HOE IK GROEIDE
De Nacht van 15 op 16 September 1936
DINSDAG 25 FEBRUARI 1936
H A A R L E M'S D A G B E 'A D
3
Rijk wil vlottende schuld,
consolideeren.
Tot een maximum van f 300 millioen.
Machtigingswet ingediend.
In een bij de Tweede Kamer inge
diend wetsontwerp heeft de minister
van Financiën machtiging gevraagd
tot het aangaan van een of meer geld-
leeningen ten laste van het Rijk ter
aflossing van vlottende schuld tot een
bedrag van ten hoogste f 300 millioen.
In de toelichting wijst de minister er op,
'dat van de machtiging, vervat in de leening-
wet 1933 thans door de emissie van de 4 pet.
staatsleening 1936, groot f 104.000.000 ten volle
gebruik is gemaakt. Krachtens deze wet zijn
reeds eerder uitgegeven in 1933 de 4 pet.
tweede staatsleening 1933, groot f 200 millioen
in 1934 de 4.4 pet. staatsleening 1934, groot
f 3.723.000 geplaatst bij het invaliditeitsfonds,
en in 1935 de 4 pet. staatsleening 1935 ten be
drage van f 44 millioen bij het algemeen bur
gerlijk pensioenfonds.
Het beloop der vlottende schuld doet ver
wachten, dat verdere consolidatie noodig zal
blijken. Ofschoon de minister niet het voor
nemen heeft, aanstonds weder een beroep
op de geldmarkt te doen, acht hij het niette
min wenschelijk een machtiging tot een vol
doend beloop ter beschikking te hebben, ten
einde op het meest dienstige tijdstip tot con
solidatie van vlottende schuld te kunnen over
gaan.
De bepalingen van het wetsontwerp stem
men overeen met die van vorige leenïngs-
wetten. De wet zal den naam dragen van
leeningswet 1936
Acht ton voor steun aan
tuinders.
Naar men weet, heeft de minister van
Landbouw en Visscherij besloten, uit het
Landbouwcrisisfonds steun te verleenen aan
de tuinders, die ten gevolge van misoogst in
moeilijkheden zijn geraakt.
Wij vernamen thans, dat voor deze tuin
ders een bedrag van 8 ton beschikbaar is ge
steld. De minister heeft tot dezen steunmaat
regel besloten, speciaal met het oog op de
tuinders in Noord-Holland wier kooloogst ten
gevolge van een luizenplaag mislukt is.
Reserveering en afschrijving
bij Hypotheekbanken.
Instelling van een controle-orgaan.
In de te 's Gravenhage gehouden leden
vergadering heeft de Vereeniging van Direc
teuren van Hypotheekbanken, na ampele
voorbereiding, aan de hand van het rapport
van een daartoe ten vorigen jare door het
bestuur benoemde commissie, normen voor
reserveering en afschrijving vastgesteld voor
de bij de vereeniging aangesloten hypotheek
banken.
De naleving van deze normen zal worden
gecontroleerd door een orgaan, samengesteld
uit een voorzitter en secretaris, beiden staan
de buiten het hypotheekbankbedrijf, benevens
een lid-directeur eeners hypotheekbank.
NEDERLANDSCHE LANDMEETKUNDIGE
FEDERATIE.
In een in het Geodesie-gebouw te Delft ge
houden bijeenkomst hebben de besturen der
verschillende Vereenigingen op landmeetkun
dig gebied besloten tot oprichting van ,,De
Nederlandsche Landmeetkundige Federatie".
Het doel dezer vereeniging is: de bevorde
ring van de wetenschap der landmeetkunde in
den meest uitgebreiden zin; de behartiging
van de daarmede samenhangende maatschap
pelijke. belangen en de behartiging der alge-
meene belangen van de beoefenaren der land
meetkunde.
Als leden dezer Federatie zijn bij haar op
richting toegetreden: de Vereeniging voor Ka
daster en Landmeetkunde, de Vereeniging van
Hoofdambtenaren van het Kadaster, de Ver
eeniging van Civiel-Landmeters, de Nederland
sche Vereeniging voor Fotogrammetrie en de
Vereeniging van Landmeters van het Kadaster
in Nederlandsch-Indië.
Inbraak in belastingkantoor
niet doorgegaan.
Inbrekers laten hun werktuigen achter.
Een poging tot inbraak is gedaan in het
belastingkantoor op de Heerengracht 196 te
Amsterdam. Wel zijn de brutale gasten bin
nen gekomen, maar de inbraak zelf is niet
voltooid. Men vond er Maandagmorgen zuur
stof cylinders voor het opensnijden van de
kluizen en een collectie moderne inbrekers
werktuigen, maar van inbraak was verder
geen spoor. De inbrekers schijnen dus voor
zij hun eigenlijk werk zouden beginnen, te
zijn gestoord en hebben overhaast de vlucht
genomen met achterlating van hun gereed
schappen. Het kantoor is des nachts onbe
waakt.
Buitengewoon laffe overval.
Carnavalsgangers mishandelen jong meisje.
Naar eerst thans bekend wordt, heeft Zon
dagavond een laffe aanranding plaats gehad
op een 16-jarig meisje uit Eindhoven. Toen
het meisje. A. Ndien avond te half zeven
haar ouderlijk huis had verlaten om een
boodschap te doen. werd zij op het Kerst
roosplein aldaar plotseling gegrepen door
drie gemaskerde carnavalsgangers. welke
haar in een auto sleepten, blinddoekten en
een prop in den mond duwden. Bij Aalst
hebben de onverlaten haar in een bosch ge
bracht en met vuistslagen deerlijk toegeta
keld. Zij wei-d daarna nog vele malen ge
trapt, geslagen en op andere wijze mishan
deld. waarna het gespuis haar bewusteloos
achter de Aalster Dorpskerk liet liggen. Be
woners hebben daar het meisje des avonds
laat met gescheurde kleeren en bloedend aan
gelaat en handen gevonden.
De gemeentepolitie van Aalst en de mare
chaussee hebben hêt ««terssaei; ia hanéa*.
Dr. F. E. Posthuma ijvert voor
't versche kadetje.
Definitief bestuur van Actie-Comité
gekozen.
Het Comité van actie voor versch brood aan
het ontbijt, kwam Maandagmiddag met een
aantal genoodigden bijeen in Kras, te Am
sterdam. waar dr. F. E. Posthuma als voor
zitter van het comité is geïnstalleerd. De heer
L. Snapper, die de aanwezigen welkom heette
stipte aan hetgeen hij reeds in 1919 en 1928
heeft gedaan om de bepalingen van vervoer-
verbod voor 9 uur en aflevering na 10 uur
afgeschaft te krijgen. Thans is deze actie op
nieuw ingezet en dr. Posthuma heeft zich
bereid verklaard het presidium te aanvaar
den van het straks definitief te benoemen
comité. Met nadruk verklaarde spr., dat dit
Comité geen agitatie-comité is en dat men
slechts langs den legalen weg zijn doel
wenscht te bereiken.
Spr. droeg het voorzitterschap aan dr. F.
E. Posthuma over met den wensch, dat het
hem gelukken zal het doel te bereiken in het
belang van hen, die het wel meenen met
een goed en gezond bakkersbedrijf in ons
land, in het belang van alle producenten en
consumenten (applaus).
Dr. Posthuma, daarna het woord verkrij
gende, zeide dat het hem niet verbaasd heeft,
dat nu eindelijk eens een meer felle aanval
wordt gedaan op het feit, dat we in Neder
land des morgens geen versch brood mogen
eten.
Het is naar spr.'s overtuiging aan geen
twijfel onderhevig, dat het broodverbruik ge
weldig zal stijgen, wanneer het mogelijk is
niet alleen des morgens thuis versch brood
te gebruiken, doch ook versch brood voor den
tweeden maaltijd van huis mede te nemen.
Spr. vleit zich met de gedachte dat morgen
aan den dag de Arbeidswet dusdanig zal zijn
gewijzigd, dat versch brood beschikbaar wordt
op een tijd waarop men dat wenscht.
Spr. is ook niet van meening, dat voor het
comité dat zich zal vormen, niet nog een
harde arbeid is weggelegd, maar het zal spr.
een vreugde zijn een comité te mogen leiden,
dat den Nederlandschen Staatsburger zal
trachten te bevrijden van een dwang die naar
spreker's meening is een domme toepassing
van een goedbedoeld stelsel (applaus).
Nadat nog enkele leden van het comité hun
bekende meening hadden gezegd, deelde de
heer Posthumus mede, dat in het comité zul
len optreden als vice-voorzitter mr. dr. E. W.
Catz, als secretaris de heer Ph. Vos en als
penningmeester de heer P. Stolk.
Ambtenaren Burgerlijke Stand
Verlaging van de bezoldiging.
Ged. Staten hebben besloten de bezoldi
ging van ambtenaren van den Burgerlijken
Stand in deze provincie (met uitzondering
van die in Alkmaar. Amsterdam en Haarlem)
te wijzigen, omdat het volgens hen wensche
lijk is, in overeenstemming met hetgeen ten
aanzien van de jaarwedden van andere cate
gorieën van overheidspersoneel is geschied,
de bezoldiging van bovengenoemde ambte
naren tot een lager peil terug te brengen.
In Aalsmeer wordt de bezoldiging van een
ambtenaar voor de huwelijksvoltrekkingen
f 200 p. j., voor den anderen ambtenaar f 50
per jaar.
In Beverwijk: de ambtenaren belast met
alle werkzaamheden, behalve huwelijksvol
trekkingen. f 175: de ambtenaar voor de hu
welijksvoltrekking f 75 en de plaatsvervan
gende ambtenaren f 50 per jaar.
In Castricum: de huwelijksambtenaar
f 125, de overige ambtenaren f 75 en de
plaatsvervangers f 50 per jaar.
In Heemskerk: huwelijksambtenaar f 50,
de overigen f 150 per jaar.
In Wijk aan Zee en Duin: de ambtenaar,
belast met alle werkzaamheden den burger
lijken stand betreffende f 180. de plaats
vervanger voor dezen ambtenaar f 70 per
jaar.
In Zandvoort: de ambtenaar in hoofdzaak
belast met alle werkzaamheden, den burger
lijken stand betreffende en met de zorg voor
de daarop betrekking hebbende registers
f 150, de plaatsvervanger voor dezen ambte
naar f 50 en de plaatsvervanger voor deze
beiden f 25 per jaar.
Bepaald is, dat dit besluit in werking zal
trede'n op 1 Januari 1936. met dien verstan
de, dat voor de thans in functie zijnde amb
tenaren van den burgerlijken stand, wier
bezoldiging
a. met meer dan f 50, doch met niet meer
dan f 100 wordt verlaagd, de bezoldiging op
1 Januari 1936 met f 50 en op 1 Januari 1937
met het overblijvende bedrag zal worden
verminderd.
b. met meer dan f 100. doch met niet meer
dan f 150, wordt verlaagd, de bezoldiging op
1 Januari 1936 en op 1 Januari 1937 telkens
met f 50, en op 1 Januari 1938 met het over
blijvende bedrag zal worden verminderd, en
zoo vervolgens, zoodat de verlaging nimmer
meer dan f 50, per jaar zal bedragen.
Postwisselzwendel ontdekt.
Gedurende geruimen tijd werden zoo nu en
dan aan de postagentschappen te Amsterdam
valsche postwissels aangeboden en uitbetaald
Op het eerste gezicht waren deze postwissels
niet van echte te onderscheiden.
Het is thans aan de politie gelukt deze
vervalschers van postwissels te Parijs en te
Brussel te arresteeren. Het zijn twee Amster
dammers. Niet alleen te Amsterdam, maar
ook elders (den Haag.Rotterdam.Utrecht en in
het buitenland) hebben zij hun bedrijf uit
geoefend. De bedragen waren klein, omdat de
wissels anders niet aan postagentschappen
uitbetaald konden worden. Zoover men thans
kan nagaan zijn meer dan 50 van deze val
sche wissels uitbetaald.
Ook te Parijs en te Brussel zijn zij vermoe
delijk op deze wijze aan geld gekomen.
Gewoonlijk richten zij, die pogen door mid
del van vervalschte postwissels geld in han
den te krijgen, zulk een wissel aan zich zelf
en veranderen dan het te innen bedrag.
Deze, thans in hechtenis genomen mannen,
maakten echter ook de op de postwissels be-
noodigde stempels zelf na.
Nooit heeft men nog met zulk een geraffi
neerde fraude te doen gehad. De daders koch
ten slechts de formulieren (te Parijs en in or.s
land)-, plakten er voorzoover noodig postze
gels op en vulden de adressen en bedragen in.
Zij stempelden met voortreffelijk nagemaakte
stempels hun eigen postwissels af en gingen
daarna de bedragen inneni
Een nauwkeurige ambtenaar heeft de fraude
ontdekt, doch toen was het voor de politie nog
zeer moeilijk de plegers te arresteeren. Wel
koesterde men verdenking tegen een 43-jarig
Amsterdammer, die zich een naam had ver
worven als paspoortenvervalscher. Men ont
dekte zijn woonplaats in Parijs en bij een in
val der politie vond men alles voor het ver-
valschen van postwissels gereed. Tevens werd
op dat tijdstip een brief uit Brussel bezorgd,
waardoor men tevens de arrestatie van den
medeplichtige aan de politie te Brussel kon
verzoeken.
Behalve den medeplichtige te Brussel de
51-jarige handelsreiziger P. P. uit Amster
dam is door de politie te Brussel ook nog
aangehouden diens echtgenoote. Beiden lo
geerden onder een valschen naam in een
hotel. Zij waren in het bezit van een valsch
identiteitsbewijs. Het is gebleken, dat de
man de gewoonte had om de twee dagen
van hotel te veranderen. Zoo heeft hij o.m.
verblijf gehouden te Gent, Luik en Antwer
pen. Wegens verduistering te Antwerpen ge
pleegd. werd P. voorts door de politie ge
zocht, aangezien hij nog een jaar gevange
nisstraf te goed had.
Nog eens: Het Wonderlijke van het
Zevende Wereldwonder.
Het is niet altijd dankbaar werk voor de
pers te schrijven, vooral niet als een artikel
soms het resultaat is van een studie die jaren
omvat, want courantenartikelen worden
niet bewaard.
Ik kan mij dan ook niet vleien met de hoop,
dat veel lezers mijn beide geïllustreerde arti
kelen over de Groote Pyramide van Cheops,
die op 28 en 29 Mei 1931 in Haarlem's Dagblad
verschenen, bewaard hebben of zich zelfs nog
zullen herinneren.
In deze artikelen behandelde ik de algeheele
geschiedenis en de resultaten der opeenvolgen
de onderzoekingen van de vroegste tijden af
tot 1925 en eindigde met de aandacht te ves
tigen op de vele uitgaven vair Ir. Davidson en
het omvangrijke boek van D. Davidson en H.
Aldersmith en ik besloot deze artikelen met de
volgende woorden: „Het moge velen hoopvol
stemmen, dat dus volgens deze theorie in 1936
een betere tijd aanbreken zal"!
Het verwonderde mij dan ook niet, nu 1936
aangebroken is, in het Handelsblad van 19
Februari j.l. onder Kerknieuws, met het
hoofd: Het Mysterie van de Pyramide van
Cheops, een zeer kort artikel te lezen van Dr.
A. H. Edelkoort, Herv. Predikant te Amster
dam, dat geschreven werd naar aanleiding van
een stuk van Sir Ambrose Fleming in „The
Life of Faith".
Wat mij wel verwonderde was, dat Dr. Edel
koort van de werken van Davidson van 1924
en 1925 blijkbaar nooit gehoord heeft, want
het lijdt m.i. geen twijfel of Sir Fleming heeft
zijn artikel ook gebaseerd op gegevens geput
uit de werken van Davidson! Het Handelsblad
noemde dit een belangwekkend artikel en
daar ik deze stof reeds 5 jaren geleden in de
kolommen van Haarlem's Dagblad tamelijk
uitgebreid behandelde, kreeg ik het onpretti
ge gevoel, destijds „Plagiaat per Anticipatie"
te hebben gepleegd.
Daarbij komt nog, dat in 1935 de Nederland
sche Majoor b d. C. v. d. Vecht de theorie van
Davidson, in verscheidene plaatsen van ons
land, waaronder ook Haarlem, in vier aanslui
tende lezingen met lichtbeelden behandelde en
daar nog mee voortgaat, gezien de aangekon
digde lezingen voor „The Rosicrutian Fellow
ship" Centrum Amsterdam op 26 Februari, 4,
11 en 19 Maart a.s. en tegelijkertijd met deze
aankondiging werd mij een prospectus toege
stuurd van het juist verschenen boek: „De
Steenen Spreken" door C. F. Ph. D. v. d.
Vecht (Majoor K.N.I.L. b.d.) waaruit blijkt,
dat het groote werk van Davidson, uitgave
1925, en getiteld: The Great Pyramid, its Divi
ne Message" in het Nederlandsch is bewerkt.
Uitgave W. P. v. Stockum en Zoon. Den Haag.
Dr. Edelkoort eindigde zijn artikel met de
vraag: „Af allen deze conclusie zoo voetstoots
zullen overnemen?"
Het artikel van Sir Fleming heb ik nog niet
in handen kunnen krijgen, doch nieuws zal het
ongetwijfeld niet bevatten, daar het werk van
Davidson tot in alle details is uitgewerkt. Men
verwachte dan ook van mij op deze plaats
geen bespreking van deze Hollandsche bewer
king, ik volsta met te citeeren wat ik in 1931
reeds over het Engelsche origineele werk
schreef
„Hoe men er na lezing ook tegenover mag
staan, het is een werk, dat respect afdwingt
en tot nadenken stemt. Met een verbluffende
hoeveelheid astronomisch, historisch en ar
cheologisch bewijsmateriaal vatten de bewer
kers D. Davidson en H. Aldersmith de alge
heele wereldgeschiedenis in één greep samen:
De Pyramide als een Goddelijke Openba
ring."
In mijn beide artikelen trachtte ik nauw
keurig aan te geven welke van de verschillen
de onderzoekers mi. de exact wetenschappe
lijke grenzen overschreden. Van de exact we
tenschappelijke onderzoekers noemde ik: den
Duitschen Ir. Lepsius, 1837, en den Engel-
schen: Howard Byse en John Taylor, 1863,
Piazzi Smyth, Staatsastronoom van Schot
land, 1865 en Prof. Flinders Petrie 1883.
Over de exact wetenschappelijks uitkomsten
hield Ir. Max Eyth in 1901 reeds een lezing
voor de Mathem. Natuurkundige Vereeniging
te Uta, waardoor deze uitkomsten in Duitsch-
land bekend werden. M. Eyth merkte hierop:
„Sommige feiten op wiskunstig, astronomisch
of physiek gebied zijn inderdaad zóó wonder
lijk, zóó verrassend, dat zij in ieder geval onze
aandacht verdienen, zelfs al zouden wij ze
slechts als een onverklaarbaar spel der na
tuur beschouwen, zooals een druipsteen den
vorm van een Grieksch beeld dreigt aan te
nemen".
Het is begrijpelijk, dat toen de archeologie
met onverklaarbare feiten voor den dag kwam,
onderzoekers op ander wetenschappelijk ter
rein, als, wiskunstigen, astronomen en inge
nieurs dit feitenmateriaal gingen bestudeeren
en zelfs beoefenaars der wijsbegeerte en ten
slotte der bespiegelende wijsbegeerte of Meta-
physica hier materiaal en aanknoopingspun-
ten vonden. De conclusies van deze laatsten
echter konden door de wetenschappelijke ar
cheologie niet aanvaard worden. Als voorbeeld
hiervan citeerde ik destijds een uitspraak van
Prof. Peet van de Liverpool University.
Met de Metaphysica is men op zuiver gees
telijk terrein gekomen, want op dit gebied kan
men alles bewijzen wat men bewijzen wil,
daar de hoop of het verlangen nog altijd de
vader der gedachte blijkt te zijn. Hier is de
groote kloof tusschen exact en abstract. Het
exact wetenschappelijke is objectief, het ab
stracte in hooge mate subjectief. Ik meen zelfs
wel te kunnen zeggen, dat ieder volk als natie,
in gevoelens, gedachtengang en opvattingen
in zekeren zin nationaal-subjectief is. waarme
de ik verklaar, dat het werk van Davidson,
voor mijn gevoel, speciaal Engelsch-subjectief
is, zooals een zeker soort Engelsche romantiek
een geheel anderen geest ademt, dan b.v.
Fransche of Duitsche romantiek, waarmee ik
geen waardebepaling, doch slechts een soort
bepaling bedeel!
Het objectieve kan door allen aanvaard
worden, het subjectieve kan slechts door een
speciale groep aanvaard worden.
Eigenaardig is. dat juist 70 jaren geleden een
Majoor van het Belgische leger, de Genist
Briick, in 1866 dus, een studie het licht deed
zien. getiteld: ..De Menschheid, haar Ontwik
keling en haar Duur", die zeer zeker ook niet
van een zekere subjectiviteit valt vrij te plei
ten. Brück tracht hierin Historische Wetten
te bewijzen en deze studie is de aanleiding ge
weest van het eerste boek, waarin de Groote
Pyramide van Cheops in verband werd ge
bracht met den Bijbel, voornamelijk met Ge
nesis en de Apocalypse en wel het werk van
Ch. Lagrange, Prof. a l'Ecole Militaire, Astro-
nome a l'Observatoire, enz. enz. uitgegeven te
Brussel in 1893 getiteld: Sur la Concordance
qui existe entre La Loi Historique de Brück,
la Chronologie de la Bible et celle de La Gran
de Pyramide de Cheops, avec une interpréta-
tion nouvelle du plan prophétique de la révé-
latiqn.
Ik meen niet ver van Je waarheid te zijn
als ik aanneem, dat alle latere interpretaties
op dit werk zijn gebaseerd, in ieder geval zijn
Brück's interpretaties door Davidson in 1924
overgenomen. Eigenaardig en interessant is,
dat Lagrange aan de hand van zijn theorie in
de pyramide de aankondiging vond van een
groote wereldcatastrophe in het begin der
20ste eeuw. Hij geeft niet exacte data, zooals
later Davidson doet, doch feitelijk heeft La
grange in de pyramide de voorspelling van
den grootcn wereldoorlog reeds gèvond$*. ik
schreef dan ook in 1931 al: „Deze theorie'van
Lagrange, eenmaal als zoodanig aanvaard,
werd later door anderen verder uitgewerkt,
want terugwerkend (N.B.!) met de vele his
torische feiten, nadien nog bekend geworden,
moesten deze dus sluiten in het eenmaal aan
genomen systeem". Dit schreef ik, het was
meer een vermoeden, dit geef ik onmiddellijk
en bij voorbaat toe, en misschien was ik hier
in mis, doch hiermede sprak ik mijn twijfel
aan deze conclusies uit; ik herhaal: men kan
zoo licht op dit gebied bewijzen wat men zoo
gaarne bewezen wil zien. Doch, en nu komt
het interessante: daar Davidson in zijn werk
exacte data geeft kan nu in September van
dit jaar gecontroleerd worden of de verschil
lende conclusies als werkelijkheid zijn aan te
nemen. De lezer bepale zijn aandacht slechts
even op het volgende kleine onderdeel der
theorie en vergelijke de teekening:
De laatste nauwe doorgang in de pyramide,
die toegang geeft tot de groote koningskamer,
wordt aangeduid als de „Periode van de Laat
ste Zware Beproeving", zie Lucas 21 en
symboliseert volgens Davidson exact de pe
riode van 29 Mei 1928 tot den nacht van 15
op 16 September 1936.
De groote koningskamer zelf wordt ge
noemd: „de Hal van het Laatste Oordeel der
Volkeren". In den nacht van 15 op 16 Septem
ber aanstaande gaat de menschheid dus over
in de periode van het Laatste Oordeel! Indien
de mensch in staat is, door teekenen of ge
beurtenissen, van deze overgang iets te mer
ken, zal hierdoor de juistheid van deze theorie
bewezen zijn. Hiermede staat of valt de waar
heid en betrouwbaarheid van alle theorieën
van 1866 af opgebouwd. Indien, religieus ge
dacht. dit werk bedoeld is als een waarschu
wing, dan zal dit boek helaas te laat zijn ver
schenen. Duidt de overgang van den lagen cor
ridor in de hooge ruime hal echter op een al
geheele verruiming en verlichting der tijden,
dan kan rie nacht van 15 op 16 September
aanstaande beschouwd worden als een over
gang naar een verruimde en verlichte wereld
orde. Laat ons dit laatste in ieder geval maar
blijven hopen, want het verlangen hiernaar
zal op onze wereld wel algemeen zijn.
SCARAB AEUS
23 Februari 1936
Een halve eeuw geleden
Uil Haarlem's Dagblad van 1886.
25 Februari:
Z.M. heeft den heer G. J. Gonnet al
hier, met ingang van 1 April, benoemd
tot archivaris in Noord-Holland en tot
bewaarder van het paviljoen Welgelegen,
met machtiging om gelijktijdig de be
trekkingen van ad j .„archivaris en
bibliothecaris dezer gemeente waar te
nemen.
VAN NUL
TOT ACTEUR
Schmink.
Een ding vervulde mij met een angst, die ik
het best kan vergelijken met die. welke elk
schepsel voelt voor den tandarts. De tocht er
heen is onvermijdelijk. Het moet er eens van
komen. Dat weet je. maar toch stel je je be
zoek uit van dag tot dag. En hoe langer het
duurt, des te benauwder word je. Tot je
eindelijk móet.
Op een der eerste repetities die ik bijwoon
de, had ik tot mijn verbazing en ontsteltenis
gehoord dat acteurs zich zelf schminken en
dat de kapper alleen de dames komt helpen
met pruiken of om het haar te friseeren.
Ik zou dus ook mezelf moeten schminken.
Maar hoe? Het scheen een voor iedereen zoo
doodgewone zaak te zijn, dat ik mijn onbe
kwaamheid in de kunst haast niet durfde la
ten blijken. Maar naarmate de voorstelling
naderde, beangstigde de gedachte mij meer en
meer en eindelijk wendde ik mij met de
schuchtere vraag tot een der oudere collega's:
Schminken, hoe doe je dat eigenlijk?
Hij keek me een oogenblik aan alsof hij mij
verdacht, dat ik hem voor den gek hield. Toen
zei hij, schouderophalend:
Schminken? Dat leer je vanzelf. Je koopt
een paar pijpen en dan ga je maar aan de
gang. Schminken is oefening.
Gelukkig kreeg ik van een wat menschlie-
vender collega wat nauwkeuriger inlichtingen
en zoo zette ik mij op een middag, gewapend
met een stelletje bruinachtige pijpen schmink,
een stuk blauw, zwart en rood benevens een
doos poeder en een handdoek, vol angstige
voorgevoelens voor mijn spiegel. Ik had mij zoo
gedraaid dat het volle licht door het venster
op mij viel en dat was misschien wel mijn
ergste fout. Schminken mag je alleen bij
kunstlicht doen, als je tenminste niet van plan
bent ln de volle zon te gaan spelen.
Ik wist dat ik beginnen moest met onder-
schmink en daarvan smeerde ik dan ook lus
tig een flinke laag op mijn gezicht. Toen
greep ik het rood en schilderde mij een paar
Zoeloelippen. Met Wauw en zwart bracht ik
de lijnen aan die ik noodig meende te hebben:
drie over mijn voorhoofd, twee onder mijn
oogen en twee langs mijn neus. Vervolgens
versierde ik mijn wangen met twee roode
schijven, die blozende konen moesten voor
stellen. Het leek heel wat, maar toen ik heel
tevreden een pas of wat achteruit ging om
het effect op een afstand te zien, zag ik, dat
ik een volmaakte imitatie had geschapen van
een Indiaansch opperhoofd in volle oorlogs
beschildering.
Ik begon nu toch te vermoeden, dat er op
de een of andere wijze een kleinigheid in mijn
methode onjuist was. Maar om opnieuw te be
ginnen, moest ik eerst al die rommel verwij
deren. Daarvoor nam ik een stevige klodder
vet, met het gevolg dat mijn handen en ge
zicht in een oogenblik vol zaten met een
glimmende papperige bruinachtige massa. Ik
werd er wanhopig van. Toen ik twee hand
doeken had volgesmeerd, was ik zoover dat
ik opnieuw kon beginnen.
Een dun laagje onderschmink is betrekke
lijk gemakkelijk aan te brengen. Als je maar
aan je boord en aan je haar denkt, kan je be
trekkelijk weinig ongelukken maken. Maar de
groote kunst is, aan dat starre bruine masker
iets levends te geven. Alle strepen bleven stre
pen, alle kleuren werden vlekken. Als het zoo
doorging zou ik alleen clownsrollen kunnen
spelen.
En nu had ik nog alleen maar het eenvou
digste beproefd. Wat moest er in 's hemels
naam van terechtkomen als ik een ouden heer
moest spelen met een kaal hoofd en grijze
bakkebaarden? Bij mijn voorraad bevond zich
nog een geheimzinnig fleschje dat een niet
onaangenamen geur verspreidde en dat moest
worden gebruikt om snorren en sikken vast te
kleven. Maar in plaats van de grijze, roode en
witte baarden die ik verwacht had te krijgen
en die ik kende van Sinterklaas, had mij de
tooneelkapper drie wollen vlechtjes meege
geven, waar ik heelemaal geen raad mee wist.
Een ervan maakte ik een beetje los: het werd
een raar kroesharig pruikje en met mastiek
een onooglijk, kleverig wollig dotje, dat op
alles leek behalve een sik.
Ten einde raad veegde ik alles weg, boende,
wreef en poetste, tot ik er weer een beetje
normaal begon uit te zien en stapte met den
moed der wanhoop en mijn heele schmink-
gedoe naar den ouden collega.
De menschen op straat keken me aan. Ge
woonlijk vindt een acteur dat prettig; dezen
keer vond ik het niet zoo plezierig. Want het
was niet, omdat ik naam begon te maken.
Gemeente Haarlem.
Kiezerslijst 19361937.
De op 22 Februari 1936 vastgestelde kiezers
lijst omvat 74775 personen.
Daarvan zijn kiezer
Mannen. Vrouwen. Totaal,
v. d. Gemeenteraad 33073 37929 71002
v. d. Prov. Staten 34046 39184 73230
v. d. 2e Kam. d. St.-G. 34728 40010 74733
De verdeeling der Kiezers voor den Ge„
meenteraad naar de Kieskringen is als volgt"
Mannen. Vrouwen. Totaal.
Kieskring I
i Stemd. No. 1—26) 9762 12587 22349
Kieskring n
(Stemd. No. 27—57) 13222 14461 27683
Kieskring III
i Stemd. No.'58—81) 10089 10881 20970
Tot en met 9 Maart kunnen bij het ge
meentebestuur wijzigingen worden aan
gevraagd.