BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Door S. Vollenga.
Het graf van Christus.
N"
ZATERDAG 11 APRIL 1936
H A A R L E M'S DAGBLAD
13
Eén nacht in Bagdad.
Schipbrug over den Tigris vóór Bagdad.
Jodhpur is in hooge mate luchtvaart-
gezind. Airminded heet dat tegen
woordig. Geen wonder. De Maharadja
is een der oudste vrienden van de K.
L. M. en bezit zelf verschillende sportvlieg-
tuigen, die hij ook zelf bestuurt. Hij is be
gonnen zijn collega's per vliegtuig te bezoe
ken en nu wordt dat al gewoonte onder de
Indische vorsten. En de KL.M. en de Hol
landers zijn er wel bekend. Laatst waren er
toch goed geteld 32 KL.M.'ers of althans Hol-
landsche viiegmenschen! Smirnoff zat er
thuisvarend met 5 passagiers, Geysendorfer
op weg naar Jan Oost met 6 man buiten zijn
bemanning, dan streek daar Koppen neer met
zijn drie Havillands en 9 man aan boord,
dus een drukte van belang. Vijf Hollandsche
toestellen! 's Middags kwam er nog een
Imperial Airways bij. Den volgenden dag een
Franschman en een Engelsche tegenligger.
Twee dagen later komt Frijns binnenvallen
met vijf Engelschen en een leege stoel voot
mij en even later Parmentier met 6 Engel
sche passagiers.
Het afscheid van Jodhpur viel niet zwaar
ln het vooruitzicht de reis met oude kame
raden te maken. Als wij om zes uur ver
trekken zijn de muren van het fort flauw
zichtbaar in het bleeke maanlicht,, want de
zon komt hier pas om kwart voor zeven op.
Calcutta-tijd noemen ze dat. Die tijd is een
raar ding op onze Indiëlijn. We vertrekken
om 6 uur uit Jodhpur en komen om 6 uur
in Bagdad aan, maar toch hebben onze pilo
ten veertien uur aan het roer gezeten omdat
we de klok twee maal een uur hebben moeten
terugzetten. Nog een paar jaar en wij vlie
gen met de zon mee en zetten de klok stil.
Kan nu ook al langs den 85sten breedte
graad en aan de pool heb je maar op een
pianokruk te gaan zitten en in 24 uur een
rondje te maken. Maar al blijft de klok
dan op 12 uur 's middags staan, je wordt
toch eiken dag een dag ouder, want als je
met je neus naèr de Beringstraat wijst
scheuren ze een kalenderblaadje af. En als
je die lijn, de meridiaan van 180 gr. van
Greenwich bij nacht passeert, slaat de ka
lender een dag over en heb je een dag te kort
geleefd! Daar moet je dus voor oppassen!
Ondertusschen hangen we alweer boven de
woestijnen van Sinah en vragen ons af of een
paar knappe ingenieurs het Induswater niet
hierheen zouden kunnen brengen en deze
woestenij in goeden bouwgrond veranderen.
Ook Sindh moet indertijd een oude bescha
ving hebben gehad, gelijk met en gelijkende
op die van Babyion en eveneens waarschijn
lijk in verband met groote welvaart, die ver
oorzaakt werd door irrigatie. Daar zijn de
laatsten tijd heel merkwaardige dingen ge
vonden. Waarover later misschien.
Karachi, Engelschen in 't zand. Djask. Hol
landers in 't zand. Een Hollandsche vrouw,
een heerlijk gezicht! Maar van de 24 eieren
bestemd voor onze flensjes waren er 23 on
derweg uitgekomen of althans bijna en dus
was er lekkere chocoladepudding. En dan
komt een stuk van onze dierbare aarde! Als
ze dat nu eens „devil's own country" noem
den, het eigen land van den duivel, in plaats
van ons kostbaar Nieuw Guinea, waarvoor
straks alle goudmijnen van Sumatra en alle
petroleumbronnen van Venezuela zullen moe
ten wijken. Dit ziet er nu werkelijk uit of er
na de schepping niets aan veranderd is en
er moet een Arabische legende zijn, die zegt,
dat Allah toen hij hier de zaak juist eens
een beetje in orde zou maken, weggeroepen
werd, omdat Eva dat aardigheidje met dien
appel begon en na dien tijd zooveel met de
vrouwen te stellen heeft gehad, dat hij aan
de Perzische kust nooit meer is toegekomen.
Daarom gaan de vrouwen gesluierd, die mogen
Allah niet meer in de oogen zien. En daarom
droegen de mannen een Fez. Zonder klep, en
Allah hield ze in de gaten. Nu is de kepi
met klep in Turkije en Perzië ingevoerd en
de sluier vervallen. Nu wordt het hopeloos
en herleeft de hoop, dat Perzië nog eens een
beurt zal krijgen. Dan vervalt een der schil
derachtigste gedeelten van de Indië-route,
vooral wanneer een laagstaande zon diepe
schaduwen werpt in de ravijnen en tegen
de steille bergkammen van dit buitengewoon
ruw stuk aardoppervlak, dat zelfs van 3000
a 4000 M. hoogte nog sterk de aandacht
trekt.
Het is koud boven, wij hebben lekker de
kachel aan. buiten dooit het 5 gr. Celsius,
40 gr. Fahrenheit dus zoowat. Even een slok
koud bier en wat benzine halen in Bushire.
Daar beneden is het 40 gr. Celsius zegge 105
gr. En weer moeten evenals in Djask alle
paspoorten genoteerd en de vrachtlijsten over
geschreven. Op beide stations is er maar één
man, die schrijven kan en geen die een an
dere taal dan Irakineesch verstaat behalve
cold beer en soda water, dat weten ze alle
maal. En dan gaat het weer verder met een
kleine 300 K.M. per uur door de lekkere koele
bovenlucht over zee. op het oude Babyion
aan en als de zon ondergaat aan den glas
helderen horizon, beschijnt hij nog steeds de
woestijn, maar thans met ontelbare aan
duidingen van vroegere waterwerken, die dit
land duizenden jaren lang moeter hebben
gemaakt tot het rijkste en dus meest ge-
wenschte en meest bestreden gebied der toen
malige beschaving. Vierduizend jaar voor
Christus vochten Egyptiërs en Babyloniërs,
beiden van Semitische afkomst, er tegen de
koningen van Aswan en' Susan, toen de ver
persoonlijking der zuivere Ariërs. l'Histoire se
repète zeggen we dan maar weer. Een heel
merkwaardige geschiedenis, waarvan juist
weer een sluiertip is opgelicht en wel door
nieuws uit een heel onverwachte bron. Wie
had ooit gedacht, dat de heilige Veda, de
bijbel der Hindoes, de Rigveda eigenlijk, ons
den sleutel zou geven tot betere kennis van
de Koningen Van Egypte's eerste dynastieën,
maar ook van die van Babyion, Akkadië en
Sumerië en van het streven der Ariërs, die
in die tijden reeds Antisemiet bleken te zijn.
En dat nieuws komt uit een heel interessan
ten hoek ook. Vroeger is het Sanskrit, de
taal der Rigveda, altijd beschouwd als de
oorspronkelijke taal en toen men daar ver
halen ontcijferde over de pracht en den rijk
dom en de heerlijkheid van „Uru", werd Uru
door hemel vertaald. Neen, zegt Dr. Nath
Pran van Benares Hindu University: Uru is
hetzelfde als Ur, de oude stad in Beneden
Mesopotamië waarvan de rijkdom en heer
lijkheid uit de opgravingen der laatste jaren
zoo duidelijk is gebleken, en hij haalt uit de
omliggende versregels van het 7e boek de
namen van zoowat alle ons bekende Baby
lonische steden en hun vorsten, uit het 10de
boek de namen der Egyptische Koningen van
Mena en Narmer af tot veel later aan toe,
in dezelfde volgorde waarin we velen van hen
reeds kenden. En hij toont aan, dat 100 regels
van de 500 uit de Rigveda te boek gesteld
zijn door den hoogepriester van den Pharaoh
Perab, de uit Egypte welbekende Sheri of
Shevi. die 4033 v. Chr. regeerde. Geschreven
oorkonden door Ariërs van 6000 jaar geleden!
Wij gaan vooruit. En toch schrijft onze Hin
doeprofessor over een nog ouder schrift, het
voorhierogLyphiale rechtlijnige schrift van
Kreta, van het oudste Egypte en van Sind. Er
is nog werk aan den winkel voor onze archeo
logen En onze bemanning doet zijn werk weer
goed. Met het laatste daglicht dalen we in
Bagdad!
Eén nacht in Bagdad. Geen duizend en
één. Maar die eene nacht in de stad van
Haroun al Rasjid doet al de andere beter be
grijpen. Wij zullen logeer en in het nieuwe
hotel River's front en gaan dus met de auto
bus naar de stad langs den Boulevard met.
het standbeeld van Feisal. Voor Maud's Bridge
de groote pontonbrug over de Tigris moeten
we stoppen daar het verkeer juist van den-
anderen kant vrij is gegeven en nu ontspint
zich een zwaar debat tusschen chauffeur er
politie. Autobussen mogen alleen de brug pas-
seeren als de passagiers er achter aan wan
delen. Maar dit is een geval met speciale
permissie en de agent kan niet lezen. Maar
de chauffeur sluit zijn deur en rijdt door, den
dienaar der Wet perplex achterlatend. De
hotelirigang ligt achter in een slop, maar de
kamer is keurig. Twee bedden, aparte bad
kamer, W.C., warm en koud water, haar
borstel en kam, alles is aanwezig, alleen
tandenborstel ontbreekt. Maar een tempera
tuur! Als een bakkersoven. Gelukkig is er een
breed balkon en een breede deur en dus staal
mijn bed al gauw buiten waar af en toe een
koel zuchtje de rivier af komt zetten. W;
wonen vlak bij Maud's Bridge, die geflan
keerd is door rijen restaurants, alles helder
verlicht en gezellig druk op den Sabbath,
want er zijn hier veel Joden. Daarachter ver
rijzen de kronen der Dadelpalmen, die prach
tig afsteken tegen de nog heldere avondlucht
Beneden mijn balkon strekt zich langs de
rivier het terras uit, dat bitterkamer en
eetzaal is. Ik loop nog even de stad in, maar
niet ver. De hitte hangt nog tusschen de
huizen, kwalm en stank hangt er altijd, een
eigenaardige half kruiderige en toch ook weer
muffe, vunze en daarnaast rookerige lucht.
Schreeuwende lichtreclame kennen^ ze hier
ook al, vooral bij de bioscopen en daar wan
delen ook meisjes, die graag mooi zouden zijn
en meegevraagd willen worden, maar alles
lijkt even vuil en smerig als de tallooze bede
laarsvrouwen met kind aan de borst, die ln
alle hoeken op de trottoirs te vinden zijn. En
een ongure typen, allemaal. Je snapt niet hoe
vriend Haroun hier op zijn eentje 's nachts
dui-fde rondsluipen. Dus maar gauw weer
naar het hotel. Een diner, het beste van de
Indië-route en dan maar weer naar bed. Ge
moedelijk. De twee kamers naast mij zijn ook
bewoond; gedrieën hebben we één balkon
zonder afscheiding. Gordijnen zijn er niet.
Ik zie mijn buurman juist uit zijn bad stap
pen (vertel het hem niet, hij zou 't gênant
kunnen vinden). Uit mijn bed heb ik het
volle gezicht op het terras vol dineerende
menschen. smoking en evening dress en dat
alles heeft natuurlijk ook vrij gezicht op mijn
bed. Gemoedelijk. Maar ze praten en lachen
wat luid en er is geen muziek om bij in slaap
te vallen. Toch doezel ik weg en pieker na
over de laatste berichten. Driehonderd Engel
sche vliegmachines in Aboukir. 126 oorlogs
schepen in de Oostelijke Middellandsche Zee.
Jongens, als we maar eenmaal over dat Suez
kanaal heen zijn straks, dat wordt een kwaad
punt en de avondbladen zeiden, dat het elk
oogenblik mis kan gaan. Daar Boem! Een
knal wat gerommel na! Het eerste schot! Wel
nee een vrachtwagen op Maud's Bridge smakt
van het vaste deel op de ponten. Maar nu
is het mis. Je achterdocht is gewekt en je
•begint van elk geluid de toeteekenis te vra
gen. Dat schot bracht mij recht overeind
naast mijn bed tot groote verwondering van
de smokings en avondtoiletten, maar ei
waren er al minder dan straks, dus dat ru
moer sterft uit. En we zijn bijna thuis. Nog
twee dagen. Hoor, net als thuis. Een kater
'klaagt zijn liefdeleed aan de maan; een col
lega valt in. Het wordt community singing
Zijn het er vijf of zes? Die ééne heeft een
aardige stem; misschien een poesje! Ja, er
moet een vrouw in het spel zijn! Een krij-
schende gil, dat mijn ijzeren bedspijlen mee
zingen alsof er met een vijl aan gewerkt
werd, lokt een nieuw diminuendo in alt uit.
Een belletje. Gedempte woordenwisseling.
Plots beneden een helsch spektakel. Twee
wakers stuiven het terras op en gooien een
paar kapotte borden verder stuk in de rich
ting der muzikanten. Die hadden ze zeker bij
de hand. Zóó, die zijn stil. Nu kunnen we de
andere stemmen, de honden veel beter on
derscheiden. Alle honden zijn maanaanbidders
en jengelen en huilen en janken hun adoratie
uit. Behalve de Australische honden, die zijn
stom. Ik wou dat ze die hier invoerden. En
dat die pracht eigenschap dominant bleek te
zijn.
Er zijn veel honden in Bagdad. En veel rassen
en soorten en stemmen, zoodat je soms twij
felt ofNeen maar daar is geen twijfel
mogelijk. Dat is hartewee. Dat is liefde, de
ongelukkige liefde van een rampzaligen van
gevoel overloopenden ezel. Ik ken geen hart
roerender geluidt dan dat van een hartstoch
telijk verliefden mannetjesezel aan den ver
keerden kant van de schutting. Dat is niet om
aan te hooren. Dat leed moet verzacht. Maar
hoe, want er zijn zeker 100.000 ezels rondom
Bagdad, de menschen niet meegerekend. Hon
den en ezels, ezels en honden. En als de dag
aanbreekt, een nieuw geluid als van een toor-
nigen Spanjaard, die kettert op een blonde
vrouw, una muggger roggga. Het is Arabisch
dezen keer, of is het het antwoord van den
kameel op de aansporing van zijn berijder?
Die twee zijn haast niet uit elkaar te houden.
Met de meeste moeite niet. En ik luister toch
zoo aandachtig. Tot mij die ander te binnen
schiet, die zoo graag luisterde. Schahriar de
nazaat van Haroen al Rasjid en de pientere
zus, die hem er tusschen nam. Ieder weet van
de duizend en één nacht. Maar het begin van
die grap, het ontstaan der verhalen is ook wel
heel interessant. De vorst merkt, dat een
zijner vrouwen ontrouw werd. Dat is eens
maar nooit weer. Eiken avond een versche
schoonheid en als de zon boven de kim ver
rijst. moet dat hoofd vallen. Geen andere
man zal meer aanraken wat eens des sultans
was. Zoo gezegd, zoo gedaan, tot de dochter
van den grootvizier zich zelf aan zijne maje
steit aanbood. De vizier zoekt zijn rouwband
al op, maar het meisje zei: Laat mij dat zaakje
opknappen. Met het bruidje gaat een jonger
zusje mee naar het paleis en zij smeekt den
vorst haar toe te staan aan haar zuster nog
één verhaal te mogen vertellen vóór zij zal
worden ter dood gebracht. En de leepe Sheha-
razade vertelt en vertelt en weet de spanning
te doen toenemen tot.... de zon boven den
horizont verrijst. Staatszaken roepen den sul
tan, het verhaal is niet af en het bruidje
wordt gespaard. En dat ging zoo door. Duizend
en één nacht! Nu is luisteren naar een gezel
lig babbelend meiske buitengewoon gezellig.
Maar pas nu begrijp ik, waarom dat hier in
Bagdad zoo dub'oel opgaat. Ge kunt van al dat
kabaal toch geen oog dicht doen. En als je
tóch wakker moet blijven, laat je dan wat aar
digs vertellen. Ja maar Sheharazade is allang
dood. Maar als de gelegenheden die een
mensch in staat stellen een nacht niet naar
bed te gaan een beetje veel minder onfatsoen
lijk waren, als men zegt. dat ze in Bagdad
zijn, dan zou ik de KI M. adviseeren de logies
kosten in Bagdad haar passagiers uit te
sparen!
Vijf uur op. Prachtige morgenschemering.
Lichte palmsilhouetten. Kameelen, ezels, auto
bus. koffers en daar gaan wij weer met een
kleine 300 K.M. per uur. Langs de Tigris groeit
nog al wat. Boomgaarden van dadelplanten,
olijven en pistaches, die lekkere groene noot
jes. En dan weer woestijn. Tot de Doode zee,
de Jordaan, Jericho. Jeruzalem. Betlehem alle
passagiers doet ontwaken en genieten van
het prachtige gezicht over het heilige land.
En lekker de kachel aan. want het is koud
boven. Steeds meer woestijn.
Cairo. De negen pyramiden liggen nog
rustig aan den rand van het Nijldal. Musso
lini weigert alles. Maar wij zijn over het Suez-
Jtanaal en al gauw over Kreta, over de Akro-
polis. Athene. Zondagavond! Concert in het
park. bioscoop buiten. Belgrado blijft 3000
M. beneden ons. Wind achter, dus benzine ge
noeg. Budapest. Een Engelschman. die vier
jaar in Calcutta gezeten heeft en een die 10
jaar in Palestina woonde bukken zich en pluk
ken een handvol malsch gras! Het eerste
weiland na vier en tien jaar, omgeven door
boomen in herfsttooi en glooiende heuvels.
Boven Praag is het mis. Wolken steeds hoo-
ger voor ons. zoodat wij er dóór moeten;
kletsbuien. Hagel dondert tegen de ruiten en
wand van de cockpit, maar Frijns houdt de
schroef kalm op 1650 omwentelingen, wat 275
K.M. snelheid beteekent. Dwars door de hagel
bui heen. Hij kent en vertrouwt de machine!
Halle. Tegenwind 70 K.M. per uur. Dat zou
nog 100 per uur worden, maar wij houden dan
nóg 170 per uur over en landen, na een
prachtigen cirkel over rijk Noord-Holland, om
4.10 op Schiphol. Het is ongelooflijk, dat zeg
gen alle passagiers. En de K.L.M. lapt het
hem. Elke week twee maal. Hulde.
DR. VAN DER SLEEN.
Een culinaire beschouwing.
y \J zware
at zou de kookkunst zónder eieren
zijn? Wanneer het lente wordt en
zware winterkost gaat plaats maken
voor de lichtere voorjaars- en zo-
merschotels, weten wij de eieren het best te
waardeeren. Ja een beroemd Fransch gastro
noom heeft eens gezegd, dat de beste kok ge
rust zijn muts aan den kapstok kon hangen,
als er in de wereld geen eieren waren.
De echte fijnproever beweert, dat de echte
fijne smaak van een kippenei het best tot
uiting komt in een zacht gekookt eitje. De
meeste menschen denken, dat eieren koken
een kleinigheid is. Zelfs mannen wagen zich
dikwijls aan deze bezigheid. Doch de ervaring
heeft ons geleerd, dat om een ei goed te ko
ken, er toch nog wel iets anders bij kijken
komt. Wanneer men zonder meer een ei wil
koken, wordt het óf te hard, óf te zacht. Om
een lekker ..halfzacht" eite koken, moet
men hét met koud water opzetten en het drie
minuten laten koken. Heel versche eieren
moeten zelfs vier a vijf minuten koken.
Alexander Dumas, die behalve een goed ro
manschrijver eveneens een meester in de
kookkunst was, heeft beweerd, dat men
eieren met koud water moet opzetten. Als
het water begint te koken, neemt men de
pan van het vuur en laat de eieren tien mi
nuten „trekken". Heeft men pech gehad,, en
zijn de eieren toch te hard geworden, dan
bestaat er nog eeri middeltje om ze smakelijk
op te dienen. Men maakt de eieren dan met
een vork op een bord fijn, mengt een klontje
boter, wat zou en peper er door heen en
men verkrijgt een bijzonder smakelijk ge
recht!
Voor de huisvrouw is het bereiden van
eierschotels een welkome afwisseling der da-
gelijksche menu's. Hard gekookte eieren, be
strooid met peterselie, is een mooie garnee
ring op groenteschotels. Door de eieren met
tomaten ketchup te bestrooien of deze met
wat saröeUenboter in te smeren, krijgen zij
een heerlijken pikanten smaak. Een eier-
schotelije met een pikante saus vindt steeds
grooten aftrek. Ook mayonnaise-, tomaten-
en remouladesaus zijn bij uitstek geschikt
voor eiergerechten.
Wanneer er onverwacht gasten komen en
de vrouw des huizes heeft eieren in voor
raad, dan is zij steeds gered. Want ontelbaar
zijn de mogelijkheden om van eieren zeer
snel een heerlijk gerecht te maken. Wanneer
men slechts brood, eieren, tomaten en wat
kruiden in huis heeft, dan is men al ge
holpen. Het brood wordt vlug geroosterd en
dun met boter besmeerd. Vervolgens belegt
men het brood met eenige dunne schijfjes èi
en daarop een schijfje tomaat, dat met pe
terselie bestrooid wordt. Hierop leggen wij
weer een beboterd sneedje geroosterd brood.
Daarop zetten wij dan weer een half ei en
als bekroning komt er dan de kop van een
tomaat op. zoodat het geheel het uiterlijk
van een paddestoel heeft.
Door alle eeuwen heen hebben de beroem
de koks eieren bij de bereiding van spijzen
gebruikt. De Fransche gastronoom Grimod
de la Reynière beroemde zich er op niet min
der dan vijfhonderd verschillende manieren
te kennen om eierspijzen te bereiden. Ieder
van deze gerechten was een lekkernij op zich
zelf, zeide hij. en eigenlijk diende men nog
aan de lijst toe te voegen alle gerechten,
waarbij het ei als bestanddeel gebruikt
wordt.
Brillat-Savarin de beroemde Franschman.
verhaalt in zijn memoires van een grooten
strijd, die eens om een eiergerecht gestreden
werd.
Te Belley, een stadje in Frankrijk, had
men voor den nieuwen bisschop een grooten
eestmaaltijd aangericht, waarbij de z.g.n.
..fondue" geserveerd werd. Deze fondue is
niets anders dan een volgens een oud Zwit-
sersch recept bereid roerei, dat met gemalen
Zwitsersche kaas vermengd wordt. Nu ge
schiedde het ongelooflijke, dat de aartsbis
schop deze eïerspijs met een lepel at! Een
vreeselijk vergrijp in sommige oogen,
tegen de goede zeden! Terwijl een deel dei-
gasten door de fout van den aartsbisschop
zweeg, duurde het niet lang of de overige
gasten imiteerden den bisschop en aten even
eens hun fondue met een lepel. Een groote
strijd was het gevolg. „Moet fondue met een
lepel of met een vork gegeten worden?"
Maandenlang woedde de strijd te Belley, tot
dat tenslotte de traditiebewuste aanhangers
van de vork den strijd wonnen. De eer van
een eiergerecht was gered.
Nu we het toch over fondue gehad hebben,
willen wij meieen wel even het recept ver
raden, zooals Brillat-Savarin dit in zijn boe
ken opgeteekend heeft.
Men neemt een aantal eieren, naar gelang
men noodig heeft, en weegt deze. Daarna
worden ze in een schaal stuk geslagen. Ver
volgens voegt men eenzesde van het gewicht
aan boter bij en eenderde van het gewicht
aan fijngemalen of geraspte Zwitsersche
kaas. Daarna zet men het mengsel op een
hard vuur en roert er zoolang met een lepel
in, totdat het een dikke vaste massa gewor
den is. vooral niet te lang roeren, anders
wordt het te stijf. Zout doet men er niet
bij. wel peper.
Voor fijnproevers is er misschien nog wel
iets idealers dan het kippenei: het kievitsei.
Deze eieren hebben slechts dan een góeden
smaak wanneer ze op de juiste manier toe
bereid zijn. De eieren moeten eerst vijf a zes
minuten in water van 50 a 60 graden gelegd,
worden. Wanneer zij op deze wijze soed
warm geworden zijn. legt men ze in water
van 80 graden, doch niet langer dan één a
twee minuten. Slechts op deze wijze verkrijgt
het kievitsei zijn fijnen smaak, die alle lek
kerbekken op aarde zoo verrukt.
a de opgraving onder keizer Constan-
tijn bloeide de vereering voor het
graf van Christus steeds meer op.
Het bezoek aan het Heilige Graf is
wel de oudste bedevaart. Het ligt voor de hand,
dat men er al spoedig in v schillende plaat
sen toe overging een afbeelding van het H.
Graf te maken. Dit geschiedde in de 16de en
17de eeuw o.a. te Capua, Bologna, Eichstatt,
op verschillende plaatsen in Karintië en
Tyrol. Ook bij de Tempelieren, wier hoofd
klooster te Jeruzalem in de onmiddellijke na
bijheid van het Heilige Graf stond, kon men
verscheidene afbeeldingen van het Graf van
Christus aantreffen. In vele kerken had men
de gewoonte op het eind van de Goede Week
een nabootsing van iet graf van Christus of
wel van de graflegging van Christus met
verschillende figuren op te stellen. Ten tijde
van den bisschop Paulinus legde men een
kruis op het graf. dat dan op het feest van
de Verrijzenis onder de gevangenen werd ver
heven.
Er bestonden vele oude graven, zooals bijv.
in Gmiind, St. Wen del, Frankfurt am Main,
Bamberg. Trier en Keulen. Te Konstanz vormt
dit graf een toren in een eigen kapel. In
Italië werden sedert de vijftiende eeuw schil
derijen met de voorstelling van de grafleg
ging op het einde der Goede Week versierd.
In de 17e eeuw ging men er toe over om, ge
dachtig aan het woord van Isaïas „Zij graf zal
heerlijk zijn" veel lichten en bloemen rond
om de afbeeldingen van het H. Graf te plaat
sen, waardoor de herinnering aan den tuin
van Nïcodemus werd gewekt. Met behulp van
beschilderde planken bootste men een graf
kapel na. waarna het geheel door lampen en
kleurige glaskegels werd belicht.
In Duitsche landen en in Italië was het in
vroeger jaren gewoonte om bij het H. Graf de
Ciborie en ook wel de Monstrans met hei H.
Sacrament uit te stallen. In 1896 vroegen bis
schoppen in Rome aan, of het geoorloofd was
het beeld van Christus in het graf te omringen
met afbeeldingen van Maria, Maria Magdalena,
Johannes en soldaten, alsmede er bloemen
aan te brengen. Op dit verzoek werd door de
Congregatie der Riten bevestigend geantwoord.
Bloemen waren reeds ln 1387 toegestaan, ech
ter op voorwaarde, dat zij het altaar niet in
een tuin veranderden.