VRIJDAG 17 APRIL 1936
H A A R L E M'S DAGBLAD
7
AAN ALLEN!
Hebben jullie ook al eens dames gezien,
die een horloge op de wreef van haar voet
droegen? 't Schijnt de nieuwste mode te zijn.
iMaar ik vraag me af, hoe lang of liever hoe
kort het uurwerkje goed zal loopen. Want ik
weet niet- of de loop-bewegingen van de
draagster goed zijn voor de loop-bewegingen
van het klokje.
Een klok is een wonderlijk ding. En een
klokkenmaker, die zijn vak goed verstaat, is
een kunstenaar. Misschien is 't moeilijker een
klein horloge te maken, dan een groote klok,
hoewel ik toch ook groot respect heb voor de
klok van den Eiffeltoren te Parijs, die naar
inen zegt de grootste klok der wereld is. De
■wijzerplaten hebben eventjes een middellijn
van 2'0 meter. De wijzers worden langs elec-
trischen weg elke 20 seconden voortbewogen.
Na Parijs heeft Jersey-City (Amerika) de
grootste klok. De middellijn der wijzers be
draagt 16 Meter. Een zeer merkwaardige klok
•bevindt zich te Charlottenburg (Berlijn).
Deze werd in 1918 door Siemens en Halske
op een 70 Meter hoogen toren aangebracht.
Ze wordt ook electrisch voortbewogen. De 4
wijzerplaten van 7 meter middellijn hebben
elk 12 ronde witglazen uurschijven van 60
centimeter middellijn, 's Avonds en 's nachts
worden deze glazen schijven van binnen uit
verlicht. Ook in de wijzers, die eveneens van
wit glas vervaardigd zijn, zijn electrische
lampen aangebracht. De verlichting wordt-
automatisch aan- en uitgeknipt. Deze klok
gelijkt op de Westminsterklok in Londen.
Ook is ze even groot. Deze klok heeft een
prachtig klokkenspel, dat ieder kwartier
speelt. Misschien heeft jullie huiskamer klok
ook zoo'n Westminster melodieus klokken
spel. De klok van het stadhuis te Philadel
phia is ook van ongeveer gelijke grootte. De
4 wijzerplaten zijn vervaardigd van doorzich
tig glas. Van binnen kunnen ze verlicht
worden. In plaats van cijfers zijn strepen
aangebracht.
In Liverpool Is een groot uurwerk, waar de
beweging geschiedt door den slinger, die als
motor dienst doet. De toren van de St. Mi
chielskerk in Hamburg is 132 meter hoog en
bezit op een hoogte van 76 meter van den
beganen grond een klok, waarvan de 4 wij
zerplaten ongeveer 8 meter middellijn heb
ben. Op bepaalde uren maakt 't uurwerk, dat
langs electrischen weg wordt voortbewogen,
beoaalde contacten, die naar t observato
rium worden overgebx-acht, zoodat men daar
controle kan uitoefenen op den ioop van het
uurwerk. Om 5 uur 's morgens, om 12 uur
's middags en om 5 uur in den namiddag
speelt ze het Angelus.
Een groote Assurantie-Miaatschappij te
New-York bézit op de 26ste verdieping een
klok met wijzerplaten van 8 meter. Deze wor
den verlicht door electrische huislampen.
Gedurende den nacht worden de kwartie
ren en de uren aangeduid door middel van
lichtflitsen, die automatisch verschijnen. De
kwartieren worden aangegeven met roode,
de heele en halve uren met witte lampen. Het
uurwerk bevat tevens een carillon.
In Mechelen is een uurwerk, dat een uit
45 klokken bestaand carillon in beweging
brengt. De groote klok weegt maar eventjes
8 duizend kilo.
Zooals ik reeds vertelde is de klok van den
Eiffeltoren te Parijs de grootste der wereld.
Om je een klein idee van de grootte van zoo'n
wijzerplaat van 20 meter middellijn te geven,
moet je bedenken, dat zoo'n wijzerplaat ge
makkelijk den gevel van een huis van 6 ver
diepingen kan bedekken. De verlichting ge
schiedt door 3 duizend lampen. In totaal is
voor deze installatie 17 Kilometer kabel ge
bruikt.
Te Sondei-hausen (Duitschland) bevindt
zich een klok, die geheel uit beenderen is
vervaardigd. Het voetstuk, waarop de klok
rust, is gemaakt van paarden- en runder
beenderen. De wijzerplaat is gemaakt van
afgeslepen kraakbeen. Het binnenwerk en
ook de scharnieren zijn van beenderen ver
vaardigd. Frankrijk is het land, waar het
eerst klokken werden gebruikt en wel in het
jaar 550. Voor dien tijd riep men de men-
schen ter kerk door het slaan tegen bepaalde
planken, de heilige planken genaamd.
Ten slotte geloof ik toch, dat zoo'n heele
groote klok grooter kunstwerk is dan dat
klokje op dat damesvoetje.
W. B.—Z.
Een dure postzegel. De 1 cents postzegel
van Britsch Guyana van 1856 bracht op een
veiling op f 75.000. Zijn eerste bezitter, een
schooljongen van Demerara, had hem inder
tijd voor 6 cent verkocht.
WIE ZOEKT ER MEE?
IETS OVER VARKENS.
Het varken behoort tot de veelhoevigen
of de dikhuidigen. Het heeft 4 met hoeven
bedekte teenen, waarvan de buitenste twee
korter zijn dan de overige twee en den
grond bijna of slechts even aanraken. De
huid is tamelijk dik en met stijve haren (bor
stels), die dikwijls aan het uiteinde gebarsten
zijn, bedekt. Op het midden van den hals en
den rug zijn deze het dichtst, terwijl bij de
wilde varkens en bij sommige soorten, die
's winters aan een groote koude bloot staan,
men tusschen de borstels wollige haren
vindt. De snuit, die door een afzonderlijk
been ondersteund wordt, heeft een eigen-
aardigen vorm en is geschikt voor het om-
llllllllllllllllillllllllllllll'Jil: lil illi:1' li|: 1:' n II' II'Ï li'.l' il' ;l' li l: :l' ill ÜIIHIIIHIIIIIIIIHHIIIIIIIIIIII
DE VREK EN DE VERKWISTER.
Ze woonden naast elkaar, de verkwister
en de vrek. De tuin van den vrek zag er uit
als een wildernis; het huis was zoo oud, dat
men ieder oogenblik kon verwachten het in
elkaar te zien storten en de vrek zelf bracht
zijn dag door in den kelder, waar hij liefko
zend zijn handen door de goudstukken liet
glijden. De verkwister daareirtegen bezat een
prachtig huis en een schitterenden tuin en
gaf iederen dag feesten, zich niet bekom
merend om den volgenden dag. Ze konden
niets tegen elkaar zeggen zonder ruzie te
krijgen, zeer tot vermaak der bewoners van
het kleine stadje.
Waar is de haas, die deze jager gevangen
heeft? Niet ver weg; als je goed zoekt, kun
j« hem wel vinden.
Op een ochtend had de vrek een goudstuk
in den vijver laten vallen. Hij was aan de
diepste wanhoop ten prooi. Met behulp van
touw probeerde hij een ladder te maken, om
daarmee in den vijver af te dalen en zoo zijn
goudstuk te zoeken. Op dat oogenblik kwam
de verkwister naar buiten.
„Welke visch probeer je te vangen?" vroeg
hij spottend en toen de vrek geen antwoord
gaf. zei hij:
„Ik heb gehoord, dat er karpers in den
vijver zwemmen, die alles inslikken, ook
goudstukken."
„Houd je mond!" schreeuwde de vrek en
de ander lachte uit volle borst. Plotseling
bleven ze beiden stilstaan van schrik. Tus
schen hen in trad een man, die geheel in een
zwart kleed gehuld was. Zijn gezicht was
wasbleek en zijn oogen fonkelden onheil
spellend.
„Waarom maken jullie zoo'n ruzie?"
De verkwister deed een stap achteruit; de
lach was van zijn gezicht verdwenen, terwijl
de vrek angstig naar den vijver keek, alsof
hij zijn goudstuk wilde beschermen. De man
sprak: „Ik ben de geest van het geld. Reeds
langen tijd heb ik jullie al gade geslagen
en nu wil ik de oorzaak weten van jullie ru
zies. Misschien kan ik je helpen."
„Ik houd van een bescheiden bestaan," zei
de vrek. „Dat onnoodige geld uitgeven, dat
mijn bum-man doet, maakt me ziek van er
gernis."
„En ik geef mijn geld liever uit, dan het
op te sparen," antwoordde de verkwister.
De geest knikte voldaan. Toen zei hij:
„Goed, ieder van jullie zal een voetreis
maken en dan zullen we eens kijken, wiens
manier van leven juist is. Vrek, neem jij dien
zak met levensmiddelen. Jij moet een goud-
woelen van den grond. Ook dient hij als
tastorgaan. De ooren zijn tamelijk ontwik
keld, de oogen zijn klein, de pooten van een
gemiddelde lengte, evenals de staart. Deze
is onbehaard en eindigt in een kwast.
Het varken behoort tot de omnivoren (al
les eters)
Zoo. nu hebben jullie iets over het varken
gehooi-d en nu zul je het ook wel aardig vin
den, wanneer we van hout een varken gaan
maken
Je teekent daarvoor op stevig carton of
op niet te dik hout de verschillende deelen.
die je op de afbeelding ziet. Het beste is. wan
neer je de deelen nu, voor je ze uitzaagt
eerst in de juiste kleur verft. Als je dan eens
per ongeluk over het randje gaat, hindert het
niet, omdat je daar later toch niets meer
van ziet. Dan zaag je de deelen uit en vijlt
de zijkanten goed glad, zoodat er geen splin
ters meer aan blijven zitten. Dan boor je de
gaatjes op de plaatsen, waar de ledematen
aan de romp bevestigd worden. Dit aan el
kaar bevestigen is een klein kunstje.
Dat je netjes moet werken, behoeft natuur
lijk niet nog eens gezegd te worden; dat
spreekt wel vanzelf.
Wist je dat? Schellak is een verhard
plantensap, dat uit bladeren en jonge takken
van verschillende planten vloeit, na een
steek van het wijfje van de lak-schildluis. Dit
verharde sap wordt verzameld, weer opge-
smolten, gezuiverd van alle mogelijke on
reinheden, waarna men het weer hard laat
werden.
Als de koning maar weet hoe laat het is.
In het koninklijk paleis te Windsor bevinden
zich niet minder clan 160 klokken.
woestijn doortrekken. Maar houd je niet op
onderweg. Verkwister, neem jij dien zak met
goudstukken. Jij gaat een rijk land bezoeken,
waar het je gemakkelijk zal vallen voedsel
en drinken te koopen. Maar wees zuinig,
want vervolgens moet je een onbewoonde
streek doortrekken. Terugkeeren kunnen
jullie niet; je moet altijd door gaan. Sn nu,
op weg! Ik wensen jullie een goede reis!"
De vrek wilde nog iets tegen den verkwis
ter zeggen, maar tot zijn groote schrik zag
hij dat hij alleen was. Hij was omringd door
hooge muren van goud. Toen begreep hij,
dat het onmogelijk was den geest niet te ge
hoorzamen. Hij ging op weg. Langzamer
hand werd zijn angst minder; hij raakte ge
wend aan de gele gloed v.an het goud. Hij
stopte zijn zakken vol er mee; maar dat was
zwaar en hij kwam slechts langzaam vooruit.
Zoo liep hij uren achter elkaar. Toen de zon
onderging, ging hij zitten om te rusten en te
eten; want hij had honger gekregen. Des
nachts droomde hij van bergen goud, die hij
mee naar huis nam, om ze op te stapelen in
zijn kelder. Den volgenden dag begaf hij zich
weer op weg; toen hij gegeten had en zijn
rugzak weer iets minder zwaar was gewor
den. kreeg hij plotseling het idee, het voedsel,
dat hij gebruikt had. weer te vervangen door
goud. Die gedachte vervulde hem met groote
vreugde! Maar de last werd zwaar; hij kon
bijna niet meer vooruitkomen.
„Ik zal ziek worden." mompelde hij. „maar
wat doet het er toe, ik heb een schat gevon
den!" Toen hij achterom keek. schrok hij
echter van de gedachte, dat hij niet meer
terug zou kunnen keeren. De dagen gingen
voorbij. Telkens vond hij nieuwe manieren
uit om goud mee te nemen; hij verstopte het
zelfs in zijn sokken. Maar toen hij steeds het
einde van den weg niet zag werd hij onge
rust-, bovendien werd zijn voedselvoorraad
minder en minder en de last steeds zwaar
der; maar voor geen geld ter wereld zou hij
hem afgelegd hebben. Eindelijk kon hij niet
verder. „Heb medelijden,'' snikte hij. Een
donderslag weerklonk en daar verscheen de
geest van het geld. Voor zijn voeten lag de
verkwister
Op het oogenblik, dat de vrek nog iets te
gen" den verkwister had willen zeggen, was
POSTZECELRUBRIEK.
ONZE POSTZEGELTENTOONSTELLING.
De postzegeltentoonstelling behoort weer
tot het verleden en vele nieuwelingen heb
ben kunnen zien hoe het daar toegaat. Het
werk dat ter keuring werd ingezonden, was
over het algemeen veel beter dan vorige ja
ren en het is zeer verheugend, dat een zoo
groote vei-betering is te bespeuren. Et zijn
verschillende eigen opgezette verzamelingen
getoond, die er keurig uitzagen.
Een extra woordje nog voor de nieuwelin
gen, waar ik steeds weer op terugkom. Zorg
dat de zegels keurig afgeweekt zijn, alvorens
ze worden ingeplakt. Gebruik voor het in
plakken alleen gompapier, dit is niet duur en
het maakt je album niet zoo dik. Verwijder
zooveel mogelijk de met letters geperforeerde
zegels. Het kan een enkelen keer voorkomen,
dat een betei-e zegel ook deze gaten vertoont
en dan is het wel jammer die te verwijderen
natuurlijk, maar voor de meer gewone soor
ten kan je veel beter de onbeschadigde ze
gels Inplakken. Zorg ook, dat je zegels alle
tanden hebben, als ze tenminste niet tot de
roltandingen behooren, of de tweezijdig ge
tande zegels van b.v. Zweden,
De prijswinnaars waren van dit jaar:
Henk Safink. J. Kemp, Th. Visser. P. Plaisier,
H. Kramer, G. v. d. Hoek. W. en P. Anema,
Th. Rozen. H. Kreyenbroek. Gerda Hirs.
Corry Kemp. Henny Meurs, W. van Norden.
A. van Noi-aen. J. Franssen. J. Reckman. Th.
Rec.kman N. van Beek. Femina Cornelisse.
Bep Arnoldt, J. van Dijk, zoo je ziet een flinke
lijst.
Bij de verloting was het een flinke drukte,
maar er was op grooten toeloop gerekend, zoo
dat ieder met een aanwinst naar huis ging.
Nu maar flink aan den arbeid om het vol
gend jaar weer goed voor den dag te komen.
Volgende week komt ons vervolg op Rus
land en daarna zullen we Duitschland weer
eens aanvullen, want daarvan zijn intus-
schen heel wat 'zegels uitgegeven.
Willen jullie bij het inzenden van ruilma
teriaal er om denken het eerst af te weeken
waar dit noodig is en onbeschadigde zegels
in te zenden?
De nieuwe zendingen zijn weer verzonden
met nieuwe boekjes en fraaie zegels. Zorj
voor vlugge doorzending en goede invulling
en behandeling der portefeuilles.
Rustenburgeliaan 23.
iii: i'iiii1 ui; p:'i|!' :i!'-
ii
deze verdwenen. Even later bevond hij zich
in een klein stadje, waarvan de inwoners
hem met vreugde begroetten. Toen hij zijn
hand in zijn zak stak, voelde hij daar goud
stukken.
En glimlachend begaf hij zich op weg
Kooplieden boden hem heerlijke vruchten te
koop aan; hij kocht heele manden fruit en
verdeelde dat onder de omstanders. Zoo
ging het met snoeperijen, lekkers, enz. Alles
liet men hem te duur betalen, maar dat kon
hem niets schelen. Zoo ging het door; iede
ren dag werd zijn geldzak leeger, maar de
verkwister dacht: „Wie morgen leeft, heeft
morgen zorgen."
Eindelijk kwam hij aan de woestijn, waar
van de geest hem gesproken had Onbezorgd
ging hij verder. Maar weldra sloeg zijn on
bezorgdheid in angst om. Er was niets le
vends te zien, geen boom, geen beek en de
zon brande onbarmhartig. De verkwister had
niets mesgenomen. De hitte noodzaakte hem
langzamer te loopen; tevergeefs keek hij uit
naar sch: 'uw, tevergeefs zocht naar
water.
Niets, niets!! Na een paar dagen viel hij
uitgeput neer! Hij probeerde op te staan,
verder te gaan, maar zijn krachten begaven
hem.
„Heb medelijden, geest," mompelde hij
zacht. Op dat oogenblik hoorde hij een kra
kend geluid en toen hij zijn oogen opsloeg
zag hij den geest van 't geld, terwijl de vrek
vlak daai-bij op een rots zat.
„Nu zijn jullie weer bij elkaar," zei de
geest. „Geen van beiden heb je de opdracht
kunnen vervullen en dat allemaal door je
eigen schuld. De een wilde liever van honger
sterven dan zijn goud op te geven; de ander
verkwistte liever zijn goud dan het goed te
besteden. Misschien is deze les voldoende ge
weest om je voor altijd van jullie fout te ge
nezen. De les is wel hard geweest, maar ik
hoop niet zonder gevolg
Toen verdween de geest. Duizelig nog ke
ken de beide vroegere tegenstanders elkander
aan. Toen stonden ze op en schudden el
kander de hand. Ze hadden de les begrepen.
De vrek liet zijn huis opbouwen en maakte
zijn tuin netjes in orde, terwijl de verkwister
in het- vervolg zijn geld beter besteedde. En
de twee vroegere vijanden, die beiden hun
ongelijk ingezien hadden, werden dikke
vrienden.
Zoo had de geest van het geld hen een
goede les gegeven
OP HET HEK.
door
Twee zusjes en een broertje
Zaten op een hek.
Ze zongen mooi, ze zongen blij,
Want 't was nu bijna Mei.
Het een kleine zusje
Droeg vlechtjes in 't haar.
Aan ieder zat een mooie strik.
Het zusje had veel schik.
Het eene kleine broertje,
Had krullen in 't haar.
Hij was nog wel wat heel erg klein
Toch zat hij daar zoo fijn.
Het derde kleine zusje
D'oudste van de drie.
Die zong van bloemen in de Mei,
Wat zong dat kind toch blij.
Twee zusjes en een broertje
Zaten op een hek.
De vogels hadden ook pleizier.
En tjilpten tierelier.
Een harde maag. Onlangs stierf op een
Amerikaansche boerderij een struisvrr -en
bij de opening der maag vond men in
oa. 3 handschoenen, 7 geldstukken. 1 r :od
enkele zakdoeken, een aantal draad' :.x!s,
verschillende stukken koperdraad, een paar
sleutels, een paar hangsloten en een flinke
massa steenen.
Wist je dat? Voor het graven van het
Panamakanaal was het noodig 250 millioen
M3. zand te verwerken.
u..
UIT DE NATUUR.
VOORJAAR.
Enkele warme dagen hebben de planten
'n flinken stoot gegeven en we zien overal de
fijne vooi'jaarstinten, wit, lichtgeel, lila. rood,
rose, lichtgroen, enz. te voorschijn komen.
Het is te hopen, dat het voorjaar niet te
schraal meer wordt, en dat een flinke nacht
vorst of hagelbui maar achtei-wege blijven,
want dan zouden die jonge planten en bloe
men weer te veel te lijden hebben.
De crocus is nu
bijna overal uitge
bloeid, evenals het
sneeuwklokje. Denk
er om het loof niet
af te snijden, want
dan zullen de bol
letjes, die kunnen
blijven zitten, het
volgend jaar ui"*
bloeien. Nu staan
de hyacinten en
vooral de narcissen
op hun mooist en
met de Paaschda-
gen hebben de lief
hebbers kunnen ge
nieten op eexr
tochtje langs de
bloeiende velden.
Heb je ze al m Groenenöaal zien staan, de
nakomertjes van de Bloemententoonstelling?
Laten groot en klein ze nu maar rustig
staan, dan heeft menigeen er nog het ge
zicht en het genot van. Op het veld en in
het bosch blijven ze toch altijd veel langer
mooi dan in de vaas thuis.
Het longkruid met zijn witgespikkelde bla
deren bloeit met i-oode en lila bloemen. Dat
is ook een plant, waar je elk jaar meer ple
zier van krijgt.
Het Maartsch viooltje of welriekend viool
tje is een allerliefst plantje met een wortel
stok en kruipende uitloopers en zooals de
naam al zegt lekker riekende paarse viool
tjes. Het eigenaai-dige is dat deze bloemen
geen vrucht voortbrengen. De vruchtbare
bloemen komen pas later, doch deze hebben
geen bloemkroon.
Nog een welriekend plantje vinden we in
het lelietje van dalen dat nu met dikke pun-
teia boven den grond komt. 't Stengeltje met
de opeengedrongen bloemtrossen is al zicht
baar. De bloemen geven later een vuurroode
bes, die zeer vergiftig is. Als je misschien in
December-Januari een potje lelietjes hebt
gehad, waarvan het loof nu geheel verdord is,
dan kan je er den volgenden winter weer ple
zier van hebben, Je kunt ze in den tuin op
een beschaduwd plekje overzetten of in den
pot houden. Kijk dan eerst of de aai'de goed
is, het beste is dan nieuwe aarde, gewoon goe
de tuinaarde met wat bladgrond en rivier
zand, te geven. Als je van nu af de pot op
een koel licht plekje in de kamér zet
en matig vochtig houdt, dan loopen
de spruiten wel weer uit en worden de
bloemknoppen zichtbaar. In den zomer kan
een enkelen keer wat bloemenmest of ver
dunde koemest gegeven worden. Denk er om,
dat de pot voor den bloei flink vochtig ge
houden wordt.
Laat je door een kouden dag niet weerhou
den, maar trek er op uit en ontdek op elke
wandeling nieuwe schatten in de natuur.