HET MYSTERIE VAN MOAT HOUSE. De opgravingen op het Domplein te Utrecht zijn hervat, waarbij werkzaamheden welke geschieden onder leiding 'ij diverse belangrijke vondsten zijn gedaan. dr. A. E. van Giffen De voetbalwed strijd Oostenrijk Engeland eindigde in een 2 1 over winning van Oos tenrijk. De Oosten- rijksche keeper Platzer bezweert een Engelschen aanval Ir. W. J. H. Harmsen, hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat, is bevorderd tot hoofdingenieur-directeur van den Rijkswaterstaat in vasten dienst, ter standplaats 's Gravenhage Jhr. dr. J. N. van der Does, lid der Nederlandsche ambulance in Abessynië, die Woensdag j.l. in ons land terugkeerde, werd Vrijdag door het hoofd bestuur van het Ned. Roode Kruis te den Haag ontvangen. Jhr. van der Does (links) verlaat het hoofdgebouw, uitgeleide gedaan door bestuursleden De verkiezingsstrijd in Amerika. President Roosevelt tijdens zijn politieke rede bij het banket van .Jackson Day" De Hertog en de Hertogin van York bij aankomst met de Prinsesjes aan te Londen voor de opening van het Engelsch militair feest Olympia Hall De blazen worden aan boord gebracht van de haringvloot, die Maandag ter vischyangst zal uitvaren FEUILLETON Naar het Engelsch van ADELINE SERGEANT. (Nadruk verboden). 10) „M'n beste jongedame, het spijt me heel 'erg, dat ik niet aanwezig was om u te be groeten. Jammer genoeg werd ik voor be langrijke zaken weggeroepen. Ik vertrouw, dat m'n zoon de honneurs tijdens m'n af wezigheid heeft waargenomen. Juffrouw Plowden heeft u dus hier gebracht om de patiënt te bezoeken? Arm kind, ze ziet er vandaag allesbehalve goed uit. Hebt u haar het voorgeschreven drankje ingegeven juf frouw Plowden?" „Neen!", zei ze, op norschen toon! „Dat heb ik niet. Als u weggaat kunt u niet van mij verwachten, dat ik m'n tijd verspil met haar op te passen". Het antwoord kwam Nell buitengewoon on beschoft voor, maar Mr. Lancaster lachte beminnelijker dan ooit. „Kom, kom, m'n beste Plowden", begon hij. „U moet zich niet laten beheerschen door de zorgen voor het huishouden. Zoolang Claire bij ons is, moet ze alle mogelijke zorg en oppassing hebben! Daarom heb ik getracht een dame te vinden, die een gezelschapsjuf frouw en vriendin voor haar zal zijn, in de beste beteekenis van het woord". Nell vond, dat juffrouw Plowden haar te- melijk kwaadaardig aankeek, toen ze bruusk antwoordde. „En nu ze gekomen is. hoop ik. dat u niet. aan m'n hoofd zult zeuren over het meisje. Ik heb genoeg te doen buiten die ziekenver pleging om". .„Ja,. ja, ja, dat zullen we allemaal wel rege len", zegde hij haar toe. „Nu hoe is het met onze arme meid gesteld?" Hij liep naar het bed, en legde zijn hand zachtjes op het voorhoofd en tot Neli's groote verwondering kwam er een plotselinge ver andering over de zieke, die tot nu toe vol komen rustig in dezelfde houding gelegen had. Zij begon plotseling te kreunen en te rillen, en draaide haar hoofd rusteloos van den eenen kant naar den anderen, alsof zij ineenkromp onder de aanraking van Mi'. Lancaster. Het gekreun nam toe, zoolang Mr. Lancaster haar aanraakte en Nell vond het vreemd dat hij niet vlugger zijn hand weghaalde. Tenslotte echter glimlachte hij. maar trok toen z'n hand terug en richte zich tot Nell om een en ander uit te leggen. „U wist misschien niet, juffrouw Dave- nant, dat ik in mijn jeugd medicijnen stu deerde, en dat ik eenigen tijd scheepsdok ter was, voordat ik in de rechten ging studeeren. Daarom acht ik mezelf volko men in staat, na een specialist in de stad geraadpleegd te hebben, om zijn aanwijzin gen uit te voeren. Als regel gaat er geen enkele dokter, behalve ikzelf, over de zieken in onze familie". Het speet Nell dit te hooren. Zij voelde, dat zij, in geval van ziekte, in geen geval Mr. Lancaster als haar dokter zou kiezen. „Ik zal haar nu", legde hij uit, „een dosis van het kalmeerende geneesmiddel, dat zij eerder had moeten hebben, geven. Als onze goede Plowden niet zoo bezig was geweest, en op het vastgestelde uur het drankje had gegeven, zou u niet verontrust zijn geworden door dezen aanval". Nell wist niet precies, wat ze moest zeg gen. Zeker, het zag er naar uit, dat juf frouw Plowden nalatig was geweest, door niet naar de bevelen van haar meester te luisteren. Met haar handen in de zijde sloeg zij de bewegingen van haar meester gade Mr. Lancaster nam de flesch uit een wand kastje en schonk een zekere hoeveelheid van den inhoud in een glas. „Probeert u het eens aan haar te geven, juffrouw Davenant?", verzocht hij. „Mis schien zal ze het van u makkelijker nemen dian van mij. Ik ben bang, dat ik haar soms onrustig maak". „Ik zou het liever niet probeeren", gaf Nell te kennen. „Ik ben niet gewend om medicijnen in te geven, en bovendien; u ver telde me toch dat ik geen verplegingswerk behoefde .te verrichten?" „Zeker!", gaf Lancaster toe. „Maar u noemt het toch geen ziekenverpleging als u een patiënt iets te drinken geeft? Ik vraag het u alleen maar, om te zien of u het tijdens mijn afwezigheid kunt verrichten. Er kun nen zich gelegenheden voordoen, dat u haar voedsel of een drankje moet gevene terwijl ik weg ben". Nell voelde zich uiterst neiweus, maar ze veronderstelde dat het haar plicht was om te voldoen aan het verzoek van haar werk gever en daarom kwam ze van haar plaats, nam het glas uit Lancaster's hand en ging naast het meisje staan. Toen boog zij zich over de uitgeputte en bijna bewustelooze ge stalte en sprak op zachten, geruststellenden toon: „Wilt u eens probeeren dit op te drin ken? Het zal u goed doen!" Tot haar verwondering werden de zware oogleden opgeslagen en een paar doffe oogen keken recht in Nell's sympathieke gezicht.. Het was de prikkel van een nieuwe stem, een nieuwe aanraking, die haar tot het bewust zijn scheen te roepen; maar een oogenblikje later vielen de oogen weer dicht. Het meisje wendde zich af, en met een haastige kramp achtige beweging stootte zij het glas uit Neli's hand, zoodat de heele inhoud over de deken gutste. „O, lieve help!", riep Mt. Lancaster op verdrietigen toon. „Het was de laatste dosis uit de flesch, de allerlaatste dosis. Pas over een paar dagen kunnen we weer nieuw hebben. Och, och, u bent wel ongelukkig met uw eerste poging, juffrouw Davenant!" „Het spijt me, dat ik zoo onhapdig was", antwoordde Nell berouwvol. „Maar het glas werd me bijna uit de handen geslagen". „Nu ja, het is niet zoo heel erg, maar ik ben bang dat ze een slapeloozen nacht zal hebben. Een volgenden keert zult u wel leeren het beter te doen!" Hij sprak heel vriendelijk en toch meende Nell, dat er een uitdrukking van ergernis op zijn gezicht kwam. „Maar één ding is me niet duidelijk", dacht ze bij zichzelf, „en dat is, waarom hij niet een verpleegster genomen heeft". „Ik geloof, dat we haar nu wel alleen kun nen laten", besloot Lancaster vriendelijk. „Blijft u bij haar zitten, juffrouw Plowden? Neen? Dan zult u de kamenier van juffrouw Valery moeten sturen om een oogenblikje bij haar te blijven. En dan doen wij er beter aan, naar beneden te gaan". Na het avondeten gingen zij naar den salon een saaie kille kamer. Zelfs goed verwarmd en met de lampen aan, maakte deze nog een ongezelligen indruk; Nell zou haast wenschen, dat de lambriseering ook van zwart eikenhout was geweest, evenals in de eetkamer en de gangen. Dat deed haar nog prettiger aan dan deze opschik van wit en goud. Zij voelde, dat zij zich nooit in dezen salon thuis zou voelen en ze vroeg zich af of de eenzaamheid en de triestheid van bet, landgoed soms inrvloed hadden op Claire Valery's zenuwen, en of dit de toestand van apathie waarin zij verkeerde, had teweegge bracht. Haar taak leek in ieder geval veel moeilijker dan zij zich had voorgesteld en zij wenschte van harte weer in Londen bij haar moeder en zuster te zijn. Misschien raadde Lancaster haar gedachten want. nadat hij haar gedurende een paar mi nuten scherp had gadegeslagen, merkte hij op „Ik geloof, juffrouw Davenant, dat u nogal geschrokken bent van den toestand, waarin u juffrouw Valery gevonden heeft". „Ik verwachtte zeker niet, dat zij zóó erg ziek zou zijn", bekende Nell vrijmoedig. „Het lijkt me toe, dat u beter een verpleegster dan een gezelschapsdame had kunnen enga- geeren". „Ah! Maar nu vergist u zich!", merkte Mr. Lancaster vlug op. „Heeft men u dan niet verteld, dat onze arme Claire aan een soort hysterie lijdt? Het is een eigenaardige ziekte, en hoewel het vandaag kan lijken of zij op het punt staat om te sterven, is het best mogelijk, dat zij morgen met u door de bos- schen wandelt". „Dat lijkt onmogelijk!", antwoordde Nell. „Het is niet waarschijnlijk, dat geef ik toe, maar ook zeker niet onmogelijk. U kent den aard van deze aanvallen niet zoo goed als ik. Ze komen hoofdzakelijk uit het zenuw gestel voort en het zou absurd zijn om daar voor een geroutineerde verpleegster in dienst te nemen, omdat er soms dagen en weken voorbij gaan, zonder dat zij er last van heeft. U kwam toevallig op een ongelukkig moment, maar u zult zich verbazen als u ziet hoeveel beter ze over een dag of twee is". „Daar zal ik erg blij om zijn", gaf Nell te kennen. „U ziet dat ik geen verpleegster ben-en ik zou absoluut niet weten wat ik in een geval van ziekte moest beginnen. Ik be gon me werkelijk al af te vragen og ik er niet beter aan deed maar dadelijk mijn betrek king neer te leggen". „Betrekking neerleggen?" echode Mr. Lan caster.. Toen lachte hij hardop. „Betrekking neerleggen? Maar m'n lieve juffrouw Dave nant, kom. kom, u moet zich het contract dat u teekende goed herinneren! U blijft hier tenminste zes maanden, tot dat onze over eenkomst bij onderling goedvinden wordt ver broken, en ik verwacht natuurlijk van u, dat u zich aan uw afspraak zult houden, evenals ik me aan de mijne zal houden. Zes maan den", zei hij, vermanend met z'n wijsvinger schuddend. „Denkt u eraan dat is het min ste! Dus spreekt u er niet meer over uw be trekking neer te leggen, zoolang het mij be haagt u hier te houden". .(Wordt vervolgd)'»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 18