Avonturen in sneeuw en ijs
Niet minder dan vijf huizen zijn te Kerdriel door een hevigen brand verwoest.
Een overzicht van de ruine
Een der zeesluizen te Muiden is van nieuwe deuren
voorzien, daar de oude hun besten tijd gehad hadden. De
nieuwe deuren zijn uit een bijzondere tropische houtsoort
vervaardigd
Zweden schaakt aan boord van den kruiser „Gotland", die thans ligplaats heeft in de
haven van Amsterdam
De burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, bracht Vrijdag een
bezoek aan den Zweedschen kruiser „Gotland", waarbij hij werd rondge»
leid door commandant K. L. Rudberg
Koops (rechts) en Sames (Duitschland) tijdens het nummer
5000 meter bij de schaatswedstrijden der Winter-Olym-
piade te Garmisch Partenkirchen
Aan het eindpunt
van den 18 K.M.
skiwedstrijd bij de
Winter-Olympiade
te Garmisch Par
tenkirchen, in welk
nummer de Zweed
Arne Larsen win
naar werd
Leon Blum, de leider der Fransche
socialisten, na den aanslag, die op hem
gepleegd werd
FEUILLETON
door
'j J. 0. CÜRWOOD.
8)
Door ondervinding had hij de
macht en beteekenis van vuurwapenen leeren
kennen, evenals deze hem op de hoogte had
gebracht, waarvoor speren, harpoenen en
zweepen gemaakt waren. Hij had gezien hoe
de vrouw Blake neerschoot en hoe zij op het
puilt gestaan had oni op Uppy te schieten.
Daardoor begreep hij, dat zij vijanden waren
en dat alles wat met hen in verband stond,
vijandelijk was. Op een enkel woord van haar
was hij bereid om vooruit te springen en dien
Eskimo-slededrijver te verscheuren en zelfs de
honden, die de slede voorttrokken. Hij had niet
veel tijd noodig om te begrijpen, dat die man,
die daar op de slede lag, een deel uitmaakte
der vrouw, en bijgevolg ook zijn vriend moest
zijn.
Hij bleef goed achter, twintig of dertig pas
achter de slede en tenzij Peter of de vrouw
hem riepen of de slede om de een of andere
reden stilstond, kwam hij zelden dichterbij.
Het hoefde Dolores echter maar één woord
te kosten, om hem onmiddellijk naast haar te
doen komen.
Uur op uur werd de reis voortgezet. De
vlakte was zoo effen als een vloer en bij tus-
schenpoozen rende Dolores over het spoor om
den last te verlichten en de honden sneller te
doen voortspoeden. Dan bewaakte Peter Uppy
met de revolver en het was ook gedurende
deze tusschenpoozen wanneer hij vlak naast
de vrouw voortrende dat het bloed in
Wapi's aderen, dol van vreugde, opbruiste.
Gedurende drie uren verminderde Uppy's
snelheid nagenoeg niet. Het vierde en het
yljfrle uur werd de vaart minder, In het zesde
en zevende uur werd de afneming der snelheid
welsprekend. De vlakte was ook niet langer
hard en gelijk, gladgeveegd als een vloer door
de Poolwinden. Rollende golven waren ver
anderd in sneeuw- en ijsbruggen. Op verschil
lende plaatsen sleepten de honden de slede
over dunne ijskorsten, die braken onder de
loopers; heele velden jachtsneeuw, fijn als
hagelkorrels, bevonden zich op hun weg en in
het achtste uur hield Uppy de nog slechts
langzaam voortzwoegende honden in en stak
zijn beide handen omhoog, het stilzwijgende
teeken van den Eskimo, dat zij niet verder
konden gaan zonder te rusten.
Wapi ging plat op zijn buik liggen wachten.
Zijn oogen volgden wantrouwig Uppy, terwijl
hij het linnen der tent over het baleinen ge
raamte hing. om de slede waarop Dolores aan
Peters voeten gezeten was, voor den wind te
beschutten.
Vervolgens maakte Uppy een vuur aan van
houtspaanders en schepte een pot ijs voor
theewater. Daarna gaf hij. onderwijl het water
warm werd. eiken trekhond een bevroren visch.
Dolores zocht zelf een der grootste visschen
uit den zak en wierp dien Wapi toe. Vervol
gens ging zij weer zitten en begon een gesprek
met Peter, die heelemaal in bont was gepakt.
Na een poosje aten zij. dronken warme thee
en nadat hij een schijf rauw vleesch, zoo groot
als zijn beide vuisten verslonden had, rolde
Uppy zich in zijn slaapzak, dien hij naast de
honden op den grond gelegd had. Wapi kroop
gedurig een klein eindje nader bij, beetje voor
beetje, tot zijn kop tenslotte op Dolores' man
tel lag. Daarop heerschte er een lange stilte,
enkel verbroken door de zachte stemmen van
de vrouw en den man en de zware ademhaling
der vermoeide honden. Wapi zelf dommelde
ook in, maar nooit langen tijd achtereen. Ver
volgens begon Dolores te knikkebollen en haar
hoofd zakte omlaag tot het een kussen vond
in Peters schouder. Peter sloeg bezorgd een
berenhuid om haar heen en bleef langen tijd
klaar wakker zitten, de wacht houdend over
Uppy en nu en dan zijn ooren ontblootend om
te luisteren. Een dozijn keeren zag hij Wapi's
met bloed beloopen oogen op hem rusten, en
tweemaal legde hij zijn hand op den kop van
den hond en sprak hem fluisterend toe.
Zelfs Peters oogen werden met een vlies be
dekt door zijn steeds sterker wordende slape
righeid, toen Wapi zich zachtjes terugtrok en
wantrouwig wegsloop in het duister. Hier
waren geen keffende vossen, veertig mijlen van
de kust verwijderd. Een bijna benauwende
stilte hing onder de witte sterren, een stilte,
die enkel verbroken werd do.or het doffe en
verwijderde gekreun dat de wind altijd maakt
op de Barrens. Wapi luisterde er aandachtig
naar en snuffelde met zijn grauwen snuit in
Noordelijke richting. En toen jankte hij.
Wanneer Dolores of Peter hem gezien of den
toon gehoord hadden, die uit zijn keel oprees,
dan zouden zij ook teruggestaard en hun aan
dacht bepaald hebben op den weg, waarlangs
zij gekomen waren. Want uit die richting
kwam een waarschuwing tot Wapi. Als een
vage, bedriegeiijke. onbepaalde geur in de
lucht rook hij het het eene oogenblik en het
volgende was het weer verdwenen. Een poosje
bleef hij besluiteloos stilstaan,1 niet wetend wat
hij doen zou en keerde toen weer terug naar
de slede, terwijl de haren op zijn rug overeind
stonden en met een onderdrukt geknor. Met
wijd-geopende oogen staarde Peter terug. „Wat
is er, Wapi?"
Zijn stem maakte Dolores wakker. Met een
ruk ging zij overeind zitten. Het geknor in
Wapi's keel was overgegaan in een gegrom.
„Ik denk dat ze in aantocht zijn," zei Peter
kalm. „Je moest Uppy maar wakker maken.
Hij heeft zich de laatste twee uur niet bewo
gen."
Een geluid, dat op een snik geleek, ontsnapte
aan Dolores' lippen toen zij opstond. „Ze zijn
niet in aantocht," fluisterde zij. ,;Ze hebben
halt gehouden en leggen een vuur aan!"
Op nog geen derde gedeelte van een mijl af
stand, sloeg een gele vlam omhoog in den don
keren nacht.
„Geef mij de revolver, Peter;"
Peter gaf ze haar zonder een woord te spre
ken. Zij liep naar Uppy en zoodra zij hem met
haar voet aanraakte, sprong hij uit zijn slaap-
zak en keek haar met zijn vollemaansgezicht
aan. Zij wees terug naar het vuur. Haar gelaat
was doodsbleek. De revolver werd recht op
Uppy's hart gericht. „Als zij ons inhalen, Uppy
dan ben je een man des doods!"
De kleine oogen van den Eskimo verwijdden
zich. Er was moordzucht te lezen op het gelaat
der blanke vrouw, in haar vaste hand en in
haar stem. Als zij ingehaald werden zou
hij sterven! Snel raapte hij zijn slaapzak op
en wierp dien op de slede. Vervolgens wekte
hij de honden, die in hun trekriemen verward
waren. Zij stonden op, slaperig en slecht gehu
meurd. Een'hunner greep naar zijn hand. Een
ander gromde kwaadaardig, toen hij een trek-
riem ontwarde. Toen kreeg een der geeuwende
woestelingen de nieuwe lucht in zijn neus, de
lucht, die Wapi al geroken had, toen die nog
een mijl verder af was geweest. Hij snuffelde
om te ontdekken wat het was. Hij ging over
eind zitten en hief een jankend gehuil aan
tegen de honden van het andere span. Binnen
tien tellen stemden de andere vijf honden met
dit gehuil in en nauwelijks waren zij losgebar
sten in dit lawaai, of van het vuur op een
halve mijl afstand kwam het antwoord.
„Mijn Hemel!" hijgde Peter buiten adem.
Dolores sprong naar de stuurstang en Uppy
zwaaide zijn lange zweep tot die als een re
peteergeweer knalde boven den troep honden.
De honden antwoordden en spoedden zich
voort in den nacht. Achter hen had het helsch
lawaai der honden in het andere kamp opge
houden. De mannen waren in actie gekomen.
Vijftien honden, in een dubbel span, trokken
één enkele slede voort.
Dolores lachte, een snikkende, gebroken
lach, die eigenlijk een kreet van wanhoop was.
„Peter, wat moeten we doen, als ze ons in
halen?"
„Als ze ons inhalen," zei Peter, „geef mij dan
de revolver. Is ze heelemaal geladen?"
„Ik heb kogels
Voor het eerst dacht zij er aan, dat ze de
drie leege kamers niet weer gevuld had. Haar
arm om de stuurstang heenslaande, om zich
vast te houden, greep zij in haar zak.
De honden, die verfrischt waren door hun
slaafje en door Uppy's zweep aangevuurd-wer
den, legden de eerste mijl met grooten spoed
af. De weg voor hen uit was'weer gelijk en
hard. Uppy wist dat zij aan den rand waren
van de groote, kale- strook bij Lacs Delesse en
hij liet zijn zweep knallen, op hetzelfde oogen
blik dat de buitenste looper van de slee tegen
een, door sneeuw verborgen, luchtblaas stiet.
Deze brak stuk en door het plotseling omhoog-
schieten der stuurstang werd de revolver uit
Dolores' hand geslagen en was verdwenen.
Een gil van schrik steeg haar naar de lippen,
maar zij onderdrukte dien voor hij tot uiting
gekomen was. Tot op dit oogenblik had zij
nog niet de verschrikking en den angst van
totale hulpeloosheid gekend. Maar dit maakte
haar moedeloos. De revolver had haar niet
alleen hoop, maar ook een vast zelfvertrouwen
gegeven. Van het begin af had zij het besluit
genomen, hoe zij dien tenslotte zou gebruiken,
zelfs nog een oogenblik voor zij Peter gevraagd
had, wat zij doen moesten.
Ineengedoken op de slede, klemde zij zich
aan Peter vast en plotseling kreeg zij een in
geving om het gebeurde voor hem te verzwij
gen. Haar armen omknelden zijn schouders en
zij keek vooruit over de ruggen van den, op
wolven gelijkenden, troep, huiverend bij de
gedachte, wat Uppy doen zou, wanneer hij
haar verlies kon vermoeden. Maar hij rende
nu voor zijn leven, voortgedreven door zijn
vrees voor haar nimmer missende scherp
schutterskunst en Wapi. Zij keek over haar
schoude,". Wapi was daar, een reusachtige
grijze schaduw, twintig pas achter hen. En zij
meende, dat zij hoorde roepen!
Peter zei iets tegen haar. Blake's hon
den zijn moe," sprak hij. „Ze waren juist
van plan om te gaan kampeeren en de onze
hebben gerust. Misschien
„Wij zullen hen voorblijven!" viel ze hem in
de rede. „Kijk maar eens hoe snel we opschie
ten! Het is schitterend!"
(Wordt vervolgd.)'