DE ZAT Dl %0 DE ÖLANDSCHE MOLENS H' jpi% Bluft Fit! BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiii LEVEN IN LONDEN. ZXTER DAG 4 APRIL 1936 H A A R L E M'S DAGBLAD 13 De laatste twintig jaar is hun aantal aan merkelijk verminderd, maar nog heeft Oeland één molen op de tien gezinnen. - De „Hol- landsche molen" als gevaarlijk concurrent van de Oelandsche. - De boerenjeugd komt voor de oude molens op. Nog staan hier en daar buiten de dorpen rijtjes molens, herinnerend aan den tijd toen elke hoeve zijn eigen molen had. (Van onzen correspondent te Stockholm). - et is met Oeland als met ons land: wanneer je er zoo uit de verte aan terugdenkt zie je steeds weer beel den van molens op de lage lijn van den horizon, molens, die in den over wij de vlakten aanbolderenden wind hun wieken wentelen of stil en donker tegen de avond lucht staan als wakers over slapend land. Maar er zijn verschillen. De Hollandsche (molen heeft zijn veelheid van vormen, van het Friesche skelet-tjaskertje tot de hoog op- torenende toaksteenen reuzen langs Schiedams 'singels, terwijl de Oelandsche molens nage noeg alle van één en'hetzelfde type zijn, kleine, louter uit hout gebouwe „open stan daardmolens", die vrij primitieve half met planken gedekte en maar zelden met zeilen •beslagen wieken hebben en die met heel het molenhuis draaibaar zijn rond een zware eiken stobbe, welke met zijn kruisbalken rust op den schier overal vlak onder de oppervlakte Iiggeixden kalksteen. En terwijl er zeer Hol landsche landschappen zijn waarin geen molens voorkomen, is een -beeld van Oeland (Bonder tenminste een paar wiekenkruisen op den achtergrond moeilijk denkbaar. Hoe veel molens Holland heeft weet ik niet. Maar Klit eiland, dat van Noord naar Zuid honderd- jvijftig kilometer meet en op het breedste deel leen kilometer of vijftien is, telt er een kleine zeshonderd of ongeveer één op de tien ge zinnen. 'Krachtiger dan in de andere Zweedsche igewesten heeft zich op Oeland de oude iboerencultuur weten te handhaven. Nog is ex- van het steppe-achtige centi-ale deel van het •eiland betrekkelijk weinig tot dénnenbosch ten bouwlandjes en drassige weiden ontgon nen, nog liggen er vrijwel alle dorpen en (gehuchten aan de twee wegen, die vlak langs de kusten van Nooi-d naar Zuid voex-en, ïxo; heeft men hier op verscheidene plaatsen den elders in Zweden geheel verdwenen dorpsaanleg die uit den tijd van de primi tieve, in wezen communistische dorpsge- aneenschappen stamt. De markegronden zijn verdeeld exx de ruilverkaveling is vrijwel overal tot een goed einde gebracht, maar de dorpen bleven veelal zooals zij waren, met de in 'n rechthoek gebouwde hoevecomplexen axevenseen, de xiaarnlooze balken schuurmuren 'met de groote inrijpoorten aaneexi-gerijd üangs den weg over soms vele honderden 'meters lengte. Dit conservatisme, dat ixx de ihand werd gewerkt door de meestal moeilijke omstandigheden waaronder de Oelanders leefden en in zekere xnate xxog leven, is aan vankelijk het behoud van de windmolens ge weest. Vroeger had elke hoeve er tenmixxste een om 't eigen graan voor eigen gebruik analen exx niet zelden twee. waarvaxx dan eeix voor grof exx de andere voor fijn malen 'diende. Aaxx de uiteixxden van de dox-pen en 'gehuchten waren ze ixx 't gelid geschaard 'langs den weg exx ze zijn er nog, van die •reeksen vaix tien, twaalf donkere houten molentjes die op eexx winderigen dag soms als om het hardst daar naast elkaar met hun wiekexx staan te zwaaien, dat het zoeft door de lucht exx kraakt in de oude binten exx het een lust is om te ziexx. En waar de hoeven van latereix tijd meer verspreid liggen staat er toch ook doorgaans eeix molentje op 't erf of aan dexx overkant van den weg of een stuk het veld ixx tusscheix de met muurtjes van steexxexx omtuinde akkertjes. Maar ook op Oeland is de nieuwe tijd ge komen. Als de boeren vaix deix Westkant met hun ranke bootjes de Kalnxarsund op vareix om er hun nettexx uit te zetten waixt de meeste Oelanders zijn altijd tegelijk boeren èn visschers geweest dan nemeix ze peiling op de hooge silo's van de maalderij in Kal- rnar, die een der grootste van Zweden is exx het ïxoodige graan van den overkant, vaxx Oeland. vermaalt. Exx bij Fai-jestaden, waar de postboot op Kalnxar aanlegt, en op nog een paar plaatsen op het lange eiland staaxx nieuwerwetsche koreixmolexxs vaix het type. dat wij kennen en dat men hier in Zwedexx trouwens ook „Hollanders'-' pleegt te noemen hooge moleixs met borden of zeilexx op de ■wiekexx exx een hulpmotor in eexx bijgebouw. (Het is er al meer exx meer uitgegaan, dat de boeren 't eigen graan voor eigen gebi-uik malen, het onderhoud van de eigen molens vergde vaak meer daix 't looix voor het nxalen bij de maalderij en vooral iix de zwax-e jaren na dexx oorlog, toen 't brandhout op dit aaxx bosschen ai-me eiland steeds duurder werd, zijn er vele oude stendermolentjes met huru door en door droge balken en planken en hun zware eiken stobben tot kachelhoutjes verzaagd. Waarschijnlijk is zoo de laatste twintig jaar meer daix de helft van deOelaxxd- sche molens opgeruimd, en wie er nu langs de wegen rijdt ziet telkens weer op den berm zoo'xx rijtje van 'n stuk of wat half door 't gras over groeide molexxsteexxen xxxet soms nog eexx paar balkexx er bij in de buurt. Op een dag fietsen kaxx men trouwens alle stadia vaix verval van een Oelandsche molen te ziexx krijgen, vaix molens zonder wieken en molens, waar de betimmex-ing van 't molenhuis door weer en wind is verdwenen en de steenen scheef hangen aan de omgezakte balken tot molens, waarvan alleen de standaard nog staat met gebroken steenen tusschen versplinterde balken, molens die geen molens meer zijn. Het is een treurig gezicht en het is spijtig, dat er lang door de Oelanders zelf zoo weinig belangstelling voor deze toch zoo heel mooie en vooral karakteristieke stoffage van hun landschap is getoond. En zooals het in ons land gegaan is toen de Hollandsche molen steeds ei-xxstiger be dreigd werd zoo is het ook op Oeland geloopexx Vrienden van het eiland en zijn oude cultuur hebben een comité gevormd tot behoud van de Oelandsche molens, er is een oproep ge daan om financieelen steuix en er zijxx in de locale pers stukken gepubliceerd, waarin voor het bewaren van de oude .stobbemolen" ge propageerd wei-d. Een voorloopige inventari satie toonde aan. dat een verrassend groot pex-centage van de nog overgebleven molens nog geregeld in gebruik is, maar ook dat op vele plaatsen hulp noodig was om Verder ver val of afbraak te kunnen voorkomen. Krach tige medewerking heeft men verkregen van de jeugdox-ganisaties op het eiland en vooral de samenwerking met de af deelingen van den door de Rockefeïlei-stichting gesteunden bond van boerenjeugd is in dit verband van veel beteekenis. Want deze boerenzoons en boe rendochters die over een jaar of wat mis schien 't bestuur van zoo'n oude hoeve zul len overnemen, kunnen meer dan een comité van vele vooraanstaande personen doen voor 't behoud van Oeland's mooie molens. De actie richt zich er namelijk op, dat elke hoeve, die op zijn gx-ond xxog een molen heeft, de verantwoorelijkheid voor het behoud en dus ook voor het onderhoud van dien molen draagt, als 't niet anders kan met steun van anderen, van het comité of van jeugdver- eenigingen, die dan een feestavond met dans en koffie en voor 't goede doel thuïs-gebak- kexx koekjes en desnoods een tombola met gratis ter beschikking gestelde prijzen or- ganiseeren. En men heeft goede hoop, dat het aantal molens, dat nu op 't vlakke Oeland zijn wieken tegen de lucht zet niet merkbaar meer zal slinken. Want het is immers de jeugd van het eilaixd, die nu voor de oude molens op komt. C. G. B. Nieuwe perspectieven in de Psychologie van het dier. Als we over het verstand van dieren gaan praten komen we op een gevaarlijk terrein. In de eerste plaats weten we er maar bitter weinig van. Doch bovendien heeft ieder daar over zijn eigen meening en kent gevallen van katten en vooral honden, die „zoo verstandig als een mensch" wax*en. Dit nu is al eeix ernstige fout. We mogen het dier wat. zijn verstandelijke vermogens be- tx-eft, nimmer met den mexxsch vergelijken. Hoogstens met het gedrag van eexx kind van een jaar of twee. Bij oppervlakkige beschouwing kuxxixexx we bij onze huisdieren vaak dingen constateereix, waarvan we geneigd zouden zijn aan te ne meix, dat er eexx zekere mate vaxx verstand aaxx texx grondslag ligt. Maar desondanks hebben de handelingen van het dier weiixig overeenkomst met de verstaixdelijke, d. i. beredeneerde dadexx ven den mensch. Elk dier heeft een bepaald, eix vaak zeer beperkt aantal handelingen, die het uitvoert als reactie op bepaalde invloeden in zijxx onxgeviixg. Zoo zal een dier bij het zien van vlammen onmiddellijk vluchteix, omdat het- weet, dat hem van die zijde gevaar kan dreigen. En zoo zal ook uw huiskat spiixxxexx, als ze zich belxagelijk voelt. Ze is „tevreden" zeggen we dan. We moeten deze theorie echter weer xxiet te sterk gaan doorvoeren, exx het dier als eexx „reactie-automaat" gaaxx zien. Waxxt wel de gelijk bestaat er eexx eigexx iixxtiatief en kan het zich bepaalde eigeschappeix verwervexx, die zijnsoorgenooten xxiet bezitten. Dit zijxx daix de individueele verschillen. Zoo zullen de vogels, die eiken dag door u op een bepaald tijdstip gevoederd worden, steeds precies op dat tijdstip aanwezig zijn. Mocht u al eens een keertje te laat zijn, uw gevederde vriendjes zitten al te wachten. Heel lang nu heeft men gemeend dat de individueele, tijdens het leven verworven eigenschappen, niet erfelijk zouden zijn. Daar bij heeft men dan echter, misschien onder invloed van het Darwinisme, vrnl. den nadruk gelegd op de lichamelijke eigenschappen. Men heeft honden en ratten generatie op genera tie den staart afgehakt, in de hoop dat de jongen tenslotte met kortere staarten gebo ren zouden worden. Doch deze vertikten het, waaruit men de generaliseerende conclusie trok: de tijdens liet leven verworven eigen schappen zijn niet erfelijk. Andere onderzoekers echter, en nier moet dan in den laatsten tijd vooral de Amerikaansche psycholoog W. Mc.. Dougall genoemd worden, lieten de lichamelijke eigenschappen voorloo- pig voor wat ze waren, doch begonnen proef nemingen op psychologisch gebied. Hierbij werd dan als vanzelfsprekend weer gebruik gemaakt van de eeuwige marlelaartjes der wetenschap, de witte ratten. Deze ratten werden in een tank gelaten, welke door een tweetal tusschenschotten in drie vakken verdeeld was. Deze tank was ge deeltelijk nxet water gevuld, terwijl de tus schenschotten elk een opening hadden, waar door eeix rat uit het middenvak'in eeix der zijvakken kon komen. Nu werd het rechter- vak helder en het linkervak slechts zwak ver licht, wat natuurlijk door de openingen zicht baar was. Vervolgens werden de ratten in het midden vak gelaten. Zooals te verwachten was, bega ven ze zich naar de lichte opening, waar ze echter een lichten, electrischen schok ki-e- geix. Gingen ze daardoor afgeschrikt naar het linkervak, dan konden ze daar de tank onge hinderd verlaten. Met de eerste ratten (35), die dus nog ge heel onbekend met- de installatie waren, bleek nu, dat zij 125 maal (59.5 pCt.) naar de lichte en slechts 85 maal (40.5 pCt.) n. de donkere zijde uitweken. Er was dus een duidelijke voorkeur voor het verlichte vak. Van deze proefratten werden de afstamme lingen verder getraind. Nu bleek, dat de 26 afstammelingen van de achtste generatie in 156 proeven, nog maar 72 maal (46.2 pCt.) naar de lichte en reeds 84 maal (53.8 pCt.) naar de donkere zijde uitweken. Eij de der tiende generatie werden de resultaten nog veel sprekender, n.l. 300 maal (45.9 pCt.) naar de licixte exx 354 maal (54.1 pCt.) naar de don kere zijde. In 1930 publiceerde Mc. Dougall zijxx verdere onderzoekingeix, die, zooals te verwachtexx was, nog verdere perfectie vaix de „lichtschuw heid" te zieix gaven. Deze resultaten worden nu verder weergegeven met het aantal fouten dat de dieren makexx, alvoreixs den goeden weg te vindexx. Werdexx er in de veertiende ge neratie ïxog gemiddeld tachtig fouten ge maakt, in de di-ie-en-twintigste waren dit er nog maar 25. Ter vergelijking diene, dat twee series proefratten gemiddeld 170 en 164 fou ten maakten. Waar de beste der controle-ratteix ïxu nog negentig fouteix maakte, voor hij deix goeden weg vond, daar maakte de beste van de veer tiende generatie nog slechts 42 en die der drie- eix-twintigste nog slechts 3 fouten. Onx eventueele aanvallen reeds bij voorbaat te ontzenuwen, werd eeix zgn. coixtra-selectie toegepast. D.w.z. dat men niet willekeurige ratteix verder teelde, doch juist de doixxste. De oude Oelandsche standerdnxolen heeft geeix zeilen op de wie- keix en staat met zijn onderstel boven op den vlak onder 't kanaal liggeixden kalksteen, zoodat de molen, opzij en vaix achteren, ge stut moet worden, k.4 "-J -- - - v Zoodat men met opzet de getallen minder gun stig maakte. Daardoor kreeg men van achttieix dieren een fouterxaantal van 166. Wat dus eeix stuk slechter is dan dat der normaal geteelde rat ten, maar toch ook weer beter dan dat der controleratten. Om nu te bewijzen dat de eigenschappen werkelijk erfelijk geworden wareix, nam Mc. Dougall de drie slechtste moeders eix de drie slechtste vaders van eeix bepaalde generatie. Waarbii hij vaix 18 ixakom?Ungen een gemid delde var, 166 fouten kvceg. Daarna kruiste hij dezelfde drie ïxxoeders met drie mannetjes uit de eeix-eix-twintigste genei-atie, wat als resultaat gaf een gemid delde vaix 62 over zestiexx nakomelingen. Hieruit blijkt dus wel overduidelijk, dat de invloed van de erfelijk getrainde mannetjes op de jongen stei-k voelbaar is. De derde controleproef vernietigde weer een heilig huisje. Naar aanleiding van McDougalls eerste publicatie was aange voerd. dat de ouders de jongen wel eens ge- leex*d zouden kunnen hebben, de veidichte opening eix daai-mee den schok te vermijden. Het is nl. een in veel diei-envex-halen voor komende opvatting, dat de ouders huix jon gen verschillende dingexx zouden leeren. Een aaixtal jongen werd nu vaix de moe- dei"s weggenomen en opgevoed door pleeg moeders. die nog nimmer met de tank in aanraking waren geweest. Zooals te verwach ten was. had dit op de jongen geen invloed. Ook zij bleken lichtschuw te zijn. In Mc Dougalls dei'den verslag, dat in 1933 verscheen, vei-telt hij over zijix verdere on derzoekingen. Thans blijkt, dat het aantal fouten sterk schommelt, eix behoudens en kele minima niet meer terugloopt. Hiei-bij moet echter niet uit het oog wor den verloren, dat er aan de intelligentie van de ratten, als we het zoo mogeix noemen, een grens is. Natuurlijk kunnen er schommelin gen om die grens mogelijk zijix, doch in het algemeen zal het aantal fouten er niet- on der komen, doch min of meer stabiel blijven. Al deze feiten, die Mc Dougall in den loop van vijftien jaar met zijn serieuze onderzoe kingen verkreeg, geven ons te denken. We zullen nu toch zoo langzamerhand moeten toegeven, dat er toch wel zoo iets als erfe lijkheid van tijdens het leven verworven eigenschappen bestaat. Waax-mee weer aller- lei nieuwe perspectieven geopend zulleix wor den die in de studie vaix de psychologie vaix het dier een groote ommekeer teweeg zullen brengen. Natuurlijk zal de nieuwe opvatting op ern- stigexx tegenstand stuiten. Doch in elk geval kuixneix we met belangstelling het verder vei'loop van deze ondei-zoekingen tegemoet zieix. die ons misschien weer een stapje dich ter bij het toch zoo moeilijk te begrijpen dier zulleix brengen. De zon is uit! Met den zoelen wind, het uitbotten van kastanjeboomen, het zeixuwachtig geschar rel, en gesjirp van vogels en de vriendelijk heid van eeix nieuwe zon konxt ieder jaar de onrust in Londen binnen. Acht ïxxillioen meixschen, die den langen winter hébben doorgebracht tusschen cix in huizen, die voor geen enkele and-ere stad in somberheid on- derdoeix, worden zich plotseling bewust van licht en zon, veranderen in fanatici, die zoo veel mogelijk van de buit willen binnen ha len in den -korten tijd, die hun gegeven is. Het is aandoenlijk Londen iix dieix ge moedstoestand gade te slaan, geiteed voor den algemeeneix aanval op de zoix. Rameix en goi-dijnen gaan open aan de zonzijde. Arme tierige plantjes, die het binnen niet te best maakten, worden naar .buiten geschoven in de luwte van eeix zonnige vensterbank. Poe sen. baby's en hondjes spelen in de opeix nxinxten voor de sousterrains. waar een smalle zon-reep valt. De kleine parkjes mid den in de stad, waar bijna evenveel bankeix als grassprietjes staan. hebben plotseling nieuwe beteekenis gekregen: het zijn diepe putten ixx de Londensche steenmassa, waar in de goedgeefsche voorjaarszon haar wanxx- t-e vei^zamelt. Zoolang de zon schijnt, is er geen ban-k onbezet en moeders, die in huix wo o ïx ka me ï's geen enkel beetje zoix kunxxen vangen, nemen er haar breiwerk eix haar jongste kinderen mee naar toe. die er met hun oogen knippereix-d tegen het licht wat beginixen te spelen. M'n overburen beginnen zich met den tuin te bemoeien. Ze zijn vrijwel de eenigen in de straat, die zich ieder jaar weer opnieuw inspannen, om van het armzalig beetje gi-ond tusschen de hooge, dikke steeixeix mu ren, die de „tuixxen" van elkander scheiden een lusthof te maken en index-daad beginnen er een paar heesters uit te loopen en een en kele tulp heeft voldoende voedsel en ki-acht gevonden om een bloem op een stengel te dragen. Om de zon aan te trekken, hebben zij zelfs de grauwe steenen tuinmuren wit geverfd, wat in de heele straat verbazing wekkende navolging heeft gevonden. Want ook al hebben de anderen hun tuinen met asfalt, grind of gravel volgegooid, ze willen toch geen van allen riskeeren, dat de zon den tuin van een ander zou prefereeren bo ven hun eigen kleine beetje open niimte. Eén van m'n buren is zijn zomer-ti-aining reeds begonnen: in den vroegen mox-gen. als het eerste beetje zon vooi-zichtig onx eeix hoek begiixt te gluren, stapt hij resoluut in „shorts" naar buiten, opent het ijzeren hek van het plantsoen, waarvan alleen de om wonenden een sleutel bezitten en draaft op geruimd en veerkrachtig achter de tralies en op den uitei-sten grasrand rond en rond. Als hij verzadigd is, steekt hij zich na een ont bijt iix onberispelijke zakenman's kleeding, en ook zijix gezicht ven-aadt. niets vaix zijix vroege sportprestatie als hij zich kantoor- waai-ts begeeft. Later in het seizoen zullen vex-scheiden axxderexx zijn morgen-draf mee doen, vooidoopig echter is hij xxog een voor- looper, eeix eer die hij deelt met eeix niet meer joixg rentenier, die omstreeks tiexx uur, als de zon haar aai'zeling heeft overwonnen eix rijper op ons neerschijixt, midden op het grasveld wat gaat touwtje springen Ixx Hyde Park staan de fi-isch geverfde stoelen in keurige rijen op het grasveld uit gestald met het uitzicht op velden bont van erocusjes. Vermoeide zielen komen er iix de zoix achter een krant wat zitten dommelen, kantoormeisjes eten er hun lunch giegelend op en oude dames zitten zich rustig te vreden in de zon te koesteren. Z/*. De tennissers zijn al weer aan den slag, de watersportmenschen hebbeix hun bootexx een goede voorjaarsbeurt gegeven, nog een nxaaixd en we gaaxx weer buiteix zwemmen: de wüxter is voorbijDus stoppen we een paar nxaanden met onze gymnastiekrubriek en biedeix u hier bij de laatste serie aan. Oefening 208 is een zware lenigheidsoefe ning. In liggende houding een beeix gestrekt opgooien, met twee haixden eveix deix enkel pakken, exx dan krachtig met veerende be wegingen er aan trekkeix. Het andere been wordt gebogen neergezet. Na een poosje ook het aixdere been oefenen. Oefening 209. We beginixen op haixden eix knieën, waarixa de handeix zoo ver mogelijk naar voren worden gezet. De bovenbeenen moeten echter loodrecht blijveix. Nu met kleine stukjes tegelijk de handen verzetten en een cirkelboog beschrijven, zooals aaixgegeven op de teekening, Oefening 210. Alleen voor meer-geoefen- den. Deze oefening kan op verschillende wijzeix uitgevoerd wordeix. Het eeixvoudigste is ïxog nxet behulp van een stoel op de schou ders van uw helper te gaaix zitten. Deze pakt u bij de enkel goed beet en gaat zoo stevig mogelijk staan. De bovennxaix gaat nu lang zaam achterover tot tenslotte zijxx handen den grond raken. Zijn helper laat nu de voeten los. geeft desixoods nog een duwtje, zoodat u vanzelf via handstaxxd met de voeten weer op den grond komt. Iets moeilijker is het, wanneer U zich weer probeert terug te trek keix, zoodat u net eindigt zooals u begonnen bent. xxamelijk zittend op de schouders van uw partner. Eix ïxu de moeilijkste vorm. U begint met op de handen te gaaix staan, waarna uw helper vlug achter u komt staan, om uw onderbeenen op zijix schouders te leggexx. Nu wox-dt u stevig bij de enkels vast gepakt, waarna u zich omtrekt tot zit. 't Valt xxiet ïxxee! Sportieve jongelui, ont houdt deze oefening eeixs exx probeert het dezen zomer aan het strand! Tenslotte de wendsprong, als nummer 211. Op het linkerbeen staande, wordt het rechter een paar maal losjes heen en weer gezwaaid. Bij een daarop volgenden krachtïgen achter- zwaai springt u hoog op, dx-aait in de lucht een halven slag om. en komt neer op het been dat eerst gezwaaid heeft. JULES KAMMEIJER. Leeraar Lich. Opv. M.O. Omsti-eeks 1 uur stroomen honderden uit de omliggende kantoren St. James' Pax-k binnen, eten een sandwich op het gras of op een bank en loopen in stevigen pas onx den vijver, die in de luwte ligt eix aan beide kanten door de zon wordt beschenen. Ze voi-men een steeds ronddraaieixden ring, die rechts en links houdt en geen stilstaan ver- oox-looft. Een winterhoed wordt van het hoofd genomen, een jas waait losjes open. een hals rekt zich uit naar de zon en te gen tweeën verdwijnen zij weer naar alle kanten om het park aan de zoix en de niet aan tijd gebonden individuen over te laten. Londen gedraagt zich aandoeixlijk in de eerste stralen van voorjaai-szon. Het schaamt zich niet voor zijn gulzigheid, het hapt en gaapt naar zon aan alle kanten. De ramen staaxx open, de gordijnen hangen opzij en op steaat houden voetgangers zich maar aan één enkelen regel: ..volg de zon!" en ze loopen kriskras, ze steken over omdat daar een plas zonlicht op straat ligt. ze steken weer over. omdat om den hoek de zon vlak tegen de huizen aan den overkant aanligt, en ze volgen deemoedig te'reden, omdat ein delijk de zoxx weer terug if; tevreden, om dat ze van Engeland en var. Londen houden als de zon er schijnt. En waarom zou ik eigenlijk hun jacht op de zon seixtimenteel en aandoenlijk noemen, nu ik zelf de tafel nog een decimeter dichter naar het raam heb geschoven om de zoix nog wat langer op het papier eix m'n han den vast te houdeix. de zoix. waarnaar de winter in Londensche huizen ons allen even dwaas heeft doen verlangen. Vr. S.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 15