BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Door S. Vollenga. Het graf van Christus. N" ZATERDAG 11 APRIL 1936 H A A R L E M'S DAGBLAD 13 Eén nacht in Bagdad. Schipbrug over den Tigris vóór Bagdad. Jodhpur is in hooge mate luchtvaart- gezind. Airminded heet dat tegen woordig. Geen wonder. De Maharadja is een der oudste vrienden van de K. L. M. en bezit zelf verschillende sportvlieg- tuigen, die hij ook zelf bestuurt. Hij is be gonnen zijn collega's per vliegtuig te bezoe ken en nu wordt dat al gewoonte onder de Indische vorsten. En de KL.M. en de Hol landers zijn er wel bekend. Laatst waren er toch goed geteld 32 KL.M.'ers of althans Hol- landsche viiegmenschen! Smirnoff zat er thuisvarend met 5 passagiers, Geysendorfer op weg naar Jan Oost met 6 man buiten zijn bemanning, dan streek daar Koppen neer met zijn drie Havillands en 9 man aan boord, dus een drukte van belang. Vijf Hollandsche toestellen! 's Middags kwam er nog een Imperial Airways bij. Den volgenden dag een Franschman en een Engelsche tegenligger. Twee dagen later komt Frijns binnenvallen met vijf Engelschen en een leege stoel voot mij en even later Parmentier met 6 Engel sche passagiers. Het afscheid van Jodhpur viel niet zwaar ln het vooruitzicht de reis met oude kame raden te maken. Als wij om zes uur ver trekken zijn de muren van het fort flauw zichtbaar in het bleeke maanlicht,, want de zon komt hier pas om kwart voor zeven op. Calcutta-tijd noemen ze dat. Die tijd is een raar ding op onze Indiëlijn. We vertrekken om 6 uur uit Jodhpur en komen om 6 uur in Bagdad aan, maar toch hebben onze pilo ten veertien uur aan het roer gezeten omdat we de klok twee maal een uur hebben moeten terugzetten. Nog een paar jaar en wij vlie gen met de zon mee en zetten de klok stil. Kan nu ook al langs den 85sten breedte graad en aan de pool heb je maar op een pianokruk te gaan zitten en in 24 uur een rondje te maken. Maar al blijft de klok dan op 12 uur 's middags staan, je wordt toch eiken dag een dag ouder, want als je met je neus naèr de Beringstraat wijst scheuren ze een kalenderblaadje af. En als je die lijn, de meridiaan van 180 gr. van Greenwich bij nacht passeert, slaat de ka lender een dag over en heb je een dag te kort geleefd! Daar moet je dus voor oppassen! Ondertusschen hangen we alweer boven de woestijnen van Sinah en vragen ons af of een paar knappe ingenieurs het Induswater niet hierheen zouden kunnen brengen en deze woestenij in goeden bouwgrond veranderen. Ook Sindh moet indertijd een oude bescha ving hebben gehad, gelijk met en gelijkende op die van Babyion en eveneens waarschijn lijk in verband met groote welvaart, die ver oorzaakt werd door irrigatie. Daar zijn de laatsten tijd heel merkwaardige dingen ge vonden. Waarover later misschien. Karachi, Engelschen in 't zand. Djask. Hol landers in 't zand. Een Hollandsche vrouw, een heerlijk gezicht! Maar van de 24 eieren bestemd voor onze flensjes waren er 23 on derweg uitgekomen of althans bijna en dus was er lekkere chocoladepudding. En dan komt een stuk van onze dierbare aarde! Als ze dat nu eens „devil's own country" noem den, het eigen land van den duivel, in plaats van ons kostbaar Nieuw Guinea, waarvoor straks alle goudmijnen van Sumatra en alle petroleumbronnen van Venezuela zullen moe ten wijken. Dit ziet er nu werkelijk uit of er na de schepping niets aan veranderd is en er moet een Arabische legende zijn, die zegt, dat Allah toen hij hier de zaak juist eens een beetje in orde zou maken, weggeroepen werd, omdat Eva dat aardigheidje met dien appel begon en na dien tijd zooveel met de vrouwen te stellen heeft gehad, dat hij aan de Perzische kust nooit meer is toegekomen. Daarom gaan de vrouwen gesluierd, die mogen Allah niet meer in de oogen zien. En daarom droegen de mannen een Fez. Zonder klep, en Allah hield ze in de gaten. Nu is de kepi met klep in Turkije en Perzië ingevoerd en de sluier vervallen. Nu wordt het hopeloos en herleeft de hoop, dat Perzië nog eens een beurt zal krijgen. Dan vervalt een der schil derachtigste gedeelten van de Indië-route, vooral wanneer een laagstaande zon diepe schaduwen werpt in de ravijnen en tegen de steille bergkammen van dit buitengewoon ruw stuk aardoppervlak, dat zelfs van 3000 a 4000 M. hoogte nog sterk de aandacht trekt. Het is koud boven, wij hebben lekker de kachel aan. buiten dooit het 5 gr. Celsius, 40 gr. Fahrenheit dus zoowat. Even een slok koud bier en wat benzine halen in Bushire. Daar beneden is het 40 gr. Celsius zegge 105 gr. En weer moeten evenals in Djask alle paspoorten genoteerd en de vrachtlijsten over geschreven. Op beide stations is er maar één man, die schrijven kan en geen die een an dere taal dan Irakineesch verstaat behalve cold beer en soda water, dat weten ze alle maal. En dan gaat het weer verder met een kleine 300 K.M. per uur door de lekkere koele bovenlucht over zee. op het oude Babyion aan en als de zon ondergaat aan den glas helderen horizon, beschijnt hij nog steeds de woestijn, maar thans met ontelbare aan duidingen van vroegere waterwerken, die dit land duizenden jaren lang moeter hebben gemaakt tot het rijkste en dus meest ge- wenschte en meest bestreden gebied der toen malige beschaving. Vierduizend jaar voor Christus vochten Egyptiërs en Babyloniërs, beiden van Semitische afkomst, er tegen de koningen van Aswan en' Susan, toen de ver persoonlijking der zuivere Ariërs. l'Histoire se repète zeggen we dan maar weer. Een heel merkwaardige geschiedenis, waarvan juist weer een sluiertip is opgelicht en wel door nieuws uit een heel onverwachte bron. Wie had ooit gedacht, dat de heilige Veda, de bijbel der Hindoes, de Rigveda eigenlijk, ons den sleutel zou geven tot betere kennis van de Koningen Van Egypte's eerste dynastieën, maar ook van die van Babyion, Akkadië en Sumerië en van het streven der Ariërs, die in die tijden reeds Antisemiet bleken te zijn. En dat nieuws komt uit een heel interessan ten hoek ook. Vroeger is het Sanskrit, de taal der Rigveda, altijd beschouwd als de oorspronkelijke taal en toen men daar ver halen ontcijferde over de pracht en den rijk dom en de heerlijkheid van „Uru", werd Uru door hemel vertaald. Neen, zegt Dr. Nath Pran van Benares Hindu University: Uru is hetzelfde als Ur, de oude stad in Beneden Mesopotamië waarvan de rijkdom en heer lijkheid uit de opgravingen der laatste jaren zoo duidelijk is gebleken, en hij haalt uit de omliggende versregels van het 7e boek de namen van zoowat alle ons bekende Baby lonische steden en hun vorsten, uit het 10de boek de namen der Egyptische Koningen van Mena en Narmer af tot veel later aan toe, in dezelfde volgorde waarin we velen van hen reeds kenden. En hij toont aan, dat 100 regels van de 500 uit de Rigveda te boek gesteld zijn door den hoogepriester van den Pharaoh Perab, de uit Egypte welbekende Sheri of Shevi. die 4033 v. Chr. regeerde. Geschreven oorkonden door Ariërs van 6000 jaar geleden! Wij gaan vooruit. En toch schrijft onze Hin doeprofessor over een nog ouder schrift, het voorhierogLyphiale rechtlijnige schrift van Kreta, van het oudste Egypte en van Sind. Er is nog werk aan den winkel voor onze archeo logen En onze bemanning doet zijn werk weer goed. Met het laatste daglicht dalen we in Bagdad! Eén nacht in Bagdad. Geen duizend en één. Maar die eene nacht in de stad van Haroun al Rasjid doet al de andere beter be grijpen. Wij zullen logeer en in het nieuwe hotel River's front en gaan dus met de auto bus naar de stad langs den Boulevard met. het standbeeld van Feisal. Voor Maud's Bridge de groote pontonbrug over de Tigris moeten we stoppen daar het verkeer juist van den- anderen kant vrij is gegeven en nu ontspint zich een zwaar debat tusschen chauffeur er politie. Autobussen mogen alleen de brug pas- seeren als de passagiers er achter aan wan delen. Maar dit is een geval met speciale permissie en de agent kan niet lezen. Maar de chauffeur sluit zijn deur en rijdt door, den dienaar der Wet perplex achterlatend. De hotelirigang ligt achter in een slop, maar de kamer is keurig. Twee bedden, aparte bad kamer, W.C., warm en koud water, haar borstel en kam, alles is aanwezig, alleen tandenborstel ontbreekt. Maar een tempera tuur! Als een bakkersoven. Gelukkig is er een breed balkon en een breede deur en dus staal mijn bed al gauw buiten waar af en toe een koel zuchtje de rivier af komt zetten. W; wonen vlak bij Maud's Bridge, die geflan keerd is door rijen restaurants, alles helder verlicht en gezellig druk op den Sabbath, want er zijn hier veel Joden. Daarachter ver rijzen de kronen der Dadelpalmen, die prach tig afsteken tegen de nog heldere avondlucht Beneden mijn balkon strekt zich langs de rivier het terras uit, dat bitterkamer en eetzaal is. Ik loop nog even de stad in, maar niet ver. De hitte hangt nog tusschen de huizen, kwalm en stank hangt er altijd, een eigenaardige half kruiderige en toch ook weer muffe, vunze en daarnaast rookerige lucht. Schreeuwende lichtreclame kennen^ ze hier ook al, vooral bij de bioscopen en daar wan delen ook meisjes, die graag mooi zouden zijn en meegevraagd willen worden, maar alles lijkt even vuil en smerig als de tallooze bede laarsvrouwen met kind aan de borst, die ln alle hoeken op de trottoirs te vinden zijn. En een ongure typen, allemaal. Je snapt niet hoe vriend Haroun hier op zijn eentje 's nachts dui-fde rondsluipen. Dus maar gauw weer naar het hotel. Een diner, het beste van de Indië-route en dan maar weer naar bed. Ge moedelijk. De twee kamers naast mij zijn ook bewoond; gedrieën hebben we één balkon zonder afscheiding. Gordijnen zijn er niet. Ik zie mijn buurman juist uit zijn bad stap pen (vertel het hem niet, hij zou 't gênant kunnen vinden). Uit mijn bed heb ik het volle gezicht op het terras vol dineerende menschen. smoking en evening dress en dat alles heeft natuurlijk ook vrij gezicht op mijn bed. Gemoedelijk. Maar ze praten en lachen wat luid en er is geen muziek om bij in slaap te vallen. Toch doezel ik weg en pieker na over de laatste berichten. Driehonderd Engel sche vliegmachines in Aboukir. 126 oorlogs schepen in de Oostelijke Middellandsche Zee. Jongens, als we maar eenmaal over dat Suez kanaal heen zijn straks, dat wordt een kwaad punt en de avondbladen zeiden, dat het elk oogenblik mis kan gaan. Daar Boem! Een knal wat gerommel na! Het eerste schot! Wel nee een vrachtwagen op Maud's Bridge smakt van het vaste deel op de ponten. Maar nu is het mis. Je achterdocht is gewekt en je •begint van elk geluid de toeteekenis te vra gen. Dat schot bracht mij recht overeind naast mijn bed tot groote verwondering van de smokings en avondtoiletten, maar ei waren er al minder dan straks, dus dat ru moer sterft uit. En we zijn bijna thuis. Nog twee dagen. Hoor, net als thuis. Een kater 'klaagt zijn liefdeleed aan de maan; een col lega valt in. Het wordt community singing Zijn het er vijf of zes? Die ééne heeft een aardige stem; misschien een poesje! Ja, er moet een vrouw in het spel zijn! Een krij- schende gil, dat mijn ijzeren bedspijlen mee zingen alsof er met een vijl aan gewerkt werd, lokt een nieuw diminuendo in alt uit. Een belletje. Gedempte woordenwisseling. Plots beneden een helsch spektakel. Twee wakers stuiven het terras op en gooien een paar kapotte borden verder stuk in de rich ting der muzikanten. Die hadden ze zeker bij de hand. Zóó, die zijn stil. Nu kunnen we de andere stemmen, de honden veel beter on derscheiden. Alle honden zijn maanaanbidders en jengelen en huilen en janken hun adoratie uit. Behalve de Australische honden, die zijn stom. Ik wou dat ze die hier invoerden. En dat die pracht eigenschap dominant bleek te zijn. Er zijn veel honden in Bagdad. En veel rassen en soorten en stemmen, zoodat je soms twij felt ofNeen maar daar is geen twijfel mogelijk. Dat is hartewee. Dat is liefde, de ongelukkige liefde van een rampzaligen van gevoel overloopenden ezel. Ik ken geen hart roerender geluidt dan dat van een hartstoch telijk verliefden mannetjesezel aan den ver keerden kant van de schutting. Dat is niet om aan te hooren. Dat leed moet verzacht. Maar hoe, want er zijn zeker 100.000 ezels rondom Bagdad, de menschen niet meegerekend. Hon den en ezels, ezels en honden. En als de dag aanbreekt, een nieuw geluid als van een toor- nigen Spanjaard, die kettert op een blonde vrouw, una muggger roggga. Het is Arabisch dezen keer, of is het het antwoord van den kameel op de aansporing van zijn berijder? Die twee zijn haast niet uit elkaar te houden. Met de meeste moeite niet. En ik luister toch zoo aandachtig. Tot mij die ander te binnen schiet, die zoo graag luisterde. Schahriar de nazaat van Haroen al Rasjid en de pientere zus, die hem er tusschen nam. Ieder weet van de duizend en één nacht. Maar het begin van die grap, het ontstaan der verhalen is ook wel heel interessant. De vorst merkt, dat een zijner vrouwen ontrouw werd. Dat is eens maar nooit weer. Eiken avond een versche schoonheid en als de zon boven de kim ver rijst. moet dat hoofd vallen. Geen andere man zal meer aanraken wat eens des sultans was. Zoo gezegd, zoo gedaan, tot de dochter van den grootvizier zich zelf aan zijne maje steit aanbood. De vizier zoekt zijn rouwband al op, maar het meisje zei: Laat mij dat zaakje opknappen. Met het bruidje gaat een jonger zusje mee naar het paleis en zij smeekt den vorst haar toe te staan aan haar zuster nog één verhaal te mogen vertellen vóór zij zal worden ter dood gebracht. En de leepe Sheha- razade vertelt en vertelt en weet de spanning te doen toenemen tot.... de zon boven den horizont verrijst. Staatszaken roepen den sul tan, het verhaal is niet af en het bruidje wordt gespaard. En dat ging zoo door. Duizend en één nacht! Nu is luisteren naar een gezel lig babbelend meiske buitengewoon gezellig. Maar pas nu begrijp ik, waarom dat hier in Bagdad zoo dub'oel opgaat. Ge kunt van al dat kabaal toch geen oog dicht doen. En als je tóch wakker moet blijven, laat je dan wat aar digs vertellen. Ja maar Sheharazade is allang dood. Maar als de gelegenheden die een mensch in staat stellen een nacht niet naar bed te gaan een beetje veel minder onfatsoen lijk waren, als men zegt. dat ze in Bagdad zijn, dan zou ik de KI M. adviseeren de logies kosten in Bagdad haar passagiers uit te sparen! Vijf uur op. Prachtige morgenschemering. Lichte palmsilhouetten. Kameelen, ezels, auto bus. koffers en daar gaan wij weer met een kleine 300 K.M. per uur. Langs de Tigris groeit nog al wat. Boomgaarden van dadelplanten, olijven en pistaches, die lekkere groene noot jes. En dan weer woestijn. Tot de Doode zee, de Jordaan, Jericho. Jeruzalem. Betlehem alle passagiers doet ontwaken en genieten van het prachtige gezicht over het heilige land. En lekker de kachel aan. want het is koud boven. Steeds meer woestijn. Cairo. De negen pyramiden liggen nog rustig aan den rand van het Nijldal. Musso lini weigert alles. Maar wij zijn over het Suez- Jtanaal en al gauw over Kreta, over de Akro- polis. Athene. Zondagavond! Concert in het park. bioscoop buiten. Belgrado blijft 3000 M. beneden ons. Wind achter, dus benzine ge noeg. Budapest. Een Engelschman. die vier jaar in Calcutta gezeten heeft en een die 10 jaar in Palestina woonde bukken zich en pluk ken een handvol malsch gras! Het eerste weiland na vier en tien jaar, omgeven door boomen in herfsttooi en glooiende heuvels. Boven Praag is het mis. Wolken steeds hoo- ger voor ons. zoodat wij er dóór moeten; kletsbuien. Hagel dondert tegen de ruiten en wand van de cockpit, maar Frijns houdt de schroef kalm op 1650 omwentelingen, wat 275 K.M. snelheid beteekent. Dwars door de hagel bui heen. Hij kent en vertrouwt de machine! Halle. Tegenwind 70 K.M. per uur. Dat zou nog 100 per uur worden, maar wij houden dan nóg 170 per uur over en landen, na een prachtigen cirkel over rijk Noord-Holland, om 4.10 op Schiphol. Het is ongelooflijk, dat zeg gen alle passagiers. En de K.L.M. lapt het hem. Elke week twee maal. Hulde. DR. VAN DER SLEEN. Een culinaire beschouwing. y \J zware at zou de kookkunst zónder eieren zijn? Wanneer het lente wordt en zware winterkost gaat plaats maken voor de lichtere voorjaars- en zo- merschotels, weten wij de eieren het best te waardeeren. Ja een beroemd Fransch gastro noom heeft eens gezegd, dat de beste kok ge rust zijn muts aan den kapstok kon hangen, als er in de wereld geen eieren waren. De echte fijnproever beweert, dat de echte fijne smaak van een kippenei het best tot uiting komt in een zacht gekookt eitje. De meeste menschen denken, dat eieren koken een kleinigheid is. Zelfs mannen wagen zich dikwijls aan deze bezigheid. Doch de ervaring heeft ons geleerd, dat om een ei goed te ko ken, er toch nog wel iets anders bij kijken komt. Wanneer men zonder meer een ei wil koken, wordt het óf te hard, óf te zacht. Om een lekker ..halfzacht" eite koken, moet men hét met koud water opzetten en het drie minuten laten koken. Heel versche eieren moeten zelfs vier a vijf minuten koken. Alexander Dumas, die behalve een goed ro manschrijver eveneens een meester in de kookkunst was, heeft beweerd, dat men eieren met koud water moet opzetten. Als het water begint te koken, neemt men de pan van het vuur en laat de eieren tien mi nuten „trekken". Heeft men pech gehad,, en zijn de eieren toch te hard geworden, dan bestaat er nog eeri middeltje om ze smakelijk op te dienen. Men maakt de eieren dan met een vork op een bord fijn, mengt een klontje boter, wat zou en peper er door heen en men verkrijgt een bijzonder smakelijk ge recht! Voor de huisvrouw is het bereiden van eierschotels een welkome afwisseling der da- gelijksche menu's. Hard gekookte eieren, be strooid met peterselie, is een mooie garnee ring op groenteschotels. Door de eieren met tomaten ketchup te bestrooien of deze met wat saröeUenboter in te smeren, krijgen zij een heerlijken pikanten smaak. Een eier- schotelije met een pikante saus vindt steeds grooten aftrek. Ook mayonnaise-, tomaten- en remouladesaus zijn bij uitstek geschikt voor eiergerechten. Wanneer er onverwacht gasten komen en de vrouw des huizes heeft eieren in voor raad, dan is zij steeds gered. Want ontelbaar zijn de mogelijkheden om van eieren zeer snel een heerlijk gerecht te maken. Wanneer men slechts brood, eieren, tomaten en wat kruiden in huis heeft, dan is men al ge holpen. Het brood wordt vlug geroosterd en dun met boter besmeerd. Vervolgens belegt men het brood met eenige dunne schijfjes èi en daarop een schijfje tomaat, dat met pe terselie bestrooid wordt. Hierop leggen wij weer een beboterd sneedje geroosterd brood. Daarop zetten wij dan weer een half ei en als bekroning komt er dan de kop van een tomaat op. zoodat het geheel het uiterlijk van een paddestoel heeft. Door alle eeuwen heen hebben de beroem de koks eieren bij de bereiding van spijzen gebruikt. De Fransche gastronoom Grimod de la Reynière beroemde zich er op niet min der dan vijfhonderd verschillende manieren te kennen om eierspijzen te bereiden. Ieder van deze gerechten was een lekkernij op zich zelf, zeide hij. en eigenlijk diende men nog aan de lijst toe te voegen alle gerechten, waarbij het ei als bestanddeel gebruikt wordt. Brillat-Savarin de beroemde Franschman. verhaalt in zijn memoires van een grooten strijd, die eens om een eiergerecht gestreden werd. Te Belley, een stadje in Frankrijk, had men voor den nieuwen bisschop een grooten eestmaaltijd aangericht, waarbij de z.g.n. ..fondue" geserveerd werd. Deze fondue is niets anders dan een volgens een oud Zwit- sersch recept bereid roerei, dat met gemalen Zwitsersche kaas vermengd wordt. Nu ge schiedde het ongelooflijke, dat de aartsbis schop deze eïerspijs met een lepel at! Een vreeselijk vergrijp in sommige oogen, tegen de goede zeden! Terwijl een deel dei- gasten door de fout van den aartsbisschop zweeg, duurde het niet lang of de overige gasten imiteerden den bisschop en aten even eens hun fondue met een lepel. Een groote strijd was het gevolg. „Moet fondue met een lepel of met een vork gegeten worden?" Maandenlang woedde de strijd te Belley, tot dat tenslotte de traditiebewuste aanhangers van de vork den strijd wonnen. De eer van een eiergerecht was gered. Nu we het toch over fondue gehad hebben, willen wij meieen wel even het recept ver raden, zooals Brillat-Savarin dit in zijn boe ken opgeteekend heeft. Men neemt een aantal eieren, naar gelang men noodig heeft, en weegt deze. Daarna worden ze in een schaal stuk geslagen. Ver volgens voegt men eenzesde van het gewicht aan boter bij en eenderde van het gewicht aan fijngemalen of geraspte Zwitsersche kaas. Daarna zet men het mengsel op een hard vuur en roert er zoolang met een lepel in, totdat het een dikke vaste massa gewor den is. vooral niet te lang roeren, anders wordt het te stijf. Zout doet men er niet bij. wel peper. Voor fijnproevers is er misschien nog wel iets idealers dan het kippenei: het kievitsei. Deze eieren hebben slechts dan een góeden smaak wanneer ze op de juiste manier toe bereid zijn. De eieren moeten eerst vijf a zes minuten in water van 50 a 60 graden gelegd, worden. Wanneer zij op deze wijze soed warm geworden zijn. legt men ze in water van 80 graden, doch niet langer dan één a twee minuten. Slechts op deze wijze verkrijgt het kievitsei zijn fijnen smaak, die alle lek kerbekken op aarde zoo verrukt. a de opgraving onder keizer Constan- tijn bloeide de vereering voor het graf van Christus steeds meer op. Het bezoek aan het Heilige Graf is wel de oudste bedevaart. Het ligt voor de hand, dat men er al spoedig in v schillende plaat sen toe overging een afbeelding van het H. Graf te maken. Dit geschiedde in de 16de en 17de eeuw o.a. te Capua, Bologna, Eichstatt, op verschillende plaatsen in Karintië en Tyrol. Ook bij de Tempelieren, wier hoofd klooster te Jeruzalem in de onmiddellijke na bijheid van het Heilige Graf stond, kon men verscheidene afbeeldingen van het Graf van Christus aantreffen. In vele kerken had men de gewoonte op het eind van de Goede Week een nabootsing van iet graf van Christus of wel van de graflegging van Christus met verschillende figuren op te stellen. Ten tijde van den bisschop Paulinus legde men een kruis op het graf. dat dan op het feest van de Verrijzenis onder de gevangenen werd ver heven. Er bestonden vele oude graven, zooals bijv. in Gmiind, St. Wen del, Frankfurt am Main, Bamberg. Trier en Keulen. Te Konstanz vormt dit graf een toren in een eigen kapel. In Italië werden sedert de vijftiende eeuw schil derijen met de voorstelling van de grafleg ging op het einde der Goede Week versierd. In de 17e eeuw ging men er toe over om, ge dachtig aan het woord van Isaïas „Zij graf zal heerlijk zijn" veel lichten en bloemen rond om de afbeeldingen van het H. Graf te plaat sen, waardoor de herinnering aan den tuin van Nïcodemus werd gewekt. Met behulp van beschilderde planken bootste men een graf kapel na. waarna het geheel door lampen en kleurige glaskegels werd belicht. In Duitsche landen en in Italië was het in vroeger jaren gewoonte om bij het H. Graf de Ciborie en ook wel de Monstrans met hei H. Sacrament uit te stallen. In 1896 vroegen bis schoppen in Rome aan, of het geoorloofd was het beeld van Christus in het graf te omringen met afbeeldingen van Maria, Maria Magdalena, Johannes en soldaten, alsmede er bloemen aan te brengen. Op dit verzoek werd door de Congregatie der Riten bevestigend geantwoord. Bloemen waren reeds ln 1387 toegestaan, ech ter op voorwaarde, dat zij het altaar niet in een tuin veranderden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 15