Belangrijke uitbreiding van Goering's bevoegdheden. THIJS IJS EN DE DIAMANT In het Land van Mussolini. Graziani's opmarsch naar Sassabaneh. DINS D X G 2S APRIL 1936 HAARLEM'S DAGBLAD 4 BUITENLAND Controle op de grondstoffen- en deviezenpolitiek. Schacht's financieele maatregelen door Goering's persoonlijkheid gedekt. DUITS CHL AND Havas meldt uit Berlijn, dat de macht van Rijksminister Goering aanzienlijk versterkt zal worden. In een officieel communiqué wordt hieromtrent medegedeeld: ,.Nu talrijke auto riteiten van staat en partij moeten samen werken tot regeling van de kwesties van eer ste behoeften en deviezen, heeft de Fuehrer en Rijkskanselier den minister-president van Pruisen belast met de studie en ordening van alle noodige maatregelen. Minister-preesident generaal Goering kan te dien einde alle auto riteiten van staat en partij hooren. Hij kan zich door de competente rijksministers doen voorlichten en eventueel doen vertegenwoor digen". Goering. Betreffende deze nieuwe functies van Goe ring merkt Havas nog op, dat deze hem in zekeren zin tot economisch dictator van Duitschland maken. De benoeming van Goe ring beperkt de bevoegdheden van dr. Schacht boven wien een controleerend, coör- dineerend en beslissend orgaan geplaatst wordt. Goering zal nu na den raad te hebben in gewonnen der betrokken diensten in laat ste instantie beslissingen kunnen nemen be treffende het economische leven van Duitsch land. Zelfs zal Goering controle kunnen uit oefenen op den minister van oorlog, maar schalk von Blomberg. De laatste weken is het vraagstuk van economie en oorlog be nevens van de economische mobilisatie ver scheidene malen op den voorgrond der be sprekingen getreden. De benoeming van Goering vormt zeker een principieele maat regel. ïn verband hiermede zal Goering voortaan uiteindelijk beslissen over de in- dustrieele ravitailleering en de organisatie der Duitsche productie, waar naast Schacht niet meer dan een technisch raadsman en uitvoerder zal zijn. De nieuwe economische dictator zal de coördinatie moeten regelen van de werkzaamheid der verschillende mi nisteries en zal dus verantwoordelijk zijn voor de voorziening van Duitschland van voedingsmiddelen, hetgeen temeer van be lang is, daar den laatsten tijd ernstige ver schillen van meer.ing bestonden op dit ge bied tusschen Schacht en Darré. Voorts zal Goering nu uit hoofde van zijn nieuwe func tie een directen invloed uitoefenen op de begrootingsuitgaven. waarover hij in zekeren zin controleur zal zijn. Zijn persoonlijk ge zag. het vertrouwen van Hitier en het pres tige waarover hij in de nationaal socialisti sche partij beschikt, zullen Goering in staat stellen de pijnlijke maatregelen op te leggen, waarop een recent artikel in de „Deutsche Volkswirt".geïnspireerd door Schacht, duide lijke toespelingen maakte. Het is wellicht in dit opzicht, dat de benoeming geschied is in volledige overeenstemming met de verlan gens van Dr. Schacht, die op deze wijze door Goering gedekt zou worden bij de uitvoering van een strenge deflatie-nólitiek. welke zware offers voor het Derde Rijk met zich mee brengen, die Schacht met voldoende gezag zelf zou kunnen opleggen. Oostenrijk. Starhemberg zal ontwapening der Heimwehr niet toelaten. In een Heimwehr-verga dering te Horn, zette prins Starhemberg uiteen, dat de Heim wehr niet aan ontwapenen denkt. Er zal ook in de toekomst een gewapende Heim wehr bestaan. Zeer scherp keerde Starhemberg zich tegen ,,het streven den klassestrijd en de partij - corruptie weer te doen opleven", aldus meldt het D. N. B. Hij waarschuwde alle politici, die dergelijke doeleinden nastreefden, hoe hooggeplaatst zij ook mogen zijn. De Heim wehr is bereid met allen mee te gaan, die den koers van Dollfuss willen volgen. Voorts eischte Starhemberg opnieuw een grondige zuivering van het openbare leven van onbe trouwbare personen. Wat de militie betreft, deze mocht weliswaar, zeide hij, niet gepoliti seerd worden, maar zij is het uitvoerend or gaan van het vaderlandsche front en heeft in zooverre ook een politiek karakter. Schusch- nigg kan zich verlaten op de trouw van de Heimwehr, maar de bondskanselier moet de Heimwehr ook gebruiken tegen zijn zooge naamde vrienden, want anders kan het op een goeden dag gebeuren, dat hij door deze op zij wordt geschoven. Engeland. Het uitlekken der begrootings- geheimen. De minister van financiën. Neville Cham berlain heeft in het Lagerhuis een korte ver klaring afgelegd over het voortijdig bekend worden van de tariefs- en belastingverhoo- gingen, waarin de nieuwe begrooting voor ziet en over de verzekeringstransacties, die in verband daarmede hebben plaats gehad in eenige nog onbekende kringen. De mi nister deelde mede. dat een onderzoek is in gesteld en dat hij persoonlijk in contact is getreden met den directeur-generaal van Lloyd's. Het onderzoek is nog niet beëindigd. Chamberlain heeft den directeur-generaal meegedeeld, dat hij volledige opheldering verlangt. Overigens staat nog niet vast, dat indiscreties ten aanzien van den inhoud van de ontwerp-begrooting zijn geschied. Samuel Hoare minister van marine? De ..Morning Post" meldt, dat aan Sir Samuel Hoare het ambt van eerste Lord der Admiraliteit is aangeboden, in opvolging van Lord Monsell, en dat Hoare dit zou hebben aangenomen. „De vervanging zal over en kele weken plaats vinden". (Reuter) Invoerrechten op bier aan genomen. Het Lagerhuis heeft een resolutie aangeno men, waarbij de invoerrechten op bier, zooals deze in de begrooting zijn voorzien, worden goedgekeurd. Engeland staat zijn mandaat gebieden niet af. In het Lagerhuis verklaarde Baldwin in antwoord op een vraag, dat de mogelijkheid bestaat dat de voorwaarden, onder welke de mandaten kunnen worden overgedragen, niet goed begrepen zijn. Hij wilde deze dus nog maals uiteenzetten. Een overdracht, van man daat heeft tot nu toe nooit plaats gehad en zou alleen kunnen plaats hebben met toe stemming van den staat, welke op het oogen- blik het mandaat uitoefent en van den staat, die het mandaat zou krijgen, terwijl boven dien eenparige toestemming van den Vol kenbondsraad wordt vereischt. De kwestie van een overdracht van man daat zal, indien deze zich voordoet nauw keurig moeten worden onderzocht, het is niet een kwestie waartoe gemakkelijk zal kunnen worden besloten. Minister-president Baldwin verklaarde ver der, dat de Britsehe regeering niet voorne mens is een mandaat over te dragen. Van Conservatieve zijde alsmede van op positie zijde werden Eden vragen gesteld over verscherping van de sancties. Eden antwoord de hierop, dat de sanctie-actie strikt collec tief blijft en in samenwerking met de overige leden van den Volkenbond; ook maatregelen tot financieelen steun aan Abessynië moe ten door den Volkenbond worden eenomen. (A N. P.) Frankrijk, De stand der verkiezingen. Het ministerie van Bmnenlandsclie Zaken deelt het volgende mede: Van de 618 kiesdistricten is thans van 616 de uitslag bekend. 183 definitieve uitslagen zijn gevallen, ter wijl 433 herstemmingen noodig zijn. De stand van de uitslagen is thans: Behaalde zetels winst verlies Communisten 9 3 0 Socialisten Sfio 23 2 6 Soc. Union républicaine5 10 Onafh. socialisten 1 0 3 Radicaal-socialisten 25 2 7 Onafhankelijke radicalen.. 13. 2 3 Links-republikeinen 38 5 5 Démocrates populaires 12 0 2 Republikeinsche Unie51 11 2 Conservatieven 6 2 0 183 28 2>8 De resultaten van Ajaccio en Sartene ont breken nog. (Reuter). Vierling noodigt vijfling uit. De vijf Dionnes naar het eeuwfeest van Texas De gezusters Keyes uit Hollis (Oklahoma) de eenige vrouwelijke vierling, welke in leven is. zal de volgende maand op bezoek gaan bij den vijfling der familie Dionne te Callendar om dezen uit te noodigen het eeuwfeest van Texas, dat dezen zomer zal worden gevierd, bij te wonen.. De meisjes studeeren thans aan de Baylor-universiteit. De oorlog in Abessynië. Felle strijd om de stad verwacht. Prinses Tsahai doet een beroep op alle vrouwen der wereld. MOGADISCIO, 27 April (Reuter-A.N.P.) De correspondent van Reuter-A.N.P. bij de Ita. liaansche legers in het zuiden seint over den opmarsch van generaal Graziani naar Sassa baneh, dat na verbitterde gevechten gedu rende twee dagen de Abessyniërs te Hamanlei aan de samenvloeiing van de rivieren Fafan en Terrer verslagen zijn. De Italiaansche linkervleugel kan thans snel oprukken en een bedreiging vormen voor den Abes- synischen rechtervleugel. De in deze streek gevoerde strijd is van beslissend belang, en men spreekt dan ook van het offensief op de Abessynische „Hindenburg-linie" in het hart waarvan Sassabaneh gelegen is. Wanneer deze linie onder den ontzaglijken druk der Itali aansche strijdkrachten bezwijkt zal Graziani in noordwestelijke richting naar de hoofdstad kunnen oprukken en dan contact krijgen met de uit het Noorden derwaarts opdringende legers van Maarschalk Badoglio. Na den val van Hamanlei zijn de Italiaansche legertroe- pen aan den linkervleugel in snel tempo op gerukt langs den parallelweg naar Harrar. Zij hebben voorbij Daggamodo een convergeerende beweging gemaakt, zoodat zij nu inderdaad een ernstige bedreiging voor den Abessyni- schen rechtervleugel vormen. Tegelijkertijd is de colonne van generaal Agostini aan den Italiaanschen rechtervleugel reeds ver ge vorderd, zoodat hij binnenkort deel kan gaan nemen aan den slag en daarbij den Abessyni- schen linkervleugel zal aantasten. In het cen trum wordt voor Sassabaneh eveneens een be slissende slag verwacht, welke vermoedelijk zeer veel insnanning zal kosten, aangezien de verdediging der stad zeer sterke stellingen be zet heeft en klaarblijkelijk vastbesloten is, zich tot het uiterste te verweren. De Italianen hebben hier dan ook een ontzaglijke hoeveel heid oorlogsmateriaal bijeengebracht, be staande uit artillerie, mitrailleurs, tanks, ge pantserde auto's en vlammenwerpers. Het voordeel van de Abessynische positie alhier is hoofdzakelijk gelegen in de omstandigheid, dat de troepen stellingen hebben ingenomen op de met laag hout begroeide heuvels welke geflankeerd worden door hooge heuvels en liggen achter een uitgestrekte open vlakte, waarover de Italianen zullen moeten opruk ken. De correspondent van Reuter-A.N.P. in Des- sie meldt omtrent den opmarsch uit het noorden naar Addis Abeba, dat de Italiaan- ;che voorhoede, samengesteld uit inheemsche troepen onder blanke leiding reeds op 100 K.M. van de hoofdstad is aangekomen. De voor hoede wordt gevolgd door een volkomen ge motoriseerde troep, die voorzien is van de modernste oorlogsuitrusting en van de mach tigste ter beschikking staande strijdmiddelen. Veel van de schade, die door de Abessyniërs ter vertraging van den opmarsch aan- den keizerlijken weg is toegebracht, is reeds her steld door de voor de gemotoriseerde troep opmarcheerende af deelingen. De ge motoriseerde afdeeling heeft ongeveer een kwart van den weg tusschen Dessie en Addis Abeba afgelegd. Verwacht wordt, dat deze ge motoriseerde strijdformatie geen onoverkome lijke moeilijkheden op den weg zal ontmoeten aangezien de vooruit trekkende afdeelingen goed voorzien zijn van het noodige materiaal voor het bouwen van voorloopige bruggen en het verrichten van ander weg-verbeterings- werk. De correspondent van Reuter-A.N.P. in Addis Abeba meldt, over den nieuwen oproep van prinses Tsahai aan alle vrouwen ter wereld, dat zij daarin onder meer het volgende heeft gezegd: „De Italiaansche agressie en de gasaanvallen vormen een toets voor de hu maniteit. Wanneer gij in plaats van de kran ten te lezen, die melden hoe verschrikkelijk dat alles is, u aaneensluit en uwen regeerin gen -geen rust laat, todat zij een doelmatige actie ondernemen, zult gij inderdaad iets doen om ons allen te redden". De prinses stelt voor urgente meetings te houden, petities aan de regeeringen te zenden en rechtstreeks brieven te schrijven aan de verschillende presidenten en eerste ministers. De regeeringen, zoo voegde de prinses er aan toe, zouden door middel van hun ambassa deurs op Rome de verschrikking kunnen con- centreeren van den afschuw der geheele wereld en zij zouden den Volkenbond er toe kunnen brengen van Italië de onmiddellijke vernieling te eischen van alle voorraden gif gas. Tenslotte spreekt de prinses haar dank uit voor de sancties, die misschien tot hulp strekken, maar niet voldoende. Daarom moe ten de vrouwen ter wereld zich aaneensluiten ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELUNC. Thijs was heel erg aangedaan door dat vreeselijke gehuil van den vreemdeling. „Kom, wees nu flink," zei hij. „Een man gaat toch niet zitten huilen. Vertel me maar eens wat er gebeurd is." „Ach, neen," antwoordt de vreemde, „dat kan ik niet. Je kunt me immers toch niet helpen." „Dat kun je nooit weten," antwoordt Thijs opgewekt. ,Nu, dan zal ik het je maar zeggen," antwoordt de man. „Misschien geeft het me wat verlichting, als ik het vertel. Ik ben Prins Rechte- brecht en ben heel ongelukkig." Italië en de oorlog. „Merk je in Italië veel van den oorlog?" solini verschenen er eenige politieagenten dat is de vraag, die mij sinds mijn terugkeer en rechercheurs in politiek, die het publiek uit het land van Mussolini, waar ik mijn Paaschvacantie heb^ doorgebracht, telkens weer gesteld wordt, famdat dit blijkbaar zoo velen belang inboezemt, zal ik die vraag in ons blad beantwoorden. Van geestdrift voor den oorlog in Abes synië heb ik gedurende de 12 dagen dat ik in Italië was, maar heel weinig bespeurd. Dit beteekent natuurlijk allerminst, dat de Italianen de gebeurtenissen in Afrika niet fel meeleven, maar van enthousiasme of van een hoera-stemming heb ik als toerist zoo goed als niets ontdekt. Ik was in Rome op den dag. waarop het bericht van de bezetting van Dessié een voor het oorlogsverloop toch zeer belam rijke gebeurtenis bekend werd, doch het leven ging dien dag gewoon zijn gang als op andere dagen. Wij zaten 's morgens voor een café op de Piazza Venetië dat is vlak tegenover het paleis, waar Mussolini overdag resideert toen wij door het luide geroep van „Dessié occupata!" van de krantenver- koopers hoorden, dat deze Afrikaansche stad bezet was. De bladen vlogen weg en er was gedurende eenige minuten een blijkbaar groote belangstelling voor het oorlogsnieuws. Maar al heel spoedig had het plein zijn ge wone aanzien teruggekregen. In de stad hin gen dien middag wat meer vlaggen dan 's morgens, maar dat was feitelijk ook het eenige, waaruit wij zagen, dat er iets bij zonders was gebeurd. Dien dag ging ik tegen 6 uur -weer naai de Piazza Venetië, daar men mij had verteld, dat het publiek na belangrijke overwinningen herhaaldelijk op dat uur ovaties aan den Duce bracht en werkelijk stonden er toen ook 'n vijfhonderd menschen voor het paleis in afwachting van de dingen, die er gebeuren zouden. Maar er gebeurde dien middag niets. Wel begonnen de menschen onder voort durend handgeklap te schreeuwen: „Duce! Duce! Duce! Duce!" doch inplaats van Mus- ten einde iets te doen, dat Abessynië werkelijk zal helpen voordat het te laat is. Italiaansche opmarsch volgens de Abessyniërs gestuit. In Abessynische kringen geeft men naar het D.N.B. uit Addis Abeba meldt de volgen de voorstelling van de ontwikkeling aan het zuidelijk front: Nadat de eerste Italiaansche offensieven van 14 tot 17 April waren afgeslagen met groote verliezen voor de aanvallers, hebben de Italianen op 24 April een nieuw offensief in de richting van Sassabaneh ingezet. De aanval werd uitgevoerd door alle beschik bare troepen. Desniettegenstaande is het den vijand gedurende den slag. die thans drie dagen duurt, nog niet gelukt. Sassabaneh en de stellingen ten zuiden van die stad te be reiken. Op den 26sten hebben de Italiaan sche vliegtuigen talrijke brand- en andere bommen op de stad Goba laten vallen. Gevecht on den keizer lijken weg. Van Italiaansche zijde wordt uit Dessie medegedeeld, dat de voorhoede der gemotori seerde Erythreesche colonnes, -die langs den keizerlijken weg oprukken, op ongeveer 100 kilometer ten zuiden van Dessie op een kleine groep Abessynische soldaten is gestooten. De Abessyniërs werden op de vlucht gedreven, zij moesten 14 dooden en gewonden achter laten. Een beroep op Herriot. Herriot heeft naar Reuter verneemt van Prinses Tsahai, de dochter van den Negus een brief ontvangen, waarin zij zich namens de Abessynische vrouwen tot hem wendt, als vertegenwoordiger van het symbool der be tere menschheid, om zijn autoriteit aan te wenden tot het beëindigen van het gebruik van strijdgas. Het mechanisme van Genève werkt langzaam en de oorlog duurt reeds lang. Herriot heeft een antwoordtelegram ge zonden aan de prinses, waarin hij haar de ontvangst van haar aandoenlijk schrijven meedeelt, dat zijn volle aandacht heeft en waarop hij de regeering van Frankrijk op merkzaam heeft gemaakt. Vier Italiaansche vlieg tuigen neergeschoten. Volgens een officieel communiqué zijn aan het zuidelijk front, nabij Sassabaneh vier Italiaansche vliegtuigen door geweervuur der Abessyniërs neergehaald. In het communiqué wordt voorts medege deeld, dat ook twee tanks door anti-tankge- schut zijn vernield. Het grootste l--l>tsc]|!,ip ter wereld. Wordt in Amerika gebouwd. AKRON (Ohio), 2L April. Naar de pre sident der Goodyear Zeppelin Corporation, Lichtfield, heeft medegedeeld, zal deze maat schappij het grootste luchtschip ter wereld gaan bouwen. Volgens de plannen zal dit luchtschip ongeveer 260 meter lang wor den, dus 26 meter langer dan de „Hinden burg", terwijl de doorsnee 44 meter zal be dragen. Het ligt in de bedoeling dit reuzen-lucht schip te gebruiken in den Trans-Atlantischen dienst als aanvulling op den dienst van dp .Hindenburg". (Reuter) Aantal gedetineerden daalt in Engeland. De Daily Telegraph meldt, dat in Engeland thans slechts een derde van het aantal der 25 jaar geleden gedetineerden in de gevangenis sen is opgesloten. In 1910 kwamen volgens het dezer dagen gepubliceerde rapport jaarlijks 186.398 personen in de gevangenis, in 1934 wa ren het 56.425. De „dagelijksche" bevolking is _,edaald van 20.826 tot 12.233 gedetineerden. Door deze opmerkelijke verbetering heeft men het aantal gevangenissen van 56 op 26 kun nen terugbrengen. Dit resultaat wordt toegeschreven aan be langrijke wijzigingen in de strafwetgeving, vermindering van het aantal langdurige ge vangenisstraffen en aan de algemeene verbe tering der maatschappelijke gewoonten en toestanden, waarbij vooral ook dé drankwet ten een belangrijke rol hebben gespeeld. op gemoedelijke, vriendelijke wijze aan het verstand brachten, dat de ovatie niet door kon gaan. Onmiddellijk verspreidde de menigte zich en enkele minuten later was het plein weer leeg als op andere uren. Dien avond zaten wij in de galerij bij de Piazza Colonna, waar een orkestje onder lei ding van den bij vele Haarlemmers zeker nog wel uit Zandvoort en Amsterdam bekenden Marcello Lanfredi speelde. Tot twee maal toe liet Lanfredi het Italiaansche Volkslied en het fascistenlied uitvoeren. Heel het publiek stond op en applaudisseerde, maar daar bleef het ook bij. Van een geestdriftige stemming was er niets te bemerken. Den volgenden dag hingen te Rome overal de vlaggen uit, maar dat was op hoog bevel. De 16de April was namelijk wegens cte be zetting van Dessié tot nationale feestdag t ge proclameerd en Mussolini had gelast, dat de vlaggen moesten worden uitgestoken, aan welk bevel algemeen was voldaan. Maar ook op dien nationalen feestdag merkten wij op straat weinig van enthousiasme bij de be volking. Op weg naar het Vaticaan zag ik 's mor gens een troep jeugdige fascisten jongens van 16 tot 20 jaar zich opstellen met mu ziek, vlaggen en borden om een marsch door Rome te maken, maar toen wij 's middags uit het Vaticaan terugkeerden, was er van een feeststemming in de stad niets te ontdekken. Rome zag er met al die vlaggen fleurig uit; het publiek drentelde door de straten als op een Zondag en overigens was alles gelijk als op andere dagen. Toch gebeurde op dien dag nog iets, dat aan den oorlog herinnerde. Tegen 7 uur had zich weer een volksmenigte op de Piazza Venetië verzameld, nu wat grooter aan den vorigen dag en zoo nu en dan klonk weer het „Duce! Duce! Duce!" begeleid door het er bij behoorend handgeklap. Ditmaal had den de betoogers meer succes, want op eens gingen de balcondeuren open en verscheen Mussolini, vergezeld van een Fransch gene raal en achter hem eenige Fransche oud strijders, die wij 's morgens bij de audiëntie van den Paus in het Vaticaan hadden gezien, op het balcon. Mussolini bracht den fascis ten-groet. en toen, op dat oogenblik, brak de geestdrift bij het publiek werkelijk los. De menschen verbraken het politie-cordon en drongen op tot viak aan het paleis. Men wuifde met hoeden en zakdoeken en schreeuwde: „Eia! Eia! Alala!" Ook nadat Mussolini verdwenen was, werd het publiek niet moede te juichen en te schreeuwen: „Duce! Duce! Duce!" Weer gin gen de deuren open en opnieuw verscheen Mussolini, nu alleen. Hij hief zijn hand op ten teeken, dat hij wilde spreken en .onmid dellijk viel er een stilte over het plein. Dui delijk en doordringend klonk mi de stem van den dictator. Hij zeide iets van „Ostra trup- pa" en „Dessié" en dat was voor de menigte voldoende om hem frenetiek toe te juichen. Zooals Mussolini daar stond, glimlachend, met de handen gesteund op de balustrade, maakte hij eerder een vriendelijken dan een barschen heerschersindruk en van een thea trale „pose" was op dat moment geen sprake. Het publiek juichte, klapte, wuifde met zakdoeken en hoeden, zoolang de Duce zichtbaar bleef. Het was het eenige oogen blik van werkelijk zuidelijke geestdrift, die echter waarschijnlijk meer den dictator dan den oorlog gold. Vijf minuten later had de Piazza Venetië zijn gewone aanzien terug gekregen en ging het leven in Rome weer zijn gang. In andere steden, waar wij geweest zijn Napels, Pisa, Genua en Turijn en op Capri was nog minder iets van een hoera-stemming bij het gewone publiek te merken. Te Napels zagen wij in het Theater Fiorentini een poli tieke revue „Marionetti Che Sanzioni", waarin de staten van den Volkenbond werden voorge steld als marionetten en Italië verscheen als een charmante, jonge vrouw. Of de revue gees tig was, kan ik niet zeggen, daar de finesses mij ontgingen, maar al te veel attisch zout scheen zij te oordeelen naar het weinig gelach van hét publiek niet te bevatten. Het meest opmerkelijke vond ik wel, dat de zaal bijna niet reageerde op de vele schimpscheu ten op de mogendheden, die aan de sancties deelnemen, en heel de revue zeer koel ontving. Alleen de verschijning van den negus met ge volg onder een witte parasol met het roode kruis en natuurlijk aan een koord het on afscheidelijk hondje, ook al gedekt met een kleedje met rood kruis gaf even aanleiding tot uitbundig vermaak van het publiek, maar dat was dan ook het eenig bewijs van succes. Of wij dan verder niets van den oorlog heb ben bemerkt? O zeker, er was steeds groote belangstelling voor de legerberiehten, die voor de bureaux van de dagbladen hingen. Maar bulletins heb ik overigens in de steden weinig of niet gezien. Ook stond het geheele personeel van ons hotel te Napels van portier tot lift boy te luisteren naar een extra-radio bericht, dat Zondagmiddag werd uitgezonden. En dan waren er de ontelbare uniformen die je overal in de treinen, op de stations en in de straten zag. Italië maakt den indruk van één groot legerkamp te zijn. Het aantal officieren leek mij buitensporig groot in ver gelijking met dat der soldaten. En het dient gezegd, dat allen ook de politie- en ver keersagenten keurig in het pak zitten. Die vele uniformen van militairen en zwarthemden geven kleur aan het stadsbeeld, maar getui gen helaas ook van den geest, die er tegenwoordig in Italië heerscht. Het droevigst zijn wel al die jongens en ook meisjes de ballila's kinderen nog van 6 tot 10 jaar, die in uniform rondloopen. Een bepaald triesten indruk maakte het, dat de eigenlijke tropen-soldaten er vrij wat min der fleurig, ja zelfs nu en dan nog al verslonsd uitzagen. Op het station te Rome liepen twee soldaten, wier uniformen- aan lappendekens deden denken en de holle oogen en ingevallen gezichten spraken van de ellende, die deze mannen in Abessynië hadden doorstaan. Deze oorlogssoldaten vormden wel een sterk con trast met de groep zwarthemden, jonge stu denten en allen vrijwilligers, die met muziek aan het hoofd over de Piazza Venetië trokken naar het station om te Napels te worden inge scheept. Zij droegen witte borden met zich mede, waarop te lezen stond: Viva 1'Italia! Viva ii Duce! Abassa la Sanzioni!" en toen zij voorbij het paleis van den dictator gingen, zwaaiden zijn hun baretten en juichten zij: „Per Benito Mussolini! Eia. Eia. Alala!" Maar zij waren de eenigen,' die juichten. Want het publiek, dat hen voorbij zag trekken, bracht wel den voorgeschreven fascistengroet voor de vaandels, welke zij medeüroegen, maar het deed dit zwijgend zonder één uitroep of blijk van medeleven. Ook hier dus zelfs geen zweem vo geestdrift of enthousiaste oorlogs- stemmb die men toch bij uittrekkende oorlogsvrijwilligers zou hébben verwacht. J. B. SCHUIL,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 6