leder pak HONIG's VERMICELLI GRATIS XuraimnE WOENSDAG 19 FEBRUARI 1936 HAARDE M'S DA GBESD 5 Vergadering Werkloozen Strijdcomité. De afdeeling Haarlem van het Werkloozen Strijdcomité hield Dinsdagavond in het ge- bouw van den Protestantenbond een openbare vergadering, die gepresideerd werd door den heer H. P. van der Pligt. Deze deelde mee, dat de heeren K. Beers uit Amsterdam en Mut saarts uit Haarlem, die als sprekers waren aangekondigd, niet aanwezig waren, de laatste wegens ongesteldheid. Spreker had echter den lieer A. Terol uit Haarlem bereid gevonden, liet woord te voeren. De voorzitter deelde mee. dat het comité gemeend had, deze vergade ring te moeten uitschrijven, om de dreigende steunverlaging, die de Regeering wil invoeren, te bespreken en maatregelen te beramen om die steunverlaging af te weren. Vooral de huismoeders, die het 't beste weten, hoe bit' ter de armoede is, welke in de gezinnen der werkloozen heerscht, moeten de actie van de mannen steunen. Van den steun kan geen cent meer af, zei de voorzitter, die daarop het woord gaf aan den heer Terol. Deze begon met critiek te oefenen op de regeering Colijn, die volgens spreker de arbeiders en werkloozen regelrecht stuurt in de richting van het fas cisme. De steun, die toch al zoo klein is, wordt steeds verminderd. Ook de loonen van de nog werkende arbeiders worden steeds lager. Het is dus noodzakelijk, dat de arbeiders en de werkloozen zich tot één groote macht vereeni gen, om. te voorkomen, dat ze ten gronde gaan. Hij waarschuwde tegen de politiek der nationaal-socialisten, die er op gericht is, de arbeiders in een nog dieper afgrond te stor ten. Ten bewijze daarvan herinnerde hij aan de woorden van Hitler, die bij het begin van zijn regeering gezegd had, dat er vier jaar la ter in Duitschland geen werkloozen meer zou den zijn. De waarheid is, dat het aantal werk loozen in dat land grooter is geworden dan ooit. Het bedraagt millioenen. Het fascisme noemt spreker het laatste redmiddel van het stervende kapitalistische stelsel. Den strijd tegen de politiek van minister Colijn moeten de arbeiders niet aan Mussert overlaten of aan de groot-kapitalisten; de arbeiders moeten dit zelf doen. Als de arbeiders, ongeacht gods dienstige en politieke overtuiging, zich tot één groote massa veneenigden, dan zouden ze met succes den natuurlijken oorlog aan de bourgeoisie kunnen verklaren, zooals nu in Spanje gebeurt. Spreker wees op de ellende in de huisge zinnen van de werkloozen; hun kinderen kun nen lang niet krijgen, wat ze strikt noodig hebben. De toestand in deze gezinnen laat dan ook absoluut niet toe, dat de steun nog meer verlaagd wordt. Het contrast is te schril: de regeering Colijn weet wel geld te vinden voor do uitbreiding van leger en vloot, maar niet voor een menschwaardiger bestaan van de werkloozen. Er moet dus door de arbeiders een groote actie ontketend worden, anders zullen hun kinderen later hun vaders voor misdadi gers uitmaken, omdat zij niet het juiste oogen- blik aangegrepen hebben om- verbetering van hun toestand te verkrijgen. Het strijdcomité mag geen slaapcomité worden. Van nu af aan ■moet de groote actie beginnen, die aan de bourgeoisie veel tranen zal kosten. Mej. A. v. d. Burgh, secretaresse van het Vrouwencomité voor Vrede en Welvaart te Haarlem, wekte de aanwezigen op, om op 9 Maart, den internationalen vrouwendag, al len samen te komen in een bijeenkomst, waar in een film vertoond zal worden. Tenslotte kreeg de heer L. Peper het woord. Ook hij schetste het leed van de werkloozen, die steeds meer achterop raken en die steeds aderlatingen moeten ondergaan. Het kan niet minder. En toch schijnt het ongelooflijke te zullen plaats hebben: er dreigen Wederom aan slagen op het ellendige levenspeil te zullen werden gedaan. Het zou een noodlottige zelf verblinding zijn, te meenen, dat een minister zich door een redevoering van een of anderen partijman zou laten weerhouden van zijn voornemen, om een nieuwe verslechtering van den toestand der arbeiders in te voeren. De bezittende klasse deinst voor geen enkel mid del terug om het levenspeil der arbeidende massa steeds meer te verlagen. Men moet zich niet laten wijsmaken, dat minister Slingen berg zijn plannen niet zou doorzetten. Het lijkt wel of er, wat verlaging van den steun betreft, geen grenzen bestaan. De bourgeoisie zal er niet voor terugdeinzen, om met alle beschikbare middelen de halve wereld te ver branden en uit te moorden, in de hoop de an dere helft te kunnen blijven beheerschen. Men moet het zich realiseeren, dat de bourgeoisie weer op een nieuwen wereldoorlog aanstuurt. Daartegen moet het proletariaat in het geweer worden geroepen. De arbeiders kunnen beter vechtende ten gronde gaan, dan berustende verrotten. Een mensch is immers geen plant, maar het schoonste product van de Schep ping. Elk verzet, hoe gebrekkig ook, is beter, dan geen verzet. Elke opstopper, dien het pro letariaat zonder verzet incasseert, is een uit- noodiging aan de bourgeoisie, om den volgen den opstopper in versneld tempo uit te deelen. Een ernstig verzet van de arbeiders kan het tempo der verslechteringen verminderen. Bij elke gelegenheid moet dit verzet worden aan gewakkerd. De Voorzitter wekte de aanwezigen op, zich bij het Werkloozen Strijdcomité aan te sluiten. Bij de regeering moet er op worden aange drongen, zoo snel mogelijk het Plan van den Arbeid der S.D.A.P. in te voeren, omdat dan aan vele duizenden werkloozen werk kan wor den verschaft. Tenslotte werden twee moties aangenomen. In de ééne wordt geprotesteerd tegen de voor stellen der regeering tot inhouden van den huurtoeslag, wat een nieuwe aanslag op den steun beteekent. In de andere motie wordt ge protesteerd tegen het monsterproces in Wup- perthal, waarbij zes arbeiders ter dood en 600 tot zware gevangenisstraffen werden veroor deeld. De eerste motie zal aan de regeering worden verzonden en de tweede aan het Duit- sche consulaat. De vergadering werd opgeluisterd door mu ziek van het Muziekcorps „Voorwaarts". OPMERKINGEN VAN LEZERS GEVAARLIJKE STEENEN. Een lezer merkt op dat hij heeft gezien dat éen steen in een urinoir bij de Damstraat omviel, hetgeen z.i. groot gevaar opleverde. Bij een inspectietocht door de stad heeft hij geconstateerd dat verschillende van deze inrichtingen in een slechten toestand ver- keeren. Bij vele zijn de omhulsels verroest en vergaan en hij vraagt zich af hoe dit in een stad als Haarlem mogelijk is. GEPENSIONNEERDEN ALS WERKNEMERS. Een abonné vestigt de aandacht op een misstand, waardoor werknemers worden ontslagen, omdat gepensionneerden hun werk voor den halven prijs en nog minder willen doen. Inzender weet gevallen, waarin aan gepensionneerden zelfs de voorkeur wordt gegeven en de aan het werk zijnde 1 personen worden ontslagen. Verbetering hierin ts zi. van dringenden aard. bevat ter kennismaking een HONIG's BOUILLONBLOKJE (Adv. Ingez. MedJ Mr. Slingenberg verdedigt zijn begrooting. Geen verlaging der algemeene steunnormen. Wijziging van de huurtoeslagregeling nog in overweging. De minister van Sociale Zaken, mr. Slin genberg, vangt zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer betreffende de begroo ting van zijn departement voor 1936 aan met een betuiging van erkentelijkheid voor de waardeering, die sommige leden hebben ge uit over de wijze, waarop hij de bestrijding van de werkloosheid onder de jeugd heeft aangevat. Verschillende middelen om te komen tot beter werkverdeeling, in het verslag der Eer ste Kamer aanbevolen, kan de minister niet aanvaarden. Hij wijst er op, dat ook in het buitenland men daarmede niet tot resultaat is gekomen. Met name verwacht da minister van een arbeidsverbod voor 60-jarigen en ouderen niet veel effect ten profijte van- de jongeren. Van verkorting van den arbeidsduur waarbij men gemeenlijk denkt aan de 40-urige werk week zou uiteraard alleen sprake kunnen zijn, indien zij niet zou leiden tot het duur der maken van de productie, waardoor de reeds uiterst zware internationale concur rentie nog moeilijker zou worden. Besprekin gen van den directeur-generaal over invoe ring van een verkorte arbeidsweek hebben niet tot resultaten geleid, welke de hoop zou den kunnen wettigen, dat langs dezen weg iets gedaan kan worden. Mr. Slingenberg. Ten aanzien van het voorontwerp van wet, beoogende in bepaalde gevallen vrouwelijk personeel in fabrieken en kantoren door mannelijk te doen vervangen, waarover de minister binnenkort het advies van den Hoogen Raad van Arbeid meent te mogen verwachten, verwijst de minister naar de be- behandeling door de Staten-Generaal van het in te dienen wetsontwerp. Voorloopig ziet de minister weinig aanlei ding voor een verbod van arbeid door gehuw de vrouwen, Anders staat de zaak voor jeug dige vrouwen, die in fabrieken werken. Zij prefereeren de fabriek boven de huishouding wel in hoofdzaak om de meex-dere vrijheid en het hoogere looix. Op de arbeidsmarkt is volop vraag naar dienstboden. Bovendien, wil men later met Nederlandsch personeel kunnen voldoen aan de vraag naar huishoudelijke hulp, waaraan thans door bui- tenlandsche meisjes voldaan wordt, dan zul len de Nederlandsche meisjes uit de kringen, waaruit het dienstpersoneel pleegt voort te komen, zich evenals voorheen, op je.ugdigen leeftijd in die richting dienen te bekwamen. De minister kan, zeker onder de huidige omstandigheden, geen medewerking verlee- nen aan de totstandkoming van een wette lijke regeling in zake de verbindendverkla ring van loonen. Ten aanzien van de ver bindendverklaring van algemeene bedrijfsre gelingen, betrekking hebbende op sociale voorzieningen, staat de minister echter niet bij voorbaat afwijzend. Een daartoe strek- kende regeling is bij zijn departement in voorbereiding. Wat de volkshuisvesting betreft, bestrijdt de minister, dat de regeering zou beoogen het peil van de arbeiderswoningen te druk ken beneden het door haar voor moraliteit en hygiëne aangenomen minimum. Er is hier en daar behoefte aan eenvoudige wo ningen met matigen huurprijs, er wordt ge streefd naar voorziening in die behoefte met behoud van genoemd minimum. De miixister ziet geen aanleiding om met kans op succes de vroeger reeds gedane po gingen om stagnatie in de kapitaalsverstrek- king bij het bouwbedrijf te voorkomen, thans te hervatten. De werkloosheid in het bouw bedrijf is mede een gevolg van de omstan digheid, dat het bouwbedrijf teveel arbeids krachten heeft gekregen in de jaren van woningnood en overtollige krachten niet konden afvloeien naar andere bedrijven dooi den algemeenen economischen teruggang. Bij de plannen tot inperking van de werk loosheid onder de jeugd zal nauwlettend worden toegezien, dat de belangen van ben, die werkzaam zijn, zoo min mogelijk worden geschaad en dat bestaande arbeidsvoorwaar- den niet ln het gedrang zullen komen. In verband met de opmerking, dat verdere steunverlaging niet ooi-baar wordt geacht, teekent de minister aan, dat hij niet voornemens is de algemeene normen der steunverlee- ning te verlagen. Daar uit het Voorloopig Verslag moet wor den geconcludeerd, dat een aantal leden van meening is, dat de minister reeds besloten zou hebben, de huurtoeslagregeling te wijzi gen, deelt hij mede, dat deze aangelegenheid nog in overweging is. De minister h«eft om trent verschillende voorstellen over «ut punt van gedachten gewisseld met de contact commissie uit. de vakcentralen en die uit de gemeenten. Een beslissing is nog niet geno men. Ten aanzien van de loonen, in de werk verschaffing uitgekeerd, stelt de minister voorop, dat de werkloozenzorg de ontwikke ling van de loonen in het vrije bedrijf niet mag bemoeilijken. De minister hoopt binnenkort een voor stel tot wettelijke regeling van het Zieken fondswezen bij de Staten-Generaal aanhan gig te kunnen maken, hij acht een wette lijke regeling noodig. „Meridol" verschilt van alle andere schoonheids' middelen l „Meridol" geneest de huid van ouder- domsverschijnselen. Gezicht en handen worden glad, jeugdig, zacht en opgewas sen tegen ólle schadelijke, verruwende weersinvloeden. Een onvolprezen en een voudig toe te passen schoonheidsmiddel. ■jmi Uw huid vraagt om Doozen a 50 en 25 ct. bij Apoth. en Drog. (Adv. Ingez. Med.) CENTRALE TANDHEEL KUNDIGE KLINIEK KENAUPARK 26a, HAARLEM, TELEF. 12644 SPREEKUREN iederen werkdag 911 en 1—2 uur. DINSDAGSAVONDS 6.30—8.30 u. ZATERDAGSMIDDAGS geen spreekuur. (Adv. Ingez. MedJ De actie in het kappersbedrijf. Pogingen tot verbeteringen. Na eenigen tijd van voorbereidend werk, waartoe behoorde het vaststellen van een re glement en een program van actie, is de com missie van samenwerking voor het Kappers bedrijf haar werkzaamheden begonnen. Haar eerste taak zal zijn, het verzamelen van zooveel mogelijk gegevens. Hiertoe zal niet alleen een beroep gedaan worden op de kappers en het personeel in dat bedrijf, doch ook op de publieke instanties. Het doel hiervan is om te trachten een zoo zuiver mogelijk beeld te krijgen van den toe stand waarin patroons zoowel als bedienden, verkeeren. Om ten slotte, met den moreelen steun van de overheid, te trachten verbe teringen te verkrijgen. De commissie is samengesteld uit vertegen woordigers van de afdeelingen Haarlem van den Nederlandschen Kappers Bond, den Ne- derlandschen Bond van Kappers-Personeel en den Roomsch-Katholieken Kappersbedienden Bond ,,St. Cosmas", Uit haar midden is een bureau gekozen wat gevormd wordt door N. J, Vos, voorzitter, R. J. de Kruyf, secretaris en F. van Giezen, pen ningmeester. WAT IS DE SOROPTIMIST-BEWEGING? Dezer dagen is een brochure verschenen, waarin doel en werkwijze der Soroptimist- clubs nader is .omschreven. De naam Soroptimist is afgeleid van de Latijnsche woorden: Soror, zuster en Op- timus, de beste en houdt in, dat de leden trachten haar beroep of bedrijf op de beste wijze te vervullen. Een Soroptimist Club is een vereeniging van werkende vrouwen. Het lidmaatschap is beperkt tot een ver tegenwoordigster voor ieder beroep of be drijf. Het doel van een Soroptimist club is het besef op te wekken, en te versterken, van de waarde van alle nuttige beroepen door vrou wen vervuld, de geest van dienstvaardigheid te bevorderen, efficiency te ontwikkelen en onderling van gedachten te wisselen,- ten einde de werkvoorwaarden voor vrouwen te verbeteren en de onderlinge waardeering te vergrooten. De meeste clubs nemen, wanneer zij een maal goed en wel gevestigd zijn, een speciaal werk ter hand, hetzij op maatschappelijk, hetzij op liefdadig gebied. Het voordeel, dat verkregen kan worden door den om-sang met in de praktijk wer kende vrouwen in de meest verscheiden be roepen en bedrijven, is niet te onderschatten. Het bestuur der Soroptimist Club „Haar lem en omstreken" is als volgt samenge steld: Mej. M. J. Rebel, adj. dir.ee St.. Elisabeth's Gasthu-is, presidente; mevr. Marguérite v- Hengel-Couperus, vice-presidente: mevr. H. Prins, directrice Tehuis voor Meisjes, Duin- lustparkweg 60, Santpoort (station)secre taresse: mej. N. Faber. arts, penningmeeste- resse, mej. Ir. Ch. Doppler, Scheik. Ir. bij de Drostefabrieken, Assessor. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. (Inlichtingen over gevonden voorwerpen aan het Bureau van Politie. Smedestraat, uitslui tend tusschen 11 en 13 uur.) Handschoenen en ceinturen: Politiebureau Smedestraat; Gummibal van motorhoorn: Bosch, Raa.msteeg 11; Badpak: Politiebureau. Smedestraat; Bril: Zwagerman, Pres. Steyn- straat 97: Bril: Hesselman, Kloosterstr. 49 rd; Fransch boekje: Zut, Oranjeboomstraat 151: Kindercape- Pelser, Caninefatenst-raat 37: Das: Bros. Zijlstraat 61 b; Deksel van melkbus: Politiebureau, Smedestraat; Schoolétui: Pol.- Bureau, Smedestraat; Honden en Katten: Asyl. Ridderstraat 11; Portemonnaie met in houd: Habieck, Meidoornplein 48; Idem: Del ver, Jansweg 49; Hondenpenning: Verwer, v. Merlenstraat 4; Controlepenning: De Kwant, Brouwersstraat 55; Nachtveiligheidsplaatje: Politiebureau, Smedestraat; Rijwielplaatje: v. Gemert, Tugelastraat .25; Idem; v. d. Voorn. Kritzingerstraat 40; Idem: Beun. Hodsonstr. 10; Ring met sleutels: Ruis, Pleiadenstraat 39; Gymnastieksclioentje: Knossen, Julianapark 34 rd.Rubber slang: Hesselink, Jan Steen straat 89; Kindertasch met inhoud; Politie bureau Smedestraat; Tasch van rijwiel: West dorp, Rijksstraatweg 7: Damestasch met in houd: Maaskant, v. Gend Loos, Wester gracht 131; Dekzeil: Dijkstra, Oranjeboom straat 47: Handschoenen en ceinturen: Pol bureau Smedestraat; Armband: Strenger, Camphuisstraat 16; Bankbiljet: Den Hoed, Leliestraat 7; Broek, Politiebureau. Smedestr.: GymnastiekschoenDen Engelse, Gaelstr. 4; Dameshorloge: Watzema. Dahliastraat 4; Hondje: Venhuizen, Heemst. Dreef 274, Heem stede; Alpinomuts: Overweel, Spaanse he Vaartstraat 107; Sleutel: Oderkcrk. Hyacin tenlaan 4: Idem: De Graaf. Maxwellstraat 3; Gymnastiekschoentjes: v. d. Meij, Leidsche- I straat 115. Nogmaals het Nederlander schap van graaf de Marchant. Waarom een K. B- niet te vinden was. In de vergadering van de Eerste Kamer heeft de griffier een brief voorgelezen van den minister van Justitie inzake de gege vens, indertijd verstrekt omtrent het Neder landerschap van den vader van het Eerste Kamerlid graaf de Marchant et d'Ansem- bourg. Uit dezen brief blijkt, dat het Konink lijk Besluit, waarbij aan den vader van het tegenwoordigeKamerlid toestemming werd ge geven zich in vreemden krijgsdienst te be geven, bij het onderzoek in het register niet is gevonden, omdat alleen gezocht was on der letter M en niet onder letter A, waaronder het besluit was geregistreerd. Ten onrechte is indertijd een blaam geworpen op het rijks archief, toen het op, naar thans blijkt, on voldoende gegevens, het desbetreffende stuk niet voor den dag kon brengen. FAILLISSEMENTEN. Uitgesproken faillissementen door de Ar- rondissements-Rechtbank te Haarlem op Dinsdag 18 Februari 1936. D. Trap, aannemer, wonende te Wormer- veer. Krommenieërweg 119. Curator: Mr. H. E. Prinsen Geerhgs te Haarlem. G. Chr. Vreman, bakker, wonende te IJmui- den-Oost, Bloemstraat 32. Curator Mr. L. J. Venhulzen, te Heemstede. M. J. Koenderman. koopman in rijwielar tikelen, wonende te Heemstede, Bronsteeweg 80; Curator: Mr. T. A. M. A. van Löben Seis te Haarlem. J. Post, schoenmaker, wonende te Zand- voort, Helmerstraat 29, voorheen Koningin neweg 5. Curatrice: Mevr. Mr. E. A, J. Schel- tema-Oonradi te Haarlem. C. Toornend, timmerman, wonende te Haarlem, Witte Heerenstraat 45rood. Curator: Mr. H. O. Drilsma, te Haarlem. De Naamlooze Vennootschap N.V. Spring field Rij wielen fabriek, destijds gevestigd te Amsterdam, thans te Haarlem, Wagenweg 216. Curatrice: Mej. Mr. M. J. Kluitman te Haar lem. Rechter-Commissaris in deze faillissenv ten is Mr. S. J. Pit. te Haarlem. Opgeheven zijn de navolgende faillissemen ten wegens gebrek aan actief: N.V. Zand- en Grinthandel voorheen A. C. Godschalk en Zonen, gevestigd te Haarlem. Curator: Mr. M. A. van Eek te Haarlem. H. Th. Seysener, fotohandelaar, wonende te Hillegom. Curator: Mr. W. Briët te Haar lem. J. J. van Pelt Jr.. zonder beroep, wonende te Haarlem, Gasthuissingel 8. Curator Mr. K. van Giffen te Haarlem. S. Aptroot, meubelhandelaar, wonende te IJmuiden. Curator: Mr. Silvain Groen te Haarlem. De N.V. Bouw- en Eploitatie Maatschappij „Kievitsveld", gevestigd" te Wijk aan Zee en Duin. Curator Mr. A. van Leyenhorst te Haarlem. A. van Dijk, gep. machinist, vroeger wonende te Velsen, Meidoornstraat 17. thans te Putte- Capelle (België). Curator Mr. IT. J. M. To il ino te Haarlem. F. W. Beck, aannemer van betonwerken, wonende te Amsterdam, P, C. Hooftstraat 14boven; Curator: Mr. H. E. Prinsen Geerligs te Haarlem. A. Lex, bloemist, wonende te Bennebroek. Curator Mr. J. H. J. Simons te Haarlem. J J. Willems, aannemer van betonwerken, wonende te Haarlem, Iepenstraat 3. Curator Mr. L. V. Hoog, te Haarlem. Geëindigd is het navolgende faillissement wegens het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst van: A. Heyr.es. reiziger, wonende te Haarlem mermeer. Curator Jhr. Mr. L. U. Rengers Hora Siccama, te Haarlem. UN/T EN IETÏEKE MUZIEK. CONCERT DER H. O. V. Het stond niet uitdrukkelijk boven het pro gramma vermeld, maar het H.O.V.-concert van 18 Februari mocht „Nederlandsche Avond" heeten. Alles, zoowel de uitgevoerde werken als de executanten, de solisten inbegrepen, was van eigen bodem, en ten deele zelfs uit onze naaste omgeving afkomstig. Toch zou men niet kunnen zeggen dat een avond als deze een overzicht van de beteekenis der belangrijkste Nederlandsche componisten van onzen tijd of van den onmiddellijk daar aan voorafgeganen gaf, en evenmin zou men kunnen zeggen dat een specifiek Nederlandsch element in onze muziek er door het meest naar voren kwam. Eenerzijds ontbraken op het pro gramma, zooals ook in de toelichting vermeld was, de namen van de meest representatieve figuren der hedendaagsche Nederlandsche toonkunst als ik me wél herinner, heeft Willem Pijper eenigen tijd geleden in een zijner geschriften gezegd, dat hij de eigenlijke vertegenwoordiger dier toonkunst is an derzijds waren in sommige der ten gehoore ge brachte werken te veel elementen, waarvan de vreemde herkomst duidelijk te bespeuren was. dan dat hier sprake van een specifiek Neder landsch idioom zou kunnen zijn. Het meest Nederlandsch kwamen mij de 3 Oud-Nederlandsche Dansen voor, het meest persoonlijk de 5 korte stukken die wijlen Gerarcl von Brucken Fock tot een orkest- Suite samenvoegde. De stoere kunst uit den tijd van den 80-jarigen oorlog werd door Cor nells Dopper fijnzinnig en met volkomen kennis der orkestrale middelen bewerkt. In hoeverre de interessante polyphonie en har moniseering reeds in de origineelen aanwezig zijn zou inzage daarvan moeten ophelderen. Zeer sober zijn de bewerkingen der Gaillarde van Borchgrevinck en de Paduana van Gistow gehouden; 'bij de eerste trof het spel der flui ten, bij de tweede dat der hobo. De Gaillarde van Grep is van zich zelve eenvoudiger en vroolijker dan de beide vorige stukken; daar entegen is de orkestratie ervan wat grover en luidruchtiger. In de Gaillarde van Borchgre vinck overheerscht de Dorische toonsoort. Ons orkest speelde de drie stukken prachtig van klank en van zuiverheid. Von Brucken Fock's orkest-Suite „Uit het Zuiden" is vroeger eens op een Bachconcert uitgevoerd. Trots den titel ontbreekt elk spoor van folklorisme er in: het zijn eer impressies dan schilderingen. Zoo geeft „Rots in Zee" minder een natuurbeschrij ving dan wel de stemming van het harde en onverbiddelijke in feilen strijd; de uiterst doorzichtig georkestreerde „Dans" ls als een sprookjesverhaal: „Eenzaamheid" was voor mij het minst suggestieve der vijf: van „Woud geesten" is de instrumentale kleur bewonde renswaardig en zeer oorspronkelijk; „Schalksch meisje" tintelt van geest. Ik heb nu het. eerste en het laatste nummer van het programma vermeld. Laat ons zien wat de avond verder bood. Het Piano-Concert van onzen stadgenoot Jacob Bijster werd voor het eerst in 1932 dooi den componist met ons orkest ten gehoore ge bracht. In dit werk domineeren vreemde in vloeden. Het begint met Ravel; in II komen Berlioz en Rachmaninoff te voorschijn: in III is weer veel Rachmaninoff in Debussy-sche harmoniseering; het slot van dit deel herin nert aan dat van het Andante van Brahms' pianoconcert op. 83; in IV hooren we een motief dat ons uit het Celloconcert van Dvorak bekend is. Ik vermeld deze invloeden alleen, om aan te duiden dat we hier niet- met speci fiek Nederlandsche kunst te doen hebben. Daarvan afgezien leert Bijster's Concert ons den begaafden en knappen componist kennen. Tot een prestatie als hij met dit werk geleverd heeft, zou ik in Haarlem niemand anders, in ons land zeer weinigen in staat achten. Dat de componist de solopartij briljant speelde, be hoeft geen betoog; dat Schuurman voortref felijk samenspel leverde evenmin. Ook in de Fragmenten uit de Tooneelmuziek bij „Marsyas" van Diepenbrock is vreemde in vloed licht te bespeuren. Debussy's „Prélude a l'Après-midi d'un Faune" klinkt er hier en daar in door; de rol der fluit is aanvankelijk door de basclarinet overgenomen, later treedt ook bij Diepenbrock de fluit op den voorgrond. Het onderwerp leidde vanzelf tot overeenkom stige illustraties: toch is Diepenbrock veels zins onafhankelijk van Debussy te werk ge gaan en is zijn muziek zeer mooi van stem ming. Aan den jongeren Debussy van de „Petite Suit" herinneren de tertsengangen der clarinetten. later der violen, in het middenge deelte: ook het voorspel van Wagner's ..Tristan und Isolde" komt even voor de verbeelding. Het in 1934 geschreven en aan wijlen Francis Koene opgedragen Concertstuk voor viool en orkest van Henriette Bosnians spreekt deels krachtige, deels lyrische taal. Prachtig is het solo-instrument er in behandeld; prachtig werd de solo-partij door Louis Zimmermaim gespeeld. Een kranige prestatie van den 62- jarigen meester; deze omvangrijke partij nog geheel gememoriseerd te hebben en met abso lute zekerheid voor te dragen! De heerlijke toon van zijn viool deed alle schoonheden van het werk tot haar recht komen. Bijster, Zimmermaim en Henriette Bosmans zijn hartelijk gehuldigd, waarin zij ook Schuurman lieten deelen. Waarom viel nu alweer een Toonkunstavond met een IT.O.V.-coneert samen'? Zou tijdig on derling overleg zulke, vooral voor ons orkest zeer ongewénschte coïncidenties niet kunnen voorkomen? Nu was er voor het H.O.V.-concert veel minder belangstelling dan het verdiend had. K. DE JONG. HAROLD SAMUEL. De dag dat de groote Bachvertolker Harold Samuel aan de zeer vele hoorders in den Stadsschouwburg Bach's Kunst der Euwen deed doorléven, zal in herinnering blijven als die, waarop Lucien Ca pet en de zijnen zich van hun missie tegenover Beethoven hebben gekweten. Duizenden hebben de Ca pets tot zich getrokken, al was het ook voor namelijk de muziek van Beethoven, die den gang naar de concertzaal zooveel gemak kelijker maakte en de onmiddellijke bekoring van het strijkkwartet, die altijd weer van in vloed is. Dat Bach's klavierkunst een avond lang de hoorders in haar ban gevangen houdt is voor den tijd waarin wij leven, als een verschijnsel te beschouwen waarover men zou kunnen filosofeeren. maar dat met dankbaarheid wordt geconstateerd. In de da gen, dat Debrois van Bruyck zijn beschou wingen gaf over de kunst van Bach's Praelu- diën und Fugen. en men haast niet anders deed dan haar met het ontleedmes na te loo- pen. zou geen pianist het hebben bestaan, een heel en avond enkel Bach werken te spelen. Maar de mensch van heden luistert anders, en wij mogen zeggen: beter. Denk eens aan de heerlijke Fuga in Es uit het tweede deel van „Wohltemperirtes Klavier", waarin Ha rold Samuel ons een magistraal koor van ju belende stemmen suggereerde. Deze zeer eenvoudige fuga (wat den bouw aangaat ei- ontbreekt immers geheel een tweede expositie met de thema-inzetten in andere toonsoor ten), dit bloeiende werk werd door Van Bruyck als voorbeeld gesteld van een te schoolsche fuga. En wij? De schoonste momenten der Bach- sc'he Passiën herleefden wij bij de prachtige klankregistreering en de wonderbare plastiek onder Samuel's handen. En voor velen met mij zal het een vreugde zijn geweest, wanneer Samuel, dezen zonnig lachende mensch, zich aan den vleugel zette, en in een oogenblik. te kort om te zeggen, een andere wereld voor den kunstenaar openging. Het was dadelijk zoo bij het eerste werk dat hij speelde, dat niet op het programma voorkwam en de meesten wel nooit gehoord zullen hebben, een Praeludium. Fuga en Allegro in Es. Wij mo gen het houden voor muziek uit „Klavier- übung". Het was evenzeer zoo. toen hij als sluitingsstuk van het concert de superbe mu ziek van ..chromatische fantasie en fuga" had geëindigd en het als één man opstaande publiek hem t-ot twee-, driemalen terugriep. Een- stukje uit „Kleine Praeludiën" (in D- groot) was zijn toegift, maar de virtuositeit waarmee hij den orgelklank van het Grand Jeu deed afwisselen met de streelende sfeer der holpijp, lokte een zóó groote bewondering uit, dat het concert nog niet kon worden af gesloten en Harold Samuel zich ten tweeden male tot een extra gedwongen zag. Nu werd het orgelkunst in anderen zin: een bewerking van de fuga in a klein, met het prachtig- ruischende praeludium dat reeds een dertig jaren vroeger was gecomponeerd. En wat had hij dezen avond niet al gege ven: de Engelsche suite in G klein, met het bekende prelude in den geest van Kuhnau, en dat aan een fuga doet denken; met de mooie Sarabande (met Double), en het won derlijke Gigue, waai-van in het tweede deel het thema komt in omkeering; en niet te vergeten het zeer bekende „Gavotte en Mu sette". Hierna vier preludes en fuga's uit het Wohl- temperirte klavier, als opzettelijk de meest zonnige stukken in lentestemming. Men stelle de blijde muziek der driestemmige fuga in E eens tegenover de titanenkunst van de onmiddellijk daaraan voorafgaande in es klein. Of de lyriek van een stuk in As naast een om erbarming smeekend bes klein. Maar die blijde kunst werd evenals die dei- luchthartige Fransche Suite in Es die uit de allereerste periode stamt uit Köthen, toen Bach slechts het clavecin ter beschikking had om te musiceeren door de hoorders even blijde aanvaard. Zij hebben aan dit vierde ledenconcert der Maatschappij tot bevorde ring der toonkunst en aan Harold Samuel ta danken een dag die meetelt in hun leven. G. J. KaLT.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 7