il
Notities van een Crieksche reis.
De verfilming van „Merijnt]e Gijzen".
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1936
HAARDE M'S D A G B U A D
M
Door Dr. D. M. HOOGEVEEN.
Bij den oorsprong van de Olympische Spelen.
Het vulkanische eilandSantorini.
Nu naar het museum, waarin zich. de be
roemde wagenrenner bevindt, die gevonden
is tusschen Apollotempel en Theater. In een
verheven rust staat daar het bronzen beeld
te midden van de bezoekers Slank en krach
tig- is de jongeman, dien men zich staande
op den ren wagen moet denken na izijn over
winning. Verder kan mien daar ©enige frie
zen van schathuizen en een zuil melt danse
ressen bewonderen. Zouden het diezen ge
weest zijn of die levende in het pas geziene
theater, die Debussy hebben geïnspireerd tot
zijn „Danseuses de Delphes"? Als we het
museum verlaten, richten we nog eenmaal
onze blikken naar die plek met zijn „geuren
van heiligheid", dankbaar, dat ook wij die
hebben mogen bezoeken.
's Middags komen we door de Corinthi
sche golf, die omzoomd wordt door hooge
bergen. We varen een extratje! tot de
landengte (isthmus) van Corinthe. Heel dui
delijk zien we, dat deze veel lager en vlak
ker is dan de omgeving. Volkomen „pays-
bas" is ze echter niet: de steile wanden van
het kanaal, dat men er in 't laatst van de
vorige eeuw door heen heeft gegraven, heb
ben "een hoogte van 50 tot 80 Meter. We
nemen een kiek, als we ons juist in het ver
lengde van het kanaal bevinden, zoodat de
inkeping in het land duidelijk te zien is: de
brug, die over het kanaal loopt, is nog. juist
te onderscheiden. Dicht bij de monding in
de golf ligt de bekende stad Corinthe. De
ruïnen van het oude Corinthe vindt men
op eenigen afstand er van aan den voet van
een citadel. Het schip neemt zijn draai en
dan gaan we naar Olympia.
Vrijdag 10 April. Het is Goed© Vrijdag
en we worden gewekt door de plechtige tonen
van een koraal uit de Matthaeiis-Passion.
Het weer is heerlijk, als we landesn in Ka-
takolo, het havenstadje, dat door een spoor
baan met Pyrgos en Olympia verbonden is.
Een lange express-trein staat voor ons klaar;
weldra is hij met reizigers gevuld. De Duit-
schers hebben, nu dit jaar de Olympische
spelen in Berlijn gehouden worden, voor
Olympia een bijzondere belangstelling. Het
heilige vuur hier vandaan gehaald zal de
deelnemers aan de Spelen met feu sacré be
zielen!
Eerst gaan we door de vlakte van de Al
pheios-rivier. Vlak bij Katakolo as eenig
strand met badhuisjes en duinen, zoodat
men zich aan de Hollandsch© kust zou kun
nen wanen, ware het nie-t, dat een reusach
tige agave, een cypres of een violet beug-
silhouet ons uit den droom hielp. Verder
vertoont deze vlakte van Elis een beeld van
vruchtbaarheid: frisch .groen van jong
graan, olijfboomen, wijngaarden enz. Typisch
voor het Zuidelijk landschap zijn de leuca-
lyptusboomein, die hun naam ©er aandoen
(eu („ui") goed, kalyptein bedekken),
daar ze meit hun dichte, geurige bladeren
een goede schaduw geven. Te Katakolo zit
ten eenjjge geldwisselaars aan een tafeltje en
ik maak van de gelegenheid gebruik wat
Holandsch geld tegen Grieksch in te wisse
len. Wanneer ik een Hollandsch biljet van
f 10 toon, worden de hoofden bij elkaar ge
stoken en een, die meer weet dan de an
deren, verklaart, dat het goed geld is. Voor
de f 10 ontvang ik de ongeloofelijke hoeveel
heid van 700 drachmen ..een zak vol geld"
volgens den wisselaar. We passeeren een
station ..Alpheios" en stappen over in Pyr
gos. In den trein ontdek ik onzen gids van
gisteren en ik doe nog eenige kennis van het
Nieuw-Griekscn op. Al spoedig zijn we in het
echte Olympia het lijkt wel een droom!
We wandelen naar de plaats der opgravin
gen, waar zich op een hoogte gelegen, het
museum dichtbij bevindt. Inmiddels snelt
ons de veldkeuken met de in onberispelijk
wit uitgedoste bedienden voorbij. Dan pas
seeren we de brug over de Kladeos, die juist
bij Olympia in de Alpheios uitmondt en zijn
al spoedig aangekomen bij dit brandpunt van
religieus leven der oudheid: in 't bijzonder
werden hier Zeus en Héra vereerd, aan wie
de belangrijkste tempels ook waren gewijd.
We kunnen op eenigen afstand nog niets zien
daar alles laag tusschen de boomen ver
scholen ligt geheel anders dan in Délphi.
De entrée maakt een liefelijken indruk, die
niet alleen door het geboomte, maar ook door
de duizenden geurende bloemen wordt teweeg
gebracht, tusschen welke de verweerde steen-
brokken zoo schilderachtig uitkomen. Daar we
ons bewust zijn, dat hier een, als 't ware na
tionaal heiligdom der Grieken was en hier de
oorsprong der Olympische Spelen ligt. betre
den we eerbiedig de ruïnes van de Palaestra.
Het gymnasium moet nog uitgegraven wor
den. Beide waren gebouwen voor lichaams
oefeningen. Vooral Olympia maakt ons dui
delijk, dat de Grieksche beschaving gericht
was op de harmonische vereeniging van
geestelijke en lichamelijke ontwikkeling; de
kerken lagen hier vereenigd met gymnastiek-
lokaliteiten en sportvelden. Wel was het
eigenlijke heilige gebied de Altis ge
naamd gedeeltelijk door een muur om
geven.
Het meest imponeerden hier wel de over
blijfselen van de groote Zeustempel: het
onderstuk en enkele geweldige verspreidlig-
gende zuilentrommels. Ook de gevelfiguren
zijn bewaard; deze zijn in het museum te
zien. We weten dat hier in deze tempel het
beroemdste beeldhouwwerk der oudheid
stond, het Zeusbeeld van Phidias uit goud en
ivoor gemaakt. Van de tempel van Héra, een
der alleroudste Grieksche tempels, heeft men
twee Dorische zuilen weer kunnen oprichten.
Niet onaardig is, dat we onze Baedeker der
oudheid n.l. Pausanias, die ongeveer 170 j. n.
Chr. een reisbeschrijving van Griekenland
gaf, die we nog over hebben, op deze en vele
andere plaatsen als het ware nog op den voet
kunnen volgen. Zoo vermeldt hij bij de be
schrijving van wat er in de Héra-tempel te
Olympia was, een beeld van Praxiteles n.l.
een Hérmes, die de kleine Dionysus draagt.'
Hoe gelukkig moeten de opgravers den 8en
Mei 1877 geweest zijn, toen ze wei'kelijk in de
Hératempel de Hérmes van Praxiteles von
den.
De Hermes van Praxiteles, die in 1877
gevonden is.
Ook het overwinningsbeeld (de Niki) van
Paionios werd gevonden in deze Altis. De
grond is zoo rijk bezaaid met groote steen
blokken, dat we telkens er wel een als zit
plaats kunnen gebruiken om in de schaduw
van een of anderen pijnboom naar den geest-
driftigen uitleg van onze gids te luisteren. De
plaats wordt gewezen, waar Pelops, de mythi
sche heerscher over de Peloponnesus, zou zijn
begraven. Verder een rond gebouw, het Phi-
lippeion, door Philippus van Macedonië of
diens zoon Alexander de Groote opgericht
Wie in de wedstrijden de spelregels had over
treden kreeg als boete een beeld voor Zeus op
te richten: hiervan stond er een heele rij!
De wedstrijden zelf hadden plaats in het
stadion, waartoe een overdekte gang van de
Altis uit directe toegang gaf; het is nog maar
ten deele ontgraven.
We begrijpen, dat vele beroemde Grieken
aan deze heilige plaatsen een bezoek hebben
;ebracht. Herodotus o.a. heeft hier bij feeste
lijke gelegenheden gedeelten van zijn werk
voorgedragen. De beeldhouwer Phidias zou
hier zijn Zeusbeeld hebben geschapen: men
wijst nog zijn atelier. Het is een verheven
genoegen op de plaats zelf de herinneringen
aan de oudheid, die ermee verband houden, op
te roepen. Boven de Altis aan den Noord
kant, verheft zich de dichtbegroeide heuvel,
die zijn naam heeft te danken aan den vader
van Zeus: Kronos: de Kronos-heuveL Wan
neer we ons naar het museum begeven heb
ben we gelegenheid ook onze aandacht aan
de bloemen te wijden: mooi is de bloeiende
witte asphoaeius. Ook schildpadjes komen hier
in natura voor. Een onzer medereizigers heeft
er een gevonden: ik verzoek hem in mijn bes
te Duïtsch even met het diertje voor de lens
te poseeren, waarop hij zegt: „spreekt u maar
Hollandsch."
In het museum zijn alle schatten heerlijk
ruim opgesteld. We staan aanstonds in be
wondering voor de origineelen der gevel -
groepen van de Zeus-tempel, die ook in hun
gehavenden staat een grooten indruk maken.
Wie kent niet de voorstellingen! In den Oost
gevel de figuren van koning Oenómaüs en
van den jongen Pelops en de vierspannen,
waarmee zij den wedstrijd houden, waarvan de
uitslag over het huwelijk van Pelops met 's ko-
nings dochter zal beslissen. Ln den westgevel
de woeste strijd van de Lapithen, een ruw
bergvolk, met de centauren, paarden met
romp en hoofd van een man. Goede copieën
in gips vindt men in vele musea o.a. in Lei
der.. Maar hoeveel fijner is de zachtglanzende
materie van dit marmer met z'n teere speling
van tinten!
Men zou deze figuren met liefde willen be
tasten! Dan staan wij voor de bovengenoemde
Hermes van Praxiteles, waarvan copieën en
afbeeldingen tot in alle hoeken der beschaaf-e
wereld zijn doorgedrongen. Ieder gevoe
lig mensch geraakt min of meer in den ban
van een door hem aanschouwd wereldbe
roemd kunstwerk. Daar deze voor een gedeelte
op een zekere massasuggestie berust, moet
men niet in een critiekloos bewonderen ver
vallen. We kunnen niet nader op de kwalitei
ten van het werk ingaanmen moet liefst een
kunstbeschouwing houden ten overstaan van
het origineel zelf.
Nadat we ons geestelijk hebben verzadigd
krijgen we belangstelling voor wat de veld
keuken heeft gebracht; weldra vermengen
zich de geuren van de erwtensoep met de
natuurgeuren, die komen aanzweven uit het
rivierdal. We wandelen naar het station te
rug en posten eenige prentbriefkaarten in een
brievenbusje, dat er heel wat onaanzienlijker
uitziet dan de roode gevaarten in onze goede
stad. Op het perron zien we een „pope", een
Grieksche geestelijke in zijn zwart tot den
grond afhangend gewaad met. zijn zwarte
hoofddeksel, 's Avonds aan boord krijgen we
een voordracht met lichtbeelden over het
kratereiland Santorini, een hobby van onze
reisleider.
Zaterdag 11 April, 's Morgens varen we San
torini binnen. Dit is het oude Thera. Het is
intusschen de laatste dagen zulk heerlijk
warm weer geworden, dat op het sportdek en
het nog hooger gelegen zonnedek de eersten in
badpak zich vertoonen. In den vorm van het
eiland kan men den ringvormigen kraterwand
herkennen. In het midden heeft zich door een
eruptie een hoogte boven het zeevlak uitge
werkt; nog in 1925 was de vulkaan in actie.
Men kan van het schip duidelijk de situatie
van het geheel herkennen; de afmetingen
S zijn altijd grooter dan men geneigd is zich.
j afgaande op de kaart, voor te stellen. Het
eruptie-eilandje in het midden is van don-
i kere lava en zonder eenig leven. Het hooge
eiland zelf heeft, hoewel het een dor oord is.
en er bijv. geen enkele boom groeit, vele stad
jes. Hun witte huizen en hier en daar een
roze gekleurd kerkgebouw met blauw of groen
koepeldak liggen in de zor. te blinken. Met den
kijker herkennen we duidelijk eenige wind-
j molens met wieken.
Soms kunnen op reis ook kleinigheden ons
treffen, zooals hier de kleur van het water
naast deboot. Zoo fel heb ik 't nog nooit ge
zien en een achteloos weggeworpen sinaas
appelschil, die er in drijft, vormt met z'n
oranje een prachtig kleureffect.
Van het landingspunt naar het op de steile
hoogte gelegen hoofdstadje loopt een zigza:
weg. We bestijgen deze op muilezels. Mijn
vrouw, die kan paardrijden, zit, nadat ze het
eerste dier heeft afgekeurd om het slechte
zadel, reeds op het 2e in de goede houding. Ik
rijd al eenige minuten alvorens te bemerken,
dat mijn beide voeten, stijgbeugelloos als mijn
beestje is, los in de lucht hangen. Als ik dit
aan den jongen, die me begeleidt, tracht dui
delijk te maken door iets over podes (voeten)
te zeggen, toont hij een touw, waarvan ik pas
later (te laat) begrijp, dat het de stijgbeugels
moet vervangen. Toch is het ritje, dank zij een
soort houten houvast aan 't zadel, meer on
elegant dan vermoeiend. De volgende maal,
dat ik weer in Griekenland kom, zal ik toch
de landstaal beter moeten kennen; voor het
leeren paardrijden voel ik overigens niets: het
ronddraaien in een manege schrikt me af.
Bovengekomen gaan we op eigen gelegen
heid wat door 't stadje dwalen. Het ligt er zeer
schilderachtig. Het is er zeer winderig en tel
kens dwarrelt het fijne stof omhoog. Zoo
ergens, dan bewijst hier, zoowel met het oog-
op de rit naai- boven als op de wervelwinden,
een moderne strandpantalon den dames goede
diensten. Een kort verblijf in een aardig kerkje
met vele ronde enkelvoudige gekleurde raamp
jes geeft een welkome afwisseling. Een terras
er achter geeft een prachtig uitzicht op het
uitgestrekte zacht glooiende deel van het
eiland met belangrijke wijndruivencultuur. In
de verte staat een miniatuurkerkje te midden
van de wijngaarden. De „vin vieux santo"
moet een soort Madeira zijn. Aangezien ik op
Madeira eenigen tijd geleden door de ma
dera van streek geraakt ben, laat ik, zeer te
gen mijn zin, deze wijn aan mijn lippen voor
bijgaan. En dat, terwijl onze reisleider te ver
staan heeft gegeven, dat na alle Apollinische
wijsheid, opgedaan in Delphi en Olympia een
beetje Dionysische vervoering geen kwaad zou
doen: bij een vorig bezoek heeft hij een der
passagiers, die wat te innig met de vin vieux
Santo had kennis gemaakt, den geheelen zig
zagweg naar beneden moeten ondersteunen
om hem behouden in de boot te krijgen: op een
ezel naar beneden rijden is in gewone omstan
digheden al niet aan te bevelen, laat staan in
de hier aangeduide. We bezoeken alvorens af
te dalen nog een klein archaeologisch musuem
met eenige goede antieke koppen en vazen,
vondsten van den Duitschen archeoloog, die
een standaardwerk over Thera uitgaf: Hiller
von Gartringen.
Buiten-opnamen in de buurt van Bergen-op-Zoom
Hoe het mogelijk is begrijpt niemand on
zer, maar twee dagen lang heeft de zon
geschenen! Nu ja. het zonnetje scheen niet
.als maar door" aan een helderen hemel,
zoo iets phenomenaals kun je van een Hol-
landschen zomer nu eenmaal niet verwach
ten neen, Hare Majesteit liet zich af en
toe voor een half uur. drie kwartier of daar
omtrent bewonderen, om daarna weer schie
lijk achter een dikke wolkendeken te ver
dwijnen. maar het feit alleen, dat wij haar
te zien kregen, was zóó overweldigend en
verbijsterend, dat wij hoofdschuddend tegen
elkaar zeiden: „Hoe bestaat 't, hoe be
staat 't?"
Naar Bergen op Zoom
En toen het werkelijk tot ons begon door
te dringen, dat wij niet ten prooi waren aan
hevige hallucinaties of een tijdelijke ver
standsverbijstering, veroorzaakt door het
geduldige, wekenlange wachten op dat ééne,
onmisbare voor film-operaties in de buiten
lucht, namelijk: zonlicht! toen hebben
wij ons gehaast naar de karavaan van toon-
wagens, materiaal-dito's, verhuiskarren en
gewone auto's, die. met bagage en al, bereids
een maand gereed stonden, om de wereld
van Filmstad naar de contreien van Ber
gen-op-Zoom te verplaatsen. Wij hebben ons
zelf en al ons hebben en houen op de di
verse vehikels geheschen en zijn op weg ge
togen naar het gezegende Brabantsche land,
waar het boek van A. M. de Jong zich af
speelt.
De tocht naar de aloude stad kenmerkte
zich door weinig bijzondere voorvallen. Er
maakten wagens deel uit van den optocht,
die honderd kilometer en meer haalden,
maar er waren er ook onder, zooals de kost
bare toon wagen, met al zijn dure en sub
tiele instrumenten en apparaten, die niet
harder mogen en kunnen rijden dan 40
K M. per uur. en zoo was het niet te verwon
deren. dat de troep niet bij elkaar bleef en
wij één voor één de veste „op Zoom" binnen
sijpelden.
De welbekende herberg en taveerne „De
Draak" kon deze film-invasie niet alleen ver
werken en dus moest ook „Het Gouden
Hoofd" er aan te pas komen, om het. hoofd
te kunnen bieden aan deze plotselinge en
waarschijnlijk niet onwelkome opleving in
het vreemdelingenverkeer van het meer dan
gezellige Brabantsche stedeke, waaraan tal-
looze militairen alleraangenaamste herinne
ringen bewaren.
Den avond van onze aankomst bi'achten wij
door met de toebereidselen voor de opna
men van den komenden dag.
Verfilmd zou worden de scène, waarin Me-
rijntj© en De Kruik tezamen in een bootje
spelevaren op de Steenbergsche Vliet, en der
halve reed de gansche karavaan anderdaags
met zonneschijn en toenemende bewolking,
zooals De Bilt dat pleegt uit te drukken, in
de richting van Steenbergen.
Marcel Krols, alias Merijntje. en Piet Bron
als „de Kruik" scheepten zich in aan boord
van een net soort pieremagoggel en gingen
knusjes uit spelevaren op het tintelende, in
het gouden zonlicht flonkerende water van
het stroompje, dat den naam draagt van het
dorp.
De Kruik gaat net zoolang...
Merijntje en „De Kruik" dreven dan ge
zapig op het woelige water rond en wij zaten
juist te philosofeeren. dat de kruik toch
maar net zoo lang be water gaat, tot-ie
breekt", of eenig geschreeuw, dat weerklonk
over het watervlak, kondigde aan. dat de
waarheid van dit spreekwoord inderdaad on
weerlegbaar is. want .De Kruik" bleek wer
kelijk net zoo lang te water te zijn geweest,
tot. ditmaal niet hij zelf. maar het vaartuig,
dreigde te brekenhet schuitje bleek lek
te zijn geslagen en verkeerde in min of meer
zinkenden toestand, weshalve het met be
kwame spoed naar den wallekant werd ge
haald, om te worden opgekalefaterd.
Toen dit met eenige moeite was geschied,
gingen ,De Kruik" en Merijntje opnieuw te
water en ditmaal ging alles goed.
Wij. op den oever van de snelle vliet, had
den ons inmiddels onledig gehouden met
het in stelling brengen van de camera-bat
terij. Eenige haast was onvermijdelijk, want
de zon dreigde weer telkenmale met een al-
geheele verduistering, maar vóórdat zij
hiertoe des middags werkelijk overging, wa-
rpn de evolutieën van Piet Bron en zijn
vriendje op de Steenbergsche Vliet voor lan
ge jaren in vele opnamen vastgelegd.
Toen was het voor dien dag genoeg ge
weest, en dat vond de zonne blijkbaar ook.
want zij eclipseerde met bekwamen spoed,
om niet voor den volgenden morgen weer te
voorschijn te komen.
Fotografeeren van klokgelui...
Deze volgende schoone ochtend werd zoek
gebracht met het vastleggen der klanken
van de Steenbergsche klokken door de ge
luidscamera om straks bij het monieeren
van „Merijntje", daarin te worden opgeno
men.
Het heilige gebied, de Altis, te Olympia.
Bloemkoolen...
De Zaterdagavond vond ons filmgezel
schap in min of meier feestelijke stemming
Dat zat zoo: in ons midden verkeerde een
persoon van de mannelijke kunne. luiste
rende naar den schoonen naam van „Olie
rook", regisseur Gerron, alias .Pappie", had
in een fantastisch oogenblik van „Olierook"
„Oliekop" gemaakt en dit al spoedig over
eenkomstig zijn moerstaal getransporteerd
in „Ölkopf". Deze meneer „ölkopf" nu dekte
reeds lang zijn kostbaar oliehoofd met een
oaiuitstaanbaren Garibaldi-hoed, een gewel
denaar van een ding, hetwelk reeds lang ons
aller misnoegen had opgewekt.
Op dezen schoonen avond In Bergen-op-
Zoom nu hadden wij don heer Oliekop na
drukkelijk er op gewezen, dat thans het
oogenblik was aangebroken, om de verfoei
lijke Garibaldi door een meer gangbaar
hoofddeksel te vervangen en deze was einde
lijk voor onzen gezamenlijken aandrang be
zweken.
Daartoe unisono gesommeerd, betrad de
heer ölkopf in gezelschap van 16 genooten
een winkel in hoofddeksels en bestelde met
ons aller bijstand een stroohoed. model Pa
nama, mitsgaders een pet. model Bergen-
op-Zoom. anno 1915 of daaromtrent.
De prijs van den strooien hoed bleek zoo
ongelooflijk schappelijk te zijn. dat zelfs de
uitermate schrale beurzen van film-arties
ten, film-technici, journalisten en andere
minimumlijders, deze uitgave zonder oogen-
blikkelijke financieele catastrofen konden
verdragen, en zoo werd op dien gedenk-
waardigen avond in Juli de club geboren
van de bloemkoolen. opgericht onder heb
motto: ,Deeft onder uw eigen strooien dak!"
Trotsch en kind-gelukkig met ons nieuw
verworven bezit, trokken wij. welgeteld niet
z'n negentienen door Bergen's straten, ge
dekt door de glimmende, blinkende blanke
bloemkoolen, toen wij een ontmoeting had
den met een fanfarecorps, dat onder het
blazen van schetterende bonen, blijkbaar zoo
juist terugkeerde van een serenade, ge
bracht aan den een of anderen notabel.
Deze muzikale ontmoeting viel aan beide
zijden in goede aarde en derhalve duurde
het niet lang. of wij hadden het heele geval
op instignatie van den assistent-persleider,
voor eigen gebruik afgehuurd en trokken
met slaande trom en vliegende bloemkoolen,
naar het huis. u-aar de schrijver van „Me
rijntje". A. M. de Jong gelogeerd was en
alwaar deze. om hem onbekende redenen,
een serenade werd gebracht.
En niet alleen werd A. M. de Jong een
serenade gebracht, doch ook een bloemkool
panama. welke attentie op zoo hoogen prijs
werd gesteld, dat hij dit heuglijk gebeuren
meende niet beter te kunnen vieren dan met
een champagne-fuif.
De Bergenaars van de Zoom weten nu, dat
„Merijntje" verfilmd wordt.
Maandags hebben wij onder een dreigen
den hemel, waarin onweer broeide, nog met
groote moeite de scène opgenomen, waarin
Merijntje achterop een echte Brabantsche
sjees klimt en zoo een eindje gratis mee
rijdt.
Dit geval had plaats op een peppel-om
zoomden weg (een der beruchte „gruwelwe-
gen" uit deze streek!), in de buurt van
Nieuw-Vosmeer. nabij het eiland Tholen.
De sjees werd getrokken door een daartoe
geëngageerd boertje uit Nieuw-Vosmeer. ter
wijl de camera-wagen er over inderhaast
gelegde houten „rails" achteraan sukkelde,
totdat de wagen uit de „rails" liep. hetgeen
nog al eens voor kwam. en de geheele ge
schiedenis van voren af aan kon beginnen.
Wij hebben gezwoegd, dat het een aard
had. „Pappie" raakte uit z'n humeur en wij
allemaal van den weeromstuit ook. en toen
eindelijk het klokje van 6 uur had geslagen
en de dag besloten dreigde te worden met
een daverend onweer, wel, toen slaakten wij
allemaal een verzuchting: hoe moeilijk het
was en hoe warm!
JAN VAN ZIJST.
STUDIOSNUFJES.
Komende Samuel Goldioyn-films.
Van de Samuel Goldwyn-films voor het ko-
rijkste is „Dark Angel", thans door United
Artists ten tweeden male verfilmd na de
zwijgende versie met Ronald Colman en Vilma
Banky met Frederic March en Merle Oberon.
Deze film zal hier te lande onder den Holland-
schen titel „Engel der duisternis" worden ge
bracht. Verder beëindigde Samuel Goldwyn
zijn jaarlijksche Eddie Cantor-film, „Strike me
Pink".
Miriam Hopkins treedt op in drie nieuwe
films „These Three", waarin Merle Oberon
eveneens een hoofdrol vervult. „Splendor" met
Joel Mc. Crea en „Barbary Coast" met Edward
G. Robinson. Goldwyn annonceert verder
„Come and Get It" naar een roman van de be
kende Amerikaansche schrijfster Edna Ferber
met Edward Arnold en Vergina Bruce in de
hoofdrollen.
Ruth Chatterton en Walter Huston werden
geëngageerd voor de verfilming van „Dods-
worth", den beroemden roman van Sinclair
Lewis. Goldwijn zal binnenkort met zijn ge
heele productiestaf naar de Stille Zuidzee
vertrekken om de tot dusver niet uitgegeven
roman „Hurricane" van Charles Nordhoff en
James Norman de auteurs van ..Mutiny on
the Bounty" te gaan verfilmen in natuur
lijke kleuren.
„China Clipper" in de maak.
„China Clipper", het scenario van Frank
Wead, gebaseerd op de vlucht van de gelijk
namige vliegboot is thans in productie bij
Warner Bros met Pat O'Erien. Beverly Ro
berts. Marie Wilson en Ross Alexander in
hoofdrollen.
Lilian Harvey en Willy Fritsch
spelen de hoofdrollen in de nieuwe Ufa-film
nukskinderen". Paul Martin regisseert de
film. die naar een Amerikaansche novelle
„Lady Eeware" wordt gemaakt. Van deze film
wordt ook een Fransche versie vervaardigd,
waarin de mannelijke hoofdrol gespeeld wordt
door Henry Garat.
„Stadt Anatol".
Een dezer dagen is men begonnen met de
opnamen voor „Stadt Anatol". Als regisseur
werd W. Tour janski geëngageerd. De voor
naamste rollen worden gespeeld door Gustav
Fröhlich en Brigitte Homey.
Filmverkenningen.
Gustav Ucicky, Hans Albers en enkele mede
werkers zijn eenigen tijd in Roemenië en Bul
garije geweest;, om voorbereidingen te treffen
voor een nieuwe film.
Het uur der verzoeking"
is de definitieve titel van de nieuwe Duitsche
film. Paul Wegener was regisseur. De hoofd
rollen spelen: Gustav Fröhlich, Lida Baarova,
Harald Paulsen, Theodor Loos en anderen.
„Kr euzer sonate".
De „Georg Witt-Film" heeft het p!an een
film „Kreuzersonate" naar het bekende werk
van Leo Tolstoï te vervaardigen. De hoofd
rollen zullen vermoedelijk Lil Dagover en Al-
brecht Schoenhals spelen.