H.D.* De zonsverduistering van 19 Juni. VERTELLING ECHTE WALES ANTHRACIET ^touw stUutfi. DO V DERDAG 18 JDNI 1936 HAAREÈM'S D A G B E A D Van 4 uur 40 tot 6 uur 22 in den vroegen morgen, De talrijkheid van kosmische lichamen, die rond het lichtgevende centrum de Zon in een zeker tijdsverloop nagenoeg cirkelvormige banen beschrijven, schept in ons Planetenstel sel de mogelijkheid van z.g. verduisteringen. Deze mogelijkheid vergroot zich door de om standigheid, dat de denkbeeldige vlakken waarin de planeten zich bewegen, slechts weinig met elkaar in helling verschillen. In den kring van binnenplaneten zijn die ver duisteringen voor ons van het meeste belang: de z.g. overgangen van de planeten Mercurius en Venus zijn in wezen verduisteringen van de Zon. doordat één van deze lichamen in den lichtweg ZonAarde treedt. Deze verduiste ringen zijn veel minder bekend dan de Zon en Maaneclipsen, doordat de zonneschijf geen merkbare lichtvermindering ondergaat. De onverduisterde zon door een grooten kijker gezien. De besproken vlekken zijn duidelijk zichtbaar; ook valt er een afname In licht sterkte naar den zonsrand waar te nemen. De verticale lijn in het beeld is er kunstmatig ingebracht. De relatieve positie van Zon, Aarde en Maan geeft voor ons aardbewoners van tijd tot tijd aanleiding tot een meer bijzonder schouwspel van verduistering. Hoewel de Maansbaan haar middelpunt heeft in de Aarde en dus pas in direct met de Aarde een beweging om de Zon maakt, wordt een verduistering mogelijk ge maakt door het feit. dat ook het vlak van de Maansbaan slechts een geringe helling heeft ten opzichte van het vlak van de Aardbaan. Een tweetal soorten van verduistering zijn door deze bijzondere beweging van de Maan te on derscheiden en wel: Maansverduistering en Zonsverduistering. Bij een Maansverduiste ring treedt de «Aarde in den lichtweg Zon Maan en bij een Zonsverduistering treedt, de Maan in den lichtstralengang ZonAarde. Aan het laatste willen we, in verband met de eclips van Vrijdag a.s., eenige aandacht besteden. Een Zonsverduistering zou misschien nim mer zoo'n belangrijke plaats in ons dagelijksch leven hebben Ingenomen, ware de hoek, waar onder wij de Maan aan den hemel zien, niet practisch even groot als de hoek, waaronder wi.j de Zon aan den hemel waarnemen. In werkelijkheid heeft de Zon een doorsnede, die 400 x grooter is dan die van de Maan. Be denken we echter, dat de Zon op een 400 x grooteren afstand wordt gezien dan de Maan vanaf onze standplaats de Aarde, dan is het verklaarbaar, dat Zon en Maan elkaar aan den hemel geheel kunnen bedekken. Voor het feit, dat dit juist zoo uitkomt, zal men geen verklaring kunnen geven; het is een toevallig heid en tegelijk een bijzonderheid in de schep ping van ons Zonnestelsel. Vrijdag treedt dus de Maan in den licht bundel, die ons van de Zon op de Aarde be reikt en een gedeelte van de Aarde zal verduis terd worden. Zij. die zich in de nachtzijde van de Aarde bevinden, zullen niets van de ver duistering bemerken. Voor hen is het avond of nacht. Komen zij door de draaiing van de Aarde langzamerhand in het zonnelicht, wordt het dus morgen voor hen, dan is de Maan reeds geheel of gedeeltelijk uit den lichtweg naar de Aarde getreden. Verder verduistert de schaduwkegel van de Maan ook niet het ge- heele daggedeelte van de Aarde; er valt slechts een smalle strook op onzen aardbol af te tee kenen. waar langs de meest intense zwartheid van de verduistering zich zal voortbewegen. Die strook vangt aan in het midden van de Middellandsche Zee, loopt over Zuid-Grieken land. Turkije, Rusland. Siberië, vervolgt zijn weg over het noordelijkste eiland van Japan, Hokkaido (alwaar een Engelsche expeditie zetelt) en eindigt in de Stille Zuidzee. De z.g. totale verduistering zullen we in ons land niet kunnen waarnemen; we zien de Zon slechts voor iets meer dan de helft door de Maan bedekt en deze bedekking geschiedt in den vroegen morgen. De verduistering vangt even voor zonsopgang om ongeveer 4.40 u. aan en eindigt circa 6.22 u. De grootste phase is om 5.35 u. In Indië, Australië, het grootste ge deelte van Afrika en in Zuid-Amerika zal men niets van een Zonsverduistering bemerken. De uitzending van vele expedities naar het terrein van de totale verduistering maakt het zonder meer begrijpelijk, dat een zon-eclips ook nog een andere waarde heeft dan ons alleen een natuurschouwspel van onbekenden omvang en pracht te laten aanschouwen. On ze Zon, die we als een ster hébben leeren kennen, onder alle andere sterren, biedt den astronoom en den natuurkundige tal van in teressante problemen, zij laten zich wegens haar dichtbijzijn tot de Aarde met betrekking tot de <?verige sterren, beter bestudeeren dan bij de overige sterren, wier licht ons zeer ver zwakt in de telescopen bereikt. Speciale zonne-observatoria hebben tot taak van dag tot dag de Zon te bestudeeren. fotografische opnamen van haar oppervlak te maken en haar licht te ontleden in z.g. spectografen om de gedragingen der diverse elementen in gasvormigen toestand na te gaan. Dat deze gedragingen wel zeer bijzonder moeten zijn. valt reeds oppervlakkig te constateeren uit de mededeeling. dat de oppervlakte-tempera tuur van de Zon 6000 gr. bedraagt. De tempe ratuur in het allerinwendigste gedeelte be draagt een 50 millioen graden. De dichtheid van het gas is daar 75 maal grooter dan van water. De oppervlakte van de zonneschijf toont bij beschouwing door den kijker nog een aantal vlekken, die met den tijd van vorm veranderen, en dan weer eens in geringere en dan weer in sterkere mate voorkomen. Zij zijn door hun donkere gedaante goed zicht baar en vertoonen inwendige bewegingen, die verraden, dat de gasmassa's in de Zon sterk in beroering zijn en uitbarstingen veroorzaken paar de zonsoppervlakte. Het is begrijpelijk, dat de gasmassa's van de Zon zich niet laten opsluiten in een bol met een scherp getrokken grens. De gasmassa zal niet plotseling ophouden zich verder in de wereldruimte uit te breiden; er zal een zeer fijn verloop van gasdruk naar buiten toe zijn. die ver van de Zon weg een zeer lage waarde bereikt. Dat we de Zon aan den hemel wel als een bol zien met een scherp getrokken grens, is te wijten aan de groote hoeveelheid licht van de zonneschijf zelf, die ons ver blindt en tegelijkertijd belet het zwakke licht van de zonne-omgeving te zien. Deze zonne- corona wordt in haar geheele gedaante waar neembaar tijdens een totale zonsverduiste ring. Wanneer de Maan zich langzaam voor de Zon schuift en steeds meer licht aan ons oog onttrekt, komt het oogenblik nader, dat de korte tijd van de totale verduistering (4 minuten) zal aanbreken. Plotseling is het landschap geheel donker geworden, langs den horizon zien we een oranje-gelig licht en om de verduisterde Zon strekt zich een soort lichtaureool uit, van paarlmoergrijze kleur Het is de corona. Direct om de zon is een dun ne roodachtige lichtcirkel waarneembaar; met den telescoop zien we in dezen zoom lichte wolkjes van allerlei vorm; we beschouwen hier de chromosfeer van de Zon en de pro tar buransen. Deze laatsten zijn gasmassa's die van af den zonnerand met groote snelheid in den chromosfeer bewegen ën daarbij allerlei vormen aannemen. Van de chromosfeer en van de corona worden tijdens een eclips veelal de meeste opnamen gemaakt, hetzij op directe wijze met sterk vergrootende ca mera's of met behulp van glazen prisma's en buigingsroosters om "het licht in diverse kleu ren te ontleden. Opmerkelijk is het nog dat de corona bij verschillende verduisteringen ook verschil lende vormen heeft. Deze vorm hangt nauw samen met de hoeveelheid zonnevlekken en protuberansen op de Zon. Vertoonen deze laatsten een maximum in aantal, dan is de corona óp zijn grootst en heeft zij uitloopers naar alle richtingen. Is er een minimum in de z.g. 11-jarige zonnevlekkenperiode. dan ver dwijnen de uitloopers in alle richtingen en treden slechts in een zekere positie op. Tij dens de verduistering bestudeert men ook be paalde electrische- en magnetische verschijn- selen op Aarde, die met de verduistering en met het aantal Zonnevlekken verband kun nen hebben. De Nederlandsche expeditie, bestaande uit drie jonge Leidsche astronomen*, heeft een speciaal programma voor de Zonsverduis tering af te werken. Hun doel is de veran deringen in de lichtsterkte van den zonsrand tijdens het proces van de verduistering vast te leggen, zoowel door middel van meegeno- De maanschijf heeft zich voor de zon gescho ven; de eclips is hier totaal. De corona strekt zich hier vrij gelijkmatig in de ruimte uit. Rechts onder in de foto ziet "men een tweetal protuberansen. flflllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll imiMMMI In een minuut van levensgevaar. door E. JepsenFage. De nachtsneltrein vloog donderend door de duisternis. Rombombom, rombombom, ryth- misch slingerend, ijlden de spoorwagens voort. De heer Kassei, directeur van de Berlijnsche Groothandel-Bank wilde gaarne wat slapen. Hij had er behoefte aan zijn leden wat uit te strekken, doch er was geen ruimte voor. Hij had plaats genomen in een coupé waarvan hij vermoedde, dat hij daarin tot het eind zijner reis alleen zou blijven, maar reeds voor de trein zich in beweging zette, was het compar timent gevuld met reizigers. Die medepassa giers. allen heeren.' waren langzamerhand in geslapen, zooals hij zelf zoo graag ingedut zou zijn. Maar hij kon niet; hij voelde zich hij kon zich geen rekenschap geven van de oor zaak bepaald angstig. En dan zoo nauw te zitten, was hem onaangenaam, werkte op zijn zenuwen. Het belemmerde hem in zijn bewe gingen. Hij kón niet langer zoo benauwd zit ten. Kort besloten stond hij op, ging den corri dor in, en liep den trein door. In een wagon, meer naar voren, vond hij een tweedeklasse-coupé, die geheel onbezet was. Hij ging er binnen, deponeerde de wei nige dingen, welke hij bij zich had op een bank, nam plaats in een der beide verste hoe ken en trachtte te slapen. Maar het ging niet. Zijn gedachten lieten hem niet tot rust ko men. Vroeger, toen hij in dén oorlog was, kon hij slapen waar en wanneer hij wilde. Een kort bevel uit zijn brein, en bijna onmiddellijk sloten zich zijn oogen. kwamen zijn zenuwen tot rust en vonden zijn ledematen ontspan ning. Zijn tegenwoordige functie, welke hem dage lijks naar de Beurs riep. vergde voortdurend concentratie zijner gedachten, wilskracht en Een zomersche versnapering een klein, geglaceerd vruchtje, met den ge- concentreerden smaak van de rijpe vrucht. PEL verza melde alle heerlijke vruchten voor U per ons verkrijgbaar vanaf 20 cent en in mooie „cadeau-doo- z'en vanaf 30 cent. (Adv. Ingez. Med.) men cinematografische camera's als door middel van een z.g. foto-electrische cel, die automatisch de ontvangen lichtveranderin gen zal opteekenen. Hun instrumentarium is vergeleken bij dat van vele andere buiten- landsche expeditie's eenvoudig en het is van harte te hoopen, dat de betiuste vier minuten waarvoor zooveel tijd en moeite werd gege ven, onder helderen hemel voorbij zullen gaan. De Russen hebben vele expedities uitgerust; zij zullen tevens met vliegtuigen en ballons opstijgen om eventueel boven een dicht wol kendek de noodige opnamen te verrichten. We wachten met spanning op de resultaten, die de verschillende astronomen, in het- bijzon der de Nederlandsche, huiswaarts zullen brengen. H. K. Jr. HET ORGEL DER ST. BAVO. De heer J. A. van Beelen te IJmuiden ver vaardigde van het orgel der St. Bavo een fraaie olieverfschilderij, die ter gelegenheid van de 200-jarige herdenking is geplaatst in de étalage van boekhandel „Veko", Zijlstraat no. 98. JAARVERGADERING VAN „ONZE VLOOT" Woensdagmiddag heeft de afdeeling Haar lem en Omstreken der Kon. Ned. Vereeni- ging „Onze Vloot" in hotel Lion d'Or haar jaarlijksche algemeene vergadering gehouden De voorzitter de heer L. J. van Rossum opende de vergadering. In enkele welgekozen woorden herdacht hij het overlijden van den oud-voorzitter jhr. O. van Lennep. Na de jaarverslagen kwam men tot ver kiezing van drie bestuursleden wegens perio diek aftreden. De heeren mr. J. N. J. E. Heer- kens Thijssen, J. Lucassen en L. van den Bosch werden bij acclamatie herkozen, even als het dagelijksch bestuur. De functie van tijdelijk penningmeester van den heer Van den Bosch werd gewijzigd in die van penningmeester. Als afgevaardigde naar de algemeene ver gadering der Vereeniging werd aangewezen de heer J. Lucassen en tot diens plaatsver vanger de heer Beekman. Na de rondvraag, waarbij nog ter sprake kwam de mogelijkheid te trachten marine deskundigen in de Staten-Generaal te krij gen, werd de vergadering gesloten. LAAGSTE ZOMERPRIJZEN W O.a. a J_ 2.10 ~m WITTOP KONING HARMENJANSWEG 67 a TELEF. 16100 m- GELDIG TOT 1 JULI. (Adv. Ingez. Med.) beheersching zijner zenuwen, die hem niet de baas mochten worden. Hij dwong zichzelf tot slapen, legde zijn hoofd tegen het hoofdkussen en ademde re gelmatig. Zoo zat hij daar een wijle. Het scheen dat de cadans van den voortsnellenden trein, toch een rustige uitwerking op hem had, hem kal meerde en deed insluimeren. Daar drongen door het gedruisch van wie len en wagen, woorden tot zijn ooren door. Heel zacht, maar hij hoorde ze zeer duidelijk: „Neemt U in acht!" Zonderling klonken deze woorden door de eenzaamheid van den coupé. Waar kwamen ze vandaan? Hij schakelde het licht in. Er was niemand. Hij ging naar het gangvenster en keek dén corridor in. Niemand te zien. Hij zette zich weer in zijn hoekplaats en probeerde opnieuw zijn zichtbaar trillende zenuwen tot rust te brengen. Maar wederom klonken zacht de woorden; „Neemt U in acht!' Het scheen alsof de stem uit de kussens kwam, maar dat kon immers niet. Was er misschien iemand in den naasten coupé? Neen, ook dat niet, hij had duidelijk gezien, dat beide compartimenten leeg waren toen hij, slechts enkele minuten geleden hier bin nentrad. De lucht werd verstikkend en zwoel in den coupé. Hij stond op en liet het portierraam zakken, om er zoover mogelijk uit te leunen. Hoe verkwikkend was de nachtlucht. Koud streek zij hem door het haar, hetgeen zijn hoofd verfrischte. Met welbehagen luisterde hij naar het suizen van den wind, terwijl hij naar de vonken van de locomotief keek, die door de duisternis jachtten. Plotseling voelde hij iets kouds in zijn nek, en voor hij kon nagaan wat het was, hoorde hij de op scherpen toon gesproken woorden: „Handen omhoog!" Instinctief het gevaar begrijpende, dat hem dreigde, volgde hij terstond het bevel op. „Houd Uw handen in de hoogte en draai U om!" Ook dit bevel kwam hij willoos na en blikte dan in een paar dreigende oogen, die hem hard. uit een met een zakdoek onkenbaar ge maakt gelaat aankeken. Op hetzelfde oogenblik herinnerde hij zich de woorden, welke de geheimzinnige stem hem had toegefluisterd, ofschoon hij begreep. Verbreeding der Raaks. Onteigening van een perceel. Bij raadsbesluit van 11 Maart 1936 is voor- loopig goedgekeurd het plan tot onteigening ten name van de gemeente Haarlem, in het belang van de volkshuisvesting, van het per ceel aan de zuidzijde van de Raaks, kadas traal bekend gemeente Haarlem sectie C no. 2210. groot 48 c.A. Dit houdt verband met het feit, dat genoemd perceel aan de gemeen te in eigendom dient over te gaan, ten einde de Raaks daar ter plaatse te kunnen verbree- den op de wijze, zooals is aangegeven op de mede bij gemeld raadsbesluit behoorende tee- kening, gemerkt II. Overeenkomstig het bepaalde bij art. 80 der Onteigeningswet heeft het bij het zooevenbe- doeld raadsbesluit voorloopig goedgekeurd plan met de daarbij behoorende bescheiden gedurende 30 dagen voor een ieder ter inzage gelegen. Een bezwaarschrift is niet ingeko men. In verband daarmede kan tirans door den Raad worden besloten tot. onteigening ten name van de gemeente Haarlem van het per ceel sectie C no. 2210. Ten einde te bevorderen, dat de Raaks zoo spoedig mogelijk ter plaatse op de vereischte breedte wordt gebracht, stellen B. en W. voor, in de onteigeningsprocedure, het feitelijk in het bezit stellen van de gemeente van gemeld kadastraal perceel (overeenkomstig de bepa lingen in art. 54, a, en volgende der Ont eigeningswet) te vorderen. Haarlem Zuid-West. De verbinding LorentzkadeOosterduinweg. Het komt B. en W. gewenscht voor om de Slangenkruidlaan thans reeds geheel aan te leggen voor het verkrijgen van een behoor lijke verbinding tusschen de Lorentzkade en den Oosterduinweg. De voor dezen aanleg be stemde grond, met uitzondering van het noor delijk gedeelte van de Slangenkruidlaan nabij den Oosterduinweg, is eigendom der gemeen te. Het is mogelijk, dat het zooeven bedoeld gedeelte niet binnen afzienbaren tijd aan de gemeente in eigendom zal overgaan. Ten einde het toch mogelijk te maken, dat de Slangenkruidlaan over de volle breedte wordt aangelegd, heeft de Naamlooze Vennoot schap Bouw- en Exploitatie Maatschappij Lageduinbebouwing, alhier,- zich bereid ver klaard kosteloos en om niet, met de bestem ming van openbaren weg, aan de gemeente in eigendom over te dragen, een gedeelte grond gelegen aan de zuidzijde van de Slangenkruid laan nabij den Oosterduinweg, ter oppervlak te van pl.m. 100 M2. Na overdracht van dit gedeelte aan de gemeente zal het mogelijk zijn om meergenoemde laan geheel aan te leggen Het ontworpen-plantsoen nabij den Oosterduin weg zal t.z.t. aan de Zuidzijde een verbreeding verkrijgen. Het komt B. en W. gewenscht voor het vo- rénomschreven gedeelte grond met de aan gegeven bestemming in eigendom te aan vaarden. Het Kinder-kompas. We ontvingen een proefnummer van het maandblad „Het Kinder-kompas", uitgege ven door de Nationale Levensverzekering- Bank N.V. te Rotterdam. Het is bestemd voor de 5- tot 8-jarige kinderen van haar verze kerden. Het boekje ziet er met zijn frisschen omslag keurig verzorgd uit. Het bevat pae- dagogische verhaaltjes en aardige gedichtjes, die geestig geillustreerd zijn Het boekje, dat met een duidelijk leesbare letter gedrukt is, zal stellig zijn weg wel vinden. VEREENIGING VOOR NIJVERHEIDS ONDERWIJS. Wegens periodieke aftreding van het raads lid den heer M. Meyers is een vacature ont staan in het Bestuur der Vereeniging voor Nij verheidsonderwijs alhier. De heer Meyers is herkiesbaar. In de raadszitting van a.s. Woensdag zal in deze vacature voorzien worden. OPWEKKING VERKOOP ZOMER- POSTZEGELS Naar wij vernemen zal Mr. Dr. S. de Vries Czn., Oud-Minister van Financiën, Donder dag 25 Juni a.s. van 9.50—10.00 uur n.m. voor de mi'crofoon van de N. C. R. V. een woord van aanbeveling voor den verkoop der Zomer- postzegels spreken. II111II1II1III1III1II111IIII11III1I1I11II1IIIII11IIIIIIIIM IIIÜIIIIIIIII dat het nu weinig doel meer had zich in acht te nemen. „Neem met de linkerhand Uw portefeuille uit den borstzak!" beval de misdadige be zoeker. „Ik heb geen contant geld bij mij. Als U misschien een chèque wilt hebben, hoe groot moet die dan zijn?" De booswicht glimlachte even. „Maak nu geen gekheid. U weet even goed als ik, dat ik geen chèque kan gebruiken. „Neemt U dan, alstublieft, zelf mijn porte feuille maar". Neen een lafaard was de heer Kassei niet. Hij had in zijn leven dikwijls genoeg voor heete vuren gestaan. Tijd inwnen, dacht hij. Maar 't was diep in den nacht, en dan bleef iedereen stil sluimeren; er kwam geen mensch uit zijn coupé. De conducteur kwam pas nadat het volgende station gepasseerd zou zijn en dat duurde nog wel 'n half uur. „Zoek nu maar niet naar uitvluchten", voegde de booswicht hem toe. „Kom'n beetje vlug!" De heer'Kassei zag, dat de man in zijn lin kerhand een korte gummistok had. Bliksem snel vroeg hij zich af: „En al geef ik hem nu mijn geld, zou hij dan toch niet van zijn re volver gebruik maken?" Mogelijk was het zéker. Niemand zou het schot hooren, daar voor maakte de trein teveel lawaai. Langzaam liet hij zijn hand in zijn borst zak glijden. Opmerkzaam volgde de misdadiger zijn be wegingen. Plotseling wendde de heer Kassei zijn oogen naar het raam, waardoor men in den corri dor kon zien. Hij knikte even en een bijna onmerkbaar lachje gaf aan zijn gelaat een spotachtige uitdrukking. De booswicht bemerkte dat gebaar en dat lachje, giste het gevaar, dat op komst moest zijn en draaide even zijn hoofd om, naar het corridorraam, om te zien wie daar was. Op dit oogenblik pakte de heer Kassei den arm van den dief beet in welks hand hij zijn revolver had. Een heftige slag en het wapen was in de zijne. Hij was gered. „En wie was dat eigenlijk", vroeg de rechter bij de berechting der poging tot berooving onder bedreiging met een vuurwapen, „die U destijds te hulp kwam?" De heer Kassei glimlachte. „Niemand", antwoordde hij. „Het was maar I een truc, die ik in die minuut van levens gevaar bedacht had". Spreken is zilver en zwijgen is goud. Spreken is zilver en zwijgen is goud hmdat is alweer zoo'n gezegde dat een uitvinding is van de Heeren der Schepping die daarmede bedoelen dat wij zullen zwijgen als zij spreken!!! De gedichten en ballades over Helden (ge maakt door andere Helden) zijn ontelbaar, maar waar zijn de ballades over stille Hel dinnen? Wie bezingt de Vrouw-die-zwijgt? (Wij vernemen uit betrouwbare bron dat er inderdaad vrouwen-die-zwijgen voorkomen hier en daar). Waar is de ballade die tot onderwerp heeft de vrouw die hunkert naar een woord van lief de en die het stellen moet met uitingen als: 'tüürlijk hou ik van je anders had ik je toch niet getrouwd e.d. Waar is de ode aan de Huisvrouw die dag aan dag tevergeefs wacht op een enkel woord van lof en spontane bewondering, een kleine aanmoediging een uiting van erkentelijk heid? Helaas helaas waar is de fanfare voor de vrouw van den man die zich in een ondoor dringbaar zwygen hult omdat hij; a. zijn gedachten niet behoorlijk onder woorden vermag te brengen. b. of omdat zijn gedachten elders ver toeven. c. of omdat hij doodgewoon niets te ver tellen heeft! Is spreken heusch inderdaad zooveel minder aan te bevelen dan zwijgen? Is zwijgen werkelijk zooveel beter, doeltref fender, heilzamer, veiliger en verkieselijker onder alle omstandigheden? Och weineen, dat is het heelemaal niet! Verkieselijk is zwijgen soms en veiliger is het meestal, maar doeltreffender-onder-alle-om- standigheden is het nooit! Lezer behoort gij tot de brigade van Hen die Lijden in Stilte of zijt gij gewend min of meer luidruchtig te lijden? Laten wij u eerst eens duidelijk maken wat wij bedoelen. Een voorbeeld: De heer A. is een Droomer (Hoofdletter s.v.p. zetter!) Zoo maar zoo'n gewone droomer zonder hoofdletter dat is eigenlijk zoo'n beetje 'n slaapkop, 'n sufferd maar 'n droomer met 'n Hoofdletter ha! dat is gansch iets anders! Dat is ver en vreemd en onwezenlijk en omstraald van romantiek.en ijle geneugten. Dat is iets uitmiddelpuntigs, hoog verheven boven het dagelijksch getob van ons gewone stervelingen. De heer A. was een Droomer en wat kan men van een echten onvervalschten wasch- echten Droomer meer verwachten dan dat hij zich ieder oogenblik met hartstocht overgeeft aan zijn Droomen? De heer A. deed zulks. Daardoor kwam het dat het geluid van den stofzuiger mitsgaders andere zenuwsloopende en stemming ontwijdende geluiden hem helsch maakten. Ging de heer A. te keer als een wildeman? Neen de heer A. was een bezadigd mensch. Hij zweeg en duldde en leed in stilte. Aldus doende vergde hij veel van zijn uit houdingsvermogen. Lezer wij sparen u enkele stadia en vermel den slechts het droevig slot: de heer A. werd een vroegoud, verbitterd, prikkelbaar man met een humeur als een opstandige zebra en een waardeeringsvermogen dat voor de rest van zijn leven defect was. De heer A. voelt zich een held en is toch niets anders dan een onhandige sukkel die zijn ergernis niet onder woorden kan of durft brengen. Een ander voorbeeld: juffrouw B. ergert zich groen en geel aan sommige kleine hebbelijk heden van haar aanstaande. Zij zegt niets. Zij Lijdt in Stilte. Zij is zich duidelijk bewust van een steeds groeiend aureool van onzelfzuchtigheid en lankmoedigheid. Zij draagt en verdraagt. Is dat niet schoon? Is dat niet hartverhef fend en edelmoedig? Néén dat is het heelemaal niet, want en passant doet zij ook nog iets anders: zij is druk bezig een staag groeiende wrok aan te kwee ken, een wrok die op een kwaden dag in het verre verschiet zal oprijzen als een onontkoom bare klip uit een zee van kleine opgekropte ergernissen en teleurstellingen en het zal op die klip zijn dat haar toekomstig huwelijk zal stranden. Al diegenen die lijden in stitle onder een zelf gekozen martelaarskroon zij zwijgen: ver beten; verbitterd; verongelijkt; verkniesd; verknepen; verontwaardigd; verscheurd; ver schrikt; verstokt; verstolen; verstijfd; ver stikt; verstoord; verwonderd of verwezen al naar hun aanleg is. Is dit aanbevelenswaardig? Is dit verkieslijk of zelfs maar toelaatbaar? Neen neen néén!!! Het aankweeken van een groeiende verbit tering het oogluikend toelaten van een ver wijdering, het noodelooze, nuttelooze en scha delijke vrijwillig martelaarsschap uit laksheid en gemakzucht, uit stuntelige onhandigheid en gebrek aan initiatief is ten eenen male af te lTeuren. Laat anderen uw bewondering en hulde niet slechts vermoeden maar spreek ze uit! Laat anderen uw afkeuring en blaam niet alleen bevroeden maar geef ze voor wat ze waard zijn! Slachtoffers aller gezindten vereenigt U! Oefent U in het uiten! Maakt van Uw hart geen moordkuil. Stamelt, stottert, bralt, brult, brabbelt, blub bert, blundert, bauwt of bazelt het kprnt er niet op aan hoe gij het doet maar spréékt! Want er zijn 1001 gelegenheden dat spreken ;oud en zwijgen zilver is! AMY GROSKAMP—TEN HAVE. REGENTEN ST. ELISABETH'S GASTHUIS In het College van Regenten van het St. Eli sabeth's- of Groote Gasthuis zullen op 31 Juli a.s. een tweetal vacatures ontstaan wegens pe riodieke aftreding van Mevr. Mr E. A. J. Schel- tema—Conradi en den heer H. J. L. Klein Schiphorst. De aftredenden hebben in dat college geen zitting in hun kwaliteit als raads lid. B. en W. hebben om in deze vacatures te voorzien de volgende aanbevelingen aan den raad gezonden: a. Vacature-Mevr. Mr. E. A. J. Scheltema— Conradi: 1. Mevr. Mr. E. A. J. Scheltema-Con- radi, 2. Mr. C. Blankevoort. b. Vacature-H. J. L. Klein Schiphorst: 1. H. J. L. Klein Schiphorst, 2. Mr. Dr. F. A. Bijvoet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 10