Melk blijft de gezondste drank
De uitdroging van de duinen.
De Avonturen
van Dr. Mol.
VRIJDAG 3 APRIL' 1936
HAARLE M'S DAGBLAD
3
Door KO DONCKER.
Al de dorpers van Bloemendaal
Vonden 't een gemeen schandaal.
,,'k Eisch schaievergoeiing voor me man,
Die nou niet meer werke kan,"
Riep de echtgenoote van Tijs Meije,
En zette de handen in de zijen.
Maar veldwachter Spaan die kwam te hulp
En juffrouw Meije kroop in haar schulp.
„Er moet toch eind'lijk iets worden gedaan,"
Sprak burgemeester zijn toehoorders aan:
„Er zijn twee slachtoffers al gevallen
En het is pas zeven uur."
Maar goede raad was op.lt oogenblik duur,
Ze wisten geen weg, geen een van allen.
„Doodschieten kan je die beeste niet,
Ze zijn nog taaier dan spaansch riet,
Of 't moest gebeuren met een kanon;
Als je ze maar verhongeren kon.
Zal er dan nergens uitkomst dagen?"
„Zou ik ook effetjes magge vragen"
Vroeg een boer met een zije pet;
.,Of Mèster Mol ook het water nog hèt
Dat i die kikkers hèt ingegeven."
De vergadering begon op nieuw te leven.
„Mol"! riep men van alle kant:
„Heb je die drank nog bij de hand?"
Mol zat in elkaar gedoken.
Hoorde niet wat er werd gesproken.
„Dokter! Dokter! word eris wakker.
Ze motte je hebbe," riep de bakker,
En hij schopte tegen de bank.
„Heb je nog van dien levensdrank?"
Mol schudt van „Ja" en zuchtte diep.
Terwijl het angstzweet zijn wangen afliep,
„Dan moste we Mol maar zelf inspuiten."
Mol vloog in zijn angst naar buiten,
Maar de bakker, die vlugger was
Greep den dokter bij zijn jas.
„Orde!" riep van der Zwieten „Orde!"
„Zie je Mol zou grooter worden
Hij kon dan zelf die kikkers vangen.".
Mol zat naar zijn dood te verlangen,
Dokter wenschte zich in 't graf.
Men keurde echter 't voorstel af,
't Was radikaal, maar 't was onmenschelijk,
En bovendien acht men 't niet wenschelijk
Een reus te hebben op Bloemendaal
Zóo'n lange slampamper verwekt schandaal
En gaat zich- aan allerlei gekheid te buiten.
„Maar kunnen we niet wat anders
inspuiten?"
Roept eensklaps Bartholomeus van Aken,
Die den spijker nog al op zijn kop wist te
raken
„Bevoorbeeld een eend of een ooievaar,
„Die vreten kikkers." Niemand zoowaar
Had daar een oogenbiik aan gedacht.
Met een storm van gejuich wordt het
voorstel begroet.
Door Bartholomeus te berde gebracht
En zonder kibbelen keurt men het goed.
„Maar!" zei daarop een doortastende kop,
„Met inspuiten schiet je waarachtig niet op,
Je raakt van den regen in den drop
En da's op 't oogenblik hier de mop.
We worden wel van die kikkers bevrijd,
Maar hoe raak je zoo'n groote ooievaar
kwijt?"
De man kreeg echter tot bescheid:
„Dat is een kwestie van later tijd
Die kikkers moeten we eerst kwijtraken."
„Ik weet wat" zei hierop Bart van Aken,
„We laten een dikke ketting maken.
Aan 't ééne end een paar sterke haken,
Twee ringen aan het andere end.
De haken slaan we in de boomen,
Dan motten ze met den ooievaar komen.
Ais Mol het beest heeft ingeënt,
Het dier gaat groeien, 't dier wordt groot,
We doen een ring om iederen poot,
En tegen den tijd dat i goed gegroeid is,
Dan zul je zien dat i stevig geboeid is.
We jagen de kikkers in zijn bereik
En elk der monsters wordt een lijk,
Verslonden door den ooievaar."
't Was alles zoo duidelijk en zoo klaar
En iedereen was voldaan en tevrêe;
M'n bestelde de ketting bij Figee.
„Is i gauw klaar? Hoe lang zal 't duren?"
„Je hebt 'm in vier en twintig uren."
(Wordt vervolgd.)
1 NEERLAN DS ZUIVEL VOEDT U GOEDI H
(Adv. Ingez. Med.)
Spelen met vuurwapen kost
een doode.
Jongetje door zijn nichtje
doodgeschoten.
Noodlottig ongeluk te Overschild.
Donderdagmiddag heeft te Overschild een
noodlottig ongeval plaats gehad, doordat een
17-jarig meisje haar vijfjarig neefje een
vuurwapen wilde demonstreeren.
Terwijl de 17-jarige Aukje R. aan het werk
was in het karnhuis, drentelde haar vijfjarig
neefje Teunis Veenema om haar heen en
vroeg telkens of het dubbelloops jachtgeweer
dat aan den wand hing, wel schieten kon.
Ten einde raad. beu van het gezeur van
den kleinen jongen, haalde het meisje het wa
pen van den muur en mikte op den kleinen
Teunis, waarbij plotseling het geweer afging
en het jongetje doodelijk in de borst getrof
fen werd.
Volkens een verklaring van den vader van
met meisje was het geweer altijd geladen.
Een gerechtelijk onderzoek is gaande.
Drogend bed vat vlam.
Drie huizen krijgen brandschade.
Doordat een bed, dat bij de kachel lag te
drogen, vlam vatte, is Donderdagavond
brand uitgebroken in de woning van mej.
Krek te Heerenveen.
De bewoonster was op het moment van het
uitbreken van den brand niet thuis. Spoe
dig had het vuur de geheele woning vernield
en ook de belendende woning van den heer
Blauw aangetast. De brandweer kon met
drie stralen het vuur bedwingen. De woning
van den heer Blauw is gedeeltelijk vernield,
terwijl een nabijgelegen pakhuis waterschade
kreeg. De heer Blauw was verzekerd, mej.
Krek niet.
Narcissenkweekers
protesteeren.
Tegen de maatregelen inzake het afsnijden
van bloemen.
Narcissenkweekers uit verschillende gemeen
ten hebben Donderdagavond in Sassenheim
een vergadering gehouden, waarin zij hebben
geprotesteerd tegen de maatregelen, welke on
langs door de Sierteeltcentrale inzake de ge
mengde bedrijven zijn genomen. Deze mogen
n.l. de bloemen in het vervolg alleen snijden
met blad en kruid. Volgens het oordeel dei-
kweekers nu worden de bollen daardoor nage
noeg waardeloos. Bij de saneering van het
bloembollenbedrijf is zoo zeide de voorzit
ter der vergadering, de heer W. Verschoor uit
Sassenheim steeds het jaar 1933 als basis
genomen. In dat jaar echter mochten de bloe
men worden gesneden zonder blad en het is
van belang, dat die toestand bestendigd blijft.
De narcissenkweekers willen geen critiek uit
oefenen op de besluiten der regeering, doch
zij vragen hun recht.
Een andere spreker, de heer H. van der Voet
uit Warmond, deelde mede. dat B. en W. van
Warmond reeds overleg hebben gepleegd met
de bevoegde instanties in den Haag.
Verschillende andere sprekers wezen hierna
nog op het feit, dat meerdere kweekers reeds
in Februari bloemen in voorverkoop hebben
verkocht als gevolg van den moeilijken toe
stand, waarin zij verkeerden. Door de thans
genomen maatregelen zijn zij thans evenwel
niet in staat de verkochte bloemen te leveren.
Aan het slot der vergadering werd besloten
een combinatie te vormen, waarin uit alle ge
meenten een kweeker zitting zal nemen. In
iedere plaats zal de nu begonnen actie worden
voortgezet, zoo mogelijk met medewerking van
het gemeentebestuur. Bij den minister van
Landbouw en Visscherij is reeds een audiëntie
aangevraagd teneinde hem van dg bestaande
grieven over deze maatregelen in kennis te
stellen.
HUWELIJKSZWENDELAR TOT 2 JAAR
VEROORDEELD.
Het gerechtshof te Amsterdam wees ar
rest in de strafzaak tegen een decoratieschil
der uit Sliedrecht en veroordeelde hem we
gens oplichting tot 2 jaar gevangenisstraf
met aftrek van vier maanden voorarrest. De
man, die zich uitgaf voor jonkheer, meester
in de rechten en officier, had een meisje
trouwbeloften gedaan en haar f 600 afhan
dig gemaakt. Van het huwelijk was niets ge
komen. Ook de rechtbank had den man tot
2 jaar veroordeeld.
Dr. J. C. Rullmann overleden.
Bekend Gereformeerd kerkhistoricus.
In den ouderdom van zestig jaar is Don
derdagmiddag te Wassenaar overleden dr. J.
C. Rullmann, predikant der Gereformeerde
Kerk aldaar. De overledene was bekend als
kerkhistoricus van de Gereformeerde Kerk
in Nederland.
Di'. Ruillmann werd geboren op 31 Maart
1876 te Amsterdam. Hij genoot zijn oplei
ding aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
en werd in 1902 candidaat. In 1903 werd hij
predikant bij de Gereformeerde Kerk te Ga
rijp, inl911 vertrok hij naarBerkel enRodenrijs
welke standplaats hij in 1913 met Utrecht
verwisselde. Daar heeft hij 15 jaar gearbeid
en nam hij een vooraanstaande plaats in op
velerlei gebied. In 1928 werd hij predikant te
Wassenaar.
Dr. Rullmann maakte vooral naam op het
gebied der kerkhistorie door verschillende
publicaties. Van zijn standaardwerken noe
men wij: De Afscheiding; De strijd voor
Kerkhevstel; De Doleantie; Da Costa en zijn
beteekenis voor de A. R. Partij; Bilderdijk als
staatsman. Van zijn biografieën noemen wij:
een biografie van wijlen prof. dr. F. L. Rut
gers, een van wijlen dr. A. Kuy-
per, een van wijlen ds. W. H. Gispen, alsook
een van dr. H. Colijn. Dr. Rullmann schreef
verder verschillende gedenkboeken.
35 jaar geleden deed ze de
wasch voor een heel gezin
met een pak Edelweiss-Zeep-
poeder en ze waren met z'n
tienen. Ze begrijpt alleen
niet, dat Edelweiss nu nog
goedkooper is dan toen,
terwijl ze er nu nog vlugger
en schooner mee wascht
N.Y.Zeepfabriek v/h. De Haas v. Brero, Apeldoorn
(Adv. Ingez. Med.)
Wordt exploitatie van Kon.
Holl. Lloyd voortgezet?
Vier reederijen zouden samenwerken.
Reeds geruimen tijd worden, hangende de
surséances van den Kon. Holl. Lloyd. bespre
kingen gevoerd omtrent de verdere exploitatie
van deze maatschappij. Deze besprekingen
hebben plaats onder leiding van den heer
Zaalberg als vertegenwoordiger van de regee
ring, terwijl behalve de directie van den Kon.
Holl. Lloyd, ook de directies van eenige groote
Amsterdamsche reederijen bij de regeering
verscheidene adviezen hebben ingediend.
Naar de Tel. thans verneemt zijn de bespre
kingen zóó ver gevorderd, dat binnen zéér
korten tijd een beslissing kan worden tege
moet gezien. In scheepvaartkringen wordt ver
wacht, dat de lijn van Amsterdam behouden
zal blijven en onder directie zal komen van één
maatschappij, waarin zoowel de Kon. Holl.
Lloyd als de drie groote Amsterdamsche reede
rijen vertegenwoordigd zullen zijn.
Lentelucht en liefdelachjesl
zie dat |ong geluk eens aan.
Zwevend zijn ze ,,in de wolken"
allebei op een Germaan.
Geen rijwiel dat zoo licht loopt als
een „Germaan" met kogellagers.
Prijzen vanaf f 37.- - Olympia vanaf f 29.75
(Adv. Ingez. Med.)
„Wereldproblemen in theorie
en practijk".
Causerie van Sir Josiah Stamp.
Allereerste vraag is: vrijheid voor den handel.
Sir Josiah Stamp, de bekende Engelsche eco
noom heeft Donderdagavond in de residentie
voor het genootschap Nederland—Engeland in
Den Haag een causerie gehouden over Wereld
problemen in theorie en practijk. Hij wees
er hierbij op. dat de economische problemen,
waarmede vrijwel de geheele wereld worstelt,
allereerst, doch niet uitsluitend, het geldwezen
en de industrie betreffen. In theorie wordt de
wereld steeds rijker ten gevolge van den voor
uitgang van wetenschap en techniek, maar in
werkelijkheid zal de levensstandaard veel
lager blijven tengevolge van het zoeken naar
veiligheid en vrijheid in kleine politieke ge
bieden, zonder een daartegenover staande
grootere vrijheid voor het handelsverkeer.
Sinds 1931 is in Gr. Brittannië en
de Ver. Staten een herstel ingetreden.
In andere landen duurde de daling
daarentegen nog voort. Sinds 1935
echter is er een algemeene stijging
te zien.
De omknelde internationale handel en het
gebrekkige monetaire mechanisme zitten in
een vicieuzen cirkel van oorzaak en gevolg. Het
eerste noodige moet zijn om aan de handels
betrekkingen meer vrijheid te geven, om een
stabiliteit van het internationale prijspeil te
beveiligen, de nationalistische sentimenten
binnen redelijker grenzen te houden, en te
werken in de richting van een internationaal
ruilverkeer, niet als een financieelen wedstrijd
maar als een gemeenschappelijke, coöpera
tieve taak.
Verzet tegen het Girowetje.
,Onnoodige aantasting van bevoegdheden der
publiekrechtelijke lichamen."
Eenigen tijd geleden heeft de regeering bij
de Kamer ingediend een wetsontwerp, dat ten
doel heeft de instandhouding en oprichting
van gemeentelijke girodiensten slechts moge
lijk te maken met een vergunning van de
Kroon. De Kamer heeft dit ontwerp nu in de
afdeelingen onderzocht en naar het oordeel
van vele leden moet de voorgestelde regeling
alleen dienen om den Rijksgirodienst te be
schermen tegen concurrentie van de zijde der
gemeentelijke diensten. Naar hun meening
worden de belangen van de gemeentelijke
diensten daarbij te zeer achtergesteld bij die
van den Rijksdienst. Zij achten dit een on-
noodige aantasting van de bevoegdheden van
de publiekrechtelijke lichamen. Met het in het
ontwerp opgenomen verbod van rentevergoe
ding kon men zich eveneens niet vereenigen.
Tenslotte wordt als een ernstig bezwaar aan
gevoerd, dat het ontwerp een bedenkelijk pre
cedent schept, door voor het van gemeentewege
oprichten van een bedrijf of dienst, waarbij
ook de belangen van het rijk betrokken zijn
een vergunning te eischen. welke niet in eenig
privaatrechtelijke verhouding haar oorsprong
vindt.
DE VERDUISTERING BIJ DE GRONINGER
ORKESTVEREENIGING.
De Groningsche rechtbank heeft N. d. J.
wegens verduistering bij de Groningsche Or-
kestvereeniging veroordeeld tot 1 jaar ge
vangenisstraf met aftrek van de preventieve
hechtenis. De eisch luidde 1 jaar en 6 maan
den
Het nadeel voor cultuurgronden.
Door een aantal leden van de Provinciale
Staten van Noord-Holland werd een voorstel
ingediend een commissie van deskundigen te
benoemen welke een onderzoek heeft in te
stellen naar de gevolgen van de wateronttrek
king door het Provinciaal Waterleidingbedrijf
aan de gronden in Kennemerland, speciaal
voor de aldaar gelegen cultuurgronden.
In de toelichting wordt o.m. vermeld dat
„eertijds op de bevroren wateren werd ge
schaatst". Er wordt verlangd dat de commis
sie niet alleen zal bestaan uit deskundigen in
engeren zin, maar ook uit personen uit den
kring van onmiddellijk belangstellenden.
Het is inderdaad een feit dat de duinen
vroeger veel natter waren dan nu. Oude Haar
lemmers weten nog te vertellen dat ze naar
Zandvoort gingen op de schaats door de duin
vlakten van Aerdenhout en Bentveld. En wie
daar nu een gat zou willen graven om grond
water te vinden zou meters diep moeten gaan.
En men meene niet dat dit proces tot stilstand
is gekomen. Voor een jaar of 5 was er nog
een beek, de z.g. Primula-beek. Deze is nu
ook geheel droog, nadat de Amsterdamsche
Waterleiding er een nieuw kanaal gegraven
had, dicht langs de Zandvoortschelaan.
Nu is de Amsterdamsche Waterleiding wel
de grootste slokop, die er is. Niet alleen is
het inwoneraantal van Amsterdam het grootst
maar door het gemis aan watermeters voor
iedere woning is men daar zoo weinig zuinig
met water dat de gemiddelde Amsterdammer
tweemaal zooveel water verbruikt als de
Haarlemmer, wat wel niet aan meer dorst of
grooter zindelijkheid geweten behoeft te wor
den.
Het feit dat Amsterdam ook water betrekt
uit de Vecht en die omgeving kan daar niets
aan veranderen.
Ten noorden van Overveen ligt de Haarlem-
sche Waterleiding. Deze heeft slechts eén
lange, smalle waterwinplaats, zoodat we aan
het einde van den Zeeweg een toestand heb
ben, waarbij het grondwater wel ongeveer een
meter gedaald is, maar toch weinig in verge
lijking met de daling ten zuiden van Zand
voort. In de nabijheid van het Noordzeekanaal
is de daling weer zeer groot, wat uit de aan
wezigheid van dit kanaal te verklaren is, bij
Wijk aan Zee, Heemskerk en Castricum iets
minder, bij Egmond nog iets minder, bij Ber
gen weer grooter, bij Kamperduin weer min
der. bij Petten en Callantsoog gering en op
Texel, Vlieland en Terschelling slechts op
enkele plaatsen grooter en overigens gering.
Inderdaad is de daling van het grondwater
daar het grootst, waar de grootste waterwin-
plaatsen liggen en waar het meeste water weg
gevoerd wordt.
Of men oppervlakte-water wint of water uit
grooter diepte, verandert weinig aan de zaak.
Bij het P. W. N. te Castricum gebruikt men
veel water uit diepere lagen en meent dan
dat dit van weinig invloed kan zijn op het
oppervlakte-water door de ondoordringbare
lagen die er tusschen liggen: het resultaat is
dat ook daar de waterstand zeker enkele me
ters lager is dan vroeger.
Zelf heb ik nog wel gezien hoe in het belang
van den tuinbouw overal in de duinen afvoer-
sloten gegraven moesten worden, die het over
tollige water buiten de duinen afvoerden.
Het staat dus voor ieder onpartijdig kenner
van den toestand wel vast dat de waterlei
dingen de hoofdoorzaak vormen van de ver
laging van het waterpeil in de duinen. Ik
schrijf opzettelijk niet: van de uitdroging van
de duinen, want de daling van het water in
onze breede duinenrij met ongeveer 1 a 2 M.
is in verhouding tot de aanwezige hoeveelheid
water nog niet zoo veel en we zijn hier over
het algemeen niet toe aan den catastrofalen
toestand van een waterleiding als die van de
gemeente Middelburg, waar de zoutflora als
Zeemelkkruid reeds ingedrongen is in de win-
plaats en het Middelburgsche water zelfs in
een kop thee te proeven is.
Ook wil ik er den nadruk op leggen dat alle
daling van het water in 'de duinen niet aan
waterleidingen geweten kan worden en weer
sproken kan worden de wel eens geopperde
mogelijkheid dat verstuivingen in de duinen
zouden ontstaan door daling van het grond
water. Deze kunnen alleen ontstaan door
vernietiging van den plantengroei door konij
nen. Als de daling van het grondwater eens bij
uitzondering het begin is geweest, zijn het ten
slotte de konijnen die het vernielingswerk vol
tooien. zonder deze laatste zou de moerasflora
vervangen zijn door een mat van Thym. Struis
gras, Stalkruid. Walstroo en meer duinplanten
die goed tegen droogte kunnen, zich juist
graag vestigen op uitgedroogde plekken met
humus van de vroegere moerasflora, maar
waarvan de vestiging door de konijnen ver
traagd of geheel tegengaan kan worden.
Om dit vraagstuk te kunnen overzien is het
ook goed eens na te gaan hoe het water er
onder den grond uitziet, hoe het wegloopt bij
overvloedigen regenval en vooral ook of soms
de toenemende begroeiing van de duinen geen
grooter aandeel tot zich neemt van den regen
dan vroeger.
En dit verloop, van strand tot duin, van zout
tot zoetwater is nog goed te bestudeeren in
duingebieden als op Voorne, Texel, Ameland,
waar jonge duinen ontstaan en aan de hand
van de plantengroei reeds de verzoeting van
het water nagegaan kan worden.
Nu verloopt dit proces vrij snel. Er ont
staat in het zoute water een „zak" van zoet
water, dat erop drijft als olie op water, want
zoet water is, omdat er geen zout in zit, na
tuurlijk lichter dan zout water. Deze zoet-
waterzak breidt zich ook naar oost en west uit.
Wie een pomp slaat op het strand krijgt daar
zoet water.
Zoo vloeit het water in duinen zonder wa
terleidingen langzaam naar beneden en naar
oost en west, waarvan natuurlijk een groot
deel verloren gaat.
In alle duinen, ook, maar in minder mate in
die zonder waterleidingen, wordt echter gecon
stateerd, dat het grondwater daalt, de bron
nen aan den duinvoet minder water geven of
geheel droog worden en de plassen die 's win
ters in de duinen stonden en tot in den zomer
een moerasflora mogelijk maakten, steeds
kleiner worden.
Groote duinmeren, als het Zwanenwater,
blijven echter bestaan, zij het met een iets ver
laagd niveau. Lag een duinpias echter in de
buurt van een waterleiding of van kunstmatige
afvloeiingswerken (het Vogelwater bij Bak-
kum en de Moksloot op Texel), dan was de
daling van den waterstand direct catastrofaal.
Dat er wel degelijk direct verband is tus
schen waterleidingen en uitdroging bleek der
halve uit het reeds genoemde voorbeeld, ook
bij Wassenaar, waar het graven van een nieu
we „sprank", direct in hetzelfde jaar een da
ling van het grondwater in een dichtbij gele
gen kweekerij ten gevolge had en nog ster
ker: dat bij Bergen de waterstand in sommige
putten op het einde van de Zondagen, wan
neer niet gepompt was op honderden meters
afstand, hooger was dan in de week.
Juist omdat de hoeveelheid zoet water in
de duinen beperkt is en bij daling geen aan
voer mogelijk is uit oost en west (in het oos
ten liggen de polders te diep en in het- westen
is het grondwater zout», reageert de water
stand zoo snel op allerhande „kleinigheden",
op enkele droge winters, op een dichtere be
groeiing, vooral ook op bebossching en na
tuurlijk zeer sterk op catastrofale wateront
trekking, zooals van onze groote waterlei
dingen, welke veel en veel meer water weg
voeren uit de duinen dan er met regen weer
terugkomt.
Het spreekt van zelf dat dit zoo niet blijven
kan. De bevolking breidt zich steeds uit. Het
schijnt voor Amsterdam een financieele on
mogelijkheid te zijn aan iederen verbruiker
een watermeter te geven.
De klachten over den achteruitgang van
cultuurland nemen steeds toe. Nog nooit is
schadevergoeding uitgekeerd aan eigenaren of
gebruikers, wier opbrengsten achteruit gingen
door daling van het grondwater, ook al stond
voor ieder vast dat de waterleiding de hoofd
schuldige was. Zal dit zoo kunnen blijven?
De klachten komen niet uit Zuid-Holland
of het zuidelijk deel van Noord-Holland. Men
heeft daar het bollenland afgegraven tot
polderpeil, dat 's zomers en 's winters vrijwel
even hoog is, 's winters zelfs iets lager dan
's zomers. Daar werken de kanalen door hun
lage ligging zelfs uitdrogend op de duinen in,
er stroomt zoet, kostbaar duinwater naar toe
en komt met het overtollige water van de
droogmakerijen in zee.
In "Noord-Holland benoorden het Noordzee
kanaal heeft men een ander systeem gevolge.
Het zand had daar niet zooveel waarde door
de grootere afstanden naar de steden. Men
heeft daar het cultuurland aangelegd op het
gemiddelde peil van het afstrcomende duin
water. Dit had vroeger ten gevolge dat in den
winter het land er dikwijls veel te nat was en
pas laat in het voorjaar gespit kon worden.
Hyacinten, vroeger de meest winstgevende cul
tuur, konden er dus niet geteeld worden, maar
wel voorjaarsgewassen als aardappelen en
gladiolen.
Een oplossing zou dus zijn aldaar het kana
len-systeem met afzanding te volgen van de
zuidelijke bollenstreek. Dat hieraan zeer groo
te kosten verbonden zijn is wel duidelijk. Maar
gesteld dat men in staat zou zijn den water
stand te verhoogen een haast ondenkbare
en kostbare maatregel), dan zou er 's winters
te veel en 's zomers te weinig zijn.
Ook het aanbrengen van waterleidingen met
irrigatie lijkt mij een kostbare geschiedenis,
die ook cultuurtechnisch groote nadeelen heeft
als het uitspoelen van plantenvocdsel.
Indien het land op polderpeil komt te lig
gen, heeft ook opstijging van water plaats; het
peil kan 's zomers iets hooger gesteld worden
dan 's winters, evenals Rijnland dit doet en de
kweekers hebben vaarten en slooten voor aan
voer van mest en afvoer van producten wat in
de Zuidelijke bollenstreek zoo goed voldoet
Mogelijk kan het overtollige zand ook in de
noordelijke bollenstreek productief gemaakt
worden voor wegenaanleg en dergelijke. Groo
te steden als Amsterdam hebben ook nu nog
behoefte aan zand dat over water goedkoop
vervoerd kan worden.
Zoo ooit, dan ligt hier een arbeidsveld geba
seerd op plan-economie, op vooruitzien in de
toekomst. Want de waterwinning zooals deze
bij Vogelenzang en Castricum plaats heeft en
waarbij meer onttrokken wordt aan de duinen
dan er ingebracht wordt, zal zoo niet voort
kunnen gaan.
Het is bekend dat het IJsselmeer ieder jaar
zoeter wordt en de tijd niet ver meer af is dat
dit water als drinkwater te gebruiken is.
Indien er goede waterwegen door de pro
vincie loopen, welke tot aan den voet vaiv. de
duinen komen, welk bezwaar is er dan tegen
er in het oosten zoet IJsselmeerwater in te la
ten en in het westen ditzelfde water in de dui
nen te pompen in zulke hoeveelheden als
noodig is om de waterleidingen te geven wat
ze noodig hebben? Alle mogelijke kosten van
uitbreidingen van putten en kanalen, welke
millioenen kosten en alleen noodig zijn omdat
de bestaande bronnen onvoldoende water op
leveren, zijn dan overbodig. .De duinflora kan
zich weer herstellen, het cultuurland in de
duinen wordt weer bruikbaar en het cultuur
land langs de duinen kan door zijn ligging op
polderpeil in den zomer over voldoende water
-ke-. terwijl er in den winter voldoen
de drainage is.
C. SIPKES