"AKKERTJES" K 18 WILDE BINNENVAART IN ONS LAND. KUNST ZIJ ONS DOEL DINSDAG 10 MAAKT 1936 HAAREEM'S DA'GEL'SD' Een overzicht. Op 7 September 1933 trad de wet van 5 Mei 1933 (S. 251), ter bevordering van een zooveel mogelijk evenredige vrachtverdeeling in de binnenvaart, in werking. Een twintigtal Bevrachtingscommissies en een groot aantal agentschappen werden in het leven geroepen, De wet kent een aantal gevallen, waarin het onnoodig wordt geacht, dat voor elke ver scheping afzonderlijk kennis wordt gegeven aan c.q. de tusschenkomst wordt verleend door de betrokken Bevrachtingscommissie. Deze gevallen zijn: a. de beurt va art. b. bevrachtingen door middel van vaste relaties. c. goederentransporten door ondernemin gen met eigen schepen, d. vervoer door z.g. eigen-handel-schippers e. de tankvaart en campagnevaart. Daarnaast staan de bevrachtingen der .par ticuliere schippers", wier arbeidsveld ligt in de z.g. „wilde vaart". Deze bevrachtingen be hoeven de bemiddeling der Bevrachtingscom missies. In een uitgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek (1935) is kortge leden een overzicht gegeven van de bevrach tingen in de wilde binnenvaart in'Nederland (1934), aan de hand waarvan onderstaandee beschouwing is opgesteld. De „wilde vaart" is een der meest karakteristieke takken van het binnenscheepvaartbedrijf. Zij vervoert verreweg het grootste gedeelte van het z.g. massale vervoer, dat juist aan het vervoer per schip in het algemeen zijn groote beteekenis geeft. Aanvankelijk werd overwogen de goede rensoorten-indeeling voor deze statistiek in overeenstemming te brengen met de naam lijsten, gevoegd bij de ontwerp-Conventie tot unificatie van Vervoersstatistieken in 1931 te Genève aangeboden. Uit practische overwegingen heeft men daarvan afgezien Men heeft toen besloten de nieuwe statistiek te doen aanpassen bij de handelsstatistiek, met dien verstande dat men het 100-tal pos ten van deze naamlijst heeft beperkt tot een 36-tal. Teneinde zich een denkbeeld te kunnen vor men van de goederensoorten, die in 1934 in ons land het meest bevracht zijn geworden in de „wilde vaart", volgen in onderstaand over zicht die groepen, die een hooger cijfer aan wijzen dan 500.000 ton (1 ton is 1000 K.G.) Dit overzicht ziet er als volgt uit: Naamlijst statistiek Totaal bevracht in T2«„„o Aiitinrfoi iv, wilde vaart in Ne- Bevrachtingen in de derland 1934; ln wilde vaart. tons. 1. Steen- en Bruinkolen enz. 2.054.550 2. Kunststeen, tegels, bouwaardewerk 1.479.413 3. Aarde, klei, zand en dergel., teer- slakken 964.614 4. Kunstmeel en natuurlijke mest 964.407 5. Tarwe 627.983 6. Oliehoudende zaden 501.108 Onderlinge verschillen in de Be- vrachtingsgebieden. In het Westen des lands zijn Bevrachtings commissies gevestigd in Alkmaar a), Amster dam, Haarlem, Leiden, Rotterdam en Terneu- zen. Het district der Haarlemsche Commissie komt b.v. overeen met het gebied der Haarlem sche Kamer van Koophandel en Fabrieken. Vandaar dat de cijfers van dit Bevrachtings- gebied een indruk geven van de bedrijvigheid van den handel en de industrieele bedrijven. Men kan dank zij de meergenoemde statis tiek der bevrachtingen nagaan, met welke andere Bevrachtingsgebieden het Haarlem sche handel drijft, welke goederen het uit an dere deelen van het land betrekt en welke deelen de beste afnemers van het Haarlem sche zijn. Daarbij dient natuurlijk rekening te worden gehouden met het feit, dat deze be schouwing zich uitsluitend baseert op de be vrachtingen in de wilde binnenvaart. Dat bijzondere omstandigheden in een bepaald Bevrachtingsgebied van overwegende beteeke nis kunnen zijn, volgt uit een overzicht van de ontvangen en verzonden goederen. Het valt daarbij op, dat slechts vijf dezer gebieden meer goederen verzenden dan ontvangen, waarbij de gebieden Rotterdam en Amsterdam dan ge rekend zijn zonder deze beide steden zelf. Het bewuste overzicht ziet er als volgt uit: kleiner. Ook hier zijn het een tweetal goede- rengroepen, die dit „meer ontvangen" hebben bewerkstelligd, nml. Steen- en bruinkolen enz. en als tweede groep: Papier en karton(nage'. In eerstgenoemde groep moet de nadruk ge legd worden op "net „enz." waaronder klaar blijkelijk turf valt. Het beeld van het gebied Venlo komt t. o. v. deze aangelegenheid overeen met dat van Nijmegen. Ook hier hebben de groepen: Kunst steen, tegels, bouwaardewerk en Aarde, klei, zand en derg. het verschil tusschen „verzon den" en „ontvangen" teweeggebracht. Voor het Bevrachtingsgebied Haarlem is het beeld meer gecompliceerd. De twee posten, die in het bijzonder hebben medegewerkt om het aantal tonnen „verzonden" goederen juist te brengen boven het aantal tonnen „ontvangen" goederen, betreffen ae goedereng roepen: Kunstmest en natuurlijke mest en Kunststeen, tegels en bouwaardewerk. Men moet intusschen mst het trekken van conclusies uiterst voorzichtig zijn. Dat is o.m. een gevolg van het feit, dat de ontworpen naamlijst van goederen een ver doorgevoerde detailleering mist. Op pag. 11 der meerge noemde Statistiek wordt aangegeven, waarom men daartoe niet is overgegaan. De redenen daartoe kunnen verder onbesproken blijven. Slechts een voorbeeld moge dienen om het ge vaar van het trekken van conclusies nader te illustreeren. Reeds werd opgemerkt, dat het „meer ontvangen" dan „verzonden" in het Haarlemsche Bevrachtingsgebied middels de bevrachtingen in de wilde binnenvaart slechts 3533 ton bedraagt. In tweede instantie heeft de goederengroep; Kunststeen, tegels en bouwaardewerk, tot dit surplus medegewerkt. Uit het district Haarlem werd nml. 58163 ton verzonden. Raadpleegt men nu in de desbe treffende statistiek voor hetzelfde district en voor dezelfde goederengroep de ontvangen hoeveelheid tonnen dezer goederensoorten, dan blijkt deze 14U530 ton te bedragen. Er wordt dus beduidend meer ontvangen dan ver zonden. Het staat vast, dat men alleen een juist inzicht omtrent de ware positie zou kun nen krijgen, indien afzonderlijk vermeld had kunnen worden, hoeveel tonnen van elk der tot deze verzamelgroep behoorende producten .verzonden" en „ontvangen" zijn. Waar die ;especificeerde gegevens ontbreken, dient men zich hoogstens te beperken tot algemeene gevolgtrekkingen. Wilde vaart tegenover niet-wilde vaart Op pag. 6 van de besproken publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt het totaale vervoer in de „wilde binnenvaart" in 1934 geschat op 9.852.095 ton, terwijl op pagina 8 het totale vervoer in de binnenvaart in dat jaar wordt geschat op 20 millioen ton. Hieruit volgt dus, dat het vervoer in de wilde vaart in 1934 circa de helft, was van het ver voer in de niet-wilde vaart. Stelt men daar naast de tonnage, dan blijkt deze voor de wil de vaart 2, 4 en voor de totale binnenvaart 3,1 millioen ton te bedragen. Hieruit volgt, dat de tonnage van de niet-wilde vaart 0.7 millioen ton bedraagt. Combineert men deze gegevens dan krijgt men voor de wilde vaart het beeld, dat 2,4 millioen scheepstonnen 9,9 millioen ton vracht vervoeren. Per scheepston wordt dus in de w i 1 d e v a a r t 4.1 millioen ton vracht ver voerd. Daarnaast vervoert de 0,7 millioen scheepston in de n i e t-w i 1 d e vaart 10.1 mil lioen vracht, dat beteekent dus. dat het ver voer in de wilde vaart in 1934 ongeveer gelijk was aan het vervoer in de niet-wilde vaart. De helft van de totale hoeveelheid goederen, die in 1934 per schip vervoerd werden, was derhalve onttrokken aan de controle der Be vrachtingscommissies en geschiedde dus in feite buiten de wet op de evenredige vracht verdeeling om. Of deze toestand wel in overeenstemming is met de gedachte der „evenredige verdeeling der vrachten" mag op goede gronden worden betwijfeld. Vergelijkt men voorts de totalen der scheeps- tonnages, welke dit vervoer verricht hebben, dan blijken deze voor de wilde vaart 2,4 mil lioen en voor de totale binnenvaart 3,1 mil lioen te bedragen. Hieruit volgt, dat de tonna ge van de niet-wilde vaart 0,7 millioen ton be draagt of 23 pCt. van de totale tonnage der binnenvaart. Combineert men deze gegevens dan krijgt men voor de wilde vaart het beeld, dat 2,4 mil lioen scheepstonnen 9,9 millioen ton vracht Bevrachtingsgebied. A) Leeuwarden B) Groningen C) Veendam D) Meppel E) Zwolle G) Nijmegen H) Dordrecht Verzonden goederen. 419.343 295.257 601.380 166.966 312.493 1.153.280 474.934 Ontvangen goederen. 677.718 585.156 498.020 290.462 776.093 594.002 607.394 Meer verzonden. 103.360 559.278 Meer ontvangen. 123.496 463.600 a) Aanvankelijk was ook een Commissie ge- I nog. Later is deze Commissie met die te Alk- vestigd in Enl**iizen. In 1934 bestond deze ook maar samengevoegd. I) Venlo 100.935 58.699 42.236 J) Maastricht 1.575.596 279.832 1.295.764 Kj 's Bosch 313.474 404.207 90.733 L) Breda 127.943 329.065 201.122 M) Terneuzen 242.721 316.264 73.543 N) Rotterdam 136.938 854.319 717,381 behalve Stad O) Leiden 47.517 234.559 187.042 P) Utrecht 129.367 493,817 364.450 Q) Amersfoort 36.347 99.135 62.788 R) Amsterdam 180.738 577.354 396.616 behalve Stad S) Haarlem 313.038 309.505 3.533 T) Enkhuizen 2.522 59.556 57.034 U) Alkmaar 44.676 174.244 129.568 AMSTERDAM 825.008 722.191 102.817 ROTTERDAM 2.351.622 910.503 1.441.119 Schakelt men dus de steden Amsterdam en Rotterdam uit. dan zijn de Bevrachtingsgebie den: Maastricht, Nijmegen, Veendam, Venlo en Haarlem resp. de gebieden met „meer ver zonden" dan „meer ontvangen". Beschouwt men de Maastrichtsche cijfers, dan blijkt, dat van de 1295764 ton „meer ver zonden" niet minder dan 1082121 ton (vermin derd met 26202 ton als „ontvangen") op reke ning komt van de goederengroep: Steen- en Bruinkolen enz. Dit bijzondere vervoer ver klaart dus de positie van het Maastrichtsche Bevrachtingsgebied. De tweede in de rij wordt ingenomen door Nijmegen met 559278 ton „meer verzonden". Daartoe hebben een tweetal goederengroepen medegewerkt, nml.: Aarde, klei, zand en derg. zoomede: Kunststeen, tegels, bouwaardewerk. Als No. 3. volgt Veendam. Het verschil van het „meer ontvangen" wordt, in vergelyking met de behandelde districten, reeds beduidend vervoerden d.i. per scheepston 4.1 ton vracht. Daarnaast vervoerden de 0,7 millioen scheeps tonnen in de n i e t-w i 1 d e vaart 10,1 millioen ton vracht, hetgeen uitkomt op 14,4 ton vracht per scheepston. Anders gezegd, de wilde vaartschepen heb ben in 1934 gemiddeld slechts 4.1 volle scheeps- ladingenvervoer tegen de niet -wilde vaart schepen gemiddeld 14,4 volle scheepsladingen. Het zou zeker interessant zijn om na te gaan in hoeverre deze wanverhouding tusschen wilde vaart en niet-wilde vaart verband houdt met de omstandigheid, dat de vrachtprijzen in de wilde vaart wèl worden vastgesteld door de Bevrachtingscommissies en die in de niet- wilde vaart niet. MOLLERUS Overal bij Apothekers en Drogisten 12 stuks in koker 52 cent, 3 stuks in zakdoosje 20 cent. Nederlandsch Fabrikaat De koorts daalt onmiddellijk. De besmetting wordt gestuit. De ziekte-duur wordt ingekort, Steeds goede resultaten met: (AKKER-CACHETS) Recept van Apotheker Dumont (Adv. Ingez. Mèd.) MAATREGELEN TEGEN BRAND GEVAAR In verband met het feit, dat binnenkort in werking zal treden het nieuwe artikel 229 der Algemeene Politieverordening voor Haar lem, waardoor het voortaan met het oog op brandgevaar en om reden van algemeene vei ligheid verboden is eenige lokaliteit voor een filmvoorstelling .tooneelvoorstelling; kinder feest, besloten bijeenkomst van meer dan 50 personen, waarbij gerookt wordt en een voor het publiek toegankelijke bijeenkomst, te gebruiken of beschikbaar te stellen, tenzij die localiteit vooraf schriftelijk door B. en W. is geschikt verklaard, wordt aan exploi tanten van dergelijke lokaliteiten aange raden hun aanvragen om geschiktverklaring zoo spoedig mogelijk in te zenden ter ge meente-secretarie, 7e afdeeling met nauw keurige opgave van de ligging der lokaliteit en den aard van het gebruik. Vrijgesteld zijn bioscooptheaters en lokali teiten bestemd en gebezigd voor den open baren dienst, voor den openbaren eeredienst of voor bewoning. WIJTEMA KOMT spreken over de wereldreis van de op DONDERDAG 12 MAART, te 8?4 uur nam., in het Concertgebouw, Lange Begijnestr. 13 Kaarten a ƒ0.25 plus sted. bel. verkrijgbaar bij den Boekhandel en 's avonds aan de zaal. (Adv. Ingez. Med.) JOM. P. LüHRS t Na een korte ongesteldheid is in den ouder dom van bijna 60 jaar Maandagmorgen over leden de heer Joh. P. Lührs, pachter van de Stationsrestauratie te Haarlem, welke functie hij al van 1913 af vervulde. Vóór dien tijd was de heer Lührs te Amsterdam werkzaam als gérant, eerst van „Métropole" op den Heili- genweg, daarna van het Paviljoen „Vondel park", vervolgens van „Mille Colonnes" op het Rembrandtpleln. De overledene was een te Haarlem zeer be kende persoonlijkheid. Gedurende de laatste twee jaar woonde hij te Santpoort. Hij was mede-oprichter van de afd. Haar lem van „Horecaf" en had onafgebroken in het bestuur*zitting, vele jaren was hij voor zitter. De begrafenis zal plaats hebben te Wester- veld. Donderdag morgen a.s. te 10.45 uur. WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN. „Pandpoort", Koningstraat. Zelfs de armste der armen, Toont nog offervaardigheid, Laat dit naar ons vermogen. Een prikkel zijn tot meer weldadigheid. Postgiro 212793, telefoon 11855 of 15445. CREMATIE A. DON. Onder zeer groote belangstelling uit alle deelen des lands vond Maandagmiddag op Westerveld de crematieplechtigheid plaats van wijlen den -heer A. Don, in leven hoofdbe stuurslid van de Internationale Orde der Goe de Tempelieren I. O. G. T„ en gep. hoofd van een Ulo-school, overleden te Rotterdam in den ouderdom van 63 jaar. Onder de aanwezigen bevonden zich bijna het geheele hoofdbestuur der I. O. G. T.. de heeren H. Ploeg, J. J. Webster en P. v. d. Meu len namens het hoofdbestuur der Vereen, tot Afschaffing van alcoholhoudende dranken, namens den A. N. G. O. B. de voorzitter A. Martinus. namens de Spoorw. Onth. Vereen, de secretaris G. L. de Haas en als vertegen woordiger van het Nat. Com. tegen 't Alcoho lisme ds. A. J. Montijn. De heer B. de Brey hoofdinsp. voor de Volks gezondheid was eveneens aanwezig evenals de heer Th. v. d. Woude, voorz. van het Amster- damsche Consultatiebureau en redacteur van „De Wegwijzer". Voor den stoet gingen de deputaties met de vaandels van bijna alle loges uit het land: pl.m. 70 waren vertegenwoordigd. In de aula schaarden zij zich rond de katafalk, waarop de kist was geplaatst. Gesproken hebben de heeren T. Vleming uit Rotterdam, voorz. van het hoofdbestuur der I. O. G. T„ die in een uitvoerige rede de groote beteekenis van den overledene voor de drank bestrijding in ons land schetste, en in wien hij persoonlijk zijn besten vriend verloor, de heer Schmidt, die herdacht hoe de heer Don ruim 40 jaren lang een toegewijd lid was en een parel van groote waarde aan de kroon der drankbestrijding, de heer L. Preger namens den districtsraad Zuid-Holland der I. O. G. T. en zuster Verhagen als vertegenwoordigster van de loge „Eenvoud" te Rotterdam, waarvan de overledene vroeger hoofdtempelier was ge weest. De heer Th. v. d. Woude uit Amsterdam memoreerde een 40-jarige samenwerking, de heer P. v. d. Meulen sprak niet alleen als vriend maar ook als oud-voorzitter der Ned. Vereen. Spr. zeide in zijn rede o.a.: „de groote Pers heeft niet geweten, dat de overledene een der allerbesten van ons volk was". Namens het hoofdbestuur der Ned. Vereen, sprak d heer J. J. Webster, die den overledene als publicist herdacht evenals ds. A. J. Mon tijn, president van de Nat. Comm. tegen het Alcoholisme. De kist daalde hierna onder de tonen der Marche Funèbre van L. von Beethoven, waar bij alle vaandels neigden en alle aanwezige leden der I. O. G. T. den laatsten groet brachten. De oudste zoon heeft dank gezegd voor de belangstelling. BURGEMEESTER OPENT HAARLEMSCHE YOORJAARSBEURS. De vierde Haarlemsche Voorjaarsbeurs, die georganiseerd wordt door de Haarlemsche af deeling der Nederlandsche vereenig ing van huisvrouwen, zal Donderdagmiddag 19 Maart door den Haarlemschen burgemeester, den heer C. Maarschalk in de Gemeentelijke Con certzaal werden geopend. HAARLEMSCHE BACHVEREENIGING. Het bestuur der Haarlemsche Bachvereeni- ging verzoekt ons mede te deelen. dat het concert van hedenavond onder leiding zal staan van Dr. Peter van Anrooy, daar Vaclav Talich, uit Praag, die oorspronkelijk als diri gent voor dit concert was aangekondigd, daartoe wegens ongesteldheid verhinderd is. VOORDRACHT VOOR HOOFD VAN SCHOOL 39. B. en W. bieden den Raad de volgende voor dracht aan, voor benoeming van een hoofd der O. L. S. no. 39. (Pol.): 1. de heer M. Geertsma te Lochum, 2. de heer J. Meijer te Muiderberg. 3. de heer J. M. Smit, Vreeswijk. (IIN/T EN EETÏEEEt HET TOONEEL Rotterdamsch-Hofsfad Tooneel HET ONBEKENDE MEISJE. De stukken van Molnar zijn dikwijls sprookjes voor groote menschen. Ook Het onbekende Meisje is er zoo een, al is het dit keer dan niet een blij-eindend sprookje, zoo als de meeste tooneelspelen van dezen Hon- gaarschen schrijver zijn. Het onbekende Meisje is het sprookje van Annie, een „Ani- mier-Madel" uit een matrozen-bar in Triëst, dat door de gril van een rijken graaf tot her stel van gezondheid naar een deftig sanato rium wordt gezonden en daar den droom van haar leven beleeft. Want in de reine atmosfeer van het sa natorium ondergaat zij een metamorphose en geen der gasten herkent in haar de bar maid uit een havenkroeg. Een ieder ziet in haar het teere meisje, dat zij schijnt en voor haar zijn het dagen van het hoogste geluk. Maar de droom duurt slechts kort. Als een ingenieur uit Triëst haar herkent, meent hij den geneesheer-directeur van het sana torium te moeten waarschuwen en het kaar tenhuis van geluk valt meen. Nog één dag weet zij het te rekken, doch dan ziet zij, dat alles hopeloos verloren is. Maar terug in het oude leven kan zij niet meer en zij zoekt daarom den dood, die voor haar bevrijding beteekent. Zoo verteld, lijkt het een wat heel naief, sentimenteel, ja bijna kinderachtig verhaal tje en men moet wel een Molnar zijn om het zoo te behandelen, dat wij ons dat eigenlijk pas later, als wij het alles reconstrueeren, be wust worden. Welk een toovenaar is toch deze Hongaarsche schrijver, dat hij ons heel een avond zóó in de ban heeft, en wij dat sprook je volkomen als kinderen ondergaan. Wij vra gen nauwelijks, hoe het mogelijk is, dat een Animier Madel uit zulk een milieu zoo lang de aristocratische gasten van een deftig sana torium en den geneesheer-directeur in de waan kan doen verkeeren, dat zij een beschaafd, ge distingeerd meisje zou zijn. Zooals Molnar het hanteert, wordt dit paradoxale verhaaltje bijna aannemelijk. In ieder geval, wij laten ons gaan op de fantasie van den schrijver en het sprookje ontroert ons. Wij willen er aan gelooven, zooals kinderen het doen, omdat Molnar het ons zoo boeiend en fragiel voor oogen toovert. En ook, omdat Annie van der Lugt Melsert van Ees het zoo geheel in de sprookjessfeer speelt. Toen wij eenmaal uit het wat al te realistisch milieu van de havenkroeg waren, ondergingen wij met Annie haar droom van kortstondig geluk. Hoe ontroerend teer was dat tooneeltje, toen zij daar, naast mevrouw Pal gezeten, leefde in de illusie van een toekoms tig leven met Rudolf op een villa ver van Triëst. En van welke een spanning, het daarop volgende tafereel, wanneer zij, hulpeloos klein, daar staat tegenover die twee mannen, den ingenieur en den geneesheer-directeur, die iangzaam maar zeker haar mooien droom uiteen rafelen. Dat was prachtig van spel van Annie van Ees, Jan van der Linden en Anton Roemer en zeer boeiend tooneel. Voor Annie van Ees is dit meisje een bij zonder mooie rol en wij wai'en blijde in de ge legenheid te zijn eens een heel ander aspect van haar talent te mogen zien. Zij speelde dit meisje geheel als in een droom, een droom van wonderlijk, onverwacht geluk en in de momenten, wanneer het geluk haar dreigt te ontvallen met een zoo schrijnende wanhoop, dat het sterk ontroerde Heel mooi ook haar verwarring en stuurloosheid, wanneer zij bij den jongen assistent op het postkantoor nog tracht haar droom voor eenige minuten te rekken en ziet, dat alles verloren is. Cor van der Lugt Melsert had dit stuk voor treffelijk geregisseerd. De kroegscène was wel heel realistisch, maar de handeling kwam toch voldoende uit de chaos van het geheel naar voren: hij be reikte er door, dat het contrast met de rus tige. reine atmosfeer in de volgende taferee- len er te sterker door werd. Het hoogtepunt van de voorstelling was wel het door mij reed= genoemde tafereel in de spreekkamer van den I geneesheer-directeur, waar Annie tegenover de twee mannen stond. Dit tooneel is door I Molnar meesterlijk geschreven en het is in prachtig samenspel door alle drie ook mees terlijk gespeeld Van de vele kleinere rollen noem ik nog de alleraardigst gespeelde tante Mizzl van Enny Heymans-Snijders, den ridderlijken admiraal van Gerard Arbous en den assistent bij de posterijen van Bob Oosthoek, die mij trof door zijn burgerlijken eenvoud, en in zijn smart door gewone natuurlijkheid. Het Onbekende Meisje had hier bij de stampvolle zaal een zeer groot succes. De heer Deinum behoeft zeker geen spijt er over te hebben, dat hij dit stuk voor de laatste abon nementsvoorstelling in dit seizoen heeft uit gekozen. J. B. SCHUIL Voorjaarstentoonstelling. Zaterdagmiddag is deze expositie in het Frans Halsmuseum geopend in tegenwoordig heid van den Commissaris der Koningin in onze provincie, verwelkomd door den voor zitter van het genootschap. De tentoonstelling blijft tot 22 Maart ge opend. Ze bevat een aantal opmerkelijke doe ken en is. alles bijeen genomen, van zeer goed gehalte; al blijft een giooie verrassing ook ditmaal uit. het gecxp is. op een enkele uitzondering na. tot A> v--.i-M.se kunst beoefening te rekenen. Een:vv c>r belangwek kendste uitingen willen wij rr..-.'ne noteeren en daarmee tot een bezoek en.-poren. Een omvangrijk dock van CtLo de Kat „Zo mergetiteld trekt de aand :ch;. Het is een niet geringe opgaaf geweest, die op kundige en beschaafde wijze werd opgelost: een met bloemen overvulde zuidelijke tuin begrensd door een grasperk en naar den horizon door heuvels afgesloten, biedt een rijke variatie van kleurigheid die echter niet bent werd maar door een weloverwogen schilderwijs binnen de perken der welluidendheid blijft. Sommige gedeelten zijn in een gcciivlr.onocrde tech niek. een soort verbreed pointillc, geschilderd, in een matten toonaard, v:* ar door men zich dit werk uitnemend als gobo'in. kan voorstel len. Neemt men bij de beschouwing eenigen afstand, dan valt dat gobeür.achtige weg en waardeert men nog meer ae zuiverheid van de verhouding der kleurwaarden waarin dit zeer geslaagde werk gehouden is. Een ander opmerkelijk werk is het Duin landschap van S. de Heer. Het heeft vooral in den voorgrond de eigenschappen eener meesterlijke schets terwijl toch alles uitge sproken is. wat van zulk een voorste plan te vertellen valt. Maar bovenal is de behande ling van de lucht en het atmospherische te prijzen, terwijl een bepaalde persoonlijke vi sie. die aan romantici als George Michel her innert, niet te ontkennen valt Een derde clou dezer verzameling lijkt mij Van Egmond's portret van een ouden man. Zooals die oude knaap in zijn mouwvest zit is het corpus zeer knap gegeven, mouwen en handen zijn prachtig en ook in den kop zijn mooie stukken peinture. Toch zou het lang zamerhand tijd worden misschien, dat artisten als Van Egmond een klein weinig minder naar typisch pathologische modellen speurden om hun schilderdrift aan bot te vieren. Men zou anders zoo licht den indruk krijgen dat voor een schilder alleen de misvormdheid van be lang is. Wat toch onjuist is, al zijn daarmee de diffornnteiten van een Breughel of Van Gogh niet veroordeeld. Maar een opzettelijk zoeken in die richting moet mijns inziens tot onzuiverheid en „Abklatsch" voeren. Niet al leen verdwaasden of half-idloten zijn psycho logisch interessant; zeker niet voor den schil der, hoewel velen dat schijnen te meenen, be vangen door een modevlaag die psychologisch inzicht als bazar-artikel aan de markt bracht. Gewaardeerde kunstwerken waarover wij minder uitvoerig behoeven te zijn, mogen dan nog met enkele woorden vermeld worden. Een mooie aquarel zond Albert Arens, een interieur van de oude Sint Eavo waarvan de klaarheid van het licht gelukkig gegeven is, de contour van den grooten pilaar rechts op den voorgrond misschien wat scherp is. Fijn staat het figuurtje er in en elegant is het even ingezet kleurtje rood aan den lin kerwand. Een klein schilderij van Doeser „Sneeuwklokjes" was mij van vroeger be kend en werd reeds gewaardeerd als fijn zinnig picturale uiting van dezen steeds met zich zelf in strijd levenden artist. Een klein doek van Kamp herstelt den in druk van verbrokkeling die een kort geleden gezien Gezicht op het Spaame bij ons achter liet. Dit hier is weer fijn van toon en een zuivere eenheid. Met hoeveel genoegen ziet men de oude studies van A. L. Koster steeds terug. Een Limburgsche Boerderij van den Nestor van Kunst Zij Ons Doel is een fijn stem mingstukje uit de sfeer der Haagsche School. Miolée zond een landschap uit de buurt van Vierhouten, een aantrekkelijk schilderij, traditioneel maar geen pastiche knap en eerlijk gebouwd, en. als gezegd, zeer aantrekkelijk, 't Is waarschijnlijk hier een on mogelijke beeldspraak, maar mej. Maria Rom- pelman gaat met haar te vlotte behendigheid een leelijke pijp rooken. Ze komt niet verder dan haar van Rovers geleerde handgrepen, wat jammer is, daar ze een uitgesproken schil derstalent heeft. Zou een jaar studeeren bij een drogen schoolmeester die minder artis tiek doch meer consciëntieus is. haar niet een stuk verder brengen? Het stilleven van mej. Ruysenaars is te waardeeren om de harmo nieuze oplossing der verschillende roode en roodbruine nuances. Leon Senf is een knap teekenaar. maar 't kind dat de moeder op haar arm draagt, lijkt me weinig aanvaardbaar: een zieke aardappel ziet er nog gezonder uit. Een kleine portretbuste van een jongen, door mej. Van Someren Gréve is een op levendige wijze geboetseerd kunstwerkje, waar zooals men dat noemt, muziek in zit en het leven zelf is vastgehouden. Een „meisje het haar kammend' door me vrouw Stoppelman heeft ouderwetsch degelijke kwaliteiten: het stuk hals en rug Is mooi ge schilderd. doet zelfs even aan vroege studies van Jaap Maris denken. Mej. Struick Du Moulin is zeer interessant bezig geweest in haar Boomstronken, het is een der belangwekkende dingen dezer ten toonstelling geworden, waarvan ik zoowel de serieuse doorvorsching der vergane boom- resten als de email-achtige schildering waar deeren kan. Een teekening van Verboog is goed en zeer expressief van actie en in het Damesportret van Verwey is vooral hals en tors van een mooie verzadigde kleur. L. de Vogel is voor mij een nieuwe naam. Zijn stilleven met appels en Brusselsch lof is uit muntend, al is het ouderwetsch van allure. Een Breitner of De Zwart zou er plezier in hebben gehad. Jammer dat het tafelvlak zoo oninteressant behandeld is. En naast dit vele blijft nog veel waardeerbaars ongenoemd. Wij deden een greep om te bewijzen dat de ten toonstelling uw belangstelling waard is. J. H. DE BOI8.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 11