De wijziging in de speiling-Marchant. De verkeerswaarnemingen van den Rijkswaterstaat in 1935. Tandheelkundig Instituut GEHEEL GEBIT Spaansche miniaturen. DONDERDAG 23 JUEI 1936 HAARDE M'S DA'GBtAD 3 Het nieuwe Koninklijk Besluit. In de Staatscourant van Woensdag is afge kondigd het Koninklijk besluit van 18 Juli 1936 tot wijziging van de Koninklijke beslui ten van 28 Augustus 1934 met betrekking tot de schrijfwijze van de Nederlandsche taal. In dit Koninklijk besluit wordt bepaald, dat de toevoeging, vervat in elk der bovengenoem de Koninklijke besluiten, gelezen wordt als volgt: Bij het schriftelijk werk volgt de adspirant de schrijfwijze volgens de Vries en te Winkel, met de navolgende afwijkingen: 1. de „e" wordt aan het eind van open let tergrepen niet verdubbeld. De „ee" blijft ech ter aan het einde van een woord, alsmede in afleidingen en samenstellingen van woorden op -ee. 2. de „o" wordt aan het eind van open let tergrepen niet verdubbeld. De ,.oo" blijft ech ter vóór „ch" in de woorden: goochelen, goo chem, loochenen, alsmede in hun afleidin gen en samenstellingen. 3. ..Sch" wordt alleen daar geschreven, waai de „ch" gesproken wordt. Echter behoudt het achtervoegsel -isch de thans gangbare spel ling. 4. De verbuigingsuitgangen „e" en „en" van het lidwoord „een" van „geen" en van de bij voeglijk gebruikte bezittelijke voornaamwoor den „mijn", „uw" „zijn", „hun", „haar" mogen worden weggelaten, behalve in staande uit drukkingen als hare hoogheid, te zijnen huize, en in bijzondere taal en bijzonderen stijl. 5. De naamvalsuitgang -n bij lid woorden, voornaamwoorden, bijvoeg lijke naamwoorden of daarmede ge lijkstaande verbuigbare woorden mag worden weggelaten, behalve: a. in staande uitdrukkingen en in bijzondere taal en bij zonderen stijl; b. in het enkelvoud bij de namen van mannelijke personen, bij de na men van dieren, die óf uitsluitend een mannelijk individu aanduiden, óf een gebruikelijk afleidsel op -in ter aanduiding van het vrouwelijk individu naast zich hebben, be nevens bij woorden, die een kennelijk mannelijke zelfstandigheid aandui den. 6. Onverminderd hetgeen geldt voor staande uitdrukkingen, bijzondere taal en bijzonderen stijl, richt men zich bij de voornaamwoordelijke aan duiding van zelfstandigheden en bij het gebruik van den tweeden naamval enkelvoud naar het beschaafde taal gebruik, met dien verstande, dat zij, haar, der, dezer, enz. niet gebruikt mogen worden met betrekking tot de namen van mannelijke personen, van dieren, die óf uitsluitend een manne lijk individu aanduiden, óf een ge bruikelijk afleidsel op -in ter aandui ding van het vrouwelijk individu naast zich hebben, benevens met be trekking tot de woorden, die een ken nelijk mannelijke zelfstandigheid aanduiden, en dat hij, zijn, hen, hun, des, dezes, enz. niet gebruikt mogen worden met betrekking tot de namen van vrouwelijke personen en de na men van dieren, die uitsluitend een vrouwelijk individu aanduiden. Een vergelijking met de spelling-Marchant. Ter vergelijking van de nieuwe spelling regels met die van het vorige koninklijk be sluit laten we hieronder de redactie volgen van de z.g. spelling-Marchant: De leden 1, 2 en 3 zijn ongewijzigd. Lid 4 luidde: de verbuigingsuitgangen „e" en „en" van het lidwoord „een", van „geen" en van de bijvoeglijk gebruikte bezittelijke voornaamwoorden „mijn", „uw", „zijn", „hun" „haar", mogen worden weggelaten behalve in staande uitdrukkingen als hare hoogheid, te zijnen huize, waar deze uitgangen in de be schaafde gesproken taal worden gehoord. Lid 5 luidde: de naamvalsuitgang -n bij lidwoorden, voornaamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden of daarmede gelijkstaande ver buigbare woorden wordt behalve in staande uitdrukkingen, als onder 4 bedoeld, slechts gebruikt in het enkelvoud bij de namen van mannelijke personen en bij de namen van dieren, die uitsluitend een mannelijk individu aanduiden. Lid 6 luidde: bij de voornaamwoordelijke aanduiding van zelfstandigheden en bij het gebruik van genitiefvormen als der, dezer, des richt men zich naar het beschaafde spraak gebruik. Kanalenplan in Groningen goedgekeurd. Provinciale Staten van Groningen hebben goedgekeurd het voorstel van Ged. Staten van die provincie, waarin de verbetering voorgesteld wordt van de kanalen van Gro ningen over Winschoten naar de Nieuwe Staten Zijlen en die van de veenkanalen, ter wijl voorts de voor de voeding van deze ka nalen noodige werken zullen worden uitge voerd. De totale kosten bedragen f 6.875.000 waar van het rijk maximaal f 4.750.000 voor zijn rekening neemt. HERSTELLINGSOORD-VEREENIGING VOOR SPOORWEGPERSONEEL. Door de dezer dagen te Amsterdam gehou den algemeene vergadering van bovenge noemde vereeniging werden het jaarverslag en de balans en winst- en verliesrekening over het jaar 1935, alsmede de begrooting voor het jaar 1937 goedgekeurd Het voorstel van het bestuur om in 1936 buiten de voor geschreven gewone jaarlijksche aflossing van f 2000 een bedrag ad f 8000 van de hypotheek op de gebouwen extra af te lossen waardoor deze wordt teruggebracht tot f 35.000 werd aangenomen. De aftredende bestuursleden, de heeren H. J. A Engel te Utrecht, F. Heus te Vorden en J. W. H. Prins en J. Wit te Haarlem werden herkozen terwijl in de twee bestaande vacaturen werden gekozen de heeren J. F. Boseker te Utrecht en J. A Mittelmeyer te Amsterdam. Spaansche gezant verlaat zijn post. Wegens meeningsverschil met zijn regeering. De Spaansche gezant te 's-Gravenhage, Z. E. José Maria Doussinague y Texidor. heeft telegrafisch aan zijn regeering zijn ontslag aangeboden en uit Madrid bericht ontvan gen dat zijn ontslag aanvaard is. De gezant heeft tot zijn demissie aanlei ding gevonden in het beleid der tegenwoor dige Spaansche regeering. Man door tram gegrepen. Op slag gedood. Woensdagmiddag om kwart voor vier is op de Oost-Molenwerfbrug te Rotterdam, een daar wandelende voetganger door een wagen van de Rotterdamsche electrische tram ge grepen en tegen den grond geslingerd. De man kwam onder den wagen terecht en werd vrijwel op slag gedood. Men moest den wagen opvijzelen om het zwaar verminkte lijk er onder uit te halen. Het ongeluk geschiedde tijdens werkzaam heden aan de nieuwe Oostbrug. waar men een geïmproviseerden wissel had aangelegd. De bijwagen van lijn vier is op dezen wissel uit de rails geloopen waarbij de man, de 54- jarige gemeente-arbeider P. van der Have, overreden werd en op slag gedood. NATIONALE LANDDAG HERVORMDE GEREF. STAATSPARTIJ. Woensdag heeft de Hervormd Gerefor meerde Staatspartij in den theetuin Berg en Bosch te Apeldoorn een nationale landdag gehouden, welke door bijna zevenhonderd deelnemers uit alle deelen des lands is be zocht. In de ochtendvergadering, welke ge opend werd door ds. C. A. Lingbeek, lid der Tweede Kamer, sprak ds. G. Th. Smit, emeri tus predikant te Apeldoorn een inleidend woord, waarna ds. H. E. Gravemeyer, predi kant te Amsterdam, een rede hield over het onderwerp „Onderwerping". In de middagvergadering sprak ds. B. Gijzel van Amsterdam over het onderwerp: „Godsregeering", waarna ds. L. Boer van Scheveningen het slotwoord sprak. JONGETJE VERDRONKEN. Woensdagavond waren eenige kinderen aan den Zuider-Akerweg bij de Ringvaart te Sloten aan het spelen. Het 5-jarig jongetje P. Oudshoorn klom op den rug van een van zijn kameraadjes en viel daarbij voorover in het water. Uit angst liepen de andere kin deren hard weg. Later vertelden zij wat er gebeurd was, doch toen was het knaapje reeds verdronken I Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1886. 23 Juli Het gewijzigde ontwerp-adres van ant woord der Tweede Kamer op de ope ningsrede, luidt aldus: Sire! 1. De Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal waardeert het hoogelijk, dat deze zitting wederom door Uwe Majesteit mocht worden geopend. 2. Erkentelijk voor de mededeelingen, in Uwer Majesteits rede vervat, mag zij niet verhelen, dat naar hare meening nevens de lichtzijden in 's lands toe stand, ook schaduwzijden zijn waar te nemen, en met name in Nederlandsch- Indië, meer dan eene aangelegenheid bijzondere zorg vereischt 3. Aan de behandeling der aangekon digde wetsontwerpen, in het bijzonder aan de hex-ziening der Grondwet, hoopt zij hare beste krachten te wijden. 4. Onder de belangrijke voorschriften der hoogste Staatswet, waarvan wijzi ging raadzaam is, behooren die betref fende het kiesrecht. Naar de overtuiging der Kamer zal 's lands belang het best gediend worden, wanneer aan den ge wonen wetgever bij de toekomstige re geling van dat ontwerp eene groote ma te van vrijheid wordt toegekend, en aan de gewijzigde Grondwet voorloopige be palingen worden toegevoegd, strekkende om de kiesbevoegdheid reeds dadelijk uit te breiden buiten den kring, door de tegenwoordige Grondwet afgebakend. 5. Mogen de werkzaamheden van Uwe Majesteit en van de Staten-Generaal, onder Hoogeren Zegen, het welzijn van het vaderland bevorderen. Door rangeertrein gegrepen. Reiziger zwaar gewond. In haast de spoorbaan overgestoken. Woensdagmiddag omstreeks half een is de 43-jarige gehuwde heer L. Neut, wonende te Delftzijl onder een rangeertrein geraakt. Hij zou met zijn dochter vier weken op reis gaan, maar had zich iets verlaat en stak in zijn haast den spoorbaan over. Daarbij merkte hij den naderenden rangeertrein niet op. Zijn dochter kon nog van den baan komen, maar de heer Neut zelf werd gegrepen en overre den. Hij zal het rechterbeen moeten missen. Een geneesheer verleende de eerste hulp. waarna het slachtoffer naar het Academisch Ziekenhuis te Groningen werd overgebracht. Zijn toestand is zorgwekkend. Illllllllllll Grepen uit het verslag. Aan het onlangs verschenen verslag be treffende de door den Rijkswaterstaat in het vorig jaar verrichte verkeerswaarnemingen zijn de volgende gegevens ontleend. Het doel der waarnemingen De vérkeerswaarnemingen, waarvan hier sprake is, worden sinds 1923 om de drie jaar herhaald, teneinde de ontwikkeling van het verkeer, in verband met het uitwerken van uitbreidings- en verbeteringsplannen, het vaststellen van nieuwe verkeersregels e. a., op den voet te kunnen volgen. De waarnemingen zijn verricht op alle wegen van het Rijks wegenplan 1932 en op enkele secundaire Rijks wegen. In het Rijkswegenplan 1932 zijn alle primaire wegen opgenomen, ter lengte van 3000 km., waarvan 2000 km. in beheer en on derhoud bij het Rijk, waaronder te verstaan alle wegen, welke voor het doorgaand verkeer van motorvoertuiger. -van belang zijn, of dit. naar verwacht mag worden, nog zullen wor den. De secundaire wegen zijn meer in 't bijzon der van interlocaal belang. Het spreekt vanzelf dat deze onderscheiding van wegen in bepaalde groepen, zich moet uitdrukken in de gemiddelde verkeerscijfers. hoewel men niet mag aannemen dat de in tensiteit van het verkeer op alle wegen van het primaire net van dezelfde orde van groot te is. Een zeer sprekend verschil in intensiteit doet zich n.l. voor tusschen het verkeer op de wegen Amsterdam-Laren, Amsterdam-Haar lem-^'s-Gravenhage-Rotterdam, Utrecht-De Bilt en het verkeer op de overige primaire we gen. Het gemiddelde verkeer per dag van 14 uur (van 6 tot 20 uur) op de eerstgenoemde wegen omvat n.l. 5577 eenheden 13011 ton) waaronder zijn begrepen alle soorten motorrijtuigen, bespannen voertuigen, onbe- spannen paarden, vee, rijwielen met hulpmo tor, bakfietsen, enz., echter niet de gewone rijwielen, de trams en de voetgangers. Het gemiddelde verkeer op de overige primaire Rijkswegen bestaat uit 977 eenheden 2576 ton), dat op de primaire niet-Rijkswegen uit 550 eenheden 1503 ton) en dat op de se cundaire Rijkswegen uit gemiddeld 323 eenhe den 862 ton). De wegvakken waar het drukste verkeer van Nederland wordt waar genomen bevinden zich ten zuiden en ten noorden van 's-Gravenhage, met respectieve gemiddelden per dag van 14 uur van 11246 eenheden 25593 ton) en 8422 eenheden 19037 ton). In het algemeen worden bij de steden de hoogste aantallen waargenomen, hetgeen ook zeer begrijpelijk is, daar men veelal liefst buiten de eigenlijke stad woont. Het voorstadsverkeer is dan ook van groote beteekenis. Personenauto's vormen de helft van het verkeer. Wanneer men de verhoudingen nagaat, waarin de verschillende verkeerssoorten in het totaal verkeer zijn opgenomen, dan blijkt dat gemiddeld over alle wegen ruim de helft van het verkeer bestaat uit personenauto's, een vierde gedeelte uit vrachtvoertuigen en ongeveer een vierde gedeelte uit andere ver voermiddelen. De onderlinge verhoudingen varieeren nog eenigszïns naarmate de wegen 'van meer of minder belang zijn. Zoo schom melt het aandeel van het personenautover keer tusschen 41 pCt. op de minst drukke we gen waarop de verkeerswaarnemingen zijn verricht, en 64 pCt. op de bovengenoemde drukste wegen, het vrachtverkeer respectieve lijk tusschen 30 pCt. en 23 pCt. Het aandeel in het tonverkeer bedraagt echter voor het vrachtverkeer, ruw geschat, 50 pCt., voor het personenautoverkeer 34 pCt. en voor het ove rige verkeer 16 pCt. De intensiteit van het rij wiel verkeer is voor de meeste wegvakken grooter dan die van de overige verkeerssoorten, (het bovenbedoelde totaal-verkeer). Ook voor het rijwielverkeer treft men over groote afstanden een zeer druk verkeer aan in het westen van ons land, waar het gemiddelde aantal op de meergenoemde drukste wegen 3736 bedraagt per dag van 14 uur. Het gemiddelde aantal rijwielen op de primaire Rijkswegen in het overig deel van het land bedraagt 1280, op de secundaire Rijkswegen 656. Het verkeer van rijwielen met hulpmotor en van bakfietsen (driewielers) concentreert zich in hoofdzaak in de onmiddellijke nabijheid van bevolkingscentra, met uitzondering echter van westelij k-Nederland waar deze vervoer middelen over grootere afstanden worden waargenomen, evenals op het wegvak Mar- tenshoek-Ter Apel. Twintig verschillende verkeerssoorten In het verslag is voor elk der 542 waarne- mingspunten, welke over het geheele boven besproken wegennet zijn verdeeld, het ver keer gedetailleerd opgegeven naar twintig ver schillende verkeerssoorten. waarvan er enkele in bovenstaande beschouwingen zijn opgeno men. Mocht men op deze wijze dus een volle dig beeld hebben gekregen van het verkeer op het belangrijkste deel van den dag. tus schen 6 en 20 uur, in enkele gevallen kan het zijn nut hebben de dag- en uurfrequenties van het verkeer te leeren kennen. Voor de verhouding van het 24-uurs-verkeer tot het 14-uurs-verkeer heeft men voor de personen auto het verhoudingsgetal 1,22 gevonden, voor het vrachtverkeer 1,14 en voor het rijwiel- verkeer 1,19. Hieruit blijkt wel van welke ge ringe relatieve beteekenis het vrachtverkeer tusschen 8 uur 's avonds en 6 uur 's morgens wel is, terwijl het verkeer van personenauto's nog beteekenend kan zijn. Ook andere ver schillen kunnen nog tusschen het verkeer van personenauto's en het vrachtverkeer worden aangegeven. Het vrachtverkeer bereikt eer der in den nacht een minimum (tusschen 1 en 3 uur) dan het personenautoverkeer (tus schen 3 en 5 uur), maar begint dan ook vroe ger weer. Over het algemeen blijft de inten siteit van het vrachtverkeer tusschen 9 uur en 19 uur vrij constant terwijl het personen autoverkeer sprekende toppen vertoont tus schen 9 en 11 uur en tusschen 17 en 18 uur. Het rijwielverkeer is sterk onderhevig aan seizoensinvloeden. In het zomerseizoen komen markante toppen voor tusschen 10 en 11 uur en tusschen 17 en 18 uur en is ook het avond- verkeer nog zeer belangrijk tot het invallen van den schemer buiten het zomerseizoen treft men de dagmaxima aan tusschen 7 en 9 uur, tusschen 12 en 14 uur en tusschen 17 en 18 uur. De fraude van Nijmegen's politiecommissaris. Een verklaring van den burgemeester. In de Woensdagmiddag gehouden raads vergadering heeft de burgemeester van Nij megen eenige mededeelingen gedaan over de zaak van den geschorsten commissaris van politie Van der M. De burgemeester deelde mede, dat hij voor de vervulling van de in 1933 ontstane vacature van commissaris van politie een minutieus onderzoek ingesteld heeft en zeer goede inlichtingen heeft ver kregen over den toenmaals Haagschen inspec teur. Op grond van de verkregen inlichtingen heeft de burgemeester den minister van Justitie verzocht den heer Van der M. als commissaris aan den kroon voor te dragen. De bekend geworden frauduleuze handelingen, hebben de overheid zeer pijnlijk aangedaan. Spreker zal hierover nadere inlichtingen geven, als het onderzoek voor den rechter commissaris is beëindigd. Spreker hoopte, dat de zaak tot volledige klaarheid zou komen ook met betrekking tot de vraag, of er iemand aansprakelijk zou kunnen worden gesteld, wegens het geven van misleidende inlichtin gen over een sollicitant voor een zoo belang rijke functie als commissiaris van politie. Intusschen betreurt de burgemeester het gebeurde in meer dan een opzicht. Niet het minst voor het Nijmeegsche politiecorps, dat door deze gebeurtenis wel pijnlijk is getroffen. Spr. vraagt echter het volste vertrouwen voor het politiecorps, dat meermalen getoond heeft volkomen voor zijn taak berekend te zijn. De heer Gautsch zeide als oudste gemeente raadslid dat hij ervan overtuigd was, dat het niet aan den burgemeester gelegen heeft, dat de zaak zoo is afgeloopen; spreker hoopte dat met de aanstelling van een nieuwe commis saris in alle opzichten een goede keus zal wor den gedaan. De burgemeester dankte den heer Gautsch voor zijn woorden. DE „TARAKAN" TE SKJOLDEX. De N.V. Stoomvaart maatschappij „Neder land" bericht, dat blijkens een telegram van den gezagvoerder het ms. „Tarakan" dat zich op zijn tweede jeugdreis in Noorwegen bevindt. Woensdagmorgen te Skjolden is aan gekomen. De deelnemers hebben prachtig weer. Aan boord heerscht een uitmuntende stemming. 111:1111:11 In vergelijking tot het verkeer in 1932 is het verkeer op ongeveer alle wegen toegenomen, In het verslag wordt dienaangaande opge merkt dat de relatieve toeneming in de op eenvolgende driejarige perioden sedert 1923 steeds vermindert Het verkeer van motorrij tuigen is in de laatste driejarige periode (1932- 1935) met 17 pCt. toegenomen; het aantal in Nederland aanwezige motorrijtuigen is blij kens de „Statistiek der motorrijtuigen" sedert 1932 slechts met 7,5 pCt. vermeerderd. Blijk baar maakt men dus van het motorvoertuiL een intensiever gebruik dan in 1932, hetgeen vooral het geval is voor het vrachtmotorvoer tuig. Het rijwielverkeer is sedert 1932 met 16 pCt. toegenomen, met welk percentage ook het aantal aanwezige rijwielen is vermeerderd. De toeneming van het rijwielverkeer buiten de bebouwde kommen moet dus, naar het schijnt, uitsluitend worden toegeschreven aan het in gebruik nemen van meer rijwielen. In het verslag zijn gegevens verzameld over de snelheden, waarmede door verschillende soorten vervoermiddelen op verschillende soor ten verhardingen wordt gereden. Hieruit blijkt dat de cementbetonverhardingen onder vrij wel alle omstandigheden het snelst worden be reden. De motorrijwielen, de vrachtauto's en de tractors met aanhangwagen geven bij avond echter de voorkeur aan een droog as faltbeton-dek De grootste frequenties treft men voor de door personenauto's ontwikkelde snelheden op cementbetonwegen en teerslag- of teerslakkenwegen aan tusschen 60 cn 75 km. per uur, op asfaltbetonwegen tusschen 60 en 70 km. per uur, op klinkerwegen tusschen 50 en 65 km. per uur en op keiwegen tusschen 45 en 65 km. per uur. In onze omgeving de weg Haarlem- Amsterdam de belangrijkste. Ten aanzien van het verkeer op de drie bij Haarlem samenkomende hoofdverkeerswegen naar het noorden, het oosten en het zuiden, kan nog hst volgende worden opgemerkt- Van deze wegen is de weg Haarlem-Amster dam de belangrijkste Het gemiddelde verkeer per dag van 14 uur, langs de waarnemings- punten, welke het dichtst bij Haarlem z:"jn ge legen, bedraagt op den weg Haarlem-Halfweg 5595 eenheden (12440 ton), op den weg Haar- lem-Bennebroek 4203 eenheden '10259 ton' en op den weg Haarlem-Velsen 3099 eenheden (7945 ton). In aantallen is het verkeer op den weg naar Amsterdam met ongeveer 1 pCt. afgenomen sedert 1932, hetgeen meerendeels moet worden toegeschreven aan een afneming van het ver keer van personenauto's. Het is mogelijk dat velen gebruik maken van de wegen in de Haarlemmermeer om het drukke verkeer op den weg Amsterdam-Haarlem te vermijden; het is niet onwaarschijnlijk dat het verkeer na de aangebrachte verbreedingen weer zal toe nemen. Ook het verkeer op den weg naar Vel- sen is vrij constant gebleven; hierop bedraagt de toeneming slechts 2.4 pCt. Het verkeer van personenauto's is sedert 1932 met 9.4 pCt. af genomen. Het wegverkeer op den weg naar Den Haag vertoont daarentegen een toene ming van 25.7 pCt. Men treft op de genoemde drie wegen een opmerkelijk verschil in den aard van~het ver keer aan. Het verkeer op den weg naar Am sterdam bestaat voor 69 pCt. uit personen auto's en voor 20 pCt. uit vrachtvoertuigen, op den weg naar Den Haag zijn deze percen tages respectievelijk 63 pCt. en 25 pCt. en op den weg naar Velsen 44 pCt. en 28 pCt. Op den weg Haarlem-Alkmaar blijkt bovendien een vrij intensief verkeer van autobussen voor te komen 'ruim 100 autobussen per dag van 14 uur). Het avond- en het nachtverkeer is op den weg naar Amsterdam het grootst, op den weg naar Den Haag het minst. De waarnemingen welke gedurende twee maal een week, respectievelijk in Augustus en in October, zijn gehouden, hebben tot merkwaardige resultaten geleid ten aanzien van de dagelijksche overheersching van een der beide verkeersrichtingen. Gebleken is n.l. dat op de wegen Haarlem-Amsterdam en Haarlem-Bennebroek het verkeer naar Haar lem belangrijk meer is geweest dan dat in de tegenovergestelde richting, terwijl op den weg naar Velsen het verkeer uit Haarlem op nage noeg alle dagen overheerschend is geweest. Dergelijke gevallen komen nog op meer punten voor. waaruit in het verslag gecon cludeerd wordt dat een gedeelte van het ver keer als circuleerend kan worden beschouwd. Men kan het verkeer uitdrukken in aantal len der waargenomen vervoermiddelen e. a. 'personenauto's, vrachtauto's enz alsook in tonnen, (het z.g. „tonverkeer". waarin de aan tallen en de gemiddelde gewichten (eigen ge wicht en belading) zijn verwerkt. RIJKSSTRAATWEG 16 HAARLEM-N. TELEF 16 7 2 6 _loos trekken inbegr. BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING. Spreekuren alle werkdagen van 9—12 en 14 uur. Zaterd. 9—12 uur. Avondspreekuren Dinsdag. Woensd. en Donderd. v. 7—9 u. (Adv. Ingez. Med.) Temporal. ALICANTE, Juli. In een van de laatste miniaturen sprak ik van een ..Temporal', een cycloon, dien wij hier voor kort hebben medegemaakt en die tot een ware ramp voor onze streek werd. zonder dat het anders toch zoo noodige wa ter, dat het natuurverschijnsel medebracht, ook maar eenig voordeel afwierp. Ik werd dan op een vroegen morgen gewekt door het hier ongewone, maar tevens zoo bijzonder welkome geluid van een harde regenbui. Doch terwijl anders zoo'n regen slecht-s kort duurt en spoedig in kracht afneemt, scheen het ditmaal, of het hoe langer hoe harder begon, tot eindelijk een geweld neer ging als ik nog nimmer tevoren hoorde. Was het werkelijkheid? Wat gebeurde er? Ik vloog naar onze voorkamer, waar inmiddels het binnenstroomende water me al verraste, dan naar de voordeur, die ik maar even op een kier opende om ze direct weer te slui ten. blij. dat het nog ging. Zien konden we nog niet veel, maar dit was duidelijk, dat we voor een ramp stonden, want alles om ons heen stond al hoog onder water en rechts en links van ons huis. dat hooger ligt dan de omgeving, was een geluid te hooren als of een bergstroom naar beneden kwam. Maar waar kwam die op eens vandaan? En. voor alles, als die stroom zich een weg ging banen naar de zee. door en over het dorp beneden ons. wat ging er gebeuren? Het was verschrikkelijk en toch zóó zou het paan! En wij stonden daar volkomen machteloos, nog in het halfdonker, rondom omgeven door watermassa's, ook zelf niet wetend waar we aan toe waren, terwijl het geluid van instortingen op eigen erf de verschrik king nog vermeerderde. Een paar uur hield het geweld aan en toen het eindelijk ophield en een overzicht mogelijk werd. was het een schrikkelijk beeld van verwoesting, dat zich ons bood. Rondom waren de velden over dekt met ontwortelde boomen. zware steen blokken en zand, vóór alles met een zware laag zand uit de bergen achter ons. wier hooge wanden als watervang hadden ge diend voor de wolkbreuk. Zóó had zich de stroom gevormd die. wel een paar honderd meter breed, aan beide zijden van onzen heuvel naar beneden ging en het dal rechts van ons doorstroomde, zoodat alleen een kruinspits van de olijfboomen er hier en daar uitstak; en de beide armen van dien stroom vereenigden zich beneden weer en het bruisende water ging dan naar zee, voor een groot deel dwars door het dorp, vreese- lijke verwoestingen aanrichtend, zelfs heeie huizen meesleurend. Hoe was 't mogelijk, vroegen wij ons af, dat het dorp ooit daar was gebouwd als een dergelijke ramp ge beuren kon? Men zeide ons wel, dat hier nog nooit zooiets was voorgekomen, in de oudste dorpsfamilies had men er nooit van gehoord, het was eenvoudig een unicum, waarmede ook voor de toekomst niet meer hoefde te worden gerekend enz. Maar een nauwkeurige beschouwing van de streek bracht ons toch tot de overtuiging, dat der gelijke calamiteiten ook in het verleden moesten hebben plaats gehad en dat dezelf de weg, dien thans het water gevolgd had. ook in vroegere tijden reeds als stroombed moest hebben gediend. Verder waren ook beneden op onze terrei nen zware zandbanken, blijkbaar van vroe gere overstroomingen afkomstig. En ook kwamen thans, door de uitspoelingen van het water, beneden in een breeden hollen weg. oude beschoeiingen weer aan het dag licht van akkers, die lang geleden door een ramp als deze onder het zand moesten zijn bedolven. Maar bitter was het in ieder geval, dat zulk een calamiteit, die wellicht alle paar eeuwen dan eens voorkwam, nu weder het thans hier levend geslacht moest treffen. Onherstelbaar was de schade, vele lande rijen waren voorgoed bedorven en in het dorp waren vele menschen arm gewoi-den. Maar als men nu denken zou, dat de men schen daarom terneergeslagen waren, of zelfs maar iets van hun natuurlijke opge wektheid kwijt zouden zijn, dan vergist men zich het „keep smiling" van dén En- gelschman, geldt ook hier heel sterk. Zonder klacht, als met Oostersch fatalisme, gingen reeds den volgenden dag de boerenfamilies langs hun vaak met een paar meter zand bedekte akkers, veelal schertsend, als wilden ze zich niet laten overtroeven door de zon, die weer boven hun hoofden aan wolkenloo- zen hemel straalde, als was er niets gebeurd. En dan was er ook dadelijk in het heele dorp een geest van onderlinge hulp vaardig geworden, waarvoor men niet genoeg bewon dering kon hebben. Allen hielpen allen, en nu ook letterlijk met alles: men trok bij elkaar in. gebniikte eikaars goed. werkte voor elkaar om huis en huisraad weer in or de te brengen, en dat alles met een vanzelf sprekendheid, die 't de wederpartij niet moeilijk maakte, de hulp te accenteeren. Na tuurlijk ontbrak de „note gaic" niet. De vrouwen, die bij de ramp haar garde robe er bij ingeschoten hadden, zorgden wel dat zij met de geleende kleeren ook thans nog zoo voordeelig mogelijk voor den dag kwamen en hadden overigens in ongeloofe- lijk korten tijd weer eigen nieuwe dingetjes klaar. Doch bij de mannen waren in dit op zicht stukjes te zien, die werklijk grappig waren. Zoo loopt b.v. onze metselaar, een heel lange, broodmagere man. op het oogen- blik rond in een oude gekleede jas van den burgemeester, die nu eenmaal juist een zeer gevuld figuur heeft en ook weer niet zoo lang is als onze goede Emilio En dat ziet er zoo mal uit. dat hij zelf er niet goed het !achen bij houden kan. als wij hem tegen komen Maar het geheel was in hooge mate sympathiek, 't Gaf alles blijk van een voor beeldden burgerzin, waaraan de herinnering niet verloren zal gaan. C. B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5