DE ZAT
Dl
%0
DE ÖLANDSCHE
MOLENS
H'
jpi%
Bluft Fit!
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiii
LEVEN IN LONDEN.
ZXTER DAG 4 APRIL 1936
H A A R L E M'S DAGBLAD
13
De laatste twintig jaar is hun aantal aan
merkelijk verminderd, maar nog heeft Oeland
één molen op de tien gezinnen. - De „Hol-
landsche molen" als gevaarlijk concurrent
van de Oelandsche. - De boerenjeugd komt
voor de oude molens op.
Nog staan hier en daar buiten de dorpen rijtjes molens, herinnerend aan den
tijd toen elke hoeve zijn eigen molen had.
(Van onzen correspondent te Stockholm).
- et is met Oeland als met ons land:
wanneer je er zoo uit de verte aan
terugdenkt zie je steeds weer beel
den van molens op de lage lijn van
den horizon, molens, die in den over wij
de vlakten aanbolderenden wind hun wieken
wentelen of stil en donker tegen de avond
lucht staan als wakers over slapend land.
Maar er zijn verschillen. De Hollandsche
(molen heeft zijn veelheid van vormen, van
het Friesche skelet-tjaskertje tot de hoog op-
torenende toaksteenen reuzen langs Schiedams
'singels, terwijl de Oelandsche molens nage
noeg alle van één en'hetzelfde type zijn,
kleine, louter uit hout gebouwe „open stan
daardmolens", die vrij primitieve half met
planken gedekte en maar zelden met zeilen
•beslagen wieken hebben en die met heel het
molenhuis draaibaar zijn rond een zware eiken
stobbe, welke met zijn kruisbalken rust op
den schier overal vlak onder de oppervlakte
Iiggeixden kalksteen. En terwijl er zeer Hol
landsche landschappen zijn waarin geen
molens voorkomen, is een -beeld van Oeland
(Bonder tenminste een paar wiekenkruisen op
den achtergrond moeilijk denkbaar. Hoe
veel molens Holland heeft weet ik niet. Maar
Klit eiland, dat van Noord naar Zuid honderd-
jvijftig kilometer meet en op het breedste deel
leen kilometer of vijftien is, telt er een kleine
zeshonderd of ongeveer één op de tien ge
zinnen.
'Krachtiger dan in de andere Zweedsche
igewesten heeft zich op Oeland de oude
iboerencultuur weten te handhaven. Nog is ex-
van het steppe-achtige centi-ale deel van het
•eiland betrekkelijk weinig tot dénnenbosch
ten bouwlandjes en drassige weiden ontgon
nen, nog liggen er vrijwel alle dorpen en
(gehuchten aan de twee wegen, die vlak langs
de kusten van Nooi-d naar Zuid voex-en, ïxo;
heeft men hier op verscheidene plaatsen
den elders in Zweden geheel verdwenen
dorpsaanleg die uit den tijd van de primi
tieve, in wezen communistische dorpsge-
aneenschappen stamt. De markegronden zijn
verdeeld exx de ruilverkaveling is vrijwel
overal tot een goed einde gebracht, maar de
dorpen bleven veelal zooals zij waren, met
de in 'n rechthoek gebouwde hoevecomplexen
axevenseen, de xiaarnlooze balken schuurmuren
'met de groote inrijpoorten aaneexi-gerijd
üangs den weg over soms vele honderden
'meters lengte. Dit conservatisme, dat ixx de
ihand werd gewerkt door de meestal moeilijke
omstandigheden waaronder de Oelanders
leefden en in zekere xnate xxog leven, is aan
vankelijk het behoud van de windmolens ge
weest.
Vroeger had elke hoeve er tenmixxste een
om 't eigen graan voor eigen gebruik
analen exx niet zelden twee. waarvaxx dan eeix
voor grof exx de andere voor fijn malen
'diende. Aaxx de uiteixxden van de dox-pen en
'gehuchten waren ze ixx 't gelid geschaard
'langs den weg exx ze zijn er nog, van die
•reeksen vaix tien, twaalf donkere houten
molentjes die op eexx winderigen dag soms
als om het hardst daar naast elkaar met
hun wiekexx staan te zwaaien, dat het zoeft
door de lucht exx kraakt in de oude binten exx
het een lust is om te ziexx. En waar de hoeven
van latereix tijd meer verspreid liggen staat
er toch ook doorgaans eeix molentje op 't erf
of aan dexx overkant van den weg of een stuk
het veld ixx tusscheix de met muurtjes van
steexxexx omtuinde akkertjes.
Maar ook op Oeland is de nieuwe tijd ge
komen. Als de boeren vaix deix Westkant met
hun ranke bootjes de Kalnxarsund op vareix
om er hun nettexx uit te zetten waixt de
meeste Oelanders zijn altijd tegelijk boeren
èn visschers geweest dan nemeix ze peiling
op de hooge silo's van de maalderij in Kal-
rnar, die een der grootste van Zweden is
exx het ïxoodige graan van den overkant, vaxx
Oeland. vermaalt. Exx bij Fai-jestaden, waar
de postboot op Kalnxar aanlegt, en op nog een
paar plaatsen op het lange eiland staaxx
nieuwerwetsche koreixmolexxs vaix het type.
dat wij kennen en dat men hier in Zwedexx
trouwens ook „Hollanders'-' pleegt te noemen
hooge moleixs met borden of zeilexx op de
■wiekexx exx een hulpmotor in eexx bijgebouw.
(Het is er al meer exx meer uitgegaan, dat de
boeren 't eigen graan voor eigen gebi-uik
malen, het onderhoud van de eigen molens
vergde vaak meer daix 't looix voor het nxalen
bij de maalderij en vooral iix de zwax-e jaren
na dexx oorlog, toen 't brandhout op dit aaxx
bosschen ai-me eiland steeds duurder werd,
zijn er vele oude stendermolentjes met huru
door en door droge balken en planken en
hun zware eiken stobben tot kachelhoutjes
verzaagd. Waarschijnlijk is zoo de laatste
twintig jaar meer daix de helft van deOelaxxd-
sche molens opgeruimd, en wie er nu langs de
wegen rijdt ziet telkens weer op den berm zoo'xx
rijtje van 'n stuk of wat half door 't gras over
groeide molexxsteexxen xxxet soms nog eexx paar
balkexx er bij in de buurt. Op een dag fietsen
kaxx men trouwens alle stadia vaix verval van
een Oelandsche molen te ziexx krijgen, vaix
molens zonder wieken en molens, waar de
betimmex-ing van 't molenhuis door weer en
wind is verdwenen en de steenen scheef
hangen aan de omgezakte balken tot molens,
waarvan alleen de standaard nog staat met
gebroken steenen tusschen versplinterde
balken, molens die geen molens meer zijn.
Het is een treurig gezicht en het is spijtig,
dat er lang door de Oelanders zelf zoo weinig
belangstelling voor deze toch zoo heel mooie
en vooral karakteristieke stoffage van hun
landschap is getoond.
En zooals het in ons land gegaan is toen
de Hollandsche molen steeds ei-xxstiger be
dreigd werd zoo is het ook op Oeland geloopexx
Vrienden van het eiland en zijn oude cultuur
hebben een comité gevormd tot behoud van
de Oelandsche molens, er is een oproep ge
daan om financieelen steuix en er zijxx in de
locale pers stukken gepubliceerd, waarin voor
het bewaren van de oude .stobbemolen" ge
propageerd wei-d. Een voorloopige inventari
satie toonde aan. dat een verrassend groot
pex-centage van de nog overgebleven molens
nog geregeld in gebruik is, maar ook dat op
vele plaatsen hulp noodig was om Verder ver
val of afbraak te kunnen voorkomen. Krach
tige medewerking heeft men verkregen van
de jeugdox-ganisaties op het eiland en vooral
de samenwerking met de af deelingen van den
door de Rockefeïlei-stichting gesteunden bond
van boerenjeugd is in dit verband van veel
beteekenis. Want deze boerenzoons en boe
rendochters die over een jaar of wat mis
schien 't bestuur van zoo'n oude hoeve zul
len overnemen, kunnen meer dan een comité
van vele vooraanstaande personen doen voor
't behoud van Oeland's mooie molens. De
actie richt zich er namelijk op, dat elke
hoeve, die op zijn gx-ond xxog een molen heeft,
de verantwoorelijkheid voor het behoud en
dus ook voor het onderhoud van dien molen
draagt, als 't niet anders kan met steun van
anderen, van het comité of van jeugdver-
eenigingen, die dan een feestavond met dans
en koffie en voor 't goede doel thuïs-gebak-
kexx koekjes en desnoods een tombola met
gratis ter beschikking gestelde prijzen or-
ganiseeren.
En men heeft goede hoop, dat het aantal
molens, dat nu op 't vlakke Oeland zijn wieken
tegen de lucht zet niet merkbaar meer zal
slinken. Want het is immers de jeugd van
het eilaixd, die nu voor de oude molens op
komt.
C. G. B.
Nieuwe perspectieven in de
Psychologie van het dier.
Als we over het verstand van dieren gaan
praten komen we op een gevaarlijk terrein.
In de eerste plaats weten we er maar bitter
weinig van. Doch bovendien heeft ieder daar
over zijn eigen meening en kent gevallen van
katten en vooral honden, die „zoo verstandig
als een mensch" wax*en.
Dit nu is al eeix ernstige fout. We mogen het
dier wat. zijn verstandelijke vermogens be-
tx-eft, nimmer met den mexxsch vergelijken.
Hoogstens met het gedrag van eexx kind van
een jaar of twee.
Bij oppervlakkige beschouwing kuxxixexx we
bij onze huisdieren vaak dingen constateereix,
waarvan we geneigd zouden zijn aan te ne
meix, dat er eexx zekere mate vaxx verstand aaxx
texx grondslag ligt.
Maar desondanks hebben de handelingen
van het dier weiixig overeenkomst met de
verstaixdelijke, d. i. beredeneerde dadexx ven
den mensch. Elk dier heeft een bepaald, eix
vaak zeer beperkt aantal handelingen, die het
uitvoert als reactie op bepaalde invloeden in
zijxx onxgeviixg. Zoo zal een dier bij het zien
van vlammen onmiddellijk vluchteix, omdat
het- weet, dat hem van die zijde gevaar kan
dreigen. En zoo zal ook uw huiskat spiixxxexx,
als ze zich belxagelijk voelt. Ze is „tevreden"
zeggen we dan.
We moeten deze theorie echter weer xxiet
te sterk gaan doorvoeren, exx het dier als eexx
„reactie-automaat" gaaxx zien. Waxxt wel de
gelijk bestaat er eexx eigexx iixxtiatief en kan
het zich bepaalde eigeschappeix verwervexx,
die zijnsoorgenooten xxiet bezitten. Dit zijxx daix
de individueele verschillen.
Zoo zullen de vogels, die eiken dag door u
op een bepaald tijdstip gevoederd worden,
steeds precies op dat tijdstip aanwezig zijn.
Mocht u al eens een keertje te laat zijn, uw
gevederde vriendjes zitten al te wachten.
Heel lang nu heeft men gemeend dat de
individueele, tijdens het leven verworven
eigenschappen, niet erfelijk zouden zijn. Daar
bij heeft men dan echter, misschien onder
invloed van het Darwinisme, vrnl. den nadruk
gelegd op de lichamelijke eigenschappen. Men
heeft honden en ratten generatie op genera
tie den staart afgehakt, in de hoop dat de
jongen tenslotte met kortere staarten gebo
ren zouden worden. Doch deze vertikten het,
waaruit men de generaliseerende conclusie
trok: de tijdens liet leven verworven eigen
schappen zijn niet erfelijk.
Andere onderzoekers echter, en nier moet dan
in den laatsten tijd vooral de Amerikaansche
psycholoog W. Mc.. Dougall genoemd worden,
lieten de lichamelijke eigenschappen voorloo-
pig voor wat ze waren, doch begonnen proef
nemingen op psychologisch gebied. Hierbij
werd dan als vanzelfsprekend weer gebruik
gemaakt van de eeuwige marlelaartjes der
wetenschap, de witte ratten.
Deze ratten werden in een tank gelaten,
welke door een tweetal tusschenschotten in
drie vakken verdeeld was. Deze tank was ge
deeltelijk nxet water gevuld, terwijl de tus
schenschotten elk een opening hadden, waar
door eeix rat uit het middenvak'in eeix der
zijvakken kon komen. Nu werd het rechter-
vak helder en het linkervak slechts zwak ver
licht, wat natuurlijk door de openingen zicht
baar was.
Vervolgens werden de ratten in het midden
vak gelaten. Zooals te verwachten was, bega
ven ze zich naar de lichte opening, waar ze
echter een lichten, electrischen schok ki-e-
geix. Gingen ze daardoor afgeschrikt naar het
linkervak, dan konden ze daar de tank onge
hinderd verlaten.
Met de eerste ratten (35), die dus nog ge
heel onbekend met- de installatie waren, bleek
nu, dat zij 125 maal (59.5 pCt.) naar de lichte
en slechts 85 maal (40.5 pCt.) n. de donkere
zijde uitweken. Er was dus een duidelijke
voorkeur voor het verlichte vak.
Van deze proefratten werden de afstamme
lingen verder getraind. Nu bleek, dat de 26
afstammelingen van de achtste generatie in
156 proeven, nog maar 72 maal (46.2 pCt.)
naar de lichte en reeds 84 maal (53.8 pCt.)
naar de donkere zijde uitweken. Eij de der
tiende generatie werden de resultaten nog
veel sprekender, n.l. 300 maal (45.9 pCt.) naar
de licixte exx 354 maal (54.1 pCt.) naar de don
kere zijde.
In 1930 publiceerde Mc. Dougall zijxx verdere
onderzoekingeix, die, zooals te verwachtexx was,
nog verdere perfectie vaix de „lichtschuw
heid" te zieix gaven. Deze resultaten worden
nu verder weergegeven met het aantal fouten
dat de dieren makexx, alvoreixs den goeden
weg te vindexx. Werdexx er in de veertiende ge
neratie ïxog gemiddeld tachtig fouten ge
maakt, in de di-ie-en-twintigste waren dit er
nog maar 25. Ter vergelijking diene, dat twee
series proefratten gemiddeld 170 en 164 fou
ten maakten.
Waar de beste der controle-ratteix ïxu nog
negentig fouteix maakte, voor hij deix goeden
weg vond, daar maakte de beste van de veer
tiende generatie nog slechts 42 en die der drie-
eix-twintigste nog slechts 3 fouten.
Onx eventueele aanvallen reeds bij voorbaat
te ontzenuwen, werd eeix zgn. coixtra-selectie
toegepast. D.w.z. dat men niet willekeurige
ratteix verder teelde, doch juist de doixxste.
De oude Oelandsche
standerdnxolen heeft
geeix zeilen op de wie-
keix en staat met zijn
onderstel boven op den
vlak onder 't kanaal
liggeixden kalksteen,
zoodat de molen, opzij
en vaix achteren, ge
stut moet worden,
k.4
"-J
-- - - v
Zoodat men met opzet de getallen minder gun
stig maakte.
Daardoor kreeg men van achttieix dieren
een fouterxaantal van 166. Wat dus eeix stuk
slechter is dan dat der normaal geteelde rat
ten, maar toch ook weer beter dan dat der
controleratten.
Om nu te bewijzen dat de eigenschappen
werkelijk erfelijk geworden wareix, nam Mc.
Dougall de drie slechtste moeders eix de drie
slechtste vaders van eeix bepaalde generatie.
Waarbii hij vaix 18 ixakom?Ungen een gemid
delde var, 166 fouten kvceg.
Daarna kruiste hij dezelfde drie ïxxoeders
met drie mannetjes uit de eeix-eix-twintigste
genei-atie, wat als resultaat gaf een gemid
delde vaix 62 over zestiexx nakomelingen.
Hieruit blijkt dus wel overduidelijk, dat de
invloed van de erfelijk getrainde mannetjes
op de jongen stei-k voelbaar is.
De derde controleproef vernietigde weer
een heilig huisje. Naar aanleiding van
McDougalls eerste publicatie was aange
voerd. dat de ouders de jongen wel eens ge-
leex*d zouden kunnen hebben, de veidichte
opening eix daai-mee den schok te vermijden.
Het is nl. een in veel diei-envex-halen voor
komende opvatting, dat de ouders huix jon
gen verschillende dingexx zouden leeren.
Een aaixtal jongen werd nu vaix de moe-
dei"s weggenomen en opgevoed door pleeg
moeders. die nog nimmer met de tank in
aanraking waren geweest. Zooals te verwach
ten was. had dit op de jongen geen invloed.
Ook zij bleken lichtschuw te zijn.
In Mc Dougalls dei'den verslag, dat in 1933
verscheen, vei-telt hij over zijix verdere on
derzoekingen. Thans blijkt, dat het aantal
fouten sterk schommelt, eix behoudens en
kele minima niet meer terugloopt.
Hiei-bij moet echter niet uit het oog wor
den verloren, dat er aan de intelligentie van
de ratten, als we het zoo mogeix noemen, een
grens is. Natuurlijk kunnen er schommelin
gen om die grens mogelijk zijix, doch in het
algemeen zal het aantal fouten er niet- on
der komen, doch min of meer stabiel blijven.
Al deze feiten, die Mc Dougall in den loop
van vijftien jaar met zijn serieuze onderzoe
kingen verkreeg, geven ons te denken. We
zullen nu toch zoo langzamerhand moeten
toegeven, dat er toch wel zoo iets als erfe
lijkheid van tijdens het leven verworven
eigenschappen bestaat. Waax-mee weer aller-
lei nieuwe perspectieven geopend zulleix wor
den die in de studie vaix de psychologie vaix
het dier een groote ommekeer teweeg zullen
brengen.
Natuurlijk zal de nieuwe opvatting op ern-
stigexx tegenstand stuiten. Doch in elk geval
kuixneix we met belangstelling het verder
vei'loop van deze ondei-zoekingen tegemoet
zieix. die ons misschien weer een stapje dich
ter bij het toch zoo moeilijk te begrijpen
dier zulleix brengen.
De zon is uit!
Met den zoelen wind, het uitbotten van
kastanjeboomen, het zeixuwachtig geschar
rel, en gesjirp van vogels en de vriendelijk
heid van eeix nieuwe zon konxt ieder jaar de
onrust in Londen binnen. Acht ïxxillioen
meixschen, die den langen winter hébben
doorgebracht tusschen cix in huizen, die voor
geen enkele and-ere stad in somberheid on-
derdoeix, worden zich plotseling bewust van
licht en zon, veranderen in fanatici, die zoo
veel mogelijk van de buit willen binnen ha
len in den -korten tijd, die hun gegeven is.
Het is aandoenlijk Londen iix dieix ge
moedstoestand gade te slaan, geiteed voor
den algemeeneix aanval op de zoix. Rameix en
goi-dijnen gaan open aan de zonzijde. Arme
tierige plantjes, die het binnen niet te best
maakten, worden naar .buiten geschoven in
de luwte van eeix zonnige vensterbank. Poe
sen. baby's en hondjes spelen in de opeix
nxinxten voor de sousterrains. waar een
smalle zon-reep valt. De kleine parkjes mid
den in de stad, waar bijna evenveel bankeix
als grassprietjes staan. hebben plotseling
nieuwe beteekenis gekregen: het zijn diepe
putten ixx de Londensche steenmassa, waar
in de goedgeefsche voorjaarszon haar wanxx-
t-e vei^zamelt. Zoolang de zon schijnt, is er
geen ban-k onbezet en moeders, die in huix
wo o ïx ka me ï's geen enkel beetje zoix kunxxen
vangen, nemen er haar breiwerk eix haar
jongste kinderen mee naar toe. die er met
hun oogen knippereix-d tegen het licht wat
beginixen te spelen.
M'n overburen beginnen zich met den
tuin te bemoeien. Ze zijn vrijwel de eenigen
in de straat, die zich ieder jaar weer opnieuw
inspannen, om van het armzalig beetje
gi-ond tusschen de hooge, dikke steeixeix mu
ren, die de „tuixxen" van elkander scheiden
een lusthof te maken en index-daad beginnen
er een paar heesters uit te loopen en een en
kele tulp heeft voldoende voedsel en ki-acht
gevonden om een bloem op een stengel te
dragen. Om de zon aan te trekken, hebben
zij zelfs de grauwe steenen tuinmuren wit
geverfd, wat in de heele straat verbazing
wekkende navolging heeft gevonden. Want
ook al hebben de anderen hun tuinen met
asfalt, grind of gravel volgegooid, ze willen
toch geen van allen riskeeren, dat de zon
den tuin van een ander zou prefereeren bo
ven hun eigen kleine beetje open niimte.
Eén van m'n buren is zijn zomer-ti-aining
reeds begonnen: in den vroegen mox-gen. als
het eerste beetje zon vooi-zichtig onx eeix
hoek begiixt te gluren, stapt hij resoluut in
„shorts" naar buiten, opent het ijzeren hek
van het plantsoen, waarvan alleen de om
wonenden een sleutel bezitten en draaft op
geruimd en veerkrachtig achter de tralies en
op den uitei-sten grasrand rond en rond. Als
hij verzadigd is, steekt hij zich na een ont
bijt iix onberispelijke zakenman's kleeding,
en ook zijix gezicht ven-aadt. niets vaix zijix
vroege sportprestatie als hij zich kantoor-
waai-ts begeeft. Later in het seizoen zullen
vex-scheiden axxderexx zijn morgen-draf mee
doen, vooidoopig echter is hij xxog een voor-
looper, eeix eer die hij deelt met eeix niet
meer joixg rentenier, die omstreeks tiexx uur,
als de zon haar aai'zeling heeft overwonnen
eix rijper op ons neerschijixt, midden op het
grasveld wat gaat touwtje springen
Ixx Hyde Park staan de fi-isch geverfde
stoelen in keurige rijen op het grasveld uit
gestald met het uitzicht op velden bont van
erocusjes. Vermoeide zielen komen er iix de
zoix achter een krant wat zitten dommelen,
kantoormeisjes eten er hun lunch giegelend
op en oude dames zitten zich rustig te
vreden in de zon te koesteren.
Z/*.
De tennissers zijn al weer aan den slag, de
watersportmenschen hebbeix hun bootexx een
goede voorjaarsbeurt gegeven, nog een nxaaixd
en we gaaxx weer buiteix zwemmen: de wüxter
is voorbijDus stoppen we een paar nxaanden
met onze gymnastiekrubriek en biedeix u hier
bij de laatste serie aan.
Oefening 208 is een zware lenigheidsoefe
ning. In liggende houding een beeix gestrekt
opgooien, met twee haixden eveix deix enkel
pakken, exx dan krachtig met veerende be
wegingen er aan trekkeix. Het andere been
wordt gebogen neergezet. Na een poosje ook
het aixdere been oefenen.
Oefening 209. We beginixen op haixden
eix knieën, waarixa de handeix zoo ver mogelijk
naar voren worden gezet. De bovenbeenen
moeten echter loodrecht blijveix. Nu met kleine
stukjes tegelijk de handen verzetten en een
cirkelboog beschrijven, zooals aaixgegeven op
de teekening,
Oefening 210. Alleen voor meer-geoefen-
den. Deze oefening kan op verschillende
wijzeix uitgevoerd wordeix. Het eeixvoudigste is
ïxog nxet behulp van een stoel op de schou
ders van uw helper te gaaix zitten. Deze pakt
u bij de enkel goed beet en gaat zoo stevig
mogelijk staan. De bovennxaix gaat nu lang
zaam achterover tot tenslotte zijxx handen
den grond raken. Zijn helper laat nu de voeten
los. geeft desixoods nog een duwtje, zoodat u
vanzelf via handstaxxd met de voeten weer
op den grond komt. Iets moeilijker is het,
wanneer U zich weer probeert terug te trek
keix, zoodat u net eindigt zooals u begonnen
bent. xxamelijk zittend op de schouders van
uw partner. Eix ïxu de moeilijkste vorm. U
begint met op de handen te gaaix staan,
waarna uw helper vlug achter u komt staan,
om uw onderbeenen op zijix schouders te
leggexx. Nu wox-dt u stevig bij de enkels vast
gepakt, waarna u zich omtrekt tot zit.
't Valt xxiet ïxxee! Sportieve jongelui, ont
houdt deze oefening eeixs exx probeert het
dezen zomer aan het strand!
Tenslotte de wendsprong, als nummer 211.
Op het linkerbeen staande, wordt het rechter
een paar maal losjes heen en weer gezwaaid.
Bij een daarop volgenden krachtïgen achter-
zwaai springt u hoog op, dx-aait in de lucht
een halven slag om. en komt neer op het been
dat eerst gezwaaid heeft.
JULES KAMMEIJER.
Leeraar Lich. Opv. M.O.
Omsti-eeks 1 uur stroomen honderden uit
de omliggende kantoren St. James' Pax-k
binnen, eten een sandwich op het gras of op
een bank en loopen in stevigen pas onx den
vijver, die in de luwte ligt eix aan beide
kanten door de zon wordt beschenen. Ze
voi-men een steeds ronddraaieixden ring, die
rechts en links houdt en geen stilstaan ver-
oox-looft. Een winterhoed wordt van het
hoofd genomen, een jas waait losjes open.
een hals rekt zich uit naar de zon en te
gen tweeën verdwijnen zij weer naar alle
kanten om het park aan de zoix en de niet
aan tijd gebonden individuen over te laten.
Londen gedraagt zich aandoeixlijk in de
eerste stralen van voorjaai-szon. Het schaamt
zich niet voor zijn gulzigheid, het hapt en
gaapt naar zon aan alle kanten. De ramen
staaxx open, de gordijnen hangen opzij en
op steaat houden voetgangers zich maar
aan één enkelen regel: ..volg de zon!" en ze
loopen kriskras, ze steken over omdat daar
een plas zonlicht op straat ligt. ze steken
weer over. omdat om den hoek de zon vlak
tegen de huizen aan den overkant aanligt,
en ze volgen deemoedig te'reden, omdat ein
delijk de zoxx weer terug if; tevreden, om
dat ze van Engeland en var. Londen houden
als de zon er schijnt.
En waarom zou ik eigenlijk hun jacht op
de zon seixtimenteel en aandoenlijk noemen,
nu ik zelf de tafel nog een decimeter dichter
naar het raam heb geschoven om de zoix
nog wat langer op het papier eix m'n han
den vast te houdeix. de zoix. waarnaar de
winter in Londensche huizen ons allen even
dwaas heeft doen verlangen.
Vr. S.