DE m DE VROUW IN DE XXe EEUW. ONS MODEHOEKJE. JAPONNEN EN MANTELS. D '0 N D E R D A G 28 MET 19.V! HA'ARCE MrS D 'A G B r A D BUITEN DE FEESTVREUGDE. Ieder van ons is weieens „binnengevallen" bij een groot of klein festijn, waar de feest vreugde net op zijn allerhoogst was. Misschien kwam u midden uit een drukke dag van werken, of uw pakje zorgen en moei ten woog op dien dag extra zwaar: mogelijk had u net een gewichtig gesprek achter den rug, of u voelde zich moe en wat terneerge slagen. Daar belandt u middenin de feestvreugde, er wordt op toeters geblazen, uw zeer gedegen overbuurman uit de straat is de ziel van alle dwaasheid, hij leidt de pret met een joligheid die u niet van hem kent, u wordt mee in de kring getrokken, en uw ernst wordt overjubeld en overjoeld, waardoor hij van pure tegen weer rechtovereind in u komt te staan en niet meer te verdrijven is. Of u komt in een gezelschap waar de lichte scherts over en weer vliegt, waar men elkaar op woorden probeert te vangen, en waar de paraatheid aan elkaar wordt gescherpt en getoetst. Lomp en plomp voelt u zich, met groote en onverzettelijke gedachten, en, typisch vrouwe lijk, slecht gekleed en met groote handen en voeten. In beide gevallen is het de uitermate moei lijke taak van de gastvrouw, om U er met tact bij te halen. Immers, doordat zij gast vrouw is, mag zij de feestvreugde niet storen, mag dus niet in uw eigen toon vallen, die in dat gezelschap op dat oogenblik niet past, maar moet met de noodige omzichtigheid pro- beeren u erbij te betrekken. Soms is dat onbegonnen werk, omdat de be zoekster zich met hand en tand teweer stelt tegen deze luchtige atmosfeer die lijnrecht tegen haar eigen stemming van het oogenblik indruischt. En zijzal misschien nog verder gaan. dan zich daar alleen als niet-passend voelen, zij zal het gezelschap voor een troepje opgewonden dwazen uitmaken en zichzelf daar plezierig-ver boven verheven voelen. Dan is het maar 't beste dat zij naar huis gaat. want zij ergert zich maar en loopt bo vendien nog gevaar om de stemming te be derven. Iets anders is het bij iemand, die gemakke lijk haar stemming veranderen kan terwille van een groot gezelschap: zij zal misschien een handje geholpen moeten worden om op dreef te komen, maar zij werkt zelf mee. en maakt het haar gastvrouw lang zoo moeilijk niet. Ook zijn er de bezoeksters, die beweren: laat mij maar zitten, ik vermaak me wel. maar een jolig feest, waaraan niet iedereen merdoet. moet op den duur toch op niets uitloopen. Tenslotte is dan zij, die maar lie ver vertrekt, de verstandigste, ook al is dat voor haarzelf geen prettige oplossing, en al moet zij haar critiek sparen. Een jong echtpaar komt onverwacht op een huiselijk feestje bij kennissen: van het ver dere gezelschap kennen zij niemand, maar zij vertrekken vroeg in de meening dat het een stelletje oppervlakkige pretmakers is, die hun niet de minste behoefte geven, ze verder nog te ontmoeten. En toch wanneer zij ze later weer op hun weg tegenkomen: blijkt dat zij uitstekend pas sen bij dit gezelschap, dat die eene keer nu eens in een extra jolige bui was,'en van geen ernstig woord wildé weten Maar de schuld lag veeleer bij henzelf, omdat zij zich niet boven een stemming konden verheffen, die daar op dat oogenblik niet paste. Iedere fuif, bekeken door het oog van iemand die er niet bij behoort, kan als dwaas worden gedoodverfd, maar dat ligt niet aan het feest, maar aan den nuchteren blik van dien buitenstaander Bn daarom is het gevaarlijk om van dat standpunt bekeken, de pret van anderen te willen ontleden: dan blijft er niets van over en de buitenstaander blijft buitenstaander, ook al wil hij zelf wel anders. E. E. J.— Ons Wekelijksch Knippatroon. No. 380, pakje voor jongens van 5 tot 8 jaar, bestaande uit broekje van Engelsche stof, in vischgraat-dessin, waarop een blouse van waschbaar materiaal. Benoodigd voor het broekje: 1,75 meter stof van 100 cM. breedte: voor het blousje: 1,25 meter van 80 c.M. breedte. Prijs van het patroon: 25 ets. (blouse en broekje samen). Bij bestelling van dit patroontje duidelijk de maten opgeven. No. 381: liet zonici jurkje voor meisjes van 5 tot 7 jaar. Kraagje en mouwopslagjes van geplisseerd piqué. Benoodigd materiaal: 2,50 meter katoen van 80 c.M. breedte. Bij be stelling duidelijk de maten opgeven. No. 677 a: aardig blousje met halve mouw tjes, vervaardigd van crêpe de chine. Benoo digd materiaal: 2 meter crêpe de chine van 90 c.M. breedte. Prijs van dit patroontje, dat in standaardmaat te verkrijgen is: 12V2 ets. per stuk. De standaardmaat is de volgende: bovenwijdte 102 cèM.taillewijdte 87 c.M.heupwijdte 107 c.M., Door het al of niet aanknippen van laden kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. No. 677 B en C: eenvoudig mantelpakje van wollen stof of linnen. Het manteltje is een weinig getailleerd, zoodat het slank af- kleedt. Benoodigd materiaal: 3.25 meter van 130 centimeter breedte. De prijs van dit pa troon in standaardmaat is: 25 ets. (blouse en mantel samen). Rok en manteltje apart ieder I2V2 ets. per stuk. Deze patronen zijn te verki-ijgen bij het bureau van dit blad. plus 6 ets. porto-kosten. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling duidelijk het nummer van het gewenschte patroon op te geven en tevens naam en adres zoo volledig en nauwkeurig mogelijk te vermelden. Men voorkomt daar door onnoodige vertraging in de verzending We maken er onze lezeressen op attent, dat we de patronen ook op maat leveren. De prijzen worden dan: No. 677 A; 35 ets.; 677 B: 35 ets; 677 C: 35 ets. (B en C samen: 70 ets). Ook leveren we niet alleen patronen van de afgebeelde model len, doch van ieder gewenscht model. Toezen ding van een schetsje of een afbeelding, met vermelding van maten, is voldoende. Prijzen van deze patronen op maat zijn voor een mantel: 60 ets; voor een jurk 50 ets.; voor lingerie en kinderkleeding 40 ets; voor blouse en rok 35 ets per stuk, De Vrouwen Vredesgang en Vrouwengekibbel. „Ze gaan op voor den vrede en ze kunnen onder elkaar niet eens den vrede bewaren" dit is een van de smalende opmerkingen, welke men vaak hoort, als er sprake is van vrouwen vredesgang of vrouwen vredeswerk, en die dan vooral bijval vindt in de kringen, waar men niet gelooft in vrouwenarbeid, niet in den ernst van de vrouwen, die werken voor den vrede en waar men zelf liever een gemakke lijk vrouwenleven lijdt dan mede te doen aan de vraagstukken, waarover vrouwen het niet altijd onderling eens kunnen zijn. De vraag, of vrouwen onder elkaar den vrede kunnen bewaren, zal men bevestigend of ont kennend beantwoorden, al naar het milieu, waarin men leeft, want objectiviteit is slechts weinigen gegeven, de meesten kunnen zich bij de beoordeeling van vraagstukken en men- schen niet geheel losmaken van eigen erva ringen en eigen sympathieën. En er zullen er zijn, die gekibbel noemen, wat niet anders is dan verschil van meening over zaken, het welk zich overal voordoet, maar dat vrouwen soms minder goed kunnen verdragen dan mannen, omdat zij altijd weer haar hart leg gen in wat zij doen of ondernemen of verdedi gen en daardoor het voor haar niet enkel om een beginsel gaat of een zienswijze, maar om iets dat haar lief is, waaraan zij zich geheel hebben gegeven en dat zij niet kunnen hooren afbreken of verwerpen, zonder dat er in haar verzet opkomt, dat zich verontwaardigd moet uiten en anderen doet veronderstellen, dat zij boos zijn of onredelijk of de zaak te persoon lijk opvatten. En al moge er als vrouwen bij elkaar zijn, spoediger gevoeligheden zijn dan bij mannen die eerder het verstand laten spreken, al mogen vrouwen zelfs langer blij ven wrokken terwijl mannen spoediger ver geten, het is alles nog geen reden om vrouwen slechte behoedsters van den vrede te noemen. We zouden omgekeerd niet willen generali- séeren dat vrouwen meer vredesgezind ztfh dan mannen, of dat de vrede bij vrouwen veiliger zou zijn dan bij mannen. De wereldoorlog heeft ons de vrouwen doen. kennen, die in adverten ties juichten, dat haar zoon voor het vader land was gevallen, vrouwen, die de wegtrek kende soldaten met bloemen uitgeleide deden, vrouwen vatbaar voor de oorlogsverdwazing of de oorlogspsychose, bij wie de vrede zeker niet veilig was, die het generaliseeren omtrent vrouwen en vrede tot een fout maakten. Maar diezelfde wereldoorlog heeft ons doen zien, dat vrouwen, in het midden van den oorlog, vrouwen uit de oorlogvoerende landen, bijeen kwamen tot een vredescongres en elkaar de hand reikten, en men was geneigd te verkla ren, dat vrouwen in de toekomst den vrede konden maken, alsof dit ook niet overschat ting was van de macht van eenige groep om het veelkoppige monster te bestrijden, dat men „ooi-zaak" van den oorlog noemt en dat als men het één kop heeft afgeslagen nog tal van andere koppen vertoont. Midden in den oorlog heeft men ook een vrouwenkruistocht gewild; een groep van vrouwen, die zich tusschen de strijdenden zou werpen, alsof deze naive gedachte voor ver wezenlijking vatbaar ware en heil zou uitwer ken. Maar zeker is het, dat de vrouwen over het algemeen meer voelen voor den vrede, juist omdat zij, op eenig historische uitzon dering na, niet meetrokken in den strijd, maar passief moesten wachten, zich het liefste zagen ontrooven, zelfs wel blootgesteld waren aan geweldpleging of slavernij, altijd alleen den droeven kant van den oorlog hebben ge zien, ook in de dagen dat het pacifisme min der weerklank vond in de openbare meening dan tegenwoordig. Zeker is het dat vrouwen niet het geduld zouden hebben gehad den strijd te organiseeren in alle onderdeelen, zoo als dit het geval is in den modernen oorlog, maar in haar hartstocht ineens zouden zijn uitgebarsten, misschien in haar felheid niet minder wreed dan zij die de giftige gassen etc. uitvonden, maar niet zoolang dit alles voorbereidend. Vrouwen kibbelen over kleinigheden langer en vinniger dan mannen, maar vrouwen, moe ders manen ook haar kinderen aan vrede on derling te bewaren; vrouwen lijden eronder als in eigen gezin twist heerseht tusschen de familieleden, die haar lief zijn. Als opvoedsters gelukt het haar menigmaal vrede te bewaren of te herstellen. Dit beteekent niet, dat zij beter dan de staatslieden, die thans het heft in handen hebben, de moeilijke problemen kunnen oplossen die gevaar van oorlog inslui ten en waarbij zelfs wel geweld noodig is om geweld te stuiten. Als opvoedsters kunnen zij echter de toekomstige staatslieden en indu- strieelen, allen die een verantwoordelijkheid dragen, doordringen van den wil alles te doen om in het groot en klein rechtvaardig te han delen, het algemeen belang te stellen boven het persoonlijk voordeel. Reeds daardoor zijn zij geroepen een groote taak ten opzichte van den vrede te vervullen en we twijfelen niet, of bij het zwijgend getuigen in den vredes gang, tezamen met de velen die hetzelfde dachten en gevoelden, zullen ook ditmaal weer allen in eigen geweten hebben gezocht naai den weg, waarlangs zij met eigen aanleg en positie het best den vrede konden dienen. Moge de vredesgang dan nawerken. EMMY J. B. LINNEN TASSCHEN zullen dit seizoen weer veel gebruikt wor den, maar niet alleen in naturel-kleuren: alle mogelijke kleurcombinaties zullen erbij wor den gebruikt. Bij ieder toiletje een passende tasch dat wordt dus ons ideaal, maar voor wie het niet bekostigen kunnen om een modesnufje zóó ver uit te breiden, mag tot troost strekken, dat naturel, wit en zwart-wit niet minder modern zijn. HET MENU VOOR DE HEELE WEEK Zondag: Aspergeschotel, Gestoofde nieren, Aardappelpurée. Rhabarbercompóte, Bitterkoekjesvla. Maandag: Aspergesoep, Biefstuk. Worteltjes, Gekookte aardappelen, Fruit. Dins d ag; Gevulde eieren, Kropsla, Gebakken aardappelen, Rijst met boter en suiker. Woensdag: Runderrollade, Postelein. Aardappelen, Griesmeelpudding met rozijnen. Donderdag: Koude rollade, Gedroogde appelen, Aardappelen, Karnemelksche pap. Vrij dag: Gestoofde schelvisch, Worteltjes, Aardappelen, Omelet. Zaterdag: Groentensoep, Ragout van soepvleesch, Spinazie met gebakken brood. RECEPTEN. ASPERGESCHOTEL. Maak eens een bos asperges schoon, breek de harde einden eraf, en kook alles in ruim water met wat zout gaar. Gebruik het vocht voor de soep van den volgenden dag. Laat de asperges afkoelen en uitlekken en snijd ze in tweeën. Leg ze daarna in een sausje van olie, azijn, peper en zout gedurende een half uur en laat ze weer uitlekken. Schil een pond tomaten, snijd deze in plakken en laat ze in hetzelfde sausje ook een half uur staan. Schik daarna de tomaten en de asperges om en om op een platte schaal en garneer het ge heel met slablaadjes, een paar lepels mayon naise en partjes hardgekookt ei. GESTOOFDE NIEREN. Kook de kalfsnieren op de gewone wijze en. snijd of hak ze fijn. Maak een bruine saus van boter, bloem, een fijngesnipperd uitje en wat kerry en stoof de nieren hierin gedurende een half uurtje. Maak een mooi blanke aardappelpurée, stort deze uit een rijstrand of uit kopjes op een verwarmden schotel, en schik de ragout in het midden. GRIESMEELPUDDING MET ROZIJNEN. Kook een griesmeelpudding van 1 L. melk, 100 gr. griesmeel, 75 gr. suiker, een eetlepel boter, wat geraspte citroenschil, iets zout. Wasch intusschen een half ons rozijnen, en zet ze zoolang weg met wat rhum overgoten. Als de pudding klaar is worden de rozijnen erbij gevoegd en het mengsel in den met koud water omgespoelden vorm gedaan. Over het algemeen is de lijn der zomerja- ponnen zeer eenvoudig. Geen gecompliceer de garneeringen, geen ingewikkelde plooien, geen kunstig gevonden versiering! De kamerja ponnen zullen zich kenmerken door een uit stekende coupe en afwezigheid van allerlei overbodige garneering. Het spreekt echter vanzelf, dat aan het materiaal dan meer aandacht wordt geschonken. Zoo zullen we dezen zomer veel natuurzijde zien dragen: ook crêpe georgette, dat heerlijke zomermate- riaal, crêpe de chine, voile en voor de meer eevoudige jurkjes katoen, linnen en matting. Op de teekening links boven ziet u een aardig japonnetje van blauwe crêpe de chine, waarop kleine rose en witte bouquetjes ver spreid liggen. Het schouderstuk is gesmokt: ook in de zijbaan vinden we een dergelijk ge smokt stukje terug. Het platliggend kraagje wordt van voren gesloten onder een kleine corsage van rose bloempjes. Een breed blauw zijden lint. dat op den rug gestrikt wordt, doet dienst als ceintuur. Daarnaast een wandeltoiletje van parelgrij ze diagonaal gestreepte zijde. Het pellerine- t-je is afneembaar. Een breede roode wildlee- ren ceintuur en een grijze kanten jabot ge ven het een gedistingeerd cachet. Op koele dagen en in beroep dragen we jurkjes met lange mouwen. Het jurkje, dat het zittende figuurtje op de tweede teekening draagt is vervaardigd van blauw linnen. De garnee ring is van donkerblauw linnen. Manchetjes zakjes, strik en ceintuur (van donkerblauw linnen) zijn doorgestikt. De jonge dame daar naast draagt over een jurkje van katoen een aardig vestje van Schotsch geruite taftzijde. Rood is het kraagje en de ceintuur. Ook voor de middagjaponnen is de stijl zeer eenvoudig. Zware, soepele glanzende mate rialen worden bij voorkeur verwerkt voor de middagjaponnen. Links op de derde illustra tie hierboven ziet u een zeer elegante mid dagjapon van bleek-groene crêpe satin. De halflange mouwen vallen zeer wijd op de el leboog. Het blousje is in het midden ingerim- peld. De rok valt van voren in wijde klok ken. Daarnaast een elegante tweedeelige mid dagjapon van marineblauwe satijn. De hals opening is gedrapeerd: de ondermouwen zijn glad, de bovenmouwen hebben wijde poffen. Een ceintuur van gevlochten gouddraad, die van voren breeder is accentueert de taille. De rok is nauwsluitend om de heupen, maar valt van af kniehoogte in wyde klokken. Op de laatste illustratie ziet u tenslotte een paar sportieve mantels die desgewenscht van waterproof materiaal vervaardigd kunnen worden. Zakken en ceintuur verleenen de mantels iets sportiefs.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 8