Nijverdal viert zijn eeuwfeest. BALTUSSEN Tandheelkundig Instituut GEHEEL GEBIT DONDERDAG 6 AUGUSTUS 1936 HAARLE M'S DAGBLAD 3 Het dorp is op zéér toevallige wijze ontstaan. Deze week is een feestweek. Nijverdal is cp zeer toevallige wijze ont staan, mèt en dóór de opkomst der industrie in Twenthe. Niet onaardig is het, hiervan een en ander te vertellen. Begin 1832 kwam bij de Nederlandsche Handel-Maatschappij het verzoek in van een Belgische firma, om in Nederland een „stoomweeffabriek" te mogen stichten, welke f300.000 zon moeten kosten. Men ging er niet direct op in, wikte en woog en zocht intusschen naar een geschikte streek, waar eventueel deze fabriek zou kunnen wer den gesticht. Enhet oog viel op Twenthe, waar de grond goedkoop en de loonen laag waren en waar de weefindustrie reeds be oefend werd. Juist in die dagen vond in hotel „de Zon" te Hengelo de historische ontmoe ting plaats tusschen den 37-jarigen Willem de Clereq, directeur der Nederlandsche Handel- Maatschappij en Thomas Ainsworth, zoon van een Engelsch groot-industrieel. In het ge sprek, hetwelk tusschen deze beide bekende mannen werd gevoerd, zou laatstgenoemde gezegd hebben: „Geef mij een snelspoel en een Twentschen jongen en ik zal U in korten tijd zooveel ca- licots leveren als gij wilt". Het resultaat van het onderhoud was dat de Nederlandsche Handel-Maatschappij over ging tot het stichten van weefscholen, om de bevolking met de nieuwe weefmethode, het weven met de snelspoel, bekend te maken. Onder leiding van Ainsworth kwamen in 1833 te Goor, Holten, Enter en Diepenheim weef scholen tot stand. De school te Goor voldeed niet, zoodat op 16 Mei 1836 de school werd overgeplaatst naar het toenmalige gehucht „Eversberg". Eversberg was gelegen aan den toenmaals pas gereed gekomen straatweg Zwolle Almelo en aan de goed bevaarbare Hegge, waarover de katoenen naar Zwolle werden verscheept. De weefschool werd in tusschen in een modelweverij omgezet van verschillende katoenen en manufacturen. De geniale agent van de Nederlandsche Handel- Maatschappij Robert Campbell, de latere bur gemeester van Hellendoorn; gaf aan deze ves tiging den naam van „Nijverdal''. Na den dood van Ainsworth gng de fabriek over in handen van den lieer C. Kuiper te Zaandijk, om tien jaar later in bezit te komen van de heeren G. en H. Salomonson te Almelo. Uit deze historische bijzonderheden, welke wij ontleenen aan een boekje van de hand van den heer D. S. Sa.nuel, secretaris der Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer te Nijverdal, zal men zeer zeker de aanleiding begrepen hebben voor het vieren van het honderdjarig bestaan van „Nijverdal". Wie meent dat Nijverdal een „industrie plaats" is, vergist zich. Niet alleen is het dorp, wat het landelijke karakter betreft, zooveel als mogelijk was, gespaard, doch ook de omge ving met haar ongerepte natuur verschaft aan het bebouwde gedeelte een ideale ligging. Begrijpelijk is het, dat deze schoone streek sedert een vijftiental jaren als vaicantieoord werd uitverkoren door hen die de schoonheid der ongerepte natuur waardeeren. Het is ook in verband met het toenemend toerisme dat men te Nijverdal tot a.s. Zondag het 100-jarig bestaan op luisterrijke wijze herdenkt. De voorbereiding daartoe is in vollen gang. Het geheele dorp is versierd op een wijze, welke men zich moeilijk kan voorstellen als men het niet heeft gezien. Een smaakvolle versiering, waarbij sparregroen en juniperus niet ge spaard zijn, heeft Nijverdal in een fleurig kleed gestoken. De versieringen zijn door de straatcommissies zelf aangebracht. Elke straat en elke wijk heeft zijn speciaal karakter in de versieringen gelegd, waardoor een bekoorlijk geheel is verkregen. Honderden meters groen zijn verwerkt en waar geen plaats was voor guirlandes heeft men, dennen geplant. Daarbij heeft men gelukkig des kundige voorlichting gehad, zoodat het land schap er niet onder lijdt. Het geheele dorp heeft een uiterlijke vernieuwing ondergaan: hekken zijn opgeschilderd, plantsoentjes ver nieuwd, ,de fabriek" onder handen genomen, weefgetouwen geverfd ende stemming is uitmuntend'. Allen hebben meegewerkt om Nijverdal werkelijk en figuurlijk in de bloe metjes te zetten. Muziek en bazuingeschal hebben de feestweek ingeleid, er wordt een tentoonstelling gehouden, waarop men naast vele bijzonderheden een oud Twentsch weef getouw als voor 100 jaren in werking kan zien. Natuurlijk is er ook 'n „oud-Nijverdal", dat tevens dienst doet als algemeen feestteirein. Men heeft een revue vervaardigd: „Nijverdal voor 100 jaar". Tevens zijn er deze week nog tal van andere feestelijkheden. Als bijzondere uiting van eensgezindheid der Nijverdalsche bevolking zouden we niet gaarne vergeten te vermelden: een gemeen schappelijke kerkelijke herdenking, waaraan door alle gezindten is meegewerkt en ook het „Leger des Heils" heeft deelgenomen. We zou den onvolledig zijn als wij de kranslegging bij het monument „Salomonson" niet noemden, temeer omdat dit monument vervaardigd is door den Haarlemsehen beeldhouwer J. P. Maas. Volledigheidshalve vermelden we nog, dat E. baron van Heerdt tot Eversberg te Aerden- hout, wiens voorvaderen eertijds „Eversberg" (thans Nijverdal) bewoonden, zitting heeft in het eere-comité voor deze 100-jarige herden king. Het zijn thans moeilijke dagen, doch Nij verdal heeft den moed gevonden, om opge wekt feest te vieren en het doet dit, dank zij ook het uitgebreide en prettige programma, op waardige wijze. Nijverdal heeft steeds be kend gestaan om de rust, welke zijn bevol king kenmerkt in 25 jaren tijds heeft de gemeente-veldwachter nog geen 10 verbalen opgemaakt wegens openbare dronkenschap! zoo gaat men thans ook rustig, maar vol moed de tweede honderd jaar beginnen, in de hoop, dat dit begin weldra beter zal blijken te zijn dan het slot van de eerste eeuw van het be staan, welke men thans heeft afgesloten. C. E. VAN EYKERN. ONDERSCHEIDING VOOR PROF. DR. VAN GINNEKEN S.J. NIJMEGEN, 4 Augustus. De Fransche Academie voor Koloniale Wetenschappen heeft Prof. dr. J. van Ginneken S.J., hoog leeraar aan de R.K. Universiteit te Nijmegen, benoemd tot buitenlandsch eere-lid. De Fransche gezant aan het Nederlandsche Hof, baron de Vitrolles, heeft hem de prachtig uitgevoerde eere-medaille aangeboden. Deze onderscheiding is den hoogleeraar verleend vanwege zijn buitengewone verdienste op het gebied der atgemeene taaiwetenschappen en door toepassing op de talen der inboorlingen yan Azië en Afrika. i I HANDELSINSTITUUT JANSWEG 42 HAARLEM TELEF. 15548 OPLEIDING TOT ALLE PRAKTIJK-EXAMENS Lessen in Fransch, Duitsch en Engelsch; Steno „Groote" (Ned. en de Mod. Talen) en Machine schrijven. Vraagt gratis prospectus. Uitsluitend GEDIPLOMEERDE KRACHTEN. Hoe de kinderen op te voeden? Jantje en Jan. (Adv. Ingez. MedJ „Ajax" brengt vluchtelingen te Marseille aan. „Tiberius" uit Spanje te Amsterdam gearriveerd. Nog geen bericht van de „Juno". Naar wij vernemen heeft de „Ajax" van de Kon. Ned. Stoomboot Mij., die Dinsdag van Barcelona te Marseille is aangekomen en van daar naai* Genua is vertrokken, in de Fran sche havenstad 52 vluchtelingen aan wal ge zet, waaronder een aantal Nederlanders. Omtrent de „Juno", welk schip Zaterdag 1.1. orders had gekregen om het eiland Ibiza aan te doen, zijn nog geen nadere berichten ont vangen, doch men verwacht dat het schip spoedig te Genua zal zijn. De „Tiberius" van de K.N.S.M., welk schip korten tijd ter be schikking van de regeering is geweest om hulp te bieden aan Nederlandsche vluchtelingen in Spanje, is Woensdag- te Amsterdam aange komen. Het schip heeft reizen met vluchtelingen ge maakt van Barcelona naar Zuid-Frankrijk en van Malaga naar Lissabon. De mededeelingen van den kapitein aan de reederij over zijn korte verblijf te Barcelona vormden een bevestiging van de berichten over den toestand in deze stad. In Malaga mocht hij de haven niet binnenkomen en zijn de vluchtelingen met een boot aan boord gebracht. DE BOND VAN CHR. GER. JONGELINGS- VEREENIGINGEN De bond van Chr. Ger. Jongelmgsvereeni- gingen houdt zijn algemeene vergadering te Leeuwarden. De oud-secretaris, de heer W. Vos Hzn. te Zwolle, eerelid van den bond, werd gehuldigd. Hem werd o.m. het gouden insigne van den bond aangeboden. De heer H. Visser Mzn. theologisch studeni te Apeldoorn heeft daarna gesproken over het onderwerp: Is behandeling van het Oude Testament op onze jaarlijksche vergadering nog noodig? Spr. wees op de felle aanvallen op het Oude Testament en beantwoordde de ge stelde vraag bevestigend. Spr. schetste de groote beteekenis van het O. T., dat onver brekelijk met het N. T. vertoonden is en daar van de grondslag' vormt. Ds. P. J. de Bruin van Veenemdaal heeft gesproken over: Delendenen omgord. JONGEMAN OP ONBEWAAKTEN OVERWEG GEDOOD. Dinsdagmiddag is de 17-jarige Harm Kuiper wonende te Appingedam, op den onbewaakten overweg aldaar overreden door den trein die te 12,36 uur uit Delfzijl was vertrokken. Ver moed wordt, dat het slachtoffer door het rui- sehen van de boomen het naderen van den trein niet heeft gehoord. De dood trad on middellijk in. Het N. O. G. vergadert. Te Apeldoorn. Onder voorzitterschap van den heer H. J. Bon wordt te Apeldoorn de 90ste algemeene vergadering van het Ned. Onderwijzers Ge nootschap gehouden. Na de openingsrede van den heer Bon heeft de heer H. J. Hartog. vertegenwoordiger van den minister van on derwijs het woord gevoerd. Na bespreking van de voorstellen van de afdeelingen Oost-Stellingwerf en Diever- Dwingeloo over de salaris- en rechtspositie is het voorstel van het hoofdbestuur, luidende: de algemeene vergadering verzoekt het hoofdbestuur zich tot de regeering te wenden met het verzoek de thans geldende salarisre geling in gemeenten der eerste klasse ook uit te strekken tot gemeenten der 2e en 3e klasse, met algemeene stemmen aangenomen. Het voorstel van de afdeeling Nieuwleusen, hou- o'ende het salaris van religieuzen bij het Kath. Bijz. Onderwijs worde verminderd tot de be hoefte-norm die voor deze categorie kan gel den, is met een kleine meerderheid verwor pen. Prof. dr. Kohnstamm, hoogleeraar aan het Nutsseminarium voor de Paedagogiek te Am sterdam, hield een inleiding over het rapport van de Commissie inzake vakopleiding van onderwijzers en onderwijzeressen. Spr. kwam o.m. tot de volgende conclusies: Het tot stand komen van thans in Nederland ontbrekende vakopleiding voor onderwijzers en onder wijzeressen is dringend noodzakelijk. De voor opleiding van deze vakopleiding dient een school van algemeene vorming te zijn, welker centrale vak is: studie van Nederlandsche taal en cultuur. De algemeene vorming wordt in den regel met 18 a 19 jaar afgesloten. De vak opleiding dient tweejarig te zijn. Zij omvatte behalve de paedagogiek en haar onderdee- len en hulp wetenschappen (psychologie, in het bijzonder kinderpsychologie, algemeene en speciale didactiek, practische vorming) twee keuze vakken bijv. wiskunde en natuurkunde Een belangrijk gedeelte der twee jaren vak opleiding worde besteed aan eigen vrije studie. De opleiding der onderwijzeres zij in den re gel gericht op het onderwijs aan kinderen van 48 jaar*. De regeling- dient zoo te zijn, dat la ter een aanvullingsbevoegdheid kan worden verworven voor oudere kinderen. Deze oplei ding dient dus te zijn niet gelijk aan, maar gelijkwaardig met die der onderwijzers. De voornoemde voorbereidende school kan alleen dan haar taak vervullen, als zij een voldoend groote staf heeft van voor deze gewichtige taak voldoend bevoegde leeraren (volledige bevoegdheid voorbereidend hooger onderwijs en kennis van het lager onderwijs)Dit is alleen mogelijk als niet te veel vakken in één hand worden gelegd, en dit brengt wederom mede. dat de gecombineerde school van voor opleiding en vakopleiding tenminste negen klassen zal moeten tellen. Trouwen en terechtstaan op één dag. ,,'t Is een ongeluksdag". Tegen pas gehuwde tien maanden geëischt. Trouwen en voor het gerechtshof terecht staan op denzelfden dag is geen gebruikelijke combinatie, doch een jeugdig arbeider, die Woensdagmiddag voor het gerechtshof te Amsterdam terechtstond vond blijkbaar, dat de civiele verbintenis, die des morgensdoor hem was aangegaan, des middags wel door een strafrechterlijke behandeling kou worden gevolgd. Aanvankelijk was hij tegen elf uur gedagvaard, maar de procureur-generaal had op zijn ver zoek de behandeling verschoven tot de mid daguren. „Hoe komt u er toe, om juist vandaag te trouwen" informeert de president mr. Jolles. ,,'t Is een ongeluksdag", meent verdachte somber te moeten opmerken. Pres.: „Maar trouwen is toch geen onge luk?" Verd.: „Dat nu niet, maar ik doe 't al voor de tweede keer, ziet u. Ik hoorde pas van die dag vaarding toen m'n trouwdag al was vastge steld en ik houd niet van uitstel". De man, die niet van uitstel houdt, blijkt reeds herhaaldelijk wegens verduistering te zijn veroordeeld. Thans heeft hij een stofzuiger en een fiets op afbetaling gekocht en enkele dagen later weer in contanten omgezet. De stofzuiger had hij zelfs nog nooit ge bruikt De procureur-generaal requireerde tegen den pas gehuwde bevestiging van het vonnis (vijf maanden). Daarna had de man zich nogmaals wegens een andere verduistering te verantwoorden en ook in dit geval eischte het O.M. vijf maanden arrest 15 Augustus. RIJKSSTRAATWEG 16 HAARLEM -N TELEF 1 6 7 2 6 vanaf 35- BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING Spreekuren alle werkdagen van 912 en 14 uur. Zaterd. 912 uur Avondspreekuren Dinsdag, Woensd. en Donderd. v. 7—9 u. (Adv. Ingez. MedJ Worstvergiftiging te Alphen a. d. Rijn. Vele personen ziek. Te Alphen aan den Rijn is een vergifti ging op groote schaal geconstateerd, waar van tal van ingezetenen, voornamelijk in de omgev-Jng van de Raadhuisstraat en de Jon- kindt Coninckstraat, het slachtoffer zijn ge worden. Eenige dagen geleden deden zich in verschil lende gezinnen ziekte-verschijnselen vooi*. waaraan aanvankelijk weinig aandacht werd geschonken. Toen de toestand der patiënten echter met den dag ernstiger werd en ten slotte bleek, dat tal van personen in genoemd deel der gemeente dezelfde ziekteverschijn selen vertoonden in een uit elf personen be staand gezin o.a. waren niet minder dan tien personen ongesteld gingen sommigen er toe over de hulp van een medicus in te roepen en deze constateerde een vrij ernstige vergif tiging. Een onderzoek bracht daarop aan het licht, dat deze moest worden toegeschreven aan het gebruik van leverworst, welke was be trokken van den slager J. K„ die zich juist in de gemeente heeft gevestigd en bij de opening van zijn zaak de ondeugdelijke worst afle verde. Toen een en ander ter kennis kwam van de politie heeft deze onmiddellijk een diepgaand onderzoek ingesteld. Daarbij is ge bleken. dat K. de worst heeft betrokken van zijn vroegeren patroon uit Gouda, die de worst zelf had gemaakt van door den vleesch- keuringsdienst te Gouda goedgekeurde be- standdeelen. Eenige resten van ae vergiftigde worst- zijn in slag genomen en voor bacterio logisch onderzoek naar Utrecht gezonden. Hoewel tal van patiënten nog steeds het bed moeten houden is hun toestand naar om standigheden redelijk. Prof. Baart de Ia Faille. Bij Koninklijk besluit is met ingang van 21 September 1936 aan dr. J. M. Baart de la Faille op zijn verzoek eervol ontslag verleend als hoogleeraar aan de rijksuniversiteit te Utrecht met dankbetuiging voor de belangrijke in deze betrekking bewezen diensten. ns Jantje", zegt met zekeren trots de moeder van haar vierjarig zoontje, „neen maar", zoo'n bij dehandje heb je nog nooit gezien". Daar vraag ik hem zoo even: „Hoe komt toch die scheur in je blouse?" Ik weet toevallig, dat hij die er zelf in gemaakt heeft, maar ons ventje raakt bij mijn vraag heelemaal niet verlegen en vertelt een verhaal van de poes, die uit de keuken op hem af gekomen is en hem heeft- willen krabben Als dat zoo door gaat. zal hij zich later stellig uit heel wat moeilijkheden weten te redden. „Zoo'n slim merd, daar kan nog wat uit groeien". Wat er uit Jantje gegroeid is, kan de moe der ons twaalf jaar later vertellen. „Ik weet niet, hoe het toch is met onzen Jan", zegt ze. „Dat is nu al de vierde maal dat hij van school is weggestuurd en uit een schrijven van den dircteur verneem ik, dat men hem daar bij herhaling op leugens heeft betrapt en zelfs opdiefstal! Menige jaszak van zijn ka meraden moet hij hebben doorgesnuffeld, er uit nemend wat van zijn gading was. En geen van de leeraren durft hem meer te vertrou wen. Ach, hoe mag dat toch zoo zijn gekomen? Hij heeft toch in zijn ouders nooit slechte voorbeelden gehad. Waarom moeten ze nu dit van hem ondervinden. „Och. ons Jantje! Dat is toch zoo'n lief ke reltje. Het- valt ons verbazend moeilijk, hem iets te weigeren endat zegt wat. Den gan sehen dag wil hij nu dit. dan dat en zoo zijn we den heelen dag met hem bezig. Als hij zoo allerliefst aan het vragen en vleien is, dan, och dan moet je hem wel zijn zin geven. Boven dien, als dat niet al te gauw gebeurt, dan zet Jantje het op een huilen: natuurlijk gaat je dat aan het hart en onwillekeurig denk je: och, het is toch ook nog maar een kind, en. zijn wensch wordt vervuld. Wie zou hem kun nen straffen? Nu ja, je dreigt hem wel even met den vinger, soms met de karwats, maar als hij iets heeft gedaan, iets verkeerds, dan. ja dan lacht hij zoo snaaks, dat je wel meelachen moet. O. hoe komt het toch, dat je zooveel van zoo'n bengel houden kunt. Hij heeft me geheel in zijn macht en niets zou me teveel zijn, om al zijn verlangens te kunnen be vredigen." En hoe staat het er mee, twaalf jaar later? „Ach, die Jan, die brengt me nog in het graf. Overal, waar het maar dol en losbandig toe gaat, is hij te vinden, doch nergens waar flink moet worden gewerkt. Wat heeft -hij ons al niet gekost! Doch hij doet maar alsof het zoo heelemaal vanzelf spreekt, dat wij hem geven wat zijn hart begeert. Hij dankt er zelfs niet eens voor en bekommert er zich totaal niet om, dat hij ons leven verbittert. Of wij ons ai buitengewoon hebben in te spannen om het gezin fatsoenlijk te onderhouden, hij maalt er niet om; ja hij wordt grof op den koop toe en gebruikt de gemeenste woorden als wij den moed nog eens hebben hem wat te weigeren. Aan zichzelf alleen denkt hij en geen oogen- blik komen zijn ouders, zijn broers of zusters hem in de gedachten. Is dat nu de dank voor de groote liefde, waarmede wij hem hebben opgevoed? Jantje heeft temperament, hij laat niet met zich spotten. Als hij zich aan tafel of stoel heeft gest-ooten, dan slaat hij er met den stok op en als ik roep: „Die nare tafel, die nare stoel!" dan raakt hij buiten zich zelf. Het gebeurt meermalen, dat hij op die manier iets breekbaars met zijn stok treft en dat heeft ons al een aardigen duit gekost. Maai* enfin, hij is toch ook geen meisje, 't Is een onver schrokken bengel, die voor niets en niemand bang is. Zijn neefje Frans kan hij niet uit staan. Die heeft altijd wat op hem aan te merken en dreigde hem onlangs nog met een pak slaag. Toen had je Jantje moeten zien. Hij werd rood van kwaadheid, ging op zijn neefje af en schold hem uit op zoo'n manier, dat ik me er naar om gelachen heb. Ik begrijp zelf niet, waar hij de woorden vandaan haalt. Stellig doordat hij overal en alles in zich opneemt. Als hij een paar menschen met elkaar hoort praten, dan is hij er bij: en vaak zeggen we tegen elkaar: „Waai* heeft die kleine rakker dat nu weer opgedaan?" Niets kun je voor hem verborgen houden. Als er be zoek is, dan moet hij er bij zijn en hooren wat er gesproken wordt. En als ik ergens heen ga, hij moet mee. 't Spreekt vanzelf dat hij wil. dat er acht op hem geslagen wordt: hij is gewend de hoofdpersoon te zijn. Nu, ieder houdt ook van hem en we hebben heel wat complimentjes over hem aan te hooren." Twaalf jaren later zegt de moeder: „Ach, niemand houdt van onzen Jan. Onder zijns gelijken heeft hij altijd ruzie en oudere men schen zeggen dat hij een onbeschaamde vlegel is. Ik weet, helaas, waarom. Van ons laat hij zich niets zeggen, hoeveel te minder dan van anderen. Wanneer zijn vader eens een ernstig woord met- hem spreken wil, dan zit ik te be ven op mijn stoel uit aangst voor het tooneel, dat dan gewoonlijk volgt: Jan is zoo heftig, dat hij in zijn woede tot alles in staat is. Eén keer heb ik het gewaagd hem iets te verwijten, maar dat gebeurt me niet weer. Hij keek me met fonkelende oogen aan, stiet me op zij en liep de deur uit. Dien duw voelde ik in mijn hart en ik voel hem nog en zal hem immer blijven voelen. Wie zou dat ooit nebben kunnen denken. Ik was altijd zoo trot-sch op hem en nu moet ik mij door iedereen laten zeggen, dat ik een mislukten zoon heb, zonder dat ik hem kan verdedigen. Wie had dat ooit kunnen denken! Deze geschiedenis van Jantje en Jan zal zich in onzen tijd duizendvoud herhalen. Vele Jannen waren eens Jantjes en vele Jantjes van nu zullen eens Jannen zijn, die we kun nen terugvinden in kroeg, danshuis en erger. En dat alles is een gevolg en zal ook verder het gevolg zijn van dat gebrek aan tucht, de afwezigheid van gehoorzaamheid, die we in zoo menig gezin van onzen tijd bij arm en rijk aantreffen als resultaat van een akelig slappe opvoeding. Liever nog een „Spaar de roede niet" of een „wie wel bemint kastijdt zijn kind" dan een eeuwig zich afvragen: Zou deze maatregel wel rechtvaardig zijn tegen over mijn kind, moet ik hem niet zijn vrije le ventje gunnen; mag ik mijn wil wel aan hem opdringen? Liever een spartaansche opvoe ding dan een eeuwig toegeven aan de verlan gens en de luimen van de slimme rakkers. Men meene niet, dat een strenge opvoeding liefde buitensluit. Liefde tot uw kind zij en blijve het hoogste gebod. Maar de liefde ver blinde u niet. En wie zich klaar bewust is wat niet goed is, zoo in 't kleine als in het groote, die weet ook wat hij van zijn kind mag en moet vergen en die verge het ook. Mogen vele ouders uit de historie van Jantje en Jan leeren ,.e eenvoudige waarheid: „Wat Jantje niet leert zal Jan nooit leeren". J. BASTIAANS. KRANKZINNIGE STEEKT ZES MENSCHEN NEER. BANDOENG, 5 Aug. (Aneta) Een inlandsche werkman van den artillerie-const-ructiewinkel is plotseling krankzinnig geworden. Hij stak zes menschen neer o.a. zijn echt-genoote en dochter. Daarna sloeg hij de hand aan zich zelf. De amokmaker en zijn echtgenoote zijn in het ziekenhuis overleden. Voor het leven van de dochter wordt gevreesd. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1886. 6 Augustus: Op het terrein bij het „Huis ter Kleef", voor deze gelegenheid met vlaggen en wimpels feestelijk getooid, mat zich gis- ;eren de Haarlemsche cricket -club „Rood en Wit" met de „Dalston Albert Club" uit Londen. Door het ongunstige weer kon de wedstrijd niet ten einde worden gebracht en was men bij de 2e inning verplicht het spel te staken, nadat eerst enkele leden van de Haarlemsche club daarin hadden gespeeld. Alstoen ston den de punten 81 tegen 82 voor de En- gelschen in één inning. De Haarlemsche club blijkt dus sedert verleden jaar zeer in kracht te hebben gewonnen. Vooral wat het „bowlen" betreft, schijnt deze reeds ook naar het oordeel der Engel- schen vrij goed te zijn. De Zonzij van een regenmiddag. Of: de ware wijsheid. Dat ge de zonzij der dingen moet vinden en dat ge die zoeken moet zelfs wanneer de wereld grauw is, dat zegt de wijsheid; op dezen regen-middag óók. Dat ge, nu de regen ruischt van den mor gen tot den avond en ritselt in de klimrozen en weent langs de vensters en danst op het dak en suist in de stilte; nu de straat verlaten ligt en de weilanden glanzen en een eenzame geit op het onbebouwde stuk grond aan de overzij mekkert van klaaglijke natte ellende; nu de menschen bij de menschen zijn en thee drinken en zeggen, dat het zóó geen zomer is en dat het ellendig is en dat de heele wereld op haar kop staat. Moeder Natuur incluis en een koekje knabbelen en praten over dingen die de zelfde dingen blijven wanneer de men schen er niet over praten; nu de boomen stil in den stagen regen staan, de koffiehuizen leeg zijn en de harten vol van weemoed dat ge op zulke stille, grauwe uren de zon-zij zien en zoeken zult, dat zegt de wijsheid. Alléén in uw huis met de stilte. Alléén in de wereld met den ruischenden regen. Alléén in een stoel bij het open venster, dat de zoele zomer binnenspoelt in uw huis en uw hart; zoel en vochtig en stil. Er slaat een buitendeur, er zoeft een auto voorbij; de geit, de eenzame, natte geit klaagt zóó voortdurend en aanhoudend, omdat de wereld zoo nat is vandaag, dat haar klagen één wordt met de stilte dat zijn de eenige geluiden, die zacht neervallen in de donzen stilte van dezen middag. En nü een boek lezen. Misschien denkt ge, dat het een wijsgeerig boek is, over het leven en, den dood en de ijdelheid der menschen; of een romantisch boek van liefde en verdriet en den hartstocht, die uit de liefde komt en in het verdriet vergaat; of een boek van verre reizen, dat ge in uw stoel en uw straatje het oerwoud be treedt en u een weg hakt door de lianen en u een weg vecht tusschen sissende slangen door en u een weg waadt door de moerassen; of dat ge, hoog en recht te paard gezeten over de pampa's of langs rotswanden draaft: of in wereldsche steden tusschen wereldsche menschen vernuf tig-gemengde dranken drinkt. Misschien denkt ge aan een vroom boek, of aan een vroolijk boek, of aan het boek met zeven sloten. Maar mijn boek is een boek, waarover de minnaars van Jret boek het voorhoofd fronsen en minachtend glimlachen. Een detective-boek. Er is een lijk gevonden. Er stak een mes in het doode hart. Er is nóg een lijk gevon den. En wéér stak een mes in de borst. Er is een kleine slimme man gekomen. Kent ge Hercule Poirot den Belgischen speurhond, die alle raadselen ontwart langs de wegen eener haarfijn-uitgebalanceerde denkmethodiek? Hij was bij mij in de rust van mijn huis in den regen. Hij leidde mij langs lijken in de struiken, door wereldsteden aller continenten, door landhuizen aan de blauw-en-gouden kusten der Adriatische Zee: met hém snelde ik langs de windende witte wegen onder de zomerzon; van Zuid-Amerikaansche republieken naar het hart van Parijs; en van de boorden van de Taag naar de daktuinen van New-Yorksche wolkenkrabbers. Zoo was het dezen ruischenden regenmiddag in deze stille straat, een jachten, een ijlen, een najagen van geweld. Totdat Hercule Poirot, overwinnaar van Scotland Yard, bespotter van de Süreté, on aanzienlijke reus van den geest, den ijselijken moordenaar bij den kraag gevat en aan de gerechtigheid overgeleverd had. Toen was ook de avond gekomen. En de menschen babbelden bij de menschen onder lamplicht. De regen ruischte over de donkerende wereld. De geit mekkerde in de duisternis. En wan neer ik het venster sluit op den nacht, rustig, omdat de groote speurder het recht en de veiligheid der menschen gediend heeft, be denk ik, dat ook een grauwe middag, in de stilte, in de rust, in den regen zijn zonzij heb ben kan. En dat dit te weten de ware wijsheid is. Mr. E. ELIAS. UIT DE STAATSCOURANT. Bij Kon. Besluit- is benoemd tot comman deur in de orde van Oranje-Nassau mr. N. C. M. A. van den Dries, raadsheer in den hoo- gen raad der Nederlanden, voorzitter van de commissie tot herziening van het fiscaal straf recht en strafprocesrecht te 's-Gravenhage. en slapeloos. Mengebruike hier- teeen de zenuwstillende en zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten (Adv. Ingez. Med.) Oude dame door trein overreden. De 70-jarige mevrouw Molenaar uit Heem stede. die Dinsdagavond te 9.30 uur te Uitgeest uit de richting Amsterdam arriveerde, sprong, toen 2ij bemerkte, dat zij in den trein richting Alkmaar was gezeten, aan het einde van het perron uit den reeds snelrijdenden trein, met het gevolg, dat zij onder den trein kwam en op slag werd gedood. Om half een 's nachts werd het slachtoffer gevonden. De politie stelt een onderzoek in.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5