il Notities van een Crieksche reis. De verfilming van „Merijnt]e Gijzen". BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1936 HAARDE M'S D A G B U A D M Door Dr. D. M. HOOGEVEEN. Bij den oorsprong van de Olympische Spelen. Het vulkanische eilandSantorini. Nu naar het museum, waarin zich. de be roemde wagenrenner bevindt, die gevonden is tusschen Apollotempel en Theater. In een verheven rust staat daar het bronzen beeld te midden van de bezoekers Slank en krach tig- is de jongeman, dien men zich staande op den ren wagen moet denken na izijn over winning. Verder kan mien daar ©enige frie zen van schathuizen en een zuil melt danse ressen bewonderen. Zouden het diezen ge weest zijn of die levende in het pas geziene theater, die Debussy hebben geïnspireerd tot zijn „Danseuses de Delphes"? Als we het museum verlaten, richten we nog eenmaal onze blikken naar die plek met zijn „geuren van heiligheid", dankbaar, dat ook wij die hebben mogen bezoeken. 's Middags komen we door de Corinthi sche golf, die omzoomd wordt door hooge bergen. We varen een extratje! tot de landengte (isthmus) van Corinthe. Heel dui delijk zien we, dat deze veel lager en vlak ker is dan de omgeving. Volkomen „pays- bas" is ze echter niet: de steile wanden van het kanaal, dat men er in 't laatst van de vorige eeuw door heen heeft gegraven, heb ben "een hoogte van 50 tot 80 Meter. We nemen een kiek, als we ons juist in het ver lengde van het kanaal bevinden, zoodat de inkeping in het land duidelijk te zien is: de brug, die over het kanaal loopt, is nog. juist te onderscheiden. Dicht bij de monding in de golf ligt de bekende stad Corinthe. De ruïnen van het oude Corinthe vindt men op eenigen afstand er van aan den voet van een citadel. Het schip neemt zijn draai en dan gaan we naar Olympia. Vrijdag 10 April. Het is Goed© Vrijdag en we worden gewekt door de plechtige tonen van een koraal uit de Matthaeiis-Passion. Het weer is heerlijk, als we landesn in Ka- takolo, het havenstadje, dat door een spoor baan met Pyrgos en Olympia verbonden is. Een lange express-trein staat voor ons klaar; weldra is hij met reizigers gevuld. De Duit- schers hebben, nu dit jaar de Olympische spelen in Berlijn gehouden worden, voor Olympia een bijzondere belangstelling. Het heilige vuur hier vandaan gehaald zal de deelnemers aan de Spelen met feu sacré be zielen! Eerst gaan we door de vlakte van de Al pheios-rivier. Vlak bij Katakolo as eenig strand met badhuisjes en duinen, zoodat men zich aan de Hollandsch© kust zou kun nen wanen, ware het nie-t, dat een reusach tige agave, een cypres of een violet beug- silhouet ons uit den droom hielp. Verder vertoont deze vlakte van Elis een beeld van vruchtbaarheid: frisch .groen van jong graan, olijfboomen, wijngaarden enz. Typisch voor het Zuidelijk landschap zijn de leuca- lyptusboomein, die hun naam ©er aandoen (eu („ui") goed, kalyptein bedekken), daar ze meit hun dichte, geurige bladeren een goede schaduw geven. Te Katakolo zit ten eenjjge geldwisselaars aan een tafeltje en ik maak van de gelegenheid gebruik wat Holandsch geld tegen Grieksch in te wisse len. Wanneer ik een Hollandsch biljet van f 10 toon, worden de hoofden bij elkaar ge stoken en een, die meer weet dan de an deren, verklaart, dat het goed geld is. Voor de f 10 ontvang ik de ongeloofelijke hoeveel heid van 700 drachmen ..een zak vol geld" volgens den wisselaar. We passeeren een station ..Alpheios" en stappen over in Pyr gos. In den trein ontdek ik onzen gids van gisteren en ik doe nog eenige kennis van het Nieuw-Griekscn op. Al spoedig zijn we in het echte Olympia het lijkt wel een droom! We wandelen naar de plaats der opgravin gen, waar zich op een hoogte gelegen, het museum dichtbij bevindt. Inmiddels snelt ons de veldkeuken met de in onberispelijk wit uitgedoste bedienden voorbij. Dan pas seeren we de brug over de Kladeos, die juist bij Olympia in de Alpheios uitmondt en zijn al spoedig aangekomen bij dit brandpunt van religieus leven der oudheid: in 't bijzonder werden hier Zeus en Héra vereerd, aan wie de belangrijkste tempels ook waren gewijd. We kunnen op eenigen afstand nog niets zien daar alles laag tusschen de boomen ver scholen ligt geheel anders dan in Délphi. De entrée maakt een liefelijken indruk, die niet alleen door het geboomte, maar ook door de duizenden geurende bloemen wordt teweeg gebracht, tusschen welke de verweerde steen- brokken zoo schilderachtig uitkomen. Daar we ons bewust zijn, dat hier een, als 't ware na tionaal heiligdom der Grieken was en hier de oorsprong der Olympische Spelen ligt. betre den we eerbiedig de ruïnes van de Palaestra. Het gymnasium moet nog uitgegraven wor den. Beide waren gebouwen voor lichaams oefeningen. Vooral Olympia maakt ons dui delijk, dat de Grieksche beschaving gericht was op de harmonische vereeniging van geestelijke en lichamelijke ontwikkeling; de kerken lagen hier vereenigd met gymnastiek- lokaliteiten en sportvelden. Wel was het eigenlijke heilige gebied de Altis ge naamd gedeeltelijk door een muur om geven. Het meest imponeerden hier wel de over blijfselen van de groote Zeustempel: het onderstuk en enkele geweldige verspreidlig- gende zuilentrommels. Ook de gevelfiguren zijn bewaard; deze zijn in het museum te zien. We weten dat hier in deze tempel het beroemdste beeldhouwwerk der oudheid stond, het Zeusbeeld van Phidias uit goud en ivoor gemaakt. Van de tempel van Héra, een der alleroudste Grieksche tempels, heeft men twee Dorische zuilen weer kunnen oprichten. Niet onaardig is, dat we onze Baedeker der oudheid n.l. Pausanias, die ongeveer 170 j. n. Chr. een reisbeschrijving van Griekenland gaf, die we nog over hebben, op deze en vele andere plaatsen als het ware nog op den voet kunnen volgen. Zoo vermeldt hij bij de be schrijving van wat er in de Héra-tempel te Olympia was, een beeld van Praxiteles n.l. een Hérmes, die de kleine Dionysus draagt.' Hoe gelukkig moeten de opgravers den 8en Mei 1877 geweest zijn, toen ze wei'kelijk in de Hératempel de Hérmes van Praxiteles von den. De Hermes van Praxiteles, die in 1877 gevonden is. Ook het overwinningsbeeld (de Niki) van Paionios werd gevonden in deze Altis. De grond is zoo rijk bezaaid met groote steen blokken, dat we telkens er wel een als zit plaats kunnen gebruiken om in de schaduw van een of anderen pijnboom naar den geest- driftigen uitleg van onze gids te luisteren. De plaats wordt gewezen, waar Pelops, de mythi sche heerscher over de Peloponnesus, zou zijn begraven. Verder een rond gebouw, het Phi- lippeion, door Philippus van Macedonië of diens zoon Alexander de Groote opgericht Wie in de wedstrijden de spelregels had over treden kreeg als boete een beeld voor Zeus op te richten: hiervan stond er een heele rij! De wedstrijden zelf hadden plaats in het stadion, waartoe een overdekte gang van de Altis uit directe toegang gaf; het is nog maar ten deele ontgraven. We begrijpen, dat vele beroemde Grieken aan deze heilige plaatsen een bezoek hebben ;ebracht. Herodotus o.a. heeft hier bij feeste lijke gelegenheden gedeelten van zijn werk voorgedragen. De beeldhouwer Phidias zou hier zijn Zeusbeeld hebben geschapen: men wijst nog zijn atelier. Het is een verheven genoegen op de plaats zelf de herinneringen aan de oudheid, die ermee verband houden, op te roepen. Boven de Altis aan den Noord kant, verheft zich de dichtbegroeide heuvel, die zijn naam heeft te danken aan den vader van Zeus: Kronos: de Kronos-heuveL Wan neer we ons naar het museum begeven heb ben we gelegenheid ook onze aandacht aan de bloemen te wijden: mooi is de bloeiende witte asphoaeius. Ook schildpadjes komen hier in natura voor. Een onzer medereizigers heeft er een gevonden: ik verzoek hem in mijn bes te Duïtsch even met het diertje voor de lens te poseeren, waarop hij zegt: „spreekt u maar Hollandsch." In het museum zijn alle schatten heerlijk ruim opgesteld. We staan aanstonds in be wondering voor de origineelen der gevel - groepen van de Zeus-tempel, die ook in hun gehavenden staat een grooten indruk maken. Wie kent niet de voorstellingen! In den Oost gevel de figuren van koning Oenómaüs en van den jongen Pelops en de vierspannen, waarmee zij den wedstrijd houden, waarvan de uitslag over het huwelijk van Pelops met 's ko- nings dochter zal beslissen. Ln den westgevel de woeste strijd van de Lapithen, een ruw bergvolk, met de centauren, paarden met romp en hoofd van een man. Goede copieën in gips vindt men in vele musea o.a. in Lei der.. Maar hoeveel fijner is de zachtglanzende materie van dit marmer met z'n teere speling van tinten! Men zou deze figuren met liefde willen be tasten! Dan staan wij voor de bovengenoemde Hermes van Praxiteles, waarvan copieën en afbeeldingen tot in alle hoeken der beschaaf-e wereld zijn doorgedrongen. Ieder gevoe lig mensch geraakt min of meer in den ban van een door hem aanschouwd wereldbe roemd kunstwerk. Daar deze voor een gedeelte op een zekere massasuggestie berust, moet men niet in een critiekloos bewonderen ver vallen. We kunnen niet nader op de kwalitei ten van het werk ingaanmen moet liefst een kunstbeschouwing houden ten overstaan van het origineel zelf. Nadat we ons geestelijk hebben verzadigd krijgen we belangstelling voor wat de veld keuken heeft gebracht; weldra vermengen zich de geuren van de erwtensoep met de natuurgeuren, die komen aanzweven uit het rivierdal. We wandelen naar het station te rug en posten eenige prentbriefkaarten in een brievenbusje, dat er heel wat onaanzienlijker uitziet dan de roode gevaarten in onze goede stad. Op het perron zien we een „pope", een Grieksche geestelijke in zijn zwart tot den grond afhangend gewaad met. zijn zwarte hoofddeksel, 's Avonds aan boord krijgen we een voordracht met lichtbeelden over het kratereiland Santorini, een hobby van onze reisleider. Zaterdag 11 April, 's Morgens varen we San torini binnen. Dit is het oude Thera. Het is intusschen de laatste dagen zulk heerlijk warm weer geworden, dat op het sportdek en het nog hooger gelegen zonnedek de eersten in badpak zich vertoonen. In den vorm van het eiland kan men den ringvormigen kraterwand herkennen. In het midden heeft zich door een eruptie een hoogte boven het zeevlak uitge werkt; nog in 1925 was de vulkaan in actie. Men kan van het schip duidelijk de situatie van het geheel herkennen; de afmetingen S zijn altijd grooter dan men geneigd is zich. j afgaande op de kaart, voor te stellen. Het eruptie-eilandje in het midden is van don- i kere lava en zonder eenig leven. Het hooge eiland zelf heeft, hoewel het een dor oord is. en er bijv. geen enkele boom groeit, vele stad jes. Hun witte huizen en hier en daar een roze gekleurd kerkgebouw met blauw of groen koepeldak liggen in de zor. te blinken. Met den kijker herkennen we duidelijk eenige wind- j molens met wieken. Soms kunnen op reis ook kleinigheden ons treffen, zooals hier de kleur van het water naast deboot. Zoo fel heb ik 't nog nooit ge zien en een achteloos weggeworpen sinaas appelschil, die er in drijft, vormt met z'n oranje een prachtig kleureffect. Van het landingspunt naar het op de steile hoogte gelegen hoofdstadje loopt een zigza: weg. We bestijgen deze op muilezels. Mijn vrouw, die kan paardrijden, zit, nadat ze het eerste dier heeft afgekeurd om het slechte zadel, reeds op het 2e in de goede houding. Ik rijd al eenige minuten alvorens te bemerken, dat mijn beide voeten, stijgbeugelloos als mijn beestje is, los in de lucht hangen. Als ik dit aan den jongen, die me begeleidt, tracht dui delijk te maken door iets over podes (voeten) te zeggen, toont hij een touw, waarvan ik pas later (te laat) begrijp, dat het de stijgbeugels moet vervangen. Toch is het ritje, dank zij een soort houten houvast aan 't zadel, meer on elegant dan vermoeiend. De volgende maal, dat ik weer in Griekenland kom, zal ik toch de landstaal beter moeten kennen; voor het leeren paardrijden voel ik overigens niets: het ronddraaien in een manege schrikt me af. Bovengekomen gaan we op eigen gelegen heid wat door 't stadje dwalen. Het ligt er zeer schilderachtig. Het is er zeer winderig en tel kens dwarrelt het fijne stof omhoog. Zoo ergens, dan bewijst hier, zoowel met het oog- op de rit naai- boven als op de wervelwinden, een moderne strandpantalon den dames goede diensten. Een kort verblijf in een aardig kerkje met vele ronde enkelvoudige gekleurde raamp jes geeft een welkome afwisseling. Een terras er achter geeft een prachtig uitzicht op het uitgestrekte zacht glooiende deel van het eiland met belangrijke wijndruivencultuur. In de verte staat een miniatuurkerkje te midden van de wijngaarden. De „vin vieux santo" moet een soort Madeira zijn. Aangezien ik op Madeira eenigen tijd geleden door de ma dera van streek geraakt ben, laat ik, zeer te gen mijn zin, deze wijn aan mijn lippen voor bijgaan. En dat, terwijl onze reisleider te ver staan heeft gegeven, dat na alle Apollinische wijsheid, opgedaan in Delphi en Olympia een beetje Dionysische vervoering geen kwaad zou doen: bij een vorig bezoek heeft hij een der passagiers, die wat te innig met de vin vieux Santo had kennis gemaakt, den geheelen zig zagweg naar beneden moeten ondersteunen om hem behouden in de boot te krijgen: op een ezel naar beneden rijden is in gewone omstan digheden al niet aan te bevelen, laat staan in de hier aangeduide. We bezoeken alvorens af te dalen nog een klein archaeologisch musuem met eenige goede antieke koppen en vazen, vondsten van den Duitschen archeoloog, die een standaardwerk over Thera uitgaf: Hiller von Gartringen. Buiten-opnamen in de buurt van Bergen-op-Zoom Hoe het mogelijk is begrijpt niemand on zer, maar twee dagen lang heeft de zon geschenen! Nu ja. het zonnetje scheen niet .als maar door" aan een helderen hemel, zoo iets phenomenaals kun je van een Hol- landschen zomer nu eenmaal niet verwach ten neen, Hare Majesteit liet zich af en toe voor een half uur. drie kwartier of daar omtrent bewonderen, om daarna weer schie lijk achter een dikke wolkendeken te ver dwijnen. maar het feit alleen, dat wij haar te zien kregen, was zóó overweldigend en verbijsterend, dat wij hoofdschuddend tegen elkaar zeiden: „Hoe bestaat 't, hoe be staat 't?" Naar Bergen op Zoom En toen het werkelijk tot ons begon door te dringen, dat wij niet ten prooi waren aan hevige hallucinaties of een tijdelijke ver standsverbijstering, veroorzaakt door het geduldige, wekenlange wachten op dat ééne, onmisbare voor film-operaties in de buiten lucht, namelijk: zonlicht! toen hebben wij ons gehaast naar de karavaan van toon- wagens, materiaal-dito's, verhuiskarren en gewone auto's, die. met bagage en al, bereids een maand gereed stonden, om de wereld van Filmstad naar de contreien van Ber gen-op-Zoom te verplaatsen. Wij hebben ons zelf en al ons hebben en houen op de di verse vehikels geheschen en zijn op weg ge togen naar het gezegende Brabantsche land, waar het boek van A. M. de Jong zich af speelt. De tocht naar de aloude stad kenmerkte zich door weinig bijzondere voorvallen. Er maakten wagens deel uit van den optocht, die honderd kilometer en meer haalden, maar er waren er ook onder, zooals de kost bare toon wagen, met al zijn dure en sub tiele instrumenten en apparaten, die niet harder mogen en kunnen rijden dan 40 K M. per uur. en zoo was het niet te verwon deren. dat de troep niet bij elkaar bleef en wij één voor één de veste „op Zoom" binnen sijpelden. De welbekende herberg en taveerne „De Draak" kon deze film-invasie niet alleen ver werken en dus moest ook „Het Gouden Hoofd" er aan te pas komen, om het. hoofd te kunnen bieden aan deze plotselinge en waarschijnlijk niet onwelkome opleving in het vreemdelingenverkeer van het meer dan gezellige Brabantsche stedeke, waaraan tal- looze militairen alleraangenaamste herinne ringen bewaren. Den avond van onze aankomst bi'achten wij door met de toebereidselen voor de opna men van den komenden dag. Verfilmd zou worden de scène, waarin Me- rijntj© en De Kruik tezamen in een bootje spelevaren op de Steenbergsche Vliet, en der halve reed de gansche karavaan anderdaags met zonneschijn en toenemende bewolking, zooals De Bilt dat pleegt uit te drukken, in de richting van Steenbergen. Marcel Krols, alias Merijntje. en Piet Bron als „de Kruik" scheepten zich in aan boord van een net soort pieremagoggel en gingen knusjes uit spelevaren op het tintelende, in het gouden zonlicht flonkerende water van het stroompje, dat den naam draagt van het dorp. De Kruik gaat net zoolang... Merijntje en „De Kruik" dreven dan ge zapig op het woelige water rond en wij zaten juist te philosofeeren. dat de kruik toch maar net zoo lang be water gaat, tot-ie breekt", of eenig geschreeuw, dat weerklonk over het watervlak, kondigde aan. dat de waarheid van dit spreekwoord inderdaad on weerlegbaar is. want .De Kruik" bleek wer kelijk net zoo lang te water te zijn geweest, tot. ditmaal niet hij zelf. maar het vaartuig, dreigde te brekenhet schuitje bleek lek te zijn geslagen en verkeerde in min of meer zinkenden toestand, weshalve het met be kwame spoed naar den wallekant werd ge haald, om te worden opgekalefaterd. Toen dit met eenige moeite was geschied, gingen ,De Kruik" en Merijntje opnieuw te water en ditmaal ging alles goed. Wij. op den oever van de snelle vliet, had den ons inmiddels onledig gehouden met het in stelling brengen van de camera-bat terij. Eenige haast was onvermijdelijk, want de zon dreigde weer telkenmale met een al- geheele verduistering, maar vóórdat zij hiertoe des middags werkelijk overging, wa- rpn de evolutieën van Piet Bron en zijn vriendje op de Steenbergsche Vliet voor lan ge jaren in vele opnamen vastgelegd. Toen was het voor dien dag genoeg ge weest, en dat vond de zonne blijkbaar ook. want zij eclipseerde met bekwamen spoed, om niet voor den volgenden morgen weer te voorschijn te komen. Fotografeeren van klokgelui... Deze volgende schoone ochtend werd zoek gebracht met het vastleggen der klanken van de Steenbergsche klokken door de ge luidscamera om straks bij het monieeren van „Merijntje", daarin te worden opgeno men. Het heilige gebied, de Altis, te Olympia. Bloemkoolen... De Zaterdagavond vond ons filmgezel schap in min of meier feestelijke stemming Dat zat zoo: in ons midden verkeerde een persoon van de mannelijke kunne. luiste rende naar den schoonen naam van „Olie rook", regisseur Gerron, alias .Pappie", had in een fantastisch oogenblik van „Olierook" „Oliekop" gemaakt en dit al spoedig over eenkomstig zijn moerstaal getransporteerd in „Ölkopf". Deze meneer „ölkopf" nu dekte reeds lang zijn kostbaar oliehoofd met een oaiuitstaanbaren Garibaldi-hoed, een gewel denaar van een ding, hetwelk reeds lang ons aller misnoegen had opgewekt. Op dezen schoonen avond In Bergen-op- Zoom nu hadden wij don heer Oliekop na drukkelijk er op gewezen, dat thans het oogenblik was aangebroken, om de verfoei lijke Garibaldi door een meer gangbaar hoofddeksel te vervangen en deze was einde lijk voor onzen gezamenlijken aandrang be zweken. Daartoe unisono gesommeerd, betrad de heer ölkopf in gezelschap van 16 genooten een winkel in hoofddeksels en bestelde met ons aller bijstand een stroohoed. model Pa nama, mitsgaders een pet. model Bergen- op-Zoom. anno 1915 of daaromtrent. De prijs van den strooien hoed bleek zoo ongelooflijk schappelijk te zijn. dat zelfs de uitermate schrale beurzen van film-arties ten, film-technici, journalisten en andere minimumlijders, deze uitgave zonder oogen- blikkelijke financieele catastrofen konden verdragen, en zoo werd op dien gedenk- waardigen avond in Juli de club geboren van de bloemkoolen. opgericht onder heb motto: ,Deeft onder uw eigen strooien dak!" Trotsch en kind-gelukkig met ons nieuw verworven bezit, trokken wij. welgeteld niet z'n negentienen door Bergen's straten, ge dekt door de glimmende, blinkende blanke bloemkoolen, toen wij een ontmoeting had den met een fanfarecorps, dat onder het blazen van schetterende bonen, blijkbaar zoo juist terugkeerde van een serenade, ge bracht aan den een of anderen notabel. Deze muzikale ontmoeting viel aan beide zijden in goede aarde en derhalve duurde het niet lang. of wij hadden het heele geval op instignatie van den assistent-persleider, voor eigen gebruik afgehuurd en trokken met slaande trom en vliegende bloemkoolen, naar het huis. u-aar de schrijver van „Me rijntje". A. M. de Jong gelogeerd was en alwaar deze. om hem onbekende redenen, een serenade werd gebracht. En niet alleen werd A. M. de Jong een serenade gebracht, doch ook een bloemkool panama. welke attentie op zoo hoogen prijs werd gesteld, dat hij dit heuglijk gebeuren meende niet beter te kunnen vieren dan met een champagne-fuif. De Bergenaars van de Zoom weten nu, dat „Merijntje" verfilmd wordt. Maandags hebben wij onder een dreigen den hemel, waarin onweer broeide, nog met groote moeite de scène opgenomen, waarin Merijntje achterop een echte Brabantsche sjees klimt en zoo een eindje gratis mee rijdt. Dit geval had plaats op een peppel-om zoomden weg (een der beruchte „gruwelwe- gen" uit deze streek!), in de buurt van Nieuw-Vosmeer. nabij het eiland Tholen. De sjees werd getrokken door een daartoe geëngageerd boertje uit Nieuw-Vosmeer. ter wijl de camera-wagen er over inderhaast gelegde houten „rails" achteraan sukkelde, totdat de wagen uit de „rails" liep. hetgeen nog al eens voor kwam. en de geheele ge schiedenis van voren af aan kon beginnen. Wij hebben gezwoegd, dat het een aard had. „Pappie" raakte uit z'n humeur en wij allemaal van den weeromstuit ook. en toen eindelijk het klokje van 6 uur had geslagen en de dag besloten dreigde te worden met een daverend onweer, wel, toen slaakten wij allemaal een verzuchting: hoe moeilijk het was en hoe warm! JAN VAN ZIJST. STUDIOSNUFJES. Komende Samuel Goldioyn-films. Van de Samuel Goldwyn-films voor het ko- rijkste is „Dark Angel", thans door United Artists ten tweeden male verfilmd na de zwijgende versie met Ronald Colman en Vilma Banky met Frederic March en Merle Oberon. Deze film zal hier te lande onder den Holland- schen titel „Engel der duisternis" worden ge bracht. Verder beëindigde Samuel Goldwyn zijn jaarlijksche Eddie Cantor-film, „Strike me Pink". Miriam Hopkins treedt op in drie nieuwe films „These Three", waarin Merle Oberon eveneens een hoofdrol vervult. „Splendor" met Joel Mc. Crea en „Barbary Coast" met Edward G. Robinson. Goldwyn annonceert verder „Come and Get It" naar een roman van de be kende Amerikaansche schrijfster Edna Ferber met Edward Arnold en Vergina Bruce in de hoofdrollen. Ruth Chatterton en Walter Huston werden geëngageerd voor de verfilming van „Dods- worth", den beroemden roman van Sinclair Lewis. Goldwijn zal binnenkort met zijn ge heele productiestaf naar de Stille Zuidzee vertrekken om de tot dusver niet uitgegeven roman „Hurricane" van Charles Nordhoff en James Norman de auteurs van ..Mutiny on the Bounty" te gaan verfilmen in natuur lijke kleuren. „China Clipper" in de maak. „China Clipper", het scenario van Frank Wead, gebaseerd op de vlucht van de gelijk namige vliegboot is thans in productie bij Warner Bros met Pat O'Erien. Beverly Ro berts. Marie Wilson en Ross Alexander in hoofdrollen. Lilian Harvey en Willy Fritsch spelen de hoofdrollen in de nieuwe Ufa-film nukskinderen". Paul Martin regisseert de film. die naar een Amerikaansche novelle „Lady Eeware" wordt gemaakt. Van deze film wordt ook een Fransche versie vervaardigd, waarin de mannelijke hoofdrol gespeeld wordt door Henry Garat. „Stadt Anatol". Een dezer dagen is men begonnen met de opnamen voor „Stadt Anatol". Als regisseur werd W. Tour janski geëngageerd. De voor naamste rollen worden gespeeld door Gustav Fröhlich en Brigitte Homey. Filmverkenningen. Gustav Ucicky, Hans Albers en enkele mede werkers zijn eenigen tijd in Roemenië en Bul garije geweest;, om voorbereidingen te treffen voor een nieuwe film. Het uur der verzoeking" is de definitieve titel van de nieuwe Duitsche film. Paul Wegener was regisseur. De hoofd rollen spelen: Gustav Fröhlich, Lida Baarova, Harald Paulsen, Theodor Loos en anderen. „Kr euzer sonate". De „Georg Witt-Film" heeft het p!an een film „Kreuzersonate" naar het bekende werk van Leo Tolstoï te vervaardigen. De hoofd rollen zullen vermoedelijk Lil Dagover en Al- brecht Schoenhals spelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 9