hoe krijgen we de medewerking echter? Voor het Plan moeten wij een volksovertuiging winnen, die de regeering bezielt met een ver trouwen. Dan zal het geld er komen en het werk worden volbracht. De regeering doet thans al aan werkver ruiming op kleine schaal. Doch daarmee ver ruimt men niet het economisch leven. Uit voering van vele openbare werken ineens, dat kan uitkomst scheppen. Over het tweede deel van het Plan gaf spr. ook eenige uiteenzettingen. Dit deel wil een geordende voortbrenging invoeren. Het stre ven naar winst in concurrentie moet plaats maken voor ordening in de productie. Spr. besprak de uitgewerkte nieuwe ordenings systemen voor industrie, landbouw, verkeer, middenstand. „Zoo komen wij met het Plan van den Ar beid om de crisis te verdrijven en een begin van socialisatie te brengen. Het is een ge durfd plan. maar het wordt gedragen door enthousiasme. De inleiding voor de actie voor het Plan slaagt buitengewoon goed. wij zullen de actie niet laten verzwakken. De wanhoop is ver dreven, het vertrouwen is gewekt, de ernst, blijft en het geloof bestaat dat wij met samenwerking het Nederlandsche volk zullen laten behouden zijn democratische be zittingen. Daarom allen tezamen een macht vormen om het Nederlandsche volk te voeren uit de crisis door middel van het Plan van den Arbeid. Een langdurig applaus beloonde den spreker voor zijn enthousiaste rede. Onder trompetgeschal kwamen daarop de vaandeldragers met hun nieuwe vaandels binnen en marcheerden naar het podium. De heer Albrecht hield een toespraak cix droeg de planvlaggen over. De Stem des Volks zong tot slot socialistische liederen. Vrouwen Vredesgang. Op Volkenbondsdag. Men schrijft ons: Voor de derde maal zal op 18 Mei (Volken bondsdag) de Vrouwen Vredesgang worden gehouden. Het is genoegzaam bekend welk een diepen indruk deze betoogir.g. die in 1934 en 1935 te Den Haag werd gehouden, heeft gemaakt. Dit jaar zal de Vredesgang te Amsterdam plaats vinden, waarvoor toestemming bij B. en W. is aangevraagd. De leiding'voor de propaganda in Neder land berust bij een Centraal Comité, daartoe benoemd door de hoofdbesturen van den Alg. Ned. Vrouwen Vredebond en den intern. Vrou wenbond voor Vrede en Vrijheid. Dit Centraal Comité bestaat uit de volgende leden: Mevrouw E. J. Miolée-Riem Vis. Presidente Haarlem. Mevrouw E. W. Groot. Secretaresse, Stuverstraat 3. Haarlem, Mevrouw F. de Koe- de Laat de Kanter, Scheveningen. Mevrouw J. E. de Vries-Ypeiiaan, Amsterdam Plaatselijke Comité's worden geïnstalleerd, die onder leiding van het C. C. de plaatse lijke propaganda voeren. Een plan van actie is opgemaakt en verzonden Het C. C. zoi-gt voor internationaal contact, zoodat zoo mogelijk in vele landen op 18 Mei a.s. een Vrouwen Vredesgang wordt gehouden. Ook de vorige jaren werd in den vreemde hot Nederlandsche voorbeeld nagevolgd. Alle vrouwen, zonder onderscheid van godsdien stige overtuiging of politieke gezindheid, kun nen aan den Vi-ouwen Vredesgang deelnemen. Het is niet noodig te verzekeren, dat bij de toenemende ooi-logsdreiging een betooging als de Vrouwen Vredesgang grooter x-echt van be staan heeft gekregen. Krachtiger nog dan ooit te voren willen de vrouwen en moeders getui gen van haar wil tot vrede, Een goede gele genheid daartoe is de massale Vredesuiting der Vi'ouw op 18 Mei (Volkenbondsdag). Het Centraal Comité vangt zijn werkzaam heden aan in het vertrouwen dat, op 18 Mei 1936 èn door grooteren opkomst èn door nog dieperen ernst en stilte de indruk naar binnen en buiten versterkt eix een kracht ten goede in de wereld gezonden zal worden." VEREENIGING VAN BOUWONDERNEMERS. Dezer dagen is opgericht de „Vereeniging van Bouwondernemers te Haarlem en Om streken". In het bestuur werden gekozen de heerexi D. Zonneveld, voorzitter, W. Lolkus secretaris A. Volkers, A. J. Kuiper, J. P. Meijer, J. Blok ker en A. Lessing. Opvoering van een revue. Voor een weldadig doel. Op 18 Januari jl. is door leerlingen der H. B. S. A. te Haarlem in den Stadsschouw burg, die geheel uitverkocht was, met groot succes een revue opgevoerd. In de pers werd daarover geschreven: „De „leilfiguren" uit de revue waren twee werkloozen, die in hun ledige uren allerlei wederwaardigheden beleven, waaruit natuur lijk heel wat materiaal voor een revue te peuren is. Er waren verscheidene aardige en oorspronkelijke invallen, die vlot en frisch werden uitgevoerd, zoo b.v. het tafereel met het kennisorgel, „Loutje" op de Gr. Markt (in badpak, vanwege bezuinigingen) en de leeraar die zijn 50.000ste les had gegeven. Uitstekend waren ook de negen „dancing- girls", allerbeminnelijkst in fraaie costuum- pjes, die een staaltje revue-dansen lieten zien, waar menig beroepsgezelschap een voorbeeld aan kon nemen. De heer J. W. Wichers, de regisseur, kan op een succes terugzien; wat hij van de uit voering gemaakt heeft, is bewonderenswaar dig. en lokte terecht langdurigen bijval na het slottooneel uit. Ook de décors mochten er zijn en deden het prachtig. Buitengewoon aardig was de bloementuin; in dit verband willen wij tevens mej. Corrie Prinsen, de „ontluikende bloem" een pluimpje geven voor haar bekoorlijken dans." Van verscheidene zijden is de opmerking gemaakt, dat het te betreuren zou zijn, indien dezer revue, waarvoor o.a. prachtige décors zijn geschilderd en die ook overigens uitmun tend verzorgd was. slechts éénmaal vertoond zou worden. De betrokken verecniging „Die Raeckse" en haar adviseurs hebben zich nu bereid verklaard de opvoering te herhalen voor een liefdadig doel en wel op Zaterdag 29 Februari a.s. in den Stadsschouwburg. Het batig saldo zal ten goede komen aan de Vereeniging voor hulpbehoevende Kraam vrouwen, welker financiën dringend verster king behoeven. Het is te hopen, dat de schouwburg te klein zal blijken om alle belangstellenden te bevat ten. die tevens het hunne willen bijdragen, om het succes van dezen avond te bevorderen; temeer, waar hier de schooljeugd zich spon taan in dienst stelt van oen maatschappelijk doel; de leniging van den nood van minder bedeelden. Om dezen avond zoo goed mogelijk te doen slagen heeft zich voor den kaartver koop een Comité gevormd. Voorts is een Eere-Comité gevormd, be staande uit de dames: Mevr. J. W. M. Maar schalk-van Coppenaal. Mevr. A. Voorzanger- de Graaff. Mevr. M. Briët-Chantepie dë la Saussaye. Mej. C. M. Burger. Mevr. M. Maar- schalI-Komin, Mevr. Melchior-Ressing, Mevr. Mr. E. A. J. Scheltema-Conradi, Mej. IJ. J. M. Steyns, Mevr. M. A. Reinalda, Mevr C. de Vletter-Hofman, Mevr. G. H. van Weezel-van der Moolen. j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 9