Voorstanders van het Defensiefonds
aan het woord.
Vertrek onzer Ambulance
uit Addis-Abeba
Haarlem's Kunstbezit.
WOENSDAG 12 FEBRUARI 1936
HAARtEM'S DAGBLAD
3
TWEEDE KAMER
Koning George V
herdacht.
Minister Oud heeft geen succes.
Wijziging Comptabiliteitswet
verworpen.
DEN HAAG, Dinsdag.
In de matig bezette vergadering was het
na de lange Kerstvacantie een aangenaam
wederzien, nu de griffier weer geheel her
steld. naast den voorzitter zetelde, die hem
hartelijk toesprak. Voor dit blijde presidiale
woord had Mr. Ruys de Beerenbrouck eerst
wijlen koning George V te herdenken. Mi
nister de Graeff sloot zich namens de Re
geering bij dit keurige toespraakje aan, me-
dedeclende, dat hij aan het verzoek van den
President gevolg zou geven om bij het Brit-
sche Gouvernement tolk van de gevoelens
der Kamer te zijn.
De communisten bleken in het reces be
paald interpellatie-lustig te zijn geworden.
De heer de Visser zou gaarne over de maat
regelen in verband met de steunverlaging
en zi.in partijgenoot Schalker over het beleid
der Regeering met betrekking tot de in
een financieel weinig benijdenswaardige po
sitie verkeerende gemeente Rotterdam
interpelleeren. Morgen beslissing over deze
verzoeken.
De voorgestelde wijziging der comptabili
teitswet lokte nog eenige discussie uit. Het
wetsontwerp komt in hoofdzaak hierop neer.
dat oractisch gesproken, wat de dagelijksche
werkzaamheden betreft, de Rekenkamer tot
één Reken-meester zal worden vervormd.
Voor de afdoening van dagelijksche zaken
zal. bij aanneming van dit voorstel, de voor
zitter in zijn eentje zorg dragen. Als regel
zal de President het werk doen en de leden
zullen slechts zoo nu en dan eens een verga
dering hebben bij te wonen. Zoo wordt het
lidmaatschap een bijbaantje, wat uit 'n be-
zuinigingsoogpunt voordeelen oplevert, zelfs
al houdt, het wetsvoorstel meteen een ver-
hoozing in van het salaris van den voorzitter
omdat deze nu zooveel meer te doen zal
krijgen.
Zoowei de heer van
Dijk (a.-r.) als Van
d. Tempel (s.d.) acht
ten een en ander niet
zonder bedenking. De
voorzitter krijgt een
veel te grootë macht.
Formeel moge dit ont
werp in overeenstem
ming met de Grond
wet zijn, materieel
niet. Aldus de s.-d.
woordvoerder, die er
op wees, dat nu toch
bij de a.s. Grondwets
herziening de positie
der Rekenkamer ter sprake zal komen, aan
houding of intrekking van het huidige wets
voorstel de voorkeur zou verdienen.
Minister Oud voerde hiertegen aan, dat
het ontwerp juist ten doel heeft het finan
cieels toezicht op de verschillende geld uit
gevende departementen te helpen versterken
en voorts meer nog dan tot dusverre het ge
val is de door de Rekenkamer aan het par
lement te verieenenen hulp t.a.v. de budge-
taire controle tot haar recht te doen komen.
Van verzwakking van het toezicht der Sta-
ten-Generaal is geen sprake. Juist het te
gendeel is 't geval. Wachten op de Grond
wetsherziening vond de Minister minder ge-
wenscht.
Na re- en dupliek verwierp de Kamer het
wetsontwerp met 43—31 (tegen waren de
c.-h., de a.-r., de s.-d.. de communisten en
Mr. Westerman). Na deze nederlaag kon
Minister Oud zich Depart-ementwaarts be
geven en kwam het Defensiefonds aan de
orde.
De bedoeling is f 53.4 millioen in vier jaar
tijds te verwerken om den achterstand, die
zich speciaal op het gebied der materieele uit
rusting onzer defensie zou voordoen, in te
halen. 1
In twintig jaar moet dan dit bedrag wor
den afgelost, waarvoor jaarlijks op de defensie
begrooting een annuïteit van 3 f2 millioen
gulden zal voorkomen.
De anti-revolutionnair Duymaer van Twist
opende het debat. Na er eerst op gewezen te
hebben, hoe men elders (o.m. in Frankrijk
België en Duitschland) geweldig aan het be
wapenen is. keerde hij zich tegen hen, die
zi. een afkeurenswaardig defaitisme aan den
dag leggen door te beweren, dat een klein
land als het onze toch niets kan uitrichten
als een groote militaire mogendheid tot den
overval overgaat. De Abessynische les leert
ons, da* men in de eerste plaats op eigen
kracht aangewezen is.
Over de inrichting van het fonds is deze
afgevaardigde slechts matig te spreken, want
een aflossing over 20 jaar uitgestrekt, is z.i.
veel te lang. In 3 jaar moest men dat doen;
anders ontstaat er weer al te spoedig ach
terstand. Op deze wijze is het maar half werk
Tenslotte moet er ook meer aandacht besteed
aan het levend mate
riaal Hier mag men
zich niet achter finan-
cieele bezwaren ver
schuilen; de veiligheid
van den staat is in het
geding!
Na dezen spreker be
steeg Dr.Max v. Poll.
(r.k.) het spreekge
stoelte. Den finan-
cieelen opzet acht deze
afgevaardigde zeer uit
zonderlijk en zonder- m
ing. Een gewone leening "ockf "suiVpT
voor het beoogde doel
ware veel beter geweest.
Ook als staaltje van wetstechniek liet het
ontwerp te wenschen over. Want het fonds
zal ook worden besteed voor eenige uitgaven
voor Nederlandsch-Indië, terwijl de consi
derans alleen spreekt van uitgaven tot ver-
sterking van de weermacht van Nederland.
Dr. v. Poll vraagt zich intusschen af, of
er hier niet te weinig wordt aangevraagd,
want de achterstand der materieele uitrusting
is zeer groot. De nationale zelfstandigheid is
een kostbaar goed. dat zeker de noodige uit
gaven waard is. Men moet er eens op letten,
wat elders aan militaire versterking wordt
gedaan en hoe Duitschland zich versterkt
Bovenal is in dit verband van belang het
voorbeeld van andere kleine staten, zooals
Zwitserland, België enz.
Wanneer vlak bij ons in de buurt het volk
in chauvinistischen geest wordt opgevoed,
dan kan men niet zeker zijn, dat een aldus
opgehitst volk zich steeds vredelievend zal
gedragen. Daar openbaart zich 'n geestesge
steldheid, waarvan alles, ook het voeren van
'n aanvalsoorlog te vreezen ware. En dan is
voorbereiding op verweer volstrekt noodzake
lijk. Het sanctie-apparaat van den Volken
bond werkt zoo langzaam, dat een land vol
slagen onder de voeten geloopen kan wor
den als het alleen op het effect der sancties
blijft zitten wachten.
Jhr. mr. de Geer (C. H.) bepaalde zich tot
enkele financieele opmerkingen over dit wets
ontwerp, dat helaas, tot teleurstelling voor
Regeering en Kamer, door de internationale
omstandigheden noodzakelijk is geworden.
Terwijl vroeger rood „duur" heette, doch
slechts t. av. vreedzame nationale uitgaven,
kan men thans zeggen: „bruin is duur", maar
dan voor andere landen die op kosten wor
den gejaagd, nu het Derde Rijk 'n militair ge
vaar wordt en andere staten noopt zich be
ter tot verweer uit te rusten.
Wat den financieelen opzet van het ontwerp
aangaat, acht Jhr. dr. de Geer het niet juist,
dat men zich vastlegt aan het betalen van
een annuiteit gedurende 20 jaar Deze fonds
vorming vindt hij minder gelukkig. Tenslotte
sprak de c. h. fractieleider gelukkige woorden
t.a.v. de noodzakelijkheid om onversaagd door
te blijven ijveren. De versterking van het Vol
kenbondsorganisme, waarmee niet in strijd is
dat men thans de grendels op de eigen deur
wat versterkt.
Mr. Westerman (Nationaal) is der Regee
ring erkentelijk voor dit ontwerp. Hij is dank
baar maar nog niet voldaan. De operatieve
veiligheid van ons legér, die op voldoende
luchtbeveiliging moet berusten, laat te wen
schen over. Tot datgene wat ons verder ont
breekt behooren o m. tanks. Kazematten zijn
dringend noodzakelijk, terwijl verder uitbrei
ding van de levende weermiddelen gewenscht
is. Alleen moeten we gemotoriseerde colon
nes hebben. Intusschen drukt Mr. Wester
man de Regeering ernstig op het hart in
plaats van de halve, de heele prijs ten behoeve
onzer veiligheid te betalen; met minder dan
100 millioen komen we er niet. De heer v. d.
Bilt (R.K.) vroeg allereerst vooral aandacht
voor betere verdediging van Nederlandsch-
Indië, punt door den hem voorafgaanden
spreker nog aangeraakt in verband met het
Japansche gevaar. Vervolgens kwam deze af
gevaardigde o.m. op de maritieme zijde van
het defensie-vraagstuk, waarvoor hij mede
belangstelling vroeg.
E. v. R.
Engelsche mail per K. L. M.
naar Singapore.
Vergunning verleend door Engelsche
posterijen.
Rapporten van Dr. Winckel.
Geen kampementen vlak bij steden.
De Engelsche posterijen hadden tot nog toe
geen vergunning gegeven voor het verzenden
van Engelsche mail per K.L.M. naar Singapore
Dezer dagen is echter de beschikking van
den Engelschen Postmaster-General afgeko
men, dat Engelsche post per K.L.M. naar
Singapore verzonden mag worden. Op de
poststukken moet „per K.L.M." vermeld wor
den.
Voor de K.L.M. is dit een erkenning van
haar verdiensten voor het postvervoer naar
het Verre Oosten,
Het hoofdbestuur van het Nederlandsche
Roode Kruis heeft aan het A.N.P. inzage
verstrekt van eenige rapporten, welke de lei
der der Nederlandsche Ambulance in Addis
Abeba heeft ingezonden en welke betrekking
hebben op de ambulance van Zaterdag 11
t. m. Donderdag 16 Januari.
Het eerste rapport, dat van Zaterdag 11
Januari, beschrijft de zorgen, welke de leider
der ambulance heeft gehad, alvorens de reis
van Addis-Abeba naar Dessié te kunnen aan
vaarden. Op dien ochtend was de benzine uit
Djiboeti aangekomen, zoodat de ambulance
nu alles had. Het Roode Kruis bezorgde aan
de ambulance 250 muildieren en de nagadi's
zouden den volgenden dag komen om de ba
gage voor transport klaar te maken. De ver
pakking der medische uitrusting tot 3 onaf
hankelijke eenheden waren dien dag afge-
loopen. Het was den geheelen dag vrijwel
droog; wellicht verbeterden de weersomstan
digheden. aldus het rapport. Dien middag
heeft dr. Winckel met eenige leden der am
bulance afscheid genomen van den Fran-
schen gezant.
De gezant en mevrouw Bodard waren zeer
hartelijk en beloofden aan hun gasten ver
schillende faciliteiten voor de verzending en
de ontvangst van de post.
Zondag 12 Januari werd geheel in beslag
genomen door het in orde maken van de
bagage, welke bestemd was voor het vervoer
met het eerste transport muildieren.
Ook Maandag 13 Januari ging de geheele
dag daarmede heen. Des morgens vertegen
woordigde dr. Winckel de ambulance bij den
rouwdienst in de Zweedsche zendingskerk.
Vervolgens deelt dr. Winckel mede. dat hij
dien dag met de 3 chirurgen der ambulance
een belangwekkend onderhoud heeft gehad
met dr. Junod, over het werk dat het basis
hospitaal en de mobiele eenheden te wachten
staat. Dr. Junod vertelde o.a. dat de Zweden
600 zieken (vnl. malaria en dysenterie) en
120 gekwetsten verpleegd hadden in de S
dagen hunner werkzaamheid, vóór het bom
bardement. Verder gaf hij aanwijzingen, hoe
wij ons te gedragen hadden bij het verschij
nen van vliegtuigen. Sinds Zaterdagochtend
had het niet meer geregend, dit gaf de am
bulance moed voor den tocht per vracht
auto.
Dinsdag 14 Januari wachtte men den ge
heelen dag op de muildieren, welke vast en
stellig in den loop van den morgen geleverd
zouden worden. Omstreeks half vier ver
scheen het eerste honderdtal en precies om
vijf uur kon de eerste ploeg vertrekken. De
administrateur, de heer De Vries reed hen
achterna per vrachtauto en regelde het kam
pement voor den eersten nacht. De ploeg
heeft dien nacht vlak bij Addis-Abeba door
gebracht. Den volgenden dag zou de tocht
voortgezet worden.
Het rapport van Woensdag 15 Januari
vermeldt, dat den vorigen avond om 9 uur de
heer De Vries weer thuis was gekomen, na
de eerste groep van de karavaan met het
kamp op weg geholpen Te hebben. Dien dag
verschenen de muildieren veel eerder, zoodat
het opladen spoedig afliep en de karavaan
om 1 uur kon vertrekken. Men trek niet ver
der dan Sjoa, even voorbij de Engelsche le
gatie, waar ook de eerste ploeg kampeerde.
De bedoeling was. dat allen den volgenden
ochtend vroeg zouden verder trekken in *wee
convooien. welke evenwel met elkaar voeling
zouden moeten houden. Des middags bracht
de leider der ambulance per Ford een bezoek
aan het kamp. Allen verkeerden in de beste
stemming en waren blij op weg te zijn, zij het
Voorkomt verkoudheid en keelpijn.
Ivorol-gebruikers zijn zelden verkouden en
hebben zelden keelpijn, omdat deze tandpasta
den mond dagelijks grondig desinfecteert.
(Adv. Ingez. Med.)
dan ook per langzame muildierkaravaan. Dr.
Winckel besprak met allen de maatregelen,
welke genomen moeten worden om het go-
vaar van luchtaanvallen tot een minimum te
beperken; uitrekken der colonne en bij het
naderen van Dessié één dag tusschenruimte
te nemen. Vervolgens moest bij het bespeu
ren van vliegtuigen de ambulance zich zoo
veel mogelijk onmiddellijk naar alle kanten
verspreiden en de Nederlandsche on Roode
Kruis-vlaggen vertoonen.
De overtollige bagage der ambulanceleden
werd aan de Fransche legatie bezorgd, welke
zich met de zorg daarvoor zou belasten.
Vroeg in den morgen van Donderdag 16
Januari moest de heer De Vries weer naar
het kamp te Sjoa, waar kleine moeilijkheden
moesten overwonnen worden. Tegen negen
uur was de colonne echter op marsch.
Dr. Winckel nam afscheid van zijn vrien
den in Addis-Abeba en ging toen met dr.
Belmonte eveneens op weg. Hij vernam van
den luchtaanval op Woldia, waarbij de Roode
Kruistent van majoor Bourgogne getroffen
werd. Wij zullen niet. aldus schrijft hij in
zijn rapport, in de fout van vele anderen
vervallen en onze kampen op te slaan in of
vlak bij steden, omdat de Italianen daar
troepenconcentraties mogen verwachten. Wij
hebben dit ook afgesproken met de karavaan
commandanten.
Dr. Winckel had eerst gedacht dien dag
met de Fordauto's te kunnen vertrekken,
doch dit bleek ten eenen male onmogelijk.
De Britsche ambulance was toen nog al
tijd in Dessié en kon niet door naar Woldia.
in verband met den toestand van de wegen.
Dr. Winckel besluit dit rapport met mede te
deelen. dat er verteld werd. dat de Negus
reeds noordwaarts is vertrokken: er bestond
dus kans. dat dr. Wii-l-el "er karavaan den
Negus moest gaan opzoeken. Ook daarom
was het goed. dat hij zoo spoedig mogelijk
Dessié zou kunnen ':2reiken.
Het weer is de laatste dagen prachtig en
naar verluidt is de weg. welken wij nemen
moeten, aldus dr. Winckel. weer bruikbaar.
Korting op de salarissen van
rechters.
In verband met ingediend
wetsontwerp.
Zoo noodig zal het niet uitbetaalde nog
worden uitgekeerd.
Op schriftelijke vragen van den heer Gose-
ling in verband met een toegepaste korting op
de salarissen van de leden der rechterlijke
macht over de maand Januari zonder vooraf
gaande daartoe strekkende wettelijke maat
regelen, heeft de minister van justitie geant
woord:
Een korting op de bezoldiging van de rech
terlijke macht, waartoe slechts de wetgever
bevoegd is, is uiteraard niet toegepast; wel is
5 pet van hetgeen pleegt te worden uitbetaald
voorloopig niet uitgekeerd. Een voorafgaande
mededeeling aan de leden van de rechterlijke
macht heeft niet plaats gehad, omdat in ver
band met het te verwachten wetsontwerp kon
worden aangenomen, dat de bedoeling er van
zonder meer aan belanghebbenden duidelijk
zou zijn.
Bij Koninklijke boodschap van 31 Januari is
ingediend een ontwerp van wet, waarbij onder
meer op de geldende salarissen 5 pet. wordt
gekort.
- De bovenaangegeven handelwijze is gevolgd,
omdat daarbij, wanneer het wetsontwerp 'tot
wet mocht worden verheven, op de meest een
voudige wijze uitvoering zal kunnen worden
gegeven aan die in het ontwerp voorziene
terugwerking tot 1 Januari 1936, vermits als
dan een terugvordering van bereids uitbetaalde
bedragen wordt voorkomen, hetgeen zoowel
voor de administratie als voor de rechterlijke
ambtenaren zelf het meest geschikt is te
achten.
Het is met letter noch geest van het tweede
lid van artikel 63 der Grondwet in strijd, voor
bereid te zijn op de mogelijkheid, dat een op
dit artikel steunend wetsontwerp wet wordt.
Mocht het wetsontwerp niet worden aan
vaard, dan zal, eveneens overeenkomstig letter
en geest der Grondwet, het voorloopig niet uit
betaalde alsnog worden uitgekeerd,
Ter gelegenheid van de salarisverlaging van
10 pet., welke op 1 Januari 1934 is ingegaan,
heeft bij de uitbetaling hetzelfde plaats"gehad.
Een riviergezicht van Waldorp in
Teyler's Collectie.
Als wij straks naar Amsterdam gaan om
daar in het Stedelijk Museum de tentoonstel
ling der drie Marissen, die nu uit Den Haag
naar de hoofdstad is overgebracht, te bezoe
ken, zullen wij er misschien nut van hebben
ons te herinneren, wat er door voorgangers
van dit wondere drietal in hun onmiddellijke
omgeving gewrocht is. Als wij dan misschien
bewonderend voor één van Jacobs Dordtsche
stadsgezichten met de rivier en de kerk ko
men te staan, zal het ons opvallen, hoe groot
de afstand geweest is die den meester van
zijn dertig jaar oudere tijdgenooten scheidde,
maar tevens hoe, bij alle wijziging, de quintes-
sens van het Hollandsch landschapsschilderij
dezelfde bleef. Om dat gemakkelijk in te doen
zien reproduceeren wij deze week een schilde
rij van Antoine Waldorp, die, dertig jaal
ouder dan Jaap Maris, een grooten naam had
toen de laatste begon de aandacht te trekken,
en die thans „démodé", uit de mode en de
algemeene belangstelling geraakt is.
Maar zelfs op ons kleine plaatje is te zien
hoe ook deze voor ons gevoel thans ouderwet-
sche schilder in de lichtwerking van een hooge
lucht, in de reflexen daarvan op het watervlak,
een zuiver meester was, die het spel van licht
cn schaduw op levendige en toch harmonieusc
wijze weergaf en wiens teekentrant in ieder
geval van een zeer solide onderlegdheid ge
tuigt. Nu waren dergelijke riviergezichten wel
is waar Waldorp's specialiteit; hij had aan
vankelijk van alles geschilderd, doch zich na
zijn 35e jaar op die onderwerpen bij voorkeur
toegelegd. Wanneer hem later zijn soms wat
„gelikte" manier van schilderen verweten
werd, mag men niet vergeten dat men dat, zoo
omstreeks het jaar '50, wenschte en bewonder
de en juist voor een bewijs van kundige ge
routineerdheid hield, wat ten deele ook juist
is. Kundig zijn hij en zijn Haagsche vrienden
genoeg en meer dan dat; De jongere groep der
Marissen heeft hare kundigheden bij die oude
re generatie opgedaan. En het is daarover, dat
wij vandaag wel eens iets wilden vertellen,
omdat het niet juist zou zijn te meenen dat
die genialiteit der Marissen en hun groep zoo
maar eens uit de lucht was komen vallen. Als
wij dan nagaan waar al die heeren hun vak
kennis hebben opgestoken, blijken er een paar
lijnen door die ontwikkelingshistorie te loo-
pen, waardoor de geheele bent van schilders
bijna tot ééne groote familie samensmelt.
Een merkwaardig beginpunt van één dier
lijnen iseen tooneeldecorateur van den
Haagschen schouwburg, uit het eerste kwar
taal der negentiende eeuw. De man heet
Breckenheimer en zal, als alle goede tooneel-
decorateurs het teekenen, de perspectiefleer,
de kennis der historische bouwstijlen, enz. wel
terdege beheerscht hebben. Bij hem komt ook
onze Antoine Waldorp die in 1803 op het
Huis ten Bosch in Den Haag geboren werd
in de leer. Hij vindt, daar als medeleerlingen
Andreas Schelfhout en Bart. J. van Hove, wat
wel bewijst dat het atelier van Breckenheimer
voorbestemd scheen, beroemde artisten af te
leveren. De relaties worden ook op ander dan
artistiek gebied vernauwd als Waldorp met
Van Hove's zuster Anna trouwt, die op haar
beurt een nicht van Schelfhout is, zoodat het
onder de aanstaande beroemdheden echt ge
zellig begint te worden. De jong gestorven
Nuyen behoort ook tot dien vriendenkring:
met hem maakt Waldorp een studiereis door
België en Duitschland. in het jaar '33, een
paar jaar derhalve vóór Waldorp zich geheel
tot het schilderen der Holl. riviergezichten zal
gaan bepalen.
Nu trekken wij de lijn verder. Die Brecken-
heimer-leerling B. J. van Hove wordt op zijn
beurt een een gezocht leermeester. Onder zijn
leerlingen vinden wij in de eerste plaats zijn
zoon Huib van Hove, verder Bosboom en Jan
Weïssenbruch. Geen kwade namen in de
kunsthistorie, naar men ziet. (Van dien Huib
I
van Hove bezit Teyler het mooie Breistertje,
van vader Bartholomeus een interessant
Stadsgezicht).
En weer gaat de lijn verder. Ook bij Huib
van Hove komen jongere schilders gaarne stu-
deeren, waaronder Stroebei, die hem in on
derwerp navolgt, en van de jongens Maris
vooral Jacob, die voor zijn eerste vorming veel
aan hem te danken heeft. Wij zien dus wel uit
dit verkorte overzicht reeds, hoe de roemrijke
Haagsche School op een traditie berust van
serieuse kundigheid in de eerste plaats, waar
aan dfior de mannen van '70 met élan een ver
nieuwing is toegevoegd die het zou kunnen
doen voorkomen alsof er met de grondslagen
gebroken werd. Wie echter nu het werk der
Marissen gaat bekijken, en het schijnt ons
een gelukkig teeken dat de aandacht voor hun
werk weer schijnt te herleven, zal, aandach
tig toeziend, spoedig ontdekken dat hun mon
daine roem van een dertig jaar geleden niet
gestolen was, doch op normaal gegroeide, uit
stekende fundamenteele capaciteit berustte,
waaraan hun genialiteit alleen nog maar het
uitzonderlijke hunner verschijning kon toe
voegen. Een Waldorp als aanleiding tot dit in
zicht nemend, zal men straks de Marissen
allicht nog met beter begrip en echter ver
eering kunnen gaan genieten.
J. H. DE BOIS
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1886.
12 Februari:
SPOORWEGEN.
Als zuinigheidsmaatregel wordt het
station Bolwerk van de Haarlem-Zand-
voort-Spoorwegmaatschappij eerstdaags
opgeheven.
Naar men verneemt, bestaat het voor
nemen om binnenkort, voorloopig op
één baanvak, ook de rijtuigen derde
klasse van de Hollandsche IJzeren
Spoorwegmaatschappij te verdeelen in
compartimenten, waarin wèl en waarin
niet gerookt mag worden.
Dingen die ons in Amsterdam
bezig houden.
Een verschrikkelijke brand en
angstige gedachten. De
opleving van het circus.
De afschuwelijke brand, die geheel Neder
land ten diepste getroffen heeft, omdat zij
aan acht menschen het leven gekost heeft,
heeft ons. Amsterdammers, natuurlijk het
meest ontroerd. Want voor ons doen zich
vragen voor die ons persoonlijk en onze
wondermooie stad aangaan, vragen die ons
bezig houden na en met. de diepe deern is. die
wij gevoelen jegens hen. die op zoo verschrik
kelijke wijze het leven gelaten hebben en
jegens hunne nabestaanden. Want wij we
ten. dat het eigenlijk een wonderlijk geluk
mag heeten. dat zulke verschrikkelijke din
gen niet veelvuldiger voorkomen, vrij weten,
dat er hier in Amsterdam duizenden en dui
zenden woningen staan, die uiterst brand
baar zijn met hun oude houten trappen
huizen en portalen, welke wanneer zij
eenmaal hebben vlam gevat de vele bewo
ners als ratten in de vuurval gevangen hou
den. Het gaat natuurlijk niet aan. na de
verzuchting geslaakt te hebben dat. wanneer
er een ijzeren brandtrap was geweest, deze
ramp voorkomen zou zijn, nu ook maar on
middellijk te eischen dat al de daarvoor in
aanmerking komende huizen van zulk ren
brandtrap voorzien zullen worden. Dat zou,
om allerlei begrijpelijke redenen onmogelijk
zijn Maar. zoo vragen wij in Amsterdam ons
af. is de brandveiligheid van de nieuw-ge-
bouwde woonkazernes wel goed genoeg? Kan
in die huizencomplexen niet hetzelfde ge
schieden. dat nu in de binnenstad heeft
plaats gehad? Want ook onze reusachtige
flat-woningcomplexen verdienen den naam
„woonkazerne" ten volle en daarvan treft
men er tallooze aan in de nieuwe wijken der
stad, waar honderden en duizenden men
schen de wanden der lange straten bevolken,
in woningen die soms vier en meer verdie
pingen tellen. Ik weet wel. dat daarin meer
steen en ijzer verwerkt is. dan in de oude
huizen, dat zij dus minder brandbaar zijn,
doch een zelfde ramp zou er niet denkbeel
dig zijn en.... ik ken vele van die huizen,
waarvan bij zulk een onverhoopte gebeur
tenis den bewoners evenmin een andere
uitweg geboden wordt, dan de .trappenhui
zen. Wij weten dat voor groote lokaliteiten
bioscopen, theaters en dergelijke de eischen
van de brandweer en bouw- en woningtoe
zicht niet gering zijn. En wij hebben daar
geen enkel bezwaar tegen. Integendeel! Doch
menige flatbewoner is, na den verschrikke-
1 ij ken brand van vorige week, met een be
klemd hart de vele treden naar zijn woning
opgeklommen en heeft zich. met angstig ge
moed, afgevraagd, wat er zou gebeuren als
zijn huis eens in brand zou staan.
Het is merkwaardig hoe het circus, het ver
schijnsel: paardenspel, plotseling weer in Am
sterdam is opgedoken, in Amsterdam, dat nog
altijd zijn gebouw Carré heeft als gedenk-
teeken van een roemrucht circus-verleden en
een even roemruchte circus-dynastie. Eenige
liefhebbers van het circus hebben zooals ge
weet in de Vondelstraat aan hun liefde
vorm gegeven, door daar een etablissement te
openen waar de hippische „sport" hoogtij
viert in zijn meest sierlijke en ouderwetsche,
doch eeuwig-jonge, vormen en gedaanten.
Hier wordt een circus geëxploiteerd door
amateurs, zonder winstbejag. Eensdeels wor
den beroepsartisten te werk gesteld, anders-
deels komen de baten ten goede aan het. crisis
comité en andere instellingen van algemeenen
nutte. En. wat het plezierigste is, die baten
zijn er. Het heeren-circus geniet veel belang
stelling. Zoowel Jan-met-de-pet en Coba-met-
de-spuuglok als de deftige oer-Amsterdam-
sche burgerij komen het schouwspel van glan
zende paardelijven, sierlijke paardebeenen,
hooggehoede hoogeschoolrijdsters. schalksche
acrobaten en grappige clowns genieten. En het
is allemaal écht. De prikkelende geur, die her
inneringen aan de jeugd wekt. het echte
hoempa-muziekje, de keurig-gelivreide en wit
gehandschoende stalknechts, het knallen van
de zweep, het buitelen van de Augusten met
hun wijde broeken en zeepsop-orgieënhet
zet onze harten weer in vuur en vlam. We
vinden het mooi en romantisch en gezellig en
we zijn nog niet te oud om stilletjes weer dat
oude verlangen te koesteren, van zélf circus
artiest te zijn en de wijde wereld door te trek
ken in de romantische sfeer van het paarde-
spul. Al weten wij dat die romantiek er niet
meer iswij willen het niet weten en
genieten van al het kinderlijk-opgetogen-heer
lijks wat het circus ons biedt in gulle, licht-
overschenen overdaad. Hier in de Vondelstraat
en ginds aan de Arnstel, waar bij Carré
het vaderlandsche circus Amanda Roberti
klein maar dapper mede het oud vermaak
in eere houdt. Wij Amsterdammers zijn tóch
nog steeds echte circus-liefhebbers. Dat is ons
erfdeel, dat wij eenige jaren hebben vergeten
en verwaarloosd, maar dat wij nu weer terug
gewonnen hebben uit den chaos van het mo
derne. door de wangunst van den tijd ont
wrichte. leven van de groote stad.
F. A. KAMPERS.
DE PALEISZAAK IN MAART A.S. VOOR
HET HOF.
Naar wij vernemen, zal de bekende Paleis
zaak in Maart a.s. voor het Gerechtshof te
Amsterdam worden behandeld.
Zooals men zich herinnert heeft de Recht
bank deze strafzaak tegen den ex-directeur
en een ex-commissaris van het Paleis voor
Volksvlijt zeer uitvoerig behandeld, en beide
personen wegens malversaties tot gevangenis
straffen veroordeeld, (A.N.P,),'