HET MYSTERIE
VAN MOAT HOUSE.
historische foto. De inname van de Abessijnsche hoofdstad Addis Abeba. De eerste Italïaansche gemotoriseerde afdeeling
bereikt de stad door de triomfpoort. De straten zijn na de plundering door de Abessijnen geheel verlaten
ln het Nat. Technisch Scheepvaartkundig Museum te
Rotterdam is een tentoonstelling ingericht van vliegtuig
modellen, vervaardigd door amateur-bouwers uit het
geheele land
De leerlingen der school voor Reserve-officieren der Bereden Artillerie
te Ede defileerden Vrijdag voor de reünisten bij het zilveren jubileum der
school
Koning Carol van Roemenië In gesprek met maarschalk
Franchet d'Esperey tijdens de jongste te Bucarest gehouden
troepenrevue
De N. W. U. hield Vrijdag in de Midden-Beemster een selectie-wedstrijd over 140 K.M.
voor afvaardiging van amateurs naar de wereldkampioenschappen en de Olympische
Spelen
De bekende avia-
trice Amy Mollison
heeft na haar re
cord-vlucht naar
Kaapstad ook den
terugtocht naar
Engeland binnen
recordtijd afge
legd. De aankomst
op Croydon
Een hoekje van de Nieuw Guinea-
tentoonstelling, welke door de Kon.
Vereeniging .Oost en West" te Am
sterdam is geopend
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ADELINE SERGEANT.
(Nadruk verboden).
15)
XIII.
Claire's verhaal.
„Je weet heel weinig van mij af", sprak
Claire, toen zij samen de trap opgingen.
„Maar je bent lief voor mij geweest. Toen
Je kwam twijfelde ik eraan, of jij ook niet
één van Lancasters werktuigen zou worden
Je weet. dat hij iedereen naar zijn wil buigt".
.Dat weet ik; hij probeerde mij ook naar
zijn hand te zetten", verklaarde Nell. „Ik
begreep eerst niet wat er met jou aan de
hand was. Ik dacht dat jij niet heelemaal
voor je daden verantwoordelijk was".
„Je dacht zeker dat ik krankzinnig was?"
vroeg Claire glimlachend. ,,Ik heb zelfs wel
eens gemeend, maar neen, ik zal je niet ver
tellen wat ik me verbeeld heb. Ik zal me aan
de feiten houden. Kom mee in mijn kamer,
dan kunnen we praten".
Ze gingen Claire's slaapkamer binnen, waar
Olaire de deur op slot deed en een zwaar
gordijn ervoor schoof.
.Dier kunnen we spreken", verklaarde zij
zonder vrees om beluisterd te worden".
Claire installeerde zich in een ligstoel, ter
wijl Nell naast haar plaats nam. en na een
paar minuten begon Claire op rustigen toon
„Ik werd in Engeland geboren", vertelde ze.
jjnaax toen ik nog een klein kind was, kreeg
mijn vader al genoeg van Engeland en be
sloot eens te zien of hij in Amerika niet zijn
fortuin kon maken. Hij had niet veel om mee
te beginnen, want hij was de jongste zoon
van een tamelijk verarmde familie, maar hij
was in staat in het verre Westen een stukje
land te koopen en daar trachtte hij zich ge
durende eenigen tijd een broodwinning te
verschaffen. Ik kan mij nog juist die dagen,
dat wij arm waren, herinneren! We hadden
soms nauwelijks genoeg te eten en onze
kleeren waren vreeselijk armoedig; daar was
het dat mijn moeder stierf en zij was nog
maar nauwelijks een maand dood, toen mijn
vader de ontdekking deed, die mij voor mijn
leven rijk maakte. Hij merkte, dat er zich olie
onder zijn eigendom bevond, en je weet, dat
oliebronnen, als ze goed geëxploiteerd wor
den, ware goudmijnen kunnen zijn. Van dien
tijd af liep het vader geweldig mee. Hij
bouwde een groot huis en meubileerde het
schitterend en daar gingen wij wonen, hij
en ik, met een aantal bedienden en een
gouvernante om voor mijn opvoeding te zor
gen; maar geen van allen hadden iets over
mij te zeggen, en mijn vader behandelde mij
alsof ik nog 'n kind meesteres van alles
was. Ik heb een heel slechte opvoeding ge
kregen, maar dat kwam allemaal omdat
vader zooveel van mij hield".
„Het deed je geen kwaad", merkte Nell
op, toen zij voor een oogeniblik de tranen in
Claire's oogen zag glinsteren.
„Daar ben ik nog niet zoo zeker van" meen
de Claire, terwijl zij haar hoofd schudde
„Ik kreeg altijd in alles mijn zin en als ik
eens een enkelen keer mijn zin niet kon prij-
gen, werd ik ziek. Ik heb daardoor absoluut
geen weerstandvermogen. Misschien komt het
daardoor ook. dat ik de laatste paar maanden
voortdurend aanvallen van flauwtes heb, en
perioden van apathie en overspanning, die
bijna altijd worden gevolgd door groote uit
putting. Ik begrijp maar niet, wat daarvan
de oorzaak is".
„Vind je dan niet, dat Je een dokter noodig
hebt een werkelijke dokter, bedoel ik",
vroeg Nell, „en niet meneer Lancaster".
„Ik ben in Londen bij een specialist ge
weest", vertelde Claire; „maar die zei precies
hetzelfde, wat meneer Lancaster zegt, dat het
louter een zenuwziekte is, en dat als ik naar
buiten ging en een heel kalm leven leidde,
ik mettertijd weer op krachten zou kunnen
komen".
,Maar wat ik nog niet begrijp", hernam
Nell, „hoe je onder Lancasters voogdij kwam
te staan".
„Oh, dat is gemakkelijk genoeg uitgelegd"
zuchtte Claire, „Lancaster en m'n vader wa
ren vroeger dikke vrienden, daardoor kreeg
Lancaster wel eens in zijn kwaliteit van ad
vocaat zaken in handen en langzamerhand
gebeurde het, dat Lancaster haast meer van
mijn vaders geldzaken afwist, dan hijzelf.
Onze vrienden zeiden dikwijls tegen vader,
dat het niet verstandig was om zooveel ver
trouwen in één man te stellen, maar vader
hield vol dat Lancaster door en door eerlijk
en oprecht was en dat hij hem beter dan één
van zijn andere kennissen kon vertrouwen".
„Ik zou zoo denken, dat zijn vrienden ln
het gelijk gesteld zijn", merkte Nell op.
„Ja, dat vind ik ook, maar vader wilde
niet luisteren. Toen ik bijna zeventien was
hoorde hij van een paar wonderbaarlijke
mijnboringen in Nevada en maakte plannen
om zelf eens te gaan kijken. Nadat hij een
tijdje weg geweest was, schreef hij me, dat
hij nog verder van huis zaken te doen had,
waarschijnlijk nog een paar maanden weg
moest blijven en daarom verengde, dat ik
met mijnheer en mevrouw Lancaster naar
Engeland zou gaan".
„Mevrouw Lancaster?", viel Nell haar in de
rede.
„Z'n moeder niet z'n vrouw", legde Claire
glimlachend uit. „Ze was een lieve oude
dame. Ik was werkelijk dol op haar. Vader
dacht dat het prettig voor mij zou zijn om
wat meer van Engeland te. zien, voordat hij
weer thuis kwam. Wij verlieten Amerika, nog
voordat ik achttien was. Het eerste nieuws,
toen wij Engeland bereikten, was dat van
mijn vaders dood".
„Zijn dood! Wat verschrikkelijk voor je!"
,Dat was het!", vervolgde Claire. „Ik kan
zelfs nu nog niet goed aan die dagen terug
denken. Ik liet alles wat er te regelen was
aan Lancaster over. Maar toen ik over m'n
verdriet heen was, en in staat zijn uitleg
gingen te volgen, bemerkte ik, dat de zaken
heel anders uitdraaiden, dan ik mij had
voorgesteld. Hij werd tot mijn voogd benoemd
en ik stond onder zijn toezicht tot ik één
en twintig zou zijn. Alle zaken moest hij voor
mij regelen. Natuurlijk zou alles bij mijn
meerderjarigheid in mijn handen komen en
hij en meneer Hume moeten dan hun be
heer verantwoorden. Hume, dat moet ik je
nog vertellen, was mijn vader's deelgenoot,
hij had de leiding van alle Amerikaansche
zaken. Lancaster zorgde voor de beleggin
gen".
„En waar is meneer Hume nu?", vroeg
Nell. „Dat is zeker degene, aan wien je dien
brief geschreven had?"
„Ja", bevestigde Claire, en een lichte blos
kleurde haar wangen. „Everard is tien jaar
ouder dan ik, maar hij was m'n beste vriend
en speelkameraad. Voordat ik wegging, ver
telde hij mij hoeveel hij van mij hield en
dat hij vader om toestemming gevraagd had.
Mijn vader vond mij nog te jong, maar ver
klaarde dat hij het een prettige gedachte
vond als ik met een man als Everard Hume
zou trouwen; we moesten nog een jaar wach
ten om te zien ik niet van gedachten
veranderde. Eén jaar leek m toen al heel
lang, maar, o Nell, ik heb er nu al drie ge
wacht!"
,Drie jaar? Wat ise er dan met meneer
Hume gebeurd?"
„Hij beheert de zaken nog. Lancaster ver
eelt me, dat alles naar wensch gaat, maar
in meer dan een jaar heb ik niets meer van
hem gehoord!"
„Heb je dan niet geschreven om te onder
zoeken wat er aan de hand is?"
„Ik schreef geregeld", antwoordde Claire
op bedrukten toon, „totdat ik geen ant
woord meer kreeg, en toen kwam Lancaster
tusschenbeide. Hij zei dat hij een onderzoek
ingesteld en bemertk had, dat Hume heele-
maar niet de man was, die ik me voorstelde;
hij zou me wel vergeten hebben, en ik moest
hem maar niet meer schrijven. Hij weigert
me toe te staan, om op welke manier ook,
contact met hem te zoeken".
Maar als hij werkelijk iets tegen meneer
Hume weet opperde Nel aarzelend.
Maar Claire liet haar niet uitspreken. Zij
viel haar met een diepen blos op haar wan
gen in de rede.
„Ik weet, dat er niets verkeerds kan zijn.
Ik weet, dat Everard mij niet vergeet! Ik zou
net zoo goed kunnen gelooven dat mijn eigen
vader mij vergat. Neen, dat is buitengeslo
ten!"
,Maar waarom schrijft hij dan niet?" merk
te Nell verbaasd op.
„Ik weet het niet. Soms geloof ikHet
mag misschien verkeerd zijn, maar ik kan
het niet helpen dat Lancaster brieven
voor mij achtergehouden heeft. Zie je, we
hebben den laatsten tijd geen vaste woon
plaats gehad. We zijn in Zwitserland, Frank
rijk. Italië en in verschillende deel en van
Engeland geweest. Niets is aannemelijker,
dan dat een gedeelte van onze correspon
dentie ons niet bereikt heeft en op Lancasters
kantoor in Londen is terechtgekomen".
,Maar ik vind Lancaster buitengewoon
tyraniek. Waarom onderwerp jij je zoo?"
„Onderwerp ik mij?", verwonderde Claire
zich. „Dat heb ik straks wel getoond!"
„Toch moet je je veel hebben laten wel
gevallen, anders zou hij nooit zoo geworden'
zijn".
(Wordt vervolgd?, j