DE BELASTINGEN.
't Volle profijt.
Het Belmpijkte
54e Jaargang No. 16312
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Donderdag 27 Augustus 1936
HAARLEM S DAGBLAD
Directie: P. W. PEEREBOOM
en ROBERT PEEREBOOM,
ABONNEMENTEN: per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden
3.25, franco per post ƒ3.55, losse nrs. 0.06. Geïllustreerd Zondagsblad:
per week 0.05, p. maand 0.22, p. 3 mnd. 0.65, franco p. post 0.72J4.
UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR
COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V.
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12
Telefoon Nos-: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Drukkerij: 101S2,12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810
Bijkantoor: Soendaplein 37, Haarlem-Noord, Telefoon 12230.
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM.
ADVERTENTIëN 15 regels 1.75, elke regel meer 0.35. Reclames
ƒ0.60 per regel. Tarieven regelabonnementen op aanvraag. Vraag en
aanbod 1—4 regels 0.60. elke regel meer ƒ0.15. Onze Groentjes zie
hoofd rubriek.
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 600.-, Overlijden 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400.-, Duim ƒ250.-. Wijsvinger 150.-, Elke andere vinger 50.-, Arm-of Beenbreuk 30.-,
Idem voor Abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.-, Overlijden ƒ600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400-. Verlies Duim ƒ75.-. Verlies Wijsvinger f 75.-. Verlies andere vinger ƒ30.-.
Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWAALF BLADZIJDEN.
HAARLEM, 27 Augustus.
Meer Vertier.
Het is prettig om bij terugkeer van vacantie
met groote letters op pagina 1 vermeld te
zien, dat „De Haarlemsche Vertier-Commis
sie Werkt"en ons een tierig jaar 1937
belooft. Heb ik niet destijds in deze rubriek
geweeklaagd over de saaiheid der stad Haar
lem, en den wensch geuit dat het beter zou wor
den? Welnu, de vervulling van dien wensch
schijnt nabij en bij voorbaat ben ik het oneens
met nurksche sleur-menschen, die hun goede
voornemens voor het nieuwe jaar tot Oude
jaarsavond willen opzouten. Dat is te laat.
Men moet duchtig weten voor te bereiden,
zooals de Vertier-Commissie terecht beseft, en
zooals haar geestelijke vader, de heer P. J. M.
van Tetering, dan ook in zooveel woorden
heeft verklaard. Het wekt ook vertrouwen
dezen man-van-de-daad in de commissie te
zien. Vanouds weten we, dat hij het niet bij
plannen laat en als geboren Brabander ligt
hem h^t begrip „vertier" natuurlijk al even na
aan het hart als de deugd der gastvrijheid.
Op beide punten kunnen wij Noord-Hollanders
wel iets van Brabant leeren, dat zijn gast
vrijheid nimmer treffender getoond heeft dan
in de jaren 19141918, toen het zijn ge
dwongen mobilisatie-gasten bij honderddui
zenden moest huisvesten en dat deed met een
voortdurende opgewektheid en hartelijkheid,
die mij altijd een zwak voor deze provincie
hebben doen behouden,
Behalve tierig zullen wij Haarlemmers in
1937 ook gastvrij dienen te zijn. Wij zullen
immers menschen van buiten willen ti'ekken!
En om dat te bereiken wordt er veel minder
van ons geëïscht dan in de oorlogsjaren van
de Brabanders gedwongen inkwartiering
zal ons niet opgelegd worden maar zullen
we ons wel degelijk naar de wenschen en ge
noegens der bezoekers moeten schikken. Bij
hun terugkeer in eigen omgeving zullen zij
moeten zeggen: „Nooit geweten dat Haarlem
zoo'n gezellige stad was, en dat de menschen
er zoo voorkomend waren". Als wij dit succes
niet behalen, falen wij. En ik geloof dat er
tegen den tijd der feesten en tentoonstellin
gen wel wat propaganda gemaakt zal mogen
worden voor de charmes der gastvrijheid.
Niet alleen zal „van boven af" alles zoo ge
organiseerd dienen te worden, dat men er zich
voortdurend bij afvraagt hoe het den vreem-
deling-in-Haarlem het plezierigst en gemak
kelijkst gemaakt wordt, maar bovendien zal
het Haarlemsche publiek hem met een vroo-
lijk gezicht en een groote bereidwilligheid om
hem van dienst te zijn moeten ontvangen.
Met verleening van kleine diensten worden
vaak wonderen bereikt. Niet lang geleden
vertoefde hier een zeer vermaarde Duitsche
geleerde, die in zijn pogingen om het Frans
Hals Museum te vinden weinig of geen mede
werking vond bij menschen die hij vriende
lijk om voorlichting vroeg. Tenslotte sprak
hij een politie-agent aan, die onmiddellijk
met hem meeging en onderweg nog zijn aan
dacht op een paar stedelijke merkwaardig
heden vestigde. Het onvermijdelijke droevige
resultaat van deze twee ervaringen was, dat
deze oude heer het Haarlemsche publiek on
toeschietelijk en stug noemde, en het even-
logische blijde resultaat, dat hij zich geest
driftig uitliet over de Haarlemsche politie.
Als den Commissaris het geval ter oore ge
komen was, zou hij dien agent ongetwijfeld
een pluim gegeven hebben. Stedelijke repu
taties worden vaak door zulke schijnbare
kleinigheden gevestigd. Stedelijke reputaties
worden vaak leelijk geschaad door ze na te
laten. Ik geloof dat dit inderdaad een heel
belangrijk punt is en dat't van temeer belang
zal blijken te zijn omdat voor den vreemde-
ling-in-Haarlem den weg moeilijk te vinden
is en de eischen van het éen richting-verkeer
het voor automobilisten hier bijzonder lastig
maken.
Met opgedane ervaringen in andere steden
zal de Commissie haar voordeel kunnen doen.
Amsterdam en Den Haag zijn niet steeds
gelukkig geweest met hun nieuwe initiatie
ven tot het schappen van meer vertier. De
daarbij gemaakte grondfout is natuurlijk
geweest, dat men zich wel heeft afgevraagd
wat men zelf aardig vond, maar niet zoo
zeer wat de menschen, die men „trekken"
wou. aardig zouden vinden.
Deze laatste overweging is natuurlijk de
ëenige juiste basis. Zij zal voortdurend bij het
maken en uitvoeren van plannen op den voor
grond dienen te staan. Daarbij genieten wij
het voorrecht dat wij ons niet, zooals het Ini
tiatief Comité Amsterdam, hoeven af te tob
ben met de vraag hoe men natuurschoon
schept dat er niet is. Aan schoone omgeving
mankeert het ons geenszins. Evenmin be
hoeven wij een berg in onze omgeving te bou
wen, want gaan wij niet met reden prat op het
Kopje en den Blinkertom van het Aer-
(Te Enschedé zijn de tentoonstel
ling 't Volle Profijt en de haven
geopend.)
De crisis is aan Enschedé
Ook waarlijk niet bespaard gebleven,
Het deed als een der eersten mee.
Zijn werk was met veel nood doorweven.
En nog is in het Twentsch bedrijf
De toestand lang niet vrij van zorgen,
Ma Laise houdt er nog verblijf
En wijkt niet van vandaag tot morgen.
Maar, strevend naar een beter tijd,
Die langzaam aan toch weer moet komen,
Heeft men er in den harden strijd,
Den aanval krachtig ondernomen.
De ex-positie was zoo schoon
In dagen voor de stormen kwamen,
Welnu, men stelde dus gewoon
Een nieuwe expositie samen.
't Volle Profijt werd zij gedoopt,
Een naam voor optimistisch sterken.
Een naam voor hem die strijdt en hoopt
Op resultaat van al zijn werken.
Die als een voorbeeld dienen kan
Voor klagers en voor moedeloozen,
De leuze voor een aanvalsplan
En als zoodanig goed gekozen.
En naar ik hoop zal Twente op
Een dag, die spoedig weer zal keeren,
Het Vol Profijt, de vlag in top,
In nieuwe veil'ge haven meren.
P. GASUS.
CAFE RESTAURANT „SUISSE
Vrijdagavond 28 Aug. 7 u.
Rijksstraatweg 191, Haarlem Nrd.
ZALEN VOOR BRUILOFTEN EN PARTIJEN.
Aanbevelend, J. H BUSCH.
(Adv. Ingez. Med.)
denhoutsche Kopje te zwijgen? Zonder gek
heid: in een zoo prachtig décor als het onze
moeten toch werkelijk heel wat meer vertier
en vroolijkheid te scheppen zijn dan er tegen
woordig heerschen!
Alzoo wensch ik de Vertier-Commissie van
harte succes, en den gemeenteraad dé wijs
heid om haar de vereischte geldmiddelen te
verstrekken, in het oud-Hollandsch besef dat
de cost voor de baet uitgaet en gesterkt door
dat andere oud-vaderlandsche voorrecht: de
wyde bliek. De mede werking van dit blad zal
de commissie bij haar streven ten volle ver
werven. Zij ziet het: wij beginnen al.
R. P.
Vrij vervoer spoorweg
personeel.
Wordt sterk beperkt.
Bondsbesturen adviseeren de voorstellen te
aanvaarden.
In de gisteren gehouden vergadering van
de bij den raad aangesloten organisaties van
personeel in dienst der Nederlandsche Spoor
wegen werd de voorloopige overeenkomst in
zake het vrije vervoer behandeld.
Van het vrije vervoer blijft bestaan, ten
behoeve van het personeel en hun gezin twee
verlof kaarten per jaar. welke slechts kunnen
gelden voor den duur van het verlof van
den man. Eveneens zal vrij vervoer blijven
gelden bij verplaatsing en ouderbezoek, het
laatste evenwel sterk beperkt. Alle ander ver
voer gaat voorts uit van het beginsel van
sterke beperking en betaling, zij het tegen
gereduceerden prijs. Dit zal gelden voor par
ticuliere reizen, markt- en kerkbezoek bene
vens voor schoolgaande kinderen, hetgeen
tot nu toe gratis werd verschaft en als zoo
danig een onderdeel der arbeidsvoorwaarden
van het personeel vormde.
Ofschoon vanzelfsprekend deze ver
slechtering der arbeidsvoorwaarden zeer
groote teleurstelling in den kring van
het personeel heeft teweeg gebracht, heb
ben de hoofdbesturen besloten, in ver
band met den bedrijfstoestand en om
verder zoo vaak ongemotiveerde critiek
op hun z.g.n. voorrechten van vrij vervoer
te ontgaan, den leden te adviseeren de
nieuwe regelijig. welke dus uitgaat van
het beginsel van betaling van het vervoer
te aanvaarden.
HET NIEUWE RIJTIJDEN-BESLUIT.
De directeur-generaal van den Arbeid heeft
thans het ontwerp Rijtijden-Besluit aan de
organisaties van belanghebbenden toegezon
den met het verzoek de eventueele bemerkin
gen hierop kenbaar te maken.
Over onjuiste opgaven en de belasting
van goederen in de doode hand-
Ongeveer anderhalf jaar geleden werden de
belastingzondaars in staat gesteld, zonder de
kans te loopen bestraft te worden, op de dwa
lingen huns weegs terug te keeren. Er zijn er
toen heel wat geweest die met neergeslagen
oogen het kantoor van de inspectie der belas
tingen zijn binnengestapt. Zij hebben toen
hun geweten ontlast, den keizer (ontvanger)
gegeven wat des ontvangers is en beloofd
voortaan eerlijk hun inkomen en vermogen
op te geven. Het was als met de schapen, die
over den dam gaan, als er maar eerst een is
die het waagt. De eerste zondaars kwamen
schoorvoetend, blijkbaar waren zij er nog niet
ten volle van overtuigd, dat de belasting-hee-
ren, die zij jaar op jaar bedrogen hadden,
geen gevoelens van wraak zouden toonen.
Maar toen het zonneklaar bleek, dat die vrees
ongegrond was, kwam de een na den ander.
Natuurlijk zijn er gekomen omdat zij de ge
legenheid om schoon schip te maken met hun
geweten gaarne aangrepen, maar ongetwijfeld
kwamen er ook uit angst, omdat immers ge
zegd was dat na den fatalen sluitingsdatum
geen pardon meer gegeven zou worden. Wie
later betrapt zou worden op een onjuiste aan
gifte van zijn inkomen of vermogen, zou niet
alleen de verschuldigde belasting dubbel en
dwars moeten betalen ,maar liep ook nog de
kans voor den rechter te komen.
Wij hebben een onderzoek ingesteld hoe het
nu met de belasting-ontduikers te Haarlem
gesteld is. Ons werd medegedeeld, dat er in
het laatste belastingjaar, dus na den fatalen
datum, zeer weinig gevallen van belasting
ontduiking aan het licht gekomen zijn. Dit
laat zich aldus de uiteenzetting wel verkla
ren. Er zijn in den tijd voor de vrijwillige aan
melding heel wat menschen uit zich zelf ge
komen. De belasting-ontduikers die ook toen
de fiscus zoo'n breed gebaar maakte en be
loofde bij eerlijke betaling alles te zullen ver
geven en vergeten zijn blijven zwijgen de
autoriteiten zijn overtuigd, dat niet alle schul
digen zich vrijwillig aangemeld hebben!
zijn natuurlijk de geraffineerde knoeiers. Het
is zeer moeilijk die te achterhalen. Het zou al
leen mogelijk zijn om alle ontduikers te ont
maskeren als de inspecteurs een groot corps
accountants ter beschikking hadden, terwijl
er juist bij de regeering een neiging bestaat
om op deze personeelsuitgaven te bezuinigen.
Natuurlijk houden de accountants die er zijn,
alsook de inspectews zelf hun oogen open.
Daarom moeten de ontduikers wel begrijpen,
dat zij de kans beloopen den een of anderen
dag toch tegen de lamp te loopen. En dan
is er weinig vergevensgezindheid!
Zoo lang de belastingautoriteiten nog niet
de vinger achter de knoeierij hebben, kunnen
personen, die een onjuiste opgave gedaan heb
ben steeds vrijwillig komen om een bekente
nis af te leggen. Dan moet de verschuldigde
belasting wel is waar 4 voudig betaald wor
den, maar de boeteling is er van verzekerd,
dat er geen strafvervolging wordt ingesteld.
Ook in het afgeloopen jaar hebben
zich in de belasting-inspectie Haar
lem verschillende personen vrijwillig
aangemeld met de bekentenis, dat zij
zich aan belastingontduiking hadden
schuldig gemaakt.
Hun zaken werden onderzocht en zij kon
den na de belasting 4 voudig betaald te heb
ben weer vrij uitgaan.
De ontvangsten van de belasting op goede
ren in de doode hand is niet zoo veel gewor
den als de regeering aanvankelijk vermoed
heeft. Er was geraamd (maar er is van stonde
af aan op gewezen, dat het moeilijk was van
te voren berekeningen te maken omdat het
hier een moeilijke materie gold) dat de op
brengst wel naar de 4 millioen gulden zou
gaan en nu heeft het resultaat van het eerste
belastingjaar uitgewezen, dat de opbrengst de
2 millioen niet veel overschrijdt.
Te Haarlem heeft over 't afgeloopen
belastingjaar de belasting op goederen
in de doode hand f 60.000 a f 70.000
opgebracht.
Om tot den eersten aanslag te komen moest
er zeer veel administratief werk verzet wor
den. Het eigendomsrecht van vele bezittingen
moest worden nageplozen en daarbij werden
soms verrassende ontdekkingen gedaan. Er
waren, om een voorbeeld te noemen, eigen
dommen die nog op naam stonden van een
kerkbestuur, terwijl bij nader onderzoek bleek,
dat zij al lang geleden verkocht waren. Er
was evenwel verzuimd, om de verandering
van eigenaar te registreeren. Het indirecte ge
volg van deze belasting-heffing is dus geweest
dat de administratie van de eigendommen van
sommige kerkbesturen en stichtingen gecorri
geerd is.
Zooals wij reeds opmerkten was er aan den
eersten aanslag voor deze belasting veel ad
ministratief werk verbonden. Nu alles even
wel geregeld is en in hoogste instantie uit
spraak gedaan is over enkele geschilpunten
die gerezen waren wat de toepassing van de
wet betreft, gaat alles voor de volgende jaren
natuurlijk veel gemakkelijker.
De Haarlemsche Stortings- en
Ophaaldienst.
Weerstaat de invloed van de crisis.
Als men zonder meer de aantallen van de
aangeslotenen van den Stortings- en Ophaal
dienst der gemeente Haarlem bekijkt, zou men
licht geneigd zijn om te concludeeren dat de
crisis ook de verdere ontwikkeling gaat be
lemmeren.
Het aantal aangeslotenen was op 31 De
cember van elk jaar: 1930: 7294: 1931: 7403;
1932: 7463; 1933: 7423; 1934: 7164; 1935: 7070
en op 30 Juni 1936: 7118.
Het hoogste aantal werd bereikt in Juni
1933, namelijk 7636.
Dit wil dus zeggen, dat het aantal
aangeslotenen in de laatste drie jaar
teruggeloopen is van 7636 tot 7118,
wat een vermindering is van 518.
Maar daarbij moet bedacht worden, dat in
de crisisjaren het aantal Haarlemmers, dat in
de belasting is aangeslagen vrij belangrijk
verminderd is, natuurlijk niet het minst dooi
de toeneming van het aantal werkloozen. Vele
van de menschen die nu geen of zeer weinig
belasting betalen, hebben zich bij den Stor
tings- en Ophaaldienst laten schrappen, want
zij hebben ook geen gas- en electriciteitsreke-
ningen daar zij met de muntmeters contant
betalen moeten.
Onlangs is onder de personen die zich niet
hadden laten schrappen, maar die toch geen
zaken meer met den Stortings- en Ophaal
dienst deden een opruiming gehouden, doordat
hun rekening ambtshalve werd opgeheven.
Het is er niet om te doen alleen namen in het
register te hebben staan.
Als men dit alles in aanmerking neemt,
is te zeggen, dat er van de Haarlemmers voor
wie het bet-eekenis heeft aangesloten te zijn
bij den dienst er nu in verhouding meer in
geschreven staan dan in het topjaar 1933.
Bovendien blijkt dat hoewel het aantal
deelnemers iets verminderd is, het totaal be
drag der gestorte en opgebrachte gelden be
langrijk gestegen is.
De fianncieele resultaten zijn:
1 Jan.—30 Juli 1936 f 943.163.
1935 f 1.966.455
1934 f 1.977.944
1933 f 1.684.045
1932 f 1.748.935
1931 f 1.460.395
1930 f 1.160.105
Het woord is aan..
Liszt:
Er is muziek, die tot iemand
komt, en andere, die verlangt
dat men tot haar gaat.
1935 was slechts iets minder dan 1934. 1936
belooft bovendien weer beter te worden, want
de ervaring is dat in de tweede helft van een
jaar veel meer geld binnenkomt dan in de
eerste. Er bestaat dus goede reden om te
veronderstellen dat over 1930 wel de 2 mil
lioen zal worden bereikt.
Dit gunstige resultaat krijgt nog meer be-
teekenis als men daarbij in aanmerking
neemt dat in de laatste jaren de opbrengst
der belastingen in het algemeen sterk ge
daald is. terwijl ook het gasverbruik wat
verminderd is en de tarieven verlaagd wer
den.
Als men de cijfers van de bij den Stor
tings- en Ophaaldienst in deposito gegeven
gelden ziet. is een achteruitgang op te mer
ken. maar als men daarbij kennis neemt van
de redenen wekt die toch geen teleurstelling.
De in deposito gegeven bedragen zijn:
31 Dec. 1932
1933
1934
1935
1 Juni 1936
f 1.035.800
f 1.249.800
f 1.379.550
f 1.496.662
f 921.182
Er is thans ruim f 500.000 minder in de
posito vergeleken bij 31 Dec. 1935. Allereerst
moet daarbij in aanmerking genomen wor
den dat het bedrag aan deposito's altijd
sterk schommelt. Het hangt o.a. af van den
stand van de geldmarkt, de rente van de
Ned. Bank enz. Zoo was bijvoorbeeld in Fe
bruari van dit jaar het bedrag nog f 1.837.012
dus bij dit tijdstip gerekend is de achteruit
gang zelfs nog grooter. namelijk 9 ton. In
het algemeen worden gelden bij de gemeen
te gestort als de bezitters daarvoor geen
goede bestemming hebben. In de laatste
maanden zijn evenwel, naar ons verklaard
werd, door verschillende zakenmen-
schen uit Haarlem, die hun geld in
deposito bij den Stortingsdienst ge
geven hadden, groote bedragen op
gevraagd omdat die nu in de onder
nemingen gebruikt konden worden,
hetgeen dus wijst op eenige opleving
in het zakenleven, hetgeen natuur
lijk een gunstig verschijnsel is.
Aanrijding bij de Blauwe Brug
Paard en wagen onder de Leidsche tram.
Hedenmorgen ongeveer kwart over elf is
bij de Blauwe Brug een botsing gebeurd, die
nog betrekkelijk goed is afgeloopen. Uit de
Crayenesterlaan kwam een groentewagen met
paard bespannen, rijden, die de trambaan
overstak naar de Zuiderhoutlaan. Juist 'toen
de wagen de rails opreed kwam van de rich
ting Heemstede een tram uit Leiden, die niet
snel genoeg meer tot stilstand kon worden ge
bracht. Door de schok viel de bestuurder van
den groentewagen van de bok, doch hij kwam
er gelukkig zonder letsel af. Het paard werd
licht gewond aan een achterpoot. Aan den wa
gen en den inhoud daarvan werd echter nog al
wat schade aangericht. Overal in het rond
lagen de vruchten en groenten en de kar zelf
was tamelijk gehavend.
Van de tram was een voorruit gebroken. De
politie heeft proces-verhaal van het gebeurde
opgemaakt.
Generaal Cabanellas, het hoofd der voorloopige Spaansche „nationale
regeering", inspecteert te Burgos, het hoofdkwartier der opstandige troepen in het
Noorden, een compagnie Moorsche troepen voor hun vertrek naar San Sebastian.
De burgeroorlog in Spanje: de felle strijd om
Irun duurt voort.
pag. 4
Nieuwe grensincidenten in het Verre Oosten.
pag. 4
Dr. Scliacht's bezoek aan Parijs.
pag. 4
Onjuiste belastingopgaven en belasting van
goederen in de doode hand.
pag. 1
De Haarlemsche Stortings en Ophaaldienst
weerstaat den invloed van de crisis.
pag. 1
Het vrij reizen voor spoorwegpersoneel wordt
sterk beperkt.
pag. 1
Tussclien Lutjebroek en Grootebroek zijn twee
jongemannen verdronken.
pag. 3
De mogelijkheid van emigratie van Holland-
sche boeren naar Iran wordt onderzocht.
pag. 3
Bank te Enkhuizen sluit haar loketten.
pag. 3
ARTIKELEN, ENZ.
R. P.: Meer vertier.
pag. 1
Van onzen Londenschen correspondent:
Duitschland's jongste besluiten.
pag. 11
Uit den Spaanschen Broederkrijg.
pag. 3
Amy Groskamp-ten Have: Een vrouw schrijft.
oa« 6
Voor de vrouw.
pag. 10
H. D. Vertelling: De glimlach.
pag. 6
Sport in 't kort.
pag. 9
De Burgerlijke Stand van Haarlem is opge
nomen op pag. 7.