De wijziging in de
speiling-Marchant.
De verkeerswaarnemingen van den
Rijkswaterstaat in 1935.
Tandheelkundig
Instituut
GEHEEL GEBIT
Spaansche miniaturen.
DONDERDAG 23 JUEI 1936
HAARDE M'S DA'GBtAD
3
Het nieuwe Koninklijk Besluit.
In de Staatscourant van Woensdag is afge
kondigd het Koninklijk besluit van 18 Juli
1936 tot wijziging van de Koninklijke beslui
ten van 28 Augustus 1934 met betrekking tot
de schrijfwijze van de Nederlandsche taal.
In dit Koninklijk besluit wordt bepaald, dat
de toevoeging, vervat in elk der bovengenoem
de Koninklijke besluiten, gelezen wordt als
volgt:
Bij het schriftelijk werk volgt de adspirant
de schrijfwijze volgens de Vries en te Winkel,
met de navolgende afwijkingen:
1. de „e" wordt aan het eind van open let
tergrepen niet verdubbeld. De „ee" blijft ech
ter aan het einde van een woord, alsmede in
afleidingen en samenstellingen van woorden
op -ee.
2. de „o" wordt aan het eind van open let
tergrepen niet verdubbeld. De ,.oo" blijft ech
ter vóór „ch" in de woorden: goochelen, goo
chem, loochenen, alsmede in hun afleidin
gen en samenstellingen.
3. ..Sch" wordt alleen daar geschreven, waai
de „ch" gesproken wordt. Echter behoudt het
achtervoegsel -isch de thans gangbare spel
ling.
4. De verbuigingsuitgangen „e" en „en" van
het lidwoord „een" van „geen" en van de bij
voeglijk gebruikte bezittelijke voornaamwoor
den „mijn", „uw" „zijn", „hun", „haar" mogen
worden weggelaten, behalve in staande uit
drukkingen als hare hoogheid, te zijnen huize,
en in bijzondere taal en bijzonderen stijl.
5. De naamvalsuitgang -n bij lid
woorden, voornaamwoorden, bijvoeg
lijke naamwoorden of daarmede ge
lijkstaande verbuigbare woorden mag
worden weggelaten, behalve:
a. in staande uitdrukkingen en in
bijzondere taal en bij zonderen stijl;
b. in het enkelvoud bij de namen
van mannelijke personen, bij de na
men van dieren, die óf uitsluitend
een mannelijk individu aanduiden, óf
een gebruikelijk afleidsel op -in ter
aanduiding van het vrouwelijk
individu naast zich hebben, be
nevens bij woorden, die een kennelijk
mannelijke zelfstandigheid aandui
den.
6. Onverminderd hetgeen geldt voor
staande uitdrukkingen, bijzondere
taal en bijzonderen stijl, richt men
zich bij de voornaamwoordelijke aan
duiding van zelfstandigheden en bij
het gebruik van den tweeden naamval
enkelvoud naar het beschaafde taal
gebruik, met dien verstande, dat zij,
haar, der, dezer, enz. niet gebruikt
mogen worden met betrekking tot de
namen van mannelijke personen, van
dieren, die óf uitsluitend een manne
lijk individu aanduiden, óf een ge
bruikelijk afleidsel op -in ter aandui
ding van het vrouwelijk individu
naast zich hebben, benevens met be
trekking tot de woorden, die een ken
nelijk mannelijke zelfstandigheid
aanduiden, en dat hij, zijn, hen, hun,
des, dezes, enz. niet gebruikt mogen
worden met betrekking tot de namen
van vrouwelijke personen en de na
men van dieren, die uitsluitend een
vrouwelijk individu aanduiden.
Een vergelijking met de
spelling-Marchant.
Ter vergelijking van de nieuwe spelling
regels met die van het vorige koninklijk be
sluit laten we hieronder de redactie volgen
van de z.g. spelling-Marchant:
De leden 1, 2 en 3 zijn ongewijzigd.
Lid 4 luidde: de verbuigingsuitgangen „e"
en „en" van het lidwoord „een", van „geen"
en van de bijvoeglijk gebruikte bezittelijke
voornaamwoorden „mijn", „uw", „zijn", „hun"
„haar", mogen worden weggelaten behalve in
staande uitdrukkingen als hare hoogheid, te
zijnen huize, waar deze uitgangen in de be
schaafde gesproken taal worden gehoord.
Lid 5 luidde: de naamvalsuitgang -n bij
lidwoorden, voornaamwoorden, bijvoeglijke
naamwoorden of daarmede gelijkstaande ver
buigbare woorden wordt behalve in staande
uitdrukkingen, als onder 4 bedoeld, slechts
gebruikt in het enkelvoud bij de namen van
mannelijke personen en bij de namen van
dieren, die uitsluitend een mannelijk individu
aanduiden.
Lid 6 luidde: bij de voornaamwoordelijke
aanduiding van zelfstandigheden en bij het
gebruik van genitiefvormen als der, dezer, des
richt men zich naar het beschaafde spraak
gebruik.
Kanalenplan in Groningen
goedgekeurd.
Provinciale Staten van Groningen hebben
goedgekeurd het voorstel van Ged. Staten
van die provincie, waarin de verbetering
voorgesteld wordt van de kanalen van Gro
ningen over Winschoten naar de Nieuwe
Staten Zijlen en die van de veenkanalen, ter
wijl voorts de voor de voeding van deze ka
nalen noodige werken zullen worden uitge
voerd.
De totale kosten bedragen f 6.875.000 waar
van het rijk maximaal f 4.750.000 voor zijn
rekening neemt.
HERSTELLINGSOORD-VEREENIGING
VOOR SPOORWEGPERSONEEL.
Door de dezer dagen te Amsterdam gehou
den algemeene vergadering van bovenge
noemde vereeniging werden het jaarverslag
en de balans en winst- en verliesrekening
over het jaar 1935, alsmede de begrooting
voor het jaar 1937 goedgekeurd Het voorstel
van het bestuur om in 1936 buiten de voor
geschreven gewone jaarlijksche aflossing van
f 2000 een bedrag ad f 8000 van de hypotheek
op de gebouwen extra af te lossen waardoor
deze wordt teruggebracht tot f 35.000 werd
aangenomen. De aftredende bestuursleden,
de heeren H. J. A Engel te Utrecht, F. Heus
te Vorden en J. W. H. Prins en J. Wit te
Haarlem werden herkozen terwijl in de
twee bestaande vacaturen werden gekozen
de heeren J. F. Boseker te Utrecht en J. A
Mittelmeyer te Amsterdam.
Spaansche gezant verlaat zijn
post.
Wegens meeningsverschil met zijn regeering.
De Spaansche gezant te 's-Gravenhage, Z.
E. José Maria Doussinague y Texidor. heeft
telegrafisch aan zijn regeering zijn ontslag
aangeboden en uit Madrid bericht ontvan
gen dat zijn ontslag aanvaard is.
De gezant heeft tot zijn demissie aanlei
ding gevonden in het beleid der tegenwoor
dige Spaansche regeering.
Man door tram gegrepen.
Op slag gedood.
Woensdagmiddag om kwart voor vier is op
de Oost-Molenwerfbrug te Rotterdam, een
daar wandelende voetganger door een wagen
van de Rotterdamsche electrische tram ge
grepen en tegen den grond geslingerd. De
man kwam onder den wagen terecht en werd
vrijwel op slag gedood. Men moest den wagen
opvijzelen om het zwaar verminkte lijk er
onder uit te halen.
Het ongeluk geschiedde tijdens werkzaam
heden aan de nieuwe Oostbrug. waar men
een geïmproviseerden wissel had aangelegd.
De bijwagen van lijn vier is op dezen wissel
uit de rails geloopen waarbij de man, de 54-
jarige gemeente-arbeider P. van der Have,
overreden werd en op slag gedood.
NATIONALE LANDDAG HERVORMDE
GEREF. STAATSPARTIJ.
Woensdag heeft de Hervormd Gerefor
meerde Staatspartij in den theetuin Berg en
Bosch te Apeldoorn een nationale landdag
gehouden, welke door bijna zevenhonderd
deelnemers uit alle deelen des lands is be
zocht. In de ochtendvergadering, welke ge
opend werd door ds. C. A. Lingbeek, lid der
Tweede Kamer, sprak ds. G. Th. Smit, emeri
tus predikant te Apeldoorn een inleidend
woord, waarna ds. H. E. Gravemeyer, predi
kant te Amsterdam, een rede hield over het
onderwerp „Onderwerping".
In de middagvergadering sprak ds. B.
Gijzel van Amsterdam over het onderwerp:
„Godsregeering", waarna ds. L. Boer van
Scheveningen het slotwoord sprak.
JONGETJE VERDRONKEN.
Woensdagavond waren eenige kinderen
aan den Zuider-Akerweg bij de Ringvaart te
Sloten aan het spelen. Het 5-jarig jongetje
P. Oudshoorn klom op den rug van een van
zijn kameraadjes en viel daarbij voorover in
het water. Uit angst liepen de andere kin
deren hard weg. Later vertelden zij wat er
gebeurd was, doch toen was het knaapje
reeds verdronken
I
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1886.
23 Juli
Het gewijzigde ontwerp-adres van ant
woord der Tweede Kamer op de ope
ningsrede, luidt aldus:
Sire!
1. De Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal waardeert het hoogelijk, dat deze
zitting wederom door Uwe Majesteit
mocht worden geopend.
2. Erkentelijk voor de mededeelingen,
in Uwer Majesteits rede vervat, mag zij
niet verhelen, dat naar hare meening
nevens de lichtzijden in 's lands toe
stand, ook schaduwzijden zijn waar te
nemen, en met name in Nederlandsch-
Indië, meer dan eene aangelegenheid
bijzondere zorg vereischt
3. Aan de behandeling der aangekon
digde wetsontwerpen, in het bijzonder
aan de hex-ziening der Grondwet, hoopt
zij hare beste krachten te wijden.
4. Onder de belangrijke voorschriften
der hoogste Staatswet, waarvan wijzi
ging raadzaam is, behooren die betref
fende het kiesrecht. Naar de overtuiging
der Kamer zal 's lands belang het best
gediend worden, wanneer aan den ge
wonen wetgever bij de toekomstige re
geling van dat ontwerp eene groote ma
te van vrijheid wordt toegekend, en aan
de gewijzigde Grondwet voorloopige be
palingen worden toegevoegd, strekkende
om de kiesbevoegdheid reeds dadelijk
uit te breiden buiten den kring, door de
tegenwoordige Grondwet afgebakend.
5. Mogen de werkzaamheden van Uwe
Majesteit en van de Staten-Generaal,
onder Hoogeren Zegen, het welzijn van
het vaderland bevorderen.
Door rangeertrein gegrepen.
Reiziger zwaar gewond.
In haast de spoorbaan overgestoken.
Woensdagmiddag omstreeks half een is
de 43-jarige gehuwde heer L. Neut, wonende
te Delftzijl onder een rangeertrein geraakt.
Hij zou met zijn dochter vier weken op reis
gaan, maar had zich iets verlaat en stak in
zijn haast den spoorbaan over. Daarbij merkte
hij den naderenden rangeertrein niet op. Zijn
dochter kon nog van den baan komen, maar
de heer Neut zelf werd gegrepen en overre
den. Hij zal het rechterbeen moeten missen.
Een geneesheer verleende de eerste hulp.
waarna het slachtoffer naar het Academisch
Ziekenhuis te Groningen werd overgebracht.
Zijn toestand is zorgwekkend.
Illllllllllll
Grepen uit het verslag.
Aan het onlangs verschenen verslag be
treffende de door den Rijkswaterstaat in het
vorig jaar verrichte verkeerswaarnemingen
zijn de volgende gegevens ontleend.
Het doel der waarnemingen
De vérkeerswaarnemingen, waarvan hier
sprake is, worden sinds 1923 om de drie jaar
herhaald, teneinde de ontwikkeling van het
verkeer, in verband met het uitwerken van
uitbreidings- en verbeteringsplannen, het
vaststellen van nieuwe verkeersregels e. a., op
den voet te kunnen volgen. De waarnemingen
zijn verricht op alle wegen van het Rijks
wegenplan 1932 en op enkele secundaire Rijks
wegen. In het Rijkswegenplan 1932 zijn alle
primaire wegen opgenomen, ter lengte van
3000 km., waarvan 2000 km. in beheer en on
derhoud bij het Rijk, waaronder te verstaan
alle wegen, welke voor het doorgaand verkeer
van motorvoertuiger. -van belang zijn, of dit.
naar verwacht mag worden, nog zullen wor
den.
De secundaire wegen zijn meer in 't bijzon
der van interlocaal belang.
Het spreekt vanzelf dat deze onderscheiding
van wegen in bepaalde groepen, zich moet
uitdrukken in de gemiddelde verkeerscijfers.
hoewel men niet mag aannemen dat de in
tensiteit van het verkeer op alle wegen van
het primaire net van dezelfde orde van groot
te is. Een zeer sprekend verschil in intensiteit
doet zich n.l. voor tusschen het verkeer op de
wegen Amsterdam-Laren, Amsterdam-Haar
lem-^'s-Gravenhage-Rotterdam, Utrecht-De
Bilt en het verkeer op de overige primaire we
gen. Het gemiddelde verkeer per dag van 14
uur (van 6 tot 20 uur) op de eerstgenoemde
wegen omvat n.l. 5577 eenheden 13011
ton) waaronder zijn begrepen alle soorten
motorrijtuigen, bespannen voertuigen, onbe-
spannen paarden, vee, rijwielen met hulpmo
tor, bakfietsen, enz., echter niet de gewone
rijwielen, de trams en de voetgangers. Het
gemiddelde verkeer op de overige primaire
Rijkswegen bestaat uit 977 eenheden 2576
ton), dat op de primaire niet-Rijkswegen uit
550 eenheden 1503 ton) en dat op de se
cundaire Rijkswegen uit gemiddeld 323 eenhe
den 862 ton). De wegvakken waar het
drukste verkeer van Nederland wordt waar
genomen bevinden zich ten zuiden en ten
noorden van 's-Gravenhage, met respectieve
gemiddelden per dag van 14 uur van 11246
eenheden 25593 ton) en 8422 eenheden
19037 ton). In het algemeen worden bij
de steden de hoogste aantallen waargenomen,
hetgeen ook zeer begrijpelijk is, daar men
veelal liefst buiten de eigenlijke stad
woont. Het voorstadsverkeer is dan ook van
groote beteekenis.
Personenauto's vormen de helft
van het verkeer.
Wanneer men de verhoudingen nagaat,
waarin de verschillende verkeerssoorten in
het totaal verkeer zijn opgenomen, dan blijkt
dat gemiddeld over alle wegen ruim de helft
van het verkeer bestaat uit personenauto's,
een vierde gedeelte uit vrachtvoertuigen en
ongeveer een vierde gedeelte uit andere ver
voermiddelen. De onderlinge verhoudingen
varieeren nog eenigszïns naarmate de wegen
'van meer of minder belang zijn. Zoo schom
melt het aandeel van het personenautover
keer tusschen 41 pCt. op de minst drukke we
gen waarop de verkeerswaarnemingen zijn
verricht, en 64 pCt. op de bovengenoemde
drukste wegen, het vrachtverkeer respectieve
lijk tusschen 30 pCt. en 23 pCt. Het aandeel
in het tonverkeer bedraagt echter voor het
vrachtverkeer, ruw geschat, 50 pCt., voor het
personenautoverkeer 34 pCt. en voor het ove
rige verkeer 16 pCt.
De intensiteit van het rij wiel verkeer is voor
de meeste wegvakken grooter dan die van de
overige verkeerssoorten, (het bovenbedoelde
totaal-verkeer). Ook voor het rijwielverkeer
treft men over groote afstanden een zeer druk
verkeer aan in het westen van ons land, waar
het gemiddelde aantal op de meergenoemde
drukste wegen 3736 bedraagt per dag van 14
uur. Het gemiddelde aantal rijwielen op de
primaire Rijkswegen in het overig deel van
het land bedraagt 1280, op de secundaire
Rijkswegen 656.
Het verkeer van rijwielen met hulpmotor en
van bakfietsen (driewielers) concentreert zich
in hoofdzaak in de onmiddellijke nabijheid
van bevolkingscentra, met uitzondering echter
van westelij k-Nederland waar deze vervoer
middelen over grootere afstanden worden
waargenomen, evenals op het wegvak Mar-
tenshoek-Ter Apel.
Twintig verschillende verkeerssoorten
In het verslag is voor elk der 542 waarne-
mingspunten, welke over het geheele boven
besproken wegennet zijn verdeeld, het ver
keer gedetailleerd opgegeven naar twintig ver
schillende verkeerssoorten. waarvan er enkele
in bovenstaande beschouwingen zijn opgeno
men. Mocht men op deze wijze dus een volle
dig beeld hebben gekregen van het verkeer
op het belangrijkste deel van den dag. tus
schen 6 en 20 uur, in enkele gevallen kan het
zijn nut hebben de dag- en uurfrequenties
van het verkeer te leeren kennen. Voor de
verhouding van het 24-uurs-verkeer tot het
14-uurs-verkeer heeft men voor de personen
auto het verhoudingsgetal 1,22 gevonden, voor
het vrachtverkeer 1,14 en voor het rijwiel-
verkeer 1,19. Hieruit blijkt wel van welke ge
ringe relatieve beteekenis het vrachtverkeer
tusschen 8 uur 's avonds en 6 uur 's morgens
wel is, terwijl het verkeer van personenauto's
nog beteekenend kan zijn. Ook andere ver
schillen kunnen nog tusschen het verkeer van
personenauto's en het vrachtverkeer worden
aangegeven. Het vrachtverkeer bereikt eer
der in den nacht een minimum (tusschen 1
en 3 uur) dan het personenautoverkeer (tus
schen 3 en 5 uur), maar begint dan ook vroe
ger weer. Over het algemeen blijft de inten
siteit van het vrachtverkeer tusschen 9 uur
en 19 uur vrij constant terwijl het personen
autoverkeer sprekende toppen vertoont tus
schen 9 en 11 uur en tusschen 17 en 18 uur.
Het rijwielverkeer is sterk onderhevig aan
seizoensinvloeden. In het zomerseizoen komen
markante toppen voor tusschen 10 en 11 uur
en tusschen 17 en 18 uur en is ook het avond-
verkeer nog zeer belangrijk tot het invallen
van den schemer buiten het zomerseizoen
treft men de dagmaxima aan tusschen 7 en
9 uur, tusschen 12 en 14 uur en tusschen 17
en 18 uur.
De fraude van Nijmegen's
politiecommissaris.
Een verklaring van den burgemeester.
In de Woensdagmiddag gehouden raads
vergadering heeft de burgemeester van Nij
megen eenige mededeelingen gedaan over de
zaak van den geschorsten commissaris van
politie Van der M. De burgemeester deelde
mede, dat hij voor de vervulling van de in
1933 ontstane vacature van commissaris van
politie een minutieus onderzoek ingesteld
heeft en zeer goede inlichtingen heeft ver
kregen over den toenmaals Haagschen inspec
teur.
Op grond van de verkregen inlichtingen
heeft de burgemeester den minister van
Justitie verzocht den heer Van der M. als
commissaris aan den kroon voor te dragen.
De bekend geworden frauduleuze handelingen,
hebben de overheid zeer pijnlijk aangedaan.
Spreker zal hierover nadere inlichtingen
geven, als het onderzoek voor den rechter
commissaris is beëindigd. Spreker hoopte, dat
de zaak tot volledige klaarheid zou komen
ook met betrekking tot de vraag, of er iemand
aansprakelijk zou kunnen worden gesteld,
wegens het geven van misleidende inlichtin
gen over een sollicitant voor een zoo belang
rijke functie als commissiaris van politie.
Intusschen betreurt de burgemeester het
gebeurde in meer dan een opzicht. Niet het
minst voor het Nijmeegsche politiecorps, dat
door deze gebeurtenis wel pijnlijk is getroffen.
Spr. vraagt echter het volste vertrouwen voor
het politiecorps, dat meermalen getoond heeft
volkomen voor zijn taak berekend te zijn.
De heer Gautsch zeide als oudste gemeente
raadslid dat hij ervan overtuigd was, dat het
niet aan den burgemeester gelegen heeft, dat
de zaak zoo is afgeloopen; spreker hoopte dat
met de aanstelling van een nieuwe commis
saris in alle opzichten een goede keus zal wor
den gedaan.
De burgemeester dankte den heer Gautsch
voor zijn woorden.
DE „TARAKAN" TE SKJOLDEX.
De N.V. Stoomvaart maatschappij „Neder
land" bericht, dat blijkens een telegram van
den gezagvoerder het ms. „Tarakan" dat
zich op zijn tweede jeugdreis in Noorwegen
bevindt. Woensdagmorgen te Skjolden is aan
gekomen. De deelnemers hebben prachtig
weer. Aan boord heerscht een uitmuntende
stemming.
111:1111:11
In vergelijking tot het verkeer in 1932 is het
verkeer op ongeveer alle wegen toegenomen,
In het verslag wordt dienaangaande opge
merkt dat de relatieve toeneming in de op
eenvolgende driejarige perioden sedert 1923
steeds vermindert Het verkeer van motorrij
tuigen is in de laatste driejarige periode (1932-
1935) met 17 pCt. toegenomen; het aantal in
Nederland aanwezige motorrijtuigen is blij
kens de „Statistiek der motorrijtuigen" sedert
1932 slechts met 7,5 pCt. vermeerderd. Blijk
baar maakt men dus van het motorvoertuiL
een intensiever gebruik dan in 1932, hetgeen
vooral het geval is voor het vrachtmotorvoer
tuig. Het rijwielverkeer is sedert 1932 met
16 pCt. toegenomen, met welk percentage ook
het aantal aanwezige rijwielen is vermeerderd.
De toeneming van het rijwielverkeer buiten de
bebouwde kommen moet dus, naar het schijnt,
uitsluitend worden toegeschreven aan het in
gebruik nemen van meer rijwielen.
In het verslag zijn gegevens verzameld over
de snelheden, waarmede door verschillende
soorten vervoermiddelen op verschillende soor
ten verhardingen wordt gereden. Hieruit blijkt
dat de cementbetonverhardingen onder vrij
wel alle omstandigheden het snelst worden be
reden. De motorrijwielen, de vrachtauto's en
de tractors met aanhangwagen geven bij
avond echter de voorkeur aan een droog as
faltbeton-dek De grootste frequenties treft
men voor de door personenauto's ontwikkelde
snelheden op cementbetonwegen en teerslag-
of teerslakkenwegen aan tusschen 60 cn 75
km. per uur, op asfaltbetonwegen tusschen 60
en 70 km. per uur, op klinkerwegen tusschen
50 en 65 km. per uur en op keiwegen tusschen
45 en 65 km. per uur.
In onze omgeving de weg Haarlem-
Amsterdam de belangrijkste.
Ten aanzien van het verkeer op de drie bij
Haarlem samenkomende hoofdverkeerswegen
naar het noorden, het oosten en het zuiden,
kan nog hst volgende worden opgemerkt-
Van deze wegen is de weg Haarlem-Amster
dam de belangrijkste Het gemiddelde verkeer
per dag van 14 uur, langs de waarnemings-
punten, welke het dichtst bij Haarlem z:"jn ge
legen, bedraagt op den weg Haarlem-Halfweg
5595 eenheden (12440 ton), op den weg Haar-
lem-Bennebroek 4203 eenheden '10259 ton' en
op den weg Haarlem-Velsen 3099 eenheden
(7945 ton).
In aantallen is het verkeer op den weg naar
Amsterdam met ongeveer 1 pCt. afgenomen
sedert 1932, hetgeen meerendeels moet worden
toegeschreven aan een afneming van het ver
keer van personenauto's. Het is mogelijk dat
velen gebruik maken van de wegen in de
Haarlemmermeer om het drukke verkeer op
den weg Amsterdam-Haarlem te vermijden;
het is niet onwaarschijnlijk dat het verkeer na
de aangebrachte verbreedingen weer zal toe
nemen. Ook het verkeer op den weg naar Vel-
sen is vrij constant gebleven; hierop bedraagt
de toeneming slechts 2.4 pCt. Het verkeer van
personenauto's is sedert 1932 met 9.4 pCt. af
genomen. Het wegverkeer op den weg naar
Den Haag vertoont daarentegen een toene
ming van 25.7 pCt.
Men treft op de genoemde drie wegen een
opmerkelijk verschil in den aard van~het ver
keer aan. Het verkeer op den weg naar Am
sterdam bestaat voor 69 pCt. uit personen
auto's en voor 20 pCt. uit vrachtvoertuigen,
op den weg naar Den Haag zijn deze percen
tages respectievelijk 63 pCt. en 25 pCt. en op
den weg naar Velsen 44 pCt. en 28 pCt. Op
den weg Haarlem-Alkmaar blijkt bovendien
een vrij intensief verkeer van autobussen voor
te komen 'ruim 100 autobussen per dag van
14 uur). Het avond- en het nachtverkeer is
op den weg naar Amsterdam het grootst, op
den weg naar Den Haag het minst.
De waarnemingen welke gedurende twee
maal een week, respectievelijk in Augustus
en in October, zijn gehouden, hebben tot
merkwaardige resultaten geleid ten aanzien
van de dagelijksche overheersching van een
der beide verkeersrichtingen. Gebleken is n.l.
dat op de wegen Haarlem-Amsterdam en
Haarlem-Bennebroek het verkeer naar Haar
lem belangrijk meer is geweest dan dat in de
tegenovergestelde richting, terwijl op den weg
naar Velsen het verkeer uit Haarlem op nage
noeg alle dagen overheerschend is geweest.
Dergelijke gevallen komen nog op meer
punten voor. waaruit in het verslag gecon
cludeerd wordt dat een gedeelte van het ver
keer als circuleerend kan worden beschouwd.
Men kan het verkeer uitdrukken in aantal
len der waargenomen vervoermiddelen e. a.
'personenauto's, vrachtauto's enz alsook in
tonnen, (het z.g. „tonverkeer". waarin de aan
tallen en de gemiddelde gewichten (eigen ge
wicht en belading) zijn verwerkt.
RIJKSSTRAATWEG 16
HAARLEM-N. TELEF 16 7 2 6
_loos trekken inbegr.
BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING.
Spreekuren alle werkdagen
van 9—12 en 14 uur. Zaterd. 9—12 uur.
Avondspreekuren
Dinsdag. Woensd. en Donderd. v. 7—9 u.
(Adv. Ingez. Med.)
Temporal.
ALICANTE, Juli.
In een van de laatste miniaturen sprak
ik van een ..Temporal', een cycloon, dien wij
hier voor kort hebben medegemaakt en die
tot een ware ramp voor onze streek werd.
zonder dat het anders toch zoo noodige wa
ter, dat het natuurverschijnsel medebracht,
ook maar eenig voordeel afwierp. Ik werd
dan op een vroegen morgen gewekt door het
hier ongewone, maar tevens zoo bijzonder
welkome geluid van een harde regenbui.
Doch terwijl anders zoo'n regen slecht-s kort
duurt en spoedig in kracht afneemt, scheen
het ditmaal, of het hoe langer hoe harder
begon, tot eindelijk een geweld neer
ging als ik nog nimmer tevoren hoorde. Was
het werkelijkheid? Wat gebeurde er? Ik
vloog naar onze voorkamer, waar inmiddels
het binnenstroomende water me al verraste,
dan naar de voordeur, die ik maar even op
een kier opende om ze direct weer te slui
ten. blij. dat het nog ging. Zien konden we
nog niet veel, maar dit was duidelijk, dat we
voor een ramp stonden, want alles om ons
heen stond al hoog onder water en rechts
en links van ons huis. dat hooger ligt dan
de omgeving, was een geluid te hooren als
of een bergstroom naar beneden kwam.
Maar waar kwam die op eens vandaan? En.
voor alles, als die stroom zich een weg ging
banen naar de zee. door en over het dorp
beneden ons. wat ging er gebeuren? Het was
verschrikkelijk en toch zóó zou het paan!
En wij stonden daar volkomen machteloos,
nog in het halfdonker, rondom omgeven
door watermassa's, ook zelf niet wetend
waar we aan toe waren, terwijl het geluid
van instortingen op eigen erf de verschrik
king nog vermeerderde. Een paar uur hield
het geweld aan en toen het eindelijk ophield
en een overzicht mogelijk werd. was het een
schrikkelijk beeld van verwoesting, dat zich
ons bood. Rondom waren de velden over
dekt met ontwortelde boomen. zware steen
blokken en zand, vóór alles met een zware
laag zand uit de bergen achter ons. wier
hooge wanden als watervang hadden ge
diend voor de wolkbreuk. Zóó had zich de
stroom gevormd die. wel een paar honderd
meter breed, aan beide zijden van onzen
heuvel naar beneden ging en het dal rechts
van ons doorstroomde, zoodat alleen een
kruinspits van de olijfboomen er hier en
daar uitstak; en de beide armen van dien
stroom vereenigden zich beneden weer en
het bruisende water ging dan naar zee, voor
een groot deel dwars door het dorp, vreese-
lijke verwoestingen aanrichtend, zelfs heeie
huizen meesleurend. Hoe was 't mogelijk,
vroegen wij ons af, dat het dorp ooit daar
was gebouwd als een dergelijke ramp ge
beuren kon? Men zeide ons wel, dat hier
nog nooit zooiets was voorgekomen, in de
oudste dorpsfamilies had men er nooit van
gehoord, het was eenvoudig een unicum,
waarmede ook voor de toekomst niet meer
hoefde te worden gerekend enz. Maar een
nauwkeurige beschouwing van de streek
bracht ons toch tot de overtuiging, dat der
gelijke calamiteiten ook in het verleden
moesten hebben plaats gehad en dat dezelf
de weg, dien thans het water gevolgd had.
ook in vroegere tijden reeds als stroombed
moest hebben gediend.
Verder waren ook beneden op onze terrei
nen zware zandbanken, blijkbaar van vroe
gere overstroomingen afkomstig. En ook
kwamen thans, door de uitspoelingen van
het water, beneden in een breeden hollen
weg. oude beschoeiingen weer aan het dag
licht van akkers, die lang geleden door een
ramp als deze onder het zand moesten zijn
bedolven. Maar bitter was het in ieder geval,
dat zulk een calamiteit, die wellicht alle paar
eeuwen dan eens voorkwam, nu weder het
thans hier levend geslacht moest treffen.
Onherstelbaar was de schade, vele lande
rijen waren voorgoed bedorven en in het
dorp waren vele menschen arm gewoi-den.
Maar als men nu denken zou, dat de men
schen daarom terneergeslagen waren, of
zelfs maar iets van hun natuurlijke opge
wektheid kwijt zouden zijn, dan vergist men
zich het „keep smiling" van dén En-
gelschman, geldt ook hier heel sterk. Zonder
klacht, als met Oostersch fatalisme, gingen
reeds den volgenden dag de boerenfamilies
langs hun vaak met een paar meter zand
bedekte akkers, veelal schertsend, als wilden
ze zich niet laten overtroeven door de zon,
die weer boven hun hoofden aan wolkenloo-
zen hemel straalde, als was er niets gebeurd.
En dan was er ook dadelijk in het heele
dorp een geest van onderlinge hulp vaardig
geworden, waarvoor men niet genoeg bewon
dering kon hebben. Allen hielpen allen, en
nu ook letterlijk met alles: men trok bij
elkaar in. gebniikte eikaars goed. werkte
voor elkaar om huis en huisraad weer in or
de te brengen, en dat alles met een vanzelf
sprekendheid, die 't de wederpartij niet
moeilijk maakte, de hulp te accenteeren. Na
tuurlijk ontbrak de „note gaic" niet.
De vrouwen, die bij de ramp haar garde
robe er bij ingeschoten hadden, zorgden wel
dat zij met de geleende kleeren ook thans
nog zoo voordeelig mogelijk voor den dag
kwamen en hadden overigens in ongeloofe-
lijk korten tijd weer eigen nieuwe dingetjes
klaar. Doch bij de mannen waren in dit op
zicht stukjes te zien, die werklijk grappig
waren. Zoo loopt b.v. onze metselaar, een
heel lange, broodmagere man. op het oogen-
blik rond in een oude gekleede jas van den
burgemeester, die nu eenmaal juist een zeer
gevuld figuur heeft en ook weer niet zoo
lang is als onze goede Emilio En dat ziet
er zoo mal uit. dat hij zelf er niet goed het
!achen bij houden kan. als wij hem tegen
komen Maar het geheel was in hooge mate
sympathiek, 't Gaf alles blijk van een voor
beeldden burgerzin, waaraan de herinnering
niet verloren zal gaan.
C. B.