Afstandsmarsch. De staking in het visscheri jbedrijf. Hei BeloHQtiikste 53e Jaargang No. 16264 VerscHijnt dagelijks, beHalve op Zon- en Feestdagen Donderdag 2 Juli 1936 HAARLEM S DAGBLAD Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM. UITGAVE LOÜRENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V. Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM. ABONNEMENTEN: per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden ƒ3.25, franco per post ƒ3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad: per week 0.05, p. maand 0.22, p. 3 mnd. 0.65, franco p. post 0.72»4. Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12 Telefoon Nos-: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810 Bijkantoor: Soendaplein 37, Haarlem-Noord, Telefoon 12230. ADVERTENTIëN 15 regels f 1.75, elke regel meer 0.35. Reclames 0.60 per regeL Tarieven regelabonncmenten op aanvraag. Vraag en aanbod 1—4 regels 0.60. elke regel meer ƒ0.15. Onze Groentjes zie hoofd rubriek. Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid f 600.-, Overlijden 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog 1400.-, Duim 250.-, Wijsvinger 150.-, Elke andere vinger 50.-, Arm- of Beenbreuk f 30.— Idem voor Abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.-, Overlijden ƒ600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400 -, Verlies Duim ƒ75.-, Verlies Wijsvinger ƒ75.-. Verlies andere vinger ƒ30.-. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWAALF BLADZIJDEN. HAARLEM, 2 Juli. De Incidenten in Genève. Mijn gisteren geuite meening dat de Italiaan sche staats-journalisten hun fluit-, schreeuw en scheldpartij tegen den Negus, in de Volken bondsvergadering vertoond, niet ten beste zouden hebben gegeven als er kans was op af keuring van zulk optreden door hun regeering, is denzelfden middag nog ampel bevestigd. De waarheid bleek nog erger. Het Italiaansche persbureau Stefani nam het dadelijk voor de ordeverstoorders op en de minister van Pers en Propaganda, Alfieri, hun onmiddellijke chef dus, betuigde hun per telegram „zijn so lidariteit en sympathie, nu zij als misdadigers zijn gevangen gezet omdat zij hun veront waardiging niet hebben kunnen onderdruk ken over de beleediging hun land aangedaan, dat zich schuldig heeft gemaakt aan het brengen van duizendjarige beschaving aan een land van slavernij en barbaarschheid". Het moet een eigenaardige gewaarwording zijn voor iemand, die in een vergadering van ministers en andere gedelegeerden van tien tallen mogendheden de orde verstoort en daarbij een gevallen keizer uitscheldt, om van een zijner eigen ministers dan een telegram van sympathie en solidariteit te ontvangen. Maar wellicht voelde het opgesloten stelletje zich als helden en martelaren. De noteering van helden en martelaren is ook al niet hoog meer in dezen tijdmeegezakt in de we- reldmalaise. Natuurlijk is het incident van diepgaander beteekenis dan alleen de beleediging van den Negus en van de vergadering als geheel. Het bewijst dat men in Italiaansche regeerings- kringen in een mentaliteit verkeert, die de rem der zelfbeheersching mist. Men is blijk baar door het dolle heen en kent geen grenzen meer in zijn ijver om de Abessinische historie tegenover het eigen volk als een glorierijke en gerechtvaardigde daad te handhaven. Ook voelt men zich zoo sterk, dat men zijn woor den niet meer wikt. Daarvan geeft ook de scheldpartij tegen den Roemeenschen minis ter van Buitenlandsche Zaken Titulescu blijk. Deze heeft op het oogenblik van het incident president van Zeeland bezworen: „die wilden tot zwijgen te brengen" en krijgt nu te hoo- ren dat hij „een kleurling" is, en „een half- Aziaat", en dat Italië het in de toekomst niet vergeten zal en zoo, hetgeen lichtelijk den in druk maakt van een spontane redevoering op de vischmarkt, maar evenmin van beschaving als van voorzichtigheid getuigt. Bij rustig overleg namelijk zou men van Italiaansche zijde zoowel het communiqué van het agentschap Stefani als het telegram van minister Alfieri en de scheldwoor den aan het adres van Titulescu achterwege hebben gelaten. Want tegenover de vereenig- de macht van Frankrijk en Engeland is men niet zeer sterk en tegenover Roemenië, dat immers volstrekt niet alleen staat, evenmin. Economisch beschouwd is men zelfs in Italië uitermate zwak en kwetsbaar. Men was dit laatste al vóór de oorlog begon, en de oorlog heeft fantastische bedragen gekost. De bezet ting van het veroverde land blijft dit doen. In Italië zelf is de werkloosheid zeer groot en de levensstandaard uitermate laag. Ik herinner aan brieven uit Rome in dit blad, waaruit bleek dat de Italiaansche vakarbeider, als hij zoo gelukkig is werk te hebben, het niet ver der brengt dan een loon dat overeenstemt met 14 in de week Het salaris van professoren aan universiteiten bedraagt 2500 per jaar. De Italiaan leeft soberder dan de Noord-Euro peaan en stelt minder eischen, maar als men bedenkt dat het leven in zijn land juist waar het noodzakelijke levensbehoeften betreft duurder is dan in het onze wordt het duidelijk, dat men hem wel met een zeer groote dosis glorie voeden moet om zijn ontevredenheid in toom te houden. Dit alles bewijst dat Italië broodnoodig be hoefte heeft aan een economisch herstel. Het kan dit niet bereiken, evenmin als eenig an der land, door isolement. Het heeft anderen noodig. Die anderen zijn sterker. Zij zitten niet, zooals de Abessyniërs, zonder moderne wapenen. Integendeel, zij hebben er nog meer dan Italië. Men moet dus met hen onder handelen. Onderhandelingen worden slecht ingeleid met ordeverstoringen, beleedigingen, scheld woorden. Deze dingen deren trouwens den beleedigde altijd veel minder dan de belee- diger, en zij toonen bij den laatste een ge brek aan overleg en zelfbeheersching dat hoe men het ook verder wil betitelen een zwakheid is. Wie gaat schelden toont ook gemis aan zelfbewustzijn en zelfvertrouwen. Dat deze mentaliteit zich in zoo sterken mate getoond heeft is een onrustbarend verschijn sel. dat bij Italië's naaste buren vooral ont steltenis gewekt moet hebben en de vraag doet rijzen: is het gevaar voor een nieuw avontuur, een wanhoopsavontuur, niet inder daad zeer groot? R. P. (Het aantal inschrijvingen voor de vierdaagsche afstandsmarschen te Nijmegen, heeft reeds de 4000, een nieuw recordaantal, bereikt.) Waar gaan we heen? dit is een vraag, Die velen zich vol zorgen stellen, Vierduizend kunnen het vandaag Wat hen betreft, vol vuur vertellen: Naar Nijmegen, om binnenkort Vier dagen afstand te marcheeren, En, in den dienst der wandelsport, Een krachtprestatie te presteeren. Het is een soort van zwaan kleef aan, Vierduizend is het al geworden, Om samen op den loop te gaan, Natuurlijk in volmaakte orde. Vierduizend vol van jeugdig vuur, Weer meer dan zelfs een jaar geleden, Die dag aan dag en uur na uur, Straks Gelre's weg met voeten treden, Wien warmte noch vermoeienis Den stuggen voortgang zal beletten, Als eenmaal 't sein gegeven is En zij het op een loopen zetten. Waar gaan we heen? geen mensch beseft, Wat van de toekomst valt te hopen, Maar wat de afstandsmarsch betreft, Bli.jkt wel; laat Nederland maar loopen. P. GASUS. Die rusten wil in 't groene woud, koope een PATENT LIGSTOEL van prima beukenhout, in de KLOMPEN CENTRALE, op 't pleintje. Reitzstraat 1, Dr. Leydsstraat 10, Telefoon 11784. (Adv. Ingez. Med.) Een nieuw voorstel der reeders. Het bestuur van de Vereeniging van Reeders van Visschersvaartuigen deelt ons mede, dat in de hedenmorgen ge houden algemeene vergadering met zoo goed als algemeene stemmen is besloten om, tot oplossing van het hangende conflict, een voorstel te doen aan de vier vakorganisaties, waarbij voor de kustbooten de oude loon- en arbeidsvoorwaarden worden gehandhaafd en de nieuwe loonen en arbeidsvoorwaarden dus alleen voor de andere booten van kracht zijn. Door dit voorstel, aldus de mededeeling, wordt het groote bezwaar van de opvarenden weggenomen. Vrijdagmorgen wordt over dit voorstel een bespreking gehouden met de besturen der vier vakorganisaties en binnen enkele dagen het antwoord der organisaties verzocht. Keuring van Onderwijzend Personeel. Om waarborg te hebben tegen t. b. c.-besmetting. Indertijd hebben wij reeds uitvoerige mede- deelingen gedaan over de door het rijk inge stelde verplichte keuring van onderwijzers (openbare en bijzondere) om waarborg te hebben tegen besmetting met tuberculose op school. Te Haarlem werden in 1935 304 onderwijzers gekeurd en in 1936 reeds 150. Totaal dus 454. Daarvan ontvingen 435 de verklaring van ge schiktheid, terwijl aan 19 stuks een voorloopige verklaring wed afgegeven. Van 124 onderwij zers (essen) werd een Röntgenfoto gemaakt, 335 werden alhier „doorgelicht". Het keuren op het Haarlemsche consultatie bureau voor tuberculosebestrijding gaat gere geld door, maar het moet onder het gewone werk door geschieden. Erwtenplukkers in staking. Zeshonderd arbeiders en arbeidsters leggen te Halsteren het werk neer. HALSTEREN, 2 Juli. Hedenmorgen te ne gen uur is te Halsteren een wilde staking uitgebroken onder de erwten plukkers. De staking omvat ongeveer zeshonderd mannen, vrouwen, jongens en meisjes. Zij eischen uit betaling van hoogere uurloonen. Deze staking kwam niet geheel en al on verwacht. Er heerscht reeds eenigen tijd on tevredenheid onder de erwtenplukkers in deze streek. De staking, die thans is uitgebroken, be gon bij den commissionnair Van Loon. De betrokken arbeiders en arbeidsters trokken van hier naar hun collega's, werkzaam bij den commissionnair Back. Dezen legder. eveneens het werk neer. In optocht ging het toen naar het veld, waar de commissionnair Van Meer erwtenplukkers aan het werk heeft. Ook dezen sloten zich bij de overige stakers aan. In 1939 een verkeers- tentoonstelling te Haarlem? Als eeuwfeest der spoorlijn HaarlemAmsterdam. Eenige weken geleden wezen wij er op. dat het in 1939 100 jaar geleden zal zijn, dat de spoorlijn Haarlem—Amsterdam geopend werd en stelden de vraag of dit aanleiding kan zijn te trachten hier ter stede een nationale (of als het kan internationale) tentoonstelling op verkeersgebied te organiseeren. Naar wij vernemen wordt daaraan inderdaad gedacht. Óp 15 Augustus zal een conferentie gehouden worden om te overwegen hoe men het beste tot het organiseeren van zoo'n ten toonstelling zal kunnen komen. Bijzonder Onderwijs te Haarlem. Verandering van schoolgebouwen. Het Oranje Nassau Instituut heeft thans scholen voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs in gebouwen aan het Nassauplein en aan de Nassaulaan. Door snelle toeneming van het aantal leerlingen is er in het gebouw aan de Nassaulaan ruimte te kort. Dit gebouw (een heerenhuis) voldoet bovendien niet aan redelijke eischen. Het bestuur is in overleg getreden met de autoriteiten in Haarlem en Den Haag om tot verbetering te kunnen komen. Er is een oplossing gevonden die zeer vermoedelijk wel tot stand zal komen. Het is de bedoeling dat de lagere school gehuisvest zal worden in het oude gebouw der Meisjes H. B. S. aan de Krocht. Voor de M.U.L.O.-afdeeling is een concen tratie met de Groen van Prinsterer-vereeni- ging tot stand gekomen. Het M.U.L.O.-onder- wijs wordt gegeven in de school aan de Nas saulaan. Dit oude schoolgebouw der ge meente vertoont evenwel zeer veel gebreken die dringend verbetering behoeven. Daarover worden besprekingen gehouden met Openbare werken. Er zijn over dit gebouw zooveel klachten, dat de vraag gerezen is of het niet economischer zou zijn op deze plaats een nieuw gebouw ie zetten. Daartegen ver zet zich op dit oogenblik evenwel de financieele toestand der gemeente Haarlem. Verschillende verbeteringen zullen evenwel niet kunnen uit blijven. Onder de gebreken werden ons de volgende genoemd: In enkele lokalen komen W.C.'s uit. De tusschenmuren tusschen de lokalen zijn zoo licht, dat men in het eene lokaal hinder heeft van het onderwijs in het andere. De muren slaan uit van de vocht. Verschillende gangen zijn te smal. Plaats is er aan deze school aan de Nassau laan voldoende. Er zijn thans 11 lokalen in ge bruik, maar er zijn er 16 beschikbaar. De con centratie tusschen het „Oranje Nassau-Insti- tuut" en „Groen van Prinsterer" is evenwel zoo. dat ook andere vereeniging van Christe lijk onderwijs toe kunnen treden met gelijke rechten. De grondslag van de concentratie is Christelijk Nationaal Onderwijs. Minister De Graeff over de Assemblee. Vandaag zullen twaalf sprekers bij de algemeene beraadslagingen van de Assem- blée het woord voeren. Onder hen is ook de voorzitter van de conferentie der zeven klei ne staten, de minister van buitenlandsche zaken van Denemarken Munch. Naar onze correspondent te Genève me dedeelt zal Munch niet namens de kleine mogendheden spreken. Ook ligt het in de bedoeling heden het woord te verleenen aan den Nederlandschen minister van Buiten landsche Zaken, Jhr. mr. A. C. D. de Graeff. De Fransche minister-president Léon Blum (rechts) en de Fransche minister van bui tenlandsche zaken Yvon Delbos (links) confe- reeren in den tuin van hun hotel te Genève met den secretaris-generaal van den Volkenbond, Avenol. Italiaansche regeering solidair met de gearresteerde journalisten. De schuldigen worden over de Zwitsersche grens gezet. Italiaansche pers fulmineert tegen den „kleurling" Titoelescoe. De Italiaansche minister van pers en propaganda Alfieri, heeft den te Genève gearresteerden Italiaanschen journalisten een telegram gezon den, waarin hij uiting geeft aan zijn sympathie voor hun optreden en zijn solidariteit met hun houding. Na een démarche van den Italiaanschen gezant te Bern, die gisteren een onderhoud heeft gehad met Motta, den leider van het federale departement voor politieke aange legenheden. zijn de acht als gevolg van een betooging tegen den negus gearresteerde journalisten op vrije voeten gesteld. Zij zullen niet strafrechterlijk worden ver volgd, maar er zullen administratieve maat regelen tegen hen worden genomen, met name definitieve of tijdelijke verwijdering uit Zwitserland. Alle Italiaansche bladen, aldus seint het nieuwsbureau Stefani, maken met groote verontwaardiging melding van het gezegde van Titoelescoe. den Roemeenschen minister van Buitenlandsche Zaken, die de Italiaan sche journalisten, die den „slavenhandelaar Tafari" hebben uitgefloten, „wilden" heeft genoemd. Dezen meneer Titoelescoe. schrijft de „Giornale d'Italia" zal het Italiaansche volk zich herinneren als den vertegenwoordiger van een mentaliteit, die nog beneden :t peil van de negermentaliteit staat. „Jaag de wilden weg", schreeuwde giste ren te Genève in zijn haat tegen Italië de Roemeensche minister van Buitenlandsche Zaken. Deze woorden zullen in de herinne ring en bij de daden der Italianen in de komende maanden en jaren niet verloren gaan. Uit hetgeen de „Lavoro Fascista" schrijft, citeert Stefani: Kiezende tusschen de Ita liaansche wilden en een diefachtigen en moordlustigen neger, heeft Titoelescoe de voorkeur gegeven aan den Abessyniër. om de eenvoudige reden, dat de Italianen blanken zijn, en Titoelescoe en Tafari kleurlingen. Titoelescoe een halve Aziaat, een kruising van minderwaardige rassen, bij wien een Westersch vernisje de gekleurde afkomst zeer slecht bedekt, heeft zijn bloed laten spreken. In politieke kringen te Rome legt men den nadruk op het „spontane karakter" van het optreden der Italiaansche journalisten in de Volkenbondsvergadering. Het is te betreuren, aldus verklaart men, dat men juist op een oogenblik, waarop Ita lië door middel van een nieuwe nota blijk gaf van zijn verzoeningsgezindheid, den ex- souverein van een barbaarsch slavenland heeft laten spreken om te trachten het wa ter te vertroebelen. Men meent niettemin, dat de Italiaansche nota bestudeerd en begrepen zal worden, zooals deze verdient. Aalsmeersche kweekers vragen hulp. Regeering kan hen van ondergang redden. Economische moeilijkheden zeer groot. Aalsmeer, het eens zoo bloeiende centrum van Nederlandsche bloementeelt met zijn we reldberoemde rozen- en seringencultures, met zijn export van potplanten over de geheele wereld, verkeert in nood en wordt met econo- mischen ondergang bedreigd. Nog altijd geeft het vriendelijke dorp met zijn goed onderhouden huizen, zijn tochten en bruggetjes en zijn duizenden heesters en kas sen een indruk van welvaart, maar achter dezen schijn uit vervlogen jaren verbergt zich thans bittere armoede en zoowel bij kweekers als arbeiders heerscht in vele geval len gebrek. De crisis, die het geheele econo mische leven en in het bijzonder land- en tuinbouw heeft aangetast, zou Aalsmeer zeker niet onberoerd hebben gelaten, maar den nek slag kreeg de hier beoefende, welhaast geheel op export aangewezen bloementeelt, door de uitvoermoeilijkheden en invoerbeperkingen, waarmede elk land trachtte aan eigen moei lijkheden tegemoet te komen. In totaal bedroeg de uitvoer van snijbloe men, die in 1931 nog f 7.843.000 beliep en in 1932 reeds gedaald was tot f 3.934.000 in 1935 nog slechts f 2.851.000. Terwijl men dus hoe langer hoe meer op de binnenlandsche markt was aangewezen, daal de de beteekenis daarvan steeds meer door de vermindering van de koopkracht. De door- sneeprijs, die in 1929 nog 4,05 cent per stuk voor rozen en 13 14 cent voor seringen bedroeg, was in 1934 gedaald tot 1.86 cent per stuk voor rozen en 4.99 cent voor seringen. Wat dit voor Aalsmeer beteekent kan men nagaan als men weet, dat per jaar 115 millioen rozen en 12 millioen takken seringen gesneden worden. De omzetten der Aalsmeersche veilingen daalden van f 6.774.700 in 1930 tot f 3.996.563 in 1935 in totaal werd in vijf jaar tijds een kleine tien millioen gulden minder ontvangen. Reeds geruimen tijd geleden hebben de be langhebbenden de aandacht van de regeering gevestigd op den noodtoestand die bezig was Het woord is aart.... Jean Jaurès: Moed is: het leven te be minnen. te ontstaan, o.a. in een schrijven, dat de Aals meersche tuinbouwbond tot den minister van landbouw en visscherü richtte. De gebruike lijke pogingen om aithans eenige verbetering in den toestand te brengen door beperking der productie zouden voor Aalsmeer eer na- dan voordeel opleveren. Bovendien zijn vele bedrijven reeds zoo klein, dat beperking er on mogelijk zou zijn. Wel zou men de natuurlijke beperking kunnen toepassen, die ontstaat door het forceeren van seringen, die daardoor per jaar ongeveer 8?ó van hun stock verliezen, ter wijl oudere rozenkassen minder opbrengen dan nieuwe. Dat men ook van regeeringszijde den ernst van den toestand inzag, is o.a. wel gebleken uit het bezoek, dat de minister van landbouw en visscherij, dr. Deckers, in Januari j.l. aan Aalsmeer heeft gebracht om zich persoonlijk van de situatie aldaar te overtuigen. Er werd een bedrag van f 300.000 beschikbaar gesteld als steun voor de z.g. minimum- en vergoe- dingsprijzen, waardoor het mogelijk werd, dat de kweekers een minimumprijs voor hun snij bloemen konden bedingen, ook voor dat ge deelte, dat op de veiling geen afzet vond en dat dan tegen het vastgestelde minimum bedrag werd opgekocht om vernietigd te wor den. Deze f 300.000 waren echter bestemd voor het geheele land, en het gedeelte ervan, dat Aalsmeer ten goede kwam. heeft weinig ver lichting in den benarden toestand der kwee kers kunnen brengen. Een uit de Aalsmeersche kweekers gevormd comité van vijf heeft zich in het begin van het jaar eveneens tot den minister gewend en is verscheidene malen zoowel door den minister als door eenige hoofdambtenaren van het de partement in audiëntie ontvangen. De conclusie dezer commissie was. dat slechts een aanzienlijk steunbedrag uit het landbouwcrisisfonds Aalsmeer van algeheelen ondergang zou kunnen redden. Op de basis van de berekening, dat de opbrengst der rozen ongeveer f 1 per vierkanten meter onder den productieprijs blijft en die van seringen 1.71 cent per tak kwam men tot de slotsom, dat een bedrag van vier en een half millioen gul den noodig zou zijn om de Aalsmeersche kwee kers uit de ellende te halen. Uit toezeggingen van den minister tijdens eerste audiënties had het comité van vijf den stelligen indruk gekregen, dat de minister noodzakelijkheid van steun niet alleen inzag, maar alles in het werk zou stellen om een spoedige steunuitkeering tot stand te bren gen. Groot was dan ook de teleurstelling, toen na eenigen tijd bleek, dat van specialen steun geen sprake zou zijn en de steun door middel der minimum- en vergoedingsprijzen de eenige hulp was, die verwacht kon worden. Opnieuw heeft men zich met dringende vertoogen tot de regeering gericht en bezworen, desnoods de helft van het geraamde steunbedrag beschik baar te willen stellen om de kweekers, wien het water tot aan de lippen komt. niet ten onder te laten gaan. Wanneer regeeringshulp uitblijft, zal niet alleen het bestaan der kweekers en dat hunner arbeiders vernietigd worden, maar zal het eens zoo bloeiende Aalsmeer verdorren tot een doode gemeente en zal een bedrijf ten onder gaan. dat in zijn soort eenig was in de wereld en op roemrijke wijze heeft bijgedragen tot de vestiging van Nederlands faam over onze grenzen. De rede van Léon Blum voor de Assemblee. pag. 4 De Ned. Indische Buitengewesten zullen door Regecringscommissarissen worden be stuurd in plaats van door Gouverneurs. pag. 3 De nieuwe A. V. R. O. studio is heden geopend pag. 3 Te Raamsdonk heeft een zware brand gewoed pag. 3 Woensdag zijn te Beverwijk de tusschentijd- sclie gemeenteraadsverkiezingen gehouden. pag. 11 De italiaansche regeering verklaart zich so lidair met de te Genève gearresteerde jour nalisten. pag. 1 De reeders hebben een nieuw voorstel ge daan ter oplossing van het conflict in het visscherijbedrijf te IJmuiden. pag. 1 In 1939 een verkeerstentoonstelling te Haar lem? pag. 1 Perrv en von Gramm komen te Wimbledon in den eindstrijd. pag. 9 ARTIKELENENZ. R. P.: De incidenten te Genève. pag. 1 Van onzen Londenschen correspondent: Moei lijke dagen voor Engeland's Premier. pag. 4 Spaansche miniaturen. C. B.Dorpshuizen. pag. 3 Amy Groskamp-ten Have. Een vrouw schrijft: De man aan de overzij.... pag. 6 H. D. Vertelling. Guus Betlem Jr.: De nacht raaf. Schaakrubriek. Voor de Vrouw. pag. 10 De burgerlijke stand van Haarlem ls opge nomen op pag. 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 1