Is een reisbelasting wel gewenscht? Help Uw Nieren De Winterzitting van het Internationale Arbeidsbureau. VRIJDAG 28 FEBRUARI 1936 'HAAKTE M'S D A 'G B E A D T3 Zijn er andere wegen om het doel te bereiken Financieele moeilijkheden zijn oorzaak, dat de Nederlandsche Regeering de „Reisbe lasting" heeft aangegrepen om een bedrag van twee millioen gulden te vinden om de begrooting van het Werkloosheidsfonds klop pend te maken. Eenerzijds is hoe zonder ling het ook moge klinken deze nieuwe belasting met vreugde begroet, anderzijds zijn daartegen ernstige bezwaren geopperd. Bij het schriftelijk voor-overleg heeft dit voor ons land nieuwe denkbeeld bij de Tweede Kamer in beginsel geen slecht onthaal ge vonden. Financieele overwegingen hebben daarbij''natuurlijk een belangrijke rol ge speeld. In beginsel toch kan men weinig in brengen tegen het belasten van een luxe object. waartoe de pleizierreizen toch onge twijfeld gerekend moeten worden. Daarbij worde dan a priori aangenomen, dat het be grip pleizierreis nauwkeurig te omschrijven is. Intusschen schuilt daarin een moeilijk heid. Dat men de „zuivere" buitenlandsche zakenreis van deze belasting zal vrijstellen, spreekt van zelf. Maar daarmede is de moei lijkheid niet opgelost. Zal de zakenman, die aan zijn zakenreis in het buitenland eenige dagen voor pleizier vastknoopt, belasting plichtig zijn? Hoe zal men staan tegenover het bezoeken van zieken in het buitenland, tegenover reizen op medisch advies en bij het bezoeken van familieleden? Met al der gelijke gevallen zal rekening moeten worden gehouden. Het wetsontwerp zal daardoor ge compliceerd moeten zijn, met al de eigenaar dige bezwaren daaraan nu eenmaal verbon den. Want wil men tenslotte het beoogde doel bereiken, dan zal het aantal ontduikin gen tot een minimum moeten worden terug gebracht. Eij al heeft men dan in dat op zicht op papier bereikt, wat redelijkerwijze verwacht mag worden, dan zijn er natuurlijk nog tal van gevallen, die in de praktijk bui ten de getroffen regeling zullen blijken te vallen. Dat daarnaast een nieuw controle systeem ingevoerd moet worden, spreekt van zelf. Welke kosten daarmede gemoeid zijn, is natuurlijk moeilijk van te voren te zeggen. De ervaring op dat gebied maant tot groote voorzichtigheid. Want naast deze bezwaren staan nog andere. Men denke slechts aan het intensieve grensverkeer en de belangen van hen, die in deze omgeving wonen en wier ge regeld overschrijden van de landsgrenzen menigmaal met „pleizier" niets uitstaande heeft. Maar, indien dat wel het geval zou zijn. dan zal alleen een ingewikkelde rege ling in staat zijn den betrokkene onder dezen belastingplicht te brengen en zal waarschijn lijk veel geld bij voorbaat uitgegeven moeten worden, om te wachten of de opbrengst ten slotte wel in overeenstemming is met de te maken kosten. Maar hoe somber deze pers pectieven ook zijn, de fiscale zijde blijft voor velen een groote bekoring houden en de be lasting van de hier aan de orde zijnde luxe is principieel moeilijk te verwerpen. Maar de Reisbelasting heeft ook nog een andere facet. Zij vormt voor andere groepen in onze samenleving in de eerste plaats een bescher mingsmiddel. Zoo is het als beschermingsmaat regel bedoeld voor het hotel-, café en restau rant bedrijf. Met leede oogen ziét men van die zijde, dat duizenden in den zomer van 1935 naar onze zuiderburen trokken, in 't bijzonder naar de Wereldtentoonstelling in Brussel, dat een week-end in Ostende, Knocke of een der andere Belgische bad plaatsen voor den Nederlander een groote bekoring heeft, datja, men zou nog een lange reeks van gevallen de revue kunnen laten passeeren. Is men er intusschen zeker van, dat de andere landen die misschien de Reisbelasting nog wel als fiscale maatregel willen erkennen, maar tenslotte rekening zullen houden met de practische beteekenis. geen represailles zullen toepassen? Is het geen absurditeit, dat men via het belasting biljet. de aantrekkelijkheden van eigen land bij den Nederlander levendig wil ma ken? Nog daargelaten, dat de „pleizier-reizi- ger", die over middelen van eenig belang be schikt, zich vn deze belasting weinig of niets aantrekt en toch naar het buitenland ver dwijnt Verschillende organisaties in ons land heb ben den Minister van Financiën geadviseerd, omtrent een belasting op buitenlandsche plei zierreizen. Aan het nemen van represailles door het buitenland wordt door velen niet ge dacht. „De omvang van de belasting, de mate, waarop zij de reizigers zal treffen, kan, ge zien het bedrag, dat de Regeering eruit wil halen in verhouding tot de sommen, welke door de Nederlandsche vacantiereizigers in het buitenland worden besteed, niet groot worden genoemd. In verband daarmede is ook de vrees voor eventueele represailles overdreven" (Ho- recaf-Adviezen over de reisbelasting). En daar op laat het blad nog volgen; „Het zal niet moeilijk vallen, aan het buitenland duidelijk te maken, dat, indien Nederland werkelijk de bedoeling had zijn reizigersverkeer belemme ringen in den weg te leggen, dan andere en meer doeltreffende maatregelen te nemen wa ren geweest." Zal dat inderdaad het geval zijn? Niemand kan het zeggen. Toch meen ik, dat de atmosfeer in het algemeen van dien aard is, dat wel eens zou kunnen blijken, dat „theore tisch" het buitenland „bijgebracht" zou kun nen worden, maar dat men de risico's bij voor baat wil afwenden en voorzichtigheidshalve' tegenmaatregelen neemt. En hoe zullen andere organen, die groot belang hebben bij een intensief vreemdelin genverkeer over dezen nieuwen last denken? Men denke in de eerste plaats aan de Alge- meene Nederlandsche Vereeniging voor Vreem delingenverkeer, kortweg de A.N.V.V., voorts aan den A.N.W.B., de Nederlandsche Spoor wegen. de reisbureaux, autobusondernemingen enz. Naar mijn gevoelen moeten deze lichamen principieel afwijzend tegenover deze belasting staan. Daarmede is dan geenszins gezegd, dat zij het hotel-, café- en restaurantbedrijf in ons land geen goed hart zouden toedragen. Een ieder weet, onze vervoermaatschappijen in 't bijzonder, dat deze bedrijven in groote moeilijkheden verkeeren en dat zij, ieder voor zich geen of onvoldoende maatregelen hebben kunnen treffen om in het meer of minder ge brek aan „gasten" te voorzien. Het belang van de groep: Horecaf, zooals ik die kortheids halve zou willen aanduiden, brengt mede, dat de Reisbelasting als een bescheiden hulpmid del wordt beschouwd om ten deele uit de moei lijkheden te komen. Maar daarnaast staan andere groepen. Ook hun inzicht, omtrent deze materie, moet men weten te eerbiedigen. En de Regeering, die ten slotte niet het groeps belang heeft te dienen, maar het landsbelang als richtsnoer heeft te volgen, moet dus met betrekking tot dit moeilijke probleem over wegen, of het voordeel, zooals Horecaf dat ziet, opweegt tegen de nadeelen, die andere gxoe- pen ondervinden van een toekomstige Reisbe lasting. En als Horecaf niet geholpen zou wor den langs-dezen weg, moet men dan berusten? Zeer zeker niet. Want ieder begrijpt, dat een goed geoutilleerd hotel-, café- en restaurant bedrijf voor een land een nationaal bezit ge noemd moet worden. Zijn deze bedrijven op zich zelf een beletsel voor een intensief vreem- delingenbezoek? Laten wij de zaak nog iets nader preciseeren. Zijn de prijzen, welke men den bezoeker vraagt te hoog? Daargelaten een enkele uitzondering durf ik onomwonden te verklaren, dat naar mijn gevoelen daar van geen sprake is. Ik heb in vele landen rond gezworven en heb gelegenheid gehad prijzen te vergelijken, hoe moeilijk dat dikwijls ook is. Dat deze prijzen, onder de omstandigheden, waaronder deze groep van bedrijven leeft, te hoog zouden zijn, ontken ik. Laat men de schrikbarende overheidslasten verlagen, laat men ons land aantrekkelijk maken door op heffing van allerhande kleinzielige bepalin gen. die den tourist ergeren. Langs dien weg kan men deze bedrijven steun verleenen, niet door een peuterige onsympathieke Reisbelas ting. al brengt deze dan ook twee millioen gulden op. MOLLERUS. EEN BRIE NOODIG? Voor nekentondi- recepten lereren wij de glazen gratii, en berekenen alléén het montuur. FIRMA KEINKSPOOR Gediplomeerd Optie en, Kampersingel hoek Kamperstraat, TELEFOON 160741 (Adv. Ingez. Med.) Stads Bibliotheek en Leeszaal. Tentoonstelling van boeken. Het is een zeer bijzondere tentoonstelling, die op initiatief van de directie van de Stads- Bibliotheek en Leeszaal van Haarlem wordt ingericht in de Raadszaal, Prinsenhof. Daarom bijzonder, omdat hier een, in ver band met de typografische verzorging, keur van historische en moderne werken bijeen is, grootendeels uit het eigen bezit van de bibliotheek. De oude Haarlemsche Librye mag tot de oudste bibliotheken van ons land gerekend worden: zij dateert reeds van 1581. toen door den Prins van Oranje als vergoeding voor de geleden schade tijdens het beleg, eenige gilde- en kloosterbibliotheken aan de Gemeente Haarlem werden overgedragen. Deze oude verzameling, meermalen door aankoop en schenkingen in den loop der eeuwen aangevuld, biedt zooveel schoons, dat het mogelijk was een overzicht samen te stel len van de ontwikkeling van het boek van de kloosterhandschriften af tot onze eeuw. Voor de drukken sinds 1900 werden eenige uitge vers en boekhandelaren bereid gevonden iets uit hun fonds af te staan. Hoewel de geschiedenis van het boek terug grijpt tot de Doodenboeken van de oude Egyp- tenaren, zijn de schitterende folianten, dooi de nijvere monniken gecalligrafeerd in de door het jonge Christendom gestichte kloosters, de oudste producten van boekkunst in onze lage landen. De hier getoonde Codices dateeren van het begin der 15e eeuw. Curieus is het groote Missaal, dat voor de kerkhervorming dienst deed in de St. Bavokerk. Welk een prachtige arbeid, wat een schoonheid van let ter, decoratie en miniaturen! In chronologische volgorde komt hierna een beknopte keuze uit de beschikbare werken. We vinden een facsimile van een blokboek (Can- ticum Canticorum), eenige aan Coster toege schreven drukfragmenten (Costeriana). om daarna een groep Incunabelen en Postincuna belen aan te treffen, die verschillende merk waardige en zeldzame uitgaven bevat. Het beroemde „Van den proprieteyten der Din- ghen" van den Haarlemschen drukker Jacob Bellaert mag genoemd worden. Plantijn is vertegenwoordigd door den grooten vijftaligen Polyglottenbijbel (1568), terwijl uit de 17e eeuw vele prachtwerken aanwezig zijn. De groote folianten, die getuigen van de durf en ondernemingsgeest, maar niet minder van het meesterschap van den drukker, met schitte rende gravuren verlucht, dwingen bewonde ring af. Het is de tijd van steden-beschrijvin gen, atlassen (we zien hier de kostbare Atlas van Joan Blaeu) en reisbeschrijvingen. Ook de 18e eeuw heeft nog vele schoone werken met fraaie gravuren en titelprenten. Merkwaardige werken zijn de Geschiedenis van Amsterdam (1765) van Wagenaar, het Leven en Bedrijf van Michiel de Ruiter van Gerard Brandt en vele andere. Tegen het einde van de 18e eeuw zet de vervalperiode in, sterk doorgezet in de 19e eeuw, mede door de ver anderde maatschappij-structuur, de machi natie van industrie en nijverheid en eerst de verfrisschende arbeid van "William Morris, den grooten kunstenaar en dichter, vermag op nieuw de belangstelling voor het goed ver zorgde boek te wekken. Omstreeks 1900 worden ook in ons land pogingen gedaan, uit welks periode o.m. getuigen de Vos Reinaerde met litho's van Wierink, J. G. Veldheer en Nieu- wenkamp's Oude steden aan de Zuiderzee en de groote Rembrandt-Bijbel. De groep moderne boeken geeft een greep uit de goed verzorgde uitgeversboeken er. daarnaast een kleine, fijne, verzameling eigen-pers- en luxe-boeken. Buitengewoon mooi zijn de werken die werden afgestaan door de oude Haarlemsche fa. Joh. Enschedé Zonen. Titels noemen zou te ver voeren, er zijn vele sublieme drukken bij. Door het beperkte aantal uitgelegde boeken, is een overzicht van de ontwikkeling van de boekkunst verkregen, dat vooral voor den be langstellenden leek bezienswaardig zal zijn. De tentoonstelling is vrij toegankelijk op Zaterdag 29 Februari van 710 uur, Zondag 1 Maart van 25 uur, Maandag 2. Dinsdag 3 en Woensdag 4 Maart van 25 en 710 uur. M. H. G. JR. Door slechte werking van de NIEREN kunt U last krijgen van 's nachts moeten opstaan, Zenuwachtigheid, Pijn in de Beenen, Duizeligheid, Verlies van Energie, Krampen, Branding. Cyste* voorkomt minder goede werking van de NIESEN en geelt, gegarandeerd, in 8 dagen volledige voldoening, of U krijgt Uw gold terug. Neem Cyste*, Uw apotheker oi drogist heeft het. (Adv. Ingez. Med.) Vereeniging voor Paedagogiek VISCH WINKELIERS Hier ter stede is opgericht een af deeling van den Bond van Vischwinkeliers in Nederland. Het bestuur is voorloopig samengesteld uit de heeren B. v. Dijk, voorzitter, Th. Horst secr.- penningm., De Haas en H. Tol commissaris sen. KORPS MOTORDIENST. Het- personeel der le ploeg herhalings oefening vertrekt op 29 Februari met groot verlol, „Bijbelsche Geschiedenis op de Openbare Lagere School". Donderdagavond hield de vereeniging voor Paedagogiek haar eerste zelfstandige bijeen komst in het Kennemer Lyceum onder leiding van den heer Gilles van Hees, die er zijn vreugde over te kennen gaf, dat zoovele leden en belangstellenden aanwezig waren. De heer G. van Veen, adjunct-directeur van het Nutsseminarium voor paedagogiek te Amsterdam hield een inleiding over: Bijbel sche Geschiedenis op de Openbare Lagere School. Spr. begon met er op te wijzen dat wjj in een gevoelige periode leven en een groote be langstelling voor het onderwijs in Bijbelsche Geschiedenis kunnen constateeren. Wat in 1915 met tegenstand werd begroet en in 1925 koel werd ontvangen, geniet in 1935 in breede kringen veel sympathie, meer dan iemand had verwacht, ook al om de enquête van Volksonderwijs. Spr. vindt het noodzakelijk, daar het zoo'n belangrijke quaestie betreft voor het kind en de Maatschappij, van deze gevoelige periode te profiteeren. Hoe is het te verklaren, dat deze vrij alge- meene gevoelige periode zich nu openbaart? Men kan dit van den smallen kant bekijken, zegt spr. en er een verweer ln zien van de Openbare School, die zijn leerlingental ziet minderen en daarom een opportunistische politiek voert door rekening te houden met de gevoelens van het volk. Zonder concurrentiegeest wil spr. andere motieven zoeken. Ten eerste is de volksgeest „om". De tijd van het positivisme is radicaal voorbij en de gedachten gaan uit naar totaliteiten of struc tuur, ook in de wetenschap. Wij zoeken naar den zin van het gebeuren en komen dan vanzelf op het terrein van den godsdienst. Ten tweede de cultuurcrisis. Wij leven in de sfeer van de groote massa, met de span ningen, ook overdrevene. daaraan verbonden. Er is een tijd geweest, dat we de rechten van het individu zeker achtten en er niet eens over wilden praten. Nu zijn in sommige landen die rechten verdwenen en wordt het individu „gewalst". Onze volksaard verzet 'zich daartegen en wij bezinnen ons op de persoonlijkheidswaar- de en dan krijgen oude erfgoederen weer waarde. Ten derde, zegt spr.. kunnen wij, vooral bij de uiterst links georiënteerde arbeiders, con stateeren, dat zij door den strijd, die bij onze Oosterburen wordt gevoerd den godsdienst weer ernstig nemen, onidat het Christendom stand houdt, waar de politieke partij neer geslagen wérd. Vervolgens gaf spr. een overzicht van het lot van de Bijbelsche Geschiedenis op de La gere School. Met Luther komt het 'ethisch-religleus in dividualisme met uitsluiting van de emanci patie van het intellect, een eeuw later met Baco en Verulam het intellectueel indivi dualisme met de ervaringen als richtsnoer. Comenius tracht tevergeefs de kloof tus- schen deze principes te overbruggen. Het gevolg was verstarring van het volks onderwijs in de 18e eeuw: Europa was op weg het denken af te leeren De Aufklarung na de groote revolutie was een stap vooruit en er kwam een nieuwe on derwijswet. die Christendom zonder onver draagzaamheid voorschreef. Dit is de tijd van de ethische romantiek, welke twee reacties te voorschijn riep: naar binnen, waaruit de doleantie enz. te voorschijn kwam en naar buiten, omdat de strijd der predikanten over bijbelverklaring overgebracht werd naar de school. De bijbel werd ruzie-object, verdween en het gevolg na twee generaties is een be schamende onwetendheid op dit terrein. Kunnen we dit laten gaan? vraagt spr.. en is het, afgezien van andere waarden, cultureel verantwoord? Als de school het sociaal or gaan is. dat de cultuur moet overbrengen, dan is zij in gebreke. Spr. schetste vervolgens den invloed van den bijbel op onze taal. kunst, litteratuur en ons volkskarakter. De ouders willen het, de wet laat het toe; hij vindt den onderwijzer hiervoor den ge- schikten man, mits deze het con amore doet. Een voordeel is dat de onderwijzer dan den predikant noodig heeft en dezen weer hij elkaar zullen komen. Van de hierop volgende gedachtenwis-seling werd door verschillende aanwezigen gebruik gemaakt. De Haarlemsche wethouder van onderwijs, de heer A. G. Boes en de Inspecteur van het L.O. de heer H. J. v. d.' Weyer, woonden de bijeenkomst bij. TEGEN VERSTOPPING zijn Leopillen een mild en prompt werkend laxeermiddel, dat uit zuiver plantaardige bestanddeelen is samengesteld. Leopillen hebben, zelfs in chronische gevallen, sedert 20 jaar tot uitstekende resultaten geleid. Leopillen in doosjes vanaf 20 ct. Bij alle apothekers en drogisten. (Adv. Ingez. Med.) De buitengewone Internationale Arbeidsconferentie van Santiago de Chili en de inhechtenisnemmg van den Chileen- schen arbeidersgedelegeerde Solis. Een interpellatie van onzen landgenoot E. Kupers. De agenda voor de Inter nationale Arbeidsconferentie van 1937. Verhooging van de leeftijdsgrens, waarop kinderen tot betalenden arbeid worden toegelaten. Geen geheim stemrecht op Inter nationale Arbeidsconferenties! Vrouwenarbeid. GENèVE, 22 Februari 1936. (Van onzen correspondent). Later in het jaar dan gewoonlijk heeft hier deze week de winterzitting van den Raad van Beheer van het Internationale Arbeids bureau plaais gevonden. Naar de tempera tuur in de Volkenbondsstad te oordeelen. waar reeds op tal van plaatsen de lente-voorteeke nen, de „katjes"' aan de boomen. te zien zijn, zou men eigenlijk eerder van een voorjaars zitting hebben mogen spreken! Ook de stem ming in en vooral buiten de vergaderzaa! deed menigmaal meer aan de bekende lente stormen dan aan de verstardheid van den winter denken. De buitengewone Internationale Arbeids conferentie, die in begin Januari te Santiago de Chili gehouden is, en waarop sociale vraagstukken behandeld werden, die voor het Amerikaansche werelddeel in het bijzonder van belang zijn, was oorzaak zoowel van de vertraging in het houden der winterzitting als van de atmosfeer van spanning, die ditmaal in het „Paleis van den Arbeid" heerschte. De voorzitter van den Raad van Beheer dr. Riddell, de directeur van het Internationale Arbeidsbureau Harold Butler en de vertegen woordigers van de regeeringsgroep, van cle werkgeversgroep en van de arbeidersgroep, die evenals een aantal hoofdambtenaren van het Geneefsche bureau aan de Conferentie van Santiago de Chili hadden deelgenomen, moesten natuurlijk eerst weder in Europa terug zijn, voordat de Raadszitting kon wor den geopend. En bij hun aankomst alhier ver namen zij datgene, wat de bron der hier heer- schende spanning werd: de inhechtenisne ming van den Chileenschen arbeidersleider Solis, die op de Conferentie v'an Santiago de Chili zich de algemeene hoogachting der aanwezige Europeanen veroverd had door de vrijmoedige wijze, waarop hij als arbeiders gedelegeerde van Chili eerlijk en toch met be- heerschte gematigdheid zijn meening over ae sociale politiek van de regeering van zijn land had uitgesproken en daarbij niet verzwegen had, dat deze geenszins zoo vooruitstrevend is als men uit het groote aantal ratificaties van internationale arbeidsconventies mis schien zou willen afleiden! Onze landgenoot het lid der Tweede Kamer E. Kupers, d;e een der twee vertegenwoor digers der arbeidersgroep van den Raad van Beheer geweest was, die aan de Conferentie van Santiago de Chili hadden deelgenomen, gaf onmiddellijk bij den aanvang der Raads zitting uiting aan de bezorgdheid van velen, dat de arrestatie van Solis een gevolg van zijn openhartige taal ter buitengewone In ternationale Arbeidsconferentie geweest was. Kupers verklaarde, dat menigeen, die de Zuid-Amerikaansche toestanden kent, reeds onmiddellijk nadat Solis gesproken had de vrees.had geuit, dat deze arbeidersleider zijn vrijmoedigheid met verlies van zijn vrijheid zou moeten betalen. Kupers interpelleerde dus den directeur van het Internationale Arbeids bureau Butler, of hem iets over de redenen van de inhechtenisneming van Solis bekend was. En volkomen terecht wees Kupers op den plicht van den Raad van Beheer om er voor zorg te dragen, dat géén gedelegeerde op een Internationale Arbeidsconferentie na- üeeiige gevolgen van een ter Conferentie uit gesproken oordeel zou hebben te dragen. Ofschoon eingelijk iedereen het met Kupers en diens collega Jouhaux eens was, kregen deze twee woordvoerders der arbeidersgroep van niemand openlijke ondersteuning. Want de Zuid-Amerikanen zijn heel snel op de teenen getrapt en zoo zond de vertegenwoordiger van Chili bij den Volkenbond een protest brief tegen de toch in zeer hoffelijk-parle- mentaire taal uitgedrukte redevoeringen van Kupers en Jouhaux en dit was voor de ver tegenwoordigers van de regeeringen en der werkgevers voldoende, om tot groote ontstem ming van de arbeidersgroep Kupers zonder steun te laten. De stemming was vrij opgewonden. Het bureau van den Raad van Beheer moest zelfs een geheime beraadslaging van een uur voe ren, opdat al te scherpe taal over en weer. vermeden zou worden. Hierin slaagde het bureau. Doch de booze stemming bleef be staan en het bureau kon niet verhinderen, dat Kupers en Jouhaux, voordat het incident ge sloten werd, in het openbaar verklaarden, dat zij hoegenaamd geen geloof schonken aan de bewering van den vertegenwoordiger van Chili, dat de arrestatie van Solis niets met zijn ter Conferentie uitgesproken rede voering te maken had en geschied is. omdat hij had deelgenomen aan door communisten uitgelokte stakingen! Wij kennen dat. ver klaarde Kupers die van communistische sym pathieën niet verdacht kan worden, telkens wanneer vakvereenigingen naar verbetering van het lot hunner arbeiders streven, be schuldigt men hen in Zuid-Amerika van „communisme": dit is dan voldoende, om scherpe maatregelen te kun"?n treffen! En ondanks het protest van Chili, tegen deze .inmenging in de binnenlandsche politiek van het land" verklaarde Kupers in April op de zaak terug te zullen komen, indien Solis dan nog niet in vrijheid gesteld zou zijn. Zonder vrees beweegt deze kip zich in de leeuwenkooi. De foto is genomen in den Dierentuin te Long Island (Ver. Staten). Dit incident heeft de aandacht in hoogc ma te van de andere punten afgeleid. Tot groote teleurstelling van een aantal dames, die in ongewone mate de openbare tribune vulden in afwachting van een debat over „vrouwen arbeid", welk onderwerp onderaan op de agen da stond en groot gevaar liep tot de voorjaars zitting in April te worden uitgesteld, ondanks het feit dat verschillende vertegenwoordig sters van vrcuwenvereenigingen extra voor dit ééne punt de reis van Amerika naar Genève gemaakt hadden! Gelukkig voor haar is het zoo ver niet gekomen. Op het laatst van de hedenavond gehouden slotbijeenkomst kwam de kwestie van den „vrouwenarbeid" nou aan de orde en kreeg directeur Butler machtiging een studie te ondernemen over de vraag, in hoeverre in wetgeving en praktijk het in het Volkenbondsverdrag ten aanzien van Volken bondsambtenaren gehuldigde beginsel van de gelijkheid van recht van man en vrouw ver wezenlijkt wordt ook ten aanzien van het recht der yrouwen op anderen arbeid. Kupers sprak daarbij naar het hart van menige op de tribune aanwezige dame. toen hij op het groote belang wees van bemoeiingen der Irh- ternationale Arbeidsorganisatie met deze aan gelegenheid. Want in deze tijden van crisis worden de vrouwen van steeds meer beroe pen uitgesloten. 1-Iet is tijd, dat het Interna tionale Arbeidsbureau door een grondige studie licht werpt op de vraag, of dit afsnij den van de vrouwen van arbeidsgelegenheid inderdaad uit een oogpunt van crisis-bestrij- ding onvermijdelijk is. De vaststelling van de agenda der Interna tionale Arbeidsconferentie van het jaar 1937 bracht een overwinning aan de arbeidersgroep, die wist door te zetten, dat ook in 1937 de Arbeidsconferentie weder vrijwel geheel aan de crisisbestrijding gewijd zal zijn. De twee punten van het arbeidersprogram, waarvan het meeste heil verwacht wordt, de uitvoering van groote openbare werken en de verkorting van den arbeidstijd, zijn opnieuw op de agen da geplaatst. Andere kwesties, die voor be handeling rijp zijn, zooals langdurige arbeids contracten in de koloniën, vakonderwijs, re geling der rechten der uitvoerders van radio- uitzendingen, zullen dus nog een tijdje moeten wachten. De Raad van Beheer besloot voorts over te gaan tot een herziening van de internationa le arbeidsconventies, die den minimum-leeftijd regelen, waarop kinderen tot betalenden ar beid mogen worden toegelaten. De Raad be sloot een poging te zullen doen. dat deze mi nimum-leeftijd van 14 jaar tot 15 jaar zal wor den verhoogd. Men kan het met dit streven volkomen eens zijn. doch zal daarbij de juist heid niet mogen over het hoofd zien van het betoog van den Italiaanschen werkgevers vertegenwoordiger Olivetti, dat de jeugd aan deze verhooging van de leeftijdsgrens niet veel hebben zal, wanneer niet tevens de school plichtige leeftijd tot 15 jaar verhoogd wordt, waarover de internationale arbeidsorganisatie echter niets te zeggen heeft. Men kan slechts hopen dat een goed voorbeeld van de Inter nationale Arbeidsconferentie inzake den leef tijd voor de toelating tot beroepsarbeid op den duur ook een verhooging van den schoolplich- tigen leeftijd ten gevolge zal hebben. E?n sensatie ontstond vanochtend ook nog, toen de Engelsche regeeringsgedelegeerde Leggett plotseling met het voorstel kwam, dat in bijzondere gevallen de stemming over be paalde artikelen eener voorgestelde conventie niet openlijk, doch geheim zou geschieden. Deze bedenkelijke nieuwigheid stuitte echter gelukkig op zoovec-l verzet, dat zelfs Leggett's voorstel om zijn denkbeeld althans aan een bestudeering door de reglementscommissie toe te vertrouwen, met groote meerderheid van stemmen verworpen werd! B. DE JONG VAN BEEK EN DONK Keuringsdienst van waren. Het gewijzigde gebied. In verband met de wijziging der Warenwet heeft een nieuwe indeeling der gemeenten plaats gehad. Dientengevolge zijn thans de gemeenten ten Noorden van het Noordzeeka naal. v/elke tot nu toe tot den keuringsdienst te Haarlem behoorden (d. i. de Zaanstreek en Beverwijk en omstreken) bij het keuringsge- bieci Alkmaar gekomen. Het keuringsgebied Haarlem is daarentegen uitgebreid met vrij wel het heele gebied Leiden. Deze wijziging treedt 1 Maart a.s. in werking. Actie bakkerij Carets. Nader overleg. Namens de besturen van de bakkersgezel- lenbonden wordt ons het volgend bericht ge zonden In vervolg op het communiqué, waarin den lezers werd kenbaar gemaakt, dat aan de firma Carels werd medegedeeld, dat de gezel len er met ingang van 2 Maart a.s. op zouden rekenen, dat aan de bepaalde regelen voor personeel en bedrijf zal worden voldaan, be richten de besturen van de vakbonden thans, dat de firma bereid is nader overleg te ple gen en daarbij zoover te zullen gaan als in het vermogen der directie ligt; voorts, dat de secretaris van de Nederlandsche Vereenigmg van Werkgevers in het Bakkersbedrijf zich eveneens met deze zaak zal bezig houden om na 7 Maart a.s. de oplossing te zoeken. De besturen van de drie vakbonden hebben de firma medegedeeld, dat zij bereid zijn. het resultaat van dat overleg af te wachten, al vorens eenigerlei stap te doen. NUT EN SPORT Dr. W. K. Hirschfeld uit Bloemendaal hield voor de Haarlemsche Pluimvee- en Konijnen- fokkersvereeniging „Nut en Sport"' en genoo- digden, onder wie vele fokkers van siervogcls en duiven, een lezing over het onderwerp „Toegepaste Erfelijkheidsleer". Met aandacht volgden de aanwezigen de methode die aan gegeven is om raszuiver te fokken. Met sche ma's werd het ter verduidelijking op een bord aangegeven. Hierna bestond gelegenheid om vragen te stellen, waarvan een ruim gebruik gemaakt werd. Ze werden door Dr, Hirschfeld beant woord. Dat aëze leerzame avond wel op prijs werd gesteld bewees het hartelijk applaus dat hij in ontvangst had te nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 7