De organisatie der nieuwe
Italiaansche kolonie.
THIJS IJS EN DE DIAMANT
ZATERDAG 9 MEI 1936
HAAREEM'S DAGBEAD
4
Abessynië.
Addis Abeba en Dessie de twee
voornaamste bestuurscentra?
De bezetting van Harrar.
ADDIS ABEBA. 8 Mei. (Reuter-A.N.P.) In
Addis Abeba begint het leven weer een nor
maler uiterlijk te krijgen, zij het ook. dat het
geheele aspect der stad diep gewijzigd is.
Het Italiaansche opperbevel heeft een aan
vang gemaakt met een nauwkeurig opne
men van de in de roerige dagen voor de be
zetting aangerichte verwoestingen. De sol
daten zijn bezig met het vrijmaken der stra
ten en het opruimen der puinhoopen. Hun
zingen en praten, telkens overstemd door
het dreunen der voorbijrollende vrachtauto's
is het eenige geluid, dat in de overigens stil
geworden keizerstad weerklinkt. Het is nog
niet mogelijk een raming te maken van de
totale schade. Wat het aantal slachtoffers
betreft, dit wordt geraamd op 750 dooden.
Eenige vroegere functionarissen der kei
zerlijke hofhouding hebben zich bij maar
schalk Badoglio aangemeld en zich aan het
Italiaansche bewind onderworpen. De on
der Engelsche leiding werkende Keizerlijk
Ethiopisch bank, die haar loketten gesloten
had gehouden, heeft ze thans weer geopend.
De Abessynïsche thalers worden ingewisseld
tegen Italiaansche lires tegen een koers van
zes lire per thaler.
Men schijnt van opvatting te zijn, dat
Italië op grond van zijn recht van overwin
naar eigendomsrechten kan doen gelden ten
opzichte van de bezittingen der bank, die nog
geldvoorraad schijnt te bezitten van eenige
millioenen. Wat de positie der buitenland-
sche diplomatieke vertegenwoordigingen be
treft. is men van Italiaansche zijde van mee
ning. dat zij de facto haar extra-territoriale
privileges hebben verloren met den val van
het keizerrijk. Badoglio heeft echter last ge
geven, deze privileges tot het vertrek der le
gaties te eerbiedigen en het grootste respect
te betoonen aan de aldaar verblijf houden
den.
Omtrent de Italiaansche plannen ten aan
zien van de toekomstige positie en het. be
stuur van Abessynië verneemt de correspon
dent van Reuter-A.N.P., dat dienaangaande
nog niets vaststaat. Er verluidt bij geruchte
echter, dat Asmara als hoofdstad der Ita
liaansche Oost-Afrikaansche kolonie zal ko
men te vervallen, en dat Addis Abeba en
Dessie de twee voornaamste bestuurs-cen-
tra van het Vereenigde Italiaansche kolo
niale gebied zullen worden. Assam aan de
Roode Zee zou men van Italiaansche zijde
het gunstigst gelegen achten als handels
haven voor het Abessynïsche achterland, ter
wijl Massaoea zou worden uitgebreid tot een
machtige oorlogshaven.
Uit het thans door Graziani bezette Harrar
wordt hier vernomen dat de op het laatste
oogenblik ook daar uitgebroken plunderzucht
en oproerstemming niet dien omvang heb
ben aangenomen, welke Addis Abeba in en
kele dagen zoo grondig verwoestte. De on
lusten keerden zich hier in het bijzonder te
gen de Somali-politierotpen die den gou
verneur der stad beschermden. De troebelen
bezonnen met het in brand steken van eeni
ge huizen in het centrum. Het even buiten
de stad gelegen hospitaal schijnt niet te zijn
aangevallen. In dit hospitaal worden nog een
groot aantal gewonde Abessynische soldaten
verpleegd.
Met de bezetting van Harrar hebben de
Italianen thans ook in het zuiden vrijwel
geheel hun doelstellingen bereikt. Zooals
men weet ligt deze stad op een belangrijk
knooppunt van karavaanwegen en voldoende
dicht 'bij den spoorweg van Addis Abeba
naar Djiboeti om strategisch van het groot
ste belang te zijn. Harrar, de hoofdstad van
de gelijknamige eigen provincie van den
Negus is de tweede stad des lands. De be
volking telt ongeveer 40.000 zielen. De oor
logsbuit, wapenen munitie en levensmidde
len, die den Italianen hier in handen viel
was buitengewoon groot, veel grooter nog,
dan die te Djidjiga. wel een bewijs, hoe voor
treffelijk Ras Nasiboe en Wehib Pasja op dit
front de verdediging hadden georganiseerd.
De ondergang van Abessynië kan dan ook
zeker niet'geweten worden aan de wijze van
verdediging op het zuidelijk front.
pjnti eland.
De Britsche vragen aan
Duitschland.
In een deel van onze vorige oplaag wer
den reeds eenige punten opgenomen uit de
instructie der Britsche regeering aan haar
ambassadeur te Berlijn, Sir Eric Drummond.
Deze instructie bevat nadere vragen van
Engeland over de Duitsche vredesvoorstellen
en is door Sir Eric aan den rijksminister van
buitehlandsche zaken overhandigd.
Aan den inhoud ontleenen wij het volgen
de:
Het eerste punt, waaromtrent duide
lijkheid gewenscht is, is de vraag of het
Duitsche Rijk zich thans in staat acht
werkelijke verdragen" te sluiten.
De verklaring, welke de Duitsche regeering
met het oog op de bereidheid van Duitsch
land tot het weder toetreden tot den Vol
kenbond heeft afgelegd, maakte 't de Britsche
regeering mogelijk aan te nemen dat de
kwestie van het in overeenstemming bren
gen van de voorgestelde non-agressiepacten
met de verplichtingen van Volkerubondslid
geen aanleiding tot moeilijkheden zal bieden.
Wanneer de in paragraaf 6 van het memo
randum der Duitsche regeering van 31 Maart
gestelde gevolgtrekking van algemeene gel
digheid zou zijn, zoo zou hieruit twijfel kun
nen ontstaan ten aanzien van de vraag, hoe
de Duitsche regeering denkt over het in
kracht blijven der overige nog geldende be
palingen van het Verdrag van Verseilles.
De Engelsche regeering wil niet discus
sieeren over de historische verklaring, die in
bovengenoemde paragraaf wordt gegeven van
de ontwikkeling der gebeurtenissen, maar zij
wil duidelijk laten weten, dat het haar niet
mogelijk is haar instemming te betuigen met
het in paragraaf 6 door de Duitsche regeering
ingenomen standpunt.
Ook paragraaf 4 van het memorandum van
81 Maart doet twijfel ontstaan. Hierin wordt
gezegd: De Duitsche regeering heeft van het
Duitsche volk een plechtig mandaat gekre
gen om het Rijk en de Duitsche natie te
vertegenwoordigen en een politiek te voeren
die onder alle omstandigheden de vrijheid
en rechtsgelijkheid verzekert.
De vraag waar het thans om gaa.t
is, of Duitschland van meening is, dat
de bestaande gebiedsverdeeling en
de politieke ordening van Europa
moeien worden erkend en gerespec
teerd, voor zoover deze niet door later
vrijwillige besprekingen en overeen
komsten zouden worden gewijzigd.
Hierna herinnert de Engelsche regeering
aan hetgeen in het memorandum van 31
Maart gezegd is over het afsluiten van een
luchtpact.
Het besluit een regionale beperking der
luchtstrijdkrachten niet gelijktijdig met het
sluiten van, een luchtpact in het Westen te
beproeven, werd door Z. M.'s regeering zeer
betreurd.
De Britsche regeering verheugt zich er over.
dat de Duitsche regeering in het memoran
dum van 31 Maart het sluiten van niet-aan-
val-pacten tusschen Duitschland eenerzijds en
Frankrijk, België en wellicht ook Nederland
anderzijds voorstelt.
Zij neemt er nota van, dat de Duitsche re
geering er mee accoord gaat( dat deze pacten
gepaard zullen gaan met garantieverdragen.
De opsteliing van den nauwkeurigen tekst
dezer verdragen moet aan de conferentie ter
vaststelling der details voorbehouden blijven.
De Britsche regeering neemt ook kennis
vair de voorstellen inzake niet-aanval-pac-
ten tusschen Duitschland en de staten aan
de Duitsche Z. O. en N. O. grens en zij neemt
de vrijheid te herinneren aan de algemeene
grondslagen voor zulke verdragen, zooals ba
ron v. Neurath deze op 26 Maart 1935 te
Berlijn aan Sir John Simon heeft uiteenge
zet.
Verder wordt de vraag gesteld, wat
Duitschland verstaat onder de uitdrukking:
„Staten aan Duitschland's Zuid- en Noord
oostgrens". De Engelsche regeering meent nl.
dat een algemeene regeling zou worden ver
gemakkelijkt. indien deze woorden zoo zouden
kunnen worden geïnterpreteerd, dat hier
onder niet alleen de onmiddellijk aan Duitsch
land grenzende staten, maar ten minste ook
Rusland, Letland en Estland begrepen zijn.
In paragraaf 22 stelt Duitschland
voor een internationaal Hof van Arbi
trage te vormen, dat competent zal
zijn wat betreft het nakomen van de
verdragen. De Engelsche regee
ring wenscht te weten welke de taak
en samenstelling van het voorgestelde
hof zouden zijn en hoe de verhou
ding zou zijn tusschen dit lichaam,
den Volkenbond en het Internationale
Gerechtshof.
Voordat. Duitschland's terugkeer tot den
Volkenbond in gespreking komt zoo wordt
aan het slot nog opgemerkt zal de Duitsche
regeering het ongetwijfeld ook gewenscht
achten de woorden ..scheiding van het Vol
kenbondsstatuut van zijn grondslag van
Versailles" nader toe te lichten.
Frankrijk.
Politieke besprekingen tus
schen Sarraut, Blum en
Daladier.
Over de besprekingen tusschen Sarraut,
Blum, en Daladier wordt gemeld, dat Sarraut
een uiteenzetting heeft gegeven van de maat
regelen, die door de regeering zijn getroffen
op financieel gebied om de publieke opinie
gerust te stellen. Blum gaf de verzekering
dat hij zich op den landraad der socialistische
partij, die Zondag wordt gehouden, met de
noodige klaarheid zou uitspreken.
(A. N. P.)
Gemève.
Bijeenkomst der neutrale
mogendheden.
Vandaag zal te Genève de officieuse bij
eenkomst van de vertegenwoordigers van
Nederland, Denemarken, Noorwegen, Zwe
den, Finland, Spanje en Zwitserland plaats
hebben, teneinde aan den vooravond van de
zitting van den raad de huidige problemen
te bespreken.
De Scandinavische ministers van buiten-
landsche zaken zullen persoonlijk aan deze
bijeenkomst deelnemen en vandaag een
yoorbereidende conferentie houden.
Vermoedelijk zullen de vertegenwoordigers
van Denemarken en Spanje, die leden van
den raad zijn, belast worden met het uiteen
zetten van de gezichtspunten van bovenge
noemde mogendheden in den raad.
In internationale kringen wordt aan
deze bijeenkomst groote beteekenis toege
kend, aangezien verscheidene staten
hierin voorstellen zullen do entot her
vorming van den Volkenbond.
Egj
De regentschapsraad benoemd
De Kamer heeft eenstemming tot leden van
den Regentschapsraad benoemd prins Mo-
hamed Ali, zoon van den ex-khedive, Azi-
zezzet Pasja en sjerif Sabri Pasja. De benoe
ming is dus geheel in afwijking van het testa
ment van koning Foead geschied. De regent
schapsraad zal regeeren gedurende de min
derjarigheid van koning Faroek.
Onder luiden bijval riep Amin Tehia Pasja
Faroek tot koning uit. Vervolgens had de
eedsaflegging plaats.
In zijn testament had koning Foead Nes
sim Pasja, oud-premier, Adlyeghem Pasja, oud-
verdwijnen spoedig door
(Adv. Ingez. Med.)
minister en Mahmoed Fakhir Pasja, diploma
tiek vertegenwoordiger te Parijs, als regenten
aangewezen, zoodat met de wenschen van den
overleden vorst dus geen rekening is ge
houden.
Engelsche Volkenbonds-
vereeniging eischt handhaving
der sancties.
Groote bijeenkomst in de Albert Hall te
Londen.
Reuter meldt uit Londen 8 Mei:
De Volkenbondsvereeniging had Vrijdag
avond in de Albert Hall een bijeenkomst ge
organiseerd om den toestand in Abessynië te
beschouwen. Zij werd bezocht door 10.000 per
sonen. De voorzitter Lord Robert Cecil ver
klaarde, dat de Volkenbond zijn sanctiepoli-
tiek moet handhaven en zoo noodig moet ver
scherpen. De Volkenbond heeft misschien
verloren, doch het is nog niet bewezen, dat
Italië gewonnen heeft. Zou men tenslotte toe
staan, dat Abessynië omkwam, dan zou het
zeker niet de laatste zijn, die door den aan
val verging.
Ook Attlee, de leider der Labourparty en
Archibald Sinclair, leider der liberale partij,
spraken zich in dezelfden geest uit als Lord
•Cecil.
Vervolgens nam de vergadering met
enthousiasme een motie van Attlee aan,
waarbij de steun aan den Volkenbond en aan
het principe van collectieve veiligheid wordt
bevestigd. De motie spreekt tevens veront
waardiging uit over den inval in Abessynië en
verzoekt de regeering het handhaven van de
sancties tegen Italië aan te bevelen, totdat dit
land bereid zal zijn de door den Volkenbonds
raad goedgekeurde vredesvoorwaarden te aan
vaarden
ITt.7 komen tot rust, kal-
UW Zienuwen meeren en worden
daarbij tevens gesterkt door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten.
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv. Ingez. Med.)
Oswald Spengler overleden.
Schrijver van „Der Untergang des
Abendlandes".
De bekende Duitsche filosoof Oswald Speng
ler is naar het D.N.B. uit München meldt gis
teren op 56-jarigen leeftijd overleden.
Oswald Spengler werd op 29 Mei 1880 te
Blankenburg in de .Harz geboren.
Hij is beroemd gewaden door zijn boek „Der
Untergang des Abendlandes", dat in 1918 het
licht zag en bij de verschijning groot opzien
baarde. In dit werk, dat in de wetenschappe-
wereld vele heftige bestrijders, maar ook en
thousiaste voorvechter vond, toont Spengler
zich de schepper van de idee eener vormleer
der geschiedenis.
Volgens dezen geleerde is er geen continuï
teit in de beschavingsgeschiedenis der
menschheid. maar zijn de culturen als bloe
men of planten, die naast en na elkaar
bloeien, en haar gelijkvormige kenmerken van
opkomst, bloei en verval hebben. De West-
Europeesch-Amerikaansche cultuur zou ge
doemd zijn te verdwijnen en spoorloos onder
te gaan, zooals eens de Egyptische, de Perzi
sche, klassieke, Indische en andere culturen.
Een korte samenvatting van dit lijvig en
van groote universeele kennis en belezenheid
getuigend werk gaf Spengler in zijn onlangs
ook in Nederlandsche vertaling verschenen
„Mensch und Maschine" „De mensch en de
techniek".
Een zomerjurk
een bleeke huiskleur, dat past niet
bij elkaar. AM1LDA ZONNEBRU1N doet
Uw huiskleur spoedig wijken.
Doos 25 en 50 ct. Tube 60 ct. Flacon 90 ct.
(Adv. Ingez. Med.)
Een Audiëntie bij den Paus.
Toen zich tijdens mijn verblijf te Rome de
gelegenheid voordeed voor een audiëntie bij
den Paus, heb ik die niet laten voorbijgaan
en mij aangesloten bij het gezelschap Hollan
ders, dat zich hiervoor naar het Vaticaan had
begeven.
Een groot probleem was hierbij voor allen
het voor de audiëntie voorgeschreven cos-
tuum. In den brief, die toegang verleende tot
de plechtigheid stond, dat voor de dames
hooge kleeding, lange handschoenen
zwarte sluier verplicht waren, voor de heeren
rok met witte das, maar het bleek ons al
spoedig, dat dit alleen gold voor particuliere
doch niet voor de openbare audiëntie.
Om half twaalf, het uur, dat voor de
audiëntie was voorgeschreven, stond het bij
de „bronzen deur" naast de St.. Pieterskerk
die toegang geeft tot de paleizen van het
Vaticaan, reeds vol van pelgrims, die daar
allen waren samengekomen voor hetzelfde
doel. De heeren waren bijna allen in donkere-
ook zelfs eenige in lichte colberts en van de
dames zag ik er maar heel enkelen met een
sluier over het hoofd. Het toonen van de
toegangskaart was voldoende om toegelaten
te worden en wij hadden niet anders te
doen dan den weg te volgen, dien de Zwit
sers in hun middeleeuwsche, kleurige dracht
ons aanwezen. De breede, marmeren trappen
gaven ons eenig begrip van het grootsche en
monumentale van het Pauselijk paleis. Het
scheen wel, of er geen eind kwam aan deze
trappen, waar overal decoratief de Zwitser-
sche gardes met hun oude lansen stonden
opgesteld. Na de laatste trap moesten wij
door een soort vestiaire, waar een vrouwelijke
dignitaresse het toezicht hield over de
kleeding der passeerende dames en toen
kwamen wij op een breede, lange gang-
waar reeds 'n paar honderd menschen
wachtten om tot de audiëntie te worden toe
gelaten. Er waren er uit alle landen tot
uit China, Japan en Siam toe en ik
hoorde zoowat alle talen behalve Engelsch
om mij heen spreken; maar verreweg het
grootste deel bestond uit Italianen.
Het duurde nog ongeveer een half uur, eer
wij verder werden geleid. Weer moesten wij
ettelijke trappen op en door eindelooze gan
gen, voordat wij in de troonzaal kwamen,
waar de Paus ons audiëntie zou verleenen.
Langzaam vulde zich de zaal, waar een rij
Zwitsers voor den rood-fluweelen troon stond
opgesteld.
Het trof ons onmiddellijk, dat ook bij zulke
plechtige gelegenheden Italianen veel luid
ruchtiger en levendiger zijn dan wij, Hol
landers. Zelfs in deze Pauselijke troonzaal,
waar binnen eenige oogenblikken de hoogste
kerkvorst zou verschijnen, heerschte een
opgewekte, roezige stemming en het ver
wonderde ons wel eenigszins. dat vele dames
en heeren op banken en stoelen stonden om
een beter overzicht over de zaal te hebben.
Maar nog eens. Italianen hebben andere be
grippen van decorum dan de altijd wat def
tige en plechtige Hollanders.
Hoe langer hoe meer vulde zich de zaal, tot
dat er op het laatst zeker wel 'n driehon
derd menschen voor de audiëntie aanwezig
waren. Telkens weer. wanneer er een deur
naar 's Pausen particuliere vertrekken ge
opend werd, viel er even een stilte in de zaal.
maar zoodra bleek het niet, dat het een of
ander dignitaris was. die binnentrad, of het
geroezemoes der stemmen klonk weer op en
allen bewogen zich opnieuw als in een bijen
korf door elkaar.
Meer dan anderhalf uur wachtten wij daar
op de dingen die komen zouden. Eindelijk
bet was intusschen al half twee geworden
gingen de deuren wijd open. Pauselijke offi
cieren in schitterende uniformen traden bin
nen en langzaam, gekleed in het wit, schreed
de Paus door de zaal naar den troon.
Er zal wel niemand van de vele aanwezigen
zijn geweest, die niet getroffen werd door
het nobele gelaat van den man, die voor
millioenen de Heilige Vader is. De Paus deed
meer denken aan een eenvoudig, vriendelijk
pastoor uit een Fransch dorp dan aan het
machtige Hoofd van de Roomsch Katholieke
Kerk.
Het publiek applaudisseerde en in verschil
lende talen klonk het: Leve de Paus!" Glim
lachend stond de Paus naast zijn troon; toen
hief Hij Zijn hand op en sprak met klankrijke,
heldere stem eenige woorden in het Ita-
liaansch, die ik tot mijn spijt niet verstond.
Weer applaudisseerde het publiek en opnieuw
klonk het „Leve de Paus!" En daarop kwam
het voor velen zeker wel plechtigste oogen
blik van dezen middag; alle geloovigeii kniel
den neer en ontvingen den Pauselijken zegen.
Nog even zag de Paus van zijn troon op de
honderden bezoekers neer. Toen schreed hij
langzaam, voorafgegaan door de Pauselijke
officieren, naar de deur en de audiëntie was
afgeloopen. Heel de plechtigheid had niet
langer dan misschien drie minuten geduurd,
maai- het was duidelijk, dat zij op velen een
diepen indruk had gemaakt. De troonzaal
nep leeg en wij gingen weer de eindelooze
gangen door en de vele trappen af, naar het
plem voor de St. Pieterskerk, waar het gewone
leven ons weer opnam. In de straten van
Rome hingen de vlaggen ter eere van de be-
ONZE DACEUJKSCHE KINDERVERTELLINC.
Het was een akelig toeval, dat de dwerg juist nu den armen Thijs
moest betrappen, nu hij dacht dat alles gewonnen was. Wat zou er
nu van het heele avontuur terecht komen?
De dwerg wist wel dat zijn tooverkracht niet lang zou duren en
daarom ketende hij onzen Thijs maar meteen aan den muur vast.
„Zie zoo, blijf hier nu maar een poosje. Dan zal ik ondertusschen
nadenken over de straf die je krijgt." En met die woorden laat hij
Thijs alleen....
zetting van Dessie, de laatste overwinning der
Italianen in Abessynië. Van het Rijk van den
Paus waren wij weer in het land van Musso
lini terug.
J. B. SCHUIL.
De negus te Jeruzalem.
Keizerlijke familie neemt voorloopig haar
intrek in een klein hotel.
De negus is gistermiddag met zijn familie
en gevolg, in een specialen trein te Jeruzalem
aangekomen. De commissaris van Jeruzalem
was ter begroeting aanwezig. De negus en zijn
familie hebben voorloopig in een klein hotel
in de oude stad van Jeruzalem, nabij de
Jaffapoort hun intrek genomen.
Langs den weg van het station naar het
hotel stonden duizenden menschen, die den
negus toejuichten. Het station was sterk be
waakt door politie. De negus dankte droe
vig glimlachend voor de toejuichingen
Alvorens zich vroeg terruste te begeven,
aangezien hij vermoefd was, heeft de negus
een delegatie van priesters en zijn minister
van buitenlandsche zaken ontvangen.
Voor het hotel, waar hij logeert, staat een
Britsche schildwacht met de bajonet op het
geweer.
De negus heeft verklaard, dat hij niemand
kon ontvangen, doch vandaag zal hij de
journalisten tot een bezoek uitnoodigen. Het
gevolg van den negus woont in een hotel
dicht bij hotel David, waar de negus zijn in
trek heeft genomen.
Over de aankomst van den negus te Haifa,
meldt Reuter nog:
In verband met de aankomst van den kei
zer waren speciale politiemaatregelen geno
men. Toen de Negus van boord ging speelde
de kapel van de „Enterprise", terwijl soldaten
de eerbewijzen brachten. Een vertegenwoor
diger van de Palestynsche regeering was ter
begroeting aanwezig.
Twee uur. nadat de Negus van boord was
gegaan, was men nog steeds bezig met het
uitladen van bezittingen, die uit Abessynië
waren medegenomen, o.a. bestaande uit ta-
pijtenstoffen en een groot aantal met goud
gevulde koffers. De gezamenlijke op de kade
opgestapelde koffers besloegen een afstand
van 4 meter en reikten tot manshoogte. Zij
werden streng door de politie bewaakt.
ZORG VOOR FRISSCHE LUCHT.
T
Dit jaar zullen te Stockholm nieuwe par
ken worden aangelegd in het geheel met een
oppervlakte van 162.500 M2.
Dit is de voortzetting van het streven om
in de hoofdstad van Zweden een behoorlijke
open ruimte te behouden.
In de afgeloopen tien jaren is het oppervlak
van parken, plantsoenen en pleinen van
1.260.000 M2. uitgebreid tot 4.450.000 M2.
Wanneer men daarbij dan nog rekening
houdt met het feit. dat zeer veel gebruik
wordt gemaakt van electrische energie, kan
men daaruit opmaken, dat Stockholm zuivere
lucht heeft.
AMERIKA HEEFT DE MEESTE BURGER-
VLIEGTUIGEN.
Volgéns een rapport van het ministerie''van
luchtvaart gaan de Vereenigde Staten met
9072 toestellen bovenaan op de lijst van lan
den, waar het aantal ingeschreven burger
vliegtuigen bekend is. 426 dezer machines
worden gebruikt voor geregeld luchttransport.
Frankrijk neemt de tweede plaats in met
2138 toestellen, waarvan 244 voor transport
doeleinden gebruikt worden. Duitschland
neemt de derde plaats in met 1809 vliegtuigen
waarvan 244 voor het geregelde verkeer wor
den gebruikt, terwijl Engeland met 1597 (160)
toestellen de vierde plaats inneemt.
EILAND OF SAGE?
De Russische ijsbreker „Sadko" zal dezen
zomer een expeditie ondernemen naar het
geheimzinnige eiland Sannikow. Volgens de
kaarten ligt dit eiland in het uiterste noor
den van Siberië. Sinds een eeuw is het niet
meer bezocht.
Het eiland Sannikow wordt door een koop
man, Sannikow geheeten, beschreven in zijn
dagboek, dat van 1810 dateert.
Tijdens de beroemde reis van de „Fram"
in 1893 beschreef Mansen hoe groote troepen
vogels zich in de nabijheid van het eiland
ophouden doch het eiland zelf had hij niet
gezien.
In 1910 eindigde een expeditie naar dit
eiland, op tragische wijze met den dood van
den leider en een aantal deelnemers.
Velen meenen dat het eiland Sannikow
een sage is, doch de wetenschap gelooft op
goede gronden aan het bestaan er van.
Professor Samoilowiter, de leider van de
expeditie die Mobile redde, zal den tocht
leiden en is vast besloten het geheim van
Sannikow te ontsluieren.
Hoeveel water gebruikt een
kiemende plant.
Het schijnt, dat in geen jaargetijde de
scheppingskracht van de natuur zoo overwel
digend is als in de lente. In een dag zijn soms
boomen en struiken groen. Niet alleen het
licht is in staat de planten uit hun winterslaap
te wekken, er zijn ook voedingsstoffen, voor
al water, voor noodig.
In den laatsten tijd heeft men enkele cij
fers gevonden, die een indruk kunnen geven
van dit proces. Om 1000 gram aan graankor
rels voor den dag te kunnen brengen heeft
het koren 500 k.g. water van noode. Veel an
dere cultuurplanten slokken even veel op. Op
dat een stuk grond van 10.000 M2. een loo-
nende oogst oplevert zijn vijf millïoen liter
water vereischt.
Wat een plant aan water gebruikt hangt
samen met zijn wasdom. Proeven met paar-
deboonen toonden aan dat één plant tot aan
den bloei 6V2 liter consumeert, tusschen bloei
en zaadvorming 38 liter en van dit stadium
tot aan de rijpheid 8y2 liter.
Men ziet hieraan, dat het geen vereischte
is, dat de eerste lente bijzonder vochtig uit
valt, opdat de vegetatie bijzonder welig wordt.
Naast het water spelen het licht en de
warmte een groote rol. Van hoeveel belang
deze laatste is, bewijzen behalve laboratorium
proeven de gebieden van dichte vegetatie in
de tropen. De planten groeien daar soms zoo
snel, dat men de ontwikkeling bijna met het
oog kan volgen. Op Ceylon komt een bamboe
soort voor, die binnen 24 uur 57 centimeter in
lengte kan toenemen. Mahonieboomen berei
ken in twee jaar tijds soms een hoogte van
vijf meter. Eucalyptusboomen halen in drie
jaar zelfs de vijftien meter. Toc'n moet het
vocht hier als factor allerminst uitgeschakeld
worden, want op de Kaap-Verdische eilanden,
waar het even warm is, komen dergelijke
hoogten heelemaal niet voor. Het regent daar
eens in de vijf of zes jaar.