DE GOUDEN BRUG.
Op zes kruispunten te Amsterdam zijn Donderdag automati
sche verkeersseinen in gebruik genomen
Vanuit Het gebouw van den 17en Haagschen troep werd Donderdagavond de kampvuur-
avond der Nederlandsche padvinders door de radio uitgezonden, waarbij Exc. Rambon-
net (links) sprak over de wereldjamboree 1937
De heer J Nieuwdorp, bouwkundig hoofdambtenaar bij den Provincialen Waterstaat te
Haarlem, herdacht Donderdag het feit, dat hij 25 jaar aan dezen dienst verbonden is.
Een groepfoto van het personeel met in het midden den jubilaris
De peren- en kersenboomgaarden rond Praag staan in vollen bloei en omlijsten
Tsjechische hoofdstad met een gordel van onvergelijkelijke kleurenpracht
Er was van de zijde van het publiek genoeg belangstelling voor de proef-alarmeering,
welke Donderdag te Hilversum gehouden werd vanwege den Burgerlijken Lucht
beschermingsdienst
Minister mr. J. A. de Wilde koopt een bloempje
tijdens de Donderdag te den Haag gehouden
Emmabloem-collecte
FEUILLETON
ROMAN VAN HANNO PLESSEN.
(Nadruk verboden)
*4)
Een omvangrijke hoeveelheid muziekpapier
heeft hij meegebracht. Sinds hij terug is,
werkt hij. Renate's „Gouden Brug" heeft hem
sterk aangegrepen. De grondgedachte van dit
werk op muziek te zetten, is iets, wat zoowel
zijn hart als zijn gedachten volkomen in
beslag neemt. Renate zelf verheugt zich in
stilte over dit onverwachte resultaat van
haar novelle.
Volop genietend van het geluk, dat haar ten
deel is gevallen, brengt zij de uren tusschen
ochtend en avond door, als aangeslagen ac-
coorden en aarzelend beproefde gamma's ge
dempt tot haar schrijf hoek doordringen, on
derbroken door het rhytme der heen en weer
gaande schreden van den man in de kamer
naast de hare. Ja, zelfs het krassen van zijn
pen over het papier, het ritselen van de vellen
is hoorbaar in de diepe stilte om haar heen.
Al deze geluiden verdichten zich voor Renate
tot een melodie van belofte: Nu begint het
levenmooi en rijkvervuld en ge
zegend En onwillekeurig vouwt zij haar
handen in een samenvloeiing van gedachten
en gevoelens van dank en bede.
Een schrille dissonant, gevolgd door een
zware bons doet haar eensklaps uit haar mij
mering opschrikken. Zij snelt naar het aan
grenzende vertrekDaar vindt zij den
man, ineen gezakt naast den vleugel, in een
moeizame poging om zich op te richten. Met
een geruststellende handbeweging beant
woordt hij de vraag, die in haar. van angst
wijd opengesperde oogen ligt.
„Het is niets", brengt hij er eindelijk met
moeite uit, terwijl zijn tanden in een plotse
linge koortsrilling tegen elkaar klapperen
„Dank jeRenate heeft hem op een stoel
geholpen, waarin hij vermoeid achterover
leunt. „Niet bang zijn kind't Lijkt veel
erger dan het iseen malaria-aanval
een oorlogssouvenir't heeft niet veel te
beteekenen
„Ik zal direct een dokter laten halen!"
„In geen gevalprotesteert hij heftig.
„Misschien heb je wat kinine in huisof
antipyrineof een ander middel tegen
koorts
Zij knikt. Gelukkig is haar huisapotheek
van alles voorzien, zooals haar eenzaamheid
dat vereischt.
Terwijl hij zich naar zijn kamer begeeft,
maakt zij de medicijn voor hem klaar.
„Wil je misschien een nat compres
stelt ze voor, als ze vol zorg zijn gloeiende
wangen ontwaart en zijn, plotseling bijna ver
glaasden blik.
„Niet noodig.... en de thermometer zoek
je ook voor niet", antwoordt hij op gemaakt
luchtigen toon. „Ik ben absoluut niet nieuws
gierig naar m'n temperatuur.... 't Komt er
trouwens niet op aan ook.Ik ken dat alles
al langer dan vandaag't gaat weer net
zoo gauw voorbij als 't gekomen isJe moet
alleen niet zulke verschrikte oogen opzetten,
kindEn wederom loopt hem een ijs
koude rilling over den rug.
Zij glimlacht hem toe.
„Ik denk, dat ik wel gauw zal inslapen
maar je moet me stellig beloven: geen dok
ter!"
Zóó dringend bindt hij haar dit op het
hart, dat ze het niet waagt hem door een of
anderen tegenspraak te irriteeren. De besliste
toon. waarop hij tegen haar spreekt, stelt
haar trouwens eenigszins gerust. Zij vermoedt
niet, welk een zeldzame inspanning het. den
man kost om zoo weinig mogelijk van zijn
miserabelen toestand te laten blijken.
Zij legt hem een koud fompres op 'iet
gloeiende voorhoofd en gaat daarna ojp =en
tabouret naast zijn bed zitten. Hij maakt een
afwerende beweging, alsof hij wilde verhin
deren, dat zij deze plaats inneemt. Zijn ge
dachten raken echter verward en spoedig
valt hij in een onrustigen koortsachtigen slaap.
Zijn ademhaling is moeilijk en onregelmatig
De trekken van zijn heet gelaat verraden een
kwellende spanning. Geen minuut ligt hij stil.
Steeds weer schudt Renate zijn kussen op en
trekt zijn dekens glad. Zijn toestand wordt
bepaald zorgwekkend, als hij in afgebeten
woorden begint te ijlennu eens luid,
bijna schreeuwend zelfdan weer fluiste
rend en nauwelijks verstaanbaar:
„Niet doen!niet doen!Toon toch
een klein beetje medelijden!Margot, ben
je nu tevreden?Nu heb je allesalles
Help!de boot slaat omIk kon
er niets aan doen, professorwerkelijk
nietik zweer uneen.... neen....
Help!Moeder
Terwijl hij zachtjes kreunt, glijden zijn
handen tastend over dek. Renate neemt ze in
de hareen houdt ze vast. Een oogenblik
is de zieke wat rustiger. Dan rukt hij zich uit
de zwakke greep van de vrouw los, werpt zich
op zijn zijde en steunt:
„Jaag me niet weg, MonikaGeloof hem
niet!Nee, meneer Rung, tienduizend
duizend voor Gertrud BredaMargot moet
niet alles hebben
„Sylvester, acht, luister toch, Sylvester...."
stamelt Renate hulpeloos.
„Dorst...," komt het nauw hoorbaar over
zijn lippen.
Zij wil het meisje niet bellen en haalt daar
om liever zelf iets om te drinken.
Als zij met een glas limonade in de kamer
terugkeert, heeft de zieke het bed verlaten,
om steeds nog in een ijlende droom in
de zakken van zijn colbert, dat over den stoel
hangt, te zoeken.
Het gelukt Renate hem weer in zijn bed
terug te brengen, zij het ten koste van een
groot deel der limonade. Hij schijnt nu echter
geen dorst meer te bespeuren. Totaal uitgeput,
ligt hij bijna doodstil. Zijn slaap wordt nu iets
rustiger en dat stemt ook Renate wat kalmer.
Zachtjes staat ze op om zijn kleeren. welke
hij door elkaar heeft gehaald, weer behoorlijk
neer te leggen en eenige kleinigheden, welke
er uit zijn gevallen, op te rapen. Een doek
een notitieboekjeeen kameen por
tefeuilleUit deze laatste valt een klein
strookje papier op den grond. Zij bukt er zich
naar. Het is een postwisselregu, afgegeven aan
het postkantoor te Innsbruck voor een, door
Sylvester Vonberg gestort bedrag van 3.300
mark, ten name van mej. Margot Sellert,
tooneelspeelster, Miinchen, Gisellastraat 3
Totaal verbijsterd staart Renate op het
papier, dat aan duidelijkheid niets te wen-
schen overlaat. Zij meent te droomen
waant zich het slachtoffer van een plotselinge
verstandsverbijstering, maar terwijl ze zich
met de smalle hand nerveus over het voor
hoofd strijkt, moet ze zichzelf erkennen, dat
het de naakte werkelijkheid is.onloochen
baaronmiskenbaaralleen wat on
samenhangenden verwardEen po
ging om rustig na te denken wordt verijdeld
door de klanklooze stem van den malaria-
patiënt:
„Je moet me helpen Emma Je moet
Deze eene maal nogde laatste maal".
En dan plotseling met stemverheffing vervolgt
hij: „Het gaat om allesom Johanna
Jo, ik kan immers niet leven zonder jou
Jo, lieveliefste Jo, jemag niet van
me weggaanIk kan je immers niet mis
senJo, ik wil je niet verliezen
nietEn dan nog een maal in een laat
ste krachtsinspanning: „Johanna
Het, voor een aangeteekende verzending ge
maakte pakje met Johanna's ring verdwijnt
in Szartossy's zak. Daarna sluit hij de knoo-
pen van zijn skipak en bekijkt hij zichzelf nog
eens in den spiegel. Hij knikt zijn eigen beeld
oe. Hij is tevreden. Er is niets aan hem te
zien. Totaal nietsEn nu wegzoo spoe
dig mogelijk. Zich eerst van dien ring ont
doenen dan
Er wordt geklopt.
De picolo van het hotel brengt de middag
post.
Ongeopend steekt Szartossy den brief van
Rudolf "on Bere met het poststempel South
ampton bij zich.
Dan verlaat hij zijn kamerdraait twee
maal den sleutel in het slot om en loopt rus
tig de, met een dikken looper bedekte trap
af.
„Ik heb een en ander in Innsbruck te
doenmogelijk blijf ik daar overnachten",
zegt hij tot den portier, die van zijn mede-
deeling met een buiging kennis neemt.
Dan keert Stefan Szartossy zich om, om
heen te gaan. Op hetzelfde oogenblik, dat hij
zijn hand naar de deur uitsteekt, wordt deze
van buiten geopend. Bijna was hij met Therese
in botsing gekomen, die in groote haast en
vrijwel buiten adem naar binnen stormt.
„Heb ik daar even geluk, dat ik u bijna in
de armen val", brengt ze er hijgend uit. „Me
vrouw laat u hartelijk groeten enalstu
blieft, al het andere staat hierin...."
Daarmee duwt zij den verbaasden Szartossy
een brief in de handen.
„Dank je", zegt hij, terwijl hij haastig het
couvert open scheurt. Met intense belang
stelling leest hij, wat Renate hem ln vluchtige,
duidelijke haar geagiteerdheid verradende
woorden meedeelt:
Terwijl ik gisteren nog hoopte je spoe
dig tot een bezoek te kunnen uitnoodigen,
moet ik thans reeds noodgedwongen je
hulp inroepen. Kom spoedig! Ik doe een
beroep op onze vriendschap!
R. L.
f
(Wordt vervolgd),