SLAOLIE
CALVÉ-
KWAUTEIT
1
's Nachts opstaan
DINSDAG 11 FEBRUARI 1936
HA AR GEM'S DAGBESD
Lezing voor de Vereeniging
van Huisvrouwen.
Mevr. J. M. SterckProot spreekt over
Wilhelmina van Oranje.
Mevrouw J. M. Sterck-Proot hield Maandag
middag in de tuinzaal van het Gem. Concert
gebouw voor de Vereeniging van Huisvrouwen
een lezing over „Prinses Wilhelmina van
Oranje en het meest sympathieke stadhouder
lijk gezin".
Er bestaan veel misverstanden over prinses
Wilhelmina, begon mevr. Sterck. o.a. door den
roman van Jo van Ammers-Küller. Van prin
ses Wilhelmina weten wij in het algemeen
weinig meer dan dat zij de zeer voortvarende
vrouw van een weifelenden stadhouder was.
De mislukking van haar politieken tocht naar
Goejanverwellesluis heeft aan haar persoon
veel afgedaan.
Over prinses Wilhelmina is van de hand
van Johanna Naber. zoo vertelde mevr. Sterck.
een mooi boek verschenen, dat een keuze is
uit de brieven van de leden van het stadhou
derlijk huis. In die brieven blijkt duidelijk,
dat toen de grondslag is gelegd voor de karak
tervorming van het latere Nederlandsche vor
stenhuis.
Wilhelmina blijkt een buitengewoon goed
gezinsmoeder te zijn en bovendien een hoog
staande Hollandsche. De brieven waren in de
hoftaal, het Fransch, gesteld, maar waren zeer
Nederlandsch van geest en men leert Wilhel
mina uit deze brieven beter kennen, dan men
ooit in de schoolbanken heeft geleerd. Vooral
uit de briefwisseling tusschen haar en haar
dochter Louise blijkt de gezinsliefde. Steeds
steunt zij haar dochter in de eerste ongeluk
kige huwelijksjaren van deze aan het Bruns-
wijksche hof. Reeds vroeg waarschuwde zij
haar tegen de tijdkwaal, de sentimentaliteit.
Ook uit brieven aan Wilhelmina's zoon spreekt,
haar moederlijke bezorgdheid. Veel aandacht,
besteedde zij aan de opvoeding. Zelf breidde
zii haar kennis steeds uit. Zij musiceerde en
schilderde, maakte wandelingen of ritten te
paard, vervaardigde ook handwerken.
Heel anders was stadhouder Willem V, die
vel? zwakke karaktertrekken had. Prinses
Wilhelmina merkte zijn fouten op en ergerde
zich daaraan, doch niemand sprak of schreef
zij over zijn tekortkomingen. Zij trachtte
steeds het huwelijk zoo gelukkig mogelijk te
maken en steunde haar man bij de moeilijk
heden door de patriottische woelingen. Ouders
en kinderen waren zeer muzikaal en liefheb
bers van kunst en tooneel. In de Oranjezaal
in het Kuis ten Bosch werden tooneelstukken
opgevoerd, terwijl de famüie vaak voorstel
lingen bezocht.
Wat haar politieke houding ln Nederland
betreft, blijkt dat Bilderdijk geheel onjuist
heeft beweerd, dat zij een groep vormde, naast
die van haar man. Ten onrechte is haar de
schuld van de interventie der Pruisen in de
schoenen geschoven, na de aanhouding in
Goejanverwellesluis. Het was Willem V die
zijn zwager had gewaarschuwd. Ook na de
vlucht uit Nederland was zij het niet. die po
gingen in het werk stelde het stadhouder
schap van Willem V hersteld te krijgen, doch
haar dochter. Zijzelf weigerde op het voorstel
dat zij de keizerin van Rusland om hulp tegen
de Franschen zou verzoeken, in te gaan.
De toestand werd voor de stadhouderlijke
familie moeilijker.
In het begin van 1795 naderden de Fran
schen, terwijl de patriotten op allerlei wijzen
de regeering tegenwerkten. Niettegenstaande
de onhoudbare situatie werkte de prinses voor
haar land en zij schreef in die dagen: „Wij
gaan niet weg als er nog één middel is om
Holland te redden van de Franschen".
Tenslotte, voornamelijk ook door het dralen
van Willem V, moest men vluchten met ach
terlating van vele kostbare goederen, waaraan
de prinses gehecht was.
Na den overtocht van Scheveningen naar
Engeland beklaagde de stadhouder zich, doch
Wilhelmina zag direct weer de zonzijde van
de ontvangst in Engeland en had dadelijk
weer bemoediging voor familieleden.
De ontvangst door het Engelsche vorsten
huis was bijzonder hartelijk, het hielp het ge
zin van Willem V op verschillende wijzen.
Van nu af streefde prinses Wilhelmina naar
hereeniging van het gezin, doch ook bleef zij
belangstelling voor het politieke leven toonen
en bovendien sloeg niettegenstaande armoede
en het verdriet over den dood van een zoon
in Padua in 1799, zij zich steeds moedig door
alles heen.
Aan het Engelsche hof genoot de familie
zeer van muziek (zij woonde de eerste uitvoe
ring van Haydn's Schöpfung bij) en tooneel-
kunst. Ook werd er veel gedanst en langza
merhand begon Wilhelmina, die eerst zoo ge
kant was tegen de dansrage, „huppelage" zoo
als zij het noemde, zelf mee te doen.
Na eenigen tijd trok de familie naar Nas
sau. waar Wilhelmina een soort nijverheids
school opende. In 1806 stierf Willem V en
kort daarna moest de prinses door de komst
der Franschen vluchten, eerst naar Schwerin,
daarna naar Sleeswijk, waar zij met haar
dochter in armoede leefde, voordat ze naar
Weimar konden gaan, waar ze o.a. Wieland en
Goethe ontmoetten. Later vestigden zij zich
bij Berlijn, waar de Duitsche koningskinderen
bij haar inwoonden.
Gelukkige dagen kwamen er nog, toen Wil
helmina naar Nederland kon terugkeeren en
haar zoon koning Willem I werd. Zij woonde
eenigen tijd in het Paviljoen in Haarlem en
haar zorg ging de laatste jaren uit naar Wil
lem I en Willem II.
Zij is haar gezin immer tot grooten steun
geweest en haar invloed heeft in haar nako
melingen voortgeleefd, besloot mevr. Sterck.
De vice-pres. mevr. Dyserinck-v. a. Pais,
dankte de spreekster namens de aanwezigen
voor haar lezing.
VOLKSTUINDERSVEREENIGINGEN.
„Ons Buiten", „Eigen Tuin" en „Zonder
Werken Niets", hebben een lezing met licht
beelden georganiseerd op Vrijdag 14 Februari
1936 in gebouw „Caecilia", Jansstraat.
Spreker is de heer S S. Lantinga met het
onderwerp: groenteteelt, zaaibloemen, vaste
planten, plantenziekten, tuinkunst, volks
tuintentoonstellingen.
HAARLEMSCHE REDDINGSBRIGADE.
De Brigade zal een ontspanningsavond
voor haar leden organïseeren in hotel „Royal"
op heden, Dinsdagavond. Onder meer zal
vertoond worden de nieuwe Bondsfilm, ver
vaardigd door de heeren Joh. M. Schmidt te
[Haarlem en Ph. J. van Veen te Rotterdam.
Deze film heeft slechts eenmaal in Haar
lem gedraaid en wel op proef voor het
Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond
tot het Redden van Drenkelingen.
Optreden van buitenlandsche
sprekers.
Elk geval wordt op zichzelf bekeken.
Wij ontvingen eenige brieven van lezers over
het optreden van buitenlandsche sprekers. Een
hunner schrijft: „Het is al meermalen ge
beurd. dat een niet-Nederlander (Duitscher
of ïranschman) in Nederland zou spreken
over den toestand in zijn eigen land, maar dan
werd dit door de autoriteiten verboden met de
mededeeling, dat wij er geen behoefte aan
hebben een buitenlander in ons land te laten
spreken over toestanden in het buitenland.
Maar nu heeft G. Fast, een Rus, wel vergun
ning gekregen j.l. Donderdagavond in de
Waalsche kerk te Haarlem een rede te hou
den over de toestanden in Rusland. Dit geval
lijkt wel op het meten met twee maten".
Wij hebben bij den Commissaris van Politie
geïnformeerd. De heer E. II. Tenckinck deelde
ons mede, dat er wat het toestaan van spreek
beurten aan buitenlanders betreft geen
systeem bestaat. Elk geval wordt op zich zelf
bekeken. In het algemeen krijgen buitenlan
ders geen toestemming als er reden is te
vreezen. dat er onaangenaamheden door kun
nen ontstaan. Iets anders is het evenwe; wan
neer een spreker in een kerk optreedt en daar
den buitenlandschen toestand van een gods
dienstig standpunt bekijkt. Op de vergadering
in de Waalsche kerk is, zooals trouwens wel
verwacht werd, geen enkele wanklank gehoord.
Tot zoover de Commissaris.
Een ander lezer komt op tegen hetgeen de
heer Fast op die bijeenkomst in de Waalsche
kerk gezegd heeft. Hij keurt af, dat deze spre
ker niet te controleeren verhalen gedaan heeft
over ontroerende gebeurtenissen, in Rusland.
„Wanneer wij" zoo schrijft hij moeten
gelooven, dat in Rusland de meeste kinderen
voor hun tiende jaar van honger sterven en
dat bovendien dagelijks duizenden naar het
hooge Noorden (waar?) verbannen worden,
waar zij van ellende sterven, dan zou men tot
de conclusie moeten komen, dat de Sovjet-
Unie uitgestorven is. Maar dat is onwaar,
waaruit reeds blijkt, dat de gruwelverhalen,
die de hegr Fast lanceerde, niet op waarheid
berusten." Verder verwijst deze schrijver naai
de rede die Ds. Snethlage, predikant te O.ven
(N.B.) -dezer dagen te Haarlem eehouden
heeft en waarin een heel ander licht op de ge
beurtenissen in Sovjet-Rusland geworpen
werd.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN.
(Inlichtingen over gevonden voorwerpen en
dieren aan het bureau van politie Smedestraat
uitsluitend tusschen 11 en 13 uur.)
Handschoenen en ceinturen: Politiebureau
Smedestraat. Damesbeurs met inhoud: Hoofd
dorp, Hoofdweg 321. Autodop: Laarschot, Voor
zorgstraat 47. Lederen étui met teekengereed
schap: Huizing. Ursulastraat 11. Dames arm
bandhorloge: v. Laar, Timorstraat 165. Hon
den: Asyl Ridderstraat 11. Katten- Asyl Rid
derstraat 11. Halsketting: Wolhof, Gr. Hout
straat 78. Maandkaart: v. d. Putten, Roosveld-
straat 76. IJsmuts, Muts, Nummerplaat: Po
litiebureau Smedestraat. Portemcnnaie met
inhoud: Ravenhorst, Boschlaan 69, Bioemen-
aaal. Rijwielplaatjes: Moerkerk. Perseusstr. 35,
Steijnen, Viersterrenstraat 1, Jagi. Mamix-
straat 13, Dereijer, Gasthuislaan lS9rd., Poli
tiebureau Smedestraat, Rob, Ruijsdaelstr. 22.
Sleutel: Klok. Oranjeboomstraat 138. Dames-
tasch met inhoud: Stevens, Plataanlaan 14,
Bloemendaal. Actetasch, inh. o.a. brood: Po
litiebureau Smedestraat. Damestasch: Politie
bureau Smedestraat. Kindertasch: v. Bruggen,
Arnulfstraat 23.
LIJST VAN MAIL VERZENDING EN
LU CHTPOSTVERZ ENDING.
t.m. 16 Februari 1936.
Nederlanasch-Indië zeepost via Amsterdam
per m.s. Christiaan Huygens 12 Febr. gew. st.
3.25 Mail via Marseille per m.s. Poelau Tello
12 Febr. gew. st. 5.45; alléén brieven, brief
kaarten 12 Febr. gew. st. 19.10.
Vliegdienst Amsterdam—Bandoeng 12-15
Febr. gew. st. 3.25.
Suriname vliegdienst New York-Paramaribo
11 Febr. gew. st. 19.10.
Aruba, Bonaire, Curacao, mail en zeepost
via Amsterdam 12 Febr. gew. st. "3.25, vlieg
dienst New YorkMaracaibo 12 Febr. gew.
st. 19.10.
Amerika, Canada. Mexico, Cuba 11, 12, 13
Febr. gew. st. 19.10; Mexico alléén 13 Febr. gew
st. 16.45; via Liverpool 14 Febr. gew. st. 8.55.
Argentinië, Brazilië, Chili, Uruguay via
Lissabon 14 Febr. gew. st. 16.45, idem 16 Febr.
gew. st. 2.15.
Brazilië en Chili. Vliegd. D.land—Zuid-
Amerika 12 Febr. gew. st. 9.25. Vliegdienst
Frankrijk—Zuid-Amerika 15 Febr. gew. st.
10.—.
China. Hongkong, Philippijnen, Japan,
Mantsjoerije, Jehoi via Siberië 10.13 gew. st.
18.—
China, Hongkong, Philippijnen, vliegdienst
als Nederl.-Indië.
Britsch-Indië via Marseille 13 Febr. gew.
sto. 10.—
Vliegdienst Amsterdam—Bandoeng 12.15.
gew. st. 3.25.
Irak (Mesopotamië) via Istanbul 13 Febr
gew. st. 3.25
Vla Istanbul 17 Febr. gew. st. 2.
Vliegdienst als Britsch-Indië.
Ceylon via Marseille 13 Febr. gew.st. 12.30
Vliegdienst als Britsch-Indië.
Penang, Siam, via Marseille 12 Feb. gew.
St. 2.15.
Vliegdienst als Nederl.-Indië.
Singapore via Marseille 12 Febr. gw. st.
5.45.
Alléén brieven en briefkaarten 12 Febr.
gew. st. 19.10.
Vliegdienst als Nederl.-Indië.
Egypte via Marseille 12 Febr. gew. st. 5.45.
Egypte via Napels 15 Febr. gew. st. 13.15.
Egypte via Piraeus 16 Febr. gew. st. 22.30.
Vliegdienst Amsterdam—Bandoeng 12,15
gew. st. 3.25.
Vliegdienst LondonCairoJohannesburg
15 Febr. gew. st. 16.45.
Oost-Afrika via Marseille 12 Febr. gew. st.
5.45.
via MarseilleAden 13 Febr. gew. st. 10.—.
vliegdienst LondonKaapstad 12 Febr. gew.
st. 3.25.
Vliegdienst LondenJohannesburg 15 Febr.
gew. st. 16.45.
Zuid-Afrïka via Southampton 13 Febr. gew.
st. 16.45.
vliegdienst als Oost-Afrika.
Australië via Marseille 13 Febr. gew. st. 10.—
Vliegdienst AmsterdamBandoeng 12-15
gew. st. 3.25.
Vliegdienst LondenSingapore—Port Dar
win 15 Febr. gew. st. 2.15.
Nieuw-Zeeland via Southampton—Cher
bourg 13 Febr. gew. st. 19.10.
Vliegdienst als Australië.
EXTRA
85.
LhanS^ C L.
exclusief flesck
statiegeld Set.
de. zuinigste det>este
(Adv. Ingez. Med.)
VOOR DEN-
-POLITIERECHTER
had gevonden en dat hij het ten zeerste op
prijs moest stellen, dat men zich voor hem
interesseerde.
De jongen zei, dat hij dit deed, maar het
kwam er uit. alsof hij tegen zijn baas zei,
wanneer die hem een boodschap opdroeg:
,,'t Komt in orde baas!"
De officier hoopte dan ook, dat het in orde
zal komen en stelde voor een reclasseerings-
rapport te vragen om te zien of een voorwaar
delijke straf hier op haar plaats is. De rech
ter besloot dienovereenkomstig.
De baloorige vischventer.
Een IJmuider vischventer ging op 2 Januari
met zijn auto met visch naar Amsterdam in
de hoop, het nieuwe jaar met een goede re
cette te kunnen beginnen, maar hij had strop,
zoo hij zei, want ze waren daar in de hoofd
stad in Zondagsstemming en moesten van de
visch niets hebben. Dat maakte hem baloorig
en toen hij bekenden ontmoette, die nog in
nieuwjaarsstemming waren, liet hij zich uit
baloorigheid trakteeren en het gevolg was,
dat hij dronken werd.
In dien toestand ging hij achter het stuur
zitten, kwam in IJmuiden, maar daar reed hij
tegen de huizen op en scharrelde zoo raar, dat
een agent hem vroeg te stoppen en uit de ca
bine te komen.
Dat deed hij niet. maar hij gaf gas, reed
den agent haast van de sokken en bracht
het tot de Breesaapstraat, maar daar achter
haalde hem de politie en trok hem uit zijn
huisje om hem naar het bureau te brengen,
wat niet vlot ging, want de baloorigheid was
er nog niet uit.
Hij wist er nu allemaal niets meer van,
maar wat je dronken doet, moet je nuchter
boeten 14 dagen voor wederspannigheid wa
ren eisch en uitspraak.
Het geannexeerde personeel.
De gebroken rait.
De jonge man, die er van verdacht, werd, dat
hij een winkelruit had vernield, had er niet
het juiste begrip van, hoe men zich voor den
rechter heeft te gedragen. Woorden, die in de
fabriek, op de markt en desnoods onder fa
milie kunnen worden gebezigd, zijn voor -ie
rechtbank niet altijd toelaatbaar. Een grooten
mond opzetten en een ander voor leugenaar
uitmaken, moet daar achterwege blijven,
want er bestaat, wat men noemt, eerbied voor
het rechterlijk gezag en wie dat mocht verge
ten of meenen, dat hij. zich daaraan niet heeft
te storen, moet ondervinden, dat een zaak ook
buiten zijn tegenwoordigheid" behandeld kan
worden.
Zoodoende werd de jonge man met den groo
ten mond buiten de zaal gebracht, toen hij zijn
geliefde uitdrukking „smerige leugens" niet
achterwege wenschte te laten, waarmee hij de
verklaring van den getuige betitelde.
Elk vogeltje zingt, zooals het gebekt is; dit
vogeltje was dan al heel raar gebekt en de of
ficier van justitie putte er de overtuiging uit,
dat iemand, die zoo onbeschaafd optreedt voor
de rechtbank, ook tot de categorie van lieden
kan behooren, die zich niet ontzien bij een
ander een ruit in te slaan.
Nu had echter niemand hem dit feit zien
plegen, maar de bewoner van het huis, waar
de ruit was vernield, was op het glasgerinkel
komen aanloopen en had den verdachte zien
wegfietsen. Dit nu zou op zich zelf geen be
wijsgrond opleveren, maar verdachte had
kennis gehad aan de dochter van getuige, die
hem echter niet als schoonzoon begeerde en
de dochter had zich daarnaar geschikt, zoodat
de jongen de bons gekregen had. Er was dus
een verklaring voor de vernieling te vinden,
maar geen verschooning en het meisje in
kwestie kwam nog verklaren, dat, toen de
jongen haar had opgezocht aan de woning,
waar zij diende, hij ook daar een ruitje had
stukgeslagen om zijn woede te koelen, toen
het meisje de verbroken band maar stuk wilde
laten.
De verdachte zei, dat hij de ruit niet had
vernield en dat hij op het tijdstip, waarop dit
moest zijn geschied, in de Frans Halsbioscoop
had gezeten. Hij had zijn broer meegenomen
om dat te bevestigen.
De officier voelde er wat voor dat eens na
te pluizen, want hij geloofde er niets van, maar
de rechter beëindigde de zaak maar door te
verklaren, dat het wettig bewijs niet geleverd
was, zoodat de jongeman werd vrijgesproken.
Het smoking costuum.
Als iemand met lekke schoenen loopt of met
een armzalig jasje, dat niet tegen de kou be
schut en hij zou dan zeggen geld te hebben
gestolen of achtergehouden om een paar schoe
nen te koopen of een tweedehandsch winter
jas, zou dit aannemelijk klinken, maar toen
de loopjongen, die een klant van zijn baas
f 10 te kort gedaan had, zei, dat dit was voor
een smoking, keek de rechter toch wel even
verwonderd. Dat in dezen tijd een loopjongen,
die f 14 in de week verdient, meent er een
smokingcostuum op na te moeten houden, is
mogelijk, maar dat hij er voor gaat stelen is
toch wel buiten de lijn. Als gezegd, de rechter
vond het vreemd en kon niet nalaten te vra
gen: „Maar waarvoor heb jij dan een smoking
noodig?"
Het antwoord, dat gegeven werd, verraste1
en bevredigde, want terwijl we al dachten te1
zullen hooren, dat hij het wilde aantrekken
als hij ging trouwen of op de bruiloft van zijn
zutser, of als hij naar de bioscoop ging, wat
alles zou getuigen van zekere hoogmoeds-
bevliegingen, zei hij, dat hij in zijn vrijen tijd
assistent dansmeester was en het smoking
pakje was dus een beroepscostuum, zoo goed
als zijn manchester pak met de beenkappen
bij zijn baas.
Het raadsel was dus opgelost, maar niet
gerechtvaardigd was dat hij, toen hij bij een
klant van f 25 moest teruggeven, het dienst
meisje listiglijk één briefje van f 10 in de han
den stopte in plaats van twee en toen latei-
bij zijn baas zei, dat het niet waar was.
De politie kwam er bij te pas, de jongen
trok bakzeil en de klant pleitte bij den baas
voor indienstblijving van den jongen man.
waarop de baas hem hield, wat alles hrel prij
zenswaardig is, en het is te hopen, dat de
jonge man inziet, zooals de rechter opmerkte,
dat hij bij ontslag wellicht geen ander werk
Over het premieverhaal.
Onlangs deelden wij mede, dat met ingang
van 1 Januari j.l. het gemeentebestuur van
Haarlem opnieuw een korting van 10 pet.
heeft toegepast op het geannexeerde gemeen-
tepersoneel. niettegenstaande enkele maanden
tevoren door Ged. Staten van Noord-Holland
was beslist, dat het gemeentebestuur het in
de Annexatiewet gegarandeerde loon of sa
laris moest uitbetalen.
Het met ingang van 1 Januari wederom
toepassen van de 10 pet. verhaal der pensioen
premie wordt door het gemeentebestuur ge
grond op een door den Centralen Raad van
Beroep te Utrecht, als Ambtenarengerecht, ge
nomen beslissing in een analoog geval van ge
annexeerd personeel in de provincie Utrecht.
Het gemeentebestuur is van oordeel, dat deze
beslissing ook van toepassing is voor het ge
annexeerde personeel te Haarlem.
Wij vernamen, dat eenige der betrokken
personen, ambtenaren en werklieden, weder
om beroep hebben ingesteld bij Ged. Staten
van Noord-Holland.
Veel beteekenis voor de betrokkenen kan de
uitslag niet meer hebben, omdat, wordt het
Bezuinigingsontwerp aangenomen, de An
nexatiewetten daarmede gewijzigd zijn en de
salarissen en loonen dan zullen worden ge
bracht op het peil der gemeenten, die an
nexeerden.
HET NIET GOEDGEKEURDE
UITBREIDINGSPLAN.
Nu bij Koninklijk besluit d.d. 9 Januari 1936
goedkeuring is onthouden aan het besluit van
den Raad d.d. 12 September 1934, tot vast
stelling van een uitbreidingsplan, „Wijziging
No. 12, behoorende bij de bladen 11 en 15"
van „Noord", voor het gedeelte der gemeente
gelegen ten oosten van de. z.g. Vogelenbuurt,
ten zuiden van de Heksloot, ten westen van-
het Noorder Buiten Spaame en ten noor
den van de Jan Gijzenvaart, komt het B. en
W. gewenscht voor om voor 't zooevenbedoeld
gedeelte der gemeente een nieuw uitbreidings
plan te ontwerpen. Te dien einde is het nood
zakelijk dat de Raad thans reeds, overeen
komstig het beplaalde bij art. 36.4 der Wo
ningwet. bepaalt, dat voor dit gedeelte der ge
meente een herziening resp. vaststelling van
een uitbreidingsplan wordt voorbereid.
't Nachts moeten opstaan, Zenuwachtigheid, Pijn in de
Beenen, Duizeligheid, Hoofdpijnen, Verlies van Energie,
Branding en Krampen kunnen het gevolg zijn van slechte
werking van de NIEREN. Het doktersrecept Cyste* voor
komt, gegarandeerd, minder goed werken van de NIEREN
en geeft in 8 dagen volledige voldoening, of U krijgt Uw
geld terug. Neem vandaag nog Cyste*, Uw apotheker
of drogist heeft het.
(Adv. Ingez. Med.)
POSTDIENST.
In het perceel de Ruyterweg 24 is een rijks-
depot van postzegels enz. gevestigd
NED. BOND TOT HET REDDEN VAN
DRENKELINGEN.
In het tijdvak van 1 Januari tot 28 Januari
1936 verdronken in ons land 3 jongens, bene
den 16 jaar, 1 meisje idem, 13 mannen en 2
vrouwen, te zamen 19. Bij auto-ongelukken
verdronken 5 menschen, dus te zamen 24
slachtoffers.
Er werden in dat tijdvak gered: 3 jongens,
beneden 16 jaar, 2 meisjes idem, 5 mannen
en 3 vrouwen, tezamen 13. Van deze geredden
werden 11 zwemmend gered, 1 door middel
van handreiking en 1 met behulp van een
boot.
Er reden in dien tijd niet minder dan 20
auto's en vrachtauto's te water; daarbij wer
den gered of wisten zich veilig te stellen 35.
Het aantal geredden bedraagt dus in totaal 48.
ZWEMONDERWIJS AAN BLINDEN
In het Sportfondsenbad wordt 's Maan
dagsavonds een liefderijk werk verricht, n.l.
zwemonderwijs aan blinden. Een werk dat
met veel liefde, geduld en toewijding wordt
uitgevoerd door de leidster van het bad, Me
vrouw C. Schmidt-Müsler, door het personeel
der inrichting en door leden van de Haar-
lemsche Reddingsbrigade. Eenige weken gele
den gaven we hiervan een kort verslag. We
zijn weer eens gaan kijken We waren ver
baasd over den vooruitgang. Elke blinde heeft,
een eigen instructeur of instructrice; bij allen
zagen we groote vorderingen op zwemgebied.
Er werd reeds gedoken en allen zwommen
reeds een keurig uitgevoerden schoolslag.
Padvinders hebben vrijwillig de taak van
begeleiding der blinden naar het bad en te
rug naar huis op zich genomen.
De blinden waardeeren zeer de toewijding,
voor hen aan, den dag gelegd,
S. N. POSTHUMUS.
De heer Posthumus, de deskundige voor de
Lager Onderwijszaken van de sociabl-demo-
cratische fractie, zit ongeveer lVz jaar in onzen
raad. Hij is als opvolger van den heer W. Kop
pen, die 0111 gezondheidsredenen aftrad, tus-
schentijds gekozen. In den ouden raad is hij
minder op den voorgrond getreden, want toen
behartigde de heer G. A. Scholl immers al die
onderwijsbelangen. Slechts een enkelen keer
trad de heer Posthumus toen als reserve voor
het front, speciaal als het ging over technische
quaesties, waarin hij daarover straks meer
in het bijzonder specialiteit is.
In den nieuwen raad heeft de heer Posthu
mus, nu ds heer Scholl van het raadstooneel
verdwenen is, in de eerste gelederen zijner
fractie een plaats gekregen, want het lager
onderwijs, en alles wat daarmee samenhangt,
is voor de 3.DA-P. een belangrijk onderwerp
van bemoeiing, niet het minst in dezen tijd
van bezuiniging nu veel, dat in den goeden
tijd werd opgebouwd, wegens financieelen nood
moet worden afgebroken of ingekrompen. De
S.D.A.P. schaart zich bij de groepen die er
naar streven, ter wille van het kind en van
de onderwijzers, die offers zooveel mogelijk te
beperken en er bovenal naar te streven er
voor te waken dat door de versobering de vi
tale belangen van het onderwijs niet worden
aangetast.
Eerst in het kort iets over den levensloop van
dit raadslid, een man die met ons on denvijs
als het ware is samengegroeid. De heer Posthu
mus. die thans 60 jaar is, heeft aan de Rijks
kweekschool te Deventer zijn opleiding als on
derwijzer gekregen. Eerst stond hij eenigen
tijd in Friesland voor de klas, aanvankelijk
natuurlijk als onderwijzer, later als hoofd.
Daarna trok het buitengewoon onderwijs (voor
zwakzinnigen) hem aan, waarom hij zijn po
sitie als hoofd prijsgaf en weer als onderwijzer
naar den Haag trok.
De heer Posthumus is altijd een ij veraar
voor de organisatie geweest. In den Haag was
hij vele jaren voorzitter van de plaatselijke
afdeeling van den Nederlandschen Bond van
Onderwijzers. Zijn werk trok zooveel aandacht,
dat de bond hem benoemde tot gesalarieerd
hoofdbestuurder; eerst was hij secretaris-
penningmeester, maar de laatste 3 jaar is hij
belast met de zeer belangrijke functie van
voorzitter. De leiding van deze groote organi
satie berust dus voor een groot deel in zijn
handen. Ook is hem opgedragen het bepleiten
der belangen van onderwijzers bij de beroeps
instanties, o.a. bij de colleges van Gedeputeer
de Staten van Noord- en Zuid-Hlolland. Dit
maakt dat hij veel tusschen de spoorwielen
zit. De onderwijzers hebben in hem een uit
stekend advocaat. Dit bleek nog duidelijk in
een gesprek dat ik dezer dagen met den heer
G. H. Weustink, oud-inspecteur van het Lager
Onderwijs had. Deze zei mij„De heer Posthu
mus is een politieke tegenstander, maar ik wil
hem graag de eer geven, dat er weinigen in
ons land zijn die zóó goed thuis zijn in de tech
nische onder wij squaesti es als hij. Zijn kennis
van wetten en koninklijke besluiten is verba
zingwekkend. Ik ben overtuigd dat als men
hem plotseling uit den slaap wekt en vraagt
wat er staat in dit of dat koninklijk besluit,
dat het antwoord onberispelijk is."
Deze kennis komt den onderwijzer ten goede.
Juist heden vermeldt het orgaan van den Bond
de volgende waarschuwing:
„Tracht bij kwesties over salaris-, pensioen
en wachtgeldbepalingen niet zelf den weg te
vinden in het doolhof van wetten en Konink
lijke besluiten. Raadpleeg uw vakbondsbestuur.
Anders kunt gij uzelf en uw gezin onherstel
baar benadeelen. De ongeorganiseerde drage
zelf het volle risico van zijn afzijdigheid, de
georganiseerde make gebruik van het vak
bondsapparaat, dat tot zijn beschikking staat."
De heer Posthumus is een goed redenaar,
hij weet bovendien zijn gedachten vlot en in
zuiver Nederlandsch te uiten.
C. J. VAN T.
STADS BIBLIOTHEEK EN LEESZAAL
PRINSENHOF.
(Openbare Leeszaal en Bibliotheek).
Nieuwe aanwinsten.
Engelsche romans:
Hawthorne. The house of the seven gables.
Lobogola. An African savage's own story.
Moon. Dark star.
Parker. An adventure of the North.
Stern. Debonair; the story of Persephone.
Sinslair. Arnold Waterlow a life.
Algemeene werken.
AmmersKüller. Twaalf interessante
vrouwen.
Zede- en Zielkunde.
Jung. De banden tusschen het ik en het
onbewuste.
Meerloo. Jong blijven rechtop loopen en.
doorspelen.
More. De vier uitersten.
Natuurlijke historie.
Beebe. Achthonderd meter onder de zee
spiegel.
Binsbergen. Trekvogels.
Gedenkboek Dr. Jac. P. Thijsse.
Stoppelaar. De Wuivende wieken.
Letterkunde:
Duinkerken, van. Twintig tijdgenooten;
Nederlandsch proza na 1930.
Leopold. Verzamelde verzen.
Marsman en du Perron. De korte baan;
nieuwe Nederlandsche verhalen.
Stuiveling. De Nieuwe Gids als geestelijk
brandpunt.
Geschiedenis.
Bac. Intimités du second empire, 3 deelen
Bock. Deutsche.? Handwerk im Mittelalter.
Faber. De geschiedenis als theologisch pro
bleem.
Maurois. Lyautey,