"AKKERTJES"
K 18
WILDE BINNENVAART IN ONS LAND.
KUNST ZIJ ONS DOEL
DINSDAG 10 MAAKT 1936
HAAREEM'S DA'GEL'SD'
Een overzicht.
Op 7 September 1933 trad de wet van 5
Mei 1933 (S. 251), ter bevordering van een
zooveel mogelijk evenredige vrachtverdeeling
in de binnenvaart, in werking. Een twintigtal
Bevrachtingscommissies en een groot aantal
agentschappen werden in het leven geroepen,
De wet kent een aantal gevallen, waarin het
onnoodig wordt geacht, dat voor elke ver
scheping afzonderlijk kennis wordt gegeven
aan c.q. de tusschenkomst wordt verleend
door de betrokken Bevrachtingscommissie.
Deze gevallen zijn:
a. de beurt va art.
b. bevrachtingen door middel van vaste
relaties.
c. goederentransporten door ondernemin
gen met eigen schepen,
d. vervoer door z.g. eigen-handel-schippers
e. de tankvaart en campagnevaart.
Daarnaast staan de bevrachtingen der .par
ticuliere schippers", wier arbeidsveld ligt in
de z.g. „wilde vaart". Deze bevrachtingen be
hoeven de bemiddeling der Bevrachtingscom
missies. In een uitgave van het Centraal
Bureau voor de Statistiek (1935) is kortge
leden een overzicht gegeven van de bevrach
tingen in de wilde binnenvaart in'Nederland
(1934), aan de hand waarvan onderstaandee
beschouwing is opgesteld. De „wilde vaart"
is een der meest karakteristieke takken van
het binnenscheepvaartbedrijf. Zij vervoert
verreweg het grootste gedeelte van het z.g.
massale vervoer, dat juist aan het vervoer per
schip in het algemeen zijn groote beteekenis
geeft. Aanvankelijk werd overwogen de goede
rensoorten-indeeling voor deze statistiek in
overeenstemming te brengen met de naam
lijsten, gevoegd bij de ontwerp-Conventie
tot unificatie van Vervoersstatistieken in
1931 te Genève aangeboden. Uit practische
overwegingen heeft men daarvan afgezien
Men heeft toen besloten de nieuwe statistiek
te doen aanpassen bij de handelsstatistiek,
met dien verstande dat men het 100-tal pos
ten van deze naamlijst heeft beperkt tot een
36-tal.
Teneinde zich een denkbeeld te kunnen vor
men van de goederensoorten, die in 1934 in
ons land het meest bevracht zijn geworden in
de „wilde vaart", volgen in onderstaand over
zicht die groepen, die een hooger cijfer aan
wijzen dan 500.000 ton (1 ton is 1000 K.G.) Dit
overzicht ziet er als volgt uit:
Naamlijst statistiek Totaal bevracht in
T2«„„o Aiitinrfoi iv, wilde vaart in Ne-
Bevrachtingen in de derland 1934; ln
wilde vaart. tons.
1. Steen- en Bruinkolen enz. 2.054.550
2. Kunststeen, tegels, bouwaardewerk 1.479.413
3. Aarde, klei, zand en dergel., teer-
slakken 964.614
4. Kunstmeel en natuurlijke mest 964.407
5. Tarwe 627.983
6. Oliehoudende zaden 501.108
Onderlinge verschillen in de Be-
vrachtingsgebieden.
In het Westen des lands zijn Bevrachtings
commissies gevestigd in Alkmaar a), Amster
dam, Haarlem, Leiden, Rotterdam en Terneu-
zen. Het district der Haarlemsche Commissie
komt b.v. overeen met het gebied der Haarlem
sche Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Vandaar dat de cijfers van dit Bevrachtings-
gebied een indruk geven van de bedrijvigheid
van den handel en de industrieele bedrijven.
Men kan dank zij de meergenoemde statis
tiek der bevrachtingen nagaan, met welke
andere Bevrachtingsgebieden het Haarlem
sche handel drijft, welke goederen het uit an
dere deelen van het land betrekt en welke
deelen de beste afnemers van het Haarlem
sche zijn. Daarbij dient natuurlijk rekening te
worden gehouden met het feit, dat deze be
schouwing zich uitsluitend baseert op de be
vrachtingen in de wilde binnenvaart. Dat
bijzondere omstandigheden in een bepaald
Bevrachtingsgebied van overwegende beteeke
nis kunnen zijn, volgt uit een overzicht van de
ontvangen en verzonden goederen. Het valt
daarbij op, dat slechts vijf dezer gebieden meer
goederen verzenden dan ontvangen, waarbij
de gebieden Rotterdam en Amsterdam dan ge
rekend zijn zonder deze beide steden zelf.
Het bewuste overzicht ziet er als volgt uit:
kleiner. Ook hier zijn het een tweetal goede-
rengroepen, die dit „meer ontvangen" hebben
bewerkstelligd, nml. Steen- en bruinkolen enz.
en als tweede groep: Papier en karton(nage'.
In eerstgenoemde groep moet de nadruk ge
legd worden op "net „enz." waaronder klaar
blijkelijk turf valt.
Het beeld van het gebied Venlo komt t. o. v.
deze aangelegenheid overeen met dat van
Nijmegen. Ook hier hebben de groepen: Kunst
steen, tegels, bouwaardewerk en Aarde, klei,
zand en derg. het verschil tusschen „verzon
den" en „ontvangen" teweeggebracht.
Voor het Bevrachtingsgebied Haarlem is het
beeld meer gecompliceerd. De twee posten, die
in het bijzonder hebben medegewerkt om het
aantal tonnen „verzonden" goederen juist te
brengen boven het aantal tonnen „ontvangen"
goederen, betreffen ae goedereng roepen:
Kunstmest en natuurlijke mest en Kunststeen,
tegels en bouwaardewerk.
Men moet intusschen mst het trekken van
conclusies uiterst voorzichtig zijn. Dat is o.m.
een gevolg van het feit, dat de ontworpen
naamlijst van goederen een ver doorgevoerde
detailleering mist. Op pag. 11 der meerge
noemde Statistiek wordt aangegeven, waarom
men daartoe niet is overgegaan. De redenen
daartoe kunnen verder onbesproken blijven.
Slechts een voorbeeld moge dienen om het ge
vaar van het trekken van conclusies nader te
illustreeren. Reeds werd opgemerkt, dat het
„meer ontvangen" dan „verzonden" in het
Haarlemsche Bevrachtingsgebied middels
de bevrachtingen in de wilde binnenvaart
slechts 3533 ton bedraagt. In tweede instantie
heeft de goederengroep; Kunststeen, tegels en
bouwaardewerk, tot dit surplus medegewerkt.
Uit het district Haarlem werd nml. 58163 ton
verzonden. Raadpleegt men nu in de desbe
treffende statistiek voor hetzelfde district en
voor dezelfde goederengroep de ontvangen
hoeveelheid tonnen dezer goederensoorten,
dan blijkt deze 14U530 ton te bedragen. Er
wordt dus beduidend meer ontvangen dan ver
zonden. Het staat vast, dat men alleen een
juist inzicht omtrent de ware positie zou kun
nen krijgen, indien afzonderlijk vermeld had
kunnen worden, hoeveel tonnen van elk der
tot deze verzamelgroep behoorende producten
.verzonden" en „ontvangen" zijn. Waar die
;especificeerde gegevens ontbreken, dient
men zich hoogstens te beperken tot algemeene
gevolgtrekkingen.
Wilde vaart tegenover niet-wilde vaart
Op pag. 6 van de besproken publicatie van
het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt
het totaale vervoer in de „wilde binnenvaart"
in 1934 geschat op 9.852.095 ton, terwijl op
pagina 8 het totale vervoer in de binnenvaart
in dat jaar wordt geschat op 20 millioen ton.
Hieruit volgt dus, dat het vervoer in de wilde
vaart in 1934 circa de helft, was van het ver
voer in de niet-wilde vaart. Stelt men daar
naast de tonnage, dan blijkt deze voor de wil
de vaart 2, 4 en voor de totale binnenvaart 3,1
millioen ton te bedragen. Hieruit volgt, dat de
tonnage van de niet-wilde vaart 0.7 millioen
ton bedraagt. Combineert men deze gegevens
dan krijgt men voor de wilde vaart het beeld,
dat 2,4 millioen scheepstonnen 9,9 millioen ton
vracht vervoeren. Per scheepston wordt dus in
de w i 1 d e v a a r t 4.1 millioen ton vracht ver
voerd. Daarnaast vervoert de 0,7 millioen
scheepston in de n i e t-w i 1 d e vaart 10.1 mil
lioen vracht, dat beteekent dus. dat het ver
voer in de wilde vaart in 1934 ongeveer gelijk
was aan het vervoer in de niet-wilde vaart.
De helft van de totale hoeveelheid goederen,
die in 1934 per schip vervoerd werden, was
derhalve onttrokken aan de controle der Be
vrachtingscommissies en geschiedde dus in
feite buiten de wet op de evenredige vracht
verdeeling om.
Of deze toestand wel in overeenstemming is
met de gedachte der „evenredige verdeeling
der vrachten" mag op goede gronden worden
betwijfeld.
Vergelijkt men voorts de totalen der scheeps-
tonnages, welke dit vervoer verricht hebben,
dan blijken deze voor de wilde vaart 2,4 mil
lioen en voor de totale binnenvaart 3,1 mil
lioen te bedragen. Hieruit volgt, dat de tonna
ge van de niet-wilde vaart 0,7 millioen ton be
draagt of 23 pCt. van de totale tonnage der
binnenvaart.
Combineert men deze gegevens dan krijgt
men voor de wilde vaart het beeld, dat 2,4 mil
lioen scheepstonnen 9,9 millioen ton vracht
Bevrachtingsgebied.
A) Leeuwarden
B) Groningen
C) Veendam
D) Meppel
E) Zwolle
G) Nijmegen
H) Dordrecht
Verzonden
goederen.
419.343
295.257
601.380
166.966
312.493
1.153.280
474.934
Ontvangen
goederen.
677.718
585.156
498.020
290.462
776.093
594.002
607.394
Meer verzonden.
103.360
559.278
Meer ontvangen.
123.496
463.600
a) Aanvankelijk was ook een Commissie ge- I nog. Later is deze Commissie met die te Alk-
vestigd in Enl**iizen. In 1934 bestond deze ook maar samengevoegd.
I) Venlo
100.935
58.699
42.236
J) Maastricht
1.575.596
279.832
1.295.764
Kj 's Bosch
313.474
404.207
90.733
L) Breda
127.943
329.065
201.122
M) Terneuzen
242.721
316.264
73.543
N) Rotterdam
136.938
854.319
717,381
behalve Stad
O) Leiden
47.517
234.559
187.042
P) Utrecht
129.367
493,817
364.450
Q) Amersfoort
36.347
99.135
62.788
R) Amsterdam
180.738
577.354
396.616
behalve Stad
S) Haarlem
313.038
309.505
3.533
T) Enkhuizen
2.522
59.556
57.034
U) Alkmaar
44.676
174.244
129.568
AMSTERDAM
825.008
722.191
102.817
ROTTERDAM
2.351.622
910.503
1.441.119
Schakelt men dus de steden Amsterdam en
Rotterdam uit. dan zijn de Bevrachtingsgebie
den: Maastricht, Nijmegen, Veendam, Venlo
en Haarlem resp. de gebieden met „meer ver
zonden" dan „meer ontvangen".
Beschouwt men de Maastrichtsche cijfers,
dan blijkt, dat van de 1295764 ton „meer ver
zonden" niet minder dan 1082121 ton (vermin
derd met 26202 ton als „ontvangen") op reke
ning komt van de goederengroep: Steen- en
Bruinkolen enz. Dit bijzondere vervoer ver
klaart dus de positie van het Maastrichtsche
Bevrachtingsgebied.
De tweede in de rij wordt ingenomen door
Nijmegen met 559278 ton „meer verzonden".
Daartoe hebben een tweetal goederengroepen
medegewerkt, nml.: Aarde, klei, zand en derg.
zoomede: Kunststeen, tegels, bouwaardewerk.
Als No. 3. volgt Veendam. Het verschil van
het „meer ontvangen" wordt, in vergelyking
met de behandelde districten, reeds beduidend
vervoerden d.i. per scheepston 4.1 ton vracht.
Daarnaast vervoerden de 0,7 millioen scheeps
tonnen in de n i e t-w i 1 d e vaart 10,1
millioen ton vracht, hetgeen uitkomt op 14,4
ton vracht per scheepston.
Anders gezegd, de wilde vaartschepen heb
ben in 1934 gemiddeld slechts 4.1 volle scheeps-
ladingenvervoer tegen de niet -wilde vaart
schepen gemiddeld 14,4 volle scheepsladingen.
Het zou zeker interessant zijn om na te
gaan in hoeverre deze wanverhouding tusschen
wilde vaart en niet-wilde vaart verband houdt
met de omstandigheid, dat de vrachtprijzen in
de wilde vaart wèl worden vastgesteld door
de Bevrachtingscommissies en die in de niet-
wilde vaart niet.
MOLLERUS
Overal bij Apothekers
en Drogisten 12 stuks in
koker 52 cent, 3 stuks
in zakdoosje 20 cent.
Nederlandsch Fabrikaat
De koorts daalt onmiddellijk.
De besmetting wordt gestuit.
De ziekte-duur wordt ingekort,
Steeds goede resultaten met:
(AKKER-CACHETS)
Recept van Apotheker Dumont
(Adv. Ingez. Mèd.)
MAATREGELEN TEGEN BRAND
GEVAAR
In verband met het feit, dat binnenkort
in werking zal treden het nieuwe artikel 229
der Algemeene Politieverordening voor Haar
lem, waardoor het voortaan met het oog op
brandgevaar en om reden van algemeene vei
ligheid verboden is eenige lokaliteit voor een
filmvoorstelling .tooneelvoorstelling; kinder
feest, besloten bijeenkomst van meer dan
50 personen, waarbij gerookt wordt en een
voor het publiek toegankelijke bijeenkomst,
te gebruiken of beschikbaar te stellen, tenzij
die localiteit vooraf schriftelijk door B. en
W. is geschikt verklaard, wordt aan exploi
tanten van dergelijke lokaliteiten aange
raden hun aanvragen om geschiktverklaring
zoo spoedig mogelijk in te zenden ter ge
meente-secretarie, 7e afdeeling met nauw
keurige opgave van de ligging der lokaliteit
en den aard van het gebruik.
Vrijgesteld zijn bioscooptheaters en lokali
teiten bestemd en gebezigd voor den open
baren dienst, voor den openbaren eeredienst
of voor bewoning.
WIJTEMA KOMT
spreken over de wereldreis van de
op DONDERDAG 12 MAART, te 8?4 uur nam.,
in het Concertgebouw, Lange Begijnestr. 13
Kaarten a ƒ0.25 plus sted. bel. verkrijgbaar
bij den Boekhandel en 's avonds aan de zaal.
(Adv. Ingez. Med.)
JOM. P. LüHRS t
Na een korte ongesteldheid is in den ouder
dom van bijna 60 jaar Maandagmorgen over
leden de heer Joh. P. Lührs, pachter van de
Stationsrestauratie te Haarlem, welke functie
hij al van 1913 af vervulde. Vóór dien tijd was
de heer Lührs te Amsterdam werkzaam als
gérant, eerst van „Métropole" op den Heili-
genweg, daarna van het Paviljoen „Vondel
park", vervolgens van „Mille Colonnes" op het
Rembrandtpleln.
De overledene was een te Haarlem zeer be
kende persoonlijkheid. Gedurende de laatste
twee jaar woonde hij te Santpoort.
Hij was mede-oprichter van de afd. Haar
lem van „Horecaf" en had onafgebroken in
het bestuur*zitting, vele jaren was hij voor
zitter.
De begrafenis zal plaats hebben te Wester-
veld. Donderdag morgen a.s. te 10.45 uur.
WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN.
„Pandpoort", Koningstraat.
Zelfs de armste der armen,
Toont nog offervaardigheid,
Laat dit naar ons vermogen.
Een prikkel zijn tot meer weldadigheid.
Postgiro 212793, telefoon 11855 of 15445.
CREMATIE A. DON.
Onder zeer groote belangstelling uit alle
deelen des lands vond Maandagmiddag op
Westerveld de crematieplechtigheid plaats van
wijlen den -heer A. Don, in leven hoofdbe
stuurslid van de Internationale Orde der Goe
de Tempelieren I. O. G. T„ en gep. hoofd van
een Ulo-school, overleden te Rotterdam in den
ouderdom van 63 jaar.
Onder de aanwezigen bevonden zich bijna
het geheele hoofdbestuur der I. O. G. T.. de
heeren H. Ploeg, J. J. Webster en P. v. d. Meu
len namens het hoofdbestuur der Vereen, tot
Afschaffing van alcoholhoudende dranken,
namens den A. N. G. O. B. de voorzitter A.
Martinus. namens de Spoorw. Onth. Vereen,
de secretaris G. L. de Haas en als vertegen
woordiger van het Nat. Com. tegen 't Alcoho
lisme ds. A. J. Montijn.
De heer B. de Brey hoofdinsp. voor de Volks
gezondheid was eveneens aanwezig evenals de
heer Th. v. d. Woude, voorz. van het Amster-
damsche Consultatiebureau en redacteur van
„De Wegwijzer".
Voor den stoet gingen de deputaties met de
vaandels van bijna alle loges uit het land:
pl.m. 70 waren vertegenwoordigd. In de aula
schaarden zij zich rond de katafalk, waarop de
kist was geplaatst.
Gesproken hebben de heeren T. Vleming uit
Rotterdam, voorz. van het hoofdbestuur der
I. O. G. T„ die in een uitvoerige rede de groote
beteekenis van den overledene voor de drank
bestrijding in ons land schetste, en in wien hij
persoonlijk zijn besten vriend verloor, de heer
Schmidt, die herdacht hoe de heer Don ruim
40 jaren lang een toegewijd lid was en een
parel van groote waarde aan de kroon der
drankbestrijding, de heer L. Preger namens
den districtsraad Zuid-Holland der I. O. G. T.
en zuster Verhagen als vertegenwoordigster
van de loge „Eenvoud" te Rotterdam, waarvan
de overledene vroeger hoofdtempelier was ge
weest.
De heer Th. v. d. Woude uit Amsterdam
memoreerde een 40-jarige samenwerking, de
heer P. v. d. Meulen sprak niet alleen als
vriend maar ook als oud-voorzitter der Ned.
Vereen. Spr. zeide in zijn rede o.a.: „de groote
Pers heeft niet geweten, dat de overledene
een der allerbesten van ons volk was".
Namens het hoofdbestuur der Ned. Vereen,
sprak d heer J. J. Webster, die den overledene
als publicist herdacht evenals ds. A. J. Mon
tijn, president van de Nat. Comm. tegen het
Alcoholisme.
De kist daalde hierna onder de tonen der
Marche Funèbre van L. von Beethoven, waar
bij alle vaandels neigden en alle aanwezige
leden der I. O. G. T. den laatsten groet
brachten.
De oudste zoon heeft dank gezegd voor de
belangstelling.
BURGEMEESTER OPENT HAARLEMSCHE
YOORJAARSBEURS.
De vierde Haarlemsche Voorjaarsbeurs, die
georganiseerd wordt door de Haarlemsche af
deeling der Nederlandsche vereenig ing van
huisvrouwen, zal Donderdagmiddag 19 Maart
door den Haarlemschen burgemeester, den
heer C. Maarschalk in de Gemeentelijke Con
certzaal werden geopend.
HAARLEMSCHE BACHVEREENIGING.
Het bestuur der Haarlemsche Bachvereeni-
ging verzoekt ons mede te deelen. dat het
concert van hedenavond onder leiding zal
staan van Dr. Peter van Anrooy, daar Vaclav
Talich, uit Praag, die oorspronkelijk als diri
gent voor dit concert was aangekondigd,
daartoe wegens ongesteldheid verhinderd is.
VOORDRACHT VOOR HOOFD VAN SCHOOL
39.
B. en W. bieden den Raad de volgende voor
dracht aan, voor benoeming van een hoofd
der O. L. S. no. 39. (Pol.): 1. de heer M.
Geertsma te Lochum, 2. de heer J. Meijer te
Muiderberg. 3. de heer J. M. Smit, Vreeswijk.
(IIN/T EN EETÏEEEt
HET TOONEEL
Rotterdamsch-Hofsfad Tooneel
HET ONBEKENDE MEISJE.
De stukken van Molnar zijn dikwijls
sprookjes voor groote menschen. Ook Het
onbekende Meisje is er zoo een, al is het dit
keer dan niet een blij-eindend sprookje, zoo
als de meeste tooneelspelen van dezen Hon-
gaarschen schrijver zijn. Het onbekende
Meisje is het sprookje van Annie, een „Ani-
mier-Madel" uit een matrozen-bar in Triëst,
dat door de gril van een rijken graaf tot her
stel van gezondheid naar een deftig sanato
rium wordt gezonden en daar den droom van
haar leven beleeft.
Want in de reine atmosfeer van het sa
natorium ondergaat zij een metamorphose
en geen der gasten herkent in haar de bar
maid uit een havenkroeg. Een ieder ziet in
haar het teere meisje, dat zij schijnt en voor
haar zijn het dagen van het hoogste geluk.
Maar de droom duurt slechts kort. Als een
ingenieur uit Triëst haar herkent, meent
hij den geneesheer-directeur van het sana
torium te moeten waarschuwen en het kaar
tenhuis van geluk valt meen. Nog één dag
weet zij het te rekken, doch dan ziet zij, dat
alles hopeloos verloren is. Maar terug in het
oude leven kan zij niet meer en zij zoekt
daarom den dood, die voor haar bevrijding
beteekent.
Zoo verteld, lijkt het een wat heel naief,
sentimenteel, ja bijna kinderachtig verhaal
tje en men moet wel een Molnar zijn om het
zoo te behandelen, dat wij ons dat eigenlijk
pas later, als wij het alles reconstrueeren, be
wust worden. Welk een toovenaar is toch deze
Hongaarsche schrijver, dat hij ons heel een
avond zóó in de ban heeft, en wij dat sprook
je volkomen als kinderen ondergaan. Wij vra
gen nauwelijks, hoe het mogelijk is, dat een
Animier Madel uit zulk een milieu zoo lang
de aristocratische gasten van een deftig sana
torium en den geneesheer-directeur in de waan
kan doen verkeeren, dat zij een beschaafd, ge
distingeerd meisje zou zijn. Zooals Molnar
het hanteert, wordt dit paradoxale verhaaltje
bijna aannemelijk. In ieder geval, wij laten
ons gaan op de fantasie van den schrijver en
het sprookje ontroert ons. Wij willen er aan
gelooven, zooals kinderen het doen, omdat
Molnar het ons zoo boeiend en fragiel voor
oogen toovert.
En ook, omdat Annie van der Lugt Melsert
van Ees het zoo geheel in de sprookjessfeer
speelt. Toen wij eenmaal uit het wat al te
realistisch milieu van de havenkroeg waren,
ondergingen wij met Annie haar droom van
kortstondig geluk. Hoe ontroerend teer was dat
tooneeltje, toen zij daar, naast mevrouw Pal
gezeten, leefde in de illusie van een toekoms
tig leven met Rudolf op een villa ver van
Triëst. En van welke een spanning, het daarop
volgende tafereel, wanneer zij, hulpeloos
klein, daar staat tegenover die twee mannen,
den ingenieur en den geneesheer-directeur,
die iangzaam maar zeker haar mooien droom
uiteen rafelen. Dat was prachtig van spel van
Annie van Ees, Jan van der Linden en Anton
Roemer en zeer boeiend tooneel.
Voor Annie van Ees is dit meisje een bij
zonder mooie rol en wij wai'en blijde in de ge
legenheid te zijn eens een heel ander aspect
van haar talent te mogen zien. Zij speelde dit
meisje geheel als in een droom, een droom
van wonderlijk, onverwacht geluk en in de
momenten, wanneer het geluk haar dreigt te
ontvallen met een zoo schrijnende wanhoop,
dat het sterk ontroerde Heel mooi ook haar
verwarring en stuurloosheid, wanneer zij bij
den jongen assistent op het postkantoor nog
tracht haar droom voor eenige minuten te
rekken en ziet, dat alles verloren is.
Cor van der Lugt Melsert had dit stuk voor
treffelijk geregisseerd.
De kroegscène was wel heel realistisch,
maar de handeling kwam toch voldoende uit
de chaos van het geheel naar voren: hij be
reikte er door, dat het contrast met de rus
tige. reine atmosfeer in de volgende taferee-
len er te sterker door werd. Het hoogtepunt
van de voorstelling was wel het door mij reed=
genoemde tafereel in de spreekkamer van den I
geneesheer-directeur, waar Annie tegenover
de twee mannen stond. Dit tooneel is door I
Molnar meesterlijk geschreven en het is in
prachtig samenspel door alle drie ook mees
terlijk gespeeld
Van de vele kleinere rollen noem ik nog de
alleraardigst gespeelde tante Mizzl van Enny
Heymans-Snijders, den ridderlijken admiraal
van Gerard Arbous en den assistent bij de
posterijen van Bob Oosthoek, die mij trof
door zijn burgerlijken eenvoud, en in zijn
smart door gewone natuurlijkheid.
Het Onbekende Meisje had hier bij de
stampvolle zaal een zeer groot succes. De heer
Deinum behoeft zeker geen spijt er over te
hebben, dat hij dit stuk voor de laatste abon
nementsvoorstelling in dit seizoen heeft uit
gekozen.
J. B. SCHUIL
Voorjaarstentoonstelling.
Zaterdagmiddag is deze expositie in het
Frans Halsmuseum geopend in tegenwoordig
heid van den Commissaris der Koningin in
onze provincie, verwelkomd door den voor
zitter van het genootschap.
De tentoonstelling blijft tot 22 Maart ge
opend. Ze bevat een aantal opmerkelijke doe
ken en is. alles bijeen genomen, van zeer
goed gehalte; al blijft een giooie verrassing
ook ditmaal uit. het gecxp is. op een
enkele uitzondering na. tot A> v--.i-M.se kunst
beoefening te rekenen. Een:vv c>r belangwek
kendste uitingen willen wij rr..-.'ne noteeren
en daarmee tot een bezoek en.-poren.
Een omvangrijk dock van CtLo de Kat „Zo
mergetiteld trekt de aand :ch;. Het is een
niet geringe opgaaf geweest, die op kundige
en beschaafde wijze werd opgelost: een met
bloemen overvulde zuidelijke tuin begrensd
door een grasperk en naar den horizon door
heuvels afgesloten, biedt een rijke variatie van
kleurigheid die echter niet bent werd maar
door een weloverwogen schilderwijs binnen
de perken der welluidendheid blijft. Sommige
gedeelten zijn in een gcciivlr.onocrde tech
niek. een soort verbreed pointillc, geschilderd,
in een matten toonaard, v:* ar door men zich
dit werk uitnemend als gobo'in. kan voorstel
len. Neemt men bij de beschouwing eenigen
afstand, dan valt dat gobeür.achtige weg en
waardeert men nog meer ae zuiverheid van
de verhouding der kleurwaarden waarin dit
zeer geslaagde werk gehouden is.
Een ander opmerkelijk werk is het Duin
landschap van S. de Heer. Het heeft vooral
in den voorgrond de eigenschappen eener
meesterlijke schets terwijl toch alles uitge
sproken is. wat van zulk een voorste plan te
vertellen valt. Maar bovenal is de behande
ling van de lucht en het atmospherische te
prijzen, terwijl een bepaalde persoonlijke vi
sie. die aan romantici als George Michel her
innert, niet te ontkennen valt
Een derde clou dezer verzameling lijkt mij
Van Egmond's portret van een ouden man.
Zooals die oude knaap in zijn mouwvest zit
is het corpus zeer knap gegeven, mouwen en
handen zijn prachtig en ook in den kop zijn
mooie stukken peinture. Toch zou het lang
zamerhand tijd worden misschien, dat artisten
als Van Egmond een klein weinig minder naar
typisch pathologische modellen speurden om
hun schilderdrift aan bot te vieren. Men zou
anders zoo licht den indruk krijgen dat voor
een schilder alleen de misvormdheid van be
lang is. Wat toch onjuist is, al zijn daarmee
de diffornnteiten van een Breughel of Van
Gogh niet veroordeeld. Maar een opzettelijk
zoeken in die richting moet mijns inziens tot
onzuiverheid en „Abklatsch" voeren. Niet al
leen verdwaasden of half-idloten zijn psycho
logisch interessant; zeker niet voor den schil
der, hoewel velen dat schijnen te meenen, be
vangen door een modevlaag die psychologisch
inzicht als bazar-artikel aan de markt bracht.
Gewaardeerde kunstwerken waarover wij
minder uitvoerig behoeven te zijn, mogen dan
nog met enkele woorden vermeld worden.
Een mooie aquarel zond Albert Arens, een
interieur van de oude Sint Eavo waarvan de
klaarheid van het licht gelukkig gegeven
is, de contour van den grooten pilaar rechts
op den voorgrond misschien wat scherp is.
Fijn staat het figuurtje er in en elegant is
het even ingezet kleurtje rood aan den lin
kerwand. Een klein schilderij van Doeser
„Sneeuwklokjes" was mij van vroeger be
kend en werd reeds gewaardeerd als fijn
zinnig picturale uiting van dezen steeds met
zich zelf in strijd levenden artist.
Een klein doek van Kamp herstelt den in
druk van verbrokkeling die een kort geleden
gezien Gezicht op het Spaame bij ons achter
liet. Dit hier is weer fijn van toon en een
zuivere eenheid. Met hoeveel genoegen ziet
men de oude studies van A. L. Koster steeds
terug.
Een Limburgsche Boerderij van den Nestor
van Kunst Zij Ons Doel is een fijn stem
mingstukje uit de sfeer der Haagsche
School. Miolée zond een landschap uit de
buurt van Vierhouten, een aantrekkelijk
schilderij, traditioneel maar geen pastiche
knap en eerlijk gebouwd, en. als gezegd, zeer
aantrekkelijk, 't Is waarschijnlijk hier een on
mogelijke beeldspraak, maar mej. Maria Rom-
pelman gaat met haar te vlotte behendigheid
een leelijke pijp rooken. Ze komt niet verder
dan haar van Rovers geleerde handgrepen, wat
jammer is, daar ze een uitgesproken schil
derstalent heeft. Zou een jaar studeeren bij
een drogen schoolmeester die minder artis
tiek doch meer consciëntieus is. haar niet een
stuk verder brengen? Het stilleven van mej.
Ruysenaars is te waardeeren om de harmo
nieuze oplossing der verschillende roode en
roodbruine nuances. Leon Senf is een knap
teekenaar. maar 't kind dat de moeder op haar
arm draagt, lijkt me weinig aanvaardbaar:
een zieke aardappel ziet er nog gezonder uit.
Een kleine portretbuste van een jongen, door
mej. Van Someren Gréve is een op levendige
wijze geboetseerd kunstwerkje, waar zooals
men dat noemt, muziek in zit en het leven
zelf is vastgehouden.
Een „meisje het haar kammend' door me
vrouw Stoppelman heeft ouderwetsch degelijke
kwaliteiten: het stuk hals en rug Is mooi ge
schilderd. doet zelfs even aan vroege studies
van Jaap Maris denken.
Mej. Struick Du Moulin is zeer interessant
bezig geweest in haar Boomstronken, het is
een der belangwekkende dingen dezer ten
toonstelling geworden, waarvan ik zoowel de
serieuse doorvorsching der vergane boom-
resten als de email-achtige schildering waar
deeren kan. Een teekening van Verboog is
goed en zeer expressief van actie en in het
Damesportret van Verwey is vooral hals en
tors van een mooie verzadigde kleur. L. de
Vogel is voor mij een nieuwe naam. Zijn
stilleven met appels en Brusselsch lof is uit
muntend, al is het ouderwetsch van allure.
Een Breitner of De Zwart zou er plezier in
hebben gehad. Jammer dat het tafelvlak zoo
oninteressant behandeld is. En naast dit vele
blijft nog veel waardeerbaars ongenoemd. Wij
deden een greep om te bewijzen dat de ten
toonstelling uw belangstelling waard is.
J. H. DE BOI8.