De onlusten in Palestina. HET MYSTERIE VAN MOAT HOUSE. De eersfe paardenmarkt van dit jaar te Delft is Woensdag gehouden, waar van hierboven een aardig snapshot FEUILLETON Naar het Engelsch van ADELINE SERGEANT. (Nadruk verboden). 30) XXV. Lady Langdale's Diner. Den avond, dien zij op Langdale Towers doorbracht, zou Nell nooit vergeten. Zij zag er allerliefst uit in haar wit crêpe de chine japon. Het was een tamelijk vervelend oogen blik, toen zij den salon binnen kwamen, en lancaster verklaarde, dat zijn pupil niet goed genoeg was om te komen. Maar geluk kig was Geoffrey dicht bij haar. „Ik ben zoo blij, dat jij gekomen bent", fluisterde hij. *En ik denk dat je hier enkele oude beken den zult aantreffen". Nell keek glimlachend rond. „Ik zie meneer Hume en zijn vriend", zei ze, snaar o, wie is dat meisje in wit en groen?" „Zij is een oude kennis van ons", verklaar de Geoffrey, „maar ik had er geen idee van dat je Phillida West kende". „Ik heb haar ook maar een keer gezien", zei Nell, terwijl ze haar oogen op het meisje gericht had. „Maar ik heb mij sinds dien tijd afsevraasd Wat zij zich had afgevraagd, heeft ze nooit verteld, want op dat oogenblik zag Phillida haar, en liep glimlachend naar haar toe. „Dag juffrouw Davenant!" riep ze. Toen liet zij haar stem dalen en vroeg: „Kunt u nogal met meneer Lancaster opschieten? En denkt u, dat hij te vertrouwen is?" Phillida was het roodharige meisje, dat in de wachtkamer in Gower Stret had zitten le zen en Nell tegen Lancaster had gewaar schuwd. „Maar wat kwam u daar doen?" vroeg Nell, want Phillida zag er op dat oogenblik stellig niet uit, als een jongedame die haar eigen brood moest verdienen. ,Jk was op ondervinding uit", verklaarde Phillida. „Ik had het in mijn hoofd gezet, om iets nuttigs in de wereld te doen, maar ik kon geen betrekking vinden, die me heele- maal beviel". „Het was een gril van haar", viel Geoffrey die er bij stond, haar in de rede. „Zij wilde iets vreemds en origineels doen. Maar het is aardig dat jullie beiden elkaar ontmoet hebt". Hij zei niet waarom, en er was geen tijd om het verder uit te leggen, want er ontstond op dat oogenblik een algemene beweging om aan tafel te gaan en Nell bevond zich in ge zelschap van Claude Meynell. „Dus hebben we elkaar toch weer ont moet?" begon de jongeman. „Het spijt me, dat ik niet weg kon komen", zei Nell kortaf. „Ik had meneer Hume graag willen spreken, maar dat kan ik hier niet goed doen". Cyril Lancaster stond juist voor hen, en Nell was bang dat hij iets zou kunnen hooren. „We zullen na het diner tijd hebben", sprak bij, „Ik zal u meenemen naar de serre, dan kunnen we met elkaar praten zonder dat we bang hoeven te zijn, afgeluisterd te worden. Ik vrees, dat Hume zeer teleurge steld is, hij verwachtte juffrouw Valery van avond hier te zien". „Het is allemaal veinzerij van Lancaster", verklaarde Nell, „om de menschen te doen gelooven, dat Claire volkomen vrij is. Maar nu moeten wij niet spreken! Ik weet zeker, dat Lancaster mij in de gaten houdt." Nog voor het diner was afgeloopen, ston den zij op den allerbesten voet met elkaar, en lachten en praatten te zamen. Maar één ding kon Nell niet nalaten hem te vragen, hoewel ze bang was om afgeluisterd te worden. „Vertelt u me eens", verzocht zij. „Weet u iets van den hertog van Cheselden af?" „Ja, ik weet een heeleboel van hem, maar ik heb hem nog nooit ontmoet". „Ik geloof ik, ook niet, tenminste ik kan het mij niet meer herinneren, maar Geof frey vertelt dat hij mij en juffrouw Valery schijnt te kennen, en dat begrijp ik ni*t. Weet u misschien hoe dat in elkaar zit? vroeg Nell. „Ja", antwoordde hij ernstig, „dat weet ik. Maar het is geen geheim waarover u zich zorgen hoeft te maken". „Wat is dan de naam van den hertog?" Hij antwoordde haar zonder te aarzelen. „Zijn achternaam is dezelfde als de mijne - Meynell. Wat zijn voornaam betreft, heeft hij er zooveel, dat ik niet denk. dat ik ze alle maal kan opnoemen, maar ik weet dat één van zijn namen John is". „John Meynell", mompelde Nell. Toen schudde zij het hoofd. .Neen, ik ken niemand van dien naam". Misschien zult u het begrijpen, als u hem ziet". Hierna spraken zij over onverschillige on derwerpen en Nell was verwonderd toen haar gastvrouw het teeken gaf om van tafel te gaan. Nog nooit had een diner'bje haar zoo kort toegeschenen. Toen de heeren uit de eetkamer kwamen, liepen Claude en Nell naar de serre, waar zij in een afgezonderd hoekje tusschen de pal men plaats namen. „Ik heb met Hume afgesproken dat hij zoo hier komt", begon hij. „Het Is hier een aardig plekje, vindt u niet?" „Het is hier heerlijk rustig", vond Nell. „Het heeft hier wel iets van den (winter tuin op Cheselden. Het is een historisch land goed, weet u. Er komen veel menschen om naar de schilderijen en zoo meer te kijken". „Ja, ik heb er heel veel over gehoord, van mijn vader". „U moet eens komen kijken als het voor het publiek gesloten is", noodigöe Claude op zoo'n zelfverzekerden toon, dat Nell hem ver rast aankeek. Zij dacht dat hij den hertog heel goed moest kennen, hoewel hij beweer de dat hij hem nooit ontmoet had. „Mis schien voert hij in zijn functie van secretaris correspondentie met hem", dacht zij. Maar op dat oogenblik verscheen Everard Hume ten tooneele. „Ik vrees, dat we hier niet al te lang kun nen blijven", zei hij, „want enkelen praten al over weggaan". „Neen. hernam Nell, „het zou ook niet wenschelijk zijn, als meneer Lancaster mij hier met u aantrof. Als u een boodschap af een brief voor Claire hebt, geef hem mij dan dadelijk. Ik kon u niet te spreken krijgen, omdat zij mij verhinderden de laan in te gaan na uw bezoek op Moat House, Door de tuindeur kan ik ook niet meer wegkomen. De sleutel is verdwenen". „Dat is jammer" merkte Everard op. „We zijn een paar maal aan den anderen kant geweest". „Ik wil u waarschuwen, dat u zich niet door Lancaster's vriendelijkheid laat beet nemen Ik ben eer van overtuigd dat hij u aan het lijntje houdt, en dat u geen stap verder zult komen als u zijn beloften gelooft r— totdat het te laat ls". „Te laat!" riep Everard verschrikt. „Wat bedoelt u?" „Ik weet het niet", antwoordde Nell, „ik voel alleen dat er iets dreigends in de lucht hangt. Claire was gisteren zoo goed, dat ik werkelijk verwachtte dat zij vanavond met gen werd zij wakker met de oude symptomen, ons mee zou kunnen gaan. Maar varsmor- ze kreunde alsof zij hevige pijnen had. Ik ge loof dat Lancaster haar iets ingeeft", voeg de ze er fluisterend aan toe. Ni eve deugd", riep hij, „als dat mocht blij ken, zal hij er voor boeten!" „Hoe het ook zij", mengde Claude zich in 't gesprek, „het is wenschelijk, dat wij Juf frouw Valery uit dat huls krijgen. Veronder stel", ging hij voort, terwijl hij zich tot Nell wendde, „dat u door de tuindeur kunt ont snappen, is er dan een huis hier ln de buurt, waar u tijdelijk naar toe kunt gaan? Zou Lady Langdale u beiden bijvoorbeeld niet opnemen?" „Ik ben bang van niet", verklaarde NeH. ,Jk zou het tenminste vervelend vinden, als ik haar in vertrouwen moest nemen". „Dan zal ik u een goeden raad geven", her nam Claude. „Gaat u naar Cheselden Partch* „Cheselden Park! Ik kan toch niet naar een vreemd huis gaan?" i IWoedt vervolad).»» Onze landgenoot de heer A. J. van Hengel, die als inzittende van het Woensdagavond nabij Schiphol ver ongelukte Oostenrijksche sportvliegtuig, om het leven is gekomen Hei verongelukte Oostenrijksche sportvliegtuig „Miles Falcon", dat Woensdagavond bi] het landen nabij Schiphol neerstortte, waarbij de beide inzittenden om het leven kwamen Koning Edward VIII heeft voor het eerst sinds zijn troonsbestijging een bezoek gebracht aan het graaf schap Cornwall, waarbij de pachters in de gelegen heid waren hun leenheer te begroeten De onlusten in Palestina. Politietroepen bewaken een moskee te Jerusalem tijdens een bijeenkomst van Arabieren De nieuwbenoemde burgemeester van Ambt-Hardenberg, de heer G. Oprei, is Woensdag als zoodanig geïnstalleerd, waarbij den burgemeester en echtge- noote door de schoolkinderen een zanghulde werd gebracht De mooie Veluwerand van het landgoed Belmonte zal, na Het personeel van een der Parijsche etablissementen is het buitengoed door de stichting „Het Geldersch Landschap" m staking gegaan. - Een nachtelijk tafreeltje in het is aangekocht, behooden bh/ven restaurant

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 9