H.D.*
De zonsverduistering van 19 Juni.
VERTELLING
ECHTE WALES ANTHRACIET
^touw stUutfi.
DO V DERDAG 18 JDNI 1936
HAAREÈM'S D A G B E A D
Van 4 uur 40 tot 6 uur 22 in den vroegen morgen,
De talrijkheid van kosmische lichamen, die
rond het lichtgevende centrum de Zon in een
zeker tijdsverloop nagenoeg cirkelvormige
banen beschrijven, schept in ons Planetenstel
sel de mogelijkheid van z.g. verduisteringen.
Deze mogelijkheid vergroot zich door de om
standigheid, dat de denkbeeldige vlakken
waarin de planeten zich bewegen, slechts
weinig met elkaar in helling verschillen. In
den kring van binnenplaneten zijn die ver
duisteringen voor ons van het meeste belang:
de z.g. overgangen van de planeten Mercurius
en Venus zijn in wezen verduisteringen van de
Zon. doordat één van deze lichamen in den
lichtweg ZonAarde treedt. Deze verduiste
ringen zijn veel minder bekend dan de Zon
en Maaneclipsen, doordat de zonneschijf geen
merkbare lichtvermindering ondergaat.
De onverduisterde zon door een grooten kijker
gezien. De besproken vlekken zijn duidelijk
zichtbaar; ook valt er een afname In licht
sterkte naar den zonsrand waar te nemen. De
verticale lijn in het beeld is er kunstmatig
ingebracht.
De relatieve positie van Zon, Aarde en Maan
geeft voor ons aardbewoners van tijd tot tijd
aanleiding tot een meer bijzonder schouwspel
van verduistering. Hoewel de Maansbaan haar
middelpunt heeft in de Aarde en dus pas in
direct met de Aarde een beweging om de Zon
maakt, wordt een verduistering mogelijk ge
maakt door het feit. dat ook het vlak van de
Maansbaan slechts een geringe helling heeft
ten opzichte van het vlak van de Aardbaan. Een
tweetal soorten van verduistering zijn door
deze bijzondere beweging van de Maan te on
derscheiden en wel: Maansverduistering en
Zonsverduistering. Bij een Maansverduiste
ring treedt de «Aarde in den lichtweg Zon
Maan en bij een Zonsverduistering treedt, de
Maan in den lichtstralengang ZonAarde. Aan
het laatste willen we, in verband met de eclips
van Vrijdag a.s., eenige aandacht besteden.
Een Zonsverduistering zou misschien nim
mer zoo'n belangrijke plaats in ons dagelijksch
leven hebben Ingenomen, ware de hoek, waar
onder wij de Maan aan den hemel zien, niet
practisch even groot als de hoek, waaronder
wi.j de Zon aan den hemel waarnemen. In
werkelijkheid heeft de Zon een doorsnede,
die 400 x grooter is dan die van de Maan. Be
denken we echter, dat de Zon op een 400 x
grooteren afstand wordt gezien dan de Maan
vanaf onze standplaats de Aarde, dan is het
verklaarbaar, dat Zon en Maan elkaar aan
den hemel geheel kunnen bedekken. Voor het
feit, dat dit juist zoo uitkomt, zal men geen
verklaring kunnen geven; het is een toevallig
heid en tegelijk een bijzonderheid in de schep
ping van ons Zonnestelsel.
Vrijdag treedt dus de Maan in den licht
bundel, die ons van de Zon op de Aarde be
reikt en een gedeelte van de Aarde zal verduis
terd worden. Zij. die zich in de nachtzijde van
de Aarde bevinden, zullen niets van de ver
duistering bemerken. Voor hen is het avond of
nacht. Komen zij door de draaiing van de
Aarde langzamerhand in het zonnelicht, wordt
het dus morgen voor hen, dan is de Maan
reeds geheel of gedeeltelijk uit den lichtweg
naar de Aarde getreden. Verder verduistert de
schaduwkegel van de Maan ook niet het ge-
heele daggedeelte van de Aarde; er valt slechts
een smalle strook op onzen aardbol af te tee
kenen. waar langs de meest intense zwartheid
van de verduistering zich zal voortbewegen.
Die strook vangt aan in het midden van de
Middellandsche Zee, loopt over Zuid-Grieken
land. Turkije, Rusland. Siberië, vervolgt zijn
weg over het noordelijkste eiland van Japan,
Hokkaido (alwaar een Engelsche expeditie
zetelt) en eindigt in de Stille Zuidzee.
De z.g. totale verduistering zullen we in ons
land niet kunnen waarnemen; we zien de Zon
slechts voor iets meer dan de helft door de
Maan bedekt en deze bedekking geschiedt in
den vroegen morgen. De verduistering vangt
even voor zonsopgang om ongeveer 4.40 u. aan
en eindigt circa 6.22 u. De grootste phase is
om 5.35 u. In Indië, Australië, het grootste ge
deelte van Afrika en in Zuid-Amerika zal men
niets van een Zonsverduistering bemerken.
De uitzending van vele expedities naar het
terrein van de totale verduistering maakt het
zonder meer begrijpelijk, dat een zon-eclips
ook nog een andere waarde heeft dan ons
alleen een natuurschouwspel van onbekenden
omvang en pracht te laten aanschouwen. On
ze Zon, die we als een ster hébben leeren
kennen, onder alle andere sterren, biedt den
astronoom en den natuurkundige tal van in
teressante problemen, zij laten zich wegens
haar dichtbijzijn tot de Aarde met betrekking
tot de <?verige sterren, beter bestudeeren dan
bij de overige sterren, wier licht ons zeer ver
zwakt in de telescopen bereikt. Speciale
zonne-observatoria hebben tot taak van dag
tot dag de Zon te bestudeeren. fotografische
opnamen van haar oppervlak te maken en
haar licht te ontleden in z.g. spectografen om
de gedragingen der diverse elementen in
gasvormigen toestand na te gaan. Dat deze
gedragingen wel zeer bijzonder moeten zijn.
valt reeds oppervlakkig te constateeren uit
de mededeeling. dat de oppervlakte-tempera
tuur van de Zon 6000 gr. bedraagt. De tempe
ratuur in het allerinwendigste gedeelte be
draagt een 50 millioen graden. De dichtheid
van het gas is daar 75 maal grooter dan van
water. De oppervlakte van de zonneschijf
toont bij beschouwing door den kijker nog
een aantal vlekken, die met den tijd van vorm
veranderen, en dan weer eens in geringere en
dan weer in sterkere mate voorkomen. Zij
zijn door hun donkere gedaante goed zicht
baar en vertoonen inwendige bewegingen, die
verraden, dat de gasmassa's in de Zon sterk
in beroering zijn en uitbarstingen veroorzaken
paar de zonsoppervlakte.
Het is begrijpelijk, dat de gasmassa's van
de Zon zich niet laten opsluiten in een bol
met een scherp getrokken grens. De gasmassa
zal niet plotseling ophouden zich verder in de
wereldruimte uit te breiden; er zal een zeer
fijn verloop van gasdruk naar buiten toe
zijn. die ver van de Zon weg een zeer lage
waarde bereikt. Dat we de Zon aan den hemel
wel als een bol zien met een scherp getrokken
grens, is te wijten aan de groote hoeveelheid
licht van de zonneschijf zelf, die ons ver
blindt en tegelijkertijd belet het zwakke licht
van de zonne-omgeving te zien. Deze zonne-
corona wordt in haar geheele gedaante waar
neembaar tijdens een totale zonsverduiste
ring. Wanneer de Maan zich langzaam voor
de Zon schuift en steeds meer licht aan ons
oog onttrekt, komt het oogenblik nader, dat
de korte tijd van de totale verduistering (4
minuten) zal aanbreken. Plotseling is het
landschap geheel donker geworden, langs den
horizon zien we een oranje-gelig licht en om
de verduisterde Zon strekt zich een soort
lichtaureool uit, van paarlmoergrijze kleur
Het is de corona. Direct om de zon is een dun
ne roodachtige lichtcirkel waarneembaar; met
den telescoop zien we in dezen zoom lichte
wolkjes van allerlei vorm; we beschouwen
hier de chromosfeer van de Zon en de pro tar
buransen. Deze laatsten zijn gasmassa's die
van af den zonnerand met groote snelheid in
den chromosfeer bewegen ën daarbij allerlei
vormen aannemen. Van de chromosfeer en
van de corona worden tijdens een eclips
veelal de meeste opnamen gemaakt, hetzij
op directe wijze met sterk vergrootende ca
mera's of met behulp van glazen prisma's en
buigingsroosters om "het licht in diverse kleu
ren te ontleden.
Opmerkelijk is het nog dat de corona bij
verschillende verduisteringen ook verschil
lende vormen heeft. Deze vorm hangt nauw
samen met de hoeveelheid zonnevlekken en
protuberansen op de Zon. Vertoonen deze
laatsten een maximum in aantal, dan is de
corona óp zijn grootst en heeft zij uitloopers
naar alle richtingen. Is er een minimum in de
z.g. 11-jarige zonnevlekkenperiode. dan ver
dwijnen de uitloopers in alle richtingen en
treden slechts in een zekere positie op. Tij
dens de verduistering bestudeert men ook be
paalde electrische- en magnetische verschijn-
selen op Aarde, die met de verduistering en
met het aantal Zonnevlekken verband kun
nen hebben.
De Nederlandsche expeditie, bestaande
uit drie jonge Leidsche astronomen*, heeft een
speciaal programma voor de Zonsverduis
tering af te werken. Hun doel is de veran
deringen in de lichtsterkte van den zonsrand
tijdens het proces van de verduistering vast
te leggen, zoowel door middel van meegeno-
De maanschijf heeft zich voor de zon gescho
ven; de eclips is hier totaal. De corona strekt
zich hier vrij gelijkmatig in de ruimte uit.
Rechts onder in de foto ziet "men een tweetal
protuberansen.
flflllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
imiMMMI
In een minuut van
levensgevaar.
door E. JepsenFage.
De nachtsneltrein vloog donderend door de
duisternis. Rombombom, rombombom, ryth-
misch slingerend, ijlden de spoorwagens voort.
De heer Kassei, directeur van de Berlijnsche
Groothandel-Bank wilde gaarne wat slapen.
Hij had er behoefte aan zijn leden wat uit te
strekken, doch er was geen ruimte voor. Hij
had plaats genomen in een coupé waarvan hij
vermoedde, dat hij daarin tot het eind zijner
reis alleen zou blijven, maar reeds voor de
trein zich in beweging zette, was het compar
timent gevuld met reizigers. Die medepassa
giers. allen heeren.' waren langzamerhand in
geslapen, zooals hij zelf zoo graag ingedut zou
zijn. Maar hij kon niet; hij voelde zich hij
kon zich geen rekenschap geven van de oor
zaak bepaald angstig. En dan zoo nauw te
zitten, was hem onaangenaam, werkte op zijn
zenuwen. Het belemmerde hem in zijn bewe
gingen. Hij kón niet langer zoo benauwd zit
ten. Kort besloten stond hij op, ging den corri
dor in, en liep den trein door.
In een wagon, meer naar voren, vond hij
een tweedeklasse-coupé, die geheel onbezet
was. Hij ging er binnen, deponeerde de wei
nige dingen, welke hij bij zich had op een
bank, nam plaats in een der beide verste hoe
ken en trachtte te slapen.
Maar het ging niet.
Zijn gedachten lieten hem niet tot rust ko
men. Vroeger, toen hij in dén oorlog was, kon
hij slapen waar en wanneer hij wilde. Een
kort bevel uit zijn brein, en bijna onmiddellijk
sloten zich zijn oogen. kwamen zijn zenuwen
tot rust en vonden zijn ledematen ontspan
ning.
Zijn tegenwoordige functie, welke hem dage
lijks naar de Beurs riep. vergde voortdurend
concentratie zijner gedachten, wilskracht en
Een zomersche versnapering een
klein, geglaceerd vruchtje, met den ge-
concentreerden smaak van de rijpe
vrucht. PEL verza
melde alle heerlijke
vruchten voor U
per ons verkrijgbaar
vanaf 20 cent en in
mooie „cadeau-doo-
z'en vanaf 30 cent.
(Adv. Ingez. Med.)
men cinematografische camera's als door
middel van een z.g. foto-electrische cel, die
automatisch de ontvangen lichtveranderin
gen zal opteekenen. Hun instrumentarium is
vergeleken bij dat van vele andere buiten-
landsche expeditie's eenvoudig en het is van
harte te hoopen, dat de betiuste vier minuten
waarvoor zooveel tijd en moeite werd gege
ven, onder helderen hemel voorbij zullen
gaan.
De Russen hebben vele expedities uitgerust;
zij zullen tevens met vliegtuigen en ballons
opstijgen om eventueel boven een dicht wol
kendek de noodige opnamen te verrichten. We
wachten met spanning op de resultaten, die
de verschillende astronomen, in het- bijzon
der de Nederlandsche, huiswaarts zullen
brengen.
H. K. Jr.
HET ORGEL DER ST. BAVO.
De heer J. A. van Beelen te IJmuiden ver
vaardigde van het orgel der St. Bavo een
fraaie olieverfschilderij, die ter gelegenheid
van de 200-jarige herdenking is geplaatst in
de étalage van boekhandel „Veko", Zijlstraat
no. 98.
JAARVERGADERING VAN „ONZE VLOOT"
Woensdagmiddag heeft de afdeeling Haar
lem en Omstreken der Kon. Ned. Vereeni-
ging „Onze Vloot" in hotel Lion d'Or haar
jaarlijksche algemeene vergadering gehouden
De voorzitter de heer L. J. van Rossum
opende de vergadering. In enkele welgekozen
woorden herdacht hij het overlijden van den
oud-voorzitter jhr. O. van Lennep.
Na de jaarverslagen kwam men tot ver
kiezing van drie bestuursleden wegens perio
diek aftreden. De heeren mr. J. N. J. E. Heer-
kens Thijssen, J. Lucassen en L. van den
Bosch werden bij acclamatie herkozen, even
als het dagelijksch bestuur.
De functie van tijdelijk penningmeester van
den heer Van den Bosch werd gewijzigd in
die van penningmeester.
Als afgevaardigde naar de algemeene ver
gadering der Vereeniging werd aangewezen
de heer J. Lucassen en tot diens plaatsver
vanger de heer Beekman.
Na de rondvraag, waarbij nog ter sprake
kwam de mogelijkheid te trachten marine
deskundigen in de Staten-Generaal te krij
gen, werd de vergadering gesloten.
LAAGSTE ZOMERPRIJZEN
W O.a. a J_ 2.10 ~m
WITTOP KONING
HARMENJANSWEG 67 a TELEF. 16100
m- GELDIG TOT 1 JULI.
(Adv. Ingez. Med.)
beheersching zijner zenuwen, die hem niet de
baas mochten worden.
Hij dwong zichzelf tot slapen, legde zijn
hoofd tegen het hoofdkussen en ademde re
gelmatig.
Zoo zat hij daar een wijle. Het scheen dat
de cadans van den voortsnellenden trein, toch
een rustige uitwerking op hem had, hem kal
meerde en deed insluimeren.
Daar drongen door het gedruisch van wie
len en wagen, woorden tot zijn ooren door.
Heel zacht, maar hij hoorde ze zeer duidelijk:
„Neemt U in acht!"
Zonderling klonken deze woorden door de
eenzaamheid van den coupé. Waar kwamen ze
vandaan?
Hij schakelde het licht in. Er was niemand.
Hij ging naar het gangvenster en keek dén
corridor in. Niemand te zien.
Hij zette zich weer in zijn hoekplaats en
probeerde opnieuw zijn zichtbaar trillende
zenuwen tot rust te brengen. Maar wederom
klonken zacht de woorden; „Neemt U in
acht!'
Het scheen alsof de stem uit de kussens
kwam, maar dat kon immers niet. Was er
misschien iemand in den naasten coupé?
Neen, ook dat niet, hij had duidelijk gezien,
dat beide compartimenten leeg waren toen
hij, slechts enkele minuten geleden hier bin
nentrad.
De lucht werd verstikkend en zwoel in den
coupé. Hij stond op en liet het portierraam
zakken, om er zoover mogelijk uit te leunen.
Hoe verkwikkend was de nachtlucht. Koud
streek zij hem door het haar, hetgeen zijn
hoofd verfrischte. Met welbehagen luisterde
hij naar het suizen van den wind, terwijl hij
naar de vonken van de locomotief keek, die
door de duisternis jachtten.
Plotseling voelde hij iets kouds in zijn nek,
en voor hij kon nagaan wat het was, hoorde
hij de op scherpen toon gesproken woorden:
„Handen omhoog!"
Instinctief het gevaar begrijpende, dat hem
dreigde, volgde hij terstond het bevel op.
„Houd Uw handen in de hoogte en draai
U om!"
Ook dit bevel kwam hij willoos na en blikte
dan in een paar dreigende oogen, die hem
hard. uit een met een zakdoek onkenbaar ge
maakt gelaat aankeken.
Op hetzelfde oogenblik herinnerde hij zich
de woorden, welke de geheimzinnige stem
hem had toegefluisterd, ofschoon hij begreep.
Verbreeding der Raaks.
Onteigening van een perceel.
Bij raadsbesluit van 11 Maart 1936 is voor-
loopig goedgekeurd het plan tot onteigening
ten name van de gemeente Haarlem, in het
belang van de volkshuisvesting, van het per
ceel aan de zuidzijde van de Raaks, kadas
traal bekend gemeente Haarlem sectie C no.
2210. groot 48 c.A. Dit houdt verband met
het feit, dat genoemd perceel aan de gemeen
te in eigendom dient over te gaan, ten einde
de Raaks daar ter plaatse te kunnen verbree-
den op de wijze, zooals is aangegeven op de
mede bij gemeld raadsbesluit behoorende tee-
kening, gemerkt II.
Overeenkomstig het bepaalde bij art. 80 der
Onteigeningswet heeft het bij het zooevenbe-
doeld raadsbesluit voorloopig goedgekeurd
plan met de daarbij behoorende bescheiden
gedurende 30 dagen voor een ieder ter inzage
gelegen. Een bezwaarschrift is niet ingeko
men. In verband daarmede kan tirans door
den Raad worden besloten tot. onteigening ten
name van de gemeente Haarlem van het per
ceel sectie C no. 2210.
Ten einde te bevorderen, dat de Raaks zoo
spoedig mogelijk ter plaatse op de vereischte
breedte wordt gebracht, stellen B. en W. voor,
in de onteigeningsprocedure, het feitelijk in
het bezit stellen van de gemeente van gemeld
kadastraal perceel (overeenkomstig de bepa
lingen in art. 54, a, en volgende der Ont
eigeningswet) te vorderen.
Haarlem Zuid-West.
De verbinding LorentzkadeOosterduinweg.
Het komt B. en W. gewenscht voor om de
Slangenkruidlaan thans reeds geheel aan te
leggen voor het verkrijgen van een behoor
lijke verbinding tusschen de Lorentzkade en
den Oosterduinweg. De voor dezen aanleg be
stemde grond, met uitzondering van het noor
delijk gedeelte van de Slangenkruidlaan nabij
den Oosterduinweg, is eigendom der gemeen
te. Het is mogelijk, dat het zooeven bedoeld
gedeelte niet binnen afzienbaren tijd aan de
gemeente in eigendom zal overgaan.
Ten einde het toch mogelijk te maken, dat
de Slangenkruidlaan over de volle breedte
wordt aangelegd, heeft de Naamlooze Vennoot
schap Bouw- en Exploitatie Maatschappij
Lageduinbebouwing, alhier,- zich bereid ver
klaard kosteloos en om niet, met de bestem
ming van openbaren weg, aan de gemeente
in eigendom over te dragen, een gedeelte grond
gelegen aan de zuidzijde van de Slangenkruid
laan nabij den Oosterduinweg, ter oppervlak
te van pl.m. 100 M2. Na overdracht van dit
gedeelte aan de gemeente zal het mogelijk zijn
om meergenoemde laan geheel aan te leggen
Het ontworpen-plantsoen nabij den Oosterduin
weg zal t.z.t. aan de Zuidzijde een verbreeding
verkrijgen.
Het komt B. en W. gewenscht voor het vo-
rénomschreven gedeelte grond met de aan
gegeven bestemming in eigendom te aan
vaarden.
Het Kinder-kompas.
We ontvingen een proefnummer van het
maandblad „Het Kinder-kompas", uitgege
ven door de Nationale Levensverzekering-
Bank N.V. te Rotterdam. Het is bestemd voor
de 5- tot 8-jarige kinderen van haar verze
kerden. Het boekje ziet er met zijn frisschen
omslag keurig verzorgd uit. Het bevat pae-
dagogische verhaaltjes en aardige gedichtjes,
die geestig geillustreerd zijn Het boekje, dat
met een duidelijk leesbare letter gedrukt is,
zal stellig zijn weg wel vinden.
VEREENIGING VOOR NIJVERHEIDS
ONDERWIJS.
Wegens periodieke aftreding van het raads
lid den heer M. Meyers is een vacature ont
staan in het Bestuur der Vereeniging voor Nij
verheidsonderwijs alhier.
De heer Meyers is herkiesbaar.
In de raadszitting van a.s. Woensdag zal in
deze vacature voorzien worden.
OPWEKKING VERKOOP ZOMER-
POSTZEGELS
Naar wij vernemen zal Mr. Dr. S. de Vries
Czn., Oud-Minister van Financiën, Donder
dag 25 Juni a.s. van 9.50—10.00 uur n.m. voor
de mi'crofoon van de N. C. R. V. een woord
van aanbeveling voor den verkoop der Zomer-
postzegels spreken.
II111II1II1III1III1II111IIII11III1I1I11II1IIIII11IIIIIIIIM
IIIÜIIIIIIIII
dat het nu weinig doel meer had zich in acht
te nemen.
„Neem met de linkerhand Uw portefeuille
uit den borstzak!" beval de misdadige be
zoeker.
„Ik heb geen contant geld bij mij. Als U
misschien een chèque wilt hebben, hoe groot
moet die dan zijn?"
De booswicht glimlachte even.
„Maak nu geen gekheid. U weet even goed
als ik, dat ik geen chèque kan gebruiken.
„Neemt U dan, alstublieft, zelf mijn porte
feuille maar".
Neen een lafaard was de heer Kassei niet.
Hij had in zijn leven dikwijls genoeg voor heete
vuren gestaan. Tijd inwnen, dacht hij. Maar 't
was diep in den nacht, en dan bleef iedereen
stil sluimeren; er kwam geen mensch uit zijn
coupé. De conducteur kwam pas nadat het
volgende station gepasseerd zou zijn en dat
duurde nog wel 'n half uur.
„Zoek nu maar niet naar uitvluchten",
voegde de booswicht hem toe. „Kom'n
beetje vlug!"
De heer'Kassei zag, dat de man in zijn lin
kerhand een korte gummistok had. Bliksem
snel vroeg hij zich af: „En al geef ik hem nu
mijn geld, zou hij dan toch niet van zijn re
volver gebruik maken?" Mogelijk was het
zéker. Niemand zou het schot hooren, daar
voor maakte de trein teveel lawaai.
Langzaam liet hij zijn hand in zijn borst
zak glijden.
Opmerkzaam volgde de misdadiger zijn be
wegingen.
Plotseling wendde de heer Kassei zijn oogen
naar het raam, waardoor men in den corri
dor kon zien. Hij knikte even en een bijna
onmerkbaar lachje gaf aan zijn gelaat een
spotachtige uitdrukking.
De booswicht bemerkte dat gebaar en dat
lachje, giste het gevaar, dat op komst moest
zijn en draaide even zijn hoofd om, naar het
corridorraam, om te zien wie daar was.
Op dit oogenblik pakte de heer Kassei den
arm van den dief beet in welks hand hij zijn
revolver had. Een heftige slag en het wapen
was in de zijne. Hij was gered.
„En wie was dat eigenlijk", vroeg de rechter
bij de berechting der poging tot berooving
onder bedreiging met een vuurwapen, „die U
destijds te hulp kwam?"
De heer Kassei glimlachte.
„Niemand", antwoordde hij. „Het was maar I
een truc, die ik in die minuut van levens
gevaar bedacht had".
Spreken is zilver
en zwijgen is goud.
Spreken is zilver en zwijgen is goud
hmdat is alweer zoo'n gezegde dat een
uitvinding is van de Heeren der Schepping
die daarmede bedoelen dat wij zullen zwijgen
als zij spreken!!!
De gedichten en ballades over Helden (ge
maakt door andere Helden) zijn ontelbaar,
maar waar zijn de ballades over stille Hel
dinnen?
Wie bezingt de Vrouw-die-zwijgt?
(Wij vernemen uit betrouwbare bron dat er
inderdaad vrouwen-die-zwijgen voorkomen
hier en daar).
Waar is de ballade die tot onderwerp heeft
de vrouw die hunkert naar een woord van lief
de en die het stellen moet met uitingen als:
'tüürlijk hou ik van je anders had ik je
toch niet getrouwd e.d.
Waar is de ode aan de Huisvrouw die dag
aan dag tevergeefs wacht op een enkel woord
van lof en spontane bewondering, een kleine
aanmoediging een uiting van erkentelijk
heid?
Helaas helaas waar is de fanfare voor de
vrouw van den man die zich in een ondoor
dringbaar zwygen hult omdat hij;
a. zijn gedachten niet behoorlijk onder
woorden vermag te brengen.
b. of omdat zijn gedachten elders ver
toeven.
c. of omdat hij doodgewoon niets te ver
tellen heeft!
Is spreken heusch inderdaad zooveel minder
aan te bevelen dan zwijgen?
Is zwijgen werkelijk zooveel beter, doeltref
fender, heilzamer, veiliger en verkieselijker
onder alle omstandigheden?
Och weineen, dat is het heelemaal niet!
Verkieselijk is zwijgen soms en veiliger is het
meestal, maar doeltreffender-onder-alle-om-
standigheden is het nooit!
Lezer behoort gij tot de brigade van Hen die
Lijden in Stilte of zijt gij gewend min of meer
luidruchtig te lijden?
Laten wij u eerst eens duidelijk maken wat
wij bedoelen.
Een voorbeeld:
De heer A. is een Droomer (Hoofdletter s.v.p.
zetter!)
Zoo maar zoo'n gewone droomer zonder
hoofdletter dat is eigenlijk zoo'n beetje 'n
slaapkop, 'n sufferd maar 'n droomer met 'n
Hoofdletter ha! dat is gansch iets anders! Dat
is ver en vreemd en onwezenlijk en omstraald
van romantiek.en ijle geneugten.
Dat is iets uitmiddelpuntigs, hoog verheven
boven het dagelijksch getob van ons gewone
stervelingen.
De heer A. was een Droomer en wat kan
men van een echten onvervalschten wasch-
echten Droomer meer verwachten dan dat hij
zich ieder oogenblik met hartstocht overgeeft
aan zijn Droomen?
De heer A. deed zulks.
Daardoor kwam het dat het geluid van den
stofzuiger mitsgaders andere zenuwsloopende
en stemming ontwijdende geluiden hem helsch
maakten.
Ging de heer A. te keer als een wildeman?
Neen de heer A. was een bezadigd mensch.
Hij zweeg en duldde en leed in stilte.
Aldus doende vergde hij veel van zijn uit
houdingsvermogen.
Lezer wij sparen u enkele stadia en vermel
den slechts het droevig slot: de heer A. werd
een vroegoud, verbitterd, prikkelbaar man met
een humeur als een opstandige zebra en een
waardeeringsvermogen dat voor de rest van
zijn leven defect was.
De heer A. voelt zich een held en is toch
niets anders dan een onhandige sukkel die
zijn ergernis niet onder woorden kan of durft
brengen.
Een ander voorbeeld: juffrouw B. ergert zich
groen en geel aan sommige kleine hebbelijk
heden van haar aanstaande.
Zij zegt niets.
Zij Lijdt in Stilte.
Zij is zich duidelijk bewust van een steeds
groeiend aureool van onzelfzuchtigheid en
lankmoedigheid.
Zij draagt en verdraagt.
Is dat niet schoon? Is dat niet hartverhef
fend en edelmoedig?
Néén dat is het heelemaal niet, want en
passant doet zij ook nog iets anders: zij is druk
bezig een staag groeiende wrok aan te kwee
ken, een wrok die op een kwaden dag in het
verre verschiet zal oprijzen als een onontkoom
bare klip uit een zee van kleine opgekropte
ergernissen en teleurstellingen en het zal op
die klip zijn dat haar toekomstig huwelijk zal
stranden.
Al diegenen die lijden in stitle onder een
zelf gekozen martelaarskroon zij zwijgen: ver
beten; verbitterd; verongelijkt; verkniesd;
verknepen; verontwaardigd; verscheurd; ver
schrikt; verstokt; verstolen; verstijfd; ver
stikt; verstoord; verwonderd of verwezen al
naar hun aanleg is.
Is dit aanbevelenswaardig? Is dit verkieslijk
of zelfs maar toelaatbaar?
Neen neen néén!!!
Het aankweeken van een groeiende verbit
tering het oogluikend toelaten van een ver
wijdering, het noodelooze, nuttelooze en scha
delijke vrijwillig martelaarsschap uit laksheid
en gemakzucht, uit stuntelige onhandigheid
en gebrek aan initiatief is ten eenen male af
te lTeuren.
Laat anderen uw bewondering en hulde niet
slechts vermoeden maar spreek ze uit! Laat
anderen uw afkeuring en blaam niet alleen
bevroeden maar geef ze voor wat ze waard
zijn!
Slachtoffers aller gezindten vereenigt U!
Oefent U in het uiten! Maakt van Uw hart
geen moordkuil.
Stamelt, stottert, bralt, brult, brabbelt, blub
bert, blundert, bauwt of bazelt het kprnt er
niet op aan hoe gij het doet maar spréékt!
Want er zijn 1001 gelegenheden dat spreken
;oud en zwijgen zilver is!
AMY GROSKAMP—TEN HAVE.
REGENTEN ST. ELISABETH'S GASTHUIS
In het College van Regenten van het St. Eli
sabeth's- of Groote Gasthuis zullen op 31 Juli
a.s. een tweetal vacatures ontstaan wegens pe
riodieke aftreding van Mevr. Mr E. A. J. Schel-
tema—Conradi en den heer H. J. L. Klein
Schiphorst. De aftredenden hebben in dat
college geen zitting in hun kwaliteit als raads
lid.
B. en W. hebben om in deze vacatures te
voorzien de volgende aanbevelingen aan den
raad gezonden:
a. Vacature-Mevr. Mr. E. A. J. Scheltema—
Conradi: 1. Mevr. Mr. E. A. J. Scheltema-Con-
radi, 2. Mr. C. Blankevoort.
b. Vacature-H. J. L. Klein Schiphorst: 1. H.
J. L. Klein Schiphorst, 2. Mr. Dr. F. A. Bijvoet