De eer van liet Sneeuwland
Jacht op waterwild.
De strijd om Madrid. Afdeelingen der regeeringstroepen
met veldgeschut in stelling ter verdediging der Spaansche
hoofdstad tegen de rebellen
De jachi op waterwild is geopend. Door moeras
en slik weei de jachthond de buii aan zijn
meesier te brengen
Door de K.N.A.C. werd Woensdag aan
het psychotechnisch laboratorium der
P.T.T. te den Haag een nieuw auto
model voorde psychotechnische keuring
van chauffeurs overgedragen. Ir. Damme
directeur-generaal der P.T.T., beproeft
het model
De Munttoren te Amsterdam wordt
versierd in verband met den alge-
meenen Rozendag in de hoofdstad
Te Laren speelden de .Free Foresters" Woensdag een cricketmatch
tegen de .Flamingo's", waarvan hierboven een spelmoment
Beladen met buit.
Een typisch snapshot tusschen het riet nabij Brielli
tijdens de jacht op waterwild, die thans geopend is
FEUILLETON
JAMES OLIVER CURWOOD.
HOOFDSTUK I.
De Muziek.
„Luister, John ik hoor muziek
Zacht fluisterend klonken de woorden van
de lippen der vrouw. Een van haar witte,
magere handen hief zich met een zwakke be
weging naar het ruwe gelaat van den man, die
naast haar bed geknield lag; en de groote,
donkere oogen, van wier blik hij den zijnen
had afgewend, schitterden gedurende een
oogenblik met een helderen glans, toen zij
nogmaals fluisterde:
,.John ik hoor muziek
Een zucht ontvlood aan haar lippen. Het
hoofd van den man zonk voorover, totdat het
dicht bij haar boezem rustte. Hij voelde het
trillen van haar hand tegen zijn wang: en in
die aanraking was iets, wat John Cummins
zei, dat er een einde gekomen was aan alle
leven, voor hem en voor haar. Zijn hart klopte
onstuimig, en zijn breede schouders schokten
van den angst en de smart, die knaagden aan
zijn ziel.
„Ja, het is mooie muziek, mijn Mélisse",
mompelde hij zacht, zijn snikken bedwingende.
„Het is de mooie muziek in de hemelen."
De hand drukte zich nog dichter tegen zijn
gelaat.
..Dit is geen hemelsche muziek John. Het is
echte echte muziek, die ik hoor."
„Het is de hemelsche muziek, mijn lieve Mé
lisse! Zal ik de deur openzetten, dat wij ze
beter kunnen hooren?"
De hand gleed weg van zijn wang. Cummins
hief het hoofd op, langzaam de breede schou
ders strekkende, terwijl hij neerkeek op het
bleeke gelaat, waarop zelfde de koortsgloed
aan het verdwijnen was, zooals hij den bleeken
gloed van de Noordelijke zon had zien verster
ven voor een opkomende sneeuwbui. Hij hief
zijn lange, schrale armen opwaarts naar het
dak der hut. en voor het eerst in zijn leven bad
hij bad hij tot den God, die deze wereld van
sneeuw en ijs en eindelooze wouden, tot dicht
bij den aardkoepel, geschapen had; die hem
deze vrouw had geschonken, en die haar nu
van hem wegnam.
Toen hij weer naar de vrouw keek. waren
haar oogen open, en in hun diepten gloeide
nog steeds het zwakke vuur van een groote
liefde. Haar lippen spraken tot hem op hun
oude, bekoorlijke wijze, die altijd beteekende,
dat hij ze kussen moest, en haar lokken stree-
len, en haar nog eens zeggen, dat ze het
schoonste wezen was op de geheele wereld.
„Mijn Mélisse!"
Hij drukte zijn gelaat tegen het hare, zijn
snikken smorende in haar zachte lokken, ter
wijl haar armen zich zwak ophieven, en om
zijn hals neervielen. Hij hoorde de snelle, hij
gende, reutelende ademhaling in haar borst,
en, flauw, nog eenmaal de woorden:
„Het is de muziek van mijn
volk!"
„Het is de muziek van de engelen in den
hemel, mijn lieve Mélisse! Het is onze mu
ziek. Ik zal de deur openzetten."
De armen waren van zijn schouders gegle
den. Met teedere bewegingen streek hij zijn
ruwe vingers door het loshangende, weelde
rige haar der vrouw en streelde hij haar ge
laat. zoo zacht, als liefkoosde hy de wang van
een slapend kind.
„Ik zal de deur openzetten. Mélisse".
Zijn van mocassins voorziene voeten maak
ten geen geluid, toen hij zich bewoog door het
kieine vertrek, dat hun woning uitmaakte.
Bij de deur bleef -hij luisterend stilstaan:
toen opende hij haar. en het blanke schijnsel
van den nacht stroomde naar binneh. over
hem heen. terwijl hij daar stond, met den blik
gericht naar het gedeelte van den hemel, waar
de koude, bleeke schichten van het noorder
licht tegen den horizon speelden. En tot hem
over klonk het sissende, droevige lied van het
noorderlicht een lied van eindelooze, groote
eenzaamheid, dat zij samen hadden leeren
kennen als de muziek des hemels.
Behalve deze mysterie-muziek was er geen
geluid. Voor de blikken van John Cummins
was er geen zichtbaar teeken van leven. En
toch nam hij die teekenen waar teekenen,
die hem den adem bij horten en stooten uit
de longen persten, en die hem naar buiten
joegen, den nacht in, zoodat de vrouw het niet
zou hooren.
Het was een uur na middernacht op den
post, waarachter zich de Woestenij uitstrekte.
Het was het uur van diepe rust voor zijn volk.
doch dien nacht kon niemand den slaap vin
den. In de enkele, ruwe blokhuizen brandde
een flauw licht. Het magazijn der Compagnie
was helder verlicht, en het kantoor van den
.agent, een oase voor de mannen der wildernis,
liet door een der vensters als een flikkerend,
geel oog een helder schijnsel vallen in de
witte schemering. Het volk was wakker. Het
wachtte. Het luisterde. Het waakte.
Toen de deur openging wijd en vol licht,
ging ook de deur van een der blokhuizen open,
en toen nog een; en op hun mocassins, als
schimmige schaduwen, traden de mannen uit
het kantoor van den agent naar buiten en
bleven daar staan om het woord van leven of
dood te vernemen van John Cummins lippen.
Op hun eigen manier zonden deze mannen,
die, zonder het zelf te weten, zeer dicht bij de
wegen Gods leefden, onuitgesproken gebeden
op naar den sterrenhemel, waarin zij smeek
ten. dat het schoonste, wat zij op de wereld
bezaten, voor hen gespaard zou mogen blijven.
Het was juist twee zomers geleden, dat dit
schoone in Cummin's leven was gekomen, en
in het leven van den post. Cummins met zijn
roode hoofd, lenig 'als een kat. en de beste
jager van de Compagnie, had Mélisse als zijn
bruid meegebracht. Zeventien ruwe harten
hadden haar welkom geheeten. Zij hadden
zich verzameld bij de kleine hut, waarin nu
het licht brandde, sprakeloos in hun vereering
voor de vrouw, die tot hen was gekomen, hun
mutsen in de hand, het gelaat stralend van
verrukking, de blikken onzeker zwervend on
der den blik der schitterende oogen, die naar
hen keken, en tegen hen lachten, terwijl de
vrouw hun een voor een de hand drukte.
Misschien was zij, strikt genomen, niet mooi
volgens het oordeel der meeste menschen;
doch hier, vierhonderd mijlen van de bescha
ving verwijderd, was zij schoon. Mukee, de
half-Cree, had nog nooit een blanke vrouw
gezien, want zelfs de vrouw van den agent
was gedeeltelijk van Chippewayan afkomst; en
van de anderen kwam niemand meer dan eens
in 't jaar tot aan den rand der Zuidelijke wil
dernis.
Mélisse's haar was bruin en zacht, en het
schitterde met een zonnigen gl^ns, waar zij.
ergens diep in hun bevattingsvermogen, wel
eens van gedroomd, maar wat zij nog nooit
gezien hadden. Haar oogen waren zoo blauw
als de vroege, wilde bloemen, die ontloken na
de voorjaarsoverstroomingen; en haar stem
was het liefelijkste geluid dat hun ooren ooit
hadden opgevangen. Dit was het oordeel der
mannen, toen Cummins pas zijn vrouw had
thuisgebracht, en het meesterstuk, dat elk van
hen zich in de ziel en in de hersenen gemaald
had, was nooit veranderd. Elke week en elke
maand, die verliep, voegden nieuwe, diepe tin
ten aan het beeld, zooals een eeuw die voorbij
gaat, een Rafaël of een Van Dijk in waarde
kan doen toenemen.
Langzamerhand werd natuurlijk de vrouw
meer een mensch en minder een engel; doch
dit maakte haar slechts meer waar, en stelde
hen in s'aat, haar te leeren kennen, met haar
te praten en haar nog meer lief te hebben.
Er was geen spoor van kwaad in dit alles,
want de vereering der mannen was een groote
liefde zonder hartstocht. Cummins en zijn
vrouw vormden het gelukkigste paar in het
heele. uitgestrekte Noordland.
Het meisje zij was nauwelijks begonnen,
zich tot vrouw te ontwikkelen schikte zich
op gelukkige wijze in de gewoonten van haar
nieuwe leven. Zij deed niets, dat in den grond
ongewoon was niets meer dan iedere andere
vrouw, opgevoed in de liefde voor God en haar
tehuis, zou hebben gedaan. In haar vrijen tijd
begon ze het zestal kinderen, die op den post
in het wild opgroeiden, te onderwijzen, en
iederen Zondag vertelde ze hun de wonder
volle verhalen uit den Bijbel. Ze verzorgde de
zieken, want dit was voor haar een der wetten
van het leven. Met haar blijden glimlach, haar
vroolijke begroeting, haar peinzenden ernst,
trachtte ze overal, waarde kwam, wat zonne
schijn te brengen in het leven der zwijgende
mannen van het Noorden, dat haar zoo droef
en zoo eenzaam toescheen.
En ze slaagde; niet omdat ze zoo anders was
dan millioenen van haar geslacht, maar door
het verschil tusschen den veertigsten en den
zestigsten breedtegraad het verschil in ge
zichtspunt tusschen mannen, die in den groo-
ten strijd om het leven zedelijk ten onder zijn
gegaan, en hen, die duizend mijlen dichter bij
den aardkoepel wonen. Enkele dagen te
voren had er een wonderbare gebeurtenis
plaats gehad in de geschiedenis van den post
der Compagnie. Er was een nieuw leven ge
boren in de hut van Cummins en zijn vrouw.
Daarna was de zwijgende woordlooze vereering
van hun volk gegroeid tot iets, dat zeer dicht
naderde tot aanbidding. De vrouw van Cum
mins was moeder geworden! Ze was nu een
van hen, een onafscheidelijk deel van hun be
staan even onbetwistbaar als de wonderlijke
lichtschijnsels, die boven de pool zweefden:
even zeker als de ontelbare sterren, die den
nachtelijken hemel nooit verlieten; even zeker
als de eindelooze wouden en de diepe sneeuw
velden!
Toen was plotseling de verandering gekomen,
en de somberheid, die de schaduw des doods
met zich mee had gebracht, was als een doods
kleed over der. post neergevallen, het leven
smorend en een smart veroorzakende, welke
zij die daar woonden, te voren nooit gekend
had''en.
(Wordt vervotadj