VOOB3 Pi VROU
KINDERENGEDOE AAN ZEE.
MAAK MEER FRUIT IN
DONDERDAG 20 AUGUSTUS 1030
HAARDE M'S DAGBLAD
J
DE VROUW IN DE XXe EEUW
Castvrouw en logés
In een Engelsch vrouwenblad schreef men
onlangs over „de beproefde Nederlandsche
gastvrijheid", en we hebben ons inderdaad
in den vreemde een goeden naam verworven
op het gebied van het ontvangen van gasten,
of het uitgewekenen zijn, die hier een on
derdak komen zoeken., of leden van een Con
gres, voor wie we onze woningen openstellen
en die we in particuliere auto's rondleiden
door onze stad of ons land, om hen de mooi
ste plekjes te laten bewonderen of onze kunst
schatten te laten waardeeren. Ze namen
meestal zeer dankbaar afscheid en schre
ven brieven vol erkentelijkheid uit hun woon
plaats, bewijzend, dat hun verblijf in het
kleine Nederland werkelijk indruk had ge
maakt. In het bijzonder het verleenen van
gastvrijheid in eigen woning valt zeer in den
smaak. We hoorden van een Nederlandsche,
die niet zeer verrukt was over het half Juli
gehouden Vrouwencongres te Boeda Pest, dat
zeer slecht georganiseerd scheen, dat het aar
digste was geweest de ontvangst bij particu
lieren. Men was daar echter verder in hotels
ingekwartierd. Franschen, die meestal klein
behuisd zijn, laten den vreemdeling zelden toe
tot hun intiem familiegeluk en de Amerika
nen, die weinig personeel hebben presteeren
evenmin veel op het gebied der huiselijke
ontvangsten. Het Engelsche compliment deed
daarentegen dubbel goed, omdat de Engel-
schen gulle en prettige gastvrouwen zijn. Haar
woning is gerieflijk en haar eerbied voor de
vrijheid der gasten wijst haar altijd den weg
bij het samenstellen van zoodanige plannen,
dat de gast niet voortdurend in beslag ge
nomen wordt en zich toch nooit eenzaam ge
voelt. We ondervonden dezelfde beminnelijke
gastvrijheid bij Canadeesche gastvrouwen.
Wij in Holland hebben nog wel de zwakheid
te veel te willen doen voor onze bezoekers, hen
te weinig aan zichzelf over te laten, terwijl
toch ieder mensch de behoefte heeft een
oogenblik zichzelf te zijn, te kunnen uitrusten
zonder gedwongen te zijn tot conversatie. Dit
oogenblik te raden is de kunst van de op
merkzame gastvrouw, terwijl zij den tijdelij-
ken huisgenoot steeds zooveel belangstelling
moet toonen, dat hij met zijn moeilijkheden
en vragen vrij bij haar komt, wetend immer
raad en hulp te kunnen vinden, of hij den
tandarts noodig heeft, of een cadeautje moet
koopen voor vrouw of kinderen etc. Al komt
het wel eens ongelegen, de gastvrouw vergete
niet. dat juist haar sj'mpathie in het kleine
er toe bijdraagt, dat de bezoeker zich bij haar
thuisvoelt, en dat zij hem zich moet laten
vermaken volgens zijn aard, niet op de wijze,
welke haarzelf het best past. Het geringste
ongeduld bij het verzoek van een gast kan
dezen reeds afschrikken. Is het niet jammer,
dat zoovele landgenooten liever niet uit lo-
geeren gaan, omdat men dan toch nooit zijn
gerief en zijn vrijheid heeft?"
„Natuurlijk, zij komt altijd op een ongele
gen oogenblik" hoorden we een dame kla
gen, die graag gasten heeft, maar ze zelf wil
noodigen op den tijd, dat zij gezelschap
wenscht en niet wanneer haar vrienden haar
herbergzaamheid noodig hebben. Het spreekt
vanzelf, dat men de rechten der huisvrouw
moet eerbiedigen, zoo goed als haar groote
schoonmaak en haar kamerdagen. Alleen de
heel intiemen kunnen zich in zekere zeer
gastvrije gezinnen veroorloven de vrouw des
huizes te overvallen, als zij op een ladder staat,
om spinnewebben te ontwarren. Ook gasten
hebben plichten in acht te nemen en mogen
geen extra last veroorzaken door hun komst
of hun verdwijnen. We zagen onlangs terecht
hier op de aandacht gevestigd in een Indisch
Huisvrouwenblad, waarin zelfs de plichten
der logés uitvoerig werden behandeld. Wij
zouden onze opvatting willen samenvatten in
deze voorschriften: bescheidenheid, aanpas
singsvermogen, hulpvaardigheid, dankbaar
heid en opgewektheid. Het is bijv. niet noodig
op alle plannen van de gastvrouw in te gaan,
maar wel waardeering voor alle goede bedoe
lingen te doen blijken en bezwaren in den
hoffelijksten vorm te kleeden. De jeugd van
tegenwoordig blijft in dit opzicht wel eens in
gebreke en het is de plicht der ouders hierin
voor te gaan.
Er zijn echter gastvrouwen, wie men nooit,
en anderen, wie men altijd ongelegen komt.
De een kan beter organiseeren dan de ander
want de grootste gezinnen zijn meestal de
meest gastvrije maar de een is ook harte
lijker dan de ander. Zeker kan men niet ieder,
overal huisvesting verleenen. Men moet reke
ning houden met de meer of minder vertrou
welijkheid van de verhouding met den levens
standaard van den gast, hoewel meestal de
meest verfijnden veel gemakkelijker berusten
in ontberingen dan grover naturen, die min
der gewend zijn en meer verwachten. Weet
men te doen te hebben met veeleischende be
zoekers. dan spaart men beide partijen te
leurstelling door te doen uitkomen, dat men
niet is ingericht om hen een passend ver-blijf
te bieden, doch men overschatte en onder
schatte eigen middelen en mogelijkheden
niet, handele vooral naar de ingeving van het
hart en zonder eigen gemakzucht het eerst te
raadplegen. Verder oordeele ieder naar de
omstandigheden, met den wil de Hollandsche
gastvrijheid hoog te houden, en bereid, te ge
ven en te deelen wat hij heeft met allen, die
een beroep doen op zijn gastvrijheid. Ieder,
die een bijdrage levert in dezen vorm van
menschenliefde, bevordevt het onderling ver
trouwen en doet op zijn manier, op zeer be
scheiden voet vredeswerk.
EMMY J. B.
RECEPTEN
KOUDE WIJNSOEP.
V2 L. roode wijn.
een citroenschilletje,
een kruidnagel,
een stukje pijpkaneel,
suiker,
enkele vruchten.
Laat de wijn zeer langzaam trekken met de
kruiden en het schilletje, gedurende een half
uur. Neem dit alles eruit, voeg er suiker naar
smaak bij, laat het afkoelen en maak intus-
schen de vruchten klaar, bessen door ze af te
halen, pruimen door ze te schillen en in
stukjes te verdeelen, bramen door de steeltjes
er af te halen.
Het liefst gebruike men er donkere vruch
ten voor. Doe per persoon een paplepeltje
vruchten in de bouillon, laat ze ijskoud wor
den en dien ze voor in bouillonkoppen.
Nu het toch nog volop zomer geworden is,
trekt iedereen naar het strand om de laatste
zomersche weken er nog van te kunnen ge
nieten Want wanneer het eenmaal September
is, komt er weinig meer van; alleen bij
heerlijk weer is het nog aanlokkelijk aan zee
en daarbij komt dat de meeste kinderen weer
naar school zijn. zoodat het geheele gezin veel
meer aan huis is gebonden.
En de kinderen —daar gaat het juist om
aan het strand. Want al mogen de genoegens
van zonne- en zeebaden, van strandwandelin
gen en heerlijke rust in een luie stoel nog zoo
groot zijn, dat weegt niet op tegen de vroo-
lijkheid en de intense vreugde van het kin
dergedoe aan het strand. Kwaad kunnen zij
er niet, hoogstens een nat pak of wat zand in
hun oogen, maar op het strand neemt nie
mand dat ernstig op.
Daar scharrelt op zijn dikke beentjes een
kleine man-in-den-dop van twee jaar. Voor
spelen is hij nog te klein en zijn gevoel voor
eigendomsrecht is nog niet eens ontkiemd.
Het gevolg is, dat hij het eene oogenblik zeult
met de veel te groote schep van een ouder
kind en dat hij hel volgende moment een
geweldige stem opzet omdat een grootere jon
gen hem een emmertje probeert af te nemen,
dat hij. de kleine, zich zooeven maar heeft
toegeëigend. Daarbij mept hij met al de kracht
en de toewijding van zijn tweejarige knuist
jes met een houten schopje op het hoofd van
den grooteren jongen.
Er is geen twijfel aan, de kleinere is vol
komen in het ongelijk, waar toch krijgt de
grootere jongen van zijn moeder een standje
omdat hij zoo barsch optreedt tegen „dat klei
ne jongetje."
Zoo ergens, dan komt men aan het strand
tot de conclusie, dat tweejarigen altijd gelijk
hebben: wat zij ook doen, altijd is er een
verontschuldiging voor hun daden, omdat
zij nog zoo klein zijn.
„Wat gelukkig, dat zoo'n kind dat niet be
seft,1' zegt de opvoedkundig-aangelegde.
„Wat jammer, dat je dat niet beseft, want
wat had je daarvan heerlijk gebruik kunnen
maken," zegt de opportunist.
Daar loopt een dapperheidje van een jaar
of vijf, bruingebrand, heerlijk gezond
maar zijn moed heeft hem totaal verlaten,
want moeder is zoek.
„Moeder." jammert hij, „waar ben je toch"
Natuurlijk is moeder vlakbij, maar al dat
zand en al die stoelen lijken zoo op elkaar,
en zoo ongemerkt dwaal je dikwijls ver van
de veilige haven af.
Maar daar komt moeder al aan, en als hij
haar ziet, is hij nog zoo verbouwereerd dat hij
met een zielig stemmetje nog eens roept:
„moeder, waar ben je toch."
Een aardig klein meiske zal door een ge
dienstigen oom geholpen worden met een fort,
een groot fort dat den1 vloed zal stuiten. Ze
beginnen samen vol enthousiasme, oom ge
niet zeker evenveel als de kleine meid. maal
ais hij eindelijk begint te voelen dat hij
geen twintig jaar meer is doordat zijn rug pijn
lijk wordt en zijn handen blaren vertoonen.
zit 't kleine nichtje bij moeder op schoot wat
lekkers te verorberen en ze blijkt er allang
de brui aan te hebben gegeven, en ze vindt
zelfs dat oom maar weer gauw het werk moet
hervatten.
Bij een heerlijk veilig binnenzeetje. ook wel
genaamd het kinderzeetje, speelt zich ook
heel wat af. Een kleine jongen die plechtig
beloofde zich nu „heusch" niet meer nat te
maken, wordt door andere kinderen kletsnat
gegooid, en nu is zijn moeder erg boos en to
taal niet te overtuigen dat het zijn schuld
niet was.
Een kleuter van eenige turven hoog brult
hartverscheurend nu zij het water in moet,
maar vader vindt dat verzet rondweg onzin,
hij trekt het kind aan een weerstrevend
handje mee, ondertusschen wijzend op een
kleintje van dezelfde afmeting dat geen vrees
kent en dat vroolijk rondplast, De vader van
het bange kind ergert zich, maar wanneer hij
ziet, dat het andere kind noch met gestreng
heid noch met vriendelijkheid uit het water
te krijgen is, zoodat er tenslotte heel wat
aan te pas moet komen om het kind luid
protesteerende op het strand te krijgen, ziet
hij van dat durfal zijn toch ook wel de na-
deelen.
Alles wat er op het strand gebeurt, wordt
door de reacties der kinderen geillustreerd;
er gaat een boot uit, en zelfs de allerkleinste
helpen mee met inspanning van alle krachten.
Een klas kinderen gaat met den onderwijzei-
zwemmen. en ze vinden het eerst toch maar
een beetje gek: stel je voor, de meester in
badpak.
De muziek verschijnt en tot de allerkleinste
toe dansen in de rondte, ook al nemen zij het
met de maat zoo nauw niet.
Als dan tenslotte de morgen of de middag
op zijn eind loopt, neemt al het gejoel en ge
juich wat af. en menige kleine komt tegen
moeder aanleunen omdat het strandgedoe,
hoe heerlijk ook, hem moe en slaperig heeft
gemaakt»
E. E. J.—P.
PA-WILLEM.I
VERYORMÉH
VERVEN STOOMEN
VAN ©AM ES HO EDEN
WILHtLMINASTRAAT 16. TEL: 16884. HAARLEM
Yan 24 Augustus31 Augustus wegens
VACANTIE GESLOTEN.
x (Adv. Ingez. Med.)
Nog al te veel verkeeren de huisvrouwen
in de veronderstelling, dat fruit eten een
luxe is; dat men fruit alleen voor de „lek-
kerte" eet; maar dat het toch eigenlijk vol
strekt niet noodzakelijk is; dat het lichaam
er best buiten kan, enz. Ze weten niet, dat
fruit juist zouten en zuren bevat, die een
reinigende werking in het lichaam hebben,
het- opwekken en versterken, 's Zomers is
het fruit overvloedig en dushet voordee-
ligst. Men doet er daarom goed aan van deze
overvloed te profiteeren en in te maken voor
de wintermaandenwanneer er bijna geen
fruit te krijgen is en dat. wat men koopen
kan. duur is.
Het lekkerst is vruchten op eigen sap in te
maken. We laten hier eenige recepten vol
gen.
Kruisbessen op water. De kruis- of klap
bessen overgieten met kokend water, koud
laten worden. In schoone flesschen met wijde
halzen doen. Gekookt koud water er op
gieten. De flesschen met uitgekookte kurken
sluiten en lakken.
Rabarber op water. De rabarber in schoone
flesschen met wijde halzen doen Giet daar
op gekookt, afgekoeld water. Sluit de fles
schen met uitgekookte kurken en lak ze.
Door het gehalte aan zuur conseiweert de
rabarber zichzelf.
Peren op water. Snijd de peren in tweeën,
verwijder de klokhuizen. Schik ze in fles
schen tot een paar vingers onder den rand.
Meet hoeveel water er op kan en voeg hierbij
op elke halve liter water 1 ons suiker. Sluit
ze met ringen, deksels, beugels of knippen
en kook ze ongeveer een half uur voor hand-
peren en ongeveer 3 uur voor stoofperen.
Inplaats van het fruit in te maken, kan
men er ook limonades van maken. Op warme
zomerdagen is een eigengemaakte vrucbten-
limonade zeer smakelijk en verfrisscfoend.
Ons Wekelijksch Knippatroon.
Nr. 716: snoezig zomerjurkje van genopte
crêpe de chine of zijde. De garneering be
staat uit een ruche van glasbatist of netel
doek langs mouwen en hals. Dit patroon is
te verkrijgen in maat 40; dat is: bovenwijd
te: 86 centimeter: taillewijdte: 70 centimeter
en heupwijdte: 98 centimeter. Benoodigd
materiaal: 3.50 meter stof van 80 centimeter
breedte. Het rokje is zesbaans. Wijde pof
mouwtjes en drie kleine strikjes maken het
geheel tot iets aparts. Prijs van het patroon:
22.5 ets. per stuk.
WIJ LICHTEN EEN TIPJE OP
VAN DEN SLUIER DIE OVER
DE HERFSTMODE LICHT.
Hek is nog wel volop zomer en aan strand
en zee is het badleven nog in vollen gang;
maar in de ateliers der groote modemagazij
nen is men al druk bezig met het samenstel
len der herfstcolleeties. De meeste nouveauté's
blijven nog geheim, tot de zomer officieel ge
sloten is; maar het is ons toch gelukt een
tipje op te lichten van den sluier en we kunnen
onzen lezeressen een paar waardevolle tips ge
ven. die haar zeker van pas zullen komen bij
het in orde maken van haar herfst-gavderobe.
Op een japon van gebloemde zijde of crêpe
de chine zal een mantel van donkerblauwe of
zwarte zijde gedragen worden, die in vorm wel
iets lijkt op de „pandjesjas" die de heeren dei-
schepping een dertigtal jaren geleden droe
gen. De mantel wordt met twee knoopen te
gen elkaar, gesloten. De mouwen hebben een
wijden kop en sluiten verder slank om den arm
Heel modern is verder in een lichte mantel of
bij een lichte japon een shawltje van donker
materiaal te dragen. Trouwens men zal toch
de samenstelling van licht en donker veel zien
dit komende seizoen.
De overgangsmantels hebben meestal nog
drie-kwartlengte. Zij zijn zoowel getailleerd
als loshangend. Deze modellen kunnen lange
en halve mouwen hebben.
Op de illustraties ziet u eenige van deze
overgangsmantels. Als materiaal gebruikt men
veelal geïmpregneerde stoffen, als zijde, flu-
wel. kameelhaar, e.d. Impregneeren is: water
dicht maken.
In schoenen zal men dit 'nerftseizoen een
grootere verscheidenheid van kleuren en ma
teriaal zien. dan tot nu toe het geval was. En
ook veel samenstellingen van klem-en. Vooral
suède zal gewild materiaal zijn. Kleuren zijn:
bruin, Beige, grijs, zwart, blauw, groen, rood.
Zwarte schoenen hebben groene of roode ve-
tertjes; bruine schoenen zijn met geel afge
werkt, enz. enz. De kousen zullen iets don
kerder zijn. Heel donkergroene en donker
blauwe kousen bij schoenen van dezelfde
kleur is het nieuwste op dit gebied. Het
spreekt vanzelf, dat de kleeding dan geheel
geassorteerd moet zijn. Bijzonder sjiek was
het ensemble dat wij zagen op het atelier van
een der bekendste magazijnen in de hoofd
stad. Dit bestond uit een mantelpakje van
ruige, groen wollen stof. Daarbij behoorde een
pull-over van angorawol in de nieuwe kleur
geel. Een groen liroler hoedje had een geel
veertje. Donkex-groene suède molières waren
met gele veters dicht geregen en daarbij be-
hoox-den dan, zooals de cheffin ons mededeel
de. fijne wollen kousen gedragen te worden,
die nuances vertoonden van beide kleuren.
Donkergroene leei-en handschoenen, gi-oene
tasch en een groen wollen shawltje met gele
noppen completeerden, dit uiterst sportieve ge
heel
Nr. 717: vlotte japon van gestreept mate=
riaal. Alleraardigst modelletje met afstaand
schootje en puntige mouwtjes. De rok wordt
van voren met een paar 'knoopen dichtge
knoopt. Alleen te verkrijgen in maat 42 (bo
venwijdte: 96 centimeter: taillewijdte 74
centimeter en heupwijdte: 104 centimeter).
Benoodigd materiaal: 3.50 meter stof van 90
centimeter breedte. Het blousje woi-dt van
voren dichtgeknoopt. Deze jurk heeft geen
ceintuur; plooitjes in de taille maken, dat
de japon geheel aangesloten is. Prijs van
liet patroon: 22.5 ets. per stuk.
Deze patronen zijn dus in bovengenoemde
maten tegen de vermelde prijzen te ver
krijgen bij het bureau van dit blad. 6 ets.
portokosten.
Den lezeressen wordt vriendelijk vei*zooht
bij besitelling duidelijk het nummer van het
gewenschte patroon en tevens naam en
adres zoo volledig en nauwkeurig mogelijk
op te geven; men vooi-komt daaidoor onnoo-
dige vertraging in de verzending. We ver
zoeken onze lezeressen beleefd haar bestel
brieven voldoende te frankeeren, daar wij
deze anders niet accepteeren. Bovenstaande
patronen worden ook op maat geleverd.
Prijs wordt dan: 50 ets. per stuk. Verder le
veren we niet alleen pati-onen van de ge
publiceerde modeilen; dooh van ieder ge-
wenscht model. Toezending van afbeelding
en schetsje met vermelding van maten is
voldoende. Prijzen van deze patronen naar
maat zijn: voor een mantel 60 ets.: voor een
japon 50 ets.; voor lingerie- en kinderklee-
ding 40 ets. en voor blouse of rok 30 ets. per
stuk
HET MENU VOOR DE HEELE WEEK
Zondag:
Koude wijnsoep.
Biefstuk.
Fransche slaboontjes.
Aardappelen.
Chocoladepudding met vanillesaus.
Maandag.
Roereieren met ham
Andijvie.
Aardappelen.
Yoghurt.
Dinsdag.
Schapebout.
Postelein.
Aardappelen.
Beschuit met kaas
Woensdag.
Gevulde komkommer.
Kalfslappen.
Snijboonen
Aardappelen
Donderdag.
Meloen.
Varkenskarbonaden.
Worteltjes.
Aardappelen.
Vrijdag.
Gestoofde paling.
Sla.
Aardappelen
Omelette
Flensjes met
Vleeschragout.
Vruchtenila,
Zaterdag.