De organisatie der nieuwe Italiaansche kolonie. THIJS IJS EN DE DIAMANT ZATERDAG 9 MEI 1936 HAAREEM'S DAGBEAD 4 Abessynië. Addis Abeba en Dessie de twee voornaamste bestuurscentra? De bezetting van Harrar. ADDIS ABEBA. 8 Mei. (Reuter-A.N.P.) In Addis Abeba begint het leven weer een nor maler uiterlijk te krijgen, zij het ook. dat het geheele aspect der stad diep gewijzigd is. Het Italiaansche opperbevel heeft een aan vang gemaakt met een nauwkeurig opne men van de in de roerige dagen voor de be zetting aangerichte verwoestingen. De sol daten zijn bezig met het vrijmaken der stra ten en het opruimen der puinhoopen. Hun zingen en praten, telkens overstemd door het dreunen der voorbijrollende vrachtauto's is het eenige geluid, dat in de overigens stil geworden keizerstad weerklinkt. Het is nog niet mogelijk een raming te maken van de totale schade. Wat het aantal slachtoffers betreft, dit wordt geraamd op 750 dooden. Eenige vroegere functionarissen der kei zerlijke hofhouding hebben zich bij maar schalk Badoglio aangemeld en zich aan het Italiaansche bewind onderworpen. De on der Engelsche leiding werkende Keizerlijk Ethiopisch bank, die haar loketten gesloten had gehouden, heeft ze thans weer geopend. De Abessynïsche thalers worden ingewisseld tegen Italiaansche lires tegen een koers van zes lire per thaler. Men schijnt van opvatting te zijn, dat Italië op grond van zijn recht van overwin naar eigendomsrechten kan doen gelden ten opzichte van de bezittingen der bank, die nog geldvoorraad schijnt te bezitten van eenige millioenen. Wat de positie der buitenland- sche diplomatieke vertegenwoordigingen be treft. is men van Italiaansche zijde van mee ning. dat zij de facto haar extra-territoriale privileges hebben verloren met den val van het keizerrijk. Badoglio heeft echter last ge geven, deze privileges tot het vertrek der le gaties te eerbiedigen en het grootste respect te betoonen aan de aldaar verblijf houden den. Omtrent de Italiaansche plannen ten aan zien van de toekomstige positie en het. be stuur van Abessynië verneemt de correspon dent van Reuter-A.N.P., dat dienaangaande nog niets vaststaat. Er verluidt bij geruchte echter, dat Asmara als hoofdstad der Ita liaansche Oost-Afrikaansche kolonie zal ko men te vervallen, en dat Addis Abeba en Dessie de twee voornaamste bestuurs-cen- tra van het Vereenigde Italiaansche kolo niale gebied zullen worden. Assam aan de Roode Zee zou men van Italiaansche zijde het gunstigst gelegen achten als handels haven voor het Abessynïsche achterland, ter wijl Massaoea zou worden uitgebreid tot een machtige oorlogshaven. Uit het thans door Graziani bezette Harrar wordt hier vernomen dat de op het laatste oogenblik ook daar uitgebroken plunderzucht en oproerstemming niet dien omvang heb ben aangenomen, welke Addis Abeba in en kele dagen zoo grondig verwoestte. De on lusten keerden zich hier in het bijzonder te gen de Somali-politierotpen die den gou verneur der stad beschermden. De troebelen bezonnen met het in brand steken van eeni ge huizen in het centrum. Het even buiten de stad gelegen hospitaal schijnt niet te zijn aangevallen. In dit hospitaal worden nog een groot aantal gewonde Abessynische soldaten verpleegd. Met de bezetting van Harrar hebben de Italianen thans ook in het zuiden vrijwel geheel hun doelstellingen bereikt. Zooals men weet ligt deze stad op een belangrijk knooppunt van karavaanwegen en voldoende dicht 'bij den spoorweg van Addis Abeba naar Djiboeti om strategisch van het groot ste belang te zijn. Harrar, de hoofdstad van de gelijknamige eigen provincie van den Negus is de tweede stad des lands. De be volking telt ongeveer 40.000 zielen. De oor logsbuit, wapenen munitie en levensmidde len, die den Italianen hier in handen viel was buitengewoon groot, veel grooter nog, dan die te Djidjiga. wel een bewijs, hoe voor treffelijk Ras Nasiboe en Wehib Pasja op dit front de verdediging hadden georganiseerd. De ondergang van Abessynië kan dan ook zeker niet'geweten worden aan de wijze van verdediging op het zuidelijk front. pjnti eland. De Britsche vragen aan Duitschland. In een deel van onze vorige oplaag wer den reeds eenige punten opgenomen uit de instructie der Britsche regeering aan haar ambassadeur te Berlijn, Sir Eric Drummond. Deze instructie bevat nadere vragen van Engeland over de Duitsche vredesvoorstellen en is door Sir Eric aan den rijksminister van buitehlandsche zaken overhandigd. Aan den inhoud ontleenen wij het volgen de: Het eerste punt, waaromtrent duide lijkheid gewenscht is, is de vraag of het Duitsche Rijk zich thans in staat acht werkelijke verdragen" te sluiten. De verklaring, welke de Duitsche regeering met het oog op de bereidheid van Duitsch land tot het weder toetreden tot den Vol kenbond heeft afgelegd, maakte 't de Britsche regeering mogelijk aan te nemen dat de kwestie van het in overeenstemming bren gen van de voorgestelde non-agressiepacten met de verplichtingen van Volkerubondslid geen aanleiding tot moeilijkheden zal bieden. Wanneer de in paragraaf 6 van het memo randum der Duitsche regeering van 31 Maart gestelde gevolgtrekking van algemeene gel digheid zou zijn, zoo zou hieruit twijfel kun nen ontstaan ten aanzien van de vraag, hoe de Duitsche regeering denkt over het in kracht blijven der overige nog geldende be palingen van het Verdrag van Verseilles. De Engelsche regeering wil niet discus sieeren over de historische verklaring, die in bovengenoemde paragraaf wordt gegeven van de ontwikkeling der gebeurtenissen, maar zij wil duidelijk laten weten, dat het haar niet mogelijk is haar instemming te betuigen met het in paragraaf 6 door de Duitsche regeering ingenomen standpunt. Ook paragraaf 4 van het memorandum van 81 Maart doet twijfel ontstaan. Hierin wordt gezegd: De Duitsche regeering heeft van het Duitsche volk een plechtig mandaat gekre gen om het Rijk en de Duitsche natie te vertegenwoordigen en een politiek te voeren die onder alle omstandigheden de vrijheid en rechtsgelijkheid verzekert. De vraag waar het thans om gaa.t is, of Duitschland van meening is, dat de bestaande gebiedsverdeeling en de politieke ordening van Europa moeien worden erkend en gerespec teerd, voor zoover deze niet door later vrijwillige besprekingen en overeen komsten zouden worden gewijzigd. Hierna herinnert de Engelsche regeering aan hetgeen in het memorandum van 31 Maart gezegd is over het afsluiten van een luchtpact. Het besluit een regionale beperking der luchtstrijdkrachten niet gelijktijdig met het sluiten van, een luchtpact in het Westen te beproeven, werd door Z. M.'s regeering zeer betreurd. De Britsche regeering verheugt zich er over. dat de Duitsche regeering in het memoran dum van 31 Maart het sluiten van niet-aan- val-pacten tusschen Duitschland eenerzijds en Frankrijk, België en wellicht ook Nederland anderzijds voorstelt. Zij neemt er nota van, dat de Duitsche re geering er mee accoord gaat( dat deze pacten gepaard zullen gaan met garantieverdragen. De opsteliing van den nauwkeurigen tekst dezer verdragen moet aan de conferentie ter vaststelling der details voorbehouden blijven. De Britsche regeering neemt ook kennis vair de voorstellen inzake niet-aanval-pac- ten tusschen Duitschland en de staten aan de Duitsche Z. O. en N. O. grens en zij neemt de vrijheid te herinneren aan de algemeene grondslagen voor zulke verdragen, zooals ba ron v. Neurath deze op 26 Maart 1935 te Berlijn aan Sir John Simon heeft uiteenge zet. Verder wordt de vraag gesteld, wat Duitschland verstaat onder de uitdrukking: „Staten aan Duitschland's Zuid- en Noord oostgrens". De Engelsche regeering meent nl. dat een algemeene regeling zou worden ver gemakkelijkt. indien deze woorden zoo zouden kunnen worden geïnterpreteerd, dat hier onder niet alleen de onmiddellijk aan Duitsch land grenzende staten, maar ten minste ook Rusland, Letland en Estland begrepen zijn. In paragraaf 22 stelt Duitschland voor een internationaal Hof van Arbi trage te vormen, dat competent zal zijn wat betreft het nakomen van de verdragen. De Engelsche regee ring wenscht te weten welke de taak en samenstelling van het voorgestelde hof zouden zijn en hoe de verhou ding zou zijn tusschen dit lichaam, den Volkenbond en het Internationale Gerechtshof. Voordat. Duitschland's terugkeer tot den Volkenbond in gespreking komt zoo wordt aan het slot nog opgemerkt zal de Duitsche regeering het ongetwijfeld ook gewenscht achten de woorden ..scheiding van het Vol kenbondsstatuut van zijn grondslag van Versailles" nader toe te lichten. Frankrijk. Politieke besprekingen tus schen Sarraut, Blum en Daladier. Over de besprekingen tusschen Sarraut, Blum, en Daladier wordt gemeld, dat Sarraut een uiteenzetting heeft gegeven van de maat regelen, die door de regeering zijn getroffen op financieel gebied om de publieke opinie gerust te stellen. Blum gaf de verzekering dat hij zich op den landraad der socialistische partij, die Zondag wordt gehouden, met de noodige klaarheid zou uitspreken. (A. N. P.) Gemève. Bijeenkomst der neutrale mogendheden. Vandaag zal te Genève de officieuse bij eenkomst van de vertegenwoordigers van Nederland, Denemarken, Noorwegen, Zwe den, Finland, Spanje en Zwitserland plaats hebben, teneinde aan den vooravond van de zitting van den raad de huidige problemen te bespreken. De Scandinavische ministers van buiten- landsche zaken zullen persoonlijk aan deze bijeenkomst deelnemen en vandaag een yoorbereidende conferentie houden. Vermoedelijk zullen de vertegenwoordigers van Denemarken en Spanje, die leden van den raad zijn, belast worden met het uiteen zetten van de gezichtspunten van bovenge noemde mogendheden in den raad. In internationale kringen wordt aan deze bijeenkomst groote beteekenis toege kend, aangezien verscheidene staten hierin voorstellen zullen do entot her vorming van den Volkenbond. Egj De regentschapsraad benoemd De Kamer heeft eenstemming tot leden van den Regentschapsraad benoemd prins Mo- hamed Ali, zoon van den ex-khedive, Azi- zezzet Pasja en sjerif Sabri Pasja. De benoe ming is dus geheel in afwijking van het testa ment van koning Foead geschied. De regent schapsraad zal regeeren gedurende de min derjarigheid van koning Faroek. Onder luiden bijval riep Amin Tehia Pasja Faroek tot koning uit. Vervolgens had de eedsaflegging plaats. In zijn testament had koning Foead Nes sim Pasja, oud-premier, Adlyeghem Pasja, oud- verdwijnen spoedig door (Adv. Ingez. Med.) minister en Mahmoed Fakhir Pasja, diploma tiek vertegenwoordiger te Parijs, als regenten aangewezen, zoodat met de wenschen van den overleden vorst dus geen rekening is ge houden. Engelsche Volkenbonds- vereeniging eischt handhaving der sancties. Groote bijeenkomst in de Albert Hall te Londen. Reuter meldt uit Londen 8 Mei: De Volkenbondsvereeniging had Vrijdag avond in de Albert Hall een bijeenkomst ge organiseerd om den toestand in Abessynië te beschouwen. Zij werd bezocht door 10.000 per sonen. De voorzitter Lord Robert Cecil ver klaarde, dat de Volkenbond zijn sanctiepoli- tiek moet handhaven en zoo noodig moet ver scherpen. De Volkenbond heeft misschien verloren, doch het is nog niet bewezen, dat Italië gewonnen heeft. Zou men tenslotte toe staan, dat Abessynië omkwam, dan zou het zeker niet de laatste zijn, die door den aan val verging. Ook Attlee, de leider der Labourparty en Archibald Sinclair, leider der liberale partij, spraken zich in dezelfden geest uit als Lord •Cecil. Vervolgens nam de vergadering met enthousiasme een motie van Attlee aan, waarbij de steun aan den Volkenbond en aan het principe van collectieve veiligheid wordt bevestigd. De motie spreekt tevens veront waardiging uit over den inval in Abessynië en verzoekt de regeering het handhaven van de sancties tegen Italië aan te bevelen, totdat dit land bereid zal zijn de door den Volkenbonds raad goedgekeurde vredesvoorwaarden te aan vaarden ITt.7 komen tot rust, kal- UW Zienuwen meeren en worden daarbij tevens gesterkt door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten. Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv. Ingez. Med.) Oswald Spengler overleden. Schrijver van „Der Untergang des Abendlandes". De bekende Duitsche filosoof Oswald Speng ler is naar het D.N.B. uit München meldt gis teren op 56-jarigen leeftijd overleden. Oswald Spengler werd op 29 Mei 1880 te Blankenburg in de .Harz geboren. Hij is beroemd gewaden door zijn boek „Der Untergang des Abendlandes", dat in 1918 het licht zag en bij de verschijning groot opzien baarde. In dit werk, dat in de wetenschappe- wereld vele heftige bestrijders, maar ook en thousiaste voorvechter vond, toont Spengler zich de schepper van de idee eener vormleer der geschiedenis. Volgens dezen geleerde is er geen continuï teit in de beschavingsgeschiedenis der menschheid. maar zijn de culturen als bloe men of planten, die naast en na elkaar bloeien, en haar gelijkvormige kenmerken van opkomst, bloei en verval hebben. De West- Europeesch-Amerikaansche cultuur zou ge doemd zijn te verdwijnen en spoorloos onder te gaan, zooals eens de Egyptische, de Perzi sche, klassieke, Indische en andere culturen. Een korte samenvatting van dit lijvig en van groote universeele kennis en belezenheid getuigend werk gaf Spengler in zijn onlangs ook in Nederlandsche vertaling verschenen „Mensch und Maschine" „De mensch en de techniek". Een zomerjurk een bleeke huiskleur, dat past niet bij elkaar. AM1LDA ZONNEBRU1N doet Uw huiskleur spoedig wijken. Doos 25 en 50 ct. Tube 60 ct. Flacon 90 ct. (Adv. Ingez. Med.) Een Audiëntie bij den Paus. Toen zich tijdens mijn verblijf te Rome de gelegenheid voordeed voor een audiëntie bij den Paus, heb ik die niet laten voorbijgaan en mij aangesloten bij het gezelschap Hollan ders, dat zich hiervoor naar het Vaticaan had begeven. Een groot probleem was hierbij voor allen het voor de audiëntie voorgeschreven cos- tuum. In den brief, die toegang verleende tot de plechtigheid stond, dat voor de dames hooge kleeding, lange handschoenen zwarte sluier verplicht waren, voor de heeren rok met witte das, maar het bleek ons al spoedig, dat dit alleen gold voor particuliere doch niet voor de openbare audiëntie. Om half twaalf, het uur, dat voor de audiëntie was voorgeschreven, stond het bij de „bronzen deur" naast de St.. Pieterskerk die toegang geeft tot de paleizen van het Vaticaan, reeds vol van pelgrims, die daar allen waren samengekomen voor hetzelfde doel. De heeren waren bijna allen in donkere- ook zelfs eenige in lichte colberts en van de dames zag ik er maar heel enkelen met een sluier over het hoofd. Het toonen van de toegangskaart was voldoende om toegelaten te worden en wij hadden niet anders te doen dan den weg te volgen, dien de Zwit sers in hun middeleeuwsche, kleurige dracht ons aanwezen. De breede, marmeren trappen gaven ons eenig begrip van het grootsche en monumentale van het Pauselijk paleis. Het scheen wel, of er geen eind kwam aan deze trappen, waar overal decoratief de Zwitser- sche gardes met hun oude lansen stonden opgesteld. Na de laatste trap moesten wij door een soort vestiaire, waar een vrouwelijke dignitaresse het toezicht hield over de kleeding der passeerende dames en toen kwamen wij op een breede, lange gang- waar reeds 'n paar honderd menschen wachtten om tot de audiëntie te worden toe gelaten. Er waren er uit alle landen tot uit China, Japan en Siam toe en ik hoorde zoowat alle talen behalve Engelsch om mij heen spreken; maar verreweg het grootste deel bestond uit Italianen. Het duurde nog ongeveer een half uur, eer wij verder werden geleid. Weer moesten wij ettelijke trappen op en door eindelooze gan gen, voordat wij in de troonzaal kwamen, waar de Paus ons audiëntie zou verleenen. Langzaam vulde zich de zaal, waar een rij Zwitsers voor den rood-fluweelen troon stond opgesteld. Het trof ons onmiddellijk, dat ook bij zulke plechtige gelegenheden Italianen veel luid ruchtiger en levendiger zijn dan wij, Hol landers. Zelfs in deze Pauselijke troonzaal, waar binnen eenige oogenblikken de hoogste kerkvorst zou verschijnen, heerschte een opgewekte, roezige stemming en het ver wonderde ons wel eenigszins. dat vele dames en heeren op banken en stoelen stonden om een beter overzicht over de zaal te hebben. Maar nog eens. Italianen hebben andere be grippen van decorum dan de altijd wat def tige en plechtige Hollanders. Hoe langer hoe meer vulde zich de zaal, tot dat er op het laatst zeker wel 'n driehon derd menschen voor de audiëntie aanwezig waren. Telkens weer. wanneer er een deur naar 's Pausen particuliere vertrekken ge opend werd, viel er even een stilte in de zaal. maar zoodra bleek het niet, dat het een of ander dignitaris was. die binnentrad, of het geroezemoes der stemmen klonk weer op en allen bewogen zich opnieuw als in een bijen korf door elkaar. Meer dan anderhalf uur wachtten wij daar op de dingen die komen zouden. Eindelijk bet was intusschen al half twee geworden gingen de deuren wijd open. Pauselijke offi cieren in schitterende uniformen traden bin nen en langzaam, gekleed in het wit, schreed de Paus door de zaal naar den troon. Er zal wel niemand van de vele aanwezigen zijn geweest, die niet getroffen werd door het nobele gelaat van den man, die voor millioenen de Heilige Vader is. De Paus deed meer denken aan een eenvoudig, vriendelijk pastoor uit een Fransch dorp dan aan het machtige Hoofd van de Roomsch Katholieke Kerk. Het publiek applaudisseerde en in verschil lende talen klonk het: Leve de Paus!" Glim lachend stond de Paus naast zijn troon; toen hief Hij Zijn hand op en sprak met klankrijke, heldere stem eenige woorden in het Ita- liaansch, die ik tot mijn spijt niet verstond. Weer applaudisseerde het publiek en opnieuw klonk het „Leve de Paus!" En daarop kwam het voor velen zeker wel plechtigste oogen blik van dezen middag; alle geloovigeii kniel den neer en ontvingen den Pauselijken zegen. Nog even zag de Paus van zijn troon op de honderden bezoekers neer. Toen schreed hij langzaam, voorafgegaan door de Pauselijke officieren, naar de deur en de audiëntie was afgeloopen. Heel de plechtigheid had niet langer dan misschien drie minuten geduurd, maai- het was duidelijk, dat zij op velen een diepen indruk had gemaakt. De troonzaal nep leeg en wij gingen weer de eindelooze gangen door en de vele trappen af, naar het plem voor de St. Pieterskerk, waar het gewone leven ons weer opnam. In de straten van Rome hingen de vlaggen ter eere van de be- ONZE DACEUJKSCHE KINDERVERTELLINC. Het was een akelig toeval, dat de dwerg juist nu den armen Thijs moest betrappen, nu hij dacht dat alles gewonnen was. Wat zou er nu van het heele avontuur terecht komen? De dwerg wist wel dat zijn tooverkracht niet lang zou duren en daarom ketende hij onzen Thijs maar meteen aan den muur vast. „Zie zoo, blijf hier nu maar een poosje. Dan zal ik ondertusschen nadenken over de straf die je krijgt." En met die woorden laat hij Thijs alleen.... zetting van Dessie, de laatste overwinning der Italianen in Abessynië. Van het Rijk van den Paus waren wij weer in het land van Musso lini terug. J. B. SCHUIL. De negus te Jeruzalem. Keizerlijke familie neemt voorloopig haar intrek in een klein hotel. De negus is gistermiddag met zijn familie en gevolg, in een specialen trein te Jeruzalem aangekomen. De commissaris van Jeruzalem was ter begroeting aanwezig. De negus en zijn familie hebben voorloopig in een klein hotel in de oude stad van Jeruzalem, nabij de Jaffapoort hun intrek genomen. Langs den weg van het station naar het hotel stonden duizenden menschen, die den negus toejuichten. Het station was sterk be waakt door politie. De negus dankte droe vig glimlachend voor de toejuichingen Alvorens zich vroeg terruste te begeven, aangezien hij vermoefd was, heeft de negus een delegatie van priesters en zijn minister van buitenlandsche zaken ontvangen. Voor het hotel, waar hij logeert, staat een Britsche schildwacht met de bajonet op het geweer. De negus heeft verklaard, dat hij niemand kon ontvangen, doch vandaag zal hij de journalisten tot een bezoek uitnoodigen. Het gevolg van den negus woont in een hotel dicht bij hotel David, waar de negus zijn in trek heeft genomen. Over de aankomst van den negus te Haifa, meldt Reuter nog: In verband met de aankomst van den kei zer waren speciale politiemaatregelen geno men. Toen de Negus van boord ging speelde de kapel van de „Enterprise", terwijl soldaten de eerbewijzen brachten. Een vertegenwoor diger van de Palestynsche regeering was ter begroeting aanwezig. Twee uur. nadat de Negus van boord was gegaan, was men nog steeds bezig met het uitladen van bezittingen, die uit Abessynië waren medegenomen, o.a. bestaande uit ta- pijtenstoffen en een groot aantal met goud gevulde koffers. De gezamenlijke op de kade opgestapelde koffers besloegen een afstand van 4 meter en reikten tot manshoogte. Zij werden streng door de politie bewaakt. ZORG VOOR FRISSCHE LUCHT. T Dit jaar zullen te Stockholm nieuwe par ken worden aangelegd in het geheel met een oppervlakte van 162.500 M2. Dit is de voortzetting van het streven om in de hoofdstad van Zweden een behoorlijke open ruimte te behouden. In de afgeloopen tien jaren is het oppervlak van parken, plantsoenen en pleinen van 1.260.000 M2. uitgebreid tot 4.450.000 M2. Wanneer men daarbij dan nog rekening houdt met het feit. dat zeer veel gebruik wordt gemaakt van electrische energie, kan men daaruit opmaken, dat Stockholm zuivere lucht heeft. AMERIKA HEEFT DE MEESTE BURGER- VLIEGTUIGEN. Volgéns een rapport van het ministerie''van luchtvaart gaan de Vereenigde Staten met 9072 toestellen bovenaan op de lijst van lan den, waar het aantal ingeschreven burger vliegtuigen bekend is. 426 dezer machines worden gebruikt voor geregeld luchttransport. Frankrijk neemt de tweede plaats in met 2138 toestellen, waarvan 244 voor transport doeleinden gebruikt worden. Duitschland neemt de derde plaats in met 1809 vliegtuigen waarvan 244 voor het geregelde verkeer wor den gebruikt, terwijl Engeland met 1597 (160) toestellen de vierde plaats inneemt. EILAND OF SAGE? De Russische ijsbreker „Sadko" zal dezen zomer een expeditie ondernemen naar het geheimzinnige eiland Sannikow. Volgens de kaarten ligt dit eiland in het uiterste noor den van Siberië. Sinds een eeuw is het niet meer bezocht. Het eiland Sannikow wordt door een koop man, Sannikow geheeten, beschreven in zijn dagboek, dat van 1810 dateert. Tijdens de beroemde reis van de „Fram" in 1893 beschreef Mansen hoe groote troepen vogels zich in de nabijheid van het eiland ophouden doch het eiland zelf had hij niet gezien. In 1910 eindigde een expeditie naar dit eiland, op tragische wijze met den dood van den leider en een aantal deelnemers. Velen meenen dat het eiland Sannikow een sage is, doch de wetenschap gelooft op goede gronden aan het bestaan er van. Professor Samoilowiter, de leider van de expeditie die Mobile redde, zal den tocht leiden en is vast besloten het geheim van Sannikow te ontsluieren. Hoeveel water gebruikt een kiemende plant. Het schijnt, dat in geen jaargetijde de scheppingskracht van de natuur zoo overwel digend is als in de lente. In een dag zijn soms boomen en struiken groen. Niet alleen het licht is in staat de planten uit hun winterslaap te wekken, er zijn ook voedingsstoffen, voor al water, voor noodig. In den laatsten tijd heeft men enkele cij fers gevonden, die een indruk kunnen geven van dit proces. Om 1000 gram aan graankor rels voor den dag te kunnen brengen heeft het koren 500 k.g. water van noode. Veel an dere cultuurplanten slokken even veel op. Op dat een stuk grond van 10.000 M2. een loo- nende oogst oplevert zijn vijf millïoen liter water vereischt. Wat een plant aan water gebruikt hangt samen met zijn wasdom. Proeven met paar- deboonen toonden aan dat één plant tot aan den bloei 6V2 liter consumeert, tusschen bloei en zaadvorming 38 liter en van dit stadium tot aan de rijpheid 8y2 liter. Men ziet hieraan, dat het geen vereischte is, dat de eerste lente bijzonder vochtig uit valt, opdat de vegetatie bijzonder welig wordt. Naast het water spelen het licht en de warmte een groote rol. Van hoeveel belang deze laatste is, bewijzen behalve laboratorium proeven de gebieden van dichte vegetatie in de tropen. De planten groeien daar soms zoo snel, dat men de ontwikkeling bijna met het oog kan volgen. Op Ceylon komt een bamboe soort voor, die binnen 24 uur 57 centimeter in lengte kan toenemen. Mahonieboomen berei ken in twee jaar tijds soms een hoogte van vijf meter. Eucalyptusboomen halen in drie jaar zelfs de vijftien meter. Toc'n moet het vocht hier als factor allerminst uitgeschakeld worden, want op de Kaap-Verdische eilanden, waar het even warm is, komen dergelijke hoogten heelemaal niet voor. Het regent daar eens in de vijf of zes jaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 6