leder pak HONIG's VERMICELLI
GRATIS
XuraimnE
WOENSDAG 19 FEBRUARI 1936
HAARDE M'S DA GBESD
5
Vergadering Werkloozen
Strijdcomité.
De afdeeling Haarlem van het Werkloozen
Strijdcomité hield Dinsdagavond in het ge-
bouw van den Protestantenbond een openbare
vergadering, die gepresideerd werd door den
heer H. P. van der Pligt. Deze deelde mee, dat
de heeren K. Beers uit Amsterdam en Mut
saarts uit Haarlem, die als sprekers waren
aangekondigd, niet aanwezig waren, de laatste
wegens ongesteldheid. Spreker had echter den
lieer A. Terol uit Haarlem bereid gevonden,
liet woord te voeren. De voorzitter deelde mee.
dat het comité gemeend had, deze vergade
ring te moeten uitschrijven, om de dreigende
steunverlaging, die de Regeering wil invoeren,
te bespreken en maatregelen te beramen om
die steunverlaging af te weren. Vooral de
huismoeders, die het 't beste weten, hoe bit'
ter de armoede is, welke in de gezinnen der
werkloozen heerscht, moeten de actie van de
mannen steunen. Van den steun kan geen cent
meer af, zei de voorzitter, die daarop het
woord gaf aan den heer Terol. Deze begon met
critiek te oefenen op de regeering Colijn, die
volgens spreker de arbeiders en werkloozen
regelrecht stuurt in de richting van het fas
cisme. De steun, die toch al zoo klein is, wordt
steeds verminderd. Ook de loonen van de nog
werkende arbeiders worden steeds lager. Het
is dus noodzakelijk, dat de arbeiders en de
werkloozen zich tot één groote macht vereeni
gen, om. te voorkomen, dat ze ten gronde
gaan. Hij waarschuwde tegen de politiek der
nationaal-socialisten, die er op gericht is, de
arbeiders in een nog dieper afgrond te stor
ten. Ten bewijze daarvan herinnerde hij aan
de woorden van Hitler, die bij het begin van
zijn regeering gezegd had, dat er vier jaar la
ter in Duitschland geen werkloozen meer zou
den zijn. De waarheid is, dat het aantal werk
loozen in dat land grooter is geworden dan
ooit. Het bedraagt millioenen. Het fascisme
noemt spreker het laatste redmiddel van het
stervende kapitalistische stelsel. Den strijd
tegen de politiek van minister Colijn moeten
de arbeiders niet aan Mussert overlaten of aan
de groot-kapitalisten; de arbeiders moeten
dit zelf doen. Als de arbeiders, ongeacht gods
dienstige en politieke overtuiging, zich tot
één groote massa veneenigden, dan zouden ze
met succes den natuurlijken oorlog aan de
bourgeoisie kunnen verklaren, zooals nu in
Spanje gebeurt.
Spreker wees op de ellende in de huisge
zinnen van de werkloozen; hun kinderen kun
nen lang niet krijgen, wat ze strikt noodig
hebben. De toestand in deze gezinnen laat dan
ook absoluut niet toe, dat de steun nog meer
verlaagd wordt. Het contrast is te schril: de
regeering Colijn weet wel geld te vinden voor
do uitbreiding van leger en vloot, maar niet
voor een menschwaardiger bestaan van de
werkloozen. Er moet dus door de arbeiders een
groote actie ontketend worden, anders zullen
hun kinderen later hun vaders voor misdadi
gers uitmaken, omdat zij niet het juiste oogen-
blik aangegrepen hebben om- verbetering van
hun toestand te verkrijgen. Het strijdcomité
mag geen slaapcomité worden. Van nu af aan
■moet de groote actie beginnen, die aan de
bourgeoisie veel tranen zal kosten.
Mej. A. v. d. Burgh, secretaresse van het
Vrouwencomité voor Vrede en Welvaart te
Haarlem, wekte de aanwezigen op, om op
9 Maart, den internationalen vrouwendag, al
len samen te komen in een bijeenkomst, waar
in een film vertoond zal worden.
Tenslotte kreeg de heer L. Peper het woord.
Ook hij schetste het leed van de werkloozen,
die steeds meer achterop raken en die steeds
aderlatingen moeten ondergaan. Het kan niet
minder. En toch schijnt het ongelooflijke te
zullen plaats hebben: er dreigen Wederom aan
slagen op het ellendige levenspeil te zullen
werden gedaan. Het zou een noodlottige zelf
verblinding zijn, te meenen, dat een minister
zich door een redevoering van een of anderen
partijman zou laten weerhouden van zijn
voornemen, om een nieuwe verslechtering van
den toestand der arbeiders in te voeren. De
bezittende klasse deinst voor geen enkel mid
del terug om het levenspeil der arbeidende
massa steeds meer te verlagen. Men moet zich
niet laten wijsmaken, dat minister Slingen
berg zijn plannen niet zou doorzetten. Het
lijkt wel of er, wat verlaging van den steun
betreft, geen grenzen bestaan. De bourgeoisie
zal er niet voor terugdeinzen, om met alle
beschikbare middelen de halve wereld te ver
branden en uit te moorden, in de hoop de an
dere helft te kunnen blijven beheerschen. Men
moet het zich realiseeren, dat de bourgeoisie
weer op een nieuwen wereldoorlog aanstuurt.
Daartegen moet het proletariaat in het geweer
worden geroepen. De arbeiders kunnen beter
vechtende ten gronde gaan, dan berustende
verrotten. Een mensch is immers geen plant,
maar het schoonste product van de Schep
ping. Elk verzet, hoe gebrekkig ook, is beter,
dan geen verzet. Elke opstopper, dien het pro
letariaat zonder verzet incasseert, is een uit-
noodiging aan de bourgeoisie, om den volgen
den opstopper in versneld tempo uit te deelen.
Een ernstig verzet van de arbeiders kan het
tempo der verslechteringen verminderen. Bij
elke gelegenheid moet dit verzet worden aan
gewakkerd.
De Voorzitter wekte de aanwezigen op, zich
bij het Werkloozen Strijdcomité aan te sluiten.
Bij de regeering moet er op worden aange
drongen, zoo snel mogelijk het Plan van den
Arbeid der S.D.A.P. in te voeren, omdat dan
aan vele duizenden werkloozen werk kan wor
den verschaft.
Tenslotte werden twee moties aangenomen.
In de ééne wordt geprotesteerd tegen de voor
stellen der regeering tot inhouden van den
huurtoeslag, wat een nieuwe aanslag op den
steun beteekent. In de andere motie wordt ge
protesteerd tegen het monsterproces in Wup-
perthal, waarbij zes arbeiders ter dood en 600
tot zware gevangenisstraffen werden veroor
deeld. De eerste motie zal aan de regeering
worden verzonden en de tweede aan het Duit-
sche consulaat.
De vergadering werd opgeluisterd door mu
ziek van het Muziekcorps „Voorwaarts".
OPMERKINGEN VAN LEZERS
GEVAARLIJKE STEENEN.
Een lezer merkt op dat hij heeft gezien dat
éen steen in een urinoir bij de Damstraat
omviel, hetgeen z.i. groot gevaar opleverde.
Bij een inspectietocht door de stad heeft hij
geconstateerd dat verschillende van deze
inrichtingen in een slechten toestand ver-
keeren. Bij vele zijn de omhulsels verroest
en vergaan en hij vraagt zich af hoe dit in
een stad als Haarlem mogelijk is.
GEPENSIONNEERDEN ALS
WERKNEMERS.
Een abonné vestigt de aandacht op een
misstand, waardoor werknemers worden
ontslagen, omdat gepensionneerden hun
werk voor den halven prijs en nog minder
willen doen. Inzender weet gevallen, waarin
aan gepensionneerden zelfs de voorkeur
wordt gegeven en de aan het werk zijnde 1
personen worden ontslagen. Verbetering
hierin ts zi. van dringenden aard.
bevat ter kennismaking een
HONIG's BOUILLONBLOKJE
(Adv. Ingez. MedJ
Mr. Slingenberg verdedigt zijn
begrooting.
Geen verlaging der algemeene
steunnormen.
Wijziging van de huurtoeslagregeling nog in
overweging.
De minister van Sociale Zaken, mr. Slin
genberg, vangt zijn memorie van antwoord
aan de Eerste Kamer betreffende de begroo
ting van zijn departement voor 1936 aan met
een betuiging van erkentelijkheid voor de
waardeering, die sommige leden hebben ge
uit over de wijze, waarop hij de bestrijding
van de werkloosheid onder de jeugd heeft
aangevat.
Verschillende middelen om te komen tot
beter werkverdeeling, in het verslag der Eer
ste Kamer aanbevolen, kan de minister niet
aanvaarden. Hij wijst er op, dat ook in het
buitenland men daarmede niet tot resultaat
is gekomen.
Met name verwacht da minister van een
arbeidsverbod voor 60-jarigen en ouderen niet
veel effect ten profijte van- de jongeren. Van
verkorting van den arbeidsduur waarbij
men gemeenlijk denkt aan de 40-urige werk
week zou uiteraard alleen sprake kunnen
zijn, indien zij niet zou leiden tot het duur
der maken van de productie, waardoor de
reeds uiterst zware internationale concur
rentie nog moeilijker zou worden. Besprekin
gen van den directeur-generaal over invoe
ring van een verkorte arbeidsweek hebben
niet tot resultaten geleid, welke de hoop zou
den kunnen wettigen, dat langs dezen weg
iets gedaan kan worden.
Mr. Slingenberg.
Ten aanzien van het voorontwerp van wet,
beoogende in bepaalde gevallen vrouwelijk
personeel in fabrieken en kantoren door
mannelijk te doen vervangen, waarover de
minister binnenkort het advies van den
Hoogen Raad van Arbeid meent te mogen
verwachten, verwijst de minister naar de be-
behandeling door de Staten-Generaal van
het in te dienen wetsontwerp.
Voorloopig ziet de minister weinig aanlei
ding voor een verbod van arbeid door gehuw
de vrouwen, Anders staat de zaak voor jeug
dige vrouwen, die in fabrieken werken. Zij
prefereeren de fabriek boven de huishouding
wel in hoofdzaak om de meex-dere vrijheid
en het hoogere looix. Op de arbeidsmarkt is
volop vraag naar dienstboden.
Bovendien, wil men later met Nederlandsch
personeel kunnen voldoen aan de vraag naar
huishoudelijke hulp, waaraan thans door bui-
tenlandsche meisjes voldaan wordt, dan zul
len de Nederlandsche meisjes uit de kringen,
waaruit het dienstpersoneel pleegt voort te
komen, zich evenals voorheen, op je.ugdigen
leeftijd in die richting dienen te bekwamen.
De minister kan, zeker onder de huidige
omstandigheden, geen medewerking verlee-
nen aan de totstandkoming van een wette
lijke regeling in zake de verbindendverkla
ring van loonen. Ten aanzien van de ver
bindendverklaring van algemeene bedrijfsre
gelingen, betrekking hebbende op sociale
voorzieningen, staat de minister echter niet
bij voorbaat afwijzend. Een daartoe strek-
kende regeling is bij zijn departement in
voorbereiding.
Wat de volkshuisvesting betreft, bestrijdt
de minister, dat de regeering zou beoogen
het peil van de arbeiderswoningen te druk
ken beneden het door haar voor moraliteit
en hygiëne aangenomen minimum. Er is
hier en daar behoefte aan eenvoudige wo
ningen met matigen huurprijs, er wordt ge
streefd naar voorziening in die behoefte met
behoud van genoemd minimum.
De miixister ziet geen aanleiding om met
kans op succes de vroeger reeds gedane po
gingen om stagnatie in de kapitaalsverstrek-
king bij het bouwbedrijf te voorkomen, thans
te hervatten. De werkloosheid in het bouw
bedrijf is mede een gevolg van de omstan
digheid, dat het bouwbedrijf teveel arbeids
krachten heeft gekregen in de jaren van
woningnood en overtollige krachten niet
konden afvloeien naar andere bedrijven dooi
den algemeenen economischen teruggang.
Bij de plannen tot inperking van de werk
loosheid onder de jeugd zal nauwlettend
worden toegezien, dat de belangen van ben,
die werkzaam zijn, zoo min mogelijk worden
geschaad en dat bestaande arbeidsvoorwaar-
den niet ln het gedrang zullen komen.
In verband met de opmerking, dat
verdere steunverlaging niet ooi-baar
wordt geacht, teekent de minister
aan, dat hij niet voornemens is de
algemeene normen der steunverlee-
ning te verlagen.
Daar uit het Voorloopig Verslag moet wor
den geconcludeerd, dat een aantal leden van
meening is, dat de minister reeds besloten
zou hebben, de huurtoeslagregeling te wijzi
gen, deelt hij mede, dat deze aangelegenheid
nog in overweging is. De minister h«eft om
trent verschillende voorstellen over «ut punt
van gedachten gewisseld met de contact
commissie uit. de vakcentralen en die uit de
gemeenten. Een beslissing is nog niet geno
men.
Ten aanzien van de loonen, in de werk
verschaffing uitgekeerd, stelt de minister
voorop, dat de werkloozenzorg de ontwikke
ling van de loonen in het vrije bedrijf niet
mag bemoeilijken.
De minister hoopt binnenkort een voor
stel tot wettelijke regeling van het Zieken
fondswezen bij de Staten-Generaal aanhan
gig te kunnen maken, hij acht een wette
lijke regeling noodig.
„Meridol"
verschilt
van alle
andere
schoonheids'
middelen l
„Meridol" geneest de huid van ouder-
domsverschijnselen. Gezicht en handen
worden glad, jeugdig, zacht en opgewas
sen tegen ólle schadelijke, verruwende
weersinvloeden. Een onvolprezen en een
voudig toe te passen schoonheidsmiddel.
■jmi Uw huid vraagt om
Doozen a 50 en 25 ct. bij Apoth. en Drog.
(Adv. Ingez. Med.)
CENTRALE TANDHEEL
KUNDIGE KLINIEK
KENAUPARK 26a, HAARLEM, TELEF. 12644
SPREEKUREN iederen werkdag 911 en
1—2 uur. DINSDAGSAVONDS 6.30—8.30 u.
ZATERDAGSMIDDAGS geen spreekuur.
(Adv. Ingez. MedJ
De actie in het kappersbedrijf.
Pogingen tot verbeteringen.
Na eenigen tijd van voorbereidend werk,
waartoe behoorde het vaststellen van een re
glement en een program van actie, is de com
missie van samenwerking voor het Kappers
bedrijf haar werkzaamheden begonnen.
Haar eerste taak zal zijn, het verzamelen
van zooveel mogelijk gegevens. Hiertoe zal
niet alleen een beroep gedaan worden op de
kappers en het personeel in dat bedrijf, doch
ook op de publieke instanties.
Het doel hiervan is om te trachten een zoo
zuiver mogelijk beeld te krijgen van den toe
stand waarin patroons zoowel als bedienden,
verkeeren. Om ten slotte, met den moreelen
steun van de overheid, te trachten verbe
teringen te verkrijgen.
De commissie is samengesteld uit vertegen
woordigers van de afdeelingen Haarlem van
den Nederlandschen Kappers Bond, den Ne-
derlandschen Bond van Kappers-Personeel en
den Roomsch-Katholieken Kappersbedienden
Bond ,,St. Cosmas",
Uit haar midden is een bureau gekozen wat
gevormd wordt door N. J, Vos, voorzitter, R.
J. de Kruyf, secretaris en F. van Giezen, pen
ningmeester.
WAT IS DE SOROPTIMIST-BEWEGING?
Dezer dagen is een brochure verschenen,
waarin doel en werkwijze der Soroptimist-
clubs nader is .omschreven.
De naam Soroptimist is afgeleid van de
Latijnsche woorden: Soror, zuster en Op-
timus, de beste en houdt in, dat de leden
trachten haar beroep of bedrijf op de beste
wijze te vervullen.
Een Soroptimist Club is een vereeniging
van werkende vrouwen.
Het lidmaatschap is beperkt tot een ver
tegenwoordigster voor ieder beroep of be
drijf.
Het doel van een Soroptimist club is het
besef op te wekken, en te versterken, van de
waarde van alle nuttige beroepen door vrou
wen vervuld, de geest van dienstvaardigheid
te bevorderen, efficiency te ontwikkelen en
onderling van gedachten te wisselen,- ten
einde de werkvoorwaarden voor vrouwen te
verbeteren en de onderlinge waardeering te
vergrooten.
De meeste clubs nemen, wanneer zij een
maal goed en wel gevestigd zijn, een speciaal
werk ter hand, hetzij op maatschappelijk,
hetzij op liefdadig gebied.
Het voordeel, dat verkregen kan worden
door den om-sang met in de praktijk wer
kende vrouwen in de meest verscheiden be
roepen en bedrijven, is niet te onderschatten.
Het bestuur der Soroptimist Club „Haar
lem en omstreken" is als volgt samenge
steld:
Mej. M. J. Rebel, adj. dir.ee St.. Elisabeth's
Gasthu-is, presidente; mevr. Marguérite v-
Hengel-Couperus, vice-presidente: mevr. H.
Prins, directrice Tehuis voor Meisjes, Duin-
lustparkweg 60, Santpoort (station)secre
taresse: mej. N. Faber. arts, penningmeeste-
resse, mej. Ir. Ch. Doppler, Scheik. Ir. bij de
Drostefabrieken, Assessor.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN.
(Inlichtingen over gevonden voorwerpen aan
het Bureau van Politie. Smedestraat, uitslui
tend tusschen 11 en 13 uur.)
Handschoenen en ceinturen: Politiebureau
Smedestraat; Gummibal van motorhoorn:
Bosch, Raa.msteeg 11; Badpak: Politiebureau.
Smedestraat; Bril: Zwagerman, Pres. Steyn-
straat 97: Bril: Hesselman, Kloosterstr. 49 rd;
Fransch boekje: Zut, Oranjeboomstraat 151:
Kindercape- Pelser, Caninefatenst-raat 37:
Das: Bros. Zijlstraat 61 b; Deksel van melkbus:
Politiebureau, Smedestraat; Schoolétui: Pol.-
Bureau, Smedestraat; Honden en Katten:
Asyl. Ridderstraat 11; Portemonnaie met in
houd: Habieck, Meidoornplein 48; Idem: Del
ver, Jansweg 49; Hondenpenning: Verwer, v.
Merlenstraat 4; Controlepenning: De Kwant,
Brouwersstraat 55; Nachtveiligheidsplaatje:
Politiebureau, Smedestraat; Rijwielplaatje: v.
Gemert, Tugelastraat .25; Idem; v. d. Voorn.
Kritzingerstraat 40; Idem: Beun. Hodsonstr.
10; Ring met sleutels: Ruis, Pleiadenstraat 39;
Gymnastieksclioentje: Knossen, Julianapark
34 rd.Rubber slang: Hesselink, Jan Steen
straat 89; Kindertasch met inhoud; Politie
bureau Smedestraat; Tasch van rijwiel: West
dorp, Rijksstraatweg 7: Damestasch met in
houd: Maaskant, v. Gend Loos, Wester
gracht 131; Dekzeil: Dijkstra, Oranjeboom
straat 47: Handschoenen en ceinturen: Pol
bureau Smedestraat; Armband: Strenger,
Camphuisstraat 16; Bankbiljet: Den Hoed,
Leliestraat 7; Broek, Politiebureau. Smedestr.:
GymnastiekschoenDen Engelse, Gaelstr. 4;
Dameshorloge: Watzema. Dahliastraat 4;
Hondje: Venhuizen, Heemst. Dreef 274, Heem
stede; Alpinomuts: Overweel, Spaanse he
Vaartstraat 107; Sleutel: Oderkcrk. Hyacin
tenlaan 4: Idem: De Graaf. Maxwellstraat 3;
Gymnastiekschoentjes: v. d. Meij, Leidsche- I
straat 115.
Nogmaals het Nederlander
schap van graaf de Marchant.
Waarom een K. B- niet te vinden was.
In de vergadering van de Eerste Kamer
heeft de griffier een brief voorgelezen van
den minister van Justitie inzake de gege
vens, indertijd verstrekt omtrent het Neder
landerschap van den vader van het Eerste
Kamerlid graaf de Marchant et d'Ansem-
bourg. Uit dezen brief blijkt, dat het Konink
lijk Besluit, waarbij aan den vader van het
tegenwoordigeKamerlid toestemming werd ge
geven zich in vreemden krijgsdienst te be
geven, bij het onderzoek in het register niet
is gevonden, omdat alleen gezocht was on
der letter M en niet onder letter A, waaronder
het besluit was geregistreerd. Ten onrechte
is indertijd een blaam geworpen op het rijks
archief, toen het op, naar thans blijkt, on
voldoende gegevens, het desbetreffende stuk
niet voor den dag kon brengen.
FAILLISSEMENTEN.
Uitgesproken faillissementen door de Ar-
rondissements-Rechtbank te Haarlem op
Dinsdag 18 Februari 1936.
D. Trap, aannemer, wonende te Wormer-
veer. Krommenieërweg 119. Curator: Mr. H.
E. Prinsen Geerhgs te Haarlem.
G. Chr. Vreman, bakker, wonende te IJmui-
den-Oost, Bloemstraat 32. Curator Mr. L. J.
Venhulzen, te Heemstede.
M. J. Koenderman. koopman in rijwielar
tikelen, wonende te Heemstede, Bronsteeweg
80; Curator: Mr. T. A. M. A. van Löben Seis
te Haarlem.
J. Post, schoenmaker, wonende te Zand-
voort, Helmerstraat 29, voorheen Koningin
neweg 5. Curatrice: Mevr. Mr. E. A, J. Schel-
tema-Oonradi te Haarlem.
C. Toornend, timmerman, wonende te
Haarlem, Witte Heerenstraat 45rood. Curator:
Mr. H. O. Drilsma, te Haarlem.
De Naamlooze Vennootschap N.V. Spring
field Rij wielen fabriek, destijds gevestigd te
Amsterdam, thans te Haarlem, Wagenweg 216.
Curatrice: Mej. Mr. M. J. Kluitman te Haar
lem.
Rechter-Commissaris in deze faillissenv
ten is Mr. S. J. Pit. te Haarlem.
Opgeheven zijn de navolgende faillissemen
ten wegens gebrek aan actief:
N.V. Zand- en Grinthandel voorheen A. C.
Godschalk en Zonen, gevestigd te Haarlem.
Curator: Mr. M. A. van Eek te Haarlem.
H. Th. Seysener, fotohandelaar, wonende
te Hillegom. Curator: Mr. W. Briët te Haar
lem.
J. J. van Pelt Jr.. zonder beroep, wonende te
Haarlem, Gasthuissingel 8. Curator Mr. K.
van Giffen te Haarlem.
S. Aptroot, meubelhandelaar, wonende te
IJmuiden. Curator: Mr. Silvain Groen te
Haarlem.
De N.V. Bouw- en Eploitatie Maatschappij
„Kievitsveld", gevestigd" te Wijk aan Zee en
Duin. Curator Mr. A. van Leyenhorst te
Haarlem.
A. van Dijk, gep. machinist, vroeger wonende
te Velsen, Meidoornstraat 17. thans te Putte-
Capelle (België). Curator Mr. IT. J. M. To
il ino te Haarlem.
F. W. Beck, aannemer van betonwerken,
wonende te Amsterdam, P, C. Hooftstraat
14boven; Curator: Mr. H. E. Prinsen Geerligs
te Haarlem.
A. Lex, bloemist, wonende te Bennebroek.
Curator Mr. J. H. J. Simons te Haarlem.
J J. Willems, aannemer van betonwerken,
wonende te Haarlem, Iepenstraat 3. Curator
Mr. L. V. Hoog, te Haarlem.
Geëindigd is het navolgende faillissement
wegens het verbindend worden der eenige
uitdeelingslijst van:
A. Heyr.es. reiziger, wonende te Haarlem
mermeer. Curator Jhr. Mr. L. U. Rengers
Hora Siccama, te Haarlem.
UN/T EN IETÏEKE
MUZIEK.
CONCERT DER H. O. V.
Het stond niet uitdrukkelijk boven het pro
gramma vermeld, maar het H.O.V.-concert van
18 Februari mocht „Nederlandsche Avond"
heeten. Alles, zoowel de uitgevoerde werken als
de executanten, de solisten inbegrepen, was
van eigen bodem, en ten deele zelfs uit onze
naaste omgeving afkomstig.
Toch zou men niet kunnen zeggen dat een
avond als deze een overzicht van de beteekenis
der belangrijkste Nederlandsche componisten
van onzen tijd of van den onmiddellijk daar
aan voorafgeganen gaf, en evenmin zou men
kunnen zeggen dat een specifiek Nederlandsch
element in onze muziek er door het meest naar
voren kwam. Eenerzijds ontbraken op het pro
gramma, zooals ook in de toelichting vermeld
was, de namen van de meest representatieve
figuren der hedendaagsche Nederlandsche
toonkunst als ik me wél herinner, heeft
Willem Pijper eenigen tijd geleden in een
zijner geschriften gezegd, dat hij de eigenlijke
vertegenwoordiger dier toonkunst is an
derzijds waren in sommige der ten gehoore ge
brachte werken te veel elementen, waarvan de
vreemde herkomst duidelijk te bespeuren was.
dan dat hier sprake van een specifiek Neder
landsch idioom zou kunnen zijn.
Het meest Nederlandsch kwamen mij de 3
Oud-Nederlandsche Dansen voor, het meest
persoonlijk de 5 korte stukken die wijlen
Gerarcl von Brucken Fock tot een orkest-
Suite samenvoegde. De stoere kunst uit den
tijd van den 80-jarigen oorlog werd door Cor
nells Dopper fijnzinnig en met volkomen
kennis der orkestrale middelen bewerkt. In
hoeverre de interessante polyphonie en har
moniseering reeds in de origineelen aanwezig
zijn zou inzage daarvan moeten ophelderen.
Zeer sober zijn de bewerkingen der Gaillarde
van Borchgrevinck en de Paduana van Gistow
gehouden; 'bij de eerste trof het spel der flui
ten, bij de tweede dat der hobo. De Gaillarde
van Grep is van zich zelve eenvoudiger en
vroolijker dan de beide vorige stukken; daar
entegen is de orkestratie ervan wat grover en
luidruchtiger. In de Gaillarde van Borchgre
vinck overheerscht de Dorische toonsoort. Ons
orkest speelde de drie stukken prachtig van
klank en van zuiverheid. Von Brucken Fock's
orkest-Suite „Uit het Zuiden" is vroeger eens
op een Bachconcert uitgevoerd. Trots den titel
ontbreekt elk spoor van folklorisme er in: het
zijn eer impressies dan schilderingen. Zoo
geeft „Rots in Zee" minder een natuurbeschrij
ving dan wel de stemming van het harde en
onverbiddelijke in feilen strijd; de uiterst
doorzichtig georkestreerde „Dans" ls als een
sprookjesverhaal: „Eenzaamheid" was voor mij
het minst suggestieve der vijf: van „Woud
geesten" is de instrumentale kleur bewonde
renswaardig en zeer oorspronkelijk;
„Schalksch meisje" tintelt van geest.
Ik heb nu het. eerste en het laatste nummer
van het programma vermeld. Laat ons zien
wat de avond verder bood.
Het Piano-Concert van onzen stadgenoot
Jacob Bijster werd voor het eerst in 1932 dooi
den componist met ons orkest ten gehoore ge
bracht. In dit werk domineeren vreemde in
vloeden. Het begint met Ravel; in II komen
Berlioz en Rachmaninoff te voorschijn: in III
is weer veel Rachmaninoff in Debussy-sche
harmoniseering; het slot van dit deel herin
nert aan dat van het Andante van Brahms'
pianoconcert op. 83; in IV hooren we een
motief dat ons uit het Celloconcert van Dvorak
bekend is. Ik vermeld deze invloeden alleen,
om aan te duiden dat we hier niet- met speci
fiek Nederlandsche kunst te doen hebben.
Daarvan afgezien leert Bijster's Concert ons
den begaafden en knappen componist kennen.
Tot een prestatie als hij met dit werk geleverd
heeft, zou ik in Haarlem niemand anders, in
ons land zeer weinigen in staat achten. Dat de
componist de solopartij briljant speelde, be
hoeft geen betoog; dat Schuurman voortref
felijk samenspel leverde evenmin.
Ook in de Fragmenten uit de Tooneelmuziek
bij „Marsyas" van Diepenbrock is vreemde in
vloed licht te bespeuren. Debussy's „Prélude a
l'Après-midi d'un Faune" klinkt er hier en
daar in door; de rol der fluit is aanvankelijk
door de basclarinet overgenomen, later treedt
ook bij Diepenbrock de fluit op den voorgrond.
Het onderwerp leidde vanzelf tot overeenkom
stige illustraties: toch is Diepenbrock veels
zins onafhankelijk van Debussy te werk ge
gaan en is zijn muziek zeer mooi van stem
ming. Aan den jongeren Debussy van de
„Petite Suit" herinneren de tertsengangen der
clarinetten. later der violen, in het middenge
deelte: ook het voorspel van Wagner's ..Tristan
und Isolde" komt even voor de verbeelding.
Het in 1934 geschreven en aan wijlen Francis
Koene opgedragen Concertstuk voor viool en
orkest van Henriette Bosnians spreekt deels
krachtige, deels lyrische taal. Prachtig is het
solo-instrument er in behandeld; prachtig
werd de solo-partij door Louis Zimmermaim
gespeeld. Een kranige prestatie van den 62-
jarigen meester; deze omvangrijke partij nog
geheel gememoriseerd te hebben en met abso
lute zekerheid voor te dragen! De heerlijke
toon van zijn viool deed alle schoonheden van
het werk tot haar recht komen.
Bijster, Zimmermaim en Henriette Bosmans
zijn hartelijk gehuldigd, waarin zij ook
Schuurman lieten deelen.
Waarom viel nu alweer een Toonkunstavond
met een IT.O.V.-coneert samen'? Zou tijdig on
derling overleg zulke, vooral voor ons orkest
zeer ongewénschte coïncidenties niet kunnen
voorkomen? Nu was er voor het H.O.V.-concert
veel minder belangstelling dan het verdiend
had.
K. DE JONG.
HAROLD SAMUEL.
De dag dat de groote Bachvertolker Harold
Samuel aan de zeer vele hoorders in den
Stadsschouwburg Bach's Kunst der Euwen
deed doorléven, zal in herinnering blijven
als die, waarop Lucien Ca pet en de zijnen
zich van hun missie tegenover Beethoven
hebben gekweten. Duizenden hebben de Ca
pets tot zich getrokken, al was het ook voor
namelijk de muziek van Beethoven, die
den gang naar de concertzaal zooveel gemak
kelijker maakte en de onmiddellijke bekoring
van het strijkkwartet, die altijd weer van in
vloed is. Dat Bach's klavierkunst een avond
lang de hoorders in haar ban gevangen
houdt is voor den tijd waarin wij leven, als
een verschijnsel te beschouwen waarover men
zou kunnen filosofeeren. maar dat met
dankbaarheid wordt geconstateerd. In de da
gen, dat Debrois van Bruyck zijn beschou
wingen gaf over de kunst van Bach's Praelu-
diën und Fugen. en men haast niet anders
deed dan haar met het ontleedmes na te loo-
pen. zou geen pianist het hebben bestaan, een
heel en avond enkel Bach werken te spelen.
Maar de mensch van heden luistert anders,
en wij mogen zeggen: beter. Denk eens aan
de heerlijke Fuga in Es uit het tweede deel
van „Wohltemperirtes Klavier", waarin Ha
rold Samuel ons een magistraal koor van ju
belende stemmen suggereerde. Deze zeer
eenvoudige fuga (wat den bouw aangaat ei-
ontbreekt immers geheel een tweede expositie
met de thema-inzetten in andere toonsoor
ten), dit bloeiende werk werd door Van
Bruyck als voorbeeld gesteld van een te
schoolsche fuga.
En wij? De schoonste momenten der Bach-
sc'he Passiën herleefden wij bij de prachtige
klankregistreering en de wonderbare plastiek
onder Samuel's handen. En voor velen met
mij zal het een vreugde zijn geweest, wanneer
Samuel, dezen zonnig lachende mensch, zich
aan den vleugel zette, en in een oogenblik. te
kort om te zeggen, een andere wereld voor
den kunstenaar openging. Het was dadelijk
zoo bij het eerste werk dat hij speelde, dat
niet op het programma voorkwam en de
meesten wel nooit gehoord zullen hebben, een
Praeludium. Fuga en Allegro in Es. Wij mo
gen het houden voor muziek uit „Klavier-
übung". Het was evenzeer zoo. toen hij als
sluitingsstuk van het concert de superbe mu
ziek van ..chromatische fantasie en fuga"
had geëindigd en het als één man opstaande
publiek hem t-ot twee-, driemalen terugriep.
Een- stukje uit „Kleine Praeludiën" (in D-
groot) was zijn toegift, maar de virtuositeit
waarmee hij den orgelklank van het Grand
Jeu deed afwisselen met de streelende sfeer
der holpijp, lokte een zóó groote bewondering
uit, dat het concert nog niet kon worden af
gesloten en Harold Samuel zich ten tweeden
male tot een extra gedwongen zag. Nu werd
het orgelkunst in anderen zin: een bewerking
van de fuga in a klein, met het prachtig-
ruischende praeludium dat reeds een dertig
jaren vroeger was gecomponeerd.
En wat had hij dezen avond niet al gege
ven: de Engelsche suite in G klein, met het
bekende prelude in den geest van Kuhnau,
en dat aan een fuga doet denken; met de
mooie Sarabande (met Double), en het won
derlijke Gigue, waai-van in het tweede deel
het thema komt in omkeering; en niet te
vergeten het zeer bekende „Gavotte en Mu
sette".
Hierna vier preludes en fuga's uit het Wohl-
temperirte klavier, als opzettelijk de meest
zonnige stukken in lentestemming. Men
stelle de blijde muziek der driestemmige fuga
in E eens tegenover de titanenkunst van de
onmiddellijk daaraan voorafgaande in es
klein. Of de lyriek van een stuk in As naast
een om erbarming smeekend bes klein.
Maar die blijde kunst werd evenals die dei-
luchthartige Fransche Suite in Es die uit de
allereerste periode stamt uit Köthen, toen
Bach slechts het clavecin ter beschikking
had om te musiceeren door de hoorders even
blijde aanvaard. Zij hebben aan dit vierde
ledenconcert der Maatschappij tot bevorde
ring der toonkunst en aan Harold Samuel ta
danken een dag die meetelt in hun leven.
G. J. KaLT.