ft de gouden brug. Het voorloopig Nederlandsch elftal heeft Woensdag te Rotterdam een wedstrijd gespeeld tegen de Engelsche club Nottingham Forest, welke door de gasten met 1 —0 werd gewonnen. Een spelmoment Het paardensportseizoen te Cheltenham (Eng.) is Dinsdag ingezet met een steeplechase, waaraan v*le be kende exemplaren deelnamen. De ruiters nemen de eerste hindernis De militaire putsch in Japan. De eerste langs radiografischen weg overgebrachte foto. Soldaten beschermen met een machinegeweer een der regeeringsgebouwen te Tokio Een nieuwe Dieselbus van Nederlandsch Fabrikaat heeft Woensdag voor de Haagsche Tram in de residentie proef- gereden Vlug. voordeelig, maar niet veilig. Op de Haarlemmersluis te Amsterdam werd Woensdag een groote vrachtauto dopr een motorwagen der gemeente tram gekraakt Jhr. mr. G. v. d. Does, die genoemd wordt als opvolger van mr. J. H. Tel- ders in diens functie van lands-advocaat H. M. de Koningin heeft Woensdagmiddag op het terrein van de Stormsehool nabij Waalsdorp een oefening bijgewoond van de regimenten Grenadiers en Jagers en het vierde regiment Infanterie uit Leiden. De Koningin met de officieren op het oefenterrein Dr. W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam, is Woensdag met zijn echtgenoote per „Johan de Witt" van zijn buitenlandsch verlof in de hoofdstad terug- gekeerd FEUILLETON ROMAN VAN HANNO PLESSEN. (Nadruk verboden) 14) Hoewel goed gemeend, is deze opmerking op tiit oogenblik toch allerminst op haar plaats en het eenige resultaat is dan ook, dat zij in den man een hevig verzet doet ontwaken tegen de verre van benijdenswaardige rol, welke hij te vervullen heeft. Sylvester Vonberg's ijdel- heid is geprononceerd en het groot doen zit hem te zeer in het bloed dan dat hij door een zwakheid te bekennen die kracht zou kunnen ontwikkelen, welke hem voor immer uit alle moeilijkheden zou kunnen verlossen. In zijn verblinding ziet hij het pad, dat zich hier voor hem opent en dat een uitweg biedt uit de impasse, waarin hij verkeert, over het hoofd. Hij weigert de kans, die hem hier vrij willig geboden wordt en snijdt tevens elke mogelijkheid van een hernieuwd aanbod af, als hij antwoordt: „Zoo slim staan de zaken nu ook weer niet, prinses. Sylvester Vonberg is geen arme, rondtrekkende speelman, geen „Spreek niet op dien toon, Sylvester. Het lag niet in mijn bedoeling je te kwetsen". „Natuurlijk niet, kindDat begrijp ik welWelnu, om kort te gaan en verdere misverstanden te voorkomen, die ongeluksbrief die zoozeer onze goede stemming dreigt te zullen verstoren, wat hem natuurlijk nooit zal gelukken, nietwaar, Jo, liefstedat omineuze epistel dus. dat me daar vanochtend zoo maar op m'n ontbijtbordje kwam vallen, Ishm javnou enfjn, is afkomstig. van den administrateur van het Münchener Salonorkestja, jaof beter gezegd: het is een antwoord op een meaedeeling mij nerzijds, dat ik de functie van dirigent daar niet kna aanvaarden. En nu word ik er aller minzaamst op opmerkzaam gemaakt, dat een en ander gelijk staat met contractbreuk en dat ik volgens paragraaf zooveel verplicht ben om een schadeloosstelling te betalen van tien duizend mark". „Dan was het toch vrij onverstandig van je die positie op te geven en daardoor je con tractu eele verplichtingen niet na te komen!" „Hoe kan je nu zoo iets zeggen, Jo? Weet je niet, dat ik met m'n sterken innerlijken drang als scheppend musicus niet het uiterlijk be roep van dirigent kan naloopen? Je begrijpt toch wel, dat die twee dingen onvereenigbaar zijn. Ben je dat nu werkelijk vergeten?" „Nee, Sylvester. Natuurlijk ben ik dat niet vergeten. En ik begrijp je volkomen, nu even goed als toen en ook geloof ik, dat je inkom sten als componist voor die van een dirigent niet zullen behoeven onder te doen". „Niet zullen onderdoen? Ik hoop het dub bele of het drievoudige van ceen dirigenten salaris te verdienen. Geloof me, ook in pécu niair opzicht zal ik er veel beter aan toe zijn, zelfs dan, wanneer ik die schadeloosstelling van tienduizend mark moet betalen!" „Tienduizend mark is veel geld, Sylvester!" „Ach kom! 't Is een bagatel, JoIk ben gewend met heel andere bedragen te rekenen. Het eenige vervelende aan die geschiedenis is, dat ik geld los moet maken. Als ik nu, terwijl alles even laag staat een paar aandeelen moet verkoopen, lijd ik natuurlijk een geweldig koersverlies. Dat begrijpt je, hèNu is Ernst Rung je weet wel, Rung van de Dresdener Opera mij al wel een heelen tijd yijfduizend mark schuldig, maar om hem daaraan te herinneren, vind ik toch ook wat pijnlijk „Wat? Rung, de groote Rung, leent die geld van jou?" „Maar kind, waarom niet? Wat zou dat? Dat is nu eenmaal gewoonte onder kunstbroeders. Bovendien ben ik met Rung zeer bevriend. Maar enfin, dat doet er ook alles niets toe. Ik zal dus wel moeten besluiten om „Het geldhm, op te nemen, nietwaar? „Waarschijnlijk wel, prinses". „Ja, maar dat is toch een onmogelijke toe stand Sylvester!" ..Ik heb je immers al direct gezegd, dat ik niet met geld weet om te gaan, Jo. Behoorlijk huishouden, dat is niets voor mij. Dat blijkt wel. anders zou ik mij zeker niet in verlegen heid laten brengen door die onbeteekenende tienduizend mark". „Nou, zoo onbeteekenend vind ik dat bedrag niet". „Een enkele kamer van mijn villa in Nymphenburg vertegenwoordigt eenige malen dat bedragMaar daarmee kan ik helaas geen boete wegens contractbreuk be talen en daar gaat het hier maar om". Steeds sneller vloeien Sylvester Vonberg de woorden van de lippen. Hij verheft zich door zijn leugens, waaraan hij zelf tenslotte ge looft. En daardoor werken zijn woorden zoo overtuigend, dat niemand ook maar een mo ment aan de waarheid ervan twijfelt. Zoo ge lukt het hem steeds weer de menschen te overbluffen. Wanneer Johanna alles gelooft, wat hij zegt, is zij echter toch niet zoo overbluft, als dat gewoonlijk met Sylvester Vonberg's slachtoffers het geval is. Geld en goed ook al weet zij de praktische beteekenls daarvan dan op de juiste waarde te schatten ver mogen de jonge barones Geitler-Hattorf niet ln het minst te imponeeren en geen oogen blik komt aan ook de gedachte bij haar op, dat een mensch van zoo buitengewone artis tieke begaafdheid zich zou laten voorstaan op een materieelen rijkdom, dien hij niet bezit. En hoe zou ze trouwens argwaan kunnen koesteren tegen den man, dien zij liefheeft en die haar liefde tenvolle beantwoordt? Sylvester Vonberg is nog niet zoo diep ge zonken, of hij voelt wel zeer duidelijk het onderscheid tusschen het onvoorwaardelijk gelooven van Johanna en de goedgeloovigheid van dat soort lieden, die nu eenmaa bedrogen willen worden. En opnieuw is het een gevoel van diepe schaamte, dat hem drukt. Elk spoor van berekening is op dit oogenblik wegge vaagd. Slechts vervuld van den wensch om zich een behoorlijken aftocht te verschaffen, zegt hij berustend: „Laten we het hier maar bij laten, Jo. Alles zal wel weer op z'n pootjes terecht komen. Ik ben blij, dat ik er met jou over gesproken heb; dat alleen al maakt alles half zoo slim. Maar nu zwijgen we er dan verder over!" En de daad bij het woord voegend, begint hij te preludeeren. Johanna blijft niets anders over dan zich in zijn wensch te schikken. Haar gedachten echter blijven cirkelen om datgene, wat de man haar gedeeltelijk tegen zijn zin en aan den anderen kant toch ook wat al te bereid willig heeft meegedeeld. Zij verzuimt in te valen en geeft ook overigens herhaaldelijk blijk er niet geheel bij te zijn. Zoo gaat een uur voorbij, maar dan klapt Johanna het muziekboek dicht. „Ik ben vandaag niet gedisponeerd en voor half werk is mij m'n tijd te kostbaar, beste jongen. Ik ruim het veld. Je doet beter je eigen symphonie nog eens door te nemen". „En jij, Jo? Wat ga jij doen?" „IkIk ga een paar brieven schrijven. 's is eigenlijk hoog tijd, dat ik m'n post eens afwerk. Ik hoop er voor de lunch mee klaar te zijn. Vanmiddag kunnen we dan dien tocht naar Slot Amras maken, als je er tenminste zin in hebt „Natuurlijk, JograagHij buigt zich over haar hand. Dan is hij alleen Zijn symphonie doornemen, heeft Jo ge zegd. Zij heeft gelijk. Van haar standpunt heeft ze volkomen gelijk. Maar als 2e eens wist Het bewustzijn van zijn wanhopige situatie ligt als een ondragelijke last op zijn schou ders. Heeft hij alles nu niet nog erger ge- maakt?Hij steunt het hoofd in de hand en grijpt met de andere naar zijn boord, alsof die hem plotseling te nauw is geworden. Het is, of het weefsel van leugens, dat hij ge sponnen heeft hem de hals dichtsnoert. Hij vermag nauwelijks adem te halen. Zijn blik is die van een achtervolgde en een oogenblik is hij zichzelf niet meer meester. Zijn hoofd valt voorover op het toetsenbord van den vleugel, hetgeen een schrille dissonant ver oorzaakt. Dat zweept hem plotseling op. Zijn vingers glijden over de toetsen. Hij zoekt een toevlucht bij zijn muziek, welke hem nooit in den steek laat. Ook nu blijkt zij de beste heel meesteres voor een verscheurd gemoed „Ah, de pathetique", zegt plotseling aan dachtig luisterend. Sophie von Geitier in haar zitkamer. Zij breekt haar spel patience af en nestelt zich behaaglijk in haar fauteuil. „Werkelijk buitengewoonzooals hij dat speelt". Johanna, die aan het schrijfbureau zit, zonder nochtans een woord op papier te bren gen. geeft geen antwoord. Zij voelt slechts, innerlijk diep ontroerd, hoe zeer zij dezen man liefheeft (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 9