Belangrijke uitbreiding van
Goering's bevoegdheden.
THIJS IJS EN DE DIAMANT
In het Land van Mussolini.
Graziani's opmarsch
naar Sassabaneh.
DINS D X G 2S APRIL 1936
HAARLEM'S DAGBLAD
4
BUITENLAND
Controle op de grondstoffen- en deviezenpolitiek.
Schacht's financieele maatregelen door
Goering's persoonlijkheid gedekt.
DUITS CHL AND
Havas meldt uit Berlijn, dat de macht van
Rijksminister Goering aanzienlijk versterkt
zal worden. In een officieel communiqué wordt
hieromtrent medegedeeld: ,.Nu talrijke auto
riteiten van staat en partij moeten samen
werken tot regeling van de kwesties van eer
ste behoeften en deviezen, heeft de Fuehrer en
Rijkskanselier den minister-president van
Pruisen belast met de studie en ordening van
alle noodige maatregelen. Minister-preesident
generaal Goering kan te dien einde alle auto
riteiten van staat en partij hooren. Hij kan
zich door de competente rijksministers doen
voorlichten en eventueel doen vertegenwoor
digen".
Goering.
Betreffende deze nieuwe functies van Goe
ring merkt Havas nog op, dat deze hem in
zekeren zin tot economisch dictator van
Duitschland maken. De benoeming van Goe
ring beperkt de bevoegdheden van dr.
Schacht boven wien een controleerend, coör-
dineerend en beslissend orgaan geplaatst
wordt.
Goering zal nu na den raad te hebben in
gewonnen der betrokken diensten in laat
ste instantie beslissingen kunnen nemen be
treffende het economische leven van Duitsch
land. Zelfs zal Goering controle kunnen uit
oefenen op den minister van oorlog, maar
schalk von Blomberg. De laatste weken is
het vraagstuk van economie en oorlog be
nevens van de economische mobilisatie ver
scheidene malen op den voorgrond der be
sprekingen getreden. De benoeming van
Goering vormt zeker een principieele maat
regel. ïn verband hiermede zal Goering
voortaan uiteindelijk beslissen over de in-
dustrieele ravitailleering en de organisatie
der Duitsche productie, waar naast Schacht
niet meer dan een technisch raadsman en
uitvoerder zal zijn. De nieuwe economische
dictator zal de coördinatie moeten regelen
van de werkzaamheid der verschillende mi
nisteries en zal dus verantwoordelijk zijn
voor de voorziening van Duitschland van
voedingsmiddelen, hetgeen temeer van be
lang is, daar den laatsten tijd ernstige ver
schillen van meer.ing bestonden op dit ge
bied tusschen Schacht en Darré. Voorts zal
Goering nu uit hoofde van zijn nieuwe func
tie een directen invloed uitoefenen op de
begrootingsuitgaven. waarover hij in zekeren
zin controleur zal zijn. Zijn persoonlijk ge
zag. het vertrouwen van Hitier en het pres
tige waarover hij in de nationaal socialisti
sche partij beschikt, zullen Goering in staat
stellen de pijnlijke maatregelen op te leggen,
waarop een recent artikel in de „Deutsche
Volkswirt".geïnspireerd door Schacht, duide
lijke toespelingen maakte. Het is wellicht in
dit opzicht, dat de benoeming geschied is in
volledige overeenstemming met de verlan
gens van Dr. Schacht, die op deze wijze door
Goering gedekt zou worden bij de uitvoering
van een strenge deflatie-nólitiek. welke
zware offers voor het Derde Rijk met zich
mee brengen, die Schacht met voldoende
gezag zelf zou kunnen opleggen.
Oostenrijk.
Starhemberg zal ontwapening
der Heimwehr niet toelaten.
In een Heimwehr-verga dering te Horn,
zette prins Starhemberg uiteen, dat de Heim
wehr niet aan ontwapenen denkt. Er zal
ook in de toekomst een gewapende Heim
wehr bestaan.
Zeer scherp keerde Starhemberg zich tegen
,,het streven den klassestrijd en de partij -
corruptie weer te doen opleven", aldus meldt
het D. N. B. Hij waarschuwde alle politici,
die dergelijke doeleinden nastreefden, hoe
hooggeplaatst zij ook mogen zijn. De Heim
wehr is bereid met allen mee te gaan, die den
koers van Dollfuss willen volgen. Voorts
eischte Starhemberg opnieuw een grondige
zuivering van het openbare leven van onbe
trouwbare personen. Wat de militie betreft,
deze mocht weliswaar, zeide hij, niet gepoliti
seerd worden, maar zij is het uitvoerend or
gaan van het vaderlandsche front en heeft in
zooverre ook een politiek karakter. Schusch-
nigg kan zich verlaten op de trouw van de
Heimwehr, maar de bondskanselier moet de
Heimwehr ook gebruiken tegen zijn zooge
naamde vrienden, want anders kan het op een
goeden dag gebeuren, dat hij door deze op
zij wordt geschoven.
Engeland.
Het uitlekken der begrootings-
geheimen.
De minister van financiën. Neville Cham
berlain heeft in het Lagerhuis een korte ver
klaring afgelegd over het voortijdig bekend
worden van de tariefs- en belastingverhoo-
gingen, waarin de nieuwe begrooting voor
ziet en over de verzekeringstransacties, die
in verband daarmede hebben plaats gehad
in eenige nog onbekende kringen. De mi
nister deelde mede. dat een onderzoek is in
gesteld en dat hij persoonlijk in contact is
getreden met den directeur-generaal van
Lloyd's.
Het onderzoek is nog niet beëindigd.
Chamberlain heeft den directeur-generaal
meegedeeld, dat hij volledige opheldering
verlangt. Overigens staat nog niet vast, dat
indiscreties ten aanzien van den inhoud van
de ontwerp-begrooting zijn geschied.
Samuel Hoare minister van
marine?
De ..Morning Post" meldt, dat aan Sir
Samuel Hoare het ambt van eerste Lord der
Admiraliteit is aangeboden, in opvolging van
Lord Monsell, en dat Hoare dit zou hebben
aangenomen. „De vervanging zal over en
kele weken plaats vinden".
(Reuter)
Invoerrechten op bier aan
genomen.
Het Lagerhuis heeft een resolutie aangeno
men, waarbij de invoerrechten op bier, zooals
deze in de begrooting zijn voorzien, worden
goedgekeurd.
Engeland staat zijn mandaat
gebieden niet af.
In het Lagerhuis verklaarde Baldwin in
antwoord op een vraag, dat de mogelijkheid
bestaat dat de voorwaarden, onder welke de
mandaten kunnen worden overgedragen, niet
goed begrepen zijn. Hij wilde deze dus nog
maals uiteenzetten. Een overdracht, van man
daat heeft tot nu toe nooit plaats gehad en
zou alleen kunnen plaats hebben met toe
stemming van den staat, welke op het oogen-
blik het mandaat uitoefent en van den staat,
die het mandaat zou krijgen, terwijl boven
dien eenparige toestemming van den Vol
kenbondsraad wordt vereischt.
De kwestie van een overdracht van man
daat zal, indien deze zich voordoet nauw
keurig moeten worden onderzocht, het is niet
een kwestie waartoe gemakkelijk zal kunnen
worden besloten.
Minister-president Baldwin verklaarde ver
der, dat de Britsehe regeering niet voorne
mens is een mandaat over te dragen.
Van Conservatieve zijde alsmede van op
positie zijde werden Eden vragen gesteld over
verscherping van de sancties. Eden antwoord
de hierop, dat de sanctie-actie strikt collec
tief blijft en in samenwerking met de overige
leden van den Volkenbond; ook maatregelen
tot financieelen steun aan Abessynië moe
ten door den Volkenbond worden eenomen.
(A N. P.)
Frankrijk,
De stand der verkiezingen.
Het ministerie van Bmnenlandsclie Zaken
deelt het volgende mede:
Van de 618 kiesdistricten is thans van 616
de uitslag bekend.
183 definitieve uitslagen zijn gevallen, ter
wijl 433 herstemmingen noodig zijn.
De stand van de uitslagen is thans:
Behaalde
zetels winst verlies
Communisten 9 3 0
Socialisten Sfio 23 2 6
Soc. Union républicaine5 10
Onafh. socialisten 1 0 3
Radicaal-socialisten 25 2 7
Onafhankelijke radicalen.. 13. 2 3
Links-republikeinen 38 5 5
Démocrates populaires 12 0 2
Republikeinsche Unie51 11 2
Conservatieven 6 2 0
183 28 2>8
De resultaten van Ajaccio en Sartene ont
breken nog. (Reuter).
Vierling noodigt vijfling uit.
De vijf Dionnes naar het eeuwfeest van
Texas
De gezusters Keyes uit Hollis (Oklahoma)
de eenige vrouwelijke vierling, welke in leven
is. zal de volgende maand op bezoek gaan bij
den vijfling der familie Dionne te Callendar
om dezen uit te noodigen het eeuwfeest van
Texas, dat dezen zomer zal worden gevierd,
bij te wonen.. De meisjes studeeren thans
aan de Baylor-universiteit.
De oorlog in Abessynië.
Felle strijd om de stad verwacht.
Prinses Tsahai doet een beroep op
alle vrouwen der wereld.
MOGADISCIO, 27 April (Reuter-A.N.P.) De
correspondent van Reuter-A.N.P. bij de Ita.
liaansche legers in het zuiden seint over den
opmarsch van generaal Graziani naar Sassa
baneh, dat na verbitterde gevechten gedu
rende twee dagen de Abessyniërs te Hamanlei
aan de samenvloeiing van de rivieren Fafan
en Terrer verslagen zijn. De Italiaansche
linkervleugel kan thans snel oprukken
en een bedreiging vormen voor den Abes-
synischen rechtervleugel. De in deze streek
gevoerde strijd is van beslissend belang, en
men spreekt dan ook van het offensief op de
Abessynische „Hindenburg-linie" in het hart
waarvan Sassabaneh gelegen is. Wanneer deze
linie onder den ontzaglijken druk der Itali
aansche strijdkrachten bezwijkt zal Graziani
in noordwestelijke richting naar de hoofdstad
kunnen oprukken en dan contact krijgen met
de uit het Noorden derwaarts opdringende
legers van Maarschalk Badoglio. Na den val
van Hamanlei zijn de Italiaansche legertroe-
pen aan den linkervleugel in snel tempo op
gerukt langs den parallelweg naar Harrar. Zij
hebben voorbij Daggamodo een convergeerende
beweging gemaakt, zoodat zij nu inderdaad
een ernstige bedreiging voor den Abessyni-
schen rechtervleugel vormen. Tegelijkertijd is
de colonne van generaal Agostini aan den
Italiaanschen rechtervleugel reeds ver ge
vorderd, zoodat hij binnenkort deel kan gaan
nemen aan den slag en daarbij den Abessyni-
schen linkervleugel zal aantasten. In het cen
trum wordt voor Sassabaneh eveneens een be
slissende slag verwacht, welke vermoedelijk
zeer veel insnanning zal kosten, aangezien de
verdediging der stad zeer sterke stellingen be
zet heeft en klaarblijkelijk vastbesloten is, zich
tot het uiterste te verweren. De Italianen
hebben hier dan ook een ontzaglijke hoeveel
heid oorlogsmateriaal bijeengebracht, be
staande uit artillerie, mitrailleurs, tanks, ge
pantserde auto's en vlammenwerpers. Het
voordeel van de Abessynische positie alhier is
hoofdzakelijk gelegen in de omstandigheid,
dat de troepen stellingen hebben ingenomen
op de met laag hout begroeide heuvels welke
geflankeerd worden door hooge heuvels en
liggen achter een uitgestrekte open vlakte,
waarover de Italianen zullen moeten opruk
ken.
De correspondent van Reuter-A.N.P. in Des-
sie meldt omtrent den opmarsch uit het
noorden naar Addis Abeba, dat de Italiaan-
;che voorhoede, samengesteld uit inheemsche
troepen onder blanke leiding reeds op 100 K.M.
van de hoofdstad is aangekomen. De voor
hoede wordt gevolgd door een volkomen ge
motoriseerde troep, die voorzien is van de
modernste oorlogsuitrusting en van de mach
tigste ter beschikking staande strijdmiddelen.
Veel van de schade, die door de Abessyniërs
ter vertraging van den opmarsch aan- den
keizerlijken weg is toegebracht, is reeds her
steld door de voor de gemotoriseerde
troep opmarcheerende af deelingen. De ge
motoriseerde afdeeling heeft ongeveer een
kwart van den weg tusschen Dessie en Addis
Abeba afgelegd. Verwacht wordt, dat deze ge
motoriseerde strijdformatie geen onoverkome
lijke moeilijkheden op den weg zal ontmoeten
aangezien de vooruit trekkende afdeelingen
goed voorzien zijn van het noodige materiaal
voor het bouwen van voorloopige bruggen en
het verrichten van ander weg-verbeterings-
werk.
De correspondent van Reuter-A.N.P. in
Addis Abeba meldt, over den nieuwen oproep
van prinses Tsahai aan alle vrouwen ter
wereld, dat zij daarin onder meer het volgende
heeft gezegd: „De Italiaansche agressie en de
gasaanvallen vormen een toets voor de hu
maniteit. Wanneer gij in plaats van de kran
ten te lezen, die melden hoe verschrikkelijk
dat alles is, u aaneensluit en uwen regeerin
gen -geen rust laat, todat zij een doelmatige
actie ondernemen, zult gij inderdaad iets
doen om ons allen te redden".
De prinses stelt voor urgente meetings te
houden, petities aan de regeeringen te zenden
en rechtstreeks brieven te schrijven aan de
verschillende presidenten en eerste ministers.
De regeeringen, zoo voegde de prinses er aan
toe, zouden door middel van hun ambassa
deurs op Rome de verschrikking kunnen con-
centreeren van den afschuw der geheele
wereld en zij zouden den Volkenbond er toe
kunnen brengen van Italië de onmiddellijke
vernieling te eischen van alle voorraden gif
gas. Tenslotte spreekt de prinses haar dank
uit voor de sancties, die misschien tot hulp
strekken, maar niet voldoende. Daarom moe
ten de vrouwen ter wereld zich aaneensluiten
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELUNC.
Thijs was heel erg aangedaan door dat vreeselijke gehuil van den
vreemdeling. „Kom, wees nu flink," zei hij. „Een man gaat toch niet
zitten huilen. Vertel me maar eens wat er gebeurd is."
„Ach, neen," antwoordt de vreemde, „dat kan ik niet. Je kunt me
immers toch niet helpen."
„Dat kun je nooit weten," antwoordt Thijs opgewekt.
,Nu, dan zal ik het je maar zeggen," antwoordt de man. „Misschien
geeft het me wat verlichting, als ik het vertel. Ik ben Prins Rechte-
brecht en ben heel ongelukkig."
Italië en de oorlog.
„Merk je in Italië veel van den oorlog?" solini verschenen er eenige politieagenten
dat is de vraag, die mij sinds mijn terugkeer en rechercheurs in politiek, die het publiek
uit het land van Mussolini, waar ik mijn
Paaschvacantie heb^ doorgebracht, telkens
weer gesteld wordt, famdat dit blijkbaar zoo
velen belang inboezemt, zal ik die vraag in
ons blad beantwoorden.
Van geestdrift voor den oorlog in Abes
synië heb ik gedurende de 12 dagen dat ik in
Italië was, maar heel weinig bespeurd. Dit
beteekent natuurlijk allerminst, dat de
Italianen de gebeurtenissen in Afrika niet
fel meeleven, maar van enthousiasme of van
een hoera-stemming heb ik als toerist zoo
goed als niets ontdekt.
Ik was in Rome op den dag. waarop het
bericht van de bezetting van Dessié een
voor het oorlogsverloop toch zeer belam
rijke gebeurtenis bekend werd, doch het
leven ging dien dag gewoon zijn gang als
op andere dagen. Wij zaten 's morgens voor
een café op de Piazza Venetië dat is vlak
tegenover het paleis, waar Mussolini overdag
resideert toen wij door het luide geroep
van „Dessié occupata!" van de krantenver-
koopers hoorden, dat deze Afrikaansche stad
bezet was. De bladen vlogen weg en er was
gedurende eenige minuten een blijkbaar
groote belangstelling voor het oorlogsnieuws.
Maar al heel spoedig had het plein zijn ge
wone aanzien teruggekregen. In de stad hin
gen dien middag wat meer vlaggen dan
's morgens, maar dat was feitelijk ook het
eenige, waaruit wij zagen, dat er iets bij
zonders was gebeurd.
Dien dag ging ik tegen 6 uur -weer naai
de Piazza Venetië, daar men mij had verteld,
dat het publiek na belangrijke overwinningen
herhaaldelijk op dat uur ovaties aan den
Duce bracht en werkelijk stonden er toen
ook 'n vijfhonderd menschen voor het paleis
in afwachting van de dingen, die er gebeuren
zouden. Maar er gebeurde dien middag niets.
Wel begonnen de menschen onder voort
durend handgeklap te schreeuwen: „Duce!
Duce! Duce! Duce!" doch inplaats van Mus-
ten einde iets te doen, dat Abessynië werkelijk
zal helpen voordat het te laat is.
Italiaansche opmarsch
volgens de Abessyniërs gestuit.
In Abessynische kringen geeft men naar
het D.N.B. uit Addis Abeba meldt de volgen
de voorstelling van de ontwikkeling aan het
zuidelijk front:
Nadat de eerste Italiaansche offensieven
van 14 tot 17 April waren afgeslagen met
groote verliezen voor de aanvallers, hebben
de Italianen op 24 April een nieuw offensief
in de richting van Sassabaneh ingezet. De
aanval werd uitgevoerd door alle beschik
bare troepen. Desniettegenstaande is het den
vijand gedurende den slag. die thans drie
dagen duurt, nog niet gelukt. Sassabaneh en
de stellingen ten zuiden van die stad te be
reiken. Op den 26sten hebben de Italiaan
sche vliegtuigen talrijke brand- en andere
bommen op de stad Goba laten vallen.
Gevecht on den keizer
lijken weg.
Van Italiaansche zijde wordt uit Dessie
medegedeeld, dat de voorhoede der gemotori
seerde Erythreesche colonnes, -die langs den
keizerlijken weg oprukken, op ongeveer 100
kilometer ten zuiden van Dessie op een kleine
groep Abessynische soldaten is gestooten. De
Abessyniërs werden op de vlucht gedreven,
zij moesten 14 dooden en gewonden achter
laten.
Een beroep op Herriot.
Herriot heeft naar Reuter verneemt van
Prinses Tsahai, de dochter van den Negus
een brief ontvangen, waarin zij zich namens
de Abessynische vrouwen tot hem wendt, als
vertegenwoordiger van het symbool der be
tere menschheid, om zijn autoriteit aan te
wenden tot het beëindigen van het gebruik
van strijdgas. Het mechanisme van Genève
werkt langzaam en de oorlog duurt reeds
lang.
Herriot heeft een antwoordtelegram ge
zonden aan de prinses, waarin hij haar de
ontvangst van haar aandoenlijk schrijven
meedeelt, dat zijn volle aandacht heeft en
waarop hij de regeering van Frankrijk op
merkzaam heeft gemaakt.
Vier Italiaansche vlieg
tuigen neergeschoten.
Volgens een officieel communiqué zijn aan
het zuidelijk front, nabij Sassabaneh vier
Italiaansche vliegtuigen door geweervuur der
Abessyniërs neergehaald.
In het communiqué wordt voorts medege
deeld, dat ook twee tanks door anti-tankge-
schut zijn vernield.
Het grootste l--l>tsc]|!,ip ter
wereld.
Wordt in Amerika gebouwd.
AKRON (Ohio), 2L April. Naar de pre
sident der Goodyear Zeppelin Corporation,
Lichtfield, heeft medegedeeld, zal deze maat
schappij het grootste luchtschip ter wereld
gaan bouwen. Volgens de plannen zal dit
luchtschip ongeveer 260 meter lang wor
den, dus 26 meter langer dan de „Hinden
burg", terwijl de doorsnee 44 meter zal be
dragen.
Het ligt in de bedoeling dit reuzen-lucht
schip te gebruiken in den Trans-Atlantischen
dienst als aanvulling op den dienst van dp
.Hindenburg". (Reuter)
Aantal gedetineerden daalt in
Engeland.
De Daily Telegraph meldt, dat in Engeland
thans slechts een derde van het aantal der 25
jaar geleden gedetineerden in de gevangenis
sen is opgesloten. In 1910 kwamen volgens het
dezer dagen gepubliceerde rapport jaarlijks
186.398 personen in de gevangenis, in 1934 wa
ren het 56.425. De „dagelijksche" bevolking is
_,edaald van 20.826 tot 12.233 gedetineerden.
Door deze opmerkelijke verbetering heeft men
het aantal gevangenissen van 56 op 26 kun
nen terugbrengen.
Dit resultaat wordt toegeschreven aan be
langrijke wijzigingen in de strafwetgeving,
vermindering van het aantal langdurige ge
vangenisstraffen en aan de algemeene verbe
tering der maatschappelijke gewoonten en
toestanden, waarbij vooral ook dé drankwet
ten een belangrijke rol hebben gespeeld.
op gemoedelijke, vriendelijke wijze aan het
verstand brachten, dat de ovatie niet door
kon gaan. Onmiddellijk verspreidde de
menigte zich en enkele minuten later was
het plein weer leeg als op andere uren.
Dien avond zaten wij in de galerij bij de
Piazza Colonna, waar een orkestje onder lei
ding van den bij vele Haarlemmers zeker nog
wel uit Zandvoort en Amsterdam bekenden
Marcello Lanfredi speelde. Tot twee maal toe
liet Lanfredi het Italiaansche Volkslied en
het fascistenlied uitvoeren. Heel het publiek
stond op en applaudisseerde, maar daar bleef
het ook bij. Van een geestdriftige stemming
was er niets te bemerken.
Den volgenden dag hingen te Rome overal
de vlaggen uit, maar dat was op hoog bevel.
De 16de April was namelijk wegens cte be
zetting van Dessié tot nationale feestdag t ge
proclameerd en Mussolini had gelast, dat de
vlaggen moesten worden uitgestoken, aan
welk bevel algemeen was voldaan. Maar ook
op dien nationalen feestdag merkten wij op
straat weinig van enthousiasme bij de be
volking.
Op weg naar het Vaticaan zag ik 's mor
gens een troep jeugdige fascisten jongens
van 16 tot 20 jaar zich opstellen met mu
ziek, vlaggen en borden om een marsch door
Rome te maken, maar toen wij 's middags uit
het Vaticaan terugkeerden, was er van een
feeststemming in de stad niets te ontdekken.
Rome zag er met al die vlaggen fleurig uit;
het publiek drentelde door de straten als
op een Zondag en overigens was alles gelijk
als op andere dagen.
Toch gebeurde op dien dag nog iets, dat
aan den oorlog herinnerde. Tegen 7 uur had
zich weer een volksmenigte op de Piazza
Venetië verzameld, nu wat grooter aan den
vorigen dag en zoo nu en dan klonk weer
het „Duce! Duce! Duce!" begeleid door het
er bij behoorend handgeklap. Ditmaal had
den de betoogers meer succes, want op eens
gingen de balcondeuren open en verscheen
Mussolini, vergezeld van een Fransch gene
raal en achter hem eenige Fransche oud
strijders, die wij 's morgens bij de audiëntie
van den Paus in het Vaticaan hadden gezien,
op het balcon. Mussolini bracht den fascis
ten-groet. en toen, op dat oogenblik, brak de
geestdrift bij het publiek werkelijk los. De
menschen verbraken het politie-cordon en
drongen op tot viak aan het paleis. Men
wuifde met hoeden en zakdoeken en
schreeuwde: „Eia! Eia! Alala!"
Ook nadat Mussolini verdwenen was, werd
het publiek niet moede te juichen en te
schreeuwen: „Duce! Duce! Duce!" Weer gin
gen de deuren open en opnieuw verscheen
Mussolini, nu alleen. Hij hief zijn hand op
ten teeken, dat hij wilde spreken en .onmid
dellijk viel er een stilte over het plein. Dui
delijk en doordringend klonk mi de stem van
den dictator. Hij zeide iets van „Ostra trup-
pa" en „Dessié" en dat was voor de menigte
voldoende om hem frenetiek toe te juichen.
Zooals Mussolini daar stond, glimlachend,
met de handen gesteund op de balustrade,
maakte hij eerder een vriendelijken dan een
barschen heerschersindruk en van een thea
trale „pose" was op dat moment geen
sprake. Het publiek juichte, klapte, wuifde
met zakdoeken en hoeden, zoolang de Duce
zichtbaar bleef. Het was het eenige oogen
blik van werkelijk zuidelijke geestdrift, die
echter waarschijnlijk meer den dictator dan
den oorlog gold. Vijf minuten later had de
Piazza Venetië zijn gewone aanzien terug
gekregen en ging het leven in Rome weer
zijn gang.
In andere steden, waar wij geweest zijn
Napels, Pisa, Genua en Turijn en op Capri
was nog minder iets van een hoera-stemming
bij het gewone publiek te merken. Te Napels
zagen wij in het Theater Fiorentini een poli
tieke revue „Marionetti Che Sanzioni", waarin
de staten van den Volkenbond werden voorge
steld als marionetten en Italië verscheen als
een charmante, jonge vrouw. Of de revue gees
tig was, kan ik niet zeggen, daar de finesses
mij ontgingen, maar al te veel attisch zout
scheen zij te oordeelen naar het weinig
gelach van hét publiek niet te bevatten. Het
meest opmerkelijke vond ik wel, dat de zaal
bijna niet reageerde op de vele schimpscheu
ten op de mogendheden, die aan de sancties
deelnemen, en heel de revue zeer koel ontving.
Alleen de verschijning van den negus met ge
volg onder een witte parasol met het roode
kruis en natuurlijk aan een koord het on
afscheidelijk hondje, ook al gedekt met een
kleedje met rood kruis gaf even aanleiding tot
uitbundig vermaak van het publiek, maar dat
was dan ook het eenig bewijs van succes.
Of wij dan verder niets van den oorlog heb
ben bemerkt? O zeker, er was steeds groote
belangstelling voor de legerberiehten, die voor
de bureaux van de dagbladen hingen. Maar
bulletins heb ik overigens in de steden weinig
of niet gezien. Ook stond het geheele personeel
van ons hotel te Napels van portier tot lift
boy te luisteren naar een extra-radio
bericht, dat Zondagmiddag werd uitgezonden.
En dan waren er de ontelbare uniformen die
je overal in de treinen, op de stations en
in de straten zag. Italië maakt den indruk
van één groot legerkamp te zijn. Het aantal
officieren leek mij buitensporig groot in ver
gelijking met dat der soldaten. En het dient
gezegd, dat allen ook de politie- en ver
keersagenten keurig in het pak zitten. Die
vele uniformen van militairen en zwarthemden
geven kleur aan het stadsbeeld, maar getui
gen helaas ook van den geest, die er
tegenwoordig in Italië heerscht.
Het droevigst zijn wel al die jongens en ook
meisjes de ballila's kinderen nog van 6
tot 10 jaar, die in uniform rondloopen.
Een bepaald triesten indruk maakte het, dat
de eigenlijke tropen-soldaten er vrij wat min
der fleurig, ja zelfs nu en dan nog al verslonsd
uitzagen. Op het station te Rome liepen twee
soldaten, wier uniformen- aan lappendekens
deden denken en de holle oogen en ingevallen
gezichten spraken van de ellende, die deze
mannen in Abessynië hadden doorstaan. Deze
oorlogssoldaten vormden wel een sterk con
trast met de groep zwarthemden, jonge stu
denten en allen vrijwilligers, die met muziek
aan het hoofd over de Piazza Venetië trokken
naar het station om te Napels te worden inge
scheept. Zij droegen witte borden met zich
mede, waarop te lezen stond: Viva 1'Italia!
Viva ii Duce! Abassa la Sanzioni!" en toen zij
voorbij het paleis van den dictator gingen,
zwaaiden zijn hun baretten en juichten zij:
„Per Benito Mussolini! Eia. Eia. Alala!"
Maar zij waren de eenigen,' die juichten.
Want het publiek, dat hen voorbij zag trekken,
bracht wel den voorgeschreven fascistengroet
voor de vaandels, welke zij medeüroegen, maar
het deed dit zwijgend zonder één uitroep of
blijk van medeleven. Ook hier dus zelfs geen
zweem vo geestdrift of enthousiaste oorlogs-
stemmb die men toch bij uittrekkende
oorlogsvrijwilligers zou hébben verwacht.
J. B. SCHUIL,