H.D.< ISIS SHAG lH VERTELLING eu f/touw sdttijfl Dobbetmcmn lekker man! DONDERDAG 25 JUNI 1956 HAARtEM'S DAGBLAD 7 ;i"i ;v - Een boodschap van overzee De sfeer van het Noordelijke provincie stadje viel Theo Hagedoorn niet mee: alles en iedereen zag er kil of zelfs vijandig uit. Misschien lag het wel aan hem, bedacht hij; wie weet, zou iemand die het milieu beter kende dan hij, hem kunnen aantoonen, dat het louter verbeelding was. maar in elk geval voelde hij er zich niet op z'n gemak. Hij had de laatste zes jaar het vlotte leven van de Indische hoofdstad meegeleefd, nadat hij, nauwelijks meerderjarig, z'n enerveerend baantje van beursbezoekend employé bij een Amsterdamsche productenfirma er aan had gegeven. Als waschecht hoofdstedeling had hij het nooit de moeite waard gevonden de elf provincies nader te leeren kennen. Brus sel, Parijs en Londen althans wat de tou rist daarvan langs zijn platgetreden route te zien krijgt waren voor hem in z'n Amster damsche jaren vertrouwder begrippen ge worden dan Groningen of Maastricht. Zijn bezoek aan dit teruggetrokken levende stad je moest dan ook wel een bijzondere reden hebben. Telkens wanneer hij bedacht, dat hij met deze expeditie een heelen dag van z'n kostelijke zes maanden verlof opofferde, kwam er even een neiging tot zelfverwijt bij hem boven. Maar hij hield zich goed: er viel immers met sputteren niets te bereiken! En bovendien, hij had uit vrijen wil besloten tot het ondernemen van deze excursie, die hij met veel geheimzinnig-doenerij als „een vertrouwelijke missie" had betiteld, ter in lichting van z'n nieuwsgierige Amsterdam sche kennissen. Verdraaid, wat was het hier vol in de stra ten; je kon er een lief ding onder verwedden, dat er een of andere markt aan den gang was, concludeerde Theo. De boeren en boerin nen, uit een wijden plattelandscirkel naar de weekmarkt toegezwermd, liepen botsend en klotsend door de hoofdstraat. Onwillekeurig maakte de Indischman een vergelijking met het beeld, dat zich in de afgeloopen jaren in zijn geest had gevormd van de pasars daar ginds. Bij zijn aankomst aan het station had hij zich laten uitleggen waar hij de gemeente secretarie kon vinden, en vlugger dan hij verwacht had, stond hij voor het laat-ze- ventiende eeuwsche geveltje. Het rumoer van de weekmarkt drong hier niet door. en op het mooie zonnige plein, waar de statige lindeboomen groote schaduwvlekken op de bolle keien teekenden, was van verkeer nau welijks sprake. Getroffen door de rust, die hier over alles lag, beklom de vreemdeling de hooge stoep, en zocht zijn weg in het groote patriciërshuis, dat in een administra tiegebouw met moderne allures veranderd was. Een hulpvaardig secretarie-ambtenaar stond Theo te woord, en hielp hem binnen een paar minuten aan het adres, waarnaar hij zocht. Na een dankbetuiging trok hij de marktdrukte weer in, terwijl de ambtenaar zich te buiten ging aan een serie fantasti sche gissingen naar de reden van het be zoek. dat die vreemdeling wilde brengen aan die juffrouw de Ruiter uit de Koningsstraat. Het was nog maar heel kort na zijn aan komst in Indië geweest, dat Theo op het onverwachtst was opgebotst tegen zijn ouden schoolmakker Jo de Vries, een typische Indo figuur, die drie jaar eerder dan hij naar Java was getrokken. Voor Theo was deze ontmoeting een buitenkansje, want zijn schoolvriend bleek het als een eerezaak te beschouwen; hem met zijn broederlijke hulp bij te staan in de ontelbare moeilijkheden, waarmee de tropische samenleving den ver bijsterden orang baroe bedreigt. Jo de Vries was employé op een assura deurskantoor, en voelde zich niet weinig ge streeld met z'n flinke salaris en z'n vooruit zicht op Europeesch verlof. Zooals elke Euro- peesch opgevoede halfbloed krachtens een onverbiddelijke natuurwet doet na zijn te rugkeer in Indië. had ook hij zich aange past aan de karakteristieke levensgewoonten van den sinjo. Zooals bekend is. begint deze aanpassing met een zekee devaluatie van de uitspraak van het Nederlandsch, en door loopt daarna een geheel scala van uiterlijke, maar al gauw ook innerlijke assimilatie met de cultuur van de onvervalschte Indische samenleving. In Batavia verging het Jo de Vries aanvankelijk in dit opzicht niet slecht, maar toen de crisis kwam opdagen de felle. orkaanachtige Indische crisis, waarbij vergeleken de malaise in het moederland een kalme sneeuwbui was toen had het noodlot den armen, alleen staanden sinjo met harde snel op elkaar vol gende slagen geraakt. Eerst was hem de glo rie van zijn Europeesche verlof ontnomen, daarna werd zijn salaris onbarmhartig ge amputeerd, en toen hij, beheerscht door zijn daardoor aangewakkerd minderwaardig heidsgevoel. in een voortdurende zenuwspan ning fout op fout ging maken, volgde ten slotte zijn ontslag. Dit ontslag was de on middellijke aanleiding tot zijn volslagen de classeering geworden. De middelmatig be gaafde jongen, die er zich in zijn Amster- damschen H.B.S.-tijd met gevoel van einde- looze verrukking voortdurend rekenschap van gaf, dat hij „deelnam aan het Wester- sche cultuurleven", zooals hii eens tegen den meer nuchter aangelegden Theo zei. toer. zij 's nachts om half twee na een première op het Leidscheplein door de stille straten van ,.Zuid" dwaalden, deze jongen ondervond eenmaal terug in zijn vaderland, hoe zwak in werkelijkheid d" geestelijke band was, die hem met het Westen verbond. Zoolang hij zijn betrekking nog had. liet hij geen gelegenheid voorbijgaan om kennis te nemen van alle Hollandsche cultuuruitin gen: een nieuw-uitsekomen boek, een voor stelling van een tooneelgezelschap op tour nee of een tentoonstelling, maar toen zijn positie slechter werd en tenslotte ophield, moest hij zich tevreden stellen met de lees trommel, die hij in zijn pension vond. Vaak had hij met Theo gesproken over zijn ver loving met een Hollandsch meisje, Liesje de Ruiter; in het eerst opgetogen over het vooruitzicht dat zij zou uitkomen, zoodra hij een paar jaar gespaard had, maar al gauw met in zijn stem een ondergrond van ang stige twijfel, of het wel ooit zoo ver zou ko men. Op een middag dat Theo zijn schoolvriend ging opzoeken, trof hij hem niet meer in zijn pension aan. Hij was nu een paar maan den buiten betrekking, en bleek noodge dwongen een logies van veel minder allooi te hebben gezocht. Getrouw aan de beruchte Indische gewoonte in moeiliike omstandig heden. hield Jo de Vries zich hier perma nent ziek. hoewel hem lichamelijk niets mankeerde. Theo slaagde er in, hem te be reiken, maar wist geen remedie te bedenken voor de apathische stemming van zijn mak ker. die met een theatraal-aandoend ge baar beweerde dat het met hem gedaan was Theo deed wanhopige moeite om de indo lentie van zijn vriend te verdrijven, maar hij wist bij voorbaat dat al zijn argumenten nutteloos waren, en dat Jo hier niet meer vandaan zou komen. Zijn kameraadschap pelijk aanbod van financieele hulp wees de ander met echte Indo-trots bijna verontwaar digd van de hand. Een paar weken later merkte Theo dat het nog erger was afgeloo pen dan hij vermoed had: zijn schoolmakker was uit zijn nieuwe logies verdwenen en volkomen ontredderd in de kampong terecht gekomen. Zoodra hij er gelegenheid voor had ging Theo op zoek; na een half uur dwalen had hij een heelen stoet naakte kindertjes voor zich uitloopen. die heftige debatten voerden over de juiste woonplaats van ..toean Pries". Het kostte hem eenige zelf overwinning, de lage, donkere bamboehut binnen te gaan, en toen hij zijn vriend zag, schrok hij van diens veranderd uiterlijk. Theo vermeed zooveel mogelijk te spreken over zijn verlof, dat voor de dur stond; hij besefte intuitief: als ik over acht maanden terug kom, vind ik jou hier niet meer! Ten slotte moest hij er wel over beginnen, maar zijn goed-bedoelde aanbod om Jo's meisje in Holland te gaan opzoeken, klonk in deze om geving bijna hoonend. De ander schrok zichtbaar: hij had blijkbaar al zóó zeer met het leven afgerekend, dat Liesje totaal uit zijn gedachten verdwenen was. Met een uit drukking. waarin schaamte en erkentelijk heid te lezen waren, keek hij van terzijde schuw naar Theo. en gaf op zijn zielige, hak kelende manier te kennen, dat hij dat liever niet had. Ze zou het al wel begrepen hebben dat er niets van hun trouwplannen kon ko men. Hij had de correspondentie al een paar maanden gestaakt, onmiddellijk na zijn ont slag. en was er zelfs niet toe te bewegen, Liesjes adres te noemen. En nu was Theo dan maar op eigen initia tief onderweg naar Jo's meisje, want hij kon de gedachte niet van zich afzetten, dat het een lafheid zou zijn, maar in het onzekere te laten. Hij vond haar kosthuis zonder moei te, maar kreeg te hooren, dat ze nog niet thuis was van haar werk De school, waar aan zij verbonden was, lag een blok verder in dezelfde straat, en liever dan in een vreemde pensionkamer te wachten, liep hij verder in de richting vanwaar zij moest ko men. Het was net twaalf uur en hij moest zich moeizaam een weg banen door de drom men kinderen, die hem gruwelijk ergerden met hun gezeur om zijn sigarenbandje. Het schoolplein was al zoo goed als ver laten, maar Theo herinnerde zich uit z'n eigen schooltijd dat de onderwijzers meestal wat later weggaan dan de leerlingen en hij rekende er dus op nog even geduld te moe ten hebben. Terwijl hij zoo liep te schilde ren, werd zijn aandacht getrokken door een jongmensch van zijn leeftijd, dat met een fiets aan de hand ook voor de school wacht te. en van wien op grond van diverse ver schijnselen veilig mocht worden aangeno men, dat hij in hevige mate een afspraakje had. Zooals in dergelijke gevallen gebruike lijk is, probeerde het tweetal eikaars blik ken te ontwijken, en wanneer zij elkaar dan, juist daardoor, onhebblijk veel aankeken, demonstreerden zij beide een goed volge houden koele minachting. Het wachten begon juist een beetje pijn lijk te worden, toen in één van de lokalen aan den straatkant een raam geopend werd. Een ernstig uitziend, blond meisje boog haar hoofd naar buiten, en riep: Hallo, Jaap!" Onmiddellijk kwam de jongeman met de fiets in actie; hij lichtte z'n hoed en riep terug: „Hallo. Liesje! Ben je al zoo ver?" Wat Liesje precies antwoordde, drong niet goed tot Theo Hagedoorn door; het inte resseerde hem ook verder hoegenaamd niet. Resoluut keerde hij zich om, en wandelde weg in de richting van het station Soedah! Het kón ook moeilijk anders dan zoo be peinsde hij grimmig: alles wel beschouwd, viel het haar niet kwalijk te nemen, dat ze haar woord zoo gauw verbroken had Ajó, het leven had tenslotte zijn rechten Maar hij zou vreemd opgekeken hebben, wanneer hij geweten had. dat toen Liesje van Dijk met haar hartsvriend was wegge fietst, haar collega Liesje de Ruiter nog in haar eigen leege lokaal aan den tuinkant was blijven talmen met het begieten van haar planten. En dat de oogen van Liesje de Rui ter dien dag droeviger stonden dan ooit te voren... BAS VAN DELLEN. De werknemer in de N. S. B. Buurtvergadering in „Rosehaghe". Woensdagavond hield de N. S. B. een buurt vergadering in het gebouw „Rosehaghe". Hier bij sprak de heer Ph. van Kampen over: „Wat is de plaats van den werknemer in de N.S.B. en de opbouw van den komenden corno- ratieven staat". „De plaats van den werknemer, of laat ik liever zijn ouden eerenaam arbeider gebruiken, in de N. S. B. Doch laten wij eerst nagaan wat thans de plaats van den arbeider in de samenleving is". Met deze woorden ving de spreker van den avond aan. „Men spreekt thans van vrijheid, doch men mag niet vergeten dat de vrijheid in den mond van een communist wat anders is dan in den mond van een liberaal. Economisch staan wij thans onder een libe raal regime, het beste getypeerd met de woor den van Minister Colijn: „niet de onmacht van den almachtigen staat, doch de enkeling die het eerst zichzelf, het eerst zijn familie dient, helpt aan de glorifieering van het va derland". In de liberale 19e eeuw verlaagt men den arbeid tot koopwaar. Doch de Nederlandsche arbeider is geen geboren slaaf. Het is daarom begrijpelijk, dat het begint te gisten in diezelfde 19e eeuw. Wij stellen tegenover dit egoïsme het recht van den arbeid. Zeker, er is veel verbeterd. Er zijn loonen gestegen, maar meer nog gedaald. Zijn de woningtoestanden zoo goed als ze ljjken? Er zijn goede huizen, doch geen arbei der kan ze betalen. Ik heb daar juist gezegd dat ik net woord „werknemer" niet wil gebruiken. De één geeft het werk, de ander neemt het. Alweer, gelijk koopwaar. Ziet men nu eens naar IJmuiden. Ook de N S. B.ers weigeren, als de arbeidsbeurs hen oproept om de stakers te vervangen. Doch de R. S. P.. die hen verwelkomt, waarschuwt dat in een N. S. B.-staat een dergelijke staking met gummistokken zou worden opgelost. Doch men vergat dat in den nationalistischen staat de staking overbodig is. Ook wij weten dat er in eiken idealen toe stand wel eens wrijvingen zullen zijn. Doch dan kunnen wij wijzen op Duitschland en Italië. In dit laatste land heeft men vele „socialis tische" eischen vervuld, doch zonder staking. Corporatief noemen wij 9ns. Een lichaam zijn wij en wij willen niet één van onze lede maten afstaan. Wij willen ons niet laten ver lagen tot staatsslaven. Doch wij willen de ver hevenheid van den heiligen arbeid, die niet verkwanseld is". Na de pauze was er een gedachtenwisseling. Waterglazen kunt U in huis nooit genoeg hebben. Vooral wanneer U ze gratis kunt krijgenl Thans kunt U voor elke 2 Radionbons die U spaart, een flink waterglas krijgen en wel uitsluitend in het Sunlight Geschenkendepot Kruisweg 57, Haarlem Bovendien zijn daar, zolang de voorraad strekt, tot uiterlijk 30 Juni, nog verkrijgbaar tegen een uiterst laag aantal Radionbons: Sponsbal, rubbe 3 Radionbons Kop en schotel. .10 Radionbons Poederdoosje 7 .12 Keukenlepels, 4 st. 1 O 25 Is dit niet de moeite waard, om een paar pakken Radion in huis te nemen, de bons af te knippen en hiermede naar het Sunlight Geschenkendepot te gaan, vóór het te laat is? Alleen het krachtige Radion-sop geeft volmaakte helderheid, zonder zelfs de teerste weefsels aan te tasten, dus, Radion n topprestatie I G. S 48-091 W (Adv. Ingez. Med.) GEMEENTELIJKE ZWEM- EN BAD INRICHTINGEN. In het tijdvak 115 Juni 1936 zijn in de ge meentelijke zwem- en badinrichtingen 20016 baden genomen verdeeld als volgt: Houtvaart Heeren Dames Abonné's 1936 1866 20 ets baden 145 154 10 ets baden 350 344 Vereenigingsbaden 166 67 Schoolbaden 1146 548 Kostelooze baden 1789 1895 5532 4874 Delft: Heeren Dames Abonné's 2732 2832 20 ets baden 146 140 10 ets. baden 284 304 Vereenigingsbaden 69 36 Schoolbaden 1841 1226 5072 4538 De Zweminrichting aan de Delft is Zondags geopend van 7'12 u. v.m.. en voor familie baden van 25 uur n.m. JUBILEUM BIJ HET G. E. B. Naar wij vernemen zal het op 1 Juli a.s. 25 jaar geleden zijn, dat de heer G. van Eek, hoofdinspecteur bij het Gem. Electr. Bedrijf te Haarlem, in gemeentelijken dienst trad. Na te voren werkzaam te zijn geweest oa. bij Siemens-Schuckert en Philips, werd de heer Van Eek op 1 Juli 1911 benoemd tot in specteur bij het G. E. B. en in 1924 bevor derd tot hoofdinspecteur. Als chef van de in- stallatie-afdeeling heeft hij krachtig mede gewerkt aan de electrificatie van Haarlem, terwijl hij ook als bestuurslid van het Nat. Verbond van Gemeenteambtenaren, een be langrijk aandeel heeft gehad in de behan deling van ambtenaarszaken. Wij twijfelen niet of velen zullen van de gelegenheid gebruik maken, den Jubilaris, die op 1 Juli vrijaf zal hebben, te zijnen huize geluk te wenschen. GEHEELONTHOUDERS TOONEELVEREEN. „NIEUW LEVEN". Na opheffing van de jubileum-commissie der Geheelonthoudersvereeniging „Nieuw Le ven" is door het overgroote deel harer leden besloten tot oprichting van een z.g. „Contact Commissie". Deze commissie is bedoeld als schakel tusschen de kunstlievende leden en de vereeniging „Nieuw Leven" zelf. Om den band van de leden onderling gedurende de zomermaanden te binden wordt als eerste begin een fietstocht georganiseerd op Zon dag 28 Juni 1936, naar Castricum en om geving. Men vertrekt van de Gr. Markt des morgens 9 uur en van het Soendaplein te 9.15 uur PERSONALIA. Bij het in Den Haag gehouden examen voor gemeente-administratie der Ned. Ver eeniging voor Gemeentebelangen slaagden Donderdag de heeren K. J. van Kampen en J. Kempen, beiden te Haarlem, BURGERWACHT. Te rekenen van 23 Juni 1936 af. zijn bij de Vrijwillige Burgerwacht te Haarlem bevor derd tot burgerwachter 1ste klasse de hee ren N. van Keeken. en P. A. J van Kessel. EXTRA B-STEUN. In een nota, naar aanleiding van het ver slag over bovengenoemd wetsontwerp, zegt de minister, dat het inderdaad in de bedoeling ligt het van de in 1934 voor extra B-steun uitgetrokke 2 millioen nog resteerende be drag a f 113.500 in 1936 voor B-steun aan te wenden. Voorts is het de bedoeling, evenals zulks thans voor den winter 1936/1937 is voorgesteld ook op de begrooting voor 1937 een bedrag van f 500.000 uit te trekken voor extra B- steun. HET ASYLRECHT. De Internationale Roode Hulp belegt op 12 Juli a.s. een landdag voor Noord-Holland en Utrecht op het terrein Hagen. Laarder- weg. Bussum. Sprekers zijn: Mr. van 't Hof- Stolk. I. J. E de Lange en Th. Kruit, propa gandist van de Unie van Bellamyanen. On derwerp is: „Het Asylrecht". UIT DE PERS. SCHOTEN'S CHR. GEMENGD KOOR Schoten's Chr. Gemengd Koor, dirigent de heer Jac. Zwaan, geeft Maandagavond 29 Juni een concert in de Julianakerk aan de Kloos terstraat. Welwillende medewerking verlee- nen mej. Rie Broekman (alt), Amsterdam en de heer Marinus Adam (clarinet) te Haarlem. Begeleiding Jac. Zwaan 'orgel). De toegang tot dit concert is vrij. Er zal echter gecollec teerd worden; de opbrengst is geheel voor den bouw der 2de Herv. kerk te Haarlem Noord. DE LANDVOOGDWISSELING IN INDIë. Onder het opschrift: „Matiging noodig" schreef de Java-Bode van 13 Juni j.l. o.m. het volgende: Laat ons beheerscht zijn in onze verwachtin gen. Er is, buiten alle exaltatie om. zóóveel goeds van den nieuwen Landvoogd gezegd, dat Indië alle reden heeft tot beste verwach tingen. Laat ons daarbij niet overdrijven. Laat ons nog een weinig bewondering reserveeren voor het moment, dat de daden van den nieu wen bewindsman hiertoe aanleiding geven Men doet niet goed, op hem der last te leg gen der reputatie van een orakel en wonder doener, die dit goede land alles zal brengen, dat is gelegd in een geweldig complex van illusies. Om een enkel voorbeeld te noemen: De landvoogd die eene radicale oplossing wil brengen voor het vraagstuk van grondbezit voor Indo-Europeanen hij moge Salomo's wijsheid hebben ontketent hier een zóó dichte wolk van sentiment, dat zij al zijn goe de eigenschappen bedekt. Wij allen hopen op betere dagen voor Indië, hoewel velen van meening zijn dat 1936 het zwaarste jaar zal worden. En de jaren daarna? Denkt men dat de wereldsituatie de opgewekte sprongen meemaakt van sommiger verwach tingen bij eene wisseling der Landvoogdij in Indië? Men behoeft geen pessimist te zijn om uiting te geven aan de overtuiging: dat ook de nieuwe Landvoogd, onder den druk van gebeur tenissen, machtiger dan hij, dan wij allen, be slissingen zal moeten nemen waarin zeer ve len de hardheid zullen proeven zonder er de wijsheid en de rechtvaardigheid van te kun nen of willen erkennen. Moge Indië, als ook voor den nieuwen be windsman de dag van heengaan is aangebro ken en de balans wordt opgemaakt, kunnen verklaren: De helft was ons niet aangezegd. Na de koperen bruiloft. Met liefde gaat het precies als met een houtvuur: óf het vlamt hoog op en we loopen gevaar onze vleugels te schroeien, óf het rookt zoodat we niets en niemand meer zien door onze tranen óf het smeult onder de asch en we verkleumen van de kou. Velen beschouwen een houtvuur als luxe en.je mag er wel naast blijven zitten om er telkens wat op te doen, want anders is het uit vóór je 't weet. Is liefde luxe? NeenLiefde in alle mogelijke vormen is een eerste levensbehoefte voor ons. vrou wen. Daarin stemt de liefde dan niet overeen met het houtvuur. Maar dat andere.dat van er-naast-blij- ven-zitten en er telkens-wat-op-doenhoe waar is dat? Waarom slagen zoo weinig paren erin. van hun huwelijk een daverend succes te maken, dat ook na de koperen bruiloft nog voort duurt? Waarom wordt zoo menig man. wan neer hij eenmaal veilig voorbij dien mijlpaal gekomen is, onweerstaanbaar aangetrokken door iedere andere vrouw, behalve juist dooi de zijne? Waarom zijn er zoo ontstellend veel onge lukkige huwelijken en verlaten vrouwen? Niet verlaten in de beteekenis van in den steek gelaten, doch vrouwen in wie nie mand ook maar het minste belang stelt. Waarom zijn de mannen zoo en niet anders? Waaromwaarom.... waarom, er zou den kolommen met vragen te vullen zijn. Man en vrouw zijn één zegt het spreek woord. Voor de meeste vrouwen, vooral voor haar, die geen sterk sprekend karakter heb ben. gaat dit ook wel op. maar. zij zien over het hoofd, dat er twee zijden aan de kwes tie zijn: haar eigen standpunt en dat van den man. De man. die zich één met zijn vrouw voelt, zal altijd nog zooveel van zijn persoonlijkheid bewaren, dat zij op een kwaden dag tot de entdekking komt, dat de man. dien zij ge trouwd heeft en de man. dien zij bezit twee heel verschillende persoonlijkheden zijn. Dat- angstvallig bewaarde stukje persoon lijkheid van den man kan een uitwerking hebben als van een klein zakie blauw in een reusachtige teil met water: de gansche hoe veelheid wordt er anders door gekleurd. Het is juist od dat minimum aan zelfstandige ner- soonlijkheid. dat niet door de gewoontesleur is ondermijnd, dat de vrouw al haar aan dacht dient te concent-reeren. wil zij niet het gevaar loopen dat dit minimum in een maxi mum ontaardt en .haar huwelijksleven geheel anders kleurt. Wanneer een man zich plots ontpoot als een geheel ander wezen, dan hij tot dusver geweest is. dan is het vrij zeker, dat het mi nimum aan 't werken is. Zachtheid, tact en overleg zijn in dat ge val geboden. En of dat minimum nu speel zucht of belangstelling in andere vrouwen, zwijgzaamheid of een onschuldige radioma nie is, de vrouw, die prijs stelt op haar hu welijksgeluk, zal de symptomen weten te her kennen. Daarom stormsein neerhalen enweest op uw hoede. AMY GROSKAMP—TEN HAVE. VOOR DE PUP ROOKT IBIS EN GÉÉN ANDERE SHAG (Adv. Ingez. Med.) Ds. G. J. DUYVENDAK Bfj de Evang. Luth Gemeente te Rotterdam (vac. ds. Borgers) is beroepen ds. G. J. Duy- vendak, alhier. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. (Inlichtingen over gevonden voorwerpen aan het bureau van politie Smedestraat uit sluitend tusschen 11 en 13 uur). Terug te krijgen bij: Handschoenen en ceinturen, gewicht, regen pijp, dekzeiltje: Politiebureau, Smedestraat; armband, Bos, Lange Margarethastraat 48; abonement Ned. Spoorw., v. d. Tuin, Anegang 48 rd.: roeiboot, Flotte, Jachthaven. Spaarn- damscheweg; badpak, Peperkorn, Bleekers- vaartweg, Heemstede; bakpakken, badmutsen, handdoeken, Visbeen, Amsterdamschevaart 166; dop van auto, Koelemeijer, Siriusstraat 23; duif, Bakker, Molukkenstraat 20; duim stok, Fortgens, Brederoodscheweg no. 5b. Sta tion Santpoort; hond. v. Ginkel. Waalstraat 11; hond, De Neijn van Hoogwerff, Kleverlaan 84; damespolshorloge, Schrijnders, v. Bere- steijnstraat 32; armbandhorloge, de Keizer, Paus Leostraat 6; damesregenjas, Eis, Beek- steeg 6 rd.; nummerplaat, Kuijk. Kruistocht straat il; portemonnaie met inhoud, Kooy, Rollandstraat 68; idem. Meijers. Leidschestr. 17; portefeuille, v. IJzeren. Lucas van Leijden- laan 4 te Heemstede;rozenkrans, Smit, Reitz- straat 54; rijwielplaatje, v. Geen. Merovineen- str. 29; rijwielplaatje. Limpers, Wagenweg 30; zilveren ringen, de Keizer. Paus Leostraat 6; kindertuigje. Eikerbout. Olivlerstraat 10.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 11