Is een reisbelasting wel gewenscht?
Help Uw Nieren
De Winterzitting van het
Internationale Arbeidsbureau.
VRIJDAG 28 FEBRUARI 1936
'HAAKTE M'S D A 'G B E A D
T3
Zijn er andere wegen om het
doel te bereiken
Financieele moeilijkheden zijn oorzaak,
dat de Nederlandsche Regeering de „Reisbe
lasting" heeft aangegrepen om een bedrag
van twee millioen gulden te vinden om de
begrooting van het Werkloosheidsfonds klop
pend te maken. Eenerzijds is hoe zonder
ling het ook moge klinken deze nieuwe
belasting met vreugde begroet, anderzijds
zijn daartegen ernstige bezwaren geopperd.
Bij het schriftelijk voor-overleg heeft dit voor
ons land nieuwe denkbeeld bij de Tweede
Kamer in beginsel geen slecht onthaal ge
vonden. Financieele overwegingen hebben
daarbij''natuurlijk een belangrijke rol ge
speeld. In beginsel toch kan men weinig in
brengen tegen het belasten van een luxe
object. waartoe de pleizierreizen toch onge
twijfeld gerekend moeten worden. Daarbij
worde dan a priori aangenomen, dat het be
grip pleizierreis nauwkeurig te omschrijven
is. Intusschen schuilt daarin een moeilijk
heid. Dat men de „zuivere" buitenlandsche
zakenreis van deze belasting zal vrijstellen,
spreekt van zelf. Maar daarmede is de moei
lijkheid niet opgelost. Zal de zakenman, die
aan zijn zakenreis in het buitenland eenige
dagen voor pleizier vastknoopt, belasting
plichtig zijn? Hoe zal men staan tegenover
het bezoeken van zieken in het buitenland,
tegenover reizen op medisch advies en bij
het bezoeken van familieleden? Met al der
gelijke gevallen zal rekening moeten worden
gehouden. Het wetsontwerp zal daardoor ge
compliceerd moeten zijn, met al de eigenaar
dige bezwaren daaraan nu eenmaal verbon
den. Want wil men tenslotte het beoogde
doel bereiken, dan zal het aantal ontduikin
gen tot een minimum moeten worden terug
gebracht. Eij al heeft men dan in dat op
zicht op papier bereikt, wat redelijkerwijze
verwacht mag worden, dan zijn er natuurlijk
nog tal van gevallen, die in de praktijk bui
ten de getroffen regeling zullen blijken te
vallen. Dat daarnaast een nieuw controle
systeem ingevoerd moet worden, spreekt van
zelf. Welke kosten daarmede gemoeid zijn, is
natuurlijk moeilijk van te voren te zeggen.
De ervaring op dat gebied maant tot groote
voorzichtigheid. Want naast deze bezwaren
staan nog andere. Men denke slechts aan het
intensieve grensverkeer en de belangen van
hen, die in deze omgeving wonen en wier ge
regeld overschrijden van de landsgrenzen
menigmaal met „pleizier" niets uitstaande
heeft. Maar, indien dat wel het geval zou
zijn. dan zal alleen een ingewikkelde rege
ling in staat zijn den betrokkene onder dezen
belastingplicht te brengen en zal waarschijn
lijk veel geld bij voorbaat uitgegeven moeten
worden, om te wachten of de opbrengst ten
slotte wel in overeenstemming is met de te
maken kosten. Maar hoe somber deze pers
pectieven ook zijn, de fiscale zijde blijft voor
velen een groote bekoring houden en de be
lasting van de hier aan de orde zijnde luxe
is principieel moeilijk te verwerpen. Maar de
Reisbelasting heeft ook nog een andere
facet. Zij vormt voor andere groepen in onze
samenleving in de eerste plaats een bescher
mingsmiddel. Zoo is het als beschermingsmaat
regel bedoeld voor het hotel-, café en restau
rant bedrijf. Met leede oogen ziét men van
die zijde, dat duizenden in den zomer
van 1935 naar onze zuiderburen trokken, in
't bijzonder naar de Wereldtentoonstelling in
Brussel, dat een week-end in Ostende,
Knocke of een der andere Belgische bad
plaatsen voor den Nederlander een groote
bekoring heeft, datja, men zou nog een
lange reeks van gevallen de revue kunnen
laten passeeren. Is men er intusschen zeker
van, dat de andere landen die misschien de
Reisbelasting nog wel als fiscale maatregel
willen erkennen, maar tenslotte rekening
zullen houden met de practische beteekenis.
geen represailles zullen toepassen? Is het
geen absurditeit, dat men via het belasting
biljet. de aantrekkelijkheden van eigen
land bij den Nederlander levendig wil ma
ken? Nog daargelaten, dat de „pleizier-reizi-
ger", die over middelen van eenig belang be
schikt, zich vn deze belasting weinig of niets
aantrekt en toch naar het buitenland ver
dwijnt
Verschillende organisaties in ons land heb
ben den Minister van Financiën geadviseerd,
omtrent een belasting op buitenlandsche plei
zierreizen. Aan het nemen van represailles
door het buitenland wordt door velen niet ge
dacht. „De omvang van de belasting, de mate,
waarop zij de reizigers zal treffen, kan, ge
zien het bedrag, dat de Regeering eruit wil
halen in verhouding tot de sommen, welke
door de Nederlandsche vacantiereizigers in het
buitenland worden besteed, niet groot worden
genoemd. In verband daarmede is ook de vrees
voor eventueele represailles overdreven" (Ho-
recaf-Adviezen over de reisbelasting). En daar
op laat het blad nog volgen; „Het zal niet
moeilijk vallen, aan het buitenland duidelijk
te maken, dat, indien Nederland werkelijk de
bedoeling had zijn reizigersverkeer belemme
ringen in den weg te leggen, dan andere en
meer doeltreffende maatregelen te nemen wa
ren geweest." Zal dat inderdaad het geval zijn?
Niemand kan het zeggen. Toch meen ik, dat de
atmosfeer in het algemeen van dien aard is,
dat wel eens zou kunnen blijken, dat „theore
tisch" het buitenland „bijgebracht" zou kun
nen worden, maar dat men de risico's bij voor
baat wil afwenden en voorzichtigheidshalve'
tegenmaatregelen neemt.
En hoe zullen andere organen, die groot
belang hebben bij een intensief vreemdelin
genverkeer over dezen nieuwen last denken?
Men denke in de eerste plaats aan de Alge-
meene Nederlandsche Vereeniging voor Vreem
delingenverkeer, kortweg de A.N.V.V., voorts
aan den A.N.W.B., de Nederlandsche Spoor
wegen. de reisbureaux, autobusondernemingen
enz. Naar mijn gevoelen moeten deze lichamen
principieel afwijzend tegenover deze belasting
staan. Daarmede is dan geenszins gezegd, dat
zij het hotel-, café- en restaurantbedrijf in
ons land geen goed hart zouden toedragen.
Een ieder weet, onze vervoermaatschappijen
in 't bijzonder, dat deze bedrijven in groote
moeilijkheden verkeeren en dat zij, ieder voor
zich geen of onvoldoende maatregelen hebben
kunnen treffen om in het meer of minder ge
brek aan „gasten" te voorzien. Het belang van
de groep: Horecaf, zooals ik die kortheids
halve zou willen aanduiden, brengt mede, dat
de Reisbelasting als een bescheiden hulpmid
del wordt beschouwd om ten deele uit de moei
lijkheden te komen. Maar daarnaast staan
andere groepen. Ook hun inzicht, omtrent
deze materie, moet men weten te eerbiedigen.
En de Regeering, die ten slotte niet het groeps
belang heeft te dienen, maar het landsbelang
als richtsnoer heeft te volgen, moet dus met
betrekking tot dit moeilijke probleem over
wegen, of het voordeel, zooals Horecaf dat ziet,
opweegt tegen de nadeelen, die andere gxoe-
pen ondervinden van een toekomstige Reisbe
lasting. En als Horecaf niet geholpen zou wor
den langs-dezen weg, moet men dan berusten?
Zeer zeker niet. Want ieder begrijpt, dat een
goed geoutilleerd hotel-, café- en restaurant
bedrijf voor een land een nationaal bezit ge
noemd moet worden. Zijn deze bedrijven op
zich zelf een beletsel voor een intensief vreem-
delingenbezoek? Laten wij de zaak nog iets
nader preciseeren. Zijn de prijzen, welke men
den bezoeker vraagt te hoog? Daargelaten een
enkele uitzondering durf ik onomwonden te
verklaren, dat naar mijn gevoelen daar
van geen sprake is. Ik heb in vele landen rond
gezworven en heb gelegenheid gehad prijzen
te vergelijken, hoe moeilijk dat dikwijls ook is.
Dat deze prijzen, onder de omstandigheden,
waaronder deze groep van bedrijven leeft, te
hoog zouden zijn, ontken ik. Laat men de
schrikbarende overheidslasten verlagen, laat
men ons land aantrekkelijk maken door op
heffing van allerhande kleinzielige bepalin
gen. die den tourist ergeren. Langs dien weg
kan men deze bedrijven steun verleenen, niet
door een peuterige onsympathieke Reisbelas
ting. al brengt deze dan ook twee millioen
gulden op.
MOLLERUS.
EEN BRIE NOODIG?
Voor nekentondi-
recepten lereren wij de glazen gratii,
en berekenen alléén het montuur.
FIRMA KEINKSPOOR
Gediplomeerd Optie en,
Kampersingel hoek Kamperstraat,
TELEFOON 160741
(Adv. Ingez. Med.)
Stads Bibliotheek en Leeszaal.
Tentoonstelling van boeken.
Het is een zeer bijzondere tentoonstelling,
die op initiatief van de directie van de Stads-
Bibliotheek en Leeszaal van Haarlem wordt
ingericht in de Raadszaal, Prinsenhof.
Daarom bijzonder, omdat hier een, in ver
band met de typografische verzorging, keur
van historische en moderne werken bijeen
is, grootendeels uit het eigen bezit van de
bibliotheek.
De oude Haarlemsche Librye mag tot de
oudste bibliotheken van ons land gerekend
worden: zij dateert reeds van 1581. toen door
den Prins van Oranje als vergoeding voor de
geleden schade tijdens het beleg, eenige gilde-
en kloosterbibliotheken aan de Gemeente
Haarlem werden overgedragen.
Deze oude verzameling, meermalen door
aankoop en schenkingen in den loop der
eeuwen aangevuld, biedt zooveel schoons, dat
het mogelijk was een overzicht samen te stel
len van de ontwikkeling van het boek van de
kloosterhandschriften af tot onze eeuw. Voor
de drukken sinds 1900 werden eenige uitge
vers en boekhandelaren bereid gevonden iets
uit hun fonds af te staan.
Hoewel de geschiedenis van het boek terug
grijpt tot de Doodenboeken van de oude Egyp-
tenaren, zijn de schitterende folianten, dooi
de nijvere monniken gecalligrafeerd in de door
het jonge Christendom gestichte kloosters, de
oudste producten van boekkunst in onze lage
landen. De hier getoonde Codices dateeren
van het begin der 15e eeuw. Curieus is het
groote Missaal, dat voor de kerkhervorming
dienst deed in de St. Bavokerk. Welk een
prachtige arbeid, wat een schoonheid van let
ter, decoratie en miniaturen!
In chronologische volgorde komt hierna een
beknopte keuze uit de beschikbare werken. We
vinden een facsimile van een blokboek (Can-
ticum Canticorum), eenige aan Coster toege
schreven drukfragmenten (Costeriana). om
daarna een groep Incunabelen en Postincuna
belen aan te treffen, die verschillende merk
waardige en zeldzame uitgaven bevat. Het
beroemde „Van den proprieteyten der Din-
ghen" van den Haarlemschen drukker Jacob
Bellaert mag genoemd worden. Plantijn is
vertegenwoordigd door den grooten vijftaligen
Polyglottenbijbel (1568), terwijl uit de 17e
eeuw vele prachtwerken aanwezig zijn. De
groote folianten, die getuigen van de durf en
ondernemingsgeest, maar niet minder van het
meesterschap van den drukker, met schitte
rende gravuren verlucht, dwingen bewonde
ring af. Het is de tijd van steden-beschrijvin
gen, atlassen (we zien hier de kostbare Atlas
van Joan Blaeu) en reisbeschrijvingen. Ook
de 18e eeuw heeft nog vele schoone werken
met fraaie gravuren en titelprenten.
Merkwaardige werken zijn de Geschiedenis
van Amsterdam (1765) van Wagenaar, het
Leven en Bedrijf van Michiel de Ruiter van
Gerard Brandt en vele andere. Tegen het einde
van de 18e eeuw zet de vervalperiode in, sterk
doorgezet in de 19e eeuw, mede door de ver
anderde maatschappij-structuur, de machi
natie van industrie en nijverheid en eerst de
verfrisschende arbeid van "William Morris, den
grooten kunstenaar en dichter, vermag op
nieuw de belangstelling voor het goed ver
zorgde boek te wekken. Omstreeks 1900 worden
ook in ons land pogingen gedaan, uit welks
periode o.m. getuigen de Vos Reinaerde met
litho's van Wierink, J. G. Veldheer en Nieu-
wenkamp's Oude steden aan de Zuiderzee en
de groote Rembrandt-Bijbel.
De groep moderne boeken geeft een greep
uit de goed verzorgde uitgeversboeken er.
daarnaast een kleine, fijne, verzameling
eigen-pers- en luxe-boeken. Buitengewoon
mooi zijn de werken die werden afgestaan
door de oude Haarlemsche fa. Joh. Enschedé
Zonen. Titels noemen zou te ver voeren, er
zijn vele sublieme drukken bij.
Door het beperkte aantal uitgelegde boeken,
is een overzicht van de ontwikkeling van de
boekkunst verkregen, dat vooral voor den be
langstellenden leek bezienswaardig zal zijn.
De tentoonstelling is vrij toegankelijk op
Zaterdag 29 Februari van 710 uur, Zondag
1 Maart van 25 uur, Maandag 2. Dinsdag 3
en Woensdag 4 Maart van 25 en 710 uur.
M. H. G. JR.
Door slechte werking van de NIEREN kunt U last krijgen
van 's nachts moeten opstaan, Zenuwachtigheid, Pijn in
de Beenen, Duizeligheid, Verlies van Energie, Krampen,
Branding. Cyste* voorkomt minder goede werking van de
NIESEN en geelt, gegarandeerd, in 8 dagen volledige
voldoening, of U krijgt Uw gold terug. Neem Cyste*,
Uw apotheker oi drogist heeft het.
(Adv. Ingez. Med.)
Vereeniging voor Paedagogiek
VISCH WINKELIERS
Hier ter stede is opgericht een af deeling van
den Bond van Vischwinkeliers in Nederland.
Het bestuur is voorloopig samengesteld uit
de heeren B. v. Dijk, voorzitter, Th. Horst secr.-
penningm., De Haas en H. Tol commissaris
sen.
KORPS MOTORDIENST.
Het- personeel der le ploeg herhalings
oefening vertrekt op 29 Februari met groot
verlol,
„Bijbelsche Geschiedenis op de Openbare
Lagere School".
Donderdagavond hield de vereeniging voor
Paedagogiek haar eerste zelfstandige bijeen
komst in het Kennemer Lyceum onder leiding
van den heer Gilles van Hees, die er zijn
vreugde over te kennen gaf, dat zoovele leden
en belangstellenden aanwezig waren.
De heer G. van Veen, adjunct-directeur van
het Nutsseminarium voor paedagogiek te
Amsterdam hield een inleiding over: Bijbel
sche Geschiedenis op de Openbare Lagere
School.
Spr. begon met er op te wijzen dat wjj in
een gevoelige periode leven en een groote be
langstelling voor het onderwijs in Bijbelsche
Geschiedenis kunnen constateeren.
Wat in 1915 met tegenstand werd begroet en
in 1925 koel werd ontvangen, geniet in 1935
in breede kringen veel sympathie, meer dan
iemand had verwacht, ook al om de enquête
van Volksonderwijs.
Spr. vindt het noodzakelijk, daar het zoo'n
belangrijke quaestie betreft voor het kind en
de Maatschappij, van deze gevoelige periode
te profiteeren.
Hoe is het te verklaren, dat deze vrij alge-
meene gevoelige periode zich nu openbaart?
Men kan dit van den smallen kant bekijken,
zegt spr. en er een verweer ln zien van de
Openbare School, die zijn leerlingental ziet
minderen en daarom een opportunistische
politiek voert door rekening te houden met
de gevoelens van het volk.
Zonder concurrentiegeest wil spr. andere
motieven zoeken.
Ten eerste is de volksgeest „om". De tijd
van het positivisme is radicaal voorbij en de
gedachten gaan uit naar totaliteiten of struc
tuur, ook in de wetenschap. Wij zoeken naar
den zin van het gebeuren en komen dan
vanzelf op het terrein van den godsdienst.
Ten tweede de cultuurcrisis. Wij leven in
de sfeer van de groote massa, met de span
ningen, ook overdrevene. daaraan verbonden.
Er is een tijd geweest, dat we de rechten
van het individu zeker achtten en er niet
eens over wilden praten.
Nu zijn in sommige landen die rechten
verdwenen en wordt het individu „gewalst".
Onze volksaard verzet 'zich daartegen en
wij bezinnen ons op de persoonlijkheidswaar-
de en dan krijgen oude erfgoederen weer
waarde.
Ten derde, zegt spr.. kunnen wij, vooral bij
de uiterst links georiënteerde arbeiders, con
stateeren, dat zij door den strijd, die bij onze
Oosterburen wordt gevoerd den godsdienst
weer ernstig nemen, onidat het Christendom
stand houdt, waar de politieke partij neer
geslagen wérd.
Vervolgens gaf spr. een overzicht van het
lot van de Bijbelsche Geschiedenis op de La
gere School.
Met Luther komt het 'ethisch-religleus in
dividualisme met uitsluiting van de emanci
patie van het intellect, een eeuw later met
Baco en Verulam het intellectueel indivi
dualisme met de ervaringen als richtsnoer.
Comenius tracht tevergeefs de kloof tus-
schen deze principes te overbruggen.
Het gevolg was verstarring van het volks
onderwijs in de 18e eeuw: Europa was op
weg het denken af te leeren
De Aufklarung na de groote revolutie was
een stap vooruit en er kwam een nieuwe on
derwijswet. die Christendom zonder onver
draagzaamheid voorschreef. Dit is de tijd van
de ethische romantiek, welke twee reacties te
voorschijn riep: naar binnen, waaruit de
doleantie enz. te voorschijn kwam en naar
buiten, omdat de strijd der predikanten over
bijbelverklaring overgebracht werd naar de
school. De bijbel werd ruzie-object, verdween
en het gevolg na twee generaties is een be
schamende onwetendheid op dit terrein.
Kunnen we dit laten gaan? vraagt spr.. en
is het, afgezien van andere waarden, cultureel
verantwoord? Als de school het sociaal or
gaan is. dat de cultuur moet overbrengen,
dan is zij in gebreke.
Spr. schetste vervolgens den invloed van
den bijbel op onze taal. kunst, litteratuur en
ons volkskarakter.
De ouders willen het, de wet laat het toe;
hij vindt den onderwijzer hiervoor den ge-
schikten man, mits deze het con amore doet.
Een voordeel is dat de onderwijzer dan den
predikant noodig heeft en dezen weer hij
elkaar zullen komen.
Van de hierop volgende gedachtenwis-seling
werd door verschillende aanwezigen gebruik
gemaakt.
De Haarlemsche wethouder van onderwijs,
de heer A. G. Boes en de Inspecteur van het
L.O. de heer H. J. v. d.' Weyer, woonden de
bijeenkomst bij.
TEGEN VERSTOPPING zijn Leopillen
een mild en prompt werkend laxeermiddel,
dat uit zuiver plantaardige bestanddeelen
is samengesteld. Leopillen hebben, zelfs
in chronische gevallen, sedert 20 jaar tot
uitstekende resultaten geleid.
Leopillen in doosjes vanaf 20 ct. Bij
alle apothekers en drogisten.
(Adv. Ingez. Med.)
De buitengewone Internationale Arbeidsconferentie van
Santiago de Chili en de inhechtenisnemmg van den Chileen-
schen arbeidersgedelegeerde Solis. Een interpellatie van
onzen landgenoot E. Kupers. De agenda voor de Inter
nationale Arbeidsconferentie van 1937. Verhooging van
de leeftijdsgrens, waarop kinderen tot betalenden arbeid
worden toegelaten. Geen geheim stemrecht op Inter
nationale Arbeidsconferenties! Vrouwenarbeid.
GENèVE, 22 Februari 1936.
(Van onzen correspondent).
Later in het jaar dan gewoonlijk heeft
hier deze week de winterzitting van den Raad
van Beheer van het Internationale Arbeids
bureau plaais gevonden. Naar de tempera
tuur in de Volkenbondsstad te oordeelen. waar
reeds op tal van plaatsen de lente-voorteeke
nen, de „katjes"' aan de boomen. te zien zijn,
zou men eigenlijk eerder van een voorjaars
zitting hebben mogen spreken! Ook de stem
ming in en vooral buiten de vergaderzaa!
deed menigmaal meer aan de bekende lente
stormen dan aan de verstardheid van den
winter denken.
De buitengewone Internationale Arbeids
conferentie, die in begin Januari te Santiago
de Chili gehouden is, en waarop sociale
vraagstukken behandeld werden, die voor het
Amerikaansche werelddeel in het bijzonder
van belang zijn, was oorzaak zoowel van de
vertraging in het houden der winterzitting als
van de atmosfeer van spanning, die ditmaal
in het „Paleis van den Arbeid" heerschte.
De voorzitter van den Raad van Beheer dr.
Riddell, de directeur van het Internationale
Arbeidsbureau Harold Butler en de vertegen
woordigers van de regeeringsgroep, van cle
werkgeversgroep en van de arbeidersgroep,
die evenals een aantal hoofdambtenaren van
het Geneefsche bureau aan de Conferentie
van Santiago de Chili hadden deelgenomen,
moesten natuurlijk eerst weder in Europa
terug zijn, voordat de Raadszitting kon wor
den geopend. En bij hun aankomst alhier ver
namen zij datgene, wat de bron der hier heer-
schende spanning werd: de inhechtenisne
ming van den Chileenschen arbeidersleider
Solis, die op de Conferentie v'an Santiago
de Chili zich de algemeene hoogachting der
aanwezige Europeanen veroverd had door de
vrijmoedige wijze, waarop hij als arbeiders
gedelegeerde van Chili eerlijk en toch met be-
heerschte gematigdheid zijn meening over ae
sociale politiek van de regeering van zijn land
had uitgesproken en daarbij niet verzwegen
had, dat deze geenszins zoo vooruitstrevend
is als men uit het groote aantal ratificaties
van internationale arbeidsconventies mis
schien zou willen afleiden!
Onze landgenoot het lid der Tweede Kamer
E. Kupers, d;e een der twee vertegenwoor
digers der arbeidersgroep van den Raad van
Beheer geweest was, die aan de Conferentie
van Santiago de Chili hadden deelgenomen,
gaf onmiddellijk bij den aanvang der Raads
zitting uiting aan de bezorgdheid van velen,
dat de arrestatie van Solis een gevolg van
zijn openhartige taal ter buitengewone In
ternationale Arbeidsconferentie geweest was.
Kupers verklaarde, dat menigeen, die de
Zuid-Amerikaansche toestanden kent, reeds
onmiddellijk nadat Solis gesproken had de
vrees.had geuit, dat deze arbeidersleider zijn
vrijmoedigheid met verlies van zijn vrijheid
zou moeten betalen. Kupers interpelleerde dus
den directeur van het Internationale Arbeids
bureau Butler, of hem iets over de redenen
van de inhechtenisneming van Solis bekend
was. En volkomen terecht wees Kupers op
den plicht van den Raad van Beheer om er
voor zorg te dragen, dat géén gedelegeerde
op een Internationale Arbeidsconferentie na-
üeeiige gevolgen van een ter Conferentie uit
gesproken oordeel zou hebben te dragen.
Ofschoon eingelijk iedereen het met Kupers
en diens collega Jouhaux eens was, kregen deze
twee woordvoerders der arbeidersgroep van
niemand openlijke ondersteuning. Want de
Zuid-Amerikanen zijn heel snel op de teenen
getrapt en zoo zond de vertegenwoordiger
van Chili bij den Volkenbond een protest
brief tegen de toch in zeer hoffelijk-parle-
mentaire taal uitgedrukte redevoeringen van
Kupers en Jouhaux en dit was voor de ver
tegenwoordigers van de regeeringen en der
werkgevers voldoende, om tot groote ontstem
ming van de arbeidersgroep Kupers zonder
steun te laten.
De stemming was vrij opgewonden. Het
bureau van den Raad van Beheer moest zelfs
een geheime beraadslaging van een uur voe
ren, opdat al te scherpe taal over en weer.
vermeden zou worden. Hierin slaagde het
bureau. Doch de booze stemming bleef be
staan en het bureau kon niet verhinderen, dat
Kupers en Jouhaux, voordat het incident ge
sloten werd, in het openbaar verklaarden,
dat zij hoegenaamd geen geloof schonken
aan de bewering van den vertegenwoordiger
van Chili, dat de arrestatie van Solis niets
met zijn ter Conferentie uitgesproken rede
voering te maken had en geschied is. omdat
hij had deelgenomen aan door communisten
uitgelokte stakingen! Wij kennen dat. ver
klaarde Kupers die van communistische sym
pathieën niet verdacht kan worden, telkens
wanneer vakvereenigingen naar verbetering
van het lot hunner arbeiders streven, be
schuldigt men hen in Zuid-Amerika van
„communisme": dit is dan voldoende, om
scherpe maatregelen te kun"?n treffen!
En ondanks het protest van Chili, tegen deze
.inmenging in de binnenlandsche politiek van
het land" verklaarde Kupers in April op de
zaak terug te zullen komen, indien Solis dan
nog niet in vrijheid gesteld zou zijn.
Zonder vrees beweegt deze
kip zich in de leeuwenkooi.
De foto is genomen in den
Dierentuin te Long Island
(Ver. Staten).
Dit incident heeft de aandacht in hoogc ma
te van de andere punten afgeleid. Tot groote
teleurstelling van een aantal dames, die in
ongewone mate de openbare tribune vulden in
afwachting van een debat over „vrouwen
arbeid", welk onderwerp onderaan op de agen
da stond en groot gevaar liep tot de voorjaars
zitting in April te worden uitgesteld, ondanks
het feit dat verschillende vertegenwoordig
sters van vrcuwenvereenigingen extra voor dit
ééne punt de reis van Amerika naar Genève
gemaakt hadden! Gelukkig voor haar is het
zoo ver niet gekomen. Op het laatst van de
hedenavond gehouden slotbijeenkomst kwam
de kwestie van den „vrouwenarbeid" nou aan
de orde en kreeg directeur Butler machtiging
een studie te ondernemen over de vraag, in
hoeverre in wetgeving en praktijk het in het
Volkenbondsverdrag ten aanzien van Volken
bondsambtenaren gehuldigde beginsel van de
gelijkheid van recht van man en vrouw ver
wezenlijkt wordt ook ten aanzien van het
recht der yrouwen op anderen arbeid. Kupers
sprak daarbij naar het hart van menige op
de tribune aanwezige dame. toen hij op het
groote belang wees van bemoeiingen der Irh-
ternationale Arbeidsorganisatie met deze aan
gelegenheid. Want in deze tijden van crisis
worden de vrouwen van steeds meer beroe
pen uitgesloten. 1-Iet is tijd, dat het Interna
tionale Arbeidsbureau door een grondige
studie licht werpt op de vraag, of dit afsnij
den van de vrouwen van arbeidsgelegenheid
inderdaad uit een oogpunt van crisis-bestrij-
ding onvermijdelijk is.
De vaststelling van de agenda der Interna
tionale Arbeidsconferentie van het jaar 1937
bracht een overwinning aan de arbeidersgroep,
die wist door te zetten, dat ook in 1937 de
Arbeidsconferentie weder vrijwel geheel aan
de crisisbestrijding gewijd zal zijn. De twee
punten van het arbeidersprogram, waarvan
het meeste heil verwacht wordt, de uitvoering
van groote openbare werken en de verkorting
van den arbeidstijd, zijn opnieuw op de agen
da geplaatst. Andere kwesties, die voor be
handeling rijp zijn, zooals langdurige arbeids
contracten in de koloniën, vakonderwijs, re
geling der rechten der uitvoerders van radio-
uitzendingen, zullen dus nog een tijdje moeten
wachten.
De Raad van Beheer besloot voorts over te
gaan tot een herziening van de internationa
le arbeidsconventies, die den minimum-leeftijd
regelen, waarop kinderen tot betalenden ar
beid mogen worden toegelaten. De Raad be
sloot een poging te zullen doen. dat deze mi
nimum-leeftijd van 14 jaar tot 15 jaar zal wor
den verhoogd. Men kan het met dit streven
volkomen eens zijn. doch zal daarbij de juist
heid niet mogen over het hoofd zien van het
betoog van den Italiaanschen werkgevers
vertegenwoordiger Olivetti, dat de jeugd aan
deze verhooging van de leeftijdsgrens niet veel
hebben zal, wanneer niet tevens de school
plichtige leeftijd tot 15 jaar verhoogd wordt,
waarover de internationale arbeidsorganisatie
echter niets te zeggen heeft. Men kan slechts
hopen dat een goed voorbeeld van de Inter
nationale Arbeidsconferentie inzake den leef
tijd voor de toelating tot beroepsarbeid op den
duur ook een verhooging van den schoolplich-
tigen leeftijd ten gevolge zal hebben.
E?n sensatie ontstond vanochtend ook nog,
toen de Engelsche regeeringsgedelegeerde
Leggett plotseling met het voorstel kwam, dat
in bijzondere gevallen de stemming over be
paalde artikelen eener voorgestelde conventie
niet openlijk, doch geheim zou geschieden.
Deze bedenkelijke nieuwigheid stuitte echter
gelukkig op zoovec-l verzet, dat zelfs Leggett's
voorstel om zijn denkbeeld althans aan een
bestudeering door de reglementscommissie toe
te vertrouwen, met groote meerderheid van
stemmen verworpen werd!
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK
Keuringsdienst van waren.
Het gewijzigde gebied.
In verband met de wijziging der Warenwet
heeft een nieuwe indeeling der gemeenten
plaats gehad. Dientengevolge zijn thans de
gemeenten ten Noorden van het Noordzeeka
naal. v/elke tot nu toe tot den keuringsdienst
te Haarlem behoorden (d. i. de Zaanstreek en
Beverwijk en omstreken) bij het keuringsge-
bieci Alkmaar gekomen. Het keuringsgebied
Haarlem is daarentegen uitgebreid met vrij
wel het heele gebied Leiden. Deze wijziging
treedt 1 Maart a.s. in werking.
Actie bakkerij Carets.
Nader overleg.
Namens de besturen van de bakkersgezel-
lenbonden wordt ons het volgend bericht ge
zonden
In vervolg op het communiqué, waarin den
lezers werd kenbaar gemaakt, dat aan de
firma Carels werd medegedeeld, dat de gezel
len er met ingang van 2 Maart a.s. op zouden
rekenen, dat aan de bepaalde regelen voor
personeel en bedrijf zal worden voldaan, be
richten de besturen van de vakbonden thans,
dat de firma bereid is nader overleg te ple
gen en daarbij zoover te zullen gaan als in
het vermogen der directie ligt; voorts, dat de
secretaris van de Nederlandsche Vereenigmg
van Werkgevers in het Bakkersbedrijf zich
eveneens met deze zaak zal bezig houden om
na 7 Maart a.s. de oplossing te zoeken.
De besturen van de drie vakbonden hebben
de firma medegedeeld, dat zij bereid zijn. het
resultaat van dat overleg af te wachten, al
vorens eenigerlei stap te doen.
NUT EN SPORT
Dr. W. K. Hirschfeld uit Bloemendaal hield
voor de Haarlemsche Pluimvee- en Konijnen-
fokkersvereeniging „Nut en Sport"' en genoo-
digden, onder wie vele fokkers van siervogcls
en duiven, een lezing over het onderwerp
„Toegepaste Erfelijkheidsleer". Met aandacht
volgden de aanwezigen de methode die aan
gegeven is om raszuiver te fokken. Met sche
ma's werd het ter verduidelijking op een bord
aangegeven.
Hierna bestond gelegenheid om vragen te
stellen, waarvan een ruim gebruik gemaakt
werd. Ze werden door Dr, Hirschfeld beant
woord. Dat aëze leerzame avond wel op prijs
werd gesteld bewees het hartelijk applaus dat
hij in ontvangst had te nemen.