I Persoonlijkheidsonderwijs. Hmmfa WuiUUk m INCASSO-BANKN.V. CREDIETEN INCASSO'S SAFE-DEPOSIT ZWEMBRILLEN ÜKUN/T INI IETÏEREN Eere-fentoonstelling Louis Hartz ZATE R'DAG 15 FEBRUSRI 1935 HAARDE U'S DAGBES D' Zittenblijvenmeesleepen door bijstoomen, remmen (gevolgen der eenheidsbehandeling van het klassi kale stelsel) -afgedaan. Naast individueelen arbeid, groepsvorming bij het werk, naar aanleg en vermogen, op natuurlijke, onopzettelijke wijze in de klasse ontstaan, zonder dat daar bij de reuk van knap of dom gesnoven wordt, die z'n onpaedagogische scheiding meebrengt. (M»j. J. A. Jansen Heytmajer, te Haarlem, secretaresse van de Per- soonlijkheidsonderwijs-concentratie, verzoekt ons plaatsing voor het hier volgende artikel, dat haars inziens een geschikte aansluiting vormt op het artikel van Dr. Luning Prak over het schoolsche confectiepakje, dat wij dezer dagen plaatsten). Het schoolsch confectiepakje, voor het eene kind te wijd, het andere knellend, door Dr. Luning Prak in het Haarlem's Dagblad van 4 Februari even kenmerkend als statistisch juist gekarakteriseerd, zal de aandacht hebben getrokken van verscheidene ouders en onder wijzers, die een open oog hebben voor de wer kelijkheid van het schoolgebeuren. De fouten, door dezen onderwijsdeskundige genoemd, vragen dringend onze aandacht, Het onderwijssysteem dient zoodanig her vormd te worden, dat de school, met zijn leger van toegewijde krachten, practische en paeda- gogische verbeteringen van de door dr. L. P. zoo juist geziene zwakke punten, zal kunnen bereiken. Gelukkig hebben we in ons land een stelsel van onderwijs zien ontstaan, dat gelegenheid biedt, de gebreken van ons schoolstelsel te elimineeren: „Het Persoonlijkheidsonderwijs" van L. Groeneweg. De kinderen hebben bij dit werksysteem gelegenheid tot vrije uiting en beweging, in betrekking tot den schoolarbeid. Ze werken volgens taken: een minimumtaak, in omvang voor allen gelijk, die uitgebreid wordt met een extra taak naar draagkracht, en met vrijen arbeid, naar aanleg. De volgorde van dit werk, en de wijze, waarop ze het vol brengen (alleen of met anderen samen) kie zen zezelf. Deze gang van zaken heeft in de praktijk (aan de beide O. L. S. met P. O. te Amsterdam en te Utrecht) als gunstige werk omstandigheid groepsvorming der leerlingen doen ontstaan, een groepsvorming, die gedu rende het bijeenblijven van de klasse hechter wordt, naar mate de 1.1. elkaar meer leeren kennen, en die voor verschillende vakken weer anders uitvalt. Geen wonder, want gladde re kenaars zijn lang niet altijd goede taalleer- lingen. De gelegenheid tot samenwerking in groepen, de onderlinge uitwisseling bij den air- beid, het rustig individueel bezig zijn biedt nu de juiste mogelijkheden voor de kinderen, om in hun eigen tempo te werken, op eigen wijze iets te bemachtigen en in te zien: eigen ini tiatief en eigen activiteit in te schakelen, om moeilijkheden onder de knie te krijgen. Bo vendien behoeven ze niet precies gelijktijdig met 45 anderen iets te begrijpen, te bereiken, af te hebben en te bewerken. Er is nu een maal een gevoelige periode en die is er niet voor allen op hetzelfde oogenblik. De onderwijzer, die beurtelings een actieve en een passieve houding temidden van indi viduen en groepen aanneemt, zorgt dat hij de leerstof zóó aanbiedt, dat de kinderen er zoo zelfstandig mogelijk mee aan het werk kunnen komen. Hij stimuleert, geeft een wenk, waar noodig; hij onthoudt zich vooral van inmen ging, waar mogelijk, en is het centrale midden punt, zonder de totaalregulator te zijn. Het heterogene in de klasse groeit nu van zelf uit tot verschil van vorderingen; altijd zoo, dat de zwakken, op wie de grootte van de hoofdtaak is gebaseerd, op tijd door het leer plan heen komen. De anderen, die doorwer kend, verder komen, boeken gelijktijdig hun extra winsten, ook weer naar den graad van hun vermogens. De praktijk heeft geleerd, dat de zwakke leerlingen (althans de normalen, die niet bij het B. O. thuis hooren) er op deze wijze komen. Ze hoeven niet te blijven zitten. Voor hen is er velerlei mogelijkheid. Gaat het niet op de eene manier, dan kan het tijdens de schooluren nog eens anders geprobeerd worden. Extra hulp van een vriendje of van den onderwijzer is mogelijk en geschiedt geheel onopvallend, zon der dat er een stempel van domheid op hen gedrukt wordt. De onderwijzer is immers al tijd afzonderlijk met groepen of afzonderlijke leerlingen bezig, nu hier, dan daar. Er is voor den onderwijzer tevens gelegenheid, om onder schooltijd clubs te formeeren, die een geza menlijke moeilijkheid eens extra in bewerking dienen te nemen. De tijd daartoe komt v-rij, doordat zoovele flinke leerlingen zichzelf goed voort kunnen helpen bij de taken, hetgeen ze liever en met meer succes doen, dan eerst nog een inleidende les aanhooren, over iets, dat ze zelf al doorzien. Zij houden op hun beurt tijd over, om kennis en werkzaamheid voort te zetten, te verrijken en te verbreeden, zon der dat de zwakkeren voor hen een rem betee- kenen. Het spreekt vanzelf, dat de onderwijzer een zekere vindingrijkheid aan den dag moet leggen, in het gereed hebben en in gebruik stellen van geschikt materiaal voor dezen meer zelfstandigen arbeid. Een kind, dat bijv. in rekenen erg zwak staat gedurende een jaar, of een paar jaar, wil soms in een volgend jaar plotseling weer inzicht erin krijgen en in betrekkelijk korten tijd, tot onze verbazing, de zaak bijspijkeren. iZou het niet bedroevend zijn. als het dan maar moest blijven zitten, terwille van die zwak heid op dat eene punt en dan, zooals bij het klassikale stelsel het geva-l is, met andere vak ken ook niet vooruit komt in dien tijd? Bo vendien biedt het groepswerk gelegenheid, om heel zwakke broeders vrij te laten van extra moeilijkheden bij rekenkundige bewerkingen en taai-speciale dingen, die voor intelligente leerlingen waarde hebben, maar voor hen al leen struikelblokken blijven, terwijl het dage- lijksch leven op dat gebied nooit iets van hen zal vragen. Groote sociaal-paedagogische waarde houdt het Persoonlijkheidsonderwijs in met deze practisch en paedagogisch noodzakelijke groe peering. die zich voltrekt langs den natuur lijken weg van contact, aantrekking, en ge lijke werkmogelijkheid bij den arbeid en in het minst geen scheiding bewerkt, noch gedachte doet ontstaan van meerdere of mindere aDpre- ciatie voor de groep. Ook schatte men het feit niet gering, dat gebrekkige uitingen of foutieve antwoorden volstrekt niet onder de aan dacht vallen van de geheele Idas. Dat blijft een zaak tusschen onderwijzer en leerling. Vreugde ziet men de kinderen beleven, of ze intelligent zijn, of niet, in een werksfeer, waarin hun geëigende gang zijn natuurlijke ontwikkeling krijgt. Het mag een gelukkig verschijnsel genoemd worden, dat in onze stad voor dit onderwijs systeem, dat door Haarlem's Dagblad al eenige malen is belicht, reeds aandacht bestaat, al is het dan nog maar bij een kleine groep ouders en onderwijzers. Laten we hopen, dat die belangstelling binnen korten tijd mag aan groeien tot een hoogte, die in deze stad een proefneming mogelijk zou maken. J. A. JANSEN HEIJTMAJER. PHILIPS RADIOTOESTELLEN (Adv. Ingez. Med.) MAKELAARSKANTOOR H. W. VROLIJK, HEUSSENS STRAAT 16 (nabij Kleverlaan) TELEFOON 23693. SLUITEN ALLE VERZEKERINGEN. (Adv. Ingez. Med.) liezen. Om haar kans te behouden, zal H. B. S. II in de hoofdstad van Amsterdam IV moe ten winnen, een resultaat, dat niet zonder in spanning verkregen zal worden. T.H C. II ver liest van A. M. V. J. In 4C is Kraaien vermoedelijk nog zwakker dan Strawberries II. Verliezen de Kraaien, dan staan zij tevens definitief op de laatste plaats. Voor de promotie- en degradatie-compe titie spelen Zandvoort en Schaerweyde (Zeist) tegen elkaar op het veld van eerstgenoemde als a.s. kampioenen van klasse 4 C en 4 D. A.s. kampioenen, omdat beide uit hun laatste competitiewedstrijd minstens nog één punt moeten halen, hetgeen ze echter ongetwijfeld zullen doen. De Bilt voorspelt: Zwakken tot matigen Zuidelijken tot Zuidoostelijken wind. Zwaai- tot half be wolkt. Waarschijnlijk eenigen neerslag met in het Oosten kans op ijzel. Lichte vorst des nachts. Overdag lichte dooi. BAROMETERSTAND Hoogste 766.3 m.M. te Jan Mayen. Laagste 746.5 m.M. te Thorshavn. Het buitenlandsch weerbericht meldt: Onzeker. De depressie over de Britsche eilanden drong verder Oostwaarts door. Secun- dairen bevinden zich thans over de Shet- lands en de Far Oer en over het Kanaal en de Zuidelijke Noordzee. Deze laatste secundaire deed ten onzent de wind in de hoogere luchtlagen wat ruimen zoo dat warme lucht tegen de koude opliep en toeneming van de bewolking met eenigen neerslag optrad. Thans zijn over al in ons land'de temperaturen boven 0. De depressie in het Oosten vulde verder op. Er bevindt zich nog een rug van hooge drukking van de Pooizee via Scan dinavië naar Duitschland. Over Scan dinavië blijft de vorst nog zeer streng. Over Duitschland nam de vorst toe ter wijl het over Frankrijk wat zachter werd. De vooruitzichten voor het weer ten onzent blijven nog dubieus. De druk over Frankrijk blijft nog betrekkelijk laag, zoodat de wind ten ontzeilt nog een Oost-component blijft behouden. AANGEZIEN IN DUITSCHLAND DE TEMPERATUREN NOG ALTIJD LAAG BLIJVEN IS LICHTE VORST DES NACHTS WAARSCHIJNLIJK. OVERDAG ZIJN DE DOOIKANSEN GROOT. BAROMETERSTAND Vorige stand Stand van heden Neiging achteruit. Opgave van: Kruisweg 59 HAARLEM TéGEN ZAKELIJKE OF PERSOONLIJKE ZEKERHEID OP BINNEN- EN BUI TENLAND (tarieven op aanvraag verkrijg baar; LOKETTEN TE HUUR van f 5 - en hooger (Adv. Ingez. Med.) 762 m.M. 755 m.M. Fa. A. FEDERMANN, Opticien Groote Houtstraat 37, Haarlem NAGEKOMEN ADVERTENTIE Tot onze groote droefheid overleed heden, na een kortstondig: ziekbed, onze yeliefde Broeder, Behuwd- broeder en Oom CorneJis van Oldenborgh in den ouderdom van 64 jaar. Aerdenhout: FL. J. VAN OLDENBORGH J. A. G. VAN OLDEN BORGH— VAN DER MANDELE Brussel; A. CRENA DE IONG— VAN OLDENBORGH S. CRENA DE IONG Dzn. Haarlem: I. W. VAN DER SANDE— VAN OLDENBORGH D. VAN DER SANDE A. C. VAN OLDENBORGH Florence: J. M. VAN OLDENBORGH Utrecht: Al C. "W. KLEYN— ENGELHARD F. J. KLEYN Nichten en Neven Amsterdam, 15 Febr. 1936 Alleen Zijlstraat 97 Opticiens. (Adv. Ingez. Med.) DAMES-HOCKEY. Wanneer de hockeyvelden de wisselende weersomstandigheden goed doorstaan, wordt Zondag weer een volledig programme afge werkt. Rood Wit, dat er thans niet meer zoo slecht voorstaat, moet bij H. D. M. op bezoek: een moeilijke wedstrijd voor de Heemsteedsche club. B. D. H C. gaat naar H. O. C. Zoowel in de competitie als op den hockeydag eindigde een dergelijke wedstrijd met 0—0. Hoe het nu zal worden? Wij houden het toch op B. D. H. C„ maar beide partijen hebben de winstpun ten hard noodig. GooiAmsterdam zal vermoedelijk door de thuisclub gewonnen worden. Ook hier hebben beide rivalen de punten noodig om in de running voor het kampioenschap te blijven. In de overgangsklasse rekenen wij op winst voor de thuisclubs bij B. D. H. C. II-Hurley en HilversumAmsterdam II; en eigenlijk ook bij KievitenB. H. V., al zijn de vogels erg achteruit gegaan in den laatsten tijd. In 2A zullen bij B. D. H. C. IIIRood Wit n de gasten wel het sterkst blijken en zich op de tweede plaats handhaven. Strawberries kunnen bovenaan blijven door een overwin ning op eigen veld tegen Victoria Te Werve H. H. IJ. C. n is o.i. voor de thuisclub. In 3 B is Leiden nH. B. S. opnieuw vastgesteld. Wij zien H. B. S. met de zege te- rugkeeren. In den strijd tusschen de zwakke ploegen van T. H. C. en Rood Wit III zien wij eerstgenoemde als gastvrouw, winnen. Voor 3D krijgt B. D. H. C. V bezoek van de a.s. kampioenen Famos, en zal dus wel ver- HILLEGOM De gemeentefinanciën. Bezuinigingsplannen. Naar wij vernemen zuilen door B. en W. aan den raad voorstellen worden gedaan om het tekort van f 38.000 op de begrooting 1936 te vinden door bezuiniging op drie hoofd stukken dier begrootivg. Welke die drie hoofdstukken zijn, zal in den raad van Woensdag as békend worden gemaakt DIEFSTALLEN. Door een bewoner der Haarlemmermeer werd aangifte gedaan dat op zijn land door onbevoegden aardappelen waren gerooid en medegenomen. Door de politie werd de partij, die inmiddels al in de derde hand was, op de Vosselaan in beslag genomen, terwijl tegen de daders, die bekenden, proces-verbaal werd op gemaakt. Een rijwiel dat eenigen tijd voor de woning van den heer L„ a d. Weeresteinstraat onbe heerd had gestaan, was, toen de eigenaar het noodig had, verdwenen. PERSONALIA. Met ingang van 15 Februari is tot Stations chef alhier benoemd de heer Mulder, chef van het voormalig station Heerensingel der Neder- landsche Spoorwegen te Leiden. DE RAADS-VACATURE. Door het hoofdstembureau is gekozen ver klaard in de vacature J. D. Jansen de heer J. de Jong. HUISBROEITENTOONSTELLING. Vrijdagmiddag werd in Hotel „Flora" te Hillegom de huisbroeitentoonstelling geopend, georganiseerd door de St. Joseph Gezellen, in samenwerking met den R.K. Volksbond en de bloemistarbeidersvereeniging „St. Deus Dedit". In zijn welkomstwoord memoreerde kape laan J. Voortwist de vele medewerking en de subsidies van Bloemencultuur, H.B.G. en Veiling. Hij dankte ook de firma's M. van Waveren en Zn. en Lommerse en Schrama voor de beschikbaar gestelde bloembollen. Namens de jury, bestaande uit de heeren C. Ph. Freriks, P. N. Jonkheer en B. M. Heems kerk, deelde de heer Freriks de bekrooningen mede. Hierna was het woord aan "burgemeester Pont, die concludeerde dat er bij de Hille- gomsche jeugd nog voldoende liefde voor het bloembollenvak bestaat. Met een gelukwensch verklaarde hij de tentoonstelling voor ge opend. Hij reikte persoonlijk de wisselbekers uit. Na een rondgang werd achtereenvolgens nog het woord gevoerd door den heer D. E. Nieuwenhuis (H.B.G.)J. Bijl van Duivenbode (Bloemenbollencultuur) en pastoor Kosters. De wisselbeker der St. Josephgezellen werd gewonnen .door den heer G. Leegwater (2e maal)de wisselbeker van den Volksbond voor de derde maal door den heer B. Versteeg, die hem nu ineigendom verkreeg. De St. Joseph- school won ditmaal den wisselbeker voor de scholen. De tentoonstelling is tot en met Zondag avond geopend. STRENG OPTREDEN TEGEN BALDADIGHEID. Den laatsten tijd komen bij den burge meester talrijke klachten in over ergerlijke baldadigheid langs den openbaren weg, zoo mede over verontreiniging door het neder- werpen van afval, sinaasappelschillen, enz. Naar wij vernemen zal tegen dit euvel met kracht worden opgetreden terwijl de mede werking van het goedwillend publiek wordt ingeroepen door dergelijke feiten zoo spoedig mogelijk ter kennis van de politie te brengen, onder opgave van de namen der daders. WIE IS DE EIGENAAR? In een weiland nabij de Haarlemmermeer loopen heel rustig een zestal schapen op den rug met een rood kruis gemerkt. Niemand weet aan wien zij toebehooren of hoe zij daar gekomen zijn. VOORSTEL TOT VEREENIGING DER DRIE BRITSCHE DEFENSIEMINISTERIES VAN DE BAAN. Admiraal Sueter heeft gisteren in het Britsche Lagerhuis zijn wetsontwerp dat tot doel had de drie ministeries van defensie te vereenigen, ingetrokken. Voor den inhoud dezer rubriek stélt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. Tekort aan vrouwelijke huishoudwerkkrachten. Een oproeping aan de Haarlemsche huisyrouwen. Het aantal mannelijke jeugd-werkloozen bedraagt te Haarlem pl.m. 1250. Daarente gen zijn er geen of nagenoeg geen vrouwe lijke werkloozen hier ter stede ingeschreven. Onder voorzitterschap van Wethouder Van Liemt is een Werkcomité van Werkgevers in onderscheidene bedrijven opgericht, welk comité zich ten doel stelt zooveel mogelijk mannelijke jeugd-werkloozen in de bedrij ven geplaatst te krijgen. Daarnaast is ook een Welvaartcomité opgericht om de burge rij op te wekken mede te helpen, de werk loosheid te bestrijden. Hiertegenover staat het feit dat in Haar lem 7/8 van het totaal aantal werkneemsters in het huishoud-bedrijf uit buitenlandsche meisjes bestaat. In Nederland zijn er in 't geheel 45.000 werkzaam. De regeering heeft overwogen deze geleidelijk weer af te doen vloeien uit ons land, zoowel op grond van het groot aantal mannelijke jeugd-werkloo zen als uit de overweging dat hierdoor jaar lijks een kapitaal van circa acht millioen gulden 't land verlaat. Tegen deze afvloeiing heeft zich o.m. verzet de Ned. Ver. v. Huis vrouwen met een ledenaantal van pl.m. 30.000. nagenoeg allen werkgeefsters in het huishoud-bedrijf, omdat hier te lande nage noeg geen aanbod van goed onderlegd Hol- landsch personeel aan de markt is. Op grond van deze overwegingen heeft zich nu te Haarlem een comité van werk geefsters gevormd dat zich voor Haarlem ten doel stelt: het Hollanclsch meisje, mits goed onderlegd, weer te brengen in het huishoud vak. Hiertoe heeft het comité zich verze kerd van de medewerking van de Huishoud en Industriescholen hier ter stede en van de afd. Haarlem der Nèd. Vereeniging van Huisvrouwen, Een goede vakkundige oplei ding bestaande uit dagcursussen voor meis jes van 1214 jaar, aanvullende middagcur sussen voor iets oudere meisjes, die in och tend-betrekkingen werkzaam, zijn en avond cursussen in speciale vakken, worden nood zakelijk geacht. Deze vakkundige opleiding zal meebrengen een hooge waardeering van den arbeid in het huishoudelijk bedrijf van de zijde van werkgeefsters en werkneemsters beiden. Echter zal van deze grootere waar- deering alléén niet genoeg stimulans uitgaan om het Hollandsche meisje er toe te bewegen dn huishoudelijke richting zich te bekwamen en werk te zoeken. Om verschillende ten deele begrijpelijke, redenen wordt aan een werkkring in fabriek of magazijn de voor keur gegeven. Van de zijde der werkgeefsters dus van onze Haarlemsche huisvrouwen (een groote macht door haar groote getal!) ver wacht het comité de medewerking teneinde aan deze bezwaren tegemoet te kunnen ko men. De denken hierbij aan een behoorlijke re geling van vrijen tijd en vacantie, opdat de vergelijking met andere bedrijven doorstaan zal kunnen worden. We denken hierbij ook aan het bezwaar dat uit den aard van het gezinshuishouden voortvloeit, namelijk een maar gering onderling contact van de meis jes-werkneemsters. Het zal dus zeer wensc.helijk zijn, te komen tot' een groot Clubverband dat in een gezel ligheid en algemeene ontwikkeling brengend Clubhuis tot zijn recht zal kunnen komen. Allerminst ligt het in de bedoeling van het comité op het terrein van de reeds bestaande clubs te treden, maar naast en in samen werking met deze ligt toch nog een arbeids veld open. Het comité vertrouwt dat met genoemde medewerking van de Haarlemsche huisvrou wen het mogelijk zal zijn, onze jonge meis jes èn haar ouders er van te overtuigen dat, in de eerste plaats met het oog op de eigen waarschijnlijke toekomst (65 pet. der meis jes trouwt toch nog zeker altijd) en in de tweede plaats ook wanneer en zoolang ze voor zich zelf te zorgen hebben, een vak kundige opleiding voor Huishoudelijke Hulp tot de best mogelijke keuze gerekend dient te worden. Sympathiebetuigingen van huisvrouwen uit Haarlem en omstreken worden gaarne ingewacht op het Bureau van het comité „Hersteld-Huishoudbedrijf", van Hogendorp- straat 10. Namens het Comité: C. STEMLER-TJADEN. J. L. H. P. DE JONG. M. G. v. d. GOOT-MAURITZ. Venten is ook een beroep. De heer A. T. W. kan of wil mij niet be grijpen. 't Principe van de penning deugt niet We zijn geen nummers, maar menschen, zooals de heer A. T. W. niet moet vergeten. En wilde men nu verwachten, dat deze lieden, waarop wordt neergekeken, met succes een beleefde opmerking kunnen maken op even- tueele onhebbelijkheden van dames? Onver schillig in welken stand, want ook huisvrouwen van minder gesitueerden maken zich wel schuldig aan het neerzien op venters! Zeer onjuist merkt verder de heer A. T. W, op, dat ook conducteurs e.d. genummerd zijn Dit heeft niets te maken met de venters, 1. De geuniformde ambtenaar is in rijks dienst (of in anderen), heeft een uniform aan en geen penning; 't nummer behoort tot z'n kleeding. Bij den venter niet! De geuniformde ambtenaar biedt niet iets te koop aan en werkt niet voor eigen reke ning. De venter wel. 3. De geuniformde ambtenaar is gebonden aan z'n betrekking, waarvoor hij een vast salaris ontvangt. De venter niet. Deze is aan gewezen op den goeden wil (vooral in deze tijd) van het publiek! Tenslotte: wie zou de kosten van de nienwe in te voeren penningen met nummer betalen? Naar aanleiding van het stuk eener villa bewoonster, eveneens over de venters, gaarne het volgende: Met alle eerbied en dankbaar gevoel, die deze villabewoonster voor de venters koestert, moet mij toch van het hart: 1. dat zij genade voor recht wil doen gel den. 2. dat zij ons nog steeds blijft beschouwen als een groep, waarmee men medelijden moet hebben terwijl wij wél de sympathie noodig hebben van het publiek, maar dat wij onder sympathie iets anders verstaan dan mede lijden! We vragen evenals andere kooplieden solidariteit van alle bevolkingsgroepen omdat ons beroep (venten is een beroep) evengoed onder de crisis lijdt als andere beroepen. 3. Dat wij met een warme kom koffie of iets anders zeer dankbaar zijn, maar dat dit niet het gevolg moet zijn van het feit dat we bedelaars zouden zijn. Zoo men ons hier mee gelijk plaatst is dit de schuld der groote slok- ops: de warenhuizen en andere groote maga zijnen, die aanvankelijk in het vooruitzicht stelden ons als bedienden aan te nemen, maar deze beloste schromelijk nalieten. Vooral de coöperaties! 4. Dat wij met een geleende jas of een heet kop drinken of vriendelijkheid, (wat overigens door ons zéér op prijs wordt ge steld en waarvoor we de schrijvende villabe woonster zeer dankbaar zijn), alléén er niet komen. We loopen op de straat en oefenen ons berpep uit, om wat te verdienen, n.l. dat waar iedereen recht op heeft: ons dageüjksch brood Mijn dank voor de plaatsing en voor 't mee levende en goedbedoelde artikel van de villa bewoonster. M. S. G. SCHILDERKUNST in het Frans Halsmuseum. Niet alleen als daad van piëteit jegens den overleden schilder is deze tentoonstelling van belang, doch ook omdat ze een vrij instruc tief beeld geeft van een schildersleven uit de generatie die aan de onze onmiddellijk voor afgaat. Ook bij Hartz vindt men dat onver bloemd plezier in het schilderen om het schil deren zelf. Een ding is mooi om wat de uiter lijke verschijning ervan aan kleur en vorm aantrekkelijk of belangrijks biedt, de schilder is de weerklank van het opmerkelijke in die verschijning die hij vastlegt met een gevoel •van erkentelijke onderworpenheid aan de natuur. Het eigen psychische wezen zal hij niet dan onbewust in zijn voorstelling een groote plaats inruimen; de idée-schilder, de zelf-ontleder, de zwoeger die in lijn en kleur het ontastbare, het onuitgesprokene wil doen meeklinken, is van later datum. Hartz behoorde tot een schildersgeneratie die met beide oogen scherp schouwend, met beide beenen op de wereld stond. Wereld, waarvan, toen hij aankwam, het moois nog lang niet was afgekeken. Hij kon, daar het waarschijnlijk met zijn aard strookte, zich gelukkig voelen in een kunstbeoefening', die op het visueel waarnemen in hoofdzaak ge richt was en waarbij mannetjesputters van artisten den toon juist hebben aangegeven. De gezonde arbeidslust die dien tijd eigen was zal ook hij bezeten hebben en de onder legdheid, de parate kunde van het vak, zon der welke men er vroeger niet in slaagde ge hoor te vinden, was ook zijn deel. Zoo behoort zijn schildersfiguur in het kader van een aan schilders rijken tijd gezien te blijven als van een knap en kundig meester, wiens arbeid mis schien niet steeds op de hoogte van zijn beste prestaties stond slechts bij zeer enkelen is een dergelijke ononderbroken superioriteit wél waar te nemen doch die, als velen zijner tïjdgenooten een hoogst respectabel oeuvre achterliet. In dat oeuvre neemt het portret een voor name plaats in. Hartz heeft het geluk gehad vele mannen van beteekenis te kunnen por- tretteeren. Van de professoren vinden wij hier Hartman, Meijers, Janse, den filosoof Bierens de Haan, den tooneelschrijver Van Riemsdijk, de Haarlemsche Geertruida Carelsen en den Amsterdamschen zakenman Eduard Gerzon. Ik noem er slechts enkele. Voor die van Geer truida Carelsen en Meyers hebben wij hier vroeger al eens van onze waardeering getuigd. Doordat hij scherp observeerde en misschien een beetje wrange ironie hem vaak niet geheel vreemd was, hebben de beste portretten on danks hemzelf een psychische beteekenis ge kregen, die ze ver boven het gebruikelijke be stelde portret doen uitkomen. Maar vaak ook blijft hij aan de oppervlakte zweven en ver baast dan toch den beschouwer nog door de finale handigheid waarmee hij een gelijkenis bereikt, in zijn zelfportretten moet een schou wing naar binnen hem wel naast de enkele verschijning hebben bezig gehouden. Het hau taine, waarvan zij die hem niet mochten, het bestaansmotief ontkenden, verbergt hij geens zins. Integendeel, hij accentueert het. Maar onderwijl worden dat van zijn allerbeste por tretjes. Zoo dat nr. 41, met den blauwen ach tergrond en de vatte schildersjas en het num mer 36 die ik beide tot de mooiste schilderijen der tentoonstelling reken. Dat Hartz bij tijden in een prachtig élan bijna geniaal lijkende aanzetten kon neerschrijven, men behoeft er de kleine H. Bosmans (nr. 46) en het portretje Mevr. de J. (29) maar op aan te zien, om dat te constateeren. En zeer mooi is op de groote Bosmans (46) het kleurgehalte van het roode jasje. Wij stappen van de portretten af. al zou er nog op meer interessants te wijzen zijn. Als echt schilder heeft Hartz alles behandeld: landschap, stilleven zoo goed als figuur. Van de ruim negentig geëxposeerde werken willen •wij er nog enkele noemen die, naar ons in zicht, de qualiteiten van den schilder het zui verst doen blijken. In Zalmmoten (85) en een Kreeft (5) zit de feestelijke overvloed van een levend rood: fijn gedempt is de kleur in Uitjes op een doek (57) en een stilleven met Pruimen en Perziken (8) misschien beide werkjes door den tijd nog mooier geworden. Zoo is het paarlmoer op de Zee bij Scheveningen (22) van een aantrek kelijke voornaamheid en de kleine landschap pen uit Luxemburg (vooral nr. 71) van een „harmlose" geaardheid als men van den schil der weinig hier aantreft. Alles resumeerend kan men zeggen: Hartz was een schilder van ongelijkmatigen aandrift, die in zijn beste mo menten verrast door een élan en een kundig heid, die veel matigs ongedaan maken en hem in Kunst Zij Ons Doel een eereplaats waardig deden zijn. De tentoonstelling blijft tot en met 23 Februari geopend. J. H. DE BOIS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 2